O&E Paraplufonds JAARVERSLAG 2013

Vergelijkbare documenten
Strategy-prospectussen dd. 5 februari 2015 van:

O&E Paraplufonds. HALFJAARBERICHT januari 30 juni 2013

Halfjaarbericht Bright LifeCycle Fonds

Halfjaarbericht Bright LifeCycle Fonds

2. STrUCTUUr 3. De BeHeerDer Michiel Goris (1956)

O&E Paraplufonds. HALFJAARBERICHT januari 30 juni 2014

HALFJAARVERSLAG Over de periode 1 januari 2017 tot en met 30 juni Finles Fountain Umbrella Fund

NN First Class Balanced Return Fund

INHOUDSOPGAVE 1. PROFIEL 2. STRUCTUUR 3. BEHEERDER 4. BELEGGINGSBELEID EN RISICO S 5. KOSTEN 6. OVERIGE INFORMATIE

Tussentijds bericht Staalbankiers Beleggingsfondsen Beheer B.V. per

SynVest Beleggingsfondsen nv. Halfjaarcijfers Bestuursverslag Verslag directie 2

Aanpassing Prospectussen Aegon, AEAM en Aegon Paraplu 1 Funds Per 1 augustus 2016

Halfjaarbericht Bright LifeCycle Fonds

O&E Paraplufonds. JAARREKENING januari 31 december 2014

HALFJAARBERICHT januari 30 juni 2013

HALFJAARVERSLAG Over de periode 1 januari 2017 tot en met 30 juni Finles Bond Fund

AEGON Equity Fund. vierde kwartaal 2006

NN First Class Return Fund

ABN AMRO. verzekeringen. Marktontwikkelingen & vooruitzichten. Portefeuilleverdeling & fondsselectie. Rendement. Profielfonds 3. Tweede kwartaal 2012

ABN AMRO Strategie Fondsen

NN First Class Return Fund

HALFJAARBERICHT 2015 BNG VERMOGENSBEHEER B.V.

Essentiële Beleggersinformatie

Stichting Fondsenbeheer Spoorwegmuseum. Jaarrapport 2015

HALFJAARVERSLAG Over de periode 1 januari 2017 tot en met 30 juni Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen

HALFJAARVERSLAG Over de periode 1 januari 2017 tot en met 30 juni Finles Multi Strategy Hedge Fund I.L.

Algemene informatie 3. Verslag van de beheerder 4. Jaarrekening 6. Balans per 31 december Winst- en verliesrekening over

BNP Paribas Fund IV -BNP Paribas Rente Gigant Garantie Fonds II

VermogensParapluFonds HALFJAARVERSLAG 2014

O&E Paraplufonds. HALFJAARBERICHT januari 30 juni 2015

Nieuwsbericht. 22 januari Achmea Beleggingsfondsen Beheer B.V. Postbus KA AMSTERDAM.

VOORSTEL EN TOELICHTING TOT WIJZIGING VAN DE VOORWAARDEN VAN DEELNAME VAN

Fundament Bond Fund. Halfjaarverslag. over de periode 1 januari 2011 tot en met 30 juni 2011

NN First Class Return Fund

BNP Paribas Garantie Fondsen besloten fondsen voor gemene rekening

Aanwezig: - Wilgenhaege Fondsen Management B.V. vertegenwoordigd door de heer R.G.A. Steenvoorden en de heer R.L. Voskamp.

Bericht 3 e kwartaal September 2014

Eagle Fund Beheer B.V.

Risico pariteit Aandelen Wereldwijd Ontwikkelde Markten - MSCI World Index MSCI Daily Net TR World Euro, Aandelen Wereldwijd

Aanvullend prospectus. Achmea paraplu fonds A

Stichting Pensioenfonds Ballast Nedam

NN First Class Return Fund

TG Fund Management B.V. Amsterdam

Stichting Pensioenfonds Ballast Nedam Deelnemersvergadering

Halfjaarverslag BND Paraplufonds Collectief

American Value Fund. Halfjaarverslag. over de periode 5 november 2009 (datum van oprichting) tot en met 30 juni 2010

Halfjaarverslag BND Paraplufonds Collectief

OVMK Paraplufonds. Gouda. Rapport inzake de tussentijdse cijfers per 30 juni 2019

Rotterdams Vastgoedfonds I CV. Halfjaarcijfers 2010

Halfjaarverslag. Legal & General Nederland Beleggingen B.V. 2009

Halfjaarverslag BND Paraplufonds

Stichting Fondsenbeheer Spoorwegmuseum. Jaarrapport 2017

OVMK Paraplufonds Gouda

Safe Harbour Fund Management B.V. Halfjaar bericht boekjaar 2011

BIJLAGE II IIB SUPPLEMENT W&O EUROPEES AANDELENFONDS

BIJLAGE II IIB SUPPLEMENT W&O EUROPEES AANDELENFONDS

De gegevens van Hewitt Associates zijn: Hewitt Associates Outsourcing B.V. Beukenlaan 143 Postbus JP Eindhoven

Insinger de Beaufort European Mid Cap Fund N.V.

Essentiële Beleggersinformatie

Rotterdams Vastgoedfonds VI CV. Halfjaarcijfers 2010

Eagle Fund Beheer B.V.

OVMK Paraplufonds Gouda

Halfjaarcijfers per 30 juni 2014

Inlegvel 1 Prospectus Finles Multi Strategy Hedge Fund (30 juni 2011)

Beleggingsverslag. 1 januari 2017 tot en met 31 december Aegon Levensverzekeringen NV inzake toeslagen Loodswezen

Beleggingsverslag. 31 december 2015 tot en met 31 december Aegon Levensverzekeringen NV inzake toeslagen Loodswezen

Financiële Administratie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2014 t/m 31 december 2014

INFORMATIE MEMORANDUM

Stichting Pensioenfonds Ballast Nedam Deelnemersvergadering

TG Fund Management B.V. Amsterdam

ABN AMRO Basic Funds N.V. Jaarrekening 2013

INFORMATIE BELEGGINGSFONDSEN (NETTO) WERKNEMERS PENSIOEN

HALFJAARVERSLAG Over de periode 1 januari 2017 tot en met 30 juni Commodity Discovery Fund

Insinger de Beaufort Income Plus Fund. Halfjaarverslag 2011 (over de periode eindigend 30 juni)

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Rotterdams Vastgoedfonds I CV. Halfjaarcijfers 2011

Eagle Fund Beheer B.V.

IBUS FONDSEN BEHEER B.V. JAARVERSLAG Krijgsman 6 - Postbus LA AMSTELVEEN Telefoon Fax

NN First Class Return Fund

ACTIVINVESTOR MANAGEMENT B.V. Amsterdam. Halfjaarbericht per 30 juni 2012

ADDENDUM BIJ PROSPECTUS MET BETREKKING TOT HET COMMODITY DISCOVERY FUND EEN FONDS VOOR GEMENE REKENING NAAR NEDERLANDS RECHT 3 SEPTEMBER 2018

Wijziging voorwaarden TCM aandelenfondsen

IBUS Fondsen Beheer B.V. Jaarverslag 2013

Halfjaarcijfers per 30 juni 2010

FondsenGids (d.d. 31 juli 2013) Wereld Fonds

visie op 2018 Vice seminar a.s.r. vermogensbeheer 1 november 2017 Jack Julicher, Chief Investment Officer

Persbericht ABP, eerste halfjaar 2008

Verder zien. Meer weten.

ADDENDUM BIJ PROSPECTUS MET BETREKKING TOT HET COMMODITY DISCOVERY FUND EEN FONDS VOOR GEMENE REKENING NAAR NEDERLANDS RECHT 3 SEPTEMBER 2018

ABN AMRO. verzekeringen. Marktontwikkelingen & vooruitzichten. Portefeuilleverdeling & fondsselectie. Rendement. Profielfonds 1. Derde kwartaal 2012

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2017 t/m 31 maart Samenvatting:

ABN AMRO. verzekeringen. Marktontwikkelingen & vooruitzichten. Portefeuilleverdeling & fondsselectie. Rendement. Profielfonds 5. Derde kwartaal 2012

LifeCycle Prestatie Pensioen

ABN AMRO Investment Management B.V. Jaarrekening 2013

HOLLAND IMMO GROUP BEHEER B.V. TE EINDHOVEN. Halfjaarcijfers per 30 juni Geen accountantscontrole toegepast


Stichting Pensioenfonds Ballast Nedam Deelnemersvergadering

Halfjaarcijfers per 30 juni 2012

BND Paraplufonds II Halfjaarverslag 2019

Transcriptie:

O&E Paraplufonds JAARVERSLAG 2013

2 Inhoudsopgave I. DEFINITIES 4 II. VERSLAG VAN DE BEHEERDER OVER HET BOEKJAAR 2013 6 1 Profiel 6 2 Beheerdersverslag Oyens & Van Eeghen Beheer B.V. 9 2.1 Beleggingsomgeving 9 2.2 Financiële informatie 10 2.3 Beheer van Strategies 11 2.3.1 O&E FIXED INCOME STRATEGY I 12 2.3.2 O&E FIXED INCOME STRATEGY II 13 2.3.3 O&E FIXED INCOME STRATEGY III 14 2.3.4 O&E GLOBAL EQUITY STRATEGY 15 2.3.5 O&E COMMODITY STRATEGY 16 2.3.6 O&E HEDGE FUND STRATEGY 17 2.3 In Control Statement 18 III. JAARREKENING 2013 O&E PARAPLUFONDS 19 1 O&E PARAPLUFONDS 19 1.1 1.2 Balans per 31 december 2013 Winst- en verliesrekening over 2013 20 21 1.3 Kasstroomoverzicht over 2013 1.4 Toelichting op de jaarrekening 2013 22 23 1.4.1 Algemeen 23 1.4.2 Grondslagen voor waardering van activa en passiva 24 1.4.3 Grondslagen voor bepaling van het resultaat 27 1.4.4 Risicobeheer en financiële instrumenten 28 1.4.5 Toelichting op de balans per 31 december 2013 32 1.4.6 Toelichting op de winst- en verliesrekening over 2013 39 2 O&E FIXED INCOME STRATEGY I 43 2.1 Balans per 31 december 2013 44 2.2 Winst- en verliesrekening over 2013 45 2.3 Toelichting op de balans per 31 december 2013 46 2.4 Toelichting op de winst- en verliesrekening over 2013 47 3 O&E FIXED INCOME STRATEGY II 48 3.1 Balans per 31 december 2013 49 3.2 Winst- en verliesrekening over 2013 50 3.3 Toelichting op de balans per 31 december 2013 51 3.4 Toelichting op de winst- en verliesrekening over 2013 52 4 O&E FIXED INCOME STRATEGY III 53 4.1 Balans per 31 december 2013 54 4.2 Winst- en verliesrekening over 2013 55 4.3 Toelichting op de balans per 31 december 2013 56 4.4 Toelichting op de winst- en verliesrekening over 2013 56 5 O&E GLOBAL EQUITY STRATEGY 57 5.1 Balans per 31 december 2013 58 5.2 Winst- en verliesrekening over 2013 59 5.3 Toelichting op de balans per 31 december 2013 60 Jaarverslag 2013 O&E Paraplufonds 2

3 5.4 Toelichting op de winst- en verliesrekening over 2013 60 6 O&E COMMODITY STRATEGY 61 6.1 Balans per 31 december 2013 62 6.2 Winst- en verliesrekening over 2013 63 6.3 Toelichting op de balans per 31 december 2013 64 6.4 Toelichting op de winst- verliesrekening over 2013 65 7 O&E HEDGE FUND STRATEGY 66 7.1 Balans per 31 december 2013 67 7.2 Winst- en verliesrekening over 2013 68 7.3 Toelichting op de balans per 31 december 2013 69 7.4 Toelichting op de winst- en verliesrekening over 2013 70 IV. OVERIGE GEGEVENS 71 1 Voorstel resultaatbestemming 71 2 Gebeurtenissen na balansdatum 71 3 CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT 72 Jaarverslag 2013 O&E Paraplufonds 3

4 I. DEFINITIES Accountant: Administrateur: AFM: Beheerder: Bewaarder: BGfo: DNB: Fiscaal adviseur: Fonds: NAV: Oversight Entity: Onafhankelijke accountant PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. Thomas R. Malthusstraat 5 1066 JR, Amsterdam KAS BANK N.V. Spuistraat 172, 1012 VT Amsterdam Stichting Autoriteit Financiële Markten Vijzelgracht 50, 1017 HS Amsterdam Oyens & Van Eeghen Beheer B.V. Zuidplein 124, 1077 XV Amsterdam Kas-Trust Bewaarder O&E Paraplufonds B.V. Spuistraat 172, 1012 VT Amsterdam Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft De Nederlandsche Bank N.V. Westeinde 1, 1017 ZN Amsterdam KPMG Meijburg & Co, Belastingadviseurs Laan van Langerhuize 9, 1186 DS Amstelveen het vermogen onder de naam O&E ParapluFonds, waarin ter collectieve belegging effecten, gelden of andere goederen zijn of worden opgenomen, onderverdeeld in meerdere Strategies (subfondsen) teneinde de Participanten in de opbrengst daarvan te doen delen de intrinsieke waarde (de Net Asset Value ) van een Participatie of van een Strategy vastgesteld conform het Prospectus FM&I B.V. Monnikevenne 38, 1141 RL Monnickendam De Beheerder past een aantal principes toe ter waarborging van een integere uitoefening van het bedrijf en een zorgvuldige dienstverlening (als bedoeld in de artikelen 4:11, 4:14 en 4:25 van de Wft). Deze principes zijn vooral gericht op de bescherming van de belangen van de Participanten en het zoveel mogelijk beperken van belangenconflicten. Op de naleving van de hierop gebaseerde regels en procedures (de Principles of Fund Governance ) wordt toezicht gehouden door FM&I B.V., een van de Beheerder onafhankelijke partij (de Oversight Entity ). Oyens & Van Eeghen N.V.: Participanten: Participaties: Oyens & Van Eeghen N.V. Zuidplein 124, 1077 XV Amsterdam de economisch deelgerechtigden tot één of meer Strategies de evenredige aanspraken van Participanten in één of meer Strategies Strategy: een apart geadministreerd gedeelte van het vermogen van het Fonds (subfonds) Jaarverslag 2013 O&E Paraplufonds 4

5 Transactiedag: (1) een Werkdag waarop uitgifte of inkoop van Participatiesin een Strategy plaats kan vinden conform hetgeen bij Uitgifte en inkoop is bepaald in het betreffende Strategy prospectus (2) een Niet-reguliere Transactiedag Voorwaarden: Wft: de voorwaarden van beheer en bewaring zoals opgenomen in het O&E Paraplufonds prospectus en in de bijlage bij de overeenkomst van beheer en bewaring afgesloten tussen Bewaarder en Beheerder Wet op het financieel toezicht (zoals van tijd tot tijd gewijzigd) Het prospectus van het O&E Paraplufonds en de Essentiële Beleggersinformatie staan op de website www.oeplu.com. Jaarverslag 2013 O&E Paraplufonds 5

6 II. VERSLAG VAN DE BEHEERDER OVER HET BOEKJAAR 2013 1 Profiel Algemeen Oyens & Van Eeghen N.V. te Amsterdam heeft voor haar vermogensbeheer propositie gekozen voor een paraplufonds-structuur, waarin cliënten kunnen participeren. Het O&E Paraplufonds ( Fonds ) is voor onbepaalde tijd opgericht op 5 april 2012 en is gevestigd te Amsterdam. De Beheerder van het Fonds is Oyens & van Eeghen Beheer B.V. een 100% dochter van Oyens & van Eeghen N.V. Vanwege deze structuur kunnen cliënten gebruik maken van kostenefficiëntie door pooling van o.a. oprichtingskosten, bewaarloon, transactie- en administratiekosten. Fonds voor gemene rekening Het O&E Paraplufonds is een fonds voor gemene rekening. Het is geen rechtspersoon, maar een overeenkomst tussen de Beheerder, de Bewaarder en elk van de Participanten. Op grond van die overeenkomst worden door de Beheerder voor rekening en risico van de Participanten gelden belegd in vermogenswaarden die op naam van de Bewaarder voor de Participanten worden bewaard. De Participanten in een Strategy zijn naar rato van het aantal door hen gehouden Participaties gerechtigd tot het vermogen van die Strategy. De overeenkomst tussen de Beheerder, de Bewaarder en elk van de Participanten vormt geen maatschap, vennootschap onder firma of commanditaire vennootschap en creëert ook anderszins geen overeenkomst tussen de Participanten onderling. De verplichting van een Participant om te betalen voor uit te geven Participaties is uitsluitend een verbintenis ten opzichte van de Bewaarder. Deze verplichting is geen inbreng of verbintenis tot inbreng. De Participaties scheppen uitsluitend rechten en verplichtingen van de Participanten ten opzichte van de Beheerder en de Bewaarder en niet ook tussen Participanten onderling. Paraplustructuur Het Fonds is opgezet volgens een zogenaamde paraplustructuur. Dat wil zeggen dat het Fonds is onderverdeeld in meerdere Strategies (subfondsen) waarin afzonderlijk kan worden belegd. Voor iedere Strategy is een Strategy-prospectus opgesteld. Elke Strategy heeft een eigen beleggingsbeleid, risicoprofiel, beleggingsportefeuille, kostenstructuur en NAV. De toe- en uittredingsmogelijkheden kunnen per Strategy verschillen. Voor elke Strategy wordt een aparte administratie gevoerd. Participanten in een bepaalde Strategy zijn niet gerechtigd tot het vermogen van een andere Strategy. Strategies Het Fonds bestaat uit de volgende Strategies (subfondsen): O&E Fixed Income Strategy I O&E Fixed Income Strategy II O&E Fixed Income Strategy III O&E Global Equity Strategy O&E Commodity Strategy O&E Hedge Fund Strategy Niet beursgenoteerd Het Fonds is niet genoteerd op een effectenbeurs. Jaarverslag 2013 O&E Paraplufonds 6

7 Open end Het Fonds kan Participaties inkopen en uitgeven. Het Fonds is verplicht om op verzoek op iedere transactiedag van een Strategy Participaties in die Strategy uit te geven of in te kopen tegen de NAV daarvan op die transactiedag, plus een opslag (ingeval van uitgifte) of minus een afslag (ingeval van inkoop), tenzij zich bijzondere omstandigheden voordoen. Beheerder Oyens & Van Eeghen Beheer B.V. ( Beheerder ) treedt op als de beheerder van het Fonds. De belangrijkste taken en bevoegdheden van de Beheerder zijn: het bepalen van het beleggingsbeleid; het (doen) voeren van de administratie van de Strategies; het juist en tijdig vaststellen van de NAV; het er zorg voor dragen dat het Fonds voldoet aan de toepasselijke wet- en regelgeving; het bewaken van het belang van de Participanten. De Beheerder kan de uitvoering van het beleggingsbeleid van een Strategy uitbesteden aan Oyens & Van Eeghen N.V. en/of één of meerdere andere vermogensbeheerders. Directie De directie van de Beheerder bestaat uit R. van Wechem, CFA, CAIA en drs. J.H.N. Hoogenraad. Wft-vergunning De Beheerder beschikt vanaf 6 juli 2012 over een vergunning als vereist uit hoofde van artikel 2:67 van de Wft (Wet op het financieel toezicht). Het Fonds en de Strategies vallen onder de werking van deze vergunning. Het fonds is ingeschreven in het register bedoeld in artikel 1:107 lid 1 van de Wet financieel toezicht. Bewaarder De bewaarder van het Fonds betreft Kas-Trust Bewaarder O&E Paraplufonds B.V. De belangrijkste taken en bevoegdheden van de Bewaarder zijn: het behartigen van de belangen van de Participanten; het ten behoeve van de Participanten fungeren als juridisch eigenaar van het vermogen van het Fonds; het controleren van de waardering en bestaan van beleggingen van het Fonds; het er op toezien dat het vermogen van het Fonds wordt beheerd in overeenstemming met wat daarover in het Prospectus en in de Voorwaarden is bepaald; het er op toezien dat de uitgaande geldstromen van het Fonds overeenkomen met daadwerkelijk gemaakte kosten, en dat uittredende Participanten een correcte vergoeding ontvangen; het controleren of toetredende Participanten het juiste aantal Participaties ontvangen. Indien de Bewaarder constateert dat niet conform het bepaalde in het Prospectus is gehandeld, kan de Bewaarder de Beheerder verzoeken de transactie op kostenneutrale basis voor de betreffende Strategy ongedaan te maken. De Bewaarder kan gebruik maken van de diensten van derden. Administrateur KAS BANK N.V. treedt op als administrateur van het Fonds. De Administrateur heeft, onder verantwoordelijkheid van de Beheerder, als belangrijkste taken: het voeren van de financiële- en beleggingsadministratie van de Strategies; het berekenen van de NAV van de Strategies; en het bijhouden van het participantenregister van de Strategies. Jaarverslag 2013 O&E Paraplufonds 7

8 Participanten De Participanten in een Strategy zijn gezamenlijk (ieder naar rato van het aantal door hem gehouden Participaties) economisch gerechtigd tot het vermogen van die Strategy. Het door de Participanten bijeen gebrachte vermogen is bestemd ter collectieve belegging voor hun rekening en risico. Rechtsverhouding tussen Participanten, Beheerder en Bewaarder De rechtsverhouding tussen de Participanten, de Beheerder en de Bewaarder wordt beheerst door wat in het Prospectus (en in ieder relevant Strategy-prospectus) is opgenomen, en door het bepaalde in de Voorwaarden, die als Bijlage I zijn opgenomen in het Prospectus en daarvan een onlosmakelijk onderdeel vormen. Beperkte overdraagbaarheid Participaties Het Fonds heeft een besloten karakter: Participaties kunnen alleen worden verkocht aan het Fonds. Fiscaliteit Vanwege de beperkte overdraagbaarheid van Participaties wordt het Fonds voor de vennootschapsbelasting aangemerkt als fiscaal transparant. Daardoor is het niet belastingplichtig voor de Nederlandse vennootschapsbelasting. Risicobeheer Risicobeheer is een integraal onderdeel van het beleggingsproces. Dagelijks worden de belangrijkste risico s gemonitord door de Beheerder. Met name wordt daarbij gekeken of de beleggingen zich nog binnen de vastgestelde kaders en beleggingsrichtlijnen begeven. Bij het realiseren van de beleggingsdoelstelling kan de beheerder gebruik maken van derivaten, zoals futures, forwards en opties en swaps. Voor een verdere beschrijving van de risico s wordt verwezen naar de algemene toelichting op de jaarrekening (Hoofdstuk III paragraaf 1.4.4). Jaarverslag 2013 O&E Paraplufonds 8

9 2 Beheerdersverslag Oyens & Van Eeghen Beheer B.V. 2.1 Beleggingsomgeving Algemeen Het jaar 2013 begon voortvarend, maar werd al gauw overschaduwd door negatieve politieke gebeurtenissen en tegenvallende economische cijfers uit Europa en opkomende markten. Desalniettemin waren financiële markten tot medio mei positief gestemd, gedreven door de enorme hoeveelheid liquiditeit die door de centrale banken in het financiële systeem werd gepompt. Gedurende mei werden markten echter negatief verrast door opmerkingen van de Amerikaanse centrale bank president Bernanke, die aangaf dat de bank haar steunprogramma s vroegtijdig zou kunnen afbouwen als de Amerikaanse economie zou blijven aansterken. Zowel aandelen als vastrentende waarden reageerden hier sterk negatief op. Opmerkelijk waren de forse valuta depreciatie en de zwakke resultaten van beleggingen in opkomende markten. Deze regio had te kampen met kapitaaluitstroom als gevolg van zorgen over FED tapering, licht tegenvallende groei en sociale onrust in enkele landen. Wereldwijde aandelen wisten het jaar alsnog met een goed resultaat af te sluite terwijl veel vastrentende markten uiteindelijk een negatief resultaat lieten zien. Herstel ontwikkelde economieën onder aanvoering van VS, opkomende economieën blijven achter De wereldwijde economische groei trok in 2013 aan, aangevoerd door ontwikkelde landen. De VS nam het voortouw in het wereldwijde economische herstel. Mede door de grootschalige monetaire steunmaatregelen en flexibele economie toonde de Amerikaanse private sector veerkracht. Waar de economie gedurende de kredietcrisis in een negatieve spiraal terecht kwam, kwam deze in een zichzelf voedende positieve spiraal: banen namen toe, huizenprijzen stegen, vertrouwen en inkomens namen toe, bestedingen stegen en daardoor namen de investeringen en vacatures toe, hetgeen de groei voedde. Na zes kwartalen van krimp was er eindelijk weer groei in de Eurozone. De belangrijkste motor was opnieuw Duitsland, maar het grootste positieve momentum vond plaats in de Europese periferie. Het vertrouwen van ondernemers en consumenten in de eurozone steeg geleidelijk naar het hoogste niveau in een jaar. De betere prestaties van de Eurozone werden in grote mate gedragen door een forse afname van de bezuinigingen. Landen hebben meer tijd gekregen om hun begrotingstekort op orde te krijgen, waardoor er meer ruimte is voor groei. Hoewel de groei in opkomende markten nog altijd veel hoger is dan in ontwikkelde landen stelden de economische cijfers per saldo teleur. Opkomende economieën werden geraakt door kapitaalvlucht die een gevolg was van sociale onrusten (o.a. Turkije en Thailand), angst voor FED tapering en tegenvallende groei in China. Na het uitbreken van de kredietcrisis werd het voor China steeds moeilijker om het economische beleid, dat vooral op export en investeringen was gericht, in stand te houden. Ontwikkelde landen groeiden veel te traag om het exportmodel in stand te houden en de onstuimige groei in kredietverlening was vaak verstrekt aan inefficiënte en verliesgevende staatsbedrijven en geïnvesteerd in een opgeblazen huizenmarkt. Beleidsmakers zijn bang voor een kredietbubbel en proberen daarom de kredietgroei binnen de perken te houden. Chinese leiders geven prioriteit aan structurele hervormingen. De focus op hervormingen en het stimuleren van de consumentenbestedingen geeft tegenwind op de kortere termijn maar zal de groei op lange termijn wel stabieler en duurzamer houdbaar maken. Financiële markten en rendementen in 2013 Het jaar begon voortvarend op de financiële markten, maar werd al gauw overschaduwd door negatieve politieke gebeurtenissen en tegenvallende economische cijfers in Europa en opkomende markten. De risicobereidheid van beleggers nam in januari toe na signalen van economisch herstel en nadat er in de VS een politiek akkoord werd gesloten over het verlengen van belastingverlagingen voor huishoudens. Desalniettemin waren financiële markten tot medio mei positief gestemd, gedreven door de enorme hoeveelheid liquiditeit die door de centrale banken in het financiële systeem werd gepompt. In de VS kocht de FED maandelijks voor $85 mrd aan hypotheek- en staatsleningen. Daarnaast kondigde de Japanse centrale bank een radicale beleidswijziging aan. Aangezien de economie al vele jaren gebukt gaat onder Jaarverslag 2013 O&E Paraplufonds 9

10 deflatie, besloot de Bank of Japan de inflatie te stimuleren door ook massaal staatsobligaties op te kopen (ca. 60 mrd per maand). Tot aan mei behaalden vrijwel alle beleggingscategorieën positieve rendementen, maar risicovollere categorieën behaalden per saldo de hoogste rendementen. In de eerste vijf maanden was de zoektocht naar hogere rendementen, ofwel de search for yield, de belangrijkste aanjager voor financiële markten. Gedurende mei werden markten echter negatief verrast door opmerkingen van de Amerikaanse centrale bank president Bernanke, die aangaf dat de bank haar steunprogramma s vroegtijdig zou kunnen afbouwen als de economie zou blijven aansterken. Zowel aandelen als vastrentende waarden reageerden hier sterk negatief op. Voor aandelen is 2013 uiteindelijk een goed jaar geworden. Aandelen werden gesteund door de aantrekkende economie, de gematigd positieve winstontwikkeling en de relatief aantrekkelijke waardering ten opzichte van vastrentende waarden. Vastrentende waarden hadden een moeilijk jaar. De rente steeg over een breed front wat een negatief effect had op obligatiekoersen. De daling in risicopremies voor kredietrisico zorgde voor een positief effect. Vastrentende waarden die vooral renterisico bieden, zoals Nederlandse staatsobligaties, lieten een negatief rendement zien terwijl obligatiemarkten met meer kredietrisico positieve rendementen behaalden. Opkomende markten werden getroffen door uitstroom van kapitaal, gedreven door de angst voor afbouw van de steun van de FED en de zwakkere groei in verschillende opkomende landen waaronder China. Dit raakte aandelen, obligaties en valuta in opkomende markten evenals grondstoffen, waarvan in veel gevallen zowel de productie als de consumptie plaatsvindt in opkomende economieën. Hedge funds waren na aandelen de best presterende beleggingscategorie in 2013. Hierbij waren Equity hedge strategieën de best presterende strategie in 2013 dankzij de netto blootstelling aan de veelal sterk positieve aandelenmarkten en de afgenomen correlatie tussen sectoren en individuele bedrijven waardoor veel waarde kon worden toegevoegd door bottom-up aandelenselectie. Vooruitzichten De wereldeconomie lijkt aan kracht te winnen. Het is waarschijnlijk dat het cyclische herstel in de volwassen economieën de wereldeconomie in een hogere groeiversnelling zal brengen, waarvan opkomende markten op den duur ook zullen profiteren. Niettemin zal het hersteltempo gematigd blijven, aangezien ontwikkelde economieën nog kampen met schuldafbouw en een aantal opkomende economieën in een transitiefase zitten naar een meer consumptie gedreven economie. Tevens is het herstel in Europa fragiel. Politieke ontwikkelingen kunnen het groeipad sterk beïnvloeden. De recente ontwikkelingen geven verdere steun aan onze portefeuillepositionering, waar wij onderwogen renterisico zijn en overwogen aandelenrisico. De defensieve kant van het beleggingsspectrum is nog steeds duur ondanks de recente rentestijging. De waardering van aandelen is opgelopen en is nu historisch gezien neutraal. Ten opzichte van vastrentende waarden zijn aandelen nog altijd gunstig geprijsd. 2.2 Financiële informatie De resultaten sinds de aanvang van het Fonds laten het volgende beeld zien: ( x 1.000 EUR) 2013 2012 2010/2011 Opbrengsten uit beleggingen 1.953 1.725 2.178 Waardeveranderingen beleggingen 8.736 8.340 314 Overige baten en lasten (969) (747) (630) Resultaat 9.720 9.318 1.862 Jaarverslag 2013 O&E Paraplufonds 10

11 Het resultaat 2010/2011 betreft het resultaat vanaf 1 mei 2010 van Oyens & Van Eeghen Fixed Income Pool I en vanaf 1 juni 2010 van Oyens & Van Eeghen Fixed Income Pool II. Beide fondsen voor gemene rekening zijn een voorloper van O&E Fixed Income Strategy I en II, welke sinds de start op 6 juli 2012 onderdeel uitmaken van het Fonds. Zo ook zijn de resultaten over de periode januari tot en met begin juli 2012 van beide pools toegerekend aan de beide Strategies en derhalve begrepen in het resulaat 2012 van het Fonds. 2.3 Beheer van Strategies De beleggingsomgeving en financiële informatie (paragraaf 2.1 en 2.2) geven achtergrondinformatie voor hierna omschreven doelstelling, beleggingsprofiel, beleggingsbeleid, beleggingsresultaat en vooruitzichten van de volgende Strategies: O&E Fixed Income Strategy I O&E Fixed Income Strategy II O&E Fixed Income Strategy III O&E Global Equity Strategy O&E Commodity Strategy O&E Hedge Fund Strategy Jaarverslag 2013 O&E Paraplufonds 11

12 2.3.1 O&E FIXED INCOME STRATEGY I Doelstelling en beleggingsprofiel De doelstelling van de Fixed Income Strategy I is vermogensgroei op de langere termijn (5 tot 7 jaar), waarbij wordt nagestreefd een hoger resultaat te behalen dan op Nederlandse staatsobligaties. De Strategy belegt voornamelijk in obligaties in Euro die zijn uitgegeven door overheden van lidstaten van de Europese Economische Ruimte. Als benchmark wordt de EFFAS Bond Index Netherlands Govt All >1 Yr TR gehanteerd. De Strategy bestaat uit twee subfondsen die apart worden geadministreerd: Serie A (uitsluitend bestemd voor vermogensbeheer cliënten van Oyens & van Eeghen) en Serie B (bestemd voor niet-vermogensbeheer cliënten van Oyens & Van Eeghen). Het beleggingsbeleid is voor beide Series hetzelfde, het enige verschil is dat voor Serie A geen beheerfee verschuldigd is, wat leidt tot verschillende NAV s en netto resultaten voor serie A en B. De beheerder voert een actief beleggingsbeleid en de samenstelling van de portefeuille wordt aangepast aan (verwachte) wijzigingen in rente, inflatie en risicopremies. Bij het beleggingsbeleid wordt rekening gehouden met macroeconomische ontwikkelingen in de wereld en de verwachte reactie daarop van monetaire en fiscale autoriteiten. De inzichten van de beheerder worden vertaald in duration beleid, yieldcurve positionering en landenallocatie, de belangrijkste factoren die van invloed zijn op het beleggingsresultaat. Beleggingsbeleid Gedurende de verslagperiode bleef de relatief lage rentegevoeligheid van de portefeuille gehandhaafd met een duration van rond de 2 à 3 jaar. Belangrijkste reden voor de relatief lage duration is dat bij de huidige historisch zeer lage renteniveaus het renterisico naar onze mening sterk asymmetrisch is. Door de lage rentegevoeligheid van de portefeuille is deze minder kwetsbaar voor een mogelijke rentestijging. De verlaging van de duration wordt in de portefeuille gerealiseerd door het verkopen van obligatiefutures op Duitse staatsobligaties. Gedurende het jaar is de duration geleidelijk aan licht verhoogd met het oog op de gestegen kapitaalmarktrente. Daarnaast vonden tussentijds tactische aanpassingen plaats in de duration om in te spelen op kortere termijn rentebewegingen. In de landenverdeling werd de voorkeur gegeven aan de sterke eurozone landen: Duitsland, Nederland en Finland. Tevens was ruwweg 1/3 van de staatsobligatieportefeuille belegd in Duitse inflation linked bonds (ILB s). Dit ter bescherming van de portefeuille tegen mogelijke inflatierisico s, bijvoorbeeld als gevolg van het zeer expansieve monetaire beleid van centrale banken. Beleggingsresultaat Over de verslagperiode (1/1/2013 31/12/2013) daalde de intrinsieke waarde per participatie van de Fixed Income Strategy I van 110,59 naar 109,37 voor serie A en van naar van 110,31 naar 108,55 voor serie B. Hiermee kwam het beleggingsresultaat uit op -1,10% (serie A) en -1,60% (serie B). De performance van de benchmark van Nederlandse staatsobligaties bedroeg over deze periode -2,08%. De betere performance van de Strategy kan vooral worden toegeschreven aan de relatief lage rentegevoeligheid (duration) van de portefeuille in vergelijking met de benchmark. Hierdoor werd de Strategy minder sterk geraakt door de flinke stijging van de kapitaalmarktrente en de hiermee samenhangende daling van obligatiekoersen in 2013. Het fondsvermogen van Fixed income Strategy I (totaal van serie A en B) bedroeg ultimo december 2013 78,0 mln. Vooruitzichten Ondanks de gestegen kapitaalmarktrente is het verwachte rendement op staatsobligaties van de euro kernlanden laag. Met het oog op het asymmetrische renterisico blijven wij voorzichtig ten aanzien van de rentegevoeligheid van de portefeuille. Door de afgenomen risico s van een escalatie van de Europese schuldencrisis en de verbetering in macroeconomische fundamentals van perifere eurozone landen kunnen kortlopende staatsobligaties van deze landen een aantrekkelijke aanvulling zijn in de portefeuille ter verhoging van het effectieve rendement. Jaarverslag 2013 O&E Paraplufonds 12

13 2.3.2 O&E FIXED INCOME STRATEGY II Doelstelling en beleggingsprofiel De O&E Fixed Income Strategy II belegt in een gespreide portefeuille van vastrentende beleggingsfondsen, met een focus op de hogere risicocategorieën, zoals bedrijfsobligaties, Emerging Market Debt en High Yield obligaties. Doel is op langere termijn (5 tot 7 jaar) een hoger resultaat te behalen dan wanneer belegd zou worden in Nederlandse staatsobligaties. Als benchmarkt wordt de EFFAS Bond Index Netherlands Govt All >1 Yr TR gehanteerd. De Beheerder zal een actief beleggingsbeleid voeren en de samenstelling van de portefeuille aanpassen aan (verwachte) wijzigingen in rente, inflatie en risicopremies. Bij het beleggingsbeleid wordt rekening gehouden met macro-economische ontwikkelingen in de wereld en de verwachte reactie daarop van monetaire en fiscale autoriteiten. De inzichten van de Beheerder worden vertaald in asset allocatiebeleid, duration beleid, valutabeleid en selectie van externe fondsmanagers, de belangrijkste factoren die van invloed zijn op het rendement. De O&E Fixed Income Strategy II zal beleggen in actief beheerde vastrentende beleggingsfondsen. Ook kan er belegd worden in passief beheerde vastrentende indexfondsen of trackers. Beleggingsbeleid Gedurende de verslagperiode bleef de relatief lage rentegevoeligheid van de portefeuille gehandhaafd met een duration van rond de 2 à 3 jaar. Door de lage rentegevoeligheid van de portefeuille is deze minder kwetsbaar voor een mogelijke rentestijging. De verlaging van de duration wordt in de portefeuille gerealiseerd door het verkopen van obligatiefutures op Duitse en Amerikaanse staatsobligaties. Gedurende het jaar is de duration geleidelijk aan licht verhoogd met het oog op de gestegen kapitaalmarktrente. Daarnaast vonden tussentijds tactische aanpassingen plaats in de duration om in te spelen op kortere termijn rentebewegingen. Met het oog op de laagrentende marktomgeving en de sterke search for yield bleef onze voorkeur uitgaan naar kredietrisico boven renterisico. De portefeuille werd daarom gekenmerkt door een brede spreiding over de diverse vastrentende asset klassen. In de loop van het jaar is het belang in opkomende markten (EMD) verlaagd ten gunste van High Yield obligaties. Daarnaast is tevens een belang opgebouwd in absolute return credits ten laste van wereldwijde bedrijfsobligaties. Beleggingsresultaat Over de verslagperiode (1/1/2013 31/12/2013) daalde de intrinsieke waarde per participatie van de Fixed Income Strategy II van 113,82 naar 112,14, waarmee het beleggingsresultaat uitkwam op -1,47%. De performance van de benchmark van Nederlandse staatsobligaties bedroeg over deze periode -2,08%. Vooral de asset allocatie leverde een negatieve bijdrage aan de performance met name door de posities in EMD. Hiertegenover stond een positieve bijdrage van het durationbeleid. Door de relatief lage rentegevoeligheid werd de Strategy minder sterk geraakt door de flinke stijging van de kapitaalmarktrente en de hiermee samenhangende daling van obligatiekoersen in 2013. Het fondsvermogen van Fixed income Strategy II bedroeg ultimo december 2013 71,4 mln. Vooruitzichten Ondanks de rentestijging in 2013 zijn de renteniveaus nog steeds laag in historisch perspectief. Terwijl de geldmarktrente naar verwachting laag zal blijven door het aanhoudend stimulerende monetaire beleid van centrale banken, is er nog steeds een flink opwaarts risico voor de kapitaalmarktrente. Daarom zullen wij voorzichtig blijven ten aanzien van de rentegevoeligheid van de portefeuille. Vooruitkijkend naar 2014 geven wij in ons beleid de voorkeur aan kredietrisico boven renterisico. Kredietrisico van bedrijven is naar onze mening nog steeds aantrekkelijk geprijsd door de gezonde fundamentals en de ondersteunende technische factoren. Binnen de hoogrentende markten geven wij vooralsnog de voorkeur aan High Yield boven obligaties van opkomende markten. Jaarverslag 2013 O&E Paraplufonds 13

14 2.3.3 O&E FIXED INCOME STRATEGY III Doelstelling en beleggingsprofiel De O&E Fixed Income Strategy III belegt in een gespreide portefeuille van vastrentende beleggingsfondsen, met een focus op de hogere risicocategorieën, zoals bedrijfsobligaties, Emerging Market Debt en High Yield obligaties. Doel is op langere termijn (5 tot 7 jaar) een hoger resultaat te behalen dan de benchmark. Als benchmark wordt de IBOXX Index Euro Corporates OA TR gehanteerd. De Beheerder zal een actief beleggingsbeleid voeren en de samenstelling van de portefeuille aanpassen aan (verwachte) wijzigingen in rente, inflatie en risicopremies. Bij het beleggingsbeleid wordt rekening gehouden met macro-economische ontwikkelingen in de wereld en de verwachte reactie daarop van monetaire en fiscale autoriteiten. De inzichten van de Beheerder worden vertaald in asset allocatiebeleid, duration beleid, valutabeleid en selectie van externe fondsmanagers, de belangrijkste factoren die van invloed zijn op het rendement. De O&E Fixed Income Strategy III zal beleggen in actief beheerde vastrentende beleggingsfondsen. Ook kan er belegd worden in passief beheerde vastrentende indexfondsen of trackers. Beleggingsbeleid In het durationbeleid vond in april een belangrijke wijziging plaats: de duration werd verlaagd van 4,5 naar 2,5 jaar. Door de verlaging van de rentegevoeligheid werd de portefeuille minder kwetsbaar gemaakt voor een mogelijke rentestijging. De verlaging van de duration werd in de portefeuille gerealiseerd door het verkopen van obligatiefutures op Duitse en Amerikaanse staatsobligaties. Gedurende de rest van het jaar bleef de duration gehandhaafd rond 2,5 à 3 jaar. Wel vonden tussentijds tactische aanpassingen plaats om in te spelen op kortere termijn rentebewegingen. Met het oog op de laagrentende marktomgeving en de sterke search for yield bleef onze voorkeur uitgaan naar kredietrisico boven renterisico. De portefeuille werd daarom gekenmerkt door een brede spreiding over de diverse vastrentende asset klassen. In het vierde kwartaal is het belang in opkomende markten (EMD) verlaagd ten gunste van High Yield obligaties. Daarnaast is tevens een belang opgebouwd in absolute return credits ten laste van wereldwijde bedrijfsobligaties. Beleggingsresultaat Over de verslagperiode (1/1/2013 31/12/2013) daalde de intrinsieke waarde per participatie van Fixed Income Strategy III van 103,31 naar 101,94, waarmee het beleggingsresultaat uitkwam op -1,33%. De performance bleef hiermee achter bij de benchmark van euro bedrijfsobligaties, waarvan het resultaat +2,24% bedroeg. De achterblijvende performance wordt vooral verklaard door de sterk negatieve bijdrage van de posities in EMD die in 2013 hard werden geraakt door de angst voor Fed tapering. Het durationbeleid droeg wel positief bij. Door de relatief lage rentegevoeligheid werd de Strategy minder sterk geraakt door de flinke stijging van de kapitaalmarktrente en de hiermee samenhangende daling van obligatiekoersen in 2013. Het fondsvermogen van Fixed income Strategy III bedroeg eind december 2013 81,8 mln. Vooruitzichten Ondanks de rentestijging in 2013 zijn de renteniveaus nog steeds laag in historisch perspectief. Terwijl de geldmarktrente naar verwachting laag zal blijven door het aanhoudend stimulerende monetaire beleid van centrale banken, is er nog steeds een flink opwaarts risico voor de kapitaalmarktrente. Daarom zullen wij voorzichtig blijven ten aanzien van de rentegevoeligheid van de portefeuille. Vooruitkijkend naar 2014 geven wij in ons beleid de voorkeur aan kredietrisico boven renterisico. Kredietrisico van bedrijven is naar onze mening nog steeds aantrekkelijk geprijsd door de gezonde fundamentals en de ondersteunende technische factoren. Binnen de hoogrentende markten geven wij vooralsnog de voorkeur aan High Yield boven obligaties van opkomende markten. Jaarverslag 2013 O&E Paraplufonds 14

15 2.3.4 O&E GLOBAL EQUITY STRATEGY Doelstelling en beleggingsprofiel De O&E Global Equity Strategy heeft als doelstelling om met wereldwijd beleggen in aandelen op de middellange termijn (3-5 jaar) een hoger rendement te halen dan de MSCI AC World Net Total Return (USD- 50% hedged). De Beheerder belegt in een wereldwijd gespreide portefeuille van aandelen en hanteert daarbij een core-satellite benadering. De core bestaat uit indextrackers (passieve beleggingen), waarmee tegen lage kosten een efficiënte marktexposure wordt bereikt. De satellite bestaat uit actieve beleggingsfondsen van managers met een uitgesproken aanpak, die naar het oordeel van de Beheerder, een transparante, consistente en reproduceerbare beleggingsstrategie hebben en de potentie om bovengemiddelde rendementen te behalen. De Beheerder zal een actief beleid voeren, waarbij regioallocatie en manager selectie de belangrijkste bronnen van toegevoegde waarde zijn. Beleggingsbeleid Gedurende de verslagperiode werd in de portefeuille ten opzichte van de benchmark (MSCI AC World Net Total Return USD-50% hedged) een onderwogen positie aangehouden in Noord-Amerika ten gunste van opkomende markten. Opkomende markten waren aantrekkelijker gewaardeerd dan Amerikaanse aandelen en hadden betere groeivooruitzichten. Begin 2013 had de portefeuille ook een lichte overweging in Europa. Deze overweging is in september teruggebracht tot de strategische weging ten gunste van de VS. In november is de overweging in de opkomende landen teruggebracht ten gunste van de VS. De waardering van opkomende markten is door de underperformance in 2013 nog aantrekkelijker geworden, echter gedurende de periode van afbouw van de monetaire steun in de VS, die nog enige tijd zal duren, verwachten wij dat de volatiliteit hoog blijft en dat opkomende markten en hun valuta verder onder druk kunnen komen. Met de afbouw van opkomende markten is er afscheid genomen van het fonds Carmignac Emergents. Het fonds bleek, ondanks zijn defensieve stijl, niet in staat haar referentie index te verslaan. De portefeuilleconstructie van de manager verliep niet zoals wij aan de hand van hun beleggingsfilosofie hadden verwacht. Per saldo heeft de portefeuille gedurende de verslagperiode geen specifieke stijl tilt gehad. Beleggingsresultaat In 2013 steeg de intrinsieke waarde van de Global Equity Strategy van 101,27 naar 117,63 per participatie op jaarultimo, waarmee het beleggingsresultaat uitkwam op +16,16%. De performance van de benchmark (MSCI AC World Net Total Return USD-50% hedged) bedroeg over deze periode +18,66%. De regioallocatie heeft een negatieve bijdrage geleverd aan de performance door de overweging van opkomende markten en de onderweging van Noord-Amerika: de MSCI USA Index behaalde over 2013 een rendement van +28,68% terwijl de MSCI Emerging Markets Index een negatief rendement liet noteren van -6,44%. De fondsselectie droeg per saldo positief bij aan het relatieve rendement. De managers wisten goede performances neer te zetten over 2013. Uitschieter was Skagen Kon-Tiki die haar referentie index, de MSCI Emerging Markets, met +11,62% versloeg. Het fondsvermogen van de Global Equity Strategy bedroeg eind december 2013 133 mln. Vooruitzichten Wij verwachten een geleidelijk herstel van de wereldeconomie, geleid door de ontwikkelde markten en gevolgd door de opkomende markten. De Amerikaanse aandelenmarkt heeft een relatief hoge waardering, ingegeven door de winstmarges die nu op een historisch hoogtepunt staan. De winstgevendheid van Europese bedrijven is momenteel laag, echter de waardering is gestegen naar gemiddelde niveau s. Opkomende markten zijn goedkoop omdat er de afgelopen jaren teveel capaciteit is bijgebouwd terwijl de vraag naar producten achterbleef. Dit zette druk op de marges. Het aantrekken van de wereldwijde economische groei zal voor opkomende markten het meest gunstig zijn. Echter opkomende markten zijn het meest gevoelig voor tapering. Daarom zijn de vooruitzichten voor opkomende markten op kortere termijn het meest onzeker. Per saldo hebben wij op dit moment geen uitgesproken regionale voorkeur. Ondanks alle onzekerheden blijven wij positief over de kansen voor aandelenmarkten vanwege het ruime monetaire beleid en de wereldwijd gemiddelde waarderingen op aandelenmarkten bezien in historisch perspectief. Rendement Aandelenmarkten in Jaarverslag 2013 O&E Paraplufonds 15

16 2.3.5 O&E COMMODITY STRATEGY Doelstelling en beleggingsprofiel De doelstelling van de Commodity Strategy is om te profiteren van de prijsontwikkelingen op wereldwijde grondstoffenmarkten waarbij de diversificatievoordelen van grondstoffen in een brede portefeuille en de inherente bescherming tegen inflatie behouden blijven. De Strategy belegt in een aantal gespecialiseerde fondsen. De toegevoegde waarde van de Beheerder bestaat uit het selecteren en combineren van de beleggingsstrategieën en het voeren van tactisch beleid op basis van de marktvisie van de Beheerder. Omdat grondstoffenprijzen over het algemeen erg volatiel zijn is het beheersen van neerwaarts risico een belangrijk aandachtspunt. Beleggingsbeleid Grondstoffenmarkten lagen in 2013 opnieuw sterk onder druk getuige het rendement van de Dow Jones UBS Commodity index van -13,4% gemeten in euro. Edelmetalen vormden de zwakste sector met een rendement van -33,8%. Goud (-31,7%) en zilver (-39,4%) verloren door overaanbod en de signalen van de Federal reserve, het stelsel van Amerikaanse centrale banken, dat zij een begin wilden maken met de afbouw van de steunmaatregelen voor de economie. Dit impliceert minder geldcreatie en dus minder inflatierisico, waardoor beleggers die edelmetalen hadden gekocht als bescherming tegen inflatie hun posities in de verkoop deden. Andere sectoren waren ook zwak, met uitzondering van Energie, die profiteerde van een prijsstijging van aardgas in de VS (+20%) en onrust in het Midden-Oosten waardoor de olieprijs hoog bleef. De Commodity Strategy was in 2013 belegd in 3 managers. Eén manager beheert de portefeuille op discretionaire wijze op basis van een diepgaande kennis van de onderliggende grondstoffenmarkten en de termijnmarkten. De tweede manager belegt op systematische wijze in grondstoffen met lage voorraden die hierdoor gevoelig zijn voor opwaartse prijsschokken. Aangezien betrouwbare voorraadinformatie voor veel grondstoffen moeilijk te verkrijgen is, leidt deze manager de voorraadniveaus af uit de prijsvorming in de termijnmarkt. De positie in deze manager is gedurende het jaar opgehoogd ten laste van de beide andere managers. De derde manager hanteert een systematische trendvolgende strategie die meer liquiditeiten aanhoudt naarmate meer grondstoffen een negatieve trend vertonen en vice versa. Deze manager is uitermate geschikt voor demping van risico in de zeer volatiele grondstoffenmarkten. De combinatie van de 3 managers biedt een brede blootstelling aan grondstoffenmarkten terwijl de negatieve aspecten van de marktstructuur worden gemitigeerd en het neerwaarts risico wordt beperkt. Beleggingsresultaat De intrinsieke waarde per participatie van de Commodity Strategy daalde in 2013 van 92,15 naar 81,12. Hiermee kwam het beleggingsresultaat uit op -11,97% ten opzichte van -13,41% voor de Dow Jones UBS Commodity Index. De outperformance van de Commodity Strategy van ruim 1,4% is te danken aan de 2 systematische strategieën, die beiden zo n 4% beter presteerden dan de index. De discretionaire manager stelde enigszins teleur door 1,6% achter te blijven bij de index. Het fondsvermogen van de Commodity Strategy bedroeg per ultimo december 2013 7,1 mln. Vooruitzichten De vooruitzichten voor grondstoffen hangen gedeeltelijk samen met die van opkomende markten. Op kortere termijn is de onzekerheid groot nu er kapitaaluitstroom plaatsvindt en China kiest voor inperking van de kredietverlening. Op langere termijn zullen overschotten worden weggewerkt en productiekosten een bodem onder de prijs leggen. De O&E Commodity Strategy is per 22 januari 2014 opgeheven omdat de Beheerder niet langer een strategische rol voor grondstoffen ziet en op tactische basis betere kansen ziet in andere asset klassen. Rendement sectoren 2013 in Rendement managers en Strategy in 2013 in Jaarverslag 2013 O&E Paraplufonds 16

17 2.3.6 O&E HEDGE FUND STRATEGY Doelstelling en beleggingsprofiel Het doel van de Hedge Fund Strategy is om via belegging in een breed scala aan hedge fund strategieën een investering te bieden die een lage correlatie heeft met andere vermogenscategorieën. De Strategy heeft een streefrendement op de middellange termijn van Euribor plus 2-4% bij een beperkt risico. De kern van de portefeuille wordt gevormd door fund of hedge funds met een beleggingsfilosofie die aansluit bij de doelstelling van de Strategy en met sterk risicomanagement. De toegevoegde waarde van de Beheerder bestaat uit het selecteren en combineren van de hedge fund strategieën en het voeren van tactisch beleid. Beleggingsbeleid De focus ligt op strategieën die hun rendement grotendeels behalen uit andere risicofactoren dan regulier aandelen-, rente- of kredietrisico. De managers met de hoogste gevoeligheid voor de conjunctuurcyclus hebben het beste gepresteerd in 2013. De positie in deze managers hebben wij gedurende het jaar opgehoogd. Wij hebben twee managers vervangen. Eén manager is halverwege het jaar verkocht omdat wij onvoldoende vertrouwen hebben in de wijze waarop de aanhoudend teleurstellende resultaten worden geadresseerd. De andere manager is in een aantal stappen verkocht omdat wij een andere manager hebben geselecteerd met een vergelijkbaar liquide karakter die beter aansluit bij onze beleggingsfilosofie. Beleggingsresultaat In 2013 steeg de intrinsieke waarde per participatie van de Strategy van 100,77 naar 107,29. Het beleggingsresultaat bedroeg 6,53%. De performance van de benchmark (de HFRI Fund of Funds Composite index hedged) bedroeg over deze periode 8,64%. Twee managers presteerden zeer sterk met rendementen van respectievelijk 12,4% en 11,2% dankzij een goede strategie allocatie en sterke manager selectie. Een derde manager presteerde tevens goed (+8,6%) ondanks dat deze manager marktneutraal is en dus niet profiteerde van sterke aandelenmarkten. Een 4e manager, die veruit de meest defensieve is, had tegenwind van de grote positie in macrostrategieën en defensieve relative value posities en rendeerde +5,4%. Eén manager is per eind juni verkocht. De ontvangst van de verkoopopbrengst heeft zo n 1,5 maand op zich laten wachten (wat conform prospectus is) wat, samen met de teleurstellende performance van deze manager in de eerste helft van het jaar, circa 1,5% aan rendement heeft gekost. Een andere manager is in een aantal stappen verkocht in de tweede helft van het jaar. Het fondsvermogen van de Hedge Fund Strategy bedroeg per ultimo december 2013 25,1 mln. Vooruitzichten 2014 biedt volop kansen voor de meeste hedge fund strategieën. Hoewel wij niet verwachten dat het marktrisico van aandelen in dezelfde excessieve mate zal worden beloond als in 2013, zorgt de afgenomen correlatie tussen aandelen ervoor dat de kansen voor stock picking sterk zijn toegenomen, zowel aan de long als de short kant. Event Driven biedt ook goede kansen met het oog op onder meer de grote cashposities bij bedrijven en de aanhoudende verkleining van bankbalansen. Het klimaat voor Relative Value is gemengder vanwege de lage rente en sterk gedaalde risicopremies, alhoewel in markten zoals de Amerikaanse hypotheekmarkt nog interessante kansen liggen. Voor macrostrategieën is de afnemende invloed van beleidsmakers op financiële markten goed nieuws, echter dit is een geleidelijk proces dus op kortere termijn kan er sprake blijven van een verstorende werking. Wij houden vast aan een breed gespreide portefeuille van gespecialiseerde managers die kunnen profiteren van het scala aan kansen op de verschillende financiële markten met een beperkte afhankelijkheid van de richting van de markt. Enkele managers zetten bovendien nadrukkelijk specifieke strategieën in ter bescherming van kapitaal. Rendement strategieën in 2013 in Rendement managers in 2013 in Jaarverslag 2013 O&E Paraplufonds 17 Positie v e r k o c h t

18 2.3 In Control Statement Wij beschikken conform RJ 615.503 over een beschrijving van de bedrijfsvoering, die voldoet aan de eisen van de Wft en het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft (BGfo). Wij hebben gedurende het afgelopen boekjaar verschillende aspecten van de bedrijfsvoering beoordeeld. Bij onze werkzaamheden hebben wij geen constateringen gedaan op grond waarvan wij zouden moeten concluderen dat de beschrijving van de opzet van de bedrijfsvoering als bedoeld in artikel 121 van het BGfo niet voldoet aan de vereisten zoals opgenomen in de Wft en daaraan gerelateerde regelgeving. Op grond hiervan verklaren wij als Beheerder voor Beleggingsinstelling O&E Paraplufonds te beschikken over een beschrijving van de bedrijfsvoering als bedoeld in artikel 121 van het BGfo, die voldoet aan de eisen van het BGfo. Ook hebben wij niet geconstateerd dat de bedrijfsvoering niet effectief en niet overeenkomstig de beschrijving functioneert. Derhalve verklaren wij met een redelijke mate van zekerheid dat de bedrijfsvoering gedurende het verslagjaar 2013 effectief en overeenkomstig de beschrijving heeft gefunctioneerd. Amsterdam, 10 april 2014 De Beheerder, Oyens & Van Eeghen Beheer B.V. Jaarverslag 2013 O&E Paraplufonds 18

19 III. JAARREKENING 2013 O&E PARAPLUFONDS 1 O&E PARAPLUFONDS JAARREKENING 2013 (in euro) Jaarverslag 2013 O&E Paraplufonds 19

20 O&E PARAPLUFONDS 1.1 Balans per 31 december 2013 voor resultaatbestemming noot 2013 2012 31 december 31 december ACTIVA EUR EUR Beleggingen 1 O&E Fixed Income Strategy I 76.235.622 61.815.781 O&E Fixed Income Strategy II 70.552.576 73.242.758 O&E Fixed Income Strategy III 81.192.935 59.565.030 O&E Global Equity Strategy 132.750.327 42.895.065 O&E Commodity Strategy 7.143.315 6.689.866 O&E Hedge Fund Strategy 24.821.484 12.070.579 392.696.259 256.279.079 Vorderingen Effectentransacties 548.112 4.528.875 Overige vorderingen en overlopende activa 2 996.809 803.085 1.544.921 5.331.960 Overige activa Immateriële vaste activa 3 72.812 99.909 Liquide middelen 4 4.083.692 4.263.299 4.156.504 4.363.208 Totaal Activa 398.397.684 265.974.247 PASSIVA Fondsvermogen 5 Participantenvermogen 375.694.848 252.562.563 Wettelijke reserve 72.812 99.909 Algemene reserve 11.107.461 1.762.581 Onverdeeld resultaat 9.720.284 9.317.784 396.595.405 263.742.837 Kortlopende schulden Effectentransacties 1.405.771 1.986.152 Overige schulden en overlopende passiva 6 396.508 245.258 1.802.279 2.231.410 Totaal Passiva 398.397.684 265.974.247 Jaarverslag 2013 O&E Paraplufonds 20

21 O&E PARAPLUFONDS 1.2 Winst- en verliesrekening over 2013 noot 2013 2012 1 januari 1 januari 31 december 31 december EUR EUR Beleggingsresultaat Opbrengsten uit beleggingen 7 1.953.001 1.724.749 Gerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen en futures 2.644.731 1.004.398 Ongerealiseerde waardeveranderingen 8 6.091.093 7.335.634 10.688.825 10.064.781 Overige opbrengsten 9 53.313 45.283 Som der opbrengsten 10.742.138 10.110.064 Lasten Interest 2.082 6.323 Beheerkosten 10 478.151 527.253 Afschrijving immateriële vaste activa 27.098 15.634 Overige kosten 11 514.523 243.070 Som der lasten 1.021.854 792.280 Resultaat 9.720.284 9.317.784 Jaarverslag 2013 O&E Paraplufonds 21

22 O&E PARAPLUFONDS 1.3 Kasstroomoverzicht over 2013 noot 2013 2012 1 januari 1 januari 31 december 31 december EUR EUR Kasstroom uit beleggingsactiviteiten Resultaat 9.720.284 9.317.784 Gerealiseerde waardeveranderingen (exclusief futures) 1 (1.146.584) (1.882.816) Ongerealiseerde waardeveranderingen 1, 8 (6.091.093) (7.335.634) Koers- en omrekeningsverschillen 63.861 - Aankopen van beleggingen 1 (315.791.905) (234.402.246) Verkopen van beleggingen 1 186.612.401 87.610.366 Mutatie kortlopende vorderingen 3.787.038 (4.405.106) Mutatie kortlopende schulden (429.131) 2.142.681 (123.275.129) (148.954.972) Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen in immateriële vaste activa 3 - (100.000) Afschrijving immateriële vaste activa 3 27.098 15.634 27.098 (84.366) Kasstroom uit financieringsactiviteiten Ontvangen bij uitgifte participaties 5 227.642.872 191.104.391 Betaald bij inkoop participaties 5 (104.510.587) (39.442.543) Dividend uitgekeerd - - 123.132.285 151.661.848 Netto kasstroom (115.746) 2.622.510 Koers- en omrekeningsverschillen (63.861) - Mutatie liquide middelen (179.607) 2.622.510 Liquide middelen begin verslagperiode 4.263.299 1.640.789 Liquide middelen einde verslagperiode 4.083.692 4.263.299 Jaarverslag 2013 O&E Paraplufonds 22

23 O&E PARAPLUFONDS 1.4 Toelichting op de jaarrekening 2013 1.4.1 Algemeen Oyens & Van Eeghen N.V. te Amsterdam (ultieme moedermaatschappij) heeft voor haar vermogensbeheer propositie gekozen voor een paraplufonds-structuur, waarin cliënten kunnen participeren. Het O&E Paraplufonds ( Fonds ) is voor onbepaalde tijd opgericht op 5 april 2012 en is gevestigd te Amsterdam. De Beheerder van het Fonds is Oyens & van Eeghen Beheer B.V. een 100% dochter van Oyens & van Eeghen N.V. De Beheerder beschikt vanaf 6 juli 2012 over een vergunning als vereist uit hoofde van artikel 2:67 van de Wft. Het Fonds en de Strategies vallen onder de werking van deze vergunning. Het fonds is ingeschreven in het register bedoeld in artikel 1:107 lid 1 van de Wft. Vanwege deze structuur kunnen cliënten gebruik maken van kostenefficiëntie door pooling van o.a. oprichtingskosten, bewaarloon, transactie- en administratiekosten. Kas Bank N.V. en Kas-Trust Bewaarder O&E Paraplufonds B.V. zijn de Administrateur respectievelijk Bewaarder van het Fonds. Het Fonds bestaat uit de volgende Strategies: O&E Fixed Income Strategy I O&E Fixed Income Strategy II O&E Fixed Income Strategy III O&E Global Equity Strategy O&E Commodity Strategy O&E Hedge Fund Strategy Samenvoegen van cijfers en vergelijkende cijfers De in de balans en de winst- en verliesrekening gepresenteerde cijfers vertegenwoordigen de gegevens van het Fonds als geheel. In de toelichting van het Fonds zijn de balans, winst- en verliesrekening en bijbehorende toelichting van de zes Strategies separaat opgenomen. De O&E Fixed Income Strategy I en II zijn een voortzetting van de in 2010 gestarte fondsen voor gemene rekening Oyens & Van Eeghen Fixed Income Pool I (vanaf 1 mei 2010) en Oyens & Van Eeghen Fixed Income Pool II (vanaf 1 juni 2010). De beheerder van beide pools is tot begin juli 2012 Oyens & Van Eeghen N.V. geweest. Het eerste boekjaar van beide pools eindigde op 31 december 2011. De feitelijke overheveling van de pools naar beide Strategies heeft begin juli 2012 plaatsgevonden. De resultaten van de pools over de periode 1 januari 2012 tot en met begin juli 2012 zijn toegerekend aan de jaarresultaten 2012 van O&E Fixed Income Strategy I respectievelijk O&E Fixed Income Strategy II. De Strategies O&E Fixed Income Strategy III en O&E Global Equity Strategy zijn per 1 september 2012 gestart, de O&E Commodity Strategy en O&E Hedge Fund Strategy zijn per 1 oktober 2012 gestart. Toelichting op het kasstroomoverzicht Voor de opstelling van het kasstroomoverzicht is de indirecte methode gehanteerd, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen kasstroom uit beleggings-, investerings- en financieringsactiviteiten. Onder liquide middelen zijn posten begrepen die ter vrije beschikking staan aan de beleggingsinstelling voor beleggingen, onder voorbehoud van eventuele opgenomen margeverplichtingen. Jaarverslag 2013 O&E Paraplufonds 23