Personele gevolgen De voorgenomen reorganisatie brengt een wijziging in de

Transcriptie

1 ADVIESCOMMISSIE MELDING VOORGENOMEN REORGANISATIE Advies 2010/06 Aan: De leden van de CGOP, d.t.v. CAOP t.a.v. mw. drs. C.L.D. van Agten Postbus CN Den Haag 1/5 Ter behandeling in het overleg van: Onderwerp: Samenvatting/toelichting Ter behandeling in de vergadering van de CGOP op 15 juli 2010 Korps Noord- en Oost Gelderland en Korps IJsselland: voornemen tot vorming van de Meldkamer Oost-Nederland. Aanleiding tot de vorming van de Meldkamer Oost-Nederland is de behoefte van de bestuurlijke gremia van de Veiligheidsregio s en Regionale Colleges om de samenwerking van de hulpverleningsdiensten beter op elkaar af te stemmen in situaties waarin calamiteiten aan de orde zijn. Daarnaast spelen economische overwegingen een rol, omdat op diverse kostenposten voordeel kan worden behaald (locatie, apparatuur, ICT, communicatiemiddelen, personeel). De vorming van de meldkamer anticipeert voorts op de landelijke ontwikkelingen en levert een bijdrage aan de opgedragen bezuinigingen. De gemeenschappelijke meldkamer Oost-Nederland (afgekort MON) is een publieke voorziening onder verantwoordelijkheid van de Veiligheidsregio s Noord- en Oost Gelderland en IJsselland, en de beide regionale Colleges. De MON is gebaseerd op de Wet op de Veiligheidsregio, die op 1 oktober 2010 in werking treedt en op een Gemeenschappelijke Regeling, welke op 17 december 2009 in een gezamenlijke vergadering werd vastgesteld. De doelstelling is de MON met ingang van 1 oktober 2010 in werking te laten treden. De MON krijgt een bestuur dat is samengesteld uit vertegenwoordigers vanuit de beide Regionale Colleges en vanuit het Algemeen Bestuur van de beide Veiligheidsregio s. Dit bestuur zal een directeur MON benoemen. De Korpsen zijn voornemens bij deze reorganisatie de geldende Sociale Statuten van IJsselland en Noord- en Oost Gelderland toe te passen, tenzij voor de ingangsdatum van de reorganisatie het Landelijk Sociaal Statuut formele geldigheid heeft verkregen. In de MON zullen worden ondergebracht de Gemeenschappelijke Meldkamer Apeldoorn, die onderdeel is van politieregio Noord- en Oost Gelderland en het Meld- en Servicecentrum van de politieregio IJsselland, dat thans onderdeel is van de Gemeenschappelijke Meldkamer Zwolle. De MON wordt gevestigd in Apeldoorn. Personele gevolgen De voorgenomen reorganisatie brengt een wijziging in de

2 organisatiestructuur met zich mede, alsmede wijziging in de omvang en in beperkte mate in de taakinhoud. De formatie neemt in omvang iets af. De medewerkers die deel uit gaan maken van de MON blijven in dienst van de eigen organisatie. 2/5 Ten behoeve van de inrichting van de MON zijn 3 sleutelfuncties aangewezen: - Directeur MON - Kolomchef - Hoofd IV/ICT MON Bij brief van 17 mei 2010 heeft de OR van het Korps Noord-Oost Gelderland aangegeven onder een aantal voorwaarden met de bestuurder overeenstemming te kunnen bereiken. Een aantal voorwaarden heeft betrekking op werkinhoudelijke zaken. Voor wat betreft de personele gevolgen stelt de OR te verwachten dat bestuurder boventalligheid accepteert op de functie medewerker PSC, schaal 5. Mondeling heeft de bestuurder in een bijeenkomst op 17 mei 2010 een toezegging hiertoe gedaan. De OR adviseert uiteindelijk negatief met betrekking tot het opnemen van de functie centralist schaal 6, omdat hij meent dat een functie op dat niveau niet in de meldkamer thuishoort en ten koste gaat van veiligheid en kwaliteit. De bestuurder deelt deze visie niet. Bij brief van 10 mei 2010 heeft de OR van het Korps IJsselland onder een groot aantal voorwaarden een positief advies verleend. Bij brief van 10 mei 2010 hebben de Korpsen melding gedaan van hun voornemen tot het oprichten van de MON. Bij brief van 21 mei 2010 hebben zij nadere informatie aangeleverd.. Nader ingewonnen informatie Bijgevoegd: de documenten van het Korps Door vertegenwoordigers van de beide Korpsen is op 18 mei 2010 en 15 juni 2010 een mondelinge toelichting op het voornemen gegeven. Toegelicht is dat per 1 oktober a.s. alleen nog maar de meldkamer in Apeldoorn in bedrijf zal zijn. In antwoord op de vraag of de Korpsen kunnen garanderen dat de werknemers die nu bij deze reorganisatie betrokken zijn niet binnen vijf jaar met een volgende reorganisatie geconfronteerd zullen worden, is van de zijde van de Korpsen geantwoord dat dit niet te garanderen valt in die zin dat een meldkamer maar voor een periode van 5 jaar houdbaar is. Uit de stukken blijkt dat met de OR van Korps Noord-Oost Gelderland verschil van mening is over de inzet van de functie centralist in schaal 6. De OR acht een functionaris op dat niveau niet voldoende geëquipeerd en stelt daarnaast dat deze functie in het (nieuwe) Landelijk Functiehuis niet voorkomt. De bestuurder deelt deze visie

3 niet, daar de centralist schaal 6 niet zal worden ingezet voor werkzaamheden waarvoor deze niet gekwalificeerd is. De functie is geen aanloopfunctie naar de centralist schaal 7, maar een eindfunctie. 3/5 Gesproken is over de gevolgen voor het personeel in aantallen (functievolgers, herplaatsingskandidaten). Op verzoek van de Commissie is na de vergadering van 15 juni 2010 door de Korpsen nog een nieuw cijfermatig overzicht opgesteld (notitie van 16 juni 2010, bij de stukken gevoegd). Hieruit blijkt dat in principe voor alle werknemers een formatieplaats beschikbaar is. Waar nodig wordt flankerend beleid uit het LSS ingezet. Het Korps IJsselland zal daarvan meer gebruik moeten maken dan Korps Noord-Oost Gelderland. Resultaat van de toetsing Twee medewerkers van NOG zullen wel de herplaatsingsstatus verkrijgen: - 1 functioneel beheerder A bij NOG; mogelijk is voor deze werknemer een oplossing te vinden in functies die thans nog niet zijn ingevuld; - het huidige hoofd IV/ICT van de meldkamer in Apeldoorn is geen functievolger voor de nieuwe functie hoofd IV/ICT van de MON. Deze nieuwe functie wordt door de Korpsen gezien als een sleutelfunctie. De betrokken werknemer mag wel solliciteren. Het Korps heeft conform het Protocol melding voorgenomen reorganisatie dit voornemen gemeld. De Adviescommissie is niet tot een unaniem advies kunnen komen. Wel is zij unaniem van mening dat de functie van Hoofd IV/ICT door de Korpsen ten onrechte als nieuwe functie wordt aangemerkt. Aangegeven wordt dat de functie hoofd IV/ICT MON in vergelijking met de bestaande functie hoofd IV/ICT GMA breder wordt, omdat de leidinggevende MON met meer partijen moet dealen/onderhandelen, waarvan de belangrijkste speler hierbij de VtsPN wordt (brief van 16 juni 2010, bij de stukken gevoegd). De Adviescommissie stelt vast dat beide functies zijn ingedeeld in schaal 10. Zij ziet in de door de Korpsen genoemde verbreding geen aanleiding te spreken over een nieuwe functie. In essentie bevat de functie immers dezelfde bestanddelen/werkzaamheden als de bestaande functie. De Commissie meent dan ook dat het huidige hoofd IV/ICT als functievolger aangemerkt dient te worden. Ten aanzien van de reorganisatie zelve oordeelt de Adviescommissie verdeeld. De vertegenwoordiger van de NPB adviseert negatief. Hij merkt op dat er in den lande geen samenhangend beleid m.b.t. de meldkamers is. Zo zijn er Korpsen die de meldkamer in formele zin onder willen

4 brengen bij de veiligheidsregio. De minister van BZK heeft eind 2009 gewag gemaakt van het feit dat ze naar één landelijke meldkamer wil. In Friesland is er sprake van ontvlechting van de gezamenlijke meldkamer. Naar verluid is er ook een landelijke werkgroep ingesteld die onderzoekt of een landelijk callcenter op korte termijn te realiseren is. Het voorgaande impliceert dat het zeer wel denkbaar is dat werknemers op relatief korte termijn van de ene in de andere reorganisatie terecht komen. De vertegenwoordiger van de NPB acht dat niet wenselijk en is van opvatting dat eerst een heldere visie op het meldkamerdomein ontwikkeld dient te worden door het ministerie. 4/5 De vertegenwoordigers van de ANPV en de ACP adviseren positief, onder de hierboven reeds gemaakte kanttekening met betrekking tot de functie hoofd IV/ICT MON. Voor de volledigheid wordt opgemerkt dat op deze reorganisatie het LSS van toepassing is. De vertegenwoordiger van de VMHP adviseert positief mits Korps IJsselland aan 4 medewerkers, waarvan de huidige inschaling S 8 is, de garantie geeft dat zij binnen de cruciale periode van 5 jaar weer op een functieschaal 8 zijn geplaatst. Volgens het reorganisatieplan worden 3 medewerkers geplaatst op schaal 7 en 1 medewerker op schaal 6. In NOG vindt eenzelfde garantie plaats met formatiefboventalligen in schaal 7. Daarnaast noemt de vertegenwoordiger van de VMHP als voorwaarde dat de kolomchef meldkamer schaal 12 ook functievolger is (dit is nu teamchef PSC schaal 11). Zijn huidige functie wijzigt niet door de samenvoeging van twee meldkamers. De vertegenwoordigers van het Ministerie van BZK adviseren positief., onder het door alle leden van de Commissie gemaakte voorbehoud met betrekking tot het benoemen van de functie hoofd IV/ICT als nieuwe functie. Deze vertegenwoordigers zijn van mening dat de Adviescommissie zich in haar oordeel moet beperken tot de vraag of de voorgenomen reorganisatie voldoet aan de geldende criteria (zorgvuldig, procedureel juist en conform sociaal statuut). Zij menen dat dit het geval is. Zij menen dat het niet aan de Commissie is te oordelen over de vraag het voornemen tot oprichting van een gemeenschappelijke meldkamer op dit moment opportuun is gelet op eventuele toekomstige ontwikkelingen. Advies Gelet op het vorenstaande brengt de Adviescommissie een verdeeld advies uit. De vertegenwoordiger van de NPB adviseert negatief.

5 De vertegenwoordigers van de ACP, de ANPV en de VMHP adviseren positief onder de hierboven genoemde voorwaarden. 5/5 De vertegenwoordigers van werkgeverszijde adviseren positief,onder het door de voltallige commissie gemaakte voorbehoud inzake de functie hoofd IV/ICT. Doel van het CGOP- overleg: Een beslissing te nemen ten aanzien van het voornemen tot oprichting van de Meldkamer Oost Nederland (MON). s-gravenhage, 6 juli 2010 Namens de vertegenwoordiger van BZK w.g. B.A. de Rooy Namens de vertegenwoordigers van de ACP, NPB, VMHP, ANVP w.g. P. Roeland