Suïcide bij ouderen in Nederland 19-27 AJFM Kerkhof ajfm.kerkhof@psy.vu.nl www.kerkhofpsychotherapie.nl Afdeling Klinische Psychologie Vrije Universiteit Amsterdam 2 18 16 14 12 1 8 6 4 2 19 196 Suïcide in Nederland : 19-27 198 1983 1986 1989 1992 1998 21 24 27 per 1. Suïcide in Nederland: 19-27 per 1. van de bevolking van 1 jaar en ouder 2 2 1 1 19 196 198 1983 1986 1989 1992 1998 21 24 27 Suïcide in Nederland: 191-27 vijfjaargemiddelden per 1. van de bevolking van 1 jaar en ouder Suïcide onder mannen in Nederland 191-27 vijfjaargemiddelden per 1. van de overeenkomstige leeftijdsgroep Suïcide onder vrouwen in Nederland 191-27 vijfjaargemiddelden per 1. van de overeenkomstige leeftijdsgroep per 1. 27 per 1. 26 27 1-2* 21-29* 3-39 4-49 -9 6-69 >7 * Vanaf hanteert het CBS de indeling 1-19 en 2-29 jaar per 1. 2 1 1 2 2 1 1 191-19 196-197 21-2 4 3 3 2 2 1 1 191-19 196-196 196 1966-197 197 1976-198 1986-199 - 1996-2 21-2 191-19 196 197-21- 2 27 1-2* 21-29* 3-39 4-49 -9 6-69 >7 * Vanaf hanteert het CBS de indeling 1-19 en 2-29 jaar 1
suïcides in 26 en mannen naar leeftijd per 1. suïcides in 27 en mannen naar leeftijd per 1. Suïcide onder mannen naar burgerlijke staat Nederland 191-27 per 1. van de overeenkomstige bevolkingsgroep (1 jaar en ouder) per 1. 3 3 2 2 1 1 1-19 2-29 3-39 4-49 -9 6-69 7-79 8+ jr Leeftijd vrouwen mannen per 1. 2 18 16 14 12 1 8 6 4 2 1-19 2-29 3-39 4-49 -9 6-69 7-79 8+ jr Leeftijd vrouwen mannen per 1. 8 7 6 4 3 2 1 191-19 196 197-21- 2 27 Gehuwd Ongehuwd Gescheiden Weduwnaar Centraal Bureau voor de Statistiek 28 Centraal Bureau voor de Statistiek 28 per 1. 4 3 2 1 Suïcide onder vrouwen naar burgerlijke staat Nederland 191-27 per 1. van de overeenkomstige bevolkingsgroep (1 jaar en ouder) 191-19 196-196 196 1966-197 197 1976-198 1986-199 - 1996-2 21-2 26 27 Gehuwd Ongehuwd Gescheiden Weduwe Suïcide onder jongeren (t/m 19 jaar) in Nederland - 27 A a n t a l 6 4 3 2 1 1 9 8 1 9 8 7 1 9 8 9 1 9 9 1 1 9 9 3 1 9 9 1 9 9 7 1 9 9 9 2 1 2 3 2 2 7 Meisjes Jongens 6 4 3 2 1 Suïcide onder ouderen (6 jaar en ouder) in Nederland 197-27 197 198 1986 199 1992 1996 1998 2 22 24 26 2
Suïcide onder ouderen (6 jaar en ouder) Nederland - 27 mannen, Suïcide onder ouderen (6 jaar en ouder) Nederland - 27, per 1. van de overeenkomstige leeftijdsgroep Suïcide onder ouderen (6 jaar en ouder) Nederland - 27, 4 3 3 2 2 1 1 1981 1983 1987 1989 1993 1999 21 23 2 27 6-69 7-79 8+ totaal 6+ per 1. 8 6 4 2 1982 2 23 26 6-69 7-79 >8 totaal >6 3 2 2 1 1 1982 2 23 26 6-69 7-79 >8 totaal >6 per 1. Suïcide onder ouderen (6 jaar en ouder) Nederland - 27, per 1. van de overeenkomstige leeftijdsgroep 2 2 1 1 1982 2 23 26 6-69 7-79 >8 totaal >6 Psychologische autopsie emotionele ontreddering chaos, verwardheid wanhopig zoeken naar oplossingen impulsiviteit ambivalentie langdurige problemen Belangrijk Suïcide is meervoudig gedetermineerd Meer dan 8% depressief Co-morbiditeit Angst voor de toekomst Bedreiging persoonlijke waarden Langdurige kwetsbaarheid 3
Redenen voor suicide Een einde maken aan een ondraaglijke situatie zonder vooruitzicht op verbetering Negatieve evaluatie van de nabije en verre toekomst Anticipatie (-angst) op: verdere aftakeling verder pijnlijk ziekbed verpleeghuis afhankelijkheid leven zonder partner eenzaamheid / isolement Anticipatie (-angst) op: volgende opname verlies van autonomie verlies van waardigheid verlies van respect verlies van persoonlijkheid volgende of voortdurende depressie geestelijke pijn Suïcidale crisis: Geblokkeerde ontsnapping uit een ondraaglijke en hopeloze situatie Laten stoppen van het bewustzijn van ondraaglijke pijnen en emoties Suïcide is bescherming tegen verder onheil Doodswensen vormen bescherming tegen een nog groter onheil: verder te moeten leven Misschien? Anticipatie op de nabije toekomst is niet realistisch? Depressie en persoonlijkheid kunnen toekomstperspectieven vertroebelen Waarom plegen mensen suïcide? Hun toekomst is zwart, op alle fronten Belangrijkste bestaansredenen bedreigd Idealen onbereikbaar geworden Niet meer te herstellen, hopeloosheid Doorleven is erger dan sterven Suicide is een vorm van zelfbescherming Tegen verder onheil en aftakeling 4
Interventie en preventie: Toekomstgericht Op het realiseren van de belangrijkste waarden Belangenbehartiging Wegnemen bedreigingen integriteit en autonomie Heroriëntatie op waarden en levensdoelen Herstellen van realistische verwachtingen Hoop In het besef van voortdurende kwetsbaarheid Regelmatige taxatie suïcidaliteit Suïcidaliteit onderdeel behandeling Klaar met leven I Interview studie (Rurup 2) 12 huisartsen, 77 verpleeghuisartsen, 28 specialisten (2-21) Afwezigheid van ernstige ziekte Extrapolatie: In Nederland elk jaar ongeveer 42 verzoeken om Euthanasie/Hulp Zelfd. 3% van de dokters ooit zo n verzoek 11% in de laatste twee jaar Klaar met leven I In de studie werden 29 gevallen gemeld 1 patiënten kregen behandeling patiënten trokken hun verzoek terug patiënten persisteerden 1 patiënt ging naar een andere arts die het verzoek inwilligde Klaar met leven I 19 patiënten kregen geen behandeling In 4 gevallen verzoek ingewilligd In gevallen suïcide na weigering verzoek in te willigen In 4 gevallen natuurlijke dood Klaar met leven II Vragenlijsten door huisartsen (3994) Rurup 2 39 gevallen gemeld, vergeleken met kanker (66) en andere ernstige ziekten (34) Symptomen dezelfde: Je slecht voelen 8% Vermoeidheid 72% Inactiviteit 71% Depressie 44% Klaar met leven II Redenen voor HbZ / Euthanasie bij geen ernstige ziekte: Klaar met leven 1% Zwak / vermoeid 6% Verlies van waardigheid 41% Handicap / immobiliteit 29% Geen last willen zijn 26% Zinloos lijden 18% Pijn 1%
Klaar met leven II HbZ / Euthanasie bij geen ernstige ziekte wordt weinig ingewilligd Geen ernstige ziekte en ouderdom kunnen samengaan met symptomen die gelijk zijn aan die bij ernstige ziekte Bij ernstige ziekten: verzoeken om EHbZ niet alleen vanwege lichamelijke redenen, maar ook vanwege psychologische effecten Stellingen: Klaar met leven bij mensen in de gewone bevolking is gelijk aan klaar met leven bij mensen met psychische aandoeningen Klaar met leven kan soms behandeld worden Klaar met leven kan soms niet of niet langer behandeld worden 6