Gezocht: mensen om een boom mee op te zetten. Visie Arbeid bomen- en vaste plantensector



Vergelijkbare documenten
Notitie Aan. Doel en opzet. Totaalbeeld. Jan Kees Boon. Sectorcommissie Boomkwekerijproducten. Agendapunt 10, vergadering d.d.

Inleiding door Monique Mentjox d.d. 8 april 2009

Glastuinbouw. arbeids. marktbeeld

marktbeeld Groothandel bloemen en planten arbeids

marktbeeld Detailhandel bloemen en planten arbeids

marktbeeld Detailhandel AGF arbeids

Arbeidsmarktonderzoek Akkerbouw en Diervoeder 2010

Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2004 Regio Gelderland

Voor wie verstandig handelt! Daling personeel

Waar gaat LLL over? Regio. Onderwijs continuïteit. Arbeidsmarkt macro economie. Overheid vitaliteit, fiscaal beleid

Erkend leerbedrijf. dáár wordt het vak geleerd. horeca bakkerij reizen recreatie facilitaire dienstverlening

Zou je bij jezelf in dienst willen zijn? 9 januari 2019

Werkend leren in de jeugdhulpverlening

Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2004 Regio Zeeland/West-Brabant

Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2004 Regio Noord-Holland

Ondernemend onderwijs voor een groene toekomst. Groen is overal en voor iedereen

hoveniers/groenvoorziening

glastuinbouw Arbeidsmarktfeiten

7,2. Samenvatting door een scholier 1510 woorden 30 maart keer beoordeeld

De Nederlandse Maritieme Arbeidsmarkt 2014

Arbeidsmarktmonitor tuinbouw Sectorrapportage Boomkwekerij; incl tuincentra

Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2004 Regio Limburg

FIGURES, FACTS & TRENDS

Gezocht: mensen tussen het groen. Visie Arbeid hovenier- en groensector

Mobiliteitscentrum Glastuinbouw

Sectorrapport Bos- en haagplantsoen

VAN OERS AGRO SECTORRAPPORT SEIZOEN 2016/2017

Samenvatting Benchmark O&O beleid gemeenten. Tweede meting werkgevers en werknemers

Help, ik heb personeel

De Nederlandse Maritieme Arbeidsmarkt 2014

Onderzoeksrapport: zorgelijke terugloop leerwerkplekken mbo

Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2004 Regio Rijnmond

Complex, inflexibel en gespannen

Verdieping arbeidsmarkt Colland Masterclass n.a.v. het Arbeidsmarktonderzoek Colland 2018

Cao Metalektro: die deal doen we samen

Over de voedingsmiddelenindustrie

Intentieverklaring Versie:

M Scholing in het MKB. Waarom, hoe gevonden en bekostigd en wat knelt er? drs. W.D.M. van der Valk

Meerjarenplan O&O-fonds GGZ

Aantal vestigingen: Aantal werkzame personen: % van de bedrijven verwacht personeel aan te nemen

De Nederlandse boomkwekerijsector is ongeveer vijf eeuwen oud en nog steeds vol leven.

De arbeidsmarkt in 2019 Een korte terugblik op 2018 en verwachtingen van UWV en werkgevers voor januari 2019

Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2004 Regio Rijnstreek/Haaglanden

Personeelsvoorziening van de toekomst

Lesbrief. Ontwikkelingen op de arbeidsmarkt

Arbeidsmarktfeiten hoveniers- en groenvoorzieningsbedrijf

Uitzendwerk als graadmeter

Hoveniers/groenvoorziening

Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2004 Regio Drenthe/Overijssel

Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt

Jongeren op de arbeidsmarkt

pagina 1 18 aan Sectorcommissie Paddenstoelen onderwerp Factsheet Paddenstoelen 2010 Documentnummer N datum 21 februari 2012

Toon Berkers Maartje Geenen Cécile Stallenberg

M Vooral anders. De kwaliteit van het personeel van de toekomst. Frans Pleijster

Bedrijfsscan Arbeidsmarktmonitor Metalektro tweede helft 2015

Kansen & knelpunten op de arbeidsmarkt. Marieke Schramm & Michel van Smoorenburg Arbeidsmarktinformatie en -advies UWV Zwolle, 13 november 2017

Sectorrapport Bos- en haagplantsoen Najaar 2013

Transitieplan. 12 september 2013

Arbeidsmarktagenda 21

Loopbanen in het onderwijs? Analyse van de loopbaanontwikkeling van onderwijspersoneel

Regiorapportage Mobiliteitsbranche Den Haag

Proactiviteit op de arbeidsmarkt. Minder mensen & meer beweging

Salarissen en competenties van MBO-BOL gediplomeerden: Feiten en cijfers

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA Den Haag AV/RV/2001/45402

Grote dynamiek in kleinschalig ondernemerschap

Evaluatie. SECTORPLAN MEUBEL Duurzame inzetbaarheid op de kaart

De arbeidsmarkt in de motorvoertuigenen tweewielerbranche in Samenvatting Toekomstonderzoek 2015

Regiorapportage Mobiliteitsbranche Eindhoven

Aan de slag met duurzame inzetbaarheid 3 november 2015

TI-Arbeidsmarkt

Toespraak staatssecretaris H.A.L. van Hoof bij de opening van de miniconferentie O&O-fondsen op 10 september 14.00u in Den Haag

Waar gaat LLL over? Regio. Sectorbeleid CAO/O&O. Cursus en contract. Bijscholen

OOP ers in het vo. Arbeidsmarktpositie, scholingsmogelijkheden en werktevredenheid van

Arbeidsmarktmonitor Tuinbouw 2012

Vacatures in Nederland Personeelswerving in beeld

Regiorapportage Mobiliteitsbranche Groningen

ARBEIDSMARKTONDERZOEK HORECA. Ricardo Eshuis Directeur SVH

3.2 De omvang van de werkgelegenheid

Sectorrapport Bos- en haagplantsoen

UIT arbeidsdeling

pagina 1 25 aan Sectorcommissie Loonwerk onderwerp Factsheet Loonwerk 2011 Documentnummer Na datum 29 oktober 2012 van Judith Terwijn

Samenvatting rapportage. Baan je toekomst: werken aan duurzame inzetbaarheid. Contractcatering

1 Inleiding: de metamorfose van de arbeidsmarkt

Regiorapportage Mobiliteitsbranche Dordrecht-Gorinchem-Zwijndrecht

Samenvatting door een scholier 1905 woorden 16 maart keer beoordeeld. Economie Hoofdstuk 4

Regiorapportage Mobiliteitsbranche Arnhem

Een halve eeuw arbeidsmarkt. 14 december 2018 Paul de Beer, Wieteke Conen

Regiorapportage Mobiliteitsbranche Doetinchem

Regiorapportage Mobiliteitsbranche Rotterdam

De deelname van dertigplussers in het mbo-onderwijs: de sectoren Techniek, Economie & Handel, Zorg & Welzijn, en Landbouw

Aanbod van Arbeid 2016

Sectorrapport Bos- en haagplantsoen

Samenvatting Economie Werk hoofstuk 1 t/m 3

Quickscan Bouw 2012 samenvatting

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus EA Den Haag

Regiorapportage Mobiliteitsbranche Zuid-Limburg

Regiorapportage Mobiliteitsbranche Breda Bergen op Zoom

Onderzoek Declarant Datum: 17 oktober 2018

BPV-monitor vragenlijst praktijkopleiders leerbedrijven [definitief]

PARTICIPATIE: ÓÓK IN OOST-GRONINGEN!

Transcriptie:

VISIE Gezocht: mensen om een boom mee op te zetten Visie Arbeid bomen- en vaste plantensector

Anthos Koninklijke Handelsbond voor Boomkwekerij- en Bolproducten Uitgave van het Productschap Tuinbouw - Postbus 280-2700 AG Zoetermeer- tel 079 347 07 07 - fax 079 347 04 04 - mail: info@tuinbouw.nl Aan deze uitgave kunnen geen rechten worden ontleend. Colofon - Tekst: Ecorys/Afdeling Markt & Innovatie, Productschap Tuinbouw - Ontwerp: www.bb-go.nl - Fotografie: www.bb-go.nl en PPH - Druk: Drukkerij Ando, Den Haag

Inhoudsopgave 3 4 7 9 15 19 21 30 1 2 3 4 5 6 Voorwoord Samenvatting Inleiding Arbeidschets van de bomen- en vaste plantensector Arbeidsontwikkelingen in de sector Arbeid in 2020, een streefbeeld Toekomstagenda Arbeid in de bomen- en vaste plantensector 2009-2020 Bijlage Gezocht: mensen om een boom mee op te zetten Visie Arbeid bomen- en vaste plantensector 1

2 Visie Arbeid bomen- en vaste plantensector Gezocht: mensen om een boom mee op te zetten

Voorwoord Een groene werk-, woon- en leefomgeving geeft mensen een goed gevoel. Gevoel zit van binnen, doet iets met je. De boomkwekerijsector is een groene sector bij uitstek; draagt bij aan de vergroening van onze omgeving. Een buitengewone kans dus op de markt voor deze sector. Op de afzetmarkt, maar waarom ook niet op de arbeidsmarkt? Werken in de boomkwekerijsector is werken in en met groen. Dat zou iets moeten doen met de mensen die erin werken. En met de mensen die er misschien in willen werken. Hoe ziet de arbeidsmarkt er eigenlijk uit in deze groene sector? Hoe beleven de mensen het die erin werken, wat zijn de redenen om wel of niet te kiezen voor het werken in de boomkwekerijsector? En wat kan de sector doen om het werken nóg aantrekkelijker te maken om bij, vooral jonge, mensen belangstelling voor het vak te kweken? Het productschap Tuinbouw (PT) heeft, met hulp van ondernemers en de brancheorganisaties in de sector, de visie Gezocht: mensen om een boom mee op te zetten opgesteld. Met ondernemers en brancheorganisaties wil het PT ook graag opvolging geven aan de in de visie genoemde agenda en acties. Voor een toekomst waarin mensen houden van de sector en de sector houdt van zijn mensen. Michiel Gerritsen Secretaris Productschap Tuinbouw Over deze en nog véél meer aspecten van het werken in de boomkwekerijsector gaat de visie op arbeid. Een visie die niet de waarheid in pacht heeft, maar wel aangeeft wat er gaande is en wat er gedaan zou kunnen worden om de sector een aantrekkelijk werkgever te doen zijn. Hoewel dat best meetelt gaat het hierbij echt niet alleen om de hoogte van het salaris of de status van de functie. Het gaat om het plezier in het werk hebben, het kansen krijgen om door te groeien en (meer) verantwoordelijkheid te dragen én om via scholing nieuwe kennis en competenties te verwerven. Gezocht: mensen om een boom mee op te zetten Visie Arbeid bomen- en vaste plantensector 3

1 Samenvatting De belangstelling voor groenproducten en het tuinieren neemt in de samenleving toe. Openbaar groen wordt steeds belangrijker. Afnemers, burgers en consumenten stellen wel steeds hogere eisen aan producten en productiemethoden. De markt is voor een deel conjunctuurgevoelig, impulsgevoelig en is afhankelijk van de weersomstandigheden. Werknemers in de bomen- en vaste plantensector zijn over het algemeen tevreden met hun werk. Wat betreft competentieontwikkeling en doorgroeien zijn er mogelijkheden de tevredenheid te verhogen. Arbeidsomstandigheden en meer algemeen de kwaliteit van de arbeid wordt een selling point in de richting van nieuwe werknemers. De bomen- en vaste plantensector staat bekend als een aantrekkelijke werkgever. Door het vermijden van excessen, maatschappelijk verantwoord ondernemen, modernisering en professionalisering en het met trots uitdragen van successen heeft de sector een positief imago. Werknemers in de bomen- en vaste plantensector, zowel uit Nederland als uit het buitenland, hebben plezier in hun werk, gevoel voor groen en zijn goed gemotiveerd 1. De omvang van de beroepsbevolking neemt de komende jaren uiteindelijk minder sterk toe dan de vraag naar arbeid. De beschikbaarheid van krachten voor een voudige werkzaamheden wordt lastiger. De sector moet uitkijken naar andere dan de traditionele groepen. Er zal altijd werk blijven voor laaggeschoold personeel. De werving van geschoolde arbeidskrachten vormt regelmatig een probleem voor de ondernemers, onder andere omdat er bij potentiële werknemers een onduidelijk beeld bestaat van de sector als werkgever. Ondernemers moeten steeds meer moeite doen werknemers te binden en boeien. Er is, ondanks afnemend aanbod, voldoende arbeid beschikbaar om vanuit bomen- en vaste plantensector in de vraag naar producten te kunnen voorzien. Werkgevers werken samen om dit tot stand te brengen Nieuwe werknemers kiezen bewust voor de groene sector en bij voorkeur ook voor de bomen- en vaste plantensector 1. Ondanks dat een goede werkhouding belangrijker wordt gevonden dan kennis bestaat er wel behoefte aan personeel met een groene opleiding, dan wel een gespecialiseerde opleiding bomen- en vaste plantensector. Daarnaast is er een groeiende vraag naar mensen met commerciële, technische en management achtergrond. Maar daar zijn ook andere (niet agrarische) sectoren in geïnteresseerd. Het groene onderwijs levert lang niet voldoende groen opgeleide krachten af. Bij de jeugd en met name de allochtone jeugd heeft het groene onderwijs geen goed imago. Voor de scholen is het de vraag of een aparte opleiding moet worden gehandhaafd. Bij het verdwijnen van opleidingen, verdwijnt ook de kennis. Niet alleen leerlingen vanuit de groene opleidingen, ook leerlingen met een commerciële, logistieke en technische opleiding, kiezen voor de sector. Er is een groene onderwijsstructuur die voldoende gespecialiseerd is op de bomen- en vaste plantensector. Daarnaast wordt ook in de behoefte aan management en commerciële capaciteiten voorzien. Bedrijven verenigen zich in GOA s en bieden voldoende werkervaringsplaatsen (BBL) en stages (BOL) aan. Diverse andere mogelijkheden van duaal leren worden benut 1. Voor de werving van tijdelijk personeel bestaan op korte termijn voldoende mogelijkheden in de richting van buitenlands personeel dat tijdelijk in Nederland is. Maar op niet al te lange termijn neemt het aanbod van deze groep arbeidskrachten af. De werkgever maakt vooral gebruik van uitzendarbeid in piektijden. Daarbij wordt altijd gebruik gemaakt van betrouwbare bureau s 1. 4 Visie Arbeid bomen- en vaste plantensector Gezocht: mensen om een boom mee op te zetten

Modern personeelsbeleid is nog niet gangbaar. Eentonigheid in het werk vanwege bv mechanisatie moet worden voorkomen. Doordat het aantal scho lieren met vakspecifieke kennis geringer wordt krijgt bijen nascholing een belangrijkere rol. Zonder dit nemen de kwalitatieve knelpunten op de arbeidsmarkt toe. De tendens van uitbesteding van arbeid staat haaks op het investeren in het eigen personeel. Het beleid is dan meer het vermijden van (personeels)risico s dan het benutten van kansen. De kwaliteit van de arbeid is goed. Dat wil zeggen dat er goede concurrerende arbeidsvoorwaarden zijn, goede arbeidsverhoudingen en goede arbeidsomstandigheden. De bedrijven hebben een moderne organisatie en maken waar mogelijk gebruik van technologie en hoogwaardige (vak)kennis. Job rotation voorkomt eentonig werk. Ontwikkeling van competenties van lager geschoold personeel en het Erkennen van Verworven Competenties (EVC) vormen onderdelen van het totale scholingspakket. Arbeid wordt niet gezien als een kostenpost, maar als een duurzame investering. De werknemer ervaart voldoende uitdaging in het werk en krijgt ook perspectief geboden 1. De piekperiode is bij veel bedrijven vrij lang. Lange werkdagen komt ook voor, evenals het werken in het weekend. De werkdruk is soms hoog. Zeker in de handel waar vanuit servicegerichtheid steeds meer directe afhandeling plaats vindt. De werknemer heeft een goede balans tussen privé- en werktijd. In afstemming zijn werkweken langer dan 40 uur mogelijk 1. Aandacht voor de werkomgeving, waaronder omgaan met veiligheid, blijft nodig. Het gaat dan bijvoorbeeld om het afschermen van machines (trekkers, frezen en rooimachines) en het dragen van veiligheidskleding. In de afgelopen jaren wordt bewuster omgegaan met gewasbeschermingsmiddelen en meststoffen. Dit geldt zowel voor het moment waarop de middelen worden gebruikt, als indirect voor de mensen die in het gewas werken. De gezondheid van de werknemers wordt gewaarborgd en het welzijn krijgt voldoende aandacht. De werknemer weet wat zijn rechten en plichten zijn en maakt zich geen enkele zorgen over de veiligheid. Men neemt zelf de verantwoordelijkheid om veiligheidsmaterialen consequent te gebruiken 1. De beheersing van het bedrijfsrisico vormt een eerste belangrijke uitdaging voor de ondernemers. Een andere uitdaging betreft de bedrijfsopvolging. In de komende periode wordt de sector geconfronteerd met bedrijfsbeëindigingen, overnames en fusies. Dit gaat gepaard met verlies van banen en overcompleet personeel bij individuele bedrijven. Bedrijfsopvolging in de bomen- en vaste plantensector is geregeld. Er is sprake van continuïteit en van rendabele bedrijfsactiviteiten 1. 1 streefbeeld arbeid in de bomen- en vaste plantensector Gezocht: mensen om een boom mee op te zetten Visie Arbeid bomen- en vaste plantensector 5

6 Visie Arbeid bomen- en vaste plantensector Gezocht: mensen om een boom mee op te zetten

2 Het Inleiding De bomen- en vaste plantensector is een diverse sector, waarbij teelt en handel zeer nauw verweven zijn. De sector kent diverse cultuurgroepen: bos- en haagplantsoen; laanbomen; sierheesters en coniferen (grootste deelbranche); vaste planten; rozen; vruchtbomen. Bedrijven hebben vaak een breed assortiment en vallen daarmee onder meerdere cultuurgroepen. De belangstelling voor groenproducten en het tuinieren neemt in de samenleving toe. Openbaar groen wordt steeds belangrijker. Dit heeft een positieve invloed op de vraag naar producten van de bomen- en vaste plantensector. Afnemers, burgers en consumenten stellen wel steeds hogere eisen aan producten en productiemethoden. De markt is voor een deel conjunctuurgevoelig, impulsgevoelig en is afhankelijk van de weersomstandigheden. Geproduceerd wordt voor de consumentenmarkt, de professionele markt (bijvoorbeeld bouwmarkten, tuincentra, hoveniers, uitgangsmateriaal voor andere kwekers en bloemenwinkels) en de institutionele markt (semioverheid en overheid). Ongeveer tweederde van de productie is voor de export (Europa) en een derde voor het binnenland. De institutionele markt vormt een belangrijke markt (parken, plantsoenen, wegbeplanting), maar staat al enige jaren onder druk vanwege beperkingen in de overheidsbudgetten. In het afgelopen jaar is vanwege de crisis ook de particuliere markt onder druk gekomen. buitenland is een belangrijke factor voor de sector. Niet alleen vanwege export, maar ook omdat het een structurele leverancier is van een nog steeds stijgend aantal arbeidskrachten. Maar de beschikbaarheid van deze krachten voor de eenvoudige werkzaamheden wordt lastiger, net als het verkrijgen van opgeleid personeel. Ondernemers moeten steeds meer moeite doen werknemers te binden en boeien. De instroom in het sectorgerichte onderwijs is laag en gewaakt moet worden voor verlies van kennis. Daarnaast is er een groeiende vraag naar mensen met commerciële, technische en management achtergrond. Maar daar zijn ook andere (niet agrarische) sectoren in geïnteresseerd. Een aantrekkelijke presentatie van de sector, incl. aantrekkelijke arbeidsomstandigheden en -voorwaarden zijn nodig. Bedrijven, werkgevers- en werknemersorganisaties, Productschap Tuinbouw (PT), overheid en onderwijs zullen samen bestaande en nieuwe initiatieven verder moeten uitwerken en oppakken om in de toekomst een arbeidszekere basis te hebben. Deze visie gaat hier nader op in. De belangrijkste input is verkregen tijdens diverse bezoeken aan bedrijven in de bomen- en vaste plantensector en gesprekken met werkgevers. Daarnaast is gebruik gemaakt van schriftelijk materiaal, zoals arbeidsmarktonderzoeken, inventarisaties van arbeidsomstandigheden en projectverslagen over onderwijs. In de verschillende hoofdstukken is respectievelijk geformuleerd waar de sector op dit moment staat, wat er op het gebied van arbeid is te verwachten bij ongewijzigd beleid en het streefbeeld. Het laatste hoofdstuk is een toekomstagenda 2009-2020. De toekomstagenda is ambitieus en vergt, om het volledig uit te kunnen voeren, van o.a. het PT een grotere inzet aan menskracht en financiële middelen op het gebied van arbeid dan op dit moment voorzien. Dat betekent dat er prioriteiten gesteld moeten worden. Zowel in de uitvoering van verschillende projecten als door samenwerking met andere tuinbouwsectoren en -organisaties moeten de beschikbare middelen slim worden ingezet. Bij de vertaling van de agenda in een (jaarlijks) actieplan zal dit duidelijk worden. Gezocht: mensen om een boom mee op te zetten Visie Arbeid bomen- en vaste plantensector 7

8 Visie Arbeid bomen- en vaste plantensector Gezocht: mensen om een boom mee op te zetten

3 Arbeidschets van de bomen- en vaste plantensector Tabellen en figuren zijn opgenomen in de bijlage. Arbeidsmarkt Bedrijven in de bomen- en vaste plantensector houden zich zowel bezig met het kweken van als het handelen in bomen en vaste planten. Dit geeft de mogelijkheid arbeid op een efficiënte manier te benutten. Het aantal specifieke teelt- dan wel handelsbedrijven is zeer beperkt. De handel richt zich op export en binnenland. Export van vaste planten is vaak in combinatie met bollen en dan vooral naar landen buiten Europa. De teelt vindt grotendeels in de vollegrond plaats. In het afgelopen jaar is het areaal onder glas gegroeid en beslaat nu 3% van het totaal. Boomkwekers gaan ook activiteiten ondernemen die voorheen door toe leveranciers en afnemers werden geleverd. De bomen- en vaste plantensector is sterk geconcentreerd in een aantal regio s in Nederland (figuur 1). Er is sprake van regionale specialisatie, welke voor een belangrijk deel samenhangt met de grondsoort. Belangrijke regio s zijn Boskoop (sierconiferen, sierheesters en klimplanten), Kesteren en Opheusden (laan- en parkbomen), westelijk Noord-Brabant rond Zundert en de omgeving van oostelijk Groningen (bos- en haagplantsoen). De gebieden in midden Noord-Brabant en het noorden van Limburg kenmerken zich door een wat breder productenpakket. In de Bloembollenstreek is het grootste aaneengesloten areaal van vaste planten te vinden. De vaste plantenteelt, gericht op de export, vindt ook vooral plaats op bloembollenbedrijven en maar voor een beperkt deel (10-15%) op boomkwekerijbedrijven. Vestiging in een teeltcentrum biedt vanwege de aan wezigheid van kennis en ondersteuning (loon bedrijven) voordelen voor een bedrijf. Het is dan een voudig om ervaringen en informatie uit te wisselen en elkaar onderling te ondersteunen. De familiebanden spelen een rol, maar wel steeds minder. Diverse boomkwekers geven aan productie uit te besteden naar het buitenland, dan wel daar samenwerkingsverbanden aan te gaan of vestigingen te openen. In Nederland zijn er in 2008 ongeveer 3.400 bedrijven die boomkwekerijproducten kweken en verhandelen (tabel 1a). Hiervan hebben 3.100 bedrijven de teelt van bomen als hoofdactiviteit. Tien jaar geleden waren dat er 3.400. Op deze bedrijven vindt 95% van de totale kwekerijactiviteiten in Nederland plaats en een nog groter aandeel van de handel. Er zijn 800 boomkwekerijbedrijven met producten onder glas. Het merendeel van deze bedrijven zijn vermeerderingsbedrijven. Het areaal boomkwekerijproducten in de vollegrond is de afgelopen tien jaar gegroeid van 10.800 naar 15.500 ha. De gemiddelde omvang van de teelt op boomkwekerijbedrijven bedraagt 5 ha tegen 3 ha tien jaar terug. Er is sprake van schaalvergroting. Onder reguliere arbeid wordt zowel gezinsarbeid als krachten die vast of tijdelijk op de loonlijst staan beschouwd. Uitzendarbeid wordt niet gezien als reguliere arbeid. De totale reguliere werkgelegenheid is van 1995 tot rond de eeuwwisseling toegenomen van 13.000 tot 15.700 personen, om daarna te dalen tot een kleine 15.000 in 2008 (tabel 1b, figuur 2). Bijna tweederde (63%) daarvan betreft vast en tijdelijk personeel. De overige krachten behoren tot het gezin. Het aantal werknemers in 2008 met een vast contract bedraagt 7.200. Vanwege geringere beschikbaarheid van reguliere arbeid heeft de sector vanaf de eeuwwisseling in steeds sterkere mate gebruik gemaakt van uitzendarbeid. Het aantal uitzendkrachten dat in de sector werkzaam is bedraagt naar schatting 9.000. Het betreft hier vooral Polen, die voor kortere of langere tijd in de bomen- en vaste plantensector werken. Veel werk wordt structureel door uitzendkrachten gedaan. Per saldo groeit de arbeidsinzet (fte s) in de sector nog steeds iets (nu ca. 15.500) (tabel 1b). Een groot deel van de sector kent over het geheel genomen geen duidelijke arbeidspiek. De piekperiode is bij veel bedrijven vrij lang. Andersom geredeneerd, is het bij veel bedrijven drie maanden relatief rustig en negen maanden druk. Vermoedelijk hebben kleine bedrijven meer te maken met pieken in de vraag naar arbeid dan grotere bedrijven. Een gemiddeld bedrijf biedt werkgelegenheid aan ruim 5 personen inclusief de eigenaar en meewerkende familieleden (excl. uitzendarbeid). Uit de arbeidsmarktmonitor blijkt dat meer dan de helft van de bedrijven geen personeel in dienst heeft. Er zijn relatief weinig bedrijven (6%) met 10 of meer werkenden. In totaal zijn dat 160 bedrijven. Gezocht: mensen om een boom mee op te zetten Visie Arbeid bomen- en vaste plantensector 9

Op basis van de arbeidsmarktmonitor is meer te zeggen over de samenstelling van het personeelsbestand. Een relatief klein aandeel van het vaste personeel is vrouw (ca. een kwart). In de tuinbouw (38%) en in de Nederlandse beroepsbevolking (44%) is het aandeel vrouwen hoger. In totaal 20 procent van de werknemers in de bomen- en vaste plantensector is 45 jaar of ouder (tuinbouw 30% en landelijk 33%). De vraag naar arbeid betreft uitvoerend personeel, waar altijd behoefte aan zal blijven bestaan en in de laatste jaren ook steeds vaker kader personeel. Affiniteit met groen is belangrijk, maar een specifieke groene opleiding niet altijd. Een goede werkhouding is in de bomen- en vaste plantensector belangrijker dan kennis. Kennis wordt op de praktijk binnen de bedrijven bijgebracht. Er worden door de werkgevers in de sector hoge eisen gesteld aan de werkhouding. Een van de belangrijkste eisen is dat de sollicitant goed gemotiveerd is. Daarmee wordt bedoeld dat de kandidaat niet negatief staat ten opzichte van (hard) werken, positief denkt over het product (groen) en dat de kandidaat goed in de bedrijfscultuur past. Men moet van aanpakken houden. Veel kandidaten blijken niet aan deze eisen te voldoen. Zo komt het voor dat er veel sollicitanten zijn, maar er toch niemand wordt aangenomen. Werving personeel Het werven van ongeschoold personeel levert in de sector voor sommige bedrijven wel en voor andere geen problemen op. Het aandeel moeilijk vervulbare vacatures is volgens de arbeidsmarktmonitor in de bomen- en vaste plantensector lager dan het landelijke gemiddelde. Voor zover er knelpunten zijn in de werving, verschilt dit per regio. Ook is er een verschil in problematiek tussen vollegrondteelt en pot- en containerteelt. De eerste cate gorie heeft meer moeite om personeel te vinden. En diverse ondernemers geven aan dat de werving wel wordt bemoeilijkt doordat er bij potentiële werknemers een onduidelijk beeld bestaat van de sector als werkgever. De werving van geschoolde arbeidskrachten vormt regelmatig een probleem voor de ondernemers. Een veel gehoorde klacht is dat deze niet te vinden zijn. Voor dergelijke functies worden meestal wel vaste contracten aangeboden, dan wel een reëel uitzicht op een vast dienstverband. Volgens de arbeidsmarktmonitor van het Productschap is een op de vijf boomkwekers van mening dat de productie te lijden heeft onder het tekort aan goed geschoold personeel. De meest voorkomende wervingskanalen zijn advertenties en informele werving (via vrienden, kennissen familie en eigen werknemers). Open sollicitaties (spontane aanloop) is een belangrijk aannamekanaal. CWI heeft een rol, maar niet (meer) bij veel werkgevers. De rol van uitzendbureaus is belangrijk zolang ze aan de vraag kunnen voldoen. Een enkel bedrijf maakt gebruik van stages als wervingsmethode. Het komt voor dat boomkwekers afspraken maken met werknemers uit Polen die tijdelijk in Nederland verblijven om na enige tijd weer terug te komen om te werken. Dit is de klassieke vorm van losse arbeid, maar dan met buitenlanders en zonder beslag op de WW. Ook kan dit via een uitzendconstructie van een Nederlandse of van een Poolse eigenaar gaan. De werving wordt hiermee uitbesteed, maar wel met vaste afspraken met tijdelijke werknemers. Een variant hierop is het werken met zzp ers. Uitzendarbeid De inzet van mensen uit Oost-Europa biedt op dit moment voldoende soulaas bij een tekort aan aanbod van Nederlandse arbeidskrachten. Voor zover met buitenlanders wordt gewerkt zijn dat meestal Polen. Sommige bedrijven werken juist niet met Polen, maar met Roemenen en Bulgaren. De verwachting van boomkwekers is dat een eventuele opdroging van het aanbod uit Polen kan worden opgevangen met mensen uit andere Oost-Europese landen. Het laten werken van Roemenen en Bulgaren gaat gepaard met veel administratieve procedures. Zeker voor tijdelijk werk levert dat problemen op. Hoewel deze groep werknemers voor verschillende werkgevers interessant is, wordt de werving van deze groep hierdoor ontmoedigd. Arbeidsomstandigheden Arbeidsvoorwaarden en -inhoud De arbeidsvoorwaarden van de sector (teelt en handel) worden door werknemers en werkgevers, met ondersteuning van Colland (Actor) in de CAO open teelten vastgelegd. De contracten die zijn afgesloten betreffen over het algemeen vaste contracten. De overige betreft tijdelijke contracten. Middels een heffing op de loonsom wordt het Collandfonds Arbeidsmarktbeleid gefinancierd. Vanuit dit Fonds worden diverse initiatieven op het gebied van arbeid gefinancierd. Uitzendarbeid valt onder de CAO voor uitzendkrachten en draagt niet bij aan de financiering van het Collandfonds. Sommige werkgevers bieden hun personeel een relatief hoge beloning, om personeel vast te houden. In een enkel geval werkt een bedrijf met prestatiebeloning (bonussen, winstdeling). Modern personeelsbeleid is nog niet gangbaar. Een toenemend aandeel werknemers geeft aan niet te zijn ingedeeld in een functiewaarderingsysteem. Overleg met werknemers vindt meestal wel plaats, maar dan gaat het meestal om werkoverleg. Verschillende 10 Visie Arbeid bomen- en vaste plantensector Gezocht: mensen om een boom mee op te zetten

werkgevers hebben aangegeven wel functionerings- en beoordelingsgesprekken te voeren met hun personeel. In een enkel geval is er een OR en heeft een OR-lid benoemd door het personeel zitting in de directie. Het doel hiervan is de betrokkenheid van het personeel bij de strategie te vergroten. De achterliggende filosofie is een goede basis voor goed personeelsbeleid in het algemeen. Veruit de meeste bedrijven zijn te klein om een OR te (moeten) hebben. Over het algemeen zijn werknemers in de bomen- en vaste plantensector tevreden met hun werk. Wat betreft competentieontwikkeling en doorgroeien zijn er mogelijkheden de tevredenheid te verhogen. Een ruime meerderheid van de werknemers geeft desgevraagd aan te verwachten in de sector te blijven werken. Technologie en innovatie Zowel sectoraal als individueel wordt ingezet op technologische ontwikkelingen. Vaak wordt daarbij gebruik gemaakt van succesvolle innovaties uit met name de glastuinbouw, als bijvoorbeeld ontsmettingsmethode, recirculatiewater en zaadcoating. Op arbeidsgebied zijn teeltgerichte innovaties te onderscheiden, zoals mecha ni satie en automatisering. Plant-, rooi- en snoeimachines ( snoeirobots ) worden al geruime tijd ingezet. Bij laanbomen wordt gewerkt met chips of RFID-tags (radio frequency identification), die in bomen worden ingebracht met informatie over de dikte van de bomen, de naam, de herkomst en dergelijke. Deze informatie kan weer worden gebruikt voor teelt, verkoop en logistiek. De verwachting is dat de chiptechnologie de kwekers in de toekomst veel werk uit handen kan nemen. Een kweker met een bedrijf van gemiddelde omvang beschikt over het algemeen niet over voldoende mogelijkheden voor investeringen in hoogwaardige technologie. Eerder wordt geïnvesteerd in hulp middelen, bijvoorbeeld verstelbare roltafels. Deze zijn efficiënt uit logistiek oogpunt en van belang voor de arbeidsomstandigheden. Andere voorbeelden zijn plantmachines en rooimachines. Daarnaast worden instrumenten ingezet als lopende bandsystemen en overgewas wagens. De mate waarin en de manier van mechaniseren verschilt sterk per deelbranche. De bedrijfsvisie bepaalt wat en hoe er wordt geproduceerd. De verschillen daarin zijn groot gezien de verschillen in product en de daaraan gekoppelde teeltwijze. Soms is specialisatie in één product te zien en soms wordt juist gestreefd naar diversificatie. Gezondheid en veiligheid Gezondheidsaspecten spelen een rol in de sector. In het algemeen neemt het arbo-bewustzijn toe. Bovendien moet worden bedacht dat de arbo-risico s betrekking hebben op alle werkzame personen: gezinsleden, werknemers en uitzendkrachten. Het ziekteverzuim onder de vaste krachten in de bomen- en vaste plantensector is met minder dan twee procent relatief laag vergeleken met andere sectoren in de agrarische sector en de gehele Nederlandse economie (Stigas). Uit de arbeidsmonitor blijkt dat een relatief grote groep werknemers het werk wel lichamelijk zwaar beoordeelt, maar op het gebied van de arbeidsomstandigheden zijn de werknemers tevreden. Fysiek belastende werkzaamheden zijn bijvoorbeeld planten, rooien, ingazen, handmatig snoeien, verplaatsen van potten, kisten stapelen en langdurig sorteren. Het relatief zwaardere werk verklaart wellicht ook het hoge aandeel mannen in het personeelsbestand. De werktijden zijn afhankelijk van de drukte. Lange werkdagen komen voor, evenals het werken in het weekend. De werkdruk is soms hoog. Het werk vindt veel buiten in weer en wind plaats. Goede weerbestendige kleding is dan gewenst. In de werkomgeving heeft de sector ook te maken met stof dat vrijkomt bij rooien en sorteren. Maatregelen die worden toegepast zijn het schoonmaken van de schuur met een industriële stofzuiger en gebruik van stofkapjes, luchtbevochtigers en sproeiers. Blootstelling aan geluid (lawaai van machines) vormt nauwelijks een punt voor de sector, hooguit is het voor een relatief kleine groep werknemers een aandachtspunt. Lichaamstrillingen komen voor bij het rijden in trekkers en vorkheftrucks. Een goede afstelling van machines en stoelen en het aanpassen van het rijgedrag bieden al veel soulaas. Hand- en armtrillingen kunnen voorkomen bij gebruik van pneumatische snoeischaren, bosmaaiers en andere machines die met de hand worden vastgehouden. In de afgelopen jaren wordt bewuster omgegaan met gewasbeschermingsmiddelen en meststoffen. Dit geldt zowel voor het moment waarop de middelen worden gebruikt, als indirect voor de mensen die in het gewas werken. Uit een inventarisatie van Stigas is gebleken dat het omgaan met veiligheid meer aandacht nodig heeft. Het gaat dan bijvoorbeeld om het afschermen van machines (trekkers, frezen en rooimachines) en het dragen van veiligheidskleding. Welzijnsaspecten zijn er eigenlijk niet, behalve dat het werk door sommige werknemers mogelijk als eenzijdig kan worden ervaren (snoeien, opbinden en planten). Maar door taakroulatie is dit eventuele probleem een voudig op te lossen. Eentonig werk kan een belemmering vormen om nieuwe instroom te genereren. Voor andere groepen werknemers is het juist erg Gezocht: mensen om een boom mee op te zetten Visie Arbeid bomen- en vaste plantensector 11

aantrekkelijk (bijvoorbeeld voor mensen van de Sociale Werkvoorziening). Een punt dat regelmatig wordt genoemd is het ontbreken van goede sanitaire voorzieningen, vooral voor vrouwen. Gedacht kan worden aan verplaatsbare toiletten op het veld. Onderwijs en scholing Onderwijs Ondanks dat een goede werkhouding belangrijker wordt gevonden dan kennis bestaat er wel behoefte aan personeel met een groene opleiding, dan wel een gespecialiseerde opleiding bomen- en vaste plantensector. Ondernemers in de sector geven aan dat de specifieke sectorkennis zeker de voorkeur geniet, maar dat er ook steeds meer genoegen wordt genomen met nieuwe werknemers met een meer algemene groene opleiding. Driekwart van het vaste personeel heeft een groene opleiding achter de rug, maar niet noodzakelijkerwijs gespecialiseerd in de bomen- en vaste plantensector. Van werknemers in de bomen- en vaste plantensector op VMBO-niveau heeft driekwart een groene opleiding gevolgd (gehele tuinbouw 48%). Werk op laaggeschoold niveau zal altijd blijven en daarmee ook de vraag naar laagopgeleiden. Vijftig procent van het vaste personeel heeft een opleiding op minimaal MBO 2 niveau. In de totale beroepsbevolking is dit aandeel substantieel hoger (75%). Grosso modo zijn er op dit moment in de sector ongeveer 3.000 vaste werknemers met een groene opleiding op minimaal MBO 2 niveau. De jaarlijkse vraag in de bomen- en vaste plantensector naar mensen met een groene, maar ook technische of economische opleiding is ongeveer 300 werknemers, waarvan 1/3 op HBO-niveau en 2/3 op MBO-niveau. Daarvan wordt het 12 Visie Arbeid bomen- en vaste plantensector Gezocht: mensen om een boom mee op te zetten

grootste deel tot nu toe ingevuld door mensen met ervaring en een deel door schoolverlaters. Het kunnen aantrekken van in deze richting geschoolde mensen wordt een steeds groter probleem, gezien het afnemende aanbod en de toenemende concurrentie van andere agrarische sectoren. Het groene onderwijs levert in ieder geval lang niet voldoende groen opgeleide krachten af. Groen onderwijs is het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (VMBO), beroepsonderwijs (MBO) en hoger onderwijs dat onder het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) valt. Het VMBO onderwijs richt zich op de potentiële MBO-leerling, kenmerkt zich door een afwisseling van praktijk en theorie en wordt na de basisvorming steeds groener ingekleurd. Scholing op dit niveau wordt aangeboden door Agrarische Opleidingscentra (AOC) in Nederland en diverse scholengemeenschappen. MBO-opleidingen worden door AOC s aangeboden en leiden tot BOL- en BBL-gediplomeerden. Een Beroepsopleidende Leerweg (BOL)-leerling volgt dagonderwijs en loopt daarnaast stage. Een Beroepsbegeleidende Leerweg (BBL)-leerling werkt betaald bij een erkend leerbedrijf of instelling en gaat daarnaast een dag in de week naar school. Binnen deze opleidingen zijn verschillende niveau s (tabel 2). Het MBO werkt toe naar een competentiegerichte kwalificatiestructuur. Voor agrarische opleidingen zijn er ruim 3.700 erkende leerbedrijven op MBO-niveau en 350 op VMBO-niveau. De erkenning voor de agrarische opleidingen gebeurt door Aequor. Erkende leerbedrijven zijn bedrijven waar leerlingen van een MBO-school mogen werken, mits zij daarnaast een dag per week naar school gaan. De kosten hiervan worden door deze bedrijven gedragen. De begeleiding wordt ook door deze bedrijven verzorgd. In Nederland wordt zeer beperkt MBO-onderwijs richting boomteelt aangeboden. De instroom in het boomteelt onderwijs (dagopleidingen) is de laatste jaren sterk afgenomen. Ondanks reorganisaties en pogingen de opleiding meer herkenbaar te maken, is het aantal leerlingen met een diploma met specialisatie boomteelt inmiddels tot vrijwel nul gereduceerd. Scholing Omdat er nog maar beperkt onderwijs gericht op de bomen- en vaste plantensector plaatsvindt en daardoor het aantal scholieren met vakspecifieke kennis geringer wordt, krijgt bij- en nascholing een belangrijkere rol. Het aandeel bedrijven waarbinnen scholing wordt gevolgd bedraagt 25%. Diverse (private) instellingen geven cursussen in onderwerpen die voor de sector interessant zijn. Er is een cursus vaste plantenteelt, die jaarlijks wordt gegeven. De boomteelt neemt initiatieven zoals de Stichting GOA Groen Zuid-Nederland en scholingsprojecten in bijvoorbeeld Zundert. GOA staat voor Gemeenschappelijke Opleidings Activiteiten. In deze stichting werken hoveniers, groenvoorzieners, boomkwekerijen en gemeenten samen door leerlingen in dienst te nemen die een GOA-vakopleiding bij een AOC volgen en gelijktijdig bij de betrokken bedrijven aan het werk gaan. In het project Boomkwekerij Opleidingen Nieuwe Stijl (BONS) worden in samenwerking met AOC s onderwijsproducten ontwikkeld t.b.v. reguliere en ook bedrijfsgerichte opleidingen. Bij deze initiatieven gaat het vooral om scholing van werkenden (www.groenweb.nl). Het Erkennen van Verworven Competenties (EVC), waarmee bepaald wordt of de kennis die medewerkers hebben opgedaan in de werkomgeving voldoende is om (zonder of met geringe bijscholing) een deelcertificaat of diploma te halen, wordt op kleine schaal toe gepast. De kosten van (bij)scholing/duaal leren kan in een aantal gevallen worden gesubsidieerd uit het Collandfonds Arbeidsmarktbeleid en soms ook uit het Europees Sociaal Fonds (ESF). Colland heeft daarbij tot doel het stimuleren van deelname aan cursusonderwijs door werknemers in de sector. Een belangrijke voorwaarde is dat het bedrijf is aangesloten bij de CAO open teelten. Het Collandfonds wordt gefinancierd vanuit een heffing op de loonsom. Gezocht: mensen om een boom mee op te zetten Visie Arbeid bomen- en vaste plantensector 13

14 Visie Arbeid bomen- en vaste plantensector Gezocht: mensen om een boom mee op te zetten

4 Arbeidsontwikkelingen in de sector Ervaringen uit het verleden zijn geen garanties voor de toekomst. Dat geldt zeker voor de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt. Welke ontwikkelingen zijn in de komende jaren voor de bomen- en vaste plantensector te verwachten bij ongewijzigd beleid? Arbeidsmarkt Hoe zal de sector zich in de komende jaren verder ontwikkelen? De beheersing van het bedrijfsrisico vormt een eerste belangrijke uitdaging voor de ondernemers. De verantwoordelijkheid voor het product verschuift steeds meer in de richting van de boomkweker. Een andere uitdaging betreft de bedrijfsopvolging. En het gebrek aan fysieke ruimte is een derde grote uitdaging. Een markttrend die zich hierbij aandient is de verschuiving in de richting van grote afnemers. Het aantal afnemers neemt af en de afnemers nemen in omvang gemiddeld toe. Dit proces gaat aan de aanbodzijde gepaard met schaalvergroting en productverhoging. De omvang van de beroepsbevolking neemt de komende jaren uiteindelijk minder sterk toe dan de vraag naar arbeid. De omvang zal zelfs afnemen. Het aanbod van werknemers uit Polen zal binnen enkele jaren naar verwachting ook afnemen. Daardoor nemen knelpunten op de arbeidsmarkt in de komende jaren verder toe. Daarnaast moet rekening worden gehouden met kwalitatieve knelpunten, waar de inhoud van (nieuw) werk niet aansluit bij de opleiding van (nieuw) aanbod. Op termijn zal de concurrentie tussen en binnen sectoren toenemen als gevolg van de stijgende tekorten op de arbeidsmarkt. Als productie dreigt uit te vallen en orders niet kunnen worden geleverd, zal de slag om de arbeidskracht steeds nadrukkelijker gevoerd worden. Voor werkgevers in Nederland en ook voor de bomen- en vaste plantensector wordt het steeds belangrijker om eigen personeel langer vast te houden. Daarnaast moeten een verhoogde arbeidsparticipatie en ontwikkelingen op technologisch vlak in Nederland verlichting brengen. De sector zal onder andere moeten uitkijken naar andere dan de traditionele doelgroepen. Daarbij kan gedacht worden aan het verhogen van het aandeel vrouwen en allochtonen. De totale werkgelegenheid in de sector blijft de komende jaren ongeveer gelijk, of neemt mogelijk iets af. Er is sprake van conjuncturele schommelingen. Tegelijkertijd is een duidelijke afname van het aantal bedrijven te verwachten. In de komende jaren zal het proces van schaalvergroting verder doorzetten en in sommige regio s mogelijk in hoog tempo. In de regio Boskoop bijvoorbeeld zou het aantal bedrijven in de komende 10 jaar van 700 afnemen tot 200 (expert guess). In de komende periode wordt de sector dan ook nadrukkelijk geconfronteerd met bedrijfsbeëindigingen, overnames en fusies. Dit gaat gepaard met verlies van banen en overcompleet personeel bij individuele bedrijven. Gezien de behoeften aan arbeidskrachten in de sector mag worden aangenomen dat overcompleet personeel bij andere bedrijven in de sector aan de slag kan gaan. Dit betekent wel dat de sectorale arbeidsmarkt doorzichtig moet zijn, om de kansen te kunnen benutten. De vraag naar nieuw personeel voor vaste en tijdelijke banen is in de sector de komende jaren substantieel. Er is daarbij een breed scala aan werk te doen, van productie tot kantoorwerk. Naar verwachting wordt uitzendarbeid de komende jaren steeds belangrijker en zullen er minder tijdelijke arbeidskrachten op de eigen loonlijst staan. Het aantal werknemers met vaste contracten zal afnemen. Dit kan gevolgen hebben voor de beschikbaarheid van middelen in bv het Collandfonds. De werving van vast personeel zal vooral moeilijk zijn voor geschoold personeel, voor middenkader en commercieel personeel. Er zal altijd werk blijven voor laaggeschoold personeel. Voor de werving van tijdelijk personeel bestaan op korte termijn voldoende mogelijkheden in de richting van buitenlands personeel dat tijdelijk in Nederland is. Maar op niet al te lange termijn neemt het aanbod van deze groep arbeidskrachten af. De uitzendconstructie is van groot belang voor de sector. Er zijn echter duidelijke signalen dat ook de uitzendsector te maken krijgt met tekorten, waardoor uitzendkrachten niet altijd beschikbaar zijn. Dit heeft te maken met demografische ontwikkelingen. Maar ook met het gegeven dat de meeste werknemers, zeker in een laagconjunctuur, de voorkeur geven aan een vaste boven een flexibele baan. Er is een tendens in de sector om het personeelsbestand structureel te flexibiliseren. Tijdelijk en vast personeel Gezocht: mensen om een boom mee op te zetten Visie Arbeid bomen- en vaste plantensector 15

wordt vervangen door personeel via de uitzendformule, of door middel van pay rolling. Ook de inzet van zzp ers neemt toe. Deze tendens van uitbesteding van arbeid staat haaks op het investeren in het eigen personeel. Het beleid is dan meer het vermijden van (personeels) risico s dan het benutten van kansen. Ook bedrijven die structureel werken met uitzendarbeid hebben een risico, omdat dit type personeel steeds moeilijker is te vinden. Daarnaast accepteert de maatschappij het steeds minder makkelijk dat bedrijven hun toevlucht zoeken tot het inhuren van uitzendarbeid in het buitenland. Dit wordt gezien als verdringing en de huisvesting kan tot problemen leiden. Als de grenzen voor andere EU-lidstaten ook open gaan, is het niet waarschijnlijk dat Roemenen en Bulgaren deze plaats innemen. Zij passen qua cultuur meer bij de zuidelijke lidstaten van de EU. Snelle invulling door overige Oost-Europeanen vergt aanpassing van de wet - geving, wat moeizaam is. Er zal daarom ook geïnvesteerd worden in Nederlandse en in Nederland gevestigde buitenlandse krachten. Bij het aannemen van nieuw personeel wordt nog sterk gestuurd op mensen die in het bedrijf passen, met andere woorden op mensen die een afspiegeling vormen van de mensen die er al zitten. Dat zijn over het algemeen geen vrouwen, jongeren, allochtonen en gehandicapten. Indien de sector hieraan vasthoudt wordt een slag gemist omdat andere sectoren bezig zijn of gaan om deze groepen te interesseren voor de eigen sector. En juist dit nieuwe aanbod zal moeten worden gebruikt om in de behoefte te kunnen voorzien. Arbeidsomstandigheden De medewerkers blijven over het algemeen tevreden over de kwaliteit van de arbeid. Aandacht voor de werkomgeving blijft nodig. Er zijn risico s, maar door inspanning van organisaties als Stigas blijft het ziekteverzuim laag. Hulpmiddelen, een andere organisatie van het werk en instructie en voorlichting bieden soulaas bij het verlichten van fysieke arbeid. Aan het toepassen hiervan, zowel door werknemer als gever, moet blijvend aandacht worden gegeven. Werkgevers in de bomen- en vaste plantensector nemen steeds meer maatregelen om de arbeidsomstandigheden te verbeteren. Het kan gaan om hulpmiddelen en het verbeteren van de werkplek, zoals goede vering, airconditioning en een automatische piloot in tractoren. De werkdruk is soms hoog. Zeker in de handel waar vanuit servicegerichtheid steeds meer directe afhandeling plaats vindt. In de komende jaren zal dit niet veranderen. Wel kan door een andere organisatie van het werk een oplossing worden gevonden om de werkdruk te verdelen. Kleine bedrijven hebben daarvoor minder mogelijkheden. Steeds vaker werken bedrijven met taakroulatie of flexibele werktijden. En veelal wordt het werk met meer dan één persoon gedaan om de belasting te verminderen. De investeringen die bedrijven kunnen doen hangen sterk samen met de bedrijfsomvang. Het werken in pot- en containerteelt bedrijven (met en zonder glas) en bedrijven met uitgangsmateriaal is relatief minder zwaar. De verantwoordelijkheid voor het gebruik van hulpmiddelen ter bescherming van de veiligheid wordt vaker bij de werknemer zelf neergelegd. Daarnaast vragen de huidige werknemers ook steeds meer aandacht voor de werkomstandigheden zoals stof, machines, tillen en werken in koele of tochtige ruimtes. Aandacht is er ook voor het zorgvuldig omgaan met gewasbeschermingsmiddelen en meststoffen en het verminderen van het gebruik hiervan. Gezondheidsklachten en ziekteverzuim moeten blijvend worden voorkomen. Goede arbovoorlichting is daarbij belangrijk, maar schiet er nog weleens bij in. Gezien de verwachte ontwikkeling in de komende periode van schaalvergroting en verdere professionalisering van de sector ontstaan er meer mogelijkheden (zowel financieel als technisch) om bepaalde belastende (en tijdrovende) werkzaamheden te mechaniseren. Mechanisatie maakt dat er minder ongeschoolde arbeid en daardoor minder uitzendarbeid nodig is. De vraag naar techneuten en regelaars neemt toe. Omdat zij ook gewild zijn in andere sectoren zal de sector zich aantrekkelijk moeten maken middels beloning en uitdaging in werk. Zaak is om eentonigheid in het werk vanwege bijvoorbeeld mechanisatie te voorkomen door taakroulatie te bevorderen. Een deel van het werk zal wel zwaar blijven met name omdat het nog niet te mechaniseren valt. Arbeidsomstandigheden en meer algemeen de kwaliteit van de arbeid wordt een selling point in de richting van nieuwe werknemers. Wanneer het imago van het werk in de bomen- en vaste plantensector niet goed is, heeft dat een negatief effect op de werving. Breed in Nederland wordt daarom door diverse sectoren geïnvesteerd in de verbetering van de kwaliteit van de arbeid, niet alleen om eigen personeel langer vast te houden, maar ook om nieuw personeel beter te kunnen aantrekken. Daarbij krijgen zaken als uitdaging in het werk perspectief en sociale contacten aandacht. Functionerings- en beoordelingscycli worden steeds meer ingevoerd. Het binden van de werknemers wordt vooral gezocht in beloning, het vergroten van verantwoordelijkheid en algemene voorwaarden zoals scholingsmogelijkheden t.b.v. persoonlijke ontwikkeling. 16 Visie Arbeid bomen- en vaste plantensector Gezocht: mensen om een boom mee op te zetten

Onderkend moet worden dat het aanbod van werknemers steeds kritischer is ten aanzien van de kwaliteit en de omstandigheden van het werk. De stelling dat de huidige werkzoekenden niet de juiste mentaliteit bezitten geeft één kant van de medaille weer. De andere kant van de medaille is dat het werk in zijn huidige vorm misschien niet altijd past bij de competenties van het tegenwoordige aanbod van werkzoekenden. In de relationele sfeer kan het gaan wringen tussen vaste krachten en het toenemende aantal uitzendkrachten uit het buitenland. Zij hebben elkaar niet zoveel te zeggen. Werkgevers nemen nadelen als weinig binding met het bedrijf, taalproblemen en het steeds opnieuw inwerken voor lief. Onderwijs en scholing Voor de teeltactiviteiten van de bedrijven blijft er behoefte aan personeel met een groene opleiding, dan wel een gespecialiseerde opleiding bomen- en vaste plantensector. Op het gebied van onderwijs bestaat echter een serieus probleem, vanwege het sterk afnemende aantal leerlingen in het groene onderwijs. Bij de jeugd en met name de allochtone jeugd heeft het groene onderwijs geen goed imago. Voor de scholen in het beroepsonderwijs die boomkwekerijopleidingen geven komt de vraag steeds nadrukkelijker naar voren in hoeverre het voor deze specifieke beroepsrichting mogelijk blijft een aparte opleiding te handhaven. Bij het verdwijnen van opleidingen, verdwijnt ook de kennis. Competentieontwikkeling ( on the job ) van eigen per - so neel wordt door de arbeidsmarktkrapte belangrijker. Daarnaast is er bij alle bedrijven in groeiende mate behoefte aan commercieel, technisch en administratief personeel. Het opleidingsniveau van deze groep is minimaal MBO niveau 2. Naast de vraag naar uitvoerend personeel zal in de toekomst meer vraag ontstaan naar personeel voor middenkaderfuncties (MBO niveau 2 en hoger) en management personeel op hoger niveau (HBO+). Het verkrijgen van goed geschoold personeel vormt een toenemend probleem voor de sector als geheel. De werkgelegenheid bestaat voor het grootste deel uit werk waarvoor geen specifieke scholing nodig is. Voor dit uitvoerende werk wordt steeds vaker uitzendpersoneel ingezet. Dit is een ontwikkeling waarbij flexibele arbeid structureel wordt ingezet ( structurele flex ). Voor het uitvoerende werk is veelal geen specifieke vooropleiding noodzakelijk; het werk kan meestal worden geleerd on the job. Voor de iets grotere bedrijven kan het personeelsprobleem soms groter zijn, als het ook gaat om administratief en vooral commercieel personeel. De sector verschilt op dit punt niet van andere opengrond sectoren. De vraag is of dit leidt tot concurrentie, of tot samenwerking met andere sectoren op het gebied van opleiding en scholing. De rol van scholing tijdens het werk wordt belangrijker, omdat het publiek gefinancierde onderwijs onder druk staat en de behoefte aan geschoold personeel eerder toeneemt dan afneemt. Zeker bij het aantrekken van personeel uit andere agrarische sectoren krijgt scholing een belangrijkere rol. Bedrijven realiseren zich dat het aanbieden van scholing, zoals EVC-trajecten, bijdraagt aan het binden van personeel. Het goed invoeren van scholingstrajecten zoals EVC in de praktijk vraagt maatwerk. Het onderwijs zal zich daarbij vraaggericht moeten opstellen. Zonder scholing van het eigen personeel nemen de kwalitatieve knelpunten op de arbeidsmarkt toe. De opleidingseisen nemen toe, terwijl nieuw goed opgeleid personeel moeilijker is te vinden. Daar komt bij dat veel werknemers behoefte hebben aan eigen ontwikkeling. Bijscholing van nieuw aangenomen personeel zal meer plaats vinden. Daarbij zullen Gemeenschappelijke Opleidings Activiteit (GOA)-achtige structuren worden opgezet. Gezocht: mensen om een boom mee op te zetten Visie Arbeid bomen- en vaste plantensector 17

18 Visie Arbeid bomen- en vaste plantensector Gezocht: mensen om een boom mee op te zetten

5 Arbeid in 2020, een streefbeeld In het onderstaande is ervoor gekozen een ideaal beeld te schetsen voor de toekomst. Doel is om bedrijven ertoe aan te zetten zoveel mogelijk initiatieven op te pakken om zichzelf en de sector zo aantrekkelijk mogelijk op de arbeidsmarkt neer te zetten. Uit de ontwikkelingen blijkt dat de sector zich creatief zal moeten opstellen om de arbeidsproblematiek van de komende jaren het hoofd te kunnen bieden. Werknemers en werkgevers kunnen daarbij niet zonder elkaar. De werknemers staan in 2020 centraal. Zonder deze mensen geen product en/of dienst. De werknemer Werknemers in de bomen- en vaste plantensector, zowel uit Nederland als uit het buitenland, hebben plezier in hun werk, gevoel voor groen en zijn goed gemotiveerd. Ze zijn betrokken, denken mee en hebben zin om aan te pakken en zijn (waar nodig) goed opgeleid. Zij hebben behoefte aan ontwikkeling en investeren daar zelf ook in. Afgestudeerden van het groene onderwijs zijn bekend met de bomen- en vaste plantensector en komen er graag werken. De werknemers werken in een sector met een positief imago en voelen zich ook maatschappelijk gewaardeerd. Nieuwe werknemers kiezen bewust voor de groene sector en bij voorkeur ook voor de bomen- en vaste plantensector. Niet alleen leerlingen vanuit de groene opleidingen, maar ook leerlingen met een commerciële, logistieke en technische opleiding kiezen voor de sector. Meer jongeren dan nu kiezen voor een groene opleiding en specialisaties op het gebied van de bomen en vaste planten. De werknemer ervaart voldoende uitdaging in het werk en krijgt ook perspectief geboden. De kwaliteit van de arbeid is goed. Dat wil zeggen dat er goede concurrerende arbeidsvoorwaarden zijn, goede arbeidsverhoudingen en goede arbeidsomstandigheden. De gezondheid van de werknemers wordt gewaarborgd en het welzijn krijgt voldoende aandacht. De inhoud van het werk sluit zo veel mogelijk aan bij de competenties en behoeften van de werknemers. Job rotation draagt niet alleen bij aan een efficiënte inzet van personeel, maar voorkomt ook dat werk voor bepaalde werknemers eentonig wordt. Het werk is zodanig gemechaniseerd dat het niet als fysiek zwaar wordt ervaren. De werknemer weet wat zijn rechten en plichten zijn en maakt zich geen enkele zorgen over de veiligheid. Men neemt zelf de verantwoordelijkheid om veiligheidsmaterialen consequent te gebruiken. De werknemer heeft een goede balans tussen privé- en werktijd. In afstemming zijn periodes met werkweken langer dan 40 uur mogelijk. De werknemer heeft de ruimte om aan te geven welke omstandigheden en ontwikkelingen wel of juist niet bevallen. Persoonlijke ontwikkeling wordt gestimuleerd. De werkgever Er is, ondanks afnemend aanbod, voldoende arbeid beschikbaar om vanuit de bomen- en vaste plantensector in de vraag naar producten te kunnen voorzien. Werkgevers werken samen om dit tot stand te brengen. De sector is in staat het zittende personeel te binden en te boeien en goed geschoold nieuw personeel aan te trekken. Daarbij worden ook digitale ontwikkelingen ingezet. Het gaat dan niet alleen om tijdelijk personeel, maar ook om vast personeel en bedrijfsopvolgers. Ondernemingen en ketenpartners trekken daarvoor de komende jaren gezamenlijk op. De bomen- en vaste plantensector staat bekend als een aantrekkelijke werkgever. Jongeren kiezen (bewust) voor groene opleidingen en daarbinnen voor specialisaties die van belang zijn voor de sector. Jongeren van andere opleidingen komen tijdens de studie met de bomen- en vaste plantensector in aanraking. Dit geldt ook voor werkzoekenden als zij een (nieuwe) werkgever zoeken. Bij voorkeur hebben zij de sector al op het netvlies. Door het vermijden van excessen, maatschappelijk verantwoord ondernemen, modernisering en professionalisering en het met trots uitdragen van successen heeft de sector een positief imago. Bedrijfsopvolging in de bomen- en vaste plantensector is geregeld. Er is sprake van continuïteit en van rendabele bedrijfsactiviteiten. De bedrijven hebben een moderne organisatie en maken waar mogelijk gebruik van technologie en hoogwaardige (vak)kennis. Goed werkgeverschap en modern personeelsbeleid is vanzelfsprekend voor de bedrijven. Dat houdt in dat arbeid niet wordt gezien als een kostenpost, maar als een duurzame investering. Werkoverleg en functioneringsgesprekken Gezocht: mensen om een boom mee op te zetten Visie Arbeid bomen- en vaste plantensector 19