MALIGNE MELANOMA (HUID): BELEIDSLIJNEN



Vergelijkbare documenten
MALIGNE MELANOMA (HUID): BELEIDSLIJNEN

MALIGNE MELANOMA (HUID): BELEIDSLIJNEN

Maligne melanomen. Dr. N. Vancanneyt Prof. Dr. M. Stas Dienst Oncologische Heelkunde UZ Leuven

Maligne melanoma

Maligne melanoma

Maligne melanoma Belang van sentinelklierbiopsie

Het effect van de behandeling van IMMUNOTHERAPIE op een ONCOLOGISCHE ULCUS ten gevolge van een MELANOOM Mathilde van der Eijk: Wondstoma Oncologie

Een melanoom, wat nu?

Tumoren van het anaal kanaal

Hfdst 3: Goedaardig pigmentletsels en maligne melanoom

De huid en huidkanker

Laarbeeklaan Brussel. Oncologisch Handboek. Richtlijnen Urologie. Testis

Melanoom Niet één diagnose, niet één standaardbehandeling

Dagvoorzitter. Prof. dr. A.G.J. van der Zee. afdelingshoofd Obstetrie en Gynaecologie

Stadiering en triple diagnostiek van borst en oksel. Dr. P. Berteloot 10/2011

CHAPTER XII. Nederlandse Samenvatting

Kankerregistratie gebeurt volgens de richtlijnen van de Stichting Kankerregister

Melanoom. Poli Dermatologie Poli Chirurgie

Huidkanker. Melanoom. Plaveiselcelcarcinoom Basaalcelcarcinoom. Diagnostiek en behandeling

Melanoom. Inleiding. Prof. dr. W. Bergman

Pluis en niet pluis! Pluis: goedaardige tumoren. Ouderdomswratten. Neurofibroom. Cysten Verruca seborrhoica

H Melanoom

LANDELIJK REGISTRATIEFORMULIER MAMMATUMOREN. Zkh reg.nr: SIG code zkh: pagina 1 van 5. Datum:. Paraaf:.

longcarcinoom: stadiëring en behandeling

Huidkanker Het basalioom of het basaalcelcarcinoom

5.1 Zwelling huid. Probleemlijst. Specifieke anamnese. Differentiële diagnose. Gepigmenteerde zwelling van de huid Differentiële diagnose

HOE MOET HET NU VERDER?

Melanoom: Risicofactoren en vroegtijdige opsporing

Head and neck orofarynxcarcinomen formulier voor registratie nieuwe diagnose

Melanoom wordt onderverdeeld in 4 stadia

J. Mamma aandoeningen. Inhoudsopgave 01 J 02 J 03 J 04 J 05 J 06 J 07 J 08 J 09 J 10 J 11 J 12 J 13 J 14 J 15 J 16 J 17 J 18 J 19 J

Huidletsels door immuunsuppressieve behandeling en zonblootstelling

Staging van het Bronchuscarcinoom

Plaveiselcelcarcinoom

Spinocellulaire carcinomen van de huid: beleidslijnen

- naargelang van een klinisch onderzoek op dat ogenblik in een bepaald ziekenhuis. Alaerts Herwig Anatomopathologie

Ontwikkelingen longkanker en maligne mesothelioom

Colorectale tumor met beperkte metastasen. Curatie en controle Dr. Sarah Verherstraeten Dr. Julie Bogaert Dr. Michel Martens

KWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: BORSTKANKER Fase 1: validatie van de individuele resultaten Ziekenhuis 86

(klinisch of pathologisch)

2. KOSTENEFFECTIVITEIT PET/CT IN STADIUM III/IV PATIËNTEN (met behulp van scenario analyses)

College voor Oncologie Nationale Richtlijnen MELANOMA. Ga verder. V College voor Oncologie

Behandeling van een melanoom. Huidziekten

Tx niet evalueerbaar T0 geen tumor

Samenvatting 129. Samenvatting

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Lymfeknoop dissectie in borstcarcinoom, diagnostiek of therapie? Wim Demey, medische oncologie, Borstkliniek voorkempen

TESTISCARCINOOM WORK UP. 1. Workup verdachte massa in testis

NABON Breast Cancer Audit. Pathologie

Wat is een melanoom. Wat zijn pigmentcellen. Wie krijgt een melanoom

HOVON-Hematologie scholingsdag donderdag 1 okt 2015

Pancreascarcinoom

Wat u moet weten over het melanoom

NEDERLANDSE SAMENVATTING

Baarmoedercarcinoom

Behandeling van dikke

Er zijn chromosomale veranderingen aangetoond in de cellen van de teelbaltumor. Er bestaat ook een familiale voorgeschiktheid.

Immunotherapie bij ouderen: maakt lee4ijd uit?

Speekselklier carcinoom

J. Mamma aandoeningen

longtumoren stadia therapie prognose Els De Droogh Pneumologie ZNA Middelheim

De indicatoren omtrent borstkanker, die in kader van het VIP²-project worden opgevolgd zijn :

Inleiding Wat is een melanoom? Hoe vaak komt het voor? Hoe ontstaat een melanoom?

Bronchuscarcinoom Incidentiegegevens, initiële behandeling AZ Groeninge Kris Van Oortegem Pneumologie

Hoe krijgt u een melanoom?

Nederlandse samenvatting

BRAF mutatie en de behandeling van het melanoom. John Haanen

Monobenzone-Imiquimodcrème bij huidmetastasen melanoom

Peniscarcinoom. Regionale richtlijn IKMN, Versie: 1.1

- naargelang expertise van een referentieziekenhuis in het betreffend domein,

Samenvatting. Samenvatting

Laarbeeklaan Brussel. Oncologisch Handboek. Richtlijnen Urologie. Blaas

Investigatie van microcalcificaties dmv mammotoom dr. W. Aertsens dr. S. Dekeyzer

B. Hals (weke delen) Voor cervicale wervelkolom, zie rubrieken C en K. Inhoudsopgave 01 B 02 B 03 B 04 B 05 B 06 B 07 B 08 B 09 B 10 B 11 B 12 B 13 B

Vroege opsporing van melanoom met sequentiële digitale dermatoscopie

Nederlandse samenvatting

Laarbeeklaan Brussel. Oncologisch Handboek. Richtlijnen KNO. Larynx

Melanoom. Wat is een melanoom? Hoe krijgt u een melanoom? Welke klachten geeft een melanoom en hoe ziet een melanoom eruit?

Pancreascarcinoom en kansen voor de toekomst

MELANOOM HOE VAAK KOMT EEN MELANOOM VOOR?

Centraal zenuwstelsel betrokkenheid in cutaan T-cel lymfoom. MDO-praatje

KWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: INVASIEVE BORSTKANKER ( ) Individueel feedbackrapport Ziekenhuis 75

KWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: INVASIEVE BORSTKANKER ( ) Individueel feedbackrapport Ziekenhuis 78

KWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: INVASIEVE BORSTKANKER ( ) Individueel feedbackrapport Ziekenhuis 85

KWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: INVASIEVE BORSTKANKER ( ) Individueel feedbackrapport Ziekenhuis 16

DERMATOLOGIE/CHIRURGIE

Familiair Melanoom. Genetische predispositie melanoom: wanneer indicatie voor erfelijkheidsonderzoek en consequenties voor de behandeling en follow up

Pluis of niet pluis: de belangrijkste signalen

Melanoom. Plastische Chirurgie

Tumoren van centrale zenuwstelsel. Asia Ropela, internist-oncoloog St.Jansdal ziekenhuis 22 maart 2014

Consequenties van de nieuwe AJCC-melanoomclassificatie voor dermatologen

Immuuntherapie: resultaten tot nu toe bij patiënten met een longcarcinoom Willemijn Theelen

Border (rand) Een onregelmatige, grillige rand is een teken van kwaadaardigheid.

Border (rand) Een onregelmatige, grillige rand is een teken van kwaadaardigheid.

Immuno-oncologie. Inleiding en toepassingen Tine Van Nieuwenhuyse UZ Leuven. 2 April 2019 PUO

Chapter 11. Nederlandse samenvatting en conclusies

Hodgkin lymfoom. Elly Lugtenburg 11 de nascholing hematologie verpleegkundigen 16 Maart 2018

Huid en Oncologie Een verhaal over goed en kwaad

Transcriptie:

MALIGNE MELANOMA (HUID): BELEIDSLIJNEN 1. Voorkomen Incidentie in Europa: 20-25/100.000 per jaar, blijft toenemen 2. Histologische subtypes 2.1. Superficieel spreidend maligne melanoma - frequentst voorkomend type (70%); 1/4 uit voorafbestaande naevus - meer bij vrouwen dan bij mannen - vooral op onderbenen (vrouw) en rug (man en vrouw) - maculair/variabele pigmentatie (rood, blauw, zwart, grijs en wit) - dikwijls regressie - leeftijdsgroep: 20-60j - geassocieerd aan intermittente zonblootstelling 2.2. Lentigo maligna melanoma - 15% - leeftijdsgroep: 65-80 j - geen voorkeur voor geslacht - ontstaat uit lentigo maligna (=in situ!) - geassocieerd aan chronische zonneëxpositie bij oudere patienten met een lichte huid - grillig begrensde macula met variabele pigmentatie, kan nodulaire component ontwikkelen 2.3. Acraal lentigineus melanoma - maligne melanoma van de handpalmen, vingers, voetzolen, tenen, subunguaal, zelden mucosaal - <5% van alle melanomen, maar meest frequente bij donkere huid - diagnose meestal (te) laat/slechte prognose 2.4. Nodulair melanoma - 15%-35% van alle maligne melanomen - meer bij mannen, vooral op de romp

- klinische presentatie: snel groeiende (ulcerende) bruin-zwart gepigmenteerde nodule (zelden amelanotisch DD pyogeen granuloom); groeit vaak vertikaal van in het begin 2.5. Varia - Desmoplastisch (collageen depositie) en neurotroop (groei langs zenuwbundels) maligne melanoom: vaak amelanotisch, bleek, nodule of plaque, lijkt op litteken - Naevocytoid maligne melanoom: lijkt erg op benigne naevus, zowel klinisch als pathologisch - MELTUMP: Melanocytic Tumor of Uncertain Malignant Potential = een uit melanocyten opgebouwde tumor van onzekere kwaadaardige potentie; zien er klinisch uit als melanomen apo toont onrustig aspect, maar toch te weinig aanknopingspunten om de diagnose melanoom te stellen. Gerelateerd: STUMP (spitzoïd tumor of uncertain malignant potential) en SAMPUS (superficial atypical melanocytic proliferations of uncertain significance). 3. Risicofactoren ZWAK VERHOOGD RISICO - Laag fototype: bleke huid, haarkleur blond/hoogrood, blauwe of groene ogen, sproeten - Voorgeschiedenis van zonverbranding (vooral in jeugd) - Intermittente intensieve zonexpositie - Zonnebank <35j - Immuunsuppressie (AIDS, posttransplant) MATIG VERHOOGD RISICO - Hoog aantal banale naevi - Talrijke dysplastische naevi (3-20x verhoogd risico en 10-20% van melanomen ontstaat uit dysplastische naevus) - Melanoom in voorgeschiedenis - Familiale incidentie van melanoma (10% van melanomen) STERK VERHOOGD RISICO - Melanoom in 3 of meer eerstegraadsverwanten (in 20-40% is CDKN2a gen uitgeschakeld; mogelijk ook pancreas- en hersentumoren) 4. Symptomen: ABCDE regel - Assymmetry: 2 helften passen niet op elkaar - Border irregularity: onregelmatige en gekartelde boord - Color: niet uniforme pigmentatie; verschillende tinten bruin, doch ook grijs, blauw, zwart, wit en rood komen samen in een letsel voor - Diameter: groter dan 6mm - Evolution: groeiend of veranderend van vorm/kleur The ugly duckling : alle naevi bij één persoon hebben de neiging op elkaar te lijken, maar een melanoom lijkt er niet bij te passen.

5. Biopsiename: EXCISIEbiopt - marges: 2 mm; field block anesthesie - excisie biopsie met 1-2mm marge geniet de voorkeur, bredere excisie vermijden om later adequate lymfeklierstatus te kunnen opmaken. - richting van het biopt volgens lymfedrainage; op lidmaat in de lengterichting; elliptisch - diepte tot in de subcutis - incisiebiopt ENKEL als: zeer groot letsel moeilijk gelegen primaire tumor vb. op de acra CAVE Lentigo maligne melanoom: skipping areas 6. Anatomopathologisch onderzoek - Leeftijd, geslacht, anatomische lokalisatie van het letsel - Histologisch subtype - Breslow dikte (mm): de tumor dikte volgens de grootste verticale diameter van de tumor in mm uitgedrukt: afstand vanaf stratum granulosum tot diepst gelegen melanoma cel. - Clark-level: geen statistisch significante prognostische factor bij multivariaat analyse en wordt niet meer gebruikt bij bepalen van prognose - Snedevlakken: vrij (met afstand tot dichtstbijzijnde snedevlak) niet vrij (specifieer snedevlakken) - Ulceratie: aanwezigheid of afwezigheid - Aanwezigheid van regressie - Aanwezigheid van bloedvat- en/of lymfevatinvasie - Mitosen/mm² - Microsatellieten: aanwezigheid of afwezigheid - Tumor infiltrating lymfocytes (TIL) (optioneel): afwezig, niet-brisk, brisk 7. Stadiëring - Steeds: klinisch onderzoek met volledig nazicht van huid en slijmvliezen door een ervaren dermatoloog en palpatie van loco-regionale klierstreken en abdomen - Rx thorax en echo lever; echo klierstreken - Labo: complet, leverset + LDH (niet bij in situ melanomen) - Sentinelprocedure: o te overwegen als stadium Ib (ulceratie of mitosen >1/mm 2 ) of stadium II (meer dan 1 mm Breslow) o op moment van bredere excisie o is prognostisch o ziektevrije overleving wordt verlengd indien evidement bij positieve sentinel, maar niet de totale overleving

Bij klinisch palpabele klieren of positieve sentinel: - PET scan - MR hersenen Staging volgens AJCC Cancer Staging Manual, Seventh Edition (2010):

Vanaf stadium I: steeds multidisciplinaire consultatie AJCC MELANOOM STAGING: SAMENVATTING VAN DE STADIA STADIUM I Alleen primaire tumor, geen lymfekliermetastasen 1 mm in dikte met of zonder ulceratie, 1,01 2,0 mm dikte zonder ulceratie STADIUM II Alleen primaire tumor, geen lymfekliermetastasen 1,01 2,0 mm met ulceratie, > 2 mm met of zonder ulceratie STADIUM III STADIUM IV Melanoom met regionale metastasen (satelliet, in-transit, regionale lymfeklier) in afwezigheid van metastasen op afstand Metastasen op afstand PROGNOSE Figuur: AJCC TNM classificatie en overleving

8. Therapie en follow-up in functie van de histologie van de primaire tumor 8.1. Therapie Tumordikte In situ Aanbevolen snijranden: 0.5 cm <2.0 mm 1.0 cm >2mm 2.0 cm Voor klinisch verdachte lentigo maligna patroon letsels van hoofd, hals, hand en voet is pathologische bevestiging van negatieve snijranden erg belangrijk (eventueel MOHS chirurgie) - Stadium 0 ( = in situ MM): bredere excisie met 0,5 cm marge - Stadium I ( < 1 mm dikte of <2 mm dikte zonder ulceratie): bredere excisie met 1 cm marge T1b letsel (met ulceratie of mitose >1/mm²): sentinel procedure te overwegen (cfr. stadium 2) - Stadium 2 (1-4 en > 4 mm dikte): bredere excisie met 2 cm marge (! MOHS (micrografisch georiënteerde histologische chirurgie) : enkel voor het melanoom van hoofd, nek, handen en voeten) sentinel node opzoeken en verwijderen: ~ als negatief: FU ~ als positief (cfr stadium 3 ): volledig lymfeklier-evidement lymfeklier-evidement: ~als negatief: FU of klinische studie * Adjuvante therapie: ~als positief: geen viscerale ziekte: FU; wel viscerale ziekte: cfr. Stadium 4 a. Sentinel negatief: FU b. Sentinel positief: - FU of studie - RT(48 Gy/2.4 Gy/4weken) overwegen als: cfr stadium 3 positieve klieren

- Stadium 3 (positieve lymfeklieren) Mutatieanalyse van BRAF (40-60% mutant) en c-kit (gemuteerd in 15-20% van acrale/ mucosale melanomen), zodat geen tijd verloren wordt bij diagnose van stadium IV ziekte Bredere excisie met 2 cm marge Volledig lymfeklier-evidement: * Algemeen is verwijdering en onderzoek nodig van minstens 10 liesklieren nodig, minstens vijftien okselklieren, minstens 15 lymfeklieren in de hals (level II-V), overweeg level I (submandibulaire klieren) of parotidectomie wanneer dat klinisch nodig is. * Voor letsels in de lies is electieve iliacale en obturator lymfeklierresectie nodig indien er meer dan drie oppervlakkige liesklieren klinisch verdacht zijn of meer dan 3 oppervlakkige klieren aangetast blijken te zijn na anatomopathologisch onderzoek. * Dissectie is ook aangewezen als de CT scan positief is of Cloquet node positief is. Adjuvante therapie: - RT (48 Gy/2.4 Gy/4weken) overwegen als: o o Cervicale klierstreken: - extra capsulaire extensie - 2 aangetaste klieren - 2cm - klierrecidief Axillaire klierstreken: - extra capsulaire extensie - 4 aangetaste klieren - 3cm - klierrecidief o Inguinale klierstreken: - BMI < 25 - BMI 25 - extra capsulaire extensie - 2 aangetaste klieren - 2cm - klierrecidief - minimum 2 criteria

- Radiotherapie: steeds met patiënt te bespreken (geeft impact op lokale controle, niet op overleving, meer kans op lymfoedeem) - Stadium 3 (in transit meta s ) Mutatieanalyse van BRAF (40-60% mutant) en c-kit (gemuteerd in 15-20% van acrale/ mucosale melanomen) Bredere excisie met marge 2 cm waarna: - hyperthermische perfusie met Melphalan - IV chemotherapie (Dacarbazine, Cisplatinum) Sentinel node opzoeken en verwijderen. Zo sentinel node positief aanvullend volledig lymfeklier-evidement. RT (48 Gy/2.4 Gy/4weken) overwegen als: cfr stadium 3 positieve klieren - Stadium 4 (meta s) Mutatieanalyse van BRAF (40-60% mutant) en c-kit (gemuteerd in 15-20% van acrale/ mucosale melanomen) aanpak: zie verder: relaps op afstand - Relaps in situ (in het litteken) - reëxcisie tot tumorvrije marge - adjuvante therapie (geen consensus) - Relaps in de klieren: - klierevidement - adjuvante therapie (geen consensus): - Relaps op afstand: * algemeen: brede chirurgie * solitaire meta: chirurgie adjuvante therapie: studie/if te overwegen * gemetastaseerde ziekte DTIC of DTIC-cisplatinum: <20% respons ratio, geen overall survival data Ipilimumab (Yervoy ): monoclonal antibody tegen CTLA-4 - terugbetaling enkel in tweede of derde lijn

- 3 mg/kg IV q3w, 4 kuren in totaal - bilan pas te plannen na 4 kuren, toename van de letsels tijdens therapie is geen reden om te stoppen - trage respons, mogelijk transiënte progressie voor SD of PR, dus minder geschikt indien snel progressieve ziekte! - activiteit op hersenmetastasen gezien - cave specifieke immuungerelateerde nevenwerkingen! http://www.ema.europa.eu/docs/nl_nl/document_library/epar_- _Product_Information/human/002213/WC500109299.pdf Indien BRAF mutant (50%): BRAF-inhibitor: vemurafenib (Zelboraf ) - 2x4 tabletten per dag - activiteit op hersenmetastasen gezien - >50% respons ratio, meestal snelle respons, echter ook snelle progressie na initiële respons te verwachten (mediane progressie-vrije overleving: 9 mnd) - patiënt met hoge tumorload en BRAF mutatie is goede kandidaat gezien snelle respons te verwachten is - nevenwerkingen: keratoakanthomas en squamous cell carcinomas! (+-10%), artralgie, fatigue - Cave QT verlenging en belangrijke fotosensitiviteitsreacties (zonneprotectie!) Klinische studies! (MEK inhibitoren, combinatie MEK inhibitor en BRAF inhibitor, c-kit inhibitor, etc) Noot: - Geen gerandomiseerde studies die BRAF inhibitoren vergeleken hebben met ipilimumab. - Beperkte data beschikbaar dat ipilimumab NA vemurafenib minder efficiënt is, terwijl vemurafenib NA ipilimumab wel efficiënt lijkt te zijn.

8.2. Follow-up Stadium 0 = in situ = Clark level I - geen stagingonderzoeken - dermatologisch onderzoek drie- tot zesmaandelijks eerste 5 jaar, nadien jaarlijks Stadium I (T1a, T1b, of T2a= tussen 1 en 2 mm, geen ulceratie) - dermatologisch onderzoek drie- tot zesmaandelijks eerste 5 jaar, daaarna jaarlijks - GEEN technische onderzoeken in follow-up Stadium II (T2b=tussen 1 en 2 mm met ulceratie, of T3-T4=groter dan 2 mm) - dermatologisch onderzoek drie- tot zesmaandelijks eerste 5 jaar, daarna jaarlijks - jaarlijks LDH bepaling en eventueel echo klierstreken Stadium III (klieraantasting, satellietletsel, in transit metastasen) - dermatologisch onderzoek drie- tot zesmaandelijks eerste 5 jaar, daarna jaarlijks - jaarlijks LDH bepaling en echo klierstreken Goedgekeurd MCO ZOL-MZNL-ZMK 26-11-2013