Hoofdstuk 2. Verantwoording 2005 173



Vergelijkbare documenten
3.1 Weerstandsvermogen Weerstandscapaciteit

Onderwijshuisvestingsbeleid gemeente Utrecht. Onderzoeksplan

Hoe financieel gezond is uw gemeente?

Willemsoord BV Rapportage aan de gemeenteraad

PROGRAMMABEGROTING

Raadsvoorstel. Agendanummer: Datum raadsvergadering: Onderwerp: beleids- en beheerplan kleine civiele kunstwerken. Gevraagde Beslissing:

Paragraaf 3. Onderhoud kapitaalgoederen

Wijzigingen artikelsgewijs financiële verordening 212 nieuw versus huidig Bijlage 2

3.3 ONDERHOUD KAPITAALGOEDEREN

Wat willen we bereiken? Wat gaan we daarvoor doen? Kosten

Paragraaf 3: Onderhoud kapitaalgoederen

*ZE9C48C23CC* Raadsvergadering d.d. 16 december 2014

Voorgesteld raadsbesluit

Verordening op het financiële beleid en beheer van de gemeente Hengelo

Artikel 1. Definities

opzet quick scan civiele kunstwerken Lansingerland

Treasurystatuut VRU Vastgesteld door het algemeen bestuur d.d. 19 februari 2018

Willemsoord BV Rapportage aan de gemeenteraad

Themaraad financiën 3 april

Beleidsregel weerstandsvermogen en weerstandscapaciteit. Vaststellen beleidsregel weerstandsvermogen en weerstandscapaciteit

Treasurystatuut Stichting Openbare Scholengroep Vlaardingen Schiedam (OSVS)

f. OW BIJ beleidsplan Onderhoud Groen 2014-O.docx Grip op groen.veilig en heel

Memo van het College van B&W

Financiële verordening RUD Zuid-Limburg

RAPPORT VAN EEN SPECIFIEK ONDERZOEK

Sector: PF Nr.: De raad van de gemeente Hengelo; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van, nr ;

Regeling Financieel Beheer Belastingsamenwerking Gouwe- Rijnland

Versie TREASURYSTATUUT Stichting Woontij

De Drieslag, een streep er door. en verder gaan

Aan de raad AGENDAPUNT NR. 7. Doetinchem, 22 mei Bijstellen begroting rentekosten met ingang van begrotingsjaar 2014

Naam Financiële verordening Gemeenschappelijke Regeling Bijsterhuizen (2006)

Richtlijnen van de commissie BBV

Collegevoorstel. Zaaknummer: Onderwerp: beleidsplannen onderhoud wegen, groen en gebouwen 2014

Notitie Weerstandsvermogen Veiligheidsregio Amsterdam Amstelland

bedrag * begrotingsoverschot bij begroting

Kanttekeningen bij de Begroting Paragraaf 4 Financiering

Heerenstede Vastgoed B.V., Herengracht 562, 1017 CH Amsterdam, T , I

Inhoud 1. INLEIDING 3 2. DOELSTELLING TREASURYFUNCTIE 3 3. INTERNE ORGANISATIE TREASURY FUNCTIE 5 4. TREASURYPARAGRAAF 5

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

PARAGRAAF 3 FINANCIERING

Gemeentelijk eigendom

Bergen op Zoom. Gemeente RVB Voorlegger Raadsvoorstel

Raadsstuk. Onderwerp: Actualisatie financiële verordening Haarlem BBV nr: 2015/98823

FINANCIËLE VERORDENING RECREATIESCHAP DOBBEPLAS

Nota reserves en voorzieningen

Financiële Verordening

Treasurystatuut voor de Veiligheidsregio Utrecht

b Onvermijdelijk Er moeten keuzes worden gemaakt ten aanzien van de investeringsportefeuille.

*ZEA3E9FBA15* Raadsvergadering d.d. 22 maart 2016

Financiële verordening VRU

Verordening ex artikel 213a Gemeentewet. Informatievoorziening grondexploitaties

gezien het voorstel van de Tijdelijke Commissie ingesteld door de Drechtraad van 21 augustus 2006 en 13 november 2006; b e s l u i t :

Nota reserves, weerstandsvermogen en solvabiliteit RAD Hoeksche Waard

Raadsvergadering : 20 juni 2011 Agendanr. 13

De inschatting van de kans op eventuele wanbetalingen bij toekomstige rente- en aflossingsbetalingen op schuldpapier; Renterisico

Raadsvoorstel Onderwerp: Wegenbeleidsplan Datum voorstel: 8 augustus 2017 Vergaderdatum: 19 september 2017 Registratienr.

Farid Chikar / juni 2017

Notitie Rentebeleid 2007

b e s l u i t : 1 Inleidende bepaling 2 Begroting en verantwoording Nr: a De raad van de gemeente Barneveld;

Financiële verordening ex. artikel 212 Gemeentewet Bedrijfsvoeringsorganisatie Reinigingsdienst Waardlanden

Het bestuur van het Noordelijk Belastingkantoor; Gelet op artikel 212 van de Gemeentewet en artikel 108 van de Waterschapswet;

VOORSTEL AAN HET COLLEGE VAN DIJKGRAAF EN HEEMRADEN

Beleidsnotitie reserves en voorzieningen (inclusief risicomanagement / weerstandsvermogen)

Bestedingskader middelen Stedelijke Herontwikkeling

Bijlage bij raadsvoorstel nr Nota Risicomanagement & Weerstandsvermogen

Onderwerp Bestuursrapportage 2016 en Begroting 2017

Accommodatiebeleid Maatschappelijke Voorzieningen

PROGRAMMABEGROTING

Risicoparagraaf Weerstandsvermogen Bedrijfsvoering Cao

HALFJAARVERSLAG. AEFIDES Vastgoed IX CV te GRONINGEN. Over de periode 1 januari 2011 t/m 30 juni 2011

Reactienotitie informatieavond Perspectiefnota (19 juni 2014) beantwoording/toelichting

Paragraaf 4: Financiering

Datum Agendapunt Documentnummer. 2 april 2013 R04S007

Paragraaf vastgoed Inleiding 2013: eerste jaar CVDH Omvang van de portefeuille

Borgstelling geldlening SPPiLL tbv aankoop langgevelboerderij Barrierweg 4.

Gebouwen beheerplan

Voorstel aan : de gemeenteraad van 28 juni 2004 Behandeling in : commissie Samenlevingszaken en Middelen van 15 juni 2004

VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR

Nieuw begrotingsresultaat

Raadsstuk. Haarlem. Onderwerp: Decemberrapportage 2016 BBVnr: 2016/ Inleiding

Gemeente Breda ~Q~ ~,,~ Registratienr: [ 40523] Raadsvoorstel

BEGROTING BIEO (begroting in één oogopslag)

VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD

Stichting MicroHulp Helmond

RAADSVOORSTEL. Nr.: Onderwerp: Tijdelijke huisvesting Brede School Plantage de Sniep. Diemen, 21 juli 2009

BIJDRAGE CONCERN AAN DEEL 3 BELEIDSBEGROTING d.d

Mondelinge vragen gesteld op de begrotingsmarkt. Vraag Gevraagd is om een overzicht van alle risico s en de aannames/berekeningen hierachter.

Probleemstelling: Berekening benodigde bedrag voor de herfinanciering: Financieringsmemo juni 2015 nr.

Jaarrekening Stichting Vrienden van Dôme

B&W besluit Publicatie

Bijlagen: Gemeentelijk Rioleringsplan , inclusief samenvatting

Onderdeel Risico Kans op risico Maatregelen Schade worst case Kans x schade Conclusie risico

Bedrijfsvoering. Bedrijfsvoering. Gemeenteraad van de gemeente Oostzaan. P. Flens

Naam en telefoon. Coen van den Hout (9300) Afdeling. Portefeuillehouder

Nota risicomanagement 2014

Notitie weerstandsvermogen gemeente Ten Boer

B en W - advies. Bouwen 81 Milieu. Jans Drost en Hettie Tychon. Financiën en Personeel Nummer. Ter bespreking. Ter besluitvorming

Algemeen Bestuur. De commissie heeft geadviseerd het voorstel door te geleiden voor besluitvorming in het Algemeen Bestuur

Tabel 3-1 bedragen x 1.000

Investeringskasstroom: Investeringen maatschappelijk nut -25,5 Investeringen economisch nut -83,4 Investeringen grondexploitaties (netto) -0,6

Transcriptie:

Hoofdstuk Paragrafen Verantwoording 005 173

174 Verantwoording 005

. PARAGRAFEN.1 Weerstandsvermogen In deze paragraaf gaan we uit van de richtlijnen zoals die in de programmabegroting 005 golden. In de programmabegroting 005 hebben wij aangegeven dat de weerstandscapaciteit voldoende was om de op dat moment bekend zijnde risico s (van materieel belang) eventueel op te kunnen vangen. In deze paragraaf wordt weergegeven welke wijzigingen zich in de loop van 005 hierin hebben voorgedaan. Weerstandscapaciteit Er kan onderscheid gemaakt worden tussen de incidentele en structurele weerstandscapaciteit. De incidentele weerstandcapaciteit bestaat uit het beschikbaar vermogen dat kan worden ingezet om calamiteiten en andere eenmalige tegenvallers op te kunnen vangen zonder dat dit invloed heeft op de voortzetting van taken op het geldende niveau. Het gaat hierbij om beschikbare reserves waaraan geen bestemming hangt, dit zijn de algemene reserve en de (dienst)bedrijfsreserves. De bedragen die binnen de algemene reserve en (dienst)bedrijfsreserves opgenomen zijn met betrekking tot grondexploitaties, zijn hiervan uitgezonderd en worden apart toegelicht in de regel algemene reserves grondexploitaties. Algemene reserve Incidentele weerstandcapaciteit (Dienst)bedrijfsreserves Incidentele weerstandscapaciteit 31-1-004 31-1-005 Algemene reserve 6.966 51.841 (Dienst)bedrijfsreserve(s) -35.914-9.38 Algemene reserves grondexploitaties -63.958-47.931 Totaal -7.906-5.419 De hoogte van de algemene reserve is ultimo 005 4,9 miljoen euro gestegen ten opzichte van 004. Deze toename wordt veroorzaakt doordat het voordelig resultaat van de verantwoording 004 (5,8 miljoen euro) en de bestuursrapportage per 1 juli (8,7 miljoen euro) is toegevoegd. Deze bedragen zijn inmiddels bestemd en zullen in 006 weer aan de algemene reserve worden onttrokken. Daarnaast heeft de geplande aanvulling in verband met de verstrekte bijdrage aan het BOR-fonds van 10,3 miljoen euro plaatsgevonden. In verband met deze verstrekte bijdrage dient nu nog 36,6 miljoen euro terug te worden gestort in de algemene reserve. Wij verwachten dat het grootste deel hiervan in 006 zal plaatsvinden. Ook zal de noodzakelijke aanvulling van 16,8 miljoen euro in verband met de aankoop van Cereol gerealiseerd moeten worden. De minimumnorm van alle (dienst)bedrijfsreserves samen bedraagt 4,5 miljoen euro. In de verantwoording 004 bleek het totaal van de (dienst)bedrijfsreserves echter 35,9 miljoen euro negatief te zijn. Ten opzichte van de verantwoording is het totaal van de (dienst)bedrijfsreserves met 6,6 miljoen euro toegenomen zodat het totaal nu 9,3 miljoen euro negatief is. Deze toename wordt voor,6 miljoen euro verklaard door de verwerking van de bestedings- en dekkingsvoorstellen bij de verantwoording 004. Er zijn momenteel nog maar 4 diensten met een bedrijfsreserve onder het minimum. Dit betreft het Muziekcentrum Vredenburg, de Dienst Gemeentelijke Musea, de Accountantsdienst en het Ontwikkelingsbedrijf. Het MCV en de DGM hebben plannen opgesteld ter aanvulling van hun bedrijfsreserve. De eerste stappen daartoe zijn in 005 reeds gezet. De negatieve bedrijfsreserve van het OGU bedraagt ruim 19, miljoen euro. Deze stand wordt voornamelijk veroorzaakt door een wijziging in regelgeving, namelijk dat ten laste van de bedrijfsreserve voorzieningen getroffen moeten worden voor huurharmonisatie en achterstallig onderhoud van gemeentegebouwen. Voor het terugverdienen van dit tekort zijn meerjarige afspraken gemaakt waardoor in een periode van circa 5 jaar de tekortpositie geheel wordt weggewerkt..1 Verantwoording 005 175

Algemene reserve met betrekking tot grondexploitaties De algemene reserve met betrekking tot grondexploitaties bestaat uit twee onderdelen. Het eerste bestaat uit een bedrag dat binnen de algemene reserve is gereserveerd voor eventuele toekomstige nadelen op grondexploitaties. Dit bedrag is in 005 met 6,4 miljoen euro verhoogd, doordat een voor dit doel bestemde reserve aan de algemene reserve is toegevoegd (zie onderstaande tabel). Daarnaast zijn in 004 voorzieningen gevormd voor het opvangen van te verwachten toekomstige negatieve grondexploitaties. Deze voorzieningen zijn gevormd ten laste van de dienstbedrijfsreserves, waardoor deze negatief zijn geworden. In 005 dienden deze voorzieningen, ten laste van de dienstbedrijfsreserves, te worden opgehoogd met 10,4 miljoen euro. De verwerking van het resultaat op grondexploitaties van 005 zal naar verwachting een positieve invloed hebben op deze negatieve reserve (zie toelichting programma stedelijke ontwikkeling). De ontstane negatieve reserve dient tevens bezien te worden tegen de achtergrond van het voorzichtigheidsbeginsel dat wordt toegepast in de nieuwe voorschriften: voorziene verliezen moeten direct worden genomen en voorziene winsten mogen pas worden genomen als zij zijn gerealiseerd. De in dit kader te noemen verwachte positieve binnenstedelijke grondexploitaties bedragen 53, miljoen euro (stand MPG 1 juli 005). Algemene reserve grondexploitaties 31-1-004 31-1-005 Algemene reserve 4.958 51.358 (Dienst)bedrijfsreserves -88.916-99.89 Totaal bijdrage aan incidentele weerstandscapaciteit -63.958-47.931 Structurele weerstandscapaciteit Beschikbare weerstandscapaciteit Risico s materiële betekenis De structurele weerstandscapaciteit bestaat uit de onbenutte belastingcapaciteit, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen de Onroerend Zaak Belasting (OZB) enerzijds en de rioolrechten en afvalstoffenheffing anderzijds. In de begroting 005 was reeds geconstateerd dat Utrecht voor wat betreft de onbenutte belastingcapaciteit niet beschikt over een structurele weerstandscapaciteit. In de loop van 005 is dit niet veranderd. Weerstandscapaciteit in relatie tot de risico s Geconstateerd kan worden dat de momenteel beschikbare weerstandscapaciteit alleen bestaat uit de aanwezige algemene reserve en (dienst)bedrijfsreserves. De stand van deze reserves laat ultimo 005 een tekort zien van 5,4 miljoen euro. Dit tekort is echter ruim 67 miljoen euro positiever dan het tekort ultimo 004. Het nog aanwezige tekort dient tevens te worden bekeken in samenhang met de te verwachten toekomstige positieve grondexploitaties en de in 006 aan te vullen bijdragen in het kader van het BORfonds. Wij achten het geheel van reserves en voorzieningen vooralsnog voldoende voor de risico s die Utrecht op dit moment loopt (zie volgende paragraaf). In het kader van de nieuwe regelgeving zoals wordt voorgesteld in de nota weerstandvermogen zal dit nader worden onderzocht. Inventarisatie risico s Belangrijk is hier op te merken, dat het uitsluitend gaat om risico s waarvoor geen of onvoldoende voorzieningen zijn gevormd en die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot het balanstotaal of de financiële positie van de gemeente. Het uitgangspunt is dat min of meer regulier voorkomende risico s binnen het jaarlijkse exploitatieresultaat kunnen worden opgevangen. Binnen de gemeente Utrecht kunnen de hieronder genoemde algemene risico s zich voordoen: Bedrijfsrisico s A. Bedrijfsrisico s Onder bedrijfsrisico s worden de volgende risico s verstaan: 1. (On-)voldoende (gekwalificeerd) personeel. Toereikende (administratieve) organisatie, onder andere ter waarborging van de rechtmatigheid (bijvoorbeeld voorkoming van fraude) en de doelmatigheid (bijvoorbeeld voorkomen van inefficiency) 3. Uitvallen bedrijfsmiddelen (onder andere informatiseringsystemen) 4. Stakingsrisico. 176 Verantwoording 005

Eigendomsrisico s Beleidsrisico s B. Eigendomsrisico s Onder eigendomsrisico s worden de volgende risico s verstaan: 1. Risico van schade aan of van het verlies van eigendommen die door de dienst worden gebruikt. Bodemverontreiniging onder percelen die door de dienst gebruikt worden 3. Deelnemingen in derden-rechtspersonen 4. Risico dat met zaken die de dienst voor haar taakuitoefening gebruikt schade aan derden wordt toegebracht. C. Beleidsrisico s Beleidsrisico s zijn in te delen in de volgende risico s: 1. Continuïteit maatschappelijk en politiek draagvlak. Vertraging/ onhaalbaarheid als gevolg van juridische belemmeringen of het niet gereed zijn van juridisch instrumentarium 3. Continuïteit in beleid, regelgeving en bekostiging van hogere overheden 4. Continuïteit in participatie medebekostiging en risicodeling samenwerkingspartner(s), vraaguitval van afnemers 5. Te laag niveau van taakuitoefening/ taakverwaarlozing 6. Borgstellingen en garanties 7. Aansprakelijkheid uit rechtmatige overheidsdaad (art. 3.4 van de Algemene wet bestuursr echt, bepalingen in bijzondere bestuursrechtelijke wetten: art. 49 WRO en soortgelijke bepalingen). 8. Oninbaarheid vorderingen 9. Ontbreken verhaalsmogelijkheid ter zake van geleden/ te lijden schade (ontbreken van titel voor verhaal, insolvabiliteit, debiteur niet bekend en dergelijke). Beleidsrisico s zijn vooral gerelateerd aan specifieke gemeentelijke producten. Het onderstaande overzicht is het resultaat van een hierop gerichte inventarisatie. Het overzicht bevat alleen die risico s die op gemeentelijk niveau van materiële betekenis zijn. Programma Voorkomend Risico Nadere toelichting op en omschrijving van de aard van het risico Diverse C4 Vraaguitval doordat klanten voor een andere leverancier kiezen of minder afnemen (onder andere markttaken GG&GD, adviesgroep accountantsdienst en onderdelen van het OGU) en teruglopende publieke belangstelling (Programma Cultuur) Sociale Zaken en Welzijn C3 In 007 treedt de WMO in werking. De WMO is een kaderwet waarin de Welzijnswet, de WVG en een deel van de AWBZ worden opgenomen. De verantwoordelijkheden gaan over van Rijk naar gemeente evenals de bijbehorende risico s zoals kostenstijgingen binnen de zorg. Diverse C3 Verantwoording externe gelden nadat uitgaven zijn gedaan. Risico bestaat dat de gelden of een gedeelte daarvan moeten worden terugbetaald indien de verantwoording en / of uitvoering onvoldoende wordt geacht. Dit doet zich voor binnen diverse programma s zoals Onderwijs en Welzijn. Diverse C6 Garanties geldleningen. Er werd niet altijd een recht van hypotheek gevestigd. Er is een inventarisatie gaande. De inventarisatie heeft tot nu toe geen grote risico s opgeleverd..1 Verantwoording 005 177

Programma Voorkomend Risico Nadere toelichting op en omschrijving van de aard van het risico Diverse C7 Risico s uit rechtmatige overheidsdaad. De bekendste hiervan betreft planschade. Het ligt in de bedoeling in de toekomst het risico van claims zoveel mogelijk contractueel neer te leggen bij de belanghebbende, zijnde de ontwikkelaar. Een ander risico uit rechtmatige overheidsdaad is bijvoorbeeld de aanleg van het HOV, waarvoor een schadecompensatieregeling is getroffen. Vanwege het openeinde karakter hiervan bestaat er een budgettair risico. Een ander risico is de juridische aansprakelijkheid van de brandweer bij de afhandeling van incidenten (bijvoorbeeld vervuiling oppervlaktewater en / of bodem en schade ontstaan tijdens berging en bluswerkzaamheden). Stedelijke ontwikkeling Stedelijke ontwikkeling Volksgezondheid C4 C4 C4 Groei in de gemeentelijke huisvestingsbehoefte heeft geleid tot extra aanhuur van panden. Dit kan leiden tot leegstandskosten. Risico s op het gebied van grondexploitaties. Hiervoor verwijzen wij naar de afzonderlijke rapportages: actualisatie masterplan stationsgebied 005, bestuursrapportage Leidsche Rijn en het MPG 005. Onvoldoende voorbereiding op grote uitbraken van infectieziekten of op bio-terrorisme Diverse C Vertraging van projecten als gevolg van milieu- en luchtproblematiek. Aansprakelijkheidsrisico s D. Aansprakelijkheidsrisico s Aansprakelijkheidsrisico s zijn in te delen in zeven soorten risico s: 1. Dreigende of daadwerkelijke verbodsactie of schadeaansprakelijkheid uit onrechtmatige daad (6:16 BW). Risico van te herroepen of vernietigde beschikkingen in verband met lopende procedures in bezwaar of beroep 3. Verbodsactie of aansprakelijkheid wegens contractbreuk door de gemeente zelf. 4. Ongewenste juridische bindingen als gevolg van onjuist optreden in precontractuele situaties, toezeggingen, te strakke contracten, onbedoeld verlengde contracten en dergelijke 5. Niet geldend kunnen maken van (vermeende) gemeentelijke aanspraken en belangen als gevolg van het niet of niet op de juiste wijze vastliggen van afspraken en verantwoordelijkheden, ofwel contracten die ontbreken of gebrekkig zijn. 6. Procesrisico s - het risico om betrokken te worden in juridische procedures (advocaatkosten; ongewisheid afloop) 7. Open eind situaties bij financiering, subsidiering en participaties. Deze aansprakelijkheidsrisico s kunnen ook gerelateerd zijn aan specifieke gemeentelijke producten. Het onderstaande overzicht is het resultaat van een hierop gerichte inventarisatie. Het overzicht bevat alleen die risico s die op gemeentelijk niveau van materiële betekenis zijn. Programma Voorkomend risico Nadere toelichting op en omschrijving van de aard van het risico Diverse D1 Mogelijk te verwachten schadeclaims van gebruikers / huurders van panden in eigendom van de gemeente waarin asbest is verwerkt (onderwijs) en meerwerk door verbouwing panden waarbij problemen met betrekking tot asbest, fundering en constructies naar boven komen. 178 Verantwoording 005

Beheer openbare ruimte Programma Voorkomend risico D4 Nadere toelichting op en omschrijving van de aard van het risico Aansprakelijkheidsrisico s als gevolg van achterstallig onderhoud. Sport D Het restant van de lening die de gemeente heeft verstrekt aan Memid Investments bedraagt ultimo 005 nog 3,75 miljoen euro. Aan het eind van de looptijd zal het dan nog resterende bedrag van 17,5 miljoen euro ineens worden terugbetaald. Ten behoeve van het toezicht op de interne beheersing, financiële verslaglegging en naleving van de regelgeving is een permanente auditcommissie in het leven geroepen..1 Verantwoording 005 179

180 Verantwoording 005

Schoolgebouwen. Onderhoud kapitaalgoederen Gemeentelijke doelen kunnen niet worden gerealiseerd zonder kapitaalgoederen. Om onderwijs te geven zijn schoolgebouwen nodig. Water, wegen en bruggen zijn onontbeerlijk voor de economische ontwikkeling van Utrecht. Straatlantaarns en de inrichting van het openbaar groen leveren een belangrijke bijdrage aan de sociale veiligheid. De riolering draagt bij aan de gemeentelijke milieudoelstellingen. Kortom: kapitaalgoederen spelen een belangrijke rol bij programmadoelen die de gemeente Utrecht wil realiseren. Kapitaalgoederen vormen het gezicht van onze stad. Gaten in het wegdek, scheefliggende stoeptegels, kapotte lantaarnpalen, onveilige groenvoorzieningen en dergelijke zijn zaken die hoog scoren op de lijstjes met ergernissen van burgers. In de Financiële Verordening (door de gemeenteraad vastgesteld op 13 november 003) is voorgeschreven dat het college van b. en w. eens in de vier jaar een nota onderhoud openbare ruimte aanbiedt. Daarin dient het kader benoemd te worden voor de inrichting van het beoogde onderhoudsniveau op gebied van groen, water, wegen, kunstwerken en straatmeubilair. Daarnaast dient iedere vier jaar een rioleringsplan, en elk jaar een nota onderhoud gebouwen aan de gemeenteraad voorgelegd te worden. Omdat er een verschil bestaat in systematiek tussen gebouwde en ongebouwde omgeving, worden de respectievelijke kapitaalgoederen afzonderlijk besproken. Gebouwde omgeving Naam beleidsnota: Programma 005 huisvesting onderwijs Jaar van vaststelling: 004 Doel: Voorzien in adequate huisvesting voor het primair- en speciaal onderwijs middels onderhoud aan schoolgebouwen, uitbreiding, nieuwbouw en eerste inrichting onderwijsleerpakket en meubilair. Stand van zaken: In het jaarlijks op te stellen Programma worden voorzieningen opgenomen die door de schoolbesturen zijn aangevraagd. Alle aanvragen voor onderhoud voor kalenderjaar 005, die voldoen aan de in de huisvestingsverordening opgenomen criteria, worden uitgevoerd. In de loop van 006 zullen al deze voorzieningen uitgevoerd zijn op grote investeringsprojecten na, welke om uiteenlopende redenen vertraging hebben opgenomen (Prinses Margrietschool en Rubenslaan 91). Verder wordt er gewerkt aan een Masterplan Primair Onderwijs (PO), waarmee de gemeente in overeenstemming met de schoolbesturen wil komen tot een meerjarenplanning. De uitgangspuntennotitie hiervoor is begin 006 voorgelegd aan de gemeenteraad. Uitvoering 005: Doordat extra middelen beschikbaar zijn gesteld voor achterstallig onderhoud, kunnen alle aanvragen voor onderhoud voor 005 die als noodzakelijk beoordeeld zijn, worden uitgevoerd. Naam beleidsnota: Masterplan Voortgezet Onderwijs Utrecht Jaar van vaststelling: 00 Doel: Het Masterplan Voortgezet Onderwijs beoogt een oplossing te bieden voor de slechte huisvestingssituatie van een aantal scholen en combineert dit met een sanering van het scholenbestand, zodat spreiding en levensvatbaarheid verbeterd worden. Het is een integraal plan voor de huisvesting van het voortgezet onderwijs. Stand van zaken: In 003 is de 1e voortgangsrapportage voorgelegd aan de gemeenteraad, in 004 de e en in 005 de 3e voortgangsrapportage. Er zijn 15 projecten in het Masterplan opgenomen. Deze projecten betreffen renovatie (eventueel inclusief uitbreiding), nieuwbouw en het bieden van tijdelijke huisvesting in afwachting van een definitieve locatie. Inmiddels zijn er 4 projecten uitgevoerd (verbouwing Internationale Schakelklassen, verbouwing Vader Rijn College en tijdelijke huisvesting voor UNIC en Amadeus). Op dit moment zijn er nog onvoldoende middelen beschikbaar om het onderhoud van alle scholen voor Voortgezet Onderwijs op peil te brengen. Uitvoering 005: In 005 heeft het accent gelegen op planvoorbereiding van nagenoeg alle overige scholen uit het Masterplan.. Verantwoording 005 181

Sportaccommodaties Naam beleidsnota: Sportaccommodaties: alles onder controle Jaar van vaststelling: 00 Doel: (Sociale) veiligheid van sportaccommodaties verbeteren. Stand van zaken: De afgelopen jaren zijn er al veel verbeteringen aangebracht aan de diverse accommodaties. Uit de Sportpeiling (003) blijkt ook dat de tevredenheid over de veiligheid van de sportaccommodaties toeneemt. Uitvoering 005: Er zijn verdergaande verbeteringen aangebracht op het gebied van de fysieke veiligheid zoals verlichting, het snoeien van groen, camerabeveiliging en verwijderen van graffiti. Daarnaast is sport en spel materiaal vervangen en is het klein dagelijks onderhoud in de verschillende accommodaties geoptimaliseerd. Ook is er intensiever samengewerkt met maatschappelijke partners om de veiligheid te verbeteren. Sociale infrastructuur Onderhoud gebouwen Naam beleidsnota: Beleidsplan sport 00-006 Betere tijden Jaar van vaststelling: 00 Doel: Ontwikkelingsvisie die als basis dient voor de verdere uitwerking van de plannen voor publiek en private sportaccommodaties. Onderdeel hiervan is vernieuwing en verbetering van het basisvoorzieningenpakket. Stand van zaken: In 005 is zwembad Den Hommel in de zomervakantie een aantal weken gesloten voor het plegen van groot onderhoud. Uitvoering 005: In 005 zijn wederom diverse kunstgrasvelden aangelegd. Ook zijn nieuwe accommodaties in Leidsche Rijn in beheer genomen. Naam beleidsnota: Investeringsnoodzaak DMO Jaar van vaststelling: 005 Doel: Vaststellen van de investeringsnoodzaak voor de DMO voor vervangende nieuwbouw, jaarlijks en planmatig groot onderhoud. Stand van zaken: In 005 is de onderbouwing van de investeringsnoden uitgewerkt, hetgeen heeft geleid tot een raadsbesluit om de komende drie jaar,8 miljoen euro extra te besteden aan het inlopen van het achterstallig onderhoud. De onderbouwing is vastgelegd in de nota s Toekomst van de stedelijke kapitaalgoederen: de accommodaties van de sociale infrastructuur nader beschouwd op de investeringsnoden; scenario s kapitaalgoederen SI en de projectmatige onderbouwing. Uitvoering 005: De feitelijke uitvoering van de maatregelen zal vanaf 006 plaatsvinden. Naam beleidsnota: programmabegroting 005 (005): Onderhoud gebouwen Tijdelijk Jaar van vaststelling: 005 Doel: Bij tijdelijk beheer van vastgoed is de hoofddoelstelling het tijdig beschikbaar hebben van het vastgoed voor het beoogde doel. Na verwerving wordt het vastgoed tijdelijk, in afwachting van sloop, herontwikkeling of uitgifte, verhuurd als woonruimte, atelier of als bedrijfsruimte. Hiermee wordt onnodige leegstand voorkomen en kan het vastgoed nog tijdelijk voor een maatschappelijke functie worden ingezet. Het tijdelijk beheer vindt ook plaats in opdracht van het Projectbureau Leidsche Rijn, de DSO voor het vastgoed dat verworven is voor het HOV, de GG&GD voor wat betreft de tijdelijke hostels etcetera. Stand van zaken: Bij het tijdelijk beheer wordt rekening gehouden met de uitvoering van het strikt noodzakelijke en juridisch afdwingbare onderhoud dat nodig is voor de tijdelijke instandhouding van het vastgoed. Bij tijdelijke verhuur wordt een afweging gemaakt tussen de noodzakelijk te treffen voorzieningen, de tijd dat het vastgoed nog kan worden geëxploiteerd en de mogelijke huuropbrengsten. Voor deze categorie panden worden géén beheerplannen opgesteld. De onderhoudskosten voor de tijdelijk beheerpanden komen ten laste van de exploitatie van het vastgoed en daarmee ten laste van de betreffende grondexploitatie (evenals uiteraard de opbrengsten). Uitvoering 005: In 005 is een raamcontract afgesloten met de Stichting Studenten Huisvesting om de tijdelijke woningen te verhuren aan studenten circa en bijzondere doelgroepen. Dit ter vervanging van het contract met Woningnet die met bedoelde verhuurdiensten is gestopt. Naam beleidsnota: programmabegroting 005 (005): Onderhoud gebouwen Permanent Jaar van vaststelling: 005 Doel: De gemeente heeft vanouds een brede vastgoedportefeuille en zolang het vast-. 18 Verantwoording 005

goed een functie vervult voor eigen huisvesting, maatschappelijke of culturele doeleinden dan wordt het vastgoed marktconform beheerd en geëxploiteerd, waarbij de optimalisatie van het rendement één van de uitgangspunten is. Stand van zaken: Voor het onderhoud van permanent vastgoedbeheer worden beheerplannen opgesteld. De panden worden opgenomen in het planmatig onderhoudssysteem hetgeen inhoudt dat er een opname van alle bouwdelen plaatsvindt met daaraan gekoppeld een meerjarenverwachting onderhoud. Het planmatig onderhoudssysteem maakt daarbij een onderscheid tussen het kort- en langcyclisch onderhoud. Kort cyclisch onderhoud (inclusief uitgesteld) is het totaal van het begrote onderhoud van de gebouwdelen met een levensduur kleiner dan 5 jaar. Momenteel wordt hier jaarlijks circa 50% van uitgevoerd, dit heeft te maken met een tekort aan budget en capaciteit. Het huidig onderhoudsniveau voldoet aan alle wettelijke verplichtingen. Echter, voor het behoud van de waarde van de kapitaalgoederen (op niveau van sober en doelmatig) zou het totale begrote kort cyclisch onderhoud uitgevoerd moeten worden. Voor het langcyclisch onderhoud is geen structureel budget beschikbaar. Voor dit onderhoud wordt door het OGU tot op heden separaat per pand krediet aangevraagd bij de gemeenteraad. Dit betreft voor een groot deel de accommodaties als de Torens, Vleuten-De Meern en nog enkele andere accommodaties. In het verleden is er altijd vanuit gegaan dat het langcyclisch onderhoud veelal in combinatie met verbouw- en/of renovatieplannen werd uitgevoerd. Dit is echter niet altijd het geval. Uitvoering 005: Het onderhoudsbudget voor het onderhoud van het permanent vastgoed bedroeg voor 005 3,666 miljoen euro (voor de directe kosten 3,188 miljoen euro; voor de kosten voor voorbereiding, begeleiding, controle, etcetera 0,478 miljoen euro). De gemiddelde begrote kosten bedroegen voor 005 3,907 miljoen euro. Het verschil tussen begrote kosten en begroot onderhoudbudget dient gedekt te worden uit de egalisatievoorziening. De stand van de voorzieningen betrekking hebbend op onderhoud kapitaalgoederen per 31 december 005 is als volgt: Voorziening groot onderhoud 0,145 miljoen euro Egalisatievoorziening onderhoud 0,335 miljoen euro Voorziening nieuwe exploitatie 3,710 miljoen euro In 005 was in tijdelijk en permanent beheer een totaal van 1.636 eenheden, verdeeld als in onderstaande tabel weergegeven. Bestemming Tijdelijk beheer Permanent beheer Leidsche Rijn Beheer Muziekcentrum HOV Totaal Woningen 37 5 33 0 4 16 Bedrijven 37 56 41 0 6 340 Cultureel 86 4 13 0 105 Horeca 1 3 0 0 0 4 Gecomb. 1 6 0 0 9 Tehuizen 0 7 1 0 0 8 Bijz.gebouw 6 0 0 30 Diverse 7 4 0 0 78 Gronden 95 637 181 0 3 916 Totaal 177 1.165 68 13 13 1.636. Ongebouwde omgeving Beheren is een cyclisch proces. Na de doorgaans kortdurende periode waarin de openbare ruimte wordt ingericht komt het voor een lange periode in de beheerfase (instandhoudingcyclus) terecht. In de instandhoudingcyclus wordt de openbare ruimte gebruikt, waardoor veroudering, slijtage en vervuiling optreden. Dit wordt door de beheerders gesignaleerd, waarna onderhoud (reparatie, verzorging, vervanging) plaatsvindt. Vervolgens blijkt of de openbare ruimte weer voldoet aan de eisen die het gebruik en de gebruiker er aan stellen. Op een aantal terreinen zijn de resultaten van de werkzaamheden direct Verantwoording 005 183

zichtbaar, daardoor signaleren ook de bewoners of er onderhoud moet plaats vinden. Dit geeft de mogelijkheid om op die terreinen doelstellingen voor het beheer te formuleren die meetbaar zijn in de uitgesproken waardering van bewoners. Het openbaar groen en het reinigen van de openbare ruimte zijn bij uitstek gebieden waarop dit van toepassing is. Wanneer de instandhoudingcyclus erg lang is (bij wegen, verlichting en verkeersinstallaties bedraagt deze tientallen en bij bruggen zelfs honderden jaren), is het moeilijk waarneembaar voor bewoners of er voldoende onderhoud wordt gepleegd. Het gebrek aan onderhoud leidt dan tot sluipend verval. In deze paragraaf onderhoud kapitaalgoederen ligt het accent vooral op dit soort kapitaalgoederen, de zogenaamde civieltechnische infrastructuur. Op 13 november 003 heeft uw gemeenteraad de zorg over het achterstallig onderhoud in de buitenruimte van 101,5 miljoen euro omgezet in een besluit door het amendement 003/A59 (Oldenborg c.s.) aan te nemen. Daarbij is vastgesteld dat voor het Programma Beheer Openbare Ruimte 37,5 miljoen euro beschikbaar komt om de uitvoering van een deel van het achterstallig onderhoud al meteen aan te pakken, verdeeld over de periode 004-007. Bij de behandeling van de begroting 005 heeft uw gemeenteraad besloten (004/A86) dat incidentele en structurele meevallers in 004, 005 en 006 in ieder geval ingezet moeten worden om het ongunstige rente-effect van amendement 003/ A59 op te lossen. In de voorjaarsnota 005 is invulling gegeven aan amendement A86, zodat de rentelast van de zogenaamde Oldenborggelden van 1,9 miljoen euro structureel is opgevangen. Verhardingen en verkeersaanduidingen Bruggen, viaducten en tunnels Naam beleidsnota: Van gebaande wegen die onderhouden moeten worden Jaar van vaststelling: 000 Doel: een maatschappelijk verantwoorde en aanvaardbare (beeld)kwaliteit van de openbare weg door tijdig, duurzaam en efficiënt onderhoud. Minimale eis is daarbij dat letselschade en/ of materiële schade door een gebrekkige toestand van de weg met de daarmee gepaard gaande aansprakelijkheid moet worden voorkomen. Stand van zaken: in het meerjarenbeheerplan is er vanuit gegaan dat het kwaliteitsniveau van de utrechtse wegen gemiddeld een zes bedraagt (zie pilot programma beheer openbare ruimte). Dat betekent in de praktijk dat ze op een aanvaardbaar technisch en veiligheidsniveau zijn. Er wordt geen rekening gehouden met meerkosten voor esthetische aspecten. Derhalve is geen sprake van het op peil houden van een goed verzorgd uiterlijk. De hoofdwegen in Utrecht zijn voor een groot gedeelte aangelegd in de periode 1958 tot en met 1968. Evenals de hoofdwegen zijn ook de twee grote uitbreidingswijken Kanaleneiland en Overvecht circa 30 jaar geleden aangelegd. Zowel de hoofdwegen als deze naoorlogse wijken vergen de komende jaren omvangrijk grootschalig onderhoud. Hiervoor zal een totaalinventarisatie worden opgesteld om het probleem inzichtelijk te maken. Het kwaliteitsniveau is de afgelopen jaren onder druk komen te staan. Oorzaken hiervan zijn de gestegen kosten voor onderhoud (in verband met onvoldoende prijscompensatie) en achterblijvende bijdragen van derden (investeringsimpulsen). Uitvoering 005: uit de zogenoemde Oldenborggelden werden in 005 een aantal wegen van groot onderhoud voorzien. Het ging daarbij om de Nedereindseweg (inmiddels is onderbouw gereed, de deklaag volgt in april 006) en de Europalaan tussen A1 en Nieuwegein (dit is grotendeels gereed, maar door vervanging van de waterleiding wordt het project afgerond in mei 006). Ook kleinere hoofdwegen worden opgeknapt: Wolgadreef en Donaudreef (gereed); e fases van Japuradreef en Tigrisdreef (gereed); Emmalaan en Grutterdijk (gereed). Naam beleidsnota: Samen naar de overkant Jaar van vaststelling: 1997 Doel: de objecten in een zodanige staat te onderhouden dat zij voldoen aan de eisen ten aanzien van functionaliteit en veiligheid. Stand van zaken: het oorspronkelijke gebied van Utrecht heeft een omvangrijk bestand aan bruggen, viaducten en tunnels. De bruggen en dergelijke in het gebied van de voormalige gemeente Vleuten-De Meern zijn nog niet in het beheersysteem opgenomen. Zowel voor de benodigde investeringen als voor de kosten van preventief beheer, zijn de middelen momenteel niet beschikbaar. De oplossing is deels gevonden in het delen van de middelen in de investeringsband openbare infrastructuur (groot wegonderhoud). Voor wat betreft de monumentale boogbruggen zijn alle noodzakelijke renovaties in de Investeringsplanning geregeld. In 003 zijn de onderhoudachterstanden bij monumentale brug- 184 Verantwoording 005

gen (3,6 miljoen euro) weggewerkt. De achterstand bij de beweegbare bruggen bestaat nog steeds. Met het beschikbare budget wordt alleen het hoogst noodzakelijke onderhoud gepleegd. In de praktijk betekent dat het Storings Afhankelijk Onderhoud (niveau 4). Eind 003 is een nieuw beheerplan in gebruik genomen door de DSB, met als uitgangspunt onderhoudsniveau 6. Het nagestreefde niveau in 1997 bedroeg nog een 8. Uitvoering 005: uit de gelden voor achterstallig onderhoud 005 is de David van Mollembrug voorbereid. Uitvoering volgt na het vaarseizoen. Uit de middelen voor 004 werden de Abel Tasmanbrug en J.P. Coenbrug gerenoveerd. Uit datzelfde jaar dateert het werk aan de Industriehaven en brug aldaar. Dat werk is nagenoeg gereed. Openbare verlichting Naam beleidsnota: Beleidsplan openbare verlichting Jaar van vaststelling: 1994 Doel: het tijdens de avond- en nachtelijke uren storingsvrij laten functioneren van de openbare verlichting. Naam beleidsnota: het beheerplan is beschikbaar voor beheerdoeleinden. Jaar van vaststelling: niet bestuurlijk behandeld. Doel: de havens (wal- en kademuren en bodem) in een zodanige staat te onderhouden dat zij voldoen aan de eisen ten aanzien van functionaliteit en veiligheid. Stand van zaken: het betreft het beheren en onderhouden van de afmeerfaciliteiten in Lage Weide. De waterdiepte van het Amsterdam Rijnkanaal is vergroot. Het ligt voor de hand dat ook de havens op den duur van een grotere waterdiepte worden voorzien. Dit heeft gevolgen voor de benodigde hoogte en sterkte van de kademuren en beschoeiin- Verkeersregelinstallaties Werfmuren, beschoeiingen, kademuren, geluidsvoorzieningen en dergelijke Havens Stand van zaken: de openbare verlichting in Utrecht voldoet in het algemeen aan de te stellen eisen met betrekking tot sociale veiligheid en verkeersveiligheid. De verlichtingsintensiteit is - mede als gevolg vragen van particulieren - de afgelopen jaren toegenomen. Het gemeentelijk beleid is een doelmatig, maar sober verlichtingsniveau voor de gehele stad. Het planmatig onderhoud verloopt niet wijkgebonden maar volgens projecten (nieuwbouw en/ of onderhoud Wegen). Dit geldt ook voor het klachtenbudget. Uitvoering 005: in 005 werd alleen het reguliere onderhoudsgeld ingezet. Naam beleidsnota: Beheer, onderhoud en instandhouding van verkeersregelinstallaties Utrecht Jaar van vaststelling: 1996 Doel: het onderhouden en beheren van de centrale verkeersregelcomputer en de verkeersregelinstallaties op locatie. Het onderhouden en beheren van het Parkeer Route Informatie Systeem (PRIS), het snelheidsmonitoringsysteem en de doelgroepenstrook. Conform het in 1996 vastgestelde meerjaren beleidsplan is er voorzien in fondsvorming waardoor vervanging van de verkeersregelinstallaties op langere termijn is verzekerd. Stand van zaken: in het jaar 00 zijn extra werkzaamheden voor het inlopen van een jarenlang bestaande onderhoudsachterstand in Vleuten-De Meern uitgevoerd. Daardoor ontstond overuitputting van het VRI-fonds. Dientengevolge diende het vervangingsprogramma in de bestaande stad met enkele jaren opgeschoven te worden. De centrale verkeerscomputer in Politiebureau Paardenveld is in 1995 vervangen en had een levensduur van circa 10 jaar. Nadat de overeenkomst was opgezegd werd een andere locatie gevonden aan de Ravellaan en zal de computer voortijdig vervangen moeten worden. Vervanging ten bedrage van circa 0,5 miljoen euro is geregeld via de investeringsplanning. De aanbestedingsprocedure voor de vervanging is in 005 opgestart. Uitvoering 005: door het vervangingsfonds kan, na boven vermelde verschuiving, het regulier vervangen weer worden opgepakt. Naam beleidsnota: het beheerplan is beschikbaar voor beheerdoeleinden. Jaar van vaststelling: niet bestuurlijk behandeld. Doel: de objecten in een zodanige staat te onderhouden dat zij voldoen aan de eisen ten aanzien van functionaliteit en veiligheid. Stand van zaken: de bestaande onderhoudsachterstand wordt in het kader van het nieuwe beheerplan geïnventariseerd. Deze is bij de voorjaarsnota 003 aan uw gemeenteraad voorgelegd. Uitvoering 005: de herstelwerkzaamheden aan de lage wal en kademuren zijn besteksgereed voor uitvoering in 006.. Verantwoording 005 185

gen. In het voorjaar van 1999 is een startnotitie voorgelegd inzake de renovatie van de kademuren en het uitbaggeren van de havens (Industriehaven en Uraniumkanaal). De kosten werden geraamd op,4 miljoen euro, exclusief eventueel te verkrijgen subsidie. Inmiddels werd in maart 004 duidelijk dat de situatie in de Industriehaven kritisch was. Onderzoek, dat vanwege de daarmee gemoeide kosten niet routinematig wordt uitgevoerd, toonde aan dat onder de waterlijn de kademuren op instorten staan. Ook de aan de haveningang gelegen beweegbare brug loopt gevaar. De kosten voor herstel belopen 4,8 miljoen euro. Daarnaast spelen de kosten voor het baggeren van de havens (zie Baggerplan gemeente Utrecht) ten bedrage van 1,7 miljoen euro. Uitvoering 005: de in 004 aangevangen werkzaamheden aan de Industriehaven zijn in de loop van 005 verder uitgevoerd en nagenoeg gereed. Waterbodems Openbaar groen Speelplaatsen Naam beleidsnota: het Baggerplan gemeente Utrecht Jaar van vaststelling: 001 Doel: het inlopen van achterstallige baggerwerkzaamheden binnen een termijn van 10 jaar. Het betreft hierbij de watergangen waarvoor de gemeente verantwoordelijk is (tertiaire watergangen en havens) en die waarvoor het waterschap het onderhoud verzorgt (primaire watergangen). Stand van zaken: het wegwerken van achterstallig baggerwerkzaamheden wordt geraamd op circa 8, miljoen euro voor de tertiaire watergangen en 1,7 miljoen euro voor de havens en zal dienen te geschieden ten laste van de Investeringsplanning. De ruimte hiervoor is echter niet aanwezig. Het huidige budget is niet toereikend voor het onderhouden van de watergangen door het baggeren van bodemslib. Uitvoering 005: de baggerwerkzaamheden werden in 005 aanbesteed, waarna in februari 006 de uitvoering kan starten. Naam beleidsnota: Beleidsnota Onderhoud Openbaar Groen Jaar van vaststelling: 1995 Doel: het technisch en functioneel instandhouden van de openbaar groen- en recreatievoorzieningen. Stand van zaken: de in 1995 geconstateerde onderhoudsachterstand bij de groencategorieën bosplantsoen en heesters en bij alle technische voorzieningen (meubilair, hekken, paden, speelvoorzieningen) bedroeg in totaal 10,4 miljoen euro. In 000 is de uitvoering van de beleidsnota geëvalueerd. Daarbij bleek een resterende onderhoudsachterstand te bestaan van 4,6 miljoen euro, weg te werken door middel van de omvorming van groencategorieën. In de Investeringsplanning 00-006 is dit bedrag ten dele opgenomen voor het groenplan Overvecht (1,7 miljoen euro). Het in 00 nog resterende bedrag aan onderhoudsachterstanden van 1,9 miljoen euro is niet opgenomen op de Investeringsplanning omdat voorrang wordt gegeven aan een aantal andere investeringsbehoeften. De programmering in de investeringsplanning vindt plaats op basis van planidentificaties die werden vastgesteld bij de behandeling van begroting 005. Uitvoering 005: om grasvelden en trapvelden te herstellen, was 0,15 miljoen euro beschikbaar. Ook uit deze middelen kon voor 0,094 miljoen euro populieren worden vervangen die aan het eind van hun levensduur zijn, en/of gevaar opleveren voor de omgeving. Voorbereiding vond plaats in 005, uitvoering in voorjaar 006. In het kader van het Groenplan Overvecht werd voor 0,05 miljoen euro achterstallig onderhoud weggewerkt. In het Zocherplantsoen werd voor 0,35 miljoen euro geïnvesteerd. Naam beleidsnota: Buiten-spel (in voorbereiding) Jaar van vaststelling: geen prioriteit Doel: in stand houden van de speelplaatsen. Stand van zaken: het vigerend beleid op het gebied van speelplaatsen is omschreven in de nota Speelruimte in Utrecht uit 1991. De laatste jaren is bij het opheffen van speelplaatsen een groter accent gelegd bij speelplaatsen met onderhoudsintensieve elementen, zoals zandbakken en houten voorzieningen. De maatregelen brachten het benodigde (meerjaren)budget terug tot,1 miljoen euro. De onderhoudstoestand van de speelplaatsen is in de jaren 90 aanzienlijk verbeterd vooral door de inzet van budgetten van wijkleefbaarheidsbudgetten van DWS en DMO en door de inzet van extra investeringsimpulsen (revitaliseringgelden). Uitvoering 005: vervanging van speelplaatsen is voorzien voor 006 ten laste van de ISV middelen.. 186 Verantwoording 005

Riolering Begraafplaatsen Naam beleidsnota: Gemeentelijk rioleringsplan 003-006 Jaar van vaststelling: 003 Doel: doelmatig inzamelen en transporteren van het binnen gemeentelijk gebied geproduceerde huishoudelijke en bedrijfsmatige afvalwater naar de RWZI; doelmatig inzamelen en verwerken van het binnen het gemeentelijk gebied gevallen overtollige hemelwater; het bevorderen van een schoon milieu (water, bodem en lucht) De belangrijkste randvoorwaarden waaraan het inzamelen, transporteren en verwerken van het afvalwater moet voldoen zijn: overlast en veiligheidsrisico's voor de gemeenschap worden voorkomen; de rioleringszorg moet doelmatig worden uitgevoerd Stand van zaken: het nieuwe Rioleringsplan richt zich vooral op maatregelen om een duurzaam milieu te bevorderen. Op grond van de Wet Milieubeheer moeten deze maatregelen voor 005 gerealiseerd worden. Dit brengt met zich mee dat kosten in de komende jaren toenemen. Het GRP 003-006 gaat uit van het optimaal inzetten van het Egalisatiefonds rioleringen. Gevolg hiervan is dat het rioolrecht de komende jaren telkens met een vast, boveninflatoir, percentage toeneemt. Uitvoering 005: in 005 is ruim 5 kilometer riool vervangen. Bijna 3 ha. verhard oppervlak werd afgekoppeld, zodat schoon regenwater van dat oppervlak niet langer in het riool terecht komt. Door een combinatie van vervanging riolering en wegonderhoud wordt een synergie bereikt. Deze gecombineerde werkzaamheden benoemt het BAR (bestrating, asfaltering, riolering)programma. In 005 is dat geheel uitgevoerd. Naam beleidsnota: Liggend in Utrecht (in voorbereiding) Jaar van vaststelling: vooralsnog geen prioriteit Doel: een verbijzonderd onderdeel van het groen vormen de begraafplaatsen. De oude begraafplaatsen hebben inmiddels parkachtige vormen aangenomen en vormen oases van rust in de drukke stedelijke omgeving. In 000 werd de beheerverordening begraafplaatsen aangepast. Specifiek voor begraafplaats Soestbergen werd een beheervisie opgesteld. Daarbij kwam naar voren dat, gelet op de leeftijd van de begraafplaatsen, een toekomstvisie ontwikkeld moet worden omdat vervangingsinvesteringen getroffen moeten worden. Stand van zaken: de toekomstvisie begraafplaatsen zal worden opgesteld in aanvulling op de beheervisie voor het totale groen in de stad - maar vanwege de noodzakelijkheid van investeringen - separaat worden opgesteld voorafgaand aan de totaalvisie. Uitvoering 005: op de begraafplaatsen is sprake van achterstallig onderhoud ter hoogte van 3,5 miljoen euro, waarvoor inmiddels een planidentificatie is opgesteld. Binnen de prioritering van middelen kwam het niet tot opname van reserveringen.. Verantwoording 005 187

188 Verantwoording 005

.3 Financiering Algemene ontwikkelingen Voor 005 zijn geen langlopende financieringstransacties begroot en deze zijn in 005 ook niet uitgevoerd. De ontwikkeling van de lange rente heeft daarom geen effect gehad op het renteresultaat voor 005. De korte rente is in 005 op een lager niveau uitgekomen dan waarvan in de begroting (4,5%) was uitgegaan. De gemiddelde rente voor de diverse geldmarktproducten lag beneden de 3%. Bovendien was sprake van een vrii vlakke rentecurve waardoor er geringe verschillen waren tussen de diverse soorten geldmarktproducten. De overliquide positie is in 005 overwegend gereguleerd met daggeldtransacties binnen de speciaal daarvoor overeengekomen arrangementen met de ABN AMRO en BNG. Incidenteel zijn in 005 overtollige middelen in deposito geplaatst met een looptijd van 1 maand tegen een rentevergoeding variërend van,06% tot,36%. De kasgeldlimiet stelt een grens aan de financiering met kortlopende (looptijd maximaal jaar) leningen. De limiet bedroeg voor 005 111,5 miljoen euro. Door de huidige overliquide positie zijn in 005 geen kortlopende financieringsmiddelen aangetrokken en is derhalve het gebruik van de kasgeldlimiet niet aan de orde geweest. De renterisiconorm is een in de wet FIDO bepaald maximumbedrag aan nieuw aan te trekken financieringsmiddelen waarover in een jaar renterisico mag worden gelopen. Aan het einde van het jaar wordt getoetst of aan de norm is voldaan. Op basis van een renterisiconorm van 15% en een leningportefeuille van 04 miljoen euro per 1 januari 005 zou de gemeente in 005 over een bedrag van maximaal 31 miljoen euro renterisico hebben mogen lopen. Aangezien er voor herfinanciering van reguliere en vervroegde aflossing geen langlopende middelen zijn aangetrokken is de gemeente onder de norm gebleven. Gegarandeerde leningen Verstrekte leningen Organisatie (Rente) risicobeheer Liquiditeitsbehoefte Informatievoorziening De reserve renterisico bedraagt eind 005 6 miljoen euro. Dit bedrag is voldoende om de rentenadelen op te vangen die zich kunnen voordien indien de renteveronderstellingen in de meerjarenbegroting 006 t/m 009 1% ongunstiger uitkomen dan aangenomen. Ultimo 005 bedraagt de overliquide positie 139 miljoen euro. De overliquide positie eind 005 is mede het gevolg van een in 003 afgesloten lening van 100 miljoen euro met uitgestelde storting op 1 juli 005. Met de betreffende transactie werd het meerjarig budgettair kader voor de Centrale Treasury veilig gesteld. De rente van de lening (4,37%) was in historisch perspectief erg laag mede in het licht van de toenmalige verwachtingen van de institutionele beleggers dat de lange rente weer tot normale hoogte zou oplopen. Bovendien werd toen voor 005 een aanmerkelijk liquiditeitstekort voorzien. Vooral door de veel gunstiger ontwikkeling van de reserves en voorzieningen (zie ook het resultaat voor bestemming van de jaarrekening 004 van 7,8 miljoen euro voordelig) respectievelijk van de beleggingen door derden is het voorziene liquiditeitstekort omgeslagen in een liquiditeitsoverschot. De externe rentelasten in 005 bedragen 16,686 miljoen euro en de externe rentebaten 14,556 miljoen euro; de netto rentelasten bedragen derhalve in 005,130 miljoen euro. Ultimo 005 bedroeg het totaal van de gegarandeerde geldleningen 1.311 miljoen euro. Het overgrote deel (1.08 miljoen euro) heeft betrekking op gegarandeerde geldleningen aan woningbouwcorporaties die geborgd zijn door het Waarborgfonds Sociale Woningbouw. In juni 003 is een lening van5 miljoen euro à 4% verstrekt aan Memid in het kader van de problematiek rond FC Utrecht. Het schuldrestant eind 005 bedraagt 3,3 miljoen euro. De Centrale Treasury is als een afzonderlijk onderdeel ondergebracht bij de afdeling Financiële Coördinatie van de sector Financiën. De formatie bedraagt eind 005,8 fte s. Alle geldstromen (zowel in- als externe) tussen de Centrale Treasury en de diensten, alsmede tussen de diensten onderling lopen vanaf 1 januari 005 via de tot een inhouse.3 Verantwoording 005 189

bank omgevormde rekeningstructuur met de ABN AMRO bank. In de loop van 005 zijn de nieuwste versies van het electronic-banking pakket ABN AMRO Office-net en BNG Dataservices online geïnstalleerd. Voor de bepaling van de dagelijkse liquiditeitspositie en het opstellen van de liquiditeitenplanning wordt met ingang van 005 de cash-management module van Civision middelen gebruikt. Risico s Liquiditeitsrisico: door de structurele overliquiditeit behoefde in 005 geen gebruik te worden gemaakt van de kredietfaciliteiten bij de huisbankiers. Debiteuren- c.q. kredietrisico: in het kader van de regulering van de liquiditeitspositie zijn gedurende 005 enkele malen deposito s met een maximale looptijd van 1 maand afgesloten bij de BNG, ABN AMRO, ING en gemeente Almere. BNG bezit een triple A-rating, ABN AMRO en ING een double A-rating. Koersrisico: bij (verhandelbare) financiële activa (zoals obligaties en Medium Term Notes) bestaat de mogelijkheid dat deze in waarde vermeerderen of verminderen door koersfluctuaties. Van het totaal aan beleggingen van 175 miljoen euro is een bedrag van 50 miljoen euro belegd in 4,5% obligaties van de Rabobank. De koers van deze belegging (van nominaal 50 miljoen euro) bedraagt per 31 december 005 105,47%, waardoor deze een waarde vertegenwoordigt van 5,4 miljoen euro. 190 Verantwoording 005

.4 Bedrijfsvoering.4.1 Wat hebben we bereikt? Missie In de begroting 005 hebben wij aangegeven hoe wij, hetgeen we in de stad wilden bereiken, vorm zouden geven. De ambtelijke organisatie is cruciaal voor de voortbrenging van onze producten en diensten en het vervullen van onze maatschappelijke rollen. De bedrijfsvoering ondersteunt de uitvoering van de programma s. Het welslagen van de programma s is zodoende in belangrijke mate afhankelijk van de kwaliteit van de bedrijfsvoering. In het jaar 005 hebben wij met het opstellen van het project Organisatie 010 een belangrijke aanzet gegeven voor een vernieuwde en slagvaardige organisatie, die zich richt op uitvoerende taken en haar dienstverlening op een hedendaags niveau brengt. Het project zal de komende jaren nog de nodige activiteiten met zich mee brengen. We willen een organisatie zijn die gericht is op de Utrechtse samenleving, die constructief samenwerkt met (stedelijke) partners en waar interne samenwerking vanzelfsprekend is. De afgelopen jaren is meermalen bezuinigd op de ambtelijke organisatie zonder fundamenteel te kijken naar organisatie, werkwijze en bedrijfscultuur. Na afronding van de bedrijfsdiagnose door Cebeon zijn deze mogelijkheden uitgeput. Een andere aanpak is nu nodig om beter en goedkoper te gaan werken. Innovatie is daarbij het sleutelbegrip. Zowel in organisatorisch opzicht (door meer programmatisch te werken en door ondersteunende functies te bundelen) als in de bedrijfsvoering en de dienstverlening (door de mogelijkheden van ICT beter te benutten). Om als organisatie daadkrachtig, vraaggestuurd, betrouwbaar, integer, open en respectvol te kunnen opereren, moet de interne bedrijfsvoering op orde zijn. Onder bedrijfsvoering verstaan wij het geheel van uitgangspunten, kaders, regels, afspraken, procedures en activiteiten gericht op de sturing, uitvoering, beheersing en verantwoording van processen die de primaire processen ondersteunen. Het betreft de domeinen: organisatie, personeel, informatisering, financiën, doelmatigheid en doeltreffendheid, juridische zaken, communicatie, aanbestedingsbeleid en huisvesting. In de begroting hebben wij een aantal doelstellingen benoemd van waaruit de bedrijfsvoering wordt gestuurd. In de paragraaf Wat hebben we daarvoor gedaan? gaan we vervolgens per domein in op de stand van zaken en de belangrijkste in 005 uitgevoerde activiteiten en resultaten..4. Wat hebben we daarvoor gedaan?.4 De doelstellingen die we per domein benoemd hebben, waren in de begroting (nog) niet altijd in kwantitatieve termen uitgedrukt. Wel waren de doelen altijd in concrete activiteiten uitgewerkt. Voor een aantal doelstellingen geldt dat die door de dienstdirecteuren in een jaarplan nader gedefinieerd dienden te worden in een aantal vastgestelde kengetallen. Deze kengetallen werden voorzien van een beknopte toelichting waarin verwoord werd welke activiteiten de dienst zou gaan ondernemen om de weergegeven streefwaarden te bereiken. De onderstaande tekst is, indien dat relevant is, gebaseerd op de informatie die de diensten over bedrijfsvoeringsaspecten hebben gerapporteerd. Organisatie In het najaar van 005 hebben wij, als strategisch voornemen, met een aantal uitgangspunten uit het document: Organisatie 010; Visie op Sturing, organisatie en ondersteuning ingestemd. Zo hebben wij programmasturing gekenschetst als primair sturingsprincipe binnen de gemeentelijke organisatie. Als dominante inrichtingskenmerken voor de toekomstige organisatie (010) gaan wij hanteren: de bundeling en concentratie van verwante activiteiten (dezelfde professie, hetzelfde werkproces en/ of een vergelijkbare relatie met de klant ); Verantwoording 005 191

het één-loket-principe; het (op natuurlijke momenten) op afstand zetten van organisatieonderdelen die diensten aan burgers verlenen waarbij bestuurlijke aansturing slechts incidenteel gewenst is. Wij hebben ons voorgenomen om ICT-mogelijkheden maximaal in te zetten om de dienstverlening aan burgers, bedrijven en instellingen te verbeteren en de efficiency van de werkprocessen te verhogen. Op basis van deze voornemens is een groot aantal projecten gedefinieerd dat uitwerking geeft aan deze voornemens. Deze projecten bevinden zich nog in het beginstadium; hebben nog niet tot resultaten geleid. Zonder uitputtend te zijn, vermelden wij hierna aantal belangrijke projecten: We hebben de eerste stappen gezet in voorbereiding op een samenvoeging van taken van OGU en DSO. De dienst Stadswerken gaat in 006 van start, waardoor de implementatie van een integrale zorg voor de buitenruimte gestalte krijgt. Vooral het werkgebied straatreiniging wordt hiermee ontdaan van dubbels. Het Kader Wijkgerichtwerken is vastgesteld en de diensten integreren nu het wijkgerichte werken in hun werkprocessen. De dienst Wijken is verantwoordelijk voor de wijkanalyses en begrotingsactualisaties. De ontwikkelde kaders voor Publieksdienstverlening hebben reeds geleid tot de oprichting van een Callcentre. Dit wordt in 006 uitgebreid door betere taakverdeling en afstemming tussen dit centrum en de diensten, vooral door versterking van de elektronische dienstverlening. Het programma Stedelijke Vernieuwing is in voorbereiding. Bekeken wordt hoe het Toezicht in de gebouwde omgeving inhoudelijk en organisatorisch vorm kan krijgen. We denken na over de wijze waarop diensten als MCV, SSB, DGM en GBU meer op afstand kunnen worden geplaatst. In februari 006 heeft het college van b. en w. ingestemd met het voornemen van een pilot managementcontracten voor de Stadsschouwburg, de dienst Gemeentelijke Musea en de Gemeentebibliotheek. Voor de Brandweer zal het instellen van een Veiligheidsregio gevolgen hebben. Via ICT wordt nagestreefd de dienstverlening naar de burgers te verbeteren door onder andere Webintake van diverse vragen en producten. Via het project minder beleid en regelgeving bekijken we hoe we overdadig beleid kunnen schrappen, het beleid beter kunnen richten op de uitvoering, en beter gebruik kunnen maken van voorbeelden van derden (Rijk, Provincie). We onderzoeken hoe ons voornemen tot Bundeling en Concentratie gestalte kan krijgen door een aantal ondersteunende functies op het gebied van de bedrijfsvoering (personeels- en salarisadministratie, Financiële administratie, DIV en Facilitaire aangelegenheden) te bundelen in Shared Service Centra. Dit in navolging van eerdere bundelingen als die van de communicatiefunctie en de in 005 vrijwel afgeronde bundeling op het gebied van de automatisering. Om deze ondersteunende functies op een goede wijze organisatorisch te positioneren is het instellen van een Dienst ondersteuning in voorbereiding, die zich vooral gaat richten op het leveren van gevraagde kwaliteit en op een efficiënte bedrijfsvoering. Last but not least besteden we ook aandacht aan de bedrijfscultuur. In 005 hebben we besloten tot de ontwikkeling van de Secretarie tot een Bestuurs- en Concerndienst. Duidelijk is dat de Secretarie de laatste jaren naast de directe ondersteuning van het bestuur meer en meer het functioneren van het concern als geheel heeft ondersteund. Als doelen van de Bestuurs- en Concerndienst hebben we vastgesteld, dat deze dienst zijn werk goed doet, wanneer de gemeentelijke organisatie zich laat leiden door het openbaar belang, werkt aan de realisatie van de doelstellingen van het stadsbestuur en de Collegeleden op een open, heldere, verantwoorde wijze over het gevoerde en te voeren beleid kunnen communiceren met de gemeenteraad, de burgers, representanten van ande- 19 Verantwoording 005