De leden van het Platform Maatschappelijke Verkenning. Geachte dames en heren,



Vergelijkbare documenten
Verslag van de themabijeenkomst Participatie in Papendrecht onder modaal niveau van het PMV op 16 juni 2011 vanaf uur tot uur.

De leden van het Platform Maatschappelijke Verkenning. Geachte dames en heren,

De leden van het Platform Maatschappelijke Verkenning. Geachte dames en heren,

Verslag van de bijeenkomst van het PMV op 22 mei 2008 vanaf uur tot uur.

1. Opening De plv. VOORZITTER opent de vergadering en heet de aanwezigen van harte welkom. Hij dankt het wijkplatform voor de ontvangst.

De leden van het Platform Maatschappelijke Verkenning. Geachte dames en heren,

Afwezig met kennisgeving: De heer M.C. Hoogland (wordt vervangen door de heer C. de Kraker); De heer F. Welschen van het Willem de Zwijger college.

Verslag van de bijeenkomst van het PMV op 17 juni 2010 vanaf uur tot uur.

Welkom. meegeldersepoort.nl

Betreft: subsidieaanvraag Stichting Kledingbank Drechtsteden

Ontwikkelprogramma armoede gemeente Leeuwarden 2014

Het college van burgemeester en wethouders is verantwoordelijk voor de uitvoering van de regeling 'Haarlemmermeer doet mee!'.

Afwezig met kennisgeving: De heer H. Spek, PMV lid.

Voor en met elkaar : burgerinitiatieven worden beloond

Jaarplan Leidschendam-Voorburg

1. Opening De VOORZITTER opent de vergadering en heet de aanwezigen van harte welkom.

Afdeling Sociaal Beleid Participatie en Onderwijs. Aan de leden van de gemeenteraad. Onderwerp: Afronding project economische crisis

Werkloos? Weener XL helpt u op weg naar werk

Verslag van de bijeenkomst van het PMV op 26 juni 2007 vanaf uur tot uur, gehouden op locatie bij Modelbouwvereniging Papendrecht.

Wat doen wij als Cliëntenraad Werk en Bijstand van de gemeente Tytsjerksteradiel voor u?

B E R A A D S G R O E P

Hoofdstuk 24. Financiële dienstverlening

Mantelzorg, waar ligt de grens?

Algemeen: Antwoorden in rood op vragen gesteld op de bijeenkomst over zorg in Stadsdorp Rivierenbuurt 13 december 2014.

Wat kunt u van Helder bewindvoeringen verwachten?

Aanpak: Gezinscoaching. Beschrijving

Jaarverslag 2015 TA RENKUM

Ik heb een vraag over: Voorwoord. Ik voel me thuis niet prettig, kan ik met iemand praten?

3. Vaststelling van het verslag van de vergadering van 20 januari 2011.

Rapport. Rapport over een klacht over de Sociale Verzekeringsbank te Zaanstad. Datum: 5 februari 2015 Rapportnummer: 2015/021

Deelplan Minimabeleid Beleidsplan sociaal domein

Wat doet NIM Maatschappelijk Werk?

Het aantal mensen van de doelgroepen die een beroep op Dress hebben gedaan is meer dan voorgaand jaar t.w 166

Alleen ter besluitvorming door het College. Collegevoorstel Openbaar

rapportage 2013 Administratieve diensten

Betreft: Reactie van de Haagse Maatschap op Landelijke bezuinigingen kinderopvang (RIS )

Nê* n" 4 S o z A _ I 8<f P 23

Voorbij er Sociale Zaken. Aan de gemeenteraad Purmersteenweg AA PURMEREND. Geachte leden van de gemeenteraad,

Klanttevredenheid consultatiebureaus Careyn

6. Schuldhulpverlening

Aanvraagformulier bewonersinitiatieven 2014 Osdorp West en De Aker

BELEIDSPLAN

110% bijstandsnorm 120% bijstandsnorm

Monitor en klachten meldpunt Sociaal Domein

het college van Burgemeester en Wethouders van Winsum. Drie scenario s voor het invoeren van een eigen bijdrage in de Wmo

Kan zorg nog beter? Laat het ons weten! Wat betekent CQI? Waar kunnen cliënten terecht bij klachten over de zorg?

GEMEENTE SCHAGEN. Afwezig: mevr. P. Overtoom, mevr. M. Elzinga-Hage, dhr. J. Wijnker, dhr. P. de Boer en dhr. P. Groenveld.

De Papendrechtse politiek wil klaar zijn als er landelijk nieuw beleid komt, zodat er snel en goed op ingespeeld kan worden.

Een bewonerscommissie opzetten, iets voor u?

VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD. Behandelend ambtenaar: B. de Looff Afdeling/cluster: MO/SEM Telefoonnr.: Portefeuillehouder: J.F.A.

BESLUITENLIJST. Voorronde Open Huis. Datum: 10 september 2015 Onderwerp: Discussienota herziening subsidiebeleid

Hoofdstuk 20. Vrijwilligerswerk

Meldactie AWBZ oktober 2010

Verordening Individuele Voorzieningen. Een onderzoek onder leden van Digipanel Haarlem

Voorkomen van huurachterstand & huisuitzettingen

ii ii ui nu MUI ii in MI

Directie Concern Ingekomen stuk D2 (PA 14 juli 2010) Begroten en Verantwoorden. Datum uw brief

Aanvraag. Sociaal Medische Indicatie Kinderopvang

Antwoorden op vragen over veranderingen Wmo/Awbz

Behandelend ambtenaar F. Tinselboer, (t.a.v. F. Tinselboer)

DIENSTENWIJZER ENDASS VERZEKERINGEN

Hoofdstuk 10. Financiële situatie

Klanttevredenheid. Vereenzaming Ouderen Soest VOS

met de wmo doet iedereen gewoon mee

Hoofdstuk 10. Financiële situatie

Samenvatting Klanttevredenheidsonderzoek Wmo en de Benchmarks Wmo resultaten over 2013

2. Bespreking van de stellingen. Er wordt gesproken aan de hand van onderstaande stellingen:

Onderzoek cliëntervaringen Wmo, Jeugdwet, sociale wijkteams en basisteams jeugd en gezin

INFORMATIE VOOR INTERMEDIAIRS VAN VECHT VOOR JEUGD

Het zou het beste zijn als maatschappelijke steunsystemen georganiseerd werden door de gemeente.

Minimaregelingen van Optimisd voor ouders met schoolgaande kinderen

Rapportage januari t/m juli Bewonersadviseur IJsselveld-Oost wijst u de weg

Beleidsplan minimabeleid

Weten wat er verandert in de jeugdhulp in 2015? Deze lijst geeft antwoord op de meest gestelde vragen.

"Alle kinderen mogen meedoen; ook in Deurne"!

Enquête onder de vrijwilligers van de Gemiva-SVG Groep 2010

Jeugdsportfonds, initiatiefvoorstel van de CDA fractie. Commissie Bestuur. Commissie Ruimte. Commissie Sociaal. Informerende Commissie.

MEE. Ondersteuning bij leven met een beperking. Algemene brochure. voor mensen met een beperking. MEE maakt meedoen mogelijk

mooi meegenomen De gemeentelijke extraatjes voor mensen met een laag inkomen

AANVRAAG SOCIAAL MEDISCHE INDICATIE KINDEROPVANG

Participatiewet vanaf 2015 Wat betekent dit voor u?

Voorbeeld vragenroute die is te gebruiken bij het voeren van een focusgroepinterview (bron: Bewegen valt Goed!)

Verslag van de bijeenkomst van de Cliëntenraad Participatiewet op 14 april 2016.

Gescand archiot 17 AUG. 2009

Wat is OTS? (Onder ToezichtStelling)

Ter advisering aan de gemeenteraad voor de. commissievergadering van 14 juni 2017

Initiatiefvoorstel aan de Raad. Formulierenbrigade. Klik hier voor de reactie d.d. 21 november 2006 van het college van B&W

Beschrijving. Bij opvoedingsproblemen kan doorverwezen worden naar het CJG screeningsoverleg.

Vergaderen, een agenda opstellen en notulen maken

Rapportage Huisbezoek Allochtone Ouderen

Rondkomen van huishoudinkomen naar doelgroep

TEVREDENHEIDSONDERZOEK KETENPARTNERS SUN GRONINGEN

Aanleiding. vragenlijst Erflanden Pagina 2

Enquête Dienstverlening in het stadhuis

1 Inleiding Onderzoeksgroep en dataverzameling Informatie De aanvraag Procedure Wachttijd...

WIJ en jij Wet investeren in jongeren

Bijzondere bijstand en minimaregelingen

Bijzondere bijstand kunt u aanvragen binnen 12 maanden nadat u deze kosten hebt gemaakt. U moet wel alle rekeningen en nota s bewaren.

Algemene informatie MEE Friesland

Transcriptie:

De leden van het Platform Maatschappelijke Verkenning datum 27 maart 2012 behandeld door Griffie ons kenmerk -- doorkiesnummer 078-7706211 faxnummer - onderwerp Uitnodiging vergadering PMV op 5 april 2012 Geachte dames en heren, Hierbij nodig ik u uit tot het bijwonen van een openbare vergadering van het Platform Maatschappelijke Verkenning, te houden op donderdag 05 april 2012 om 20.00 uur bij Bij Bosshardt aan de Staringlaan 3, 3351 TA te Papendrecht. Een agendavoorstel met toelichting en bijlagen is bijgevoegd. Hoogachtend, Platform Maatschappelijke Verkenning, de voorzitter van het Platform Maatschappelijke Verkenning, J. Vos.

VOORSTEL AGENDA Platform Maatschappelijke Verkenning voor de vergadering van 05 april 2012. 1. Opening. 2. Vaststelling van de agenda. 3. Vaststelling van het verslag van de vergadering van 19 januari 2012. Het conceptverslag treft u bijgaand aan. 4. Ingekomen post en mededelingen. Er zijn geen ingekomen stukken. 5. Bezoek Bij Bosshardt. Mevrouw L. Vader, medewerkster, vertelt het een en ander over de opzet en de activiteiten bij Bij Bosshardt. 6. Signalen uit de samenleving. 7. Themabijeenkomst Participatie. De voorzitter van de werkgroep Guus Kleijn Hofmeijer gaat in op afronding van deze themabijeenkomst. Zie bijgevoegd rapport. 8. Volgende themabijeenkomst. Gedachtewisseling over het onderwerp voor de volgende themabijeenkomst. 9. Inventarisatie afgelegde bezoeken. Zie bijgevoegd overzicht. 10. Inventarisatie nieuw af te leggen bezoeken. 11. Rondvraag. 12. Sluiting.

Platform Maatschappelijke Verkenning Rapportage thema Participatie aan de onderkant van de (Papendrechtse) samenleving. Bijlage 1: vragenlijst voor organisaties Bijlage 2: verslag bijeenkomst met organisaties Bijlage 3: vragenlijst cliënten van organisaties In zijn vergadering van 30 september 2010 heeft het Platform besloten als eerste thema van de nieuwe raadcyclus nader te onderzoeken hoe de mensen, die (even) niet volledig kunnen participeren in de samenleving, bereikt worden. Daartoe is een werkgroep uit leden van het PMV geformeerd, die volgens het bekende stramien van het Platform gaat inventariseren welke organisaties zich met deze doelgroep bezig houden, welke klanten ze bereiken, hoe deze organisaties hun eigen positie zien en welke wensen er zijn. Als tegengeluid is het Platform benieuwd naar wat de klanten vinden van de dienstverlening van deze organisaties. Vanaf het begin was het voor het Platform duidelijk, dat in het verkrijgen van antwoorden van de klanten de moeilijkheid schuilt van dit thema. Niet alleen zijn mensen niet snel geneigd hun eigen ellende uit te venten, maar de verwachting is ook dat de organisaties niet scheutig zullen zijn met het verstrekken van informatie over hun klanten. Desondanks is de werkgroep met energie en enthousiasme van start gegaan. Wat verstaan we onder participatie in de samenleving? Het PMV heeft zijn vraagstelling nader aangescherpt door de inkomstenkant van participatie niet mee te nemen. Daarmee zouden we ons o.a. moeten begeven op het terrein van de sociale werkvoorziening en het wel of niet ontvangen van een uitkering uit een sociale verzekering. Het PMV is de mening toegedaan dat dergelijke economisch gerelateerde terreinen buiten het veld van dit Platform liggen. Uiteindelijk is er voor gekozen die organisaties (en hun klanten) te benaderen, waar laagdrempelig voorzieningen wordt geboden aan mensen met een (tijdelijk) platte beurs. Als eerste heeft de werkgroep een vragenlijst ontwikkeld voor de organisaties ( zie bijlage ). De bedoeling van de vragenlijst was om de leden van het PMV een eerste indruk te geven van de activiteiten van de verschillende organisaties. Spijtig genoeg leverde dit weinig tot geen respons, ondanks herhaalde pogingen vanuit het secretariaat. Consequentie daarvan was dat in de bijeenkomst met de organisaties veel tijd nodig was om de PMV leden te informeren over de werkwijze van de verschillende organisaties. Op 16 juni 2011 heeft het PMV een bijeenkomst georganiseerd, waar vertegenwoordigers van de Voedselbank, Stichting Leergeld Drechtsteden, Cliëntenraad WWB, Woonkracht 10 en Overleg Kerken Papendrecht en Sociaal Fonds aanwezig waren. Ook was het Leger des Heils (Bij Bosshardt) uitgenodigd maar vanwege ziekte kon daarvan geen vertegenwoordiger aanwezig zijn. Voor het verslag van die bijeenkomst zie bijlage 2. Voorzichtige conclusies uit deze bijeenkomst: De verschillende organisaties zijn slecht op de hoogte van elkaars bestaan, doelgroep en werkwijze. Daardoor wordt er weinig tot niet doorverwezen naar elkaar. Er wordt gepleit voor één loket/ coördinatiepunt, waar mensen met vragen terecht kunnen. Het bestaande WMO loket vervult deze functie blijkbaar niet. Alle organisaties zijn er van overtuigd dat samenwerken in deze tijden noodzakelijk is. (Echter, het PMV heeft geen signalen gekregen dat deze samenwerking van de grond is gekomen tot nu toe). Op de vraag van het PMV om in contact te kunnen komen met de klanten van de organisaties, werd afhoudend gereageerd. Men verwachtte niet dat klanten in gesprek wilden gaan met (leden van het PMV) ook al zou beslotenheid gegarandeerd kunnen worden. Wel dacht men dat de klanten mee zouden willen werken aan het invullen van een vragenlijst. Op basis van die laatste mogelijkheid is door de werkgroep een vragenlijst ontwikkeld, die na besluitvorming is verstuurd naar de deelnemende organisaties. ( zie bijlage 3) En toen stokte het!!!! Ondanks herhaalde pogingen om ingevulde vragenlijsten terug te mogen ontvangen heeft uiteindelijk alleen een deel van het klantenbestand van de Voedselbank de vragenlijst ingevuld. Op basis van die schaarse gegevens zijn geen conclusies te trekken over de mate waarin mensen van meerdere organisaties gebruik 1

maken en hoelang ze dit al doen ( indicatie voor de ernst van de problematiek ). Een uitspraak over hoeveel huishoudens het betreft is al helemaal niet te doen, omdat het invullen van de vragenlijst vrijwillig is. Slotconclusie: Er zijn meerdere organisaties die zich bezig houden met de noden van mensen aan de onderkant van de samenleving. Deze organisaties blinken uit door hun gedrevenheid en idealisme, echter niet door hun professionaliteit. Daarnaast valt op dat er van samenwerking in dit veld weinig tot geen sprake is. Om die reden kan gesteld worden dat deze organisaties zich richten op de marges van de samenleving en tegelijk ook zelf een marginaal bestaan leiden. Dat komt hun stem (en daarmee de stem van hun klanten niet ten goede). Het pleidooi voor een centraal loket zou zowel voor cliënten als voor de organisaties zelf een verbetering kunnen betekenen. Evaluatie werkwijze: De werkwijze als zodanig lijkt nog steeds een succesvol stramien, echter het is een probleem om een doelgroep te bereiken wanneer het gaat om ellende van mensen en deelname geschiedt op basis van vrijwilligheid. Ellende van mensen in een gedwongen situatie levert bereikbaarheid, maar niet wanneer het gaat om vrijwilligheid. Het belangrijkste advies dat het PMV zichzelf dan ook kan geven is, dat het individueel bezoeken van deze organisaties waarschijnlijk meer gegevens oplevert dan deze institutionele manier van werken. Kortom, signalen uit de samenleving worden makkelijker opgepikt in kleinschaligheid. Papendrecht, maart 2012 Namens de werkgroep Stefan Suijker Guus Klein Hofmeijer Nelly van Dijk 2

PLATFORM MAATSCHAPPELIJKE VERKENNING datum 6 juni 2011 behandeld door Griffie ons kenmerk -- doorkiesnummer 078-7706211 faxnummer - onderwerp Uitnodiging themabijeenkomst PMV op 16 juni 2011 Geachte heer Van Vliet, Hierbij nodig ik u uit tot het bijwonen van de themabijeenkomst Participatie in Papendrecht onder modaal niveau van het Platform Maatschappelijke Verkenning, te houden op donderdag 16 juni 2011 om 20.00 uur in de raadzaal van het gemeentehuis te Papendrecht. Bijgaand treft u een agenda voor die avond aan. De vergaderzaal is te bereiken onder telefoonnummer 078-7706468. Hoogachtend, Platform Maatschappelijke Verkenning, J. Vos Voorzitter.

Verslag van de themabijeenkomst Participatie in Papendrecht onder modaal niveau van het PMV op 16 juni 2011 vanaf 20.00 uur tot 22.20 uur. Aanwezig: Mevrouw N.M. van Dijk, secretaris PMV; De heer L. Fijnekam, PMV lid; De heer G.J.A. Klein Hofmeijer, plv. voorzitter PMV, voorzitter werkgroep en PMV lid; De heer S. Suijker; PMV lid; De heer F. den Hartog, PMV lid; De heer C. de Kraker, PMV lid; De heer R. van Engelen, PMV lid; De heer H.F. Spek, PMV lid; De heer B. de Ruiter, Voedselbank; De heer C.P. van der Waal, Stichting Leergeld Drechtsteden; Mevrouw. A. Poelman, Cliëntenraad WWB Papendrecht/Voedselbank; Mevrouw H. van de Snoek, Woonkracht10; De heer E. van Ravesteijn, Cliëntenraad WWB Papendrecht; De heer A. Groeneveld, OKP (Bethlehemkerk) en Algemeen Sociaal Fonds; Mevrouw M. den Hartog, belangstellende; Mevrouw J. van Prehn, notulist. Afwezig met kennisgeving: Mevrouw K. Middelkoop, lid PMV; Mevrouw M. Blom, lid PMV; Mevrouw J. Vos, voorzitter; De heer A. Rietveld, lid PMV; De heer Van Vliet van Bij Bosshardt (Leger des Heils). Afwezig zonder kennisgeving: De heer M. van der Valk, PMV lid. De heer M. Hoogland, PMV lid; De heer C. de Ruijter, PMV lid; 1. Opening De VOORZITTER opent de vergadering, heet de aanwezigen van harte welkom en geeft een korte omschrijving van het PMV. Hij vraagt de aanwezigen zichzelf te introduceren. Op basis van de vragenlijst stelt het PMV aansluitend vragen aan de aanwezigen. 2. Een korte ronde met introductie van de deelnemers aan de themabijeenkomst, te weten: de Voedselbank, de Cliëntenraad,), Stichting Leergeld, Overleg Kerken Papendrecht en Woonkracht10. De heer GROENEVELD is diaken van de Bethlehemkerk en spreekt namens het OKP: 1

Hij legt huisbezoeken af voor het Algemeen Sociaal Fonds Papendrecht. Omdat hij de sociale zaken behartigt heeft het OKP hem gevraagd het woord te voeren. De heer FIJNEKAM vraagt of hij alleen huisbezoeken aflegt bij leden van de kerk en hoe hij weet wie een huisbezoek nodig heeft. De heer GROENEVELD zegt dat de problemen van kerkleden vaak binnen de kerk worden opgelost. Het grootste aantal is mensen die aangewezen worden door mensen uit de kerk. Dit gaat dan meestal om niet kerkelijke mensen en is een soort sociale controle. Bovendien is er een uitgebreide site van het ASFP waar mensen die niet voor andere uitkeringen in aanmerking komen een beroep op kunnen doen. Het ASFP is iets anders dan het OKP. Het sociaalfonds is in het leven geroepen omdat er altijd mensen zijn die hulp nodig hebben en overal buiten de boot vallen. Dit zijn mensen die geen recht hebben op bijstand, uitkering, in de schulden zitten, enz. Het ASFP probeert het eerst de voorgaande middelen/instanties, dan pas wordt er beroep gedaan op het sociaal fonds. (De gemeente betaalt 50% hiervan en de kerken de overige 50%). De heer VAN ENGELEN vraagt of hij bij huisbezoeken ook situaties tegenkomt waar kinderen vanwege geldgebrek niet aan activiteiten (sport e.d.) mee kunnen doen. De heer GROENVELD komt dit vaak tegen. Hij maakt mensen attent op het feit dat er instellingen zijn die hier voor kunnen zorgen. De heer SPEK vraagt of de heer Groeneveld aan kan geven hoeveel mensen aanvragen doen en geholpen worden via het Sociaal Fonds. De heer GROENEVELD heeft op dit moment geen exacte cijfers, maar men moet denken aan ca, 25 á 30 mensen/gezinnen per jaar. Slechts 1% hiervan valt af. Mevrouw VAN DER SNOEK vraagt of het ASFP Woonkracht10 ook weet te vinden. De heer GROENEVELD is regelmatig bij Woonkracht10 geweest en er worden regelmatig in goed overleg regelingen getroffen. De heer VAN DER WAAL (van de Stichting Leergeld) zegt dat zijn stichting er is om oplossingen te bieden aan kinderen die buiten de boot vallen omdat er in het gezin geen geld is voor bepaalde activiteiten. Mevrouw VAN DER SNOEK, coördinator SLW van Woonkracht10 geeft aan dat Woonkracht10 probeert door verschillende activiteiten en samenwerkingsverbanden te groeien in participatie en de bewoners bij te staan, zodat de bewoners zich betrokken en prettig voelen. De heer KLEIN HOFMEIJER vraagt hoe groot de doelgroep is waarvan zij denkt dat zij het lastig hebben in de maatschappij. 2

Mevrouw VAN DER SNOEK antwoordt dat de inkomensgrens gesteld is op 33.600 Euro op jaarbasis. Deze groep wordt steeds groter en er ontstaan steeds meer problemen. Zij ziet een stijging in huurachterstanden en schulden. Het percentage van mensen met problemen is in bepaalde straten nu ongeveer 70%. Er zijn steeds minder mensen die zich aansluiten bij (sport)verenigingen, etc. Er zijn vooral een aantal wijken waar aandachtspunten zijn. De heer DE KRAKER vraagt of er inzicht is in de achterliggende problematiek: Mevrouw VAN DER SNOEK zegt dat het veelal gaat om huurachterstanden. Zij hanteren het beleid dat bij 2 maanden huurachterstand een huisbezoek afgelegd wordt. Zij zien uiteenlopende oorzaken, het merendeel heeft te maken met de crisis. Er is geen sprake van langdurige huurachterstand, er kunnen afspraken gemaakt worden zodat mensen in kunnen lopen. Het grootste probleem, is dat mensen de kosten tijdelijk niet op kunnen vangen. Door er te zijn en afspraken te maken probeert men een oplossing te zoeken. De heer DEN HARTOG vraagt in welke wijken dit het meest voorkomt. Mevrouw VAN DER SNOEK zegt dat zij bezig zijn met inzicht te krijgen in wat in welke wijken speelt. Het zijn een aantal complexen waar deze problemen zich voordoen: Stellingmolen, Staringlaan en Molenvliet hebben op dit moment de aandacht. De heer FIJNEKAM is benieuwd naar de mens achter de problemen. Hoe beleeft men de situatie en gaat men hier mee om? Mevrouw SNOEK vindt het lastig om dit aan te geven, dit is een persoonlijke zaak. Woonkracht probeert mensen wel persoonlijk te benaderen en de mogelijkheid te bieden om bij hen langs te komen en naar een oplossing te zoeken. Wat betreft de psychische gevolgen: hier is het zorgnetwerk voor. Woonkracht zal eerder een sleutelfunctie richting de zorg hebben, dan zelf optreden. De heer VAN ENGELEN geeft aan dat de directeur Woonkracht10 onlangs sprak over een groep die te veel verdient om sociaal te huren en te weinig om te kunnen kopen. HDe directeur had het over een aantal maatregelen zodat deze mensen toch een huis kunnen krijgen. Hij vond dit een heel mooi betoog en is nieuwsgierig of dit al in praktijk is gebracht. Mevrouw VAN DER SNOEK geeft aan dat er een aantal complexen is dat op de verkooplijst staat. Deze worden met garantieregeling verkocht, dit houdt in dat Woonkracht bij verkoop het huis weer terugkoopt. Zij zijn hier beleid voor aan het ontwikkelen, een uitvoeringsplan is in de maak. De tegenwoordige huurders zijn vaak mensen met een kleine beurs en er ontstaat een groep die niet kan huren maar ook niet kan kopen. Zij komen tussen wal en schip. De heer DE KRAKER vraagt naar de relatie met de andere zorginstanties. Mevrouw VAN DER SNOEK antwoordt dat zij in het zorgnetwerk zitten, de GGD coördineert dit, er is 1 x per maand een overleg met de Sociale Dienst Drechtsteden. Bij dit overleg zitten de buurtagenten, het Boumanhuis, het SWOP aan tafel om te 3

spreken over zaken op huisnummer niveau. Men wil niet op elkaars stoel zitten, maar wel met elkaar meedenken. De heer VAN RAVESTEIJN van de Cliëntenraad Papendrecht. De cliëntenraad Papendrecht heeft een dubbele functie: op lokaal niveau met betrekking tot de signalen van minima. Anderzijds op regionaal niveau: vooruit lopen op de wetgeving en uitvoeringsbesluiten van de sociale dienst. Vanuit die hoek wordt getracht de pijn voor de minima zoveel mogelijk te verzachten. De heer FIJNEKAM is benieuwd naar de invloed van de cliëntenraad op wat er in de regering gebeurt en of er landelijke aansluiting is. De heer RAVESTEIJN geeft aan dat er een landelijke cliëntenraad is. Vanuit Papendrecht wordt getracht binnen het regionale gebeuren de pijn te verzachten. Er wordt geprobeerd aan te sturen binnen het regionaal gebeuren om tot een aanvaardbare optie te komen. Het valt vaak niet mee, er moet bezuinigd worden. De heer DE KRAKER vraagt hoe mensen bij hen terechtkomen. De heer RAVESTEIN zegt dat de informatie vaak vanuit de Voedselbank/tijdens uitgifte van voedselpakketten wordt doorgespeeld aan cliënten. Hierop wordt dan een afspraak gemaakt en aan de hand hiervan wordt doorverwezen naar instanties die hulp kunnen bieden. Er wordt door de cliëntenraad niet zelf een oplossing aangedragen, maar er wordt doorverwezen naar instanties. Soms helpen zij wel bij het opstellen van bezwaarschriften. Het gaat meer om het inventariseren van problemen en dan doorverwijzen. Mevrouw POELMAN van de Cliëntenraad en Voedselbank geeft aan dat haar werk bestaat uit het screenen van cliënten voor de Voedselbank, het administratieve werk en het signaleren bij de cliëntenraad en doorgeven naar de Voedselbank. De heer SPEK vraagt zich af hoe mensen met problemen de Voedselbank weten vinden en vraagt hoe mensen gescreend worden. Mevrouw POELMAN zegt dat dit meestal via andere hulpinstanties gebeurt. Het screenen gebeurt aan de hand van formulieren en normen van de landelijke Voedselbank. Vaak komt men ook via mond op mond reclame. De heer FIJNEKAM vraagt naar het aanbod van levensmiddelen. De heer DE RUITER, voorzitter van de Voedselbank en voedselverzamelaar, geeft aan dat dit zijn taak is. Hij gaat bedrijven en supermarkten af om de producten te verzamelen voor de uitgifte van 55 pakketten per week aan mensen die onder de norm vallen. Soms gaan overschotten naar kerken die zorgen voor nog 23 gezinnen. In totaal worden er ongeveer 100 gezinnen/ alleenstaanden geholpen via de Voedselbank. Hij rijdt van maandag tot en met zaterdag naar supermarkten/bedrijven/fabrieken om producten in te zamelen. Ze wisselen producten uit met andere voedselbanken in de 4

regio s. Wat de één te veel heeft, heeft de ander te weinig. Met zijn allen kan men een goed pakket verzorgen. Sinds vorig jaar bestaat er ook een Stichting Vrienden van de Voedselbank. Zij zorgen voor een koelauto (de normen van de Warenwet moeten ook gevolgd worden), die volgende week wordt overhandigd. De heer DEN HARTOG vraagt zich af wat ongeveer de looptijd is dat mensen gebruik maken van de Voedselbank. Volgens mevrouw POELMAN is dit heel wisselend, 3 jaar is het maximum, maar ze zijn wel flexibel. Om de 3 6 maanden wordt een hercontrole uitgevoerd om de situatie te bekijken. Zij heeft folders meegenomen van de Voedselbank en Cliëntenraad. De heer VAN DER WAAL, van stichting Leergeld neemt aan dat de normen landelijk zijn vastgesteld en vraagt hoe er wordt gecontroleerd of een gezin in de doelgroep valt. De heer DE RUITER zegt dat men alle papieren met betrekking tot inkomen moet indienen. Ook alle informatie m.b.t. alle toeslagen, vaste lasten, telefoon (hier bestaat ook een norm voor) moeten getoond worden. Hier wordt dan een rekensom van optellen en aftrekken op toegepast. Volgens de Voedselbank Nederland moet men om de 3 maanden gecontroleerd worden, dit is echter niet te doen. Wanneer iemand in de schuldhulpverlening zit weet je dat ze daar een paar jaar aan vast zitten en hoeft men niet altijd te contoleren. De heer VAN DER WAAL, stichting Leergeld Drechtsteden. In 2005 is de stichting opgericht als Stichting Leergeld Dordrecht, eind 2006 zijn de Drechtsteden er bij gekomen en sinds 2007 is het Stichting Leergeld Drechtsteden. Het eerste jaar moest men voldoen aan de hulpvraag van 350 kinderen, in de eerste 3 kwartalen zat men al op 385 kinderen. Het jaar daarop 1.250, 1.800, 2.000 en nu 2.500 kinderen. De doelgroep bevindt zich in de Drechtsteden, in Dordrecht ongeveer 6.500/7.000 kinderen, in de Drechtsteden totaal zijn er potentieel 12.000-15.000 kinderen die hulp nodig hebben. Dit geeft aan dat men geconfronteerd wordt met veel problemen, niet alleen financieel. De intermediairs die bij de stichting werken komen uit dezelfde doelgroep. De ouders worden gecontroleerd. Zij worden niet geholpen en krijgen geen geld, de stichting betaalt dingen voor kinderen, een computer, een fiets, schoolgeld/boeken/reisje/, contributie van een sportclub, etc. Er wordt maximaal 250 Euro per jaar per kind uitgegeven. Gemiddeld gaat het om 200 Euro per kind. De kinderen blijven in het archief van de Stichting tot ze verhuizen of de leeftijd van 18 jaar bereiken. Tot dan kunnen ze gebruik maken van stichting. Het inkomen van de ouders wordt elk jaar gecontroleerd. De heer VAN ENGELEN is nieuwsgierig naar de inkomensgrens en hoe men in contact komt met de kinderen. Hij vraagt zich af of zwemles ook wordt vergoed. De heer VAN DER WAAL zegt dat zwemles ook wordt vergoed. 5

De inkomensnorm is 120% van het minimum inkomen met 1 kind, Met 2 kinderen gaat deze iets omhoog en bij 3 kinderen weer iets. Deze verhoging is niet veel. Via scholen, maatschappelijk werk, kerken, sportverenigingen komt men in contact met de kinderen. Ook bij huisbezoeken worden deze zaken gesignaleerd. De heer VAN ENGELEN informeert naar het verschil met het SMS kinderfonds. Hij vraagt of de stichting geld genoeg heeft om het grote aantal kinderen binnen deze doelgroep tegemoet te komen. Hij vraagt of er nog andere inkomsten bronnen zijn. De heer VAN DER WAAL zegt dat SMS kinderfonds een werknaam is, waaronder 2 zaken vallen: het jeugdsportfonds en stichting leergeld. SMS Kinderfonds is een lege BV, die geen geld heeft en/of verstrekt. De financiering van de stichting gebeurt door alle Drechtsteden, hij weet niet hoeveel Papendrecht hieraan bijdraagt. Het totaal bedrag was tot vorig jaar ruim voldoende. Wanneer de norm echter wordt overschreden is er direct een tekort en een fors probleem. Dit tekort moet dan door fundraising aangevuld worden. De subsidie is gebaseerd op de ingediende begroting, er wordt geprobeerd deze zo goed mogelijk op te stellen. Er is geen open financiering voor 15.000 kinderen, het bedrag dat zij ontvangen is op basis van de begroting voor 2011 voor 2.500 kinderen. De stichting verwacht zelf dat het er 2.500-2.700 zijn. Wanneer zij over de 2.500 heengaan, moeten ze dit zelf financieren, wat heel moeilijk is tegenwoordig. Het is moeilijk om aan sponsors (Rotary, Lionclub, stichtingen) te komen. Het eerste jaar ontvingen ze nog 30.000, het tweede jaar 25.000 en vorig jaar 20.000. Het wordt elk jaar minder. De heer FIJNEKAM vraagt hoe men met 15.000 kinderen in de Drechtsteden kan blijven coördineren en handhaven. De heer VAN DER WAAL zegt dat zij alleen hulp krijgen op financieel gebied. Zelf hebben zij een coördinator in dienst die bekijkt hoeveel mensen er bij moeten komen om de kinderen te kunnen helpen. Hier komt bij dat de stichting in 2009 de dossiers is gaan digitaliseren. Hiermee heeft men een voorschot genomen op het toenemende aantal kinderen. Wel zijn er goede computers en programma s nodig om dit te archiveren. Nu heeft men tijdens het telefoongesprek de persoonsgegevens al bij de hand. De stichting wil er voor zorgen dat de gezinnen/kinderen binnen 6 weken na aanmelding antwoord hebben/geholpen worden. De heer FIJNEKAM vraagt zich af of het een verwachte toename van het aantal kinderen is, of zijn deze kinderen al aanwezig maar nog niet gesignaleerd? De heer VAN DER WAAL zegt dat de kinderen al aanwezig zijn. De stichting maakt echter geen reclame, omdat men dit niet zou kunnen verwerken. Als het aantal zou verdubbelen zou stichting het niet aan kunnen. Misschien dat zij over 10 jaar 15.000 kinderen kunnen helpen. Ze zijn er al wel, maar kunnen nog niet geholpen worden. De heer SPEK vraagt hoe men berekend heeft dat het 15.000 kinderen zouden zijn. En wat de leeftijdsgroep is. De heer VAN DER WAAL geeft aan dat de stichting onderzoek heeft gedaan bij de Sociale Dienst van omliggende gemeenten welke gezinnen er vallen binnen de 120% 6

inkomensgrens en hoeveel kinderen ze hebben (0 tot 18 jaar). De eerste 3 jaar wordt er in principe geen aanvraag gedaan. De informatie uit het onderzoek komt bij de gemeentes vandaan. In Dordrecht heeft men de armoedemonitor gebruikt. De VOORZITTER vraagt de instanties na te denken over de mogelijke rol van de gemeente en aan de leden van het PMV nog één vraag te bedenken die zij tot slot willen stellen. Hij verzoekt de organisaties ook na te denken of zij cliënten hebben die hun ervaring (in beslotenheid) willen delen met de PMV leden, zodat men een compleet beeld kan krijgen. 3. korte pauze. 4. Verduidelijkende vragen aan elkaar en van de aanwezige leden van het PMV en aansluitende discussie. De heer DEN HARTOG vraagt zich af hoe een hulpbehoevende in contact komt met hulpverlenende instanties (wanneer men niet weet waar men zijn moet). De heer VAN RAVESTEIJN antwoordt dat de Voedselbank en Cliëntenraad in hetzelfde pand zijn gevestigd. Deze instanties kunnen doorverwijzen/ingang bieden naar andere instanties. Dit geldt ook voor mensen die op een andere manier tegen het minimum aanzitten. De cliëntenraad is zoekende naar manieren om het grote publiek te bereiken. Misschien via de wijkagent of de woningbouwvereniging. Het is lastig om de doelgroep te bereiken, er is ook sprake van een drempel. De heer DE RUITER hoort vaak dat men 13% van de mensen die Sociale Dienst niet kent niet kan bereiken. Hij vraagt zich af hoeveel mensen dit zijn. Mevrouw DEN HARTOG zegt dat er een groep zorgmijders is, die geen uitkering willen aanvragen /niet geregistreerd willen staan. Hoe groot deze groep is, is niet bekend. Mevrouw VAN DER SNOEK denkt dat er naast de mijders ook mensen zijn die niet weten wanneer ze in aanmerking komen en binnen de norm vallen. Hoe weet je wat de norm is? Men zou meer samen moeten werken en elkaar informeren en aanvullen en mensen naar elkaar doorsturen. De heer VAN ENGELEN zegt dat de Sociale Dienst mensen niet actief mag informeren over de bijzondere bijstand. Het is wel belangrijk deze doelgroep te bereiken. Dit is een besluit geweest van het Dagelijks Bestuur van De Drechtsteden. De heer VAN RAVESTEIJN zegt dat de Sociale Dienst 5.100 cliënten heeft. Het streven is dit aantal drastisch terug te brengen. Hoe men dit wil doen is niet bekend. Hij vreest dat dit een behoorlijke druk zal geven op de instanties die de minima helpen/begeleiden. Er is sprake van een nieuw minima beleid: er staat nog het één en ander te gebeuren. 7

Het niet bekend (mogen) maken van bijzondere bijstand is misschien een taak voor de cliëntenraad, zodat men weet waar men recht op heeft. De heer VAN ENGELEN zegt dat er plafonds zijn gesteld, op een gegeven moment is het budget op. Het merendeel van de bezuinigen van de Sociale Dienst komt door landelijk beleid. De Drechtsteden kan wel een aantal keuzes maken, maar het grootste deel komt van landelijk beleid. De heer KLEIN HOFMEIJER vindt het belangrijk dat de instanties elkaar beter leren vinden. Mevrouw VAN DER SNOEK vindt dat het dan wel duidelijk moet zijn of de hulp echt geboden kan worden. Het moet niet zo zijn dat men iemand doorstuurt en dat er dan i.v.m. bezuinigingen geen hulp geboden kan worden. Ze wil mensen niet tevergeefs blij maken. Het is een belangrijke zaak dat men van elkaar op de hoogte is van de mogelijkheden en de zaken die er spelen. De heer VAN DER WAAL zegt dat gezinnen/kinderen die zich aanmelden altijd worden geholpen, ook wanneer dat aantal het gestelde aantal overschrijdt. Dit komt dan voor rekening van de stichting zelf. De begrotingen moeten goed berekend worden, zodat ze zichzelf niet in de vingers snijden, maar wanneer er een terechte aanvraag is wordt er alles gedaan om dit te honoreren. De heer FIJNEKAM vraagt hoe belangrijk vrijwilligers binnen de organisaties zijn en hoe de contacten met de vacaturebank zijn. De heer VAN DER WAAL zegt dat er moeilijk aan vrijwilligers te komen is. Zodra vrijwilligers zich aanmelden krijgen ze een opleiding. Wanneer deze mensen betaald werk krijgen, raakt hij ze weer kwijt. Er wordt gezocht naar mensen uit de doelgroep die zij bedienen. De vrijwilligersvergoeding is 750 Euro per jaar, dit is geen vetpot. Stichting Leergeld heeft 3 betaalde krachten, de rest (in totaal ca. 17 personen) is vrijwilliger. Een suggestie voor de gemeente: kijk in de databanken van mensen die iets willen doen, probeer contact te leggen, geef het adres van de stichting op als ze iets willen doen. Het blijft echter een probleem. Het is wel belangrijk vrijwilligers te vinden binnen de gemeente van de doelgroep. De heer DE RUITER heeft geen last van gebrek aan vrijwilligers (hij heeft een vaste ploeg van 13 mensen), ze hebben zelfs een wachtlijst. De heer VAN DER WAAL zegt dat mensen die belangstelling hebben voor de Voedselbank geen belangstelling hebben voor Stichting Leergeld. Mevrouw POELMAN zegt dat de cliëntenraad wel ingeschreven staat bij de vacaturebank en sociale dienst, maar hier nooit iets van horen. 8

De heer RAVESTEIN zegt dat er binnen het nieuwe minimabeleid een aantal leuke zaken aan zit te komen voor vrijwilligers. Het valt niet mee om mensen te vinden die het werk kunnen doen. Wetskennis, regelgeving, sociaal inzicht, niet iedereen beschikt hierover. Soms zijn de zaken zo specifiek dat niet iedereen hiervoor in aanmerking komt. De heer VAN ENGELEN vraagt of men enig idee heeft wat er op hen afkomt nu de Sociale Dienst wordt gedwongen om drastisch in te korten. De heer POELMAN beseft dit heel goed, ook de andere collega s van de Voedselbanken. Geen van allen heeft ruimte om de pakketten samen te stellen, de producten op zich is niet zo n probleem. In Papendrecht beschikt men over een magazijn, maar de ruimte is een probleem. De heer GROENEVELD geeft aan dat daar al rekening mee wordt gehouden, bepaalde collectes in de kerk worden hiervoor gebruikt. Het sociaal fonds bestond voorheen niet meer, maar is nu weer in het leven geroepen. Binnen de kerken zijn de problemen beperkt, maar mensen buiten de kerken belanden vaak tussen wal en schip. Hij pleit er voor om ook in Papendrecht een bureau sociaal raadslieden op te richten. Mevrouw VAN DER SNOEK geeft aan dat Woonkracht10 ook geen grote panden beschikbaar heeft voor de Voedselbank. Men moet hierover wel in gesprek blijven. Zij maakt zich niet zo zeer zorgen over mensen bij wie het duidelijk is, maar zeker over mensen waar het niet zichtbaar is/die het niet melden. Ook bijv. mensen met twee banen kunnen bij de Voedselbank terecht vanwege schulden. Ze wil niet alleen inzetten op eerder genoemde complexen, maar de ogen goed openhouden voor allerlei problemen. Als mensen hun baan verliezen, of geen uitkering en wel kinderen hebben, dit zijn allemaal problemen die zich voor kunnen doen. De heer VAN DER WAAL zegt dat er een grote toename is van aanvragen/andere hulpverlenende verzoeken: Voedselbank, kleding, etc. Niet alleen leergeld gevallen, maar ook steeds meer andere verzoeken. Gelukkig weten de intermediairs waar deze hulp te krijgen is. Mevrouw POELMAN vraagt waarom de stichting geen aanvraag voor de Voedselbank invult als men op de hoogte is van het probleem. De heer VAN DER WAAL zegt dat in Dordrecht de lijnen korter/contacten beter zijn en dan gaat dat makkelijker. Het is een goed idee om dat in Papendrecht ook te doen. 5. Bespreking van de reeds in het schrijven van 14 april 2011 aangegeven vragen over de doelgroep en de relatie met de lokale overheid. De heer GROENEWEG zou het zonde vinden als het Algemeen Sociaal Fonds Papendrecht niet meer zou kunnen voortbestaan. 9

Zijn verzoek aan de gemeente: hef het sociaal fonds niet op en zorg voor eén aanspreek loket voor mensen die hulp nodig hebben (bij het invullen van (moeilijke) papieren, belasting etc.) De heer DEN HARTOG verwijst naar het WMO loket, hier zit ook een vertegenwoordiger van de kerken in. Het grootste probleem bij de oprichting van de Sociale Dienst Drechtsteden is dat heel veel specifieke taken weggegaan uit Papendrecht. Hij vraagt zich af of Papendrecht überhaupt een ambtenaar sociale zaken heeft. De heer GROENEWEG heeft goede contacten met het WMO loket, maar die vullen geen formulieren in. De heer DEN HARTOG zegt dat het WMO loket er is om mensen door te verwijzen. De heer VAN RAVESTEIJN vindt het belangrijkste: het bekend maken van de aanwezigheid van de cliëntenraad. Ook het korter houden van de onderlinge lijnen om gehoor voor je probleem te vinden vindt hij heel belangrijk. Mevrouw POELMAN vraagt welke mogelijkheden Papendrecht heeft om de minima een extraatje te geven. Zij zijn bezig samen met kerken een schuldhulpproject op te zetten. Dat staat nog in de kinderschoenen. De heer VAN DER WAAL vraagt de gemeente mee te willen werken aan de doelstelling van de stichting Leergeld en te bezien of er vrijwilligers zijn die geattendeerd kunnen worden op het helpen bij de stichting. Verder is de stichting niet op de hoogte van de huidige kerngetallen van het aantal kinderen dat een beroep zou kunnen doen op hulp. De stichting zou graag over deze getallen beschikken om de begroting zo juist mogelijk op te stellen Verder zou de stichting graag inlichtingen krijgen over het inkomen, dan gaat het niet om het werkelijke getal maar of men wel of niet voldoet aan 120% van het minimum inkomen. Geen gegevens betekent geen hulp. Ook vraagt hij de gemeente de afgeschreven computers/apparatuur ter beschikking te stellen aan stichting leergeld. Dit kunnen zij dan doorgeven aan de kinderen. Dit geldt ook voor fietsen (die door de politie worden opgehaald). De gemeente kent/weet waar fondsen zitten welke stichtingen geld hebben. Hij vraagt hen een seintje te geven zodat men dezekan benaderen. Mevrouw VAN DER SNOEK vindt de contacten met organisaties onderling heel belangrijk. Een bureau sociaal raadslieden zou uitkomst bieden, dit ook voor privacy redenen van de huurder. Deze willen niet alles bij de woningstichting leggen. Dan spelen zij nog steeds een sleutelrol, maar komen dan niet in de privé sfeer van de huurders. Dit zou op meerdere vlakken uitkomst bieden. 10

De heer KLEIN HOFMEIJER zegt dat iedereen een goede samenwerking tussen de organisaties heel belangrijk vindt. De Voedselbank wil graag een groot magazijn, bijv. een fabriekshal en de Cliëntenraad vindt goed opgeleide vrijwilligers belangrijk. 10. Sluiting. De VOORZITTER dankt iedereen voor inzet en inbreng. Hij vraagt de professionals nogmaals na te denken over mogelijkheden om in gesprek te komen met hun cliënten. Misschien een werkbezoek van het PMV aan de instanties. Het PMV zou graag een vervolg bijeenkomst met de doelgroep houden. De heer GROENEWEG stelt voor om samen met de diaconie een huisbezoek te doen. Mevrouw POELMAN zegt dat het privacybeleid een probleem is. Het enige dat zij kan voorstellen is dat het PMV een vragenlijst maakt die zij door haar cliënten kan laten invullen. De heer DE RUITER denkt wel dat hij een aantal personen kan vragen om met het PMV te praten. Hij denkt wel dat er een aantal zijn die hiertoe bereid zouden zijn. De heer VAN DER WAAL wil hier graag aan meewerken, het is wel afhankelijk of de gezinnen dit zelf willen. Mevrouw VAN DER SNOEK zegt dat in de toekomst mogelijk bewonerscommissie opgericht worden. Misschien zal het dan mogelijkheid zijn om met hen in contact te treden. Dit zal echter nog niet direct zijn. Het contact hierover kan via mevrouw Van Dijk lopen. De VOORZITTER sluit de vergadering om 22.20 uur. 11

PLATFORM MAATSCHAPPELIJKE VERKENNING Vragenlijst aan gebruikers van hulpinstanties Het Platform Maatschappelijke Verkenning wordt gevormd door vertegenwoordigers vanuit de raadsfracties en dient als een soort antenne naar de samenleving. Het Platform onderzoekt momenteel of en hoeveel Papendrechters er zijn die (tijdelijk) geen deel kunnen nemen aan de Papendrechtse samenleving vanwege hun inkomenssituatie. Wilt u ons iets over u zelf vertellen Leeftijd: Geslacht Uit hoeveel personen bestaat uw huishouden 1. Hoe bent u bij... gekomen? Eigen initiatief via familie, vrienden of kennissen doorverwezen door andere hulpverlener 2. Hoe beoordeelt u de hulp die u krijgt van... goed voldoende onvoldoende 3. Denkt u dat u in de toekomst zonder de... verder kunt? Ja Weet niet Nee 4. Is de... voor u voldoende bereikbaar? Ja Nee (meerdere antwoorden mogelijk) openingstijden telefonische bereikbaarheid anders, namelijk... 5. Maakt u gebruik van hulp van meerdere instanties? Nee Ja zo ja, hoeveel

PLATFORM MAATSCHAPPELIJKE VERKENNING Vragenlijst aan gebruikers van hulpinstanties 0 3 3 5 meer dan 5 6. Doet u mee in de samenleving? Ja ik heb betaald werk ik doe vrijwilligerswerk ik heb betaald werk en ik doe vrijwilligerswerk Nee 7. Heeft u contacten met anderen dan uw huisgezin? Ja, (meerdere antwoorden mogelijk) met familie met vrienden en kennissen ik ben lid van een vereniging, kerkgenootschap etc. Nee 8. Wilt u actiever zijn in de samenleving? Ja wekelijks maandelijks eens per jaar Nee 9. Heeft u activiteiten buitenshuis, bijv. een sport of een andere vorm van vrijetijdsbesteding? Ja, (meerdere antwoorden mogelijk) sportvereniging muziekvereniging gezelligheidsvereniging anders, namelijk... Nee 10. Heeft een ander in uw huishouden activiteiten buitenshuis? Ja, (meerdere antwoorden mogelijk) sportvereniging

PLATFORM MAATSCHAPPELIJKE VERKENNING Vragenlijst aan gebruikers van hulpinstanties muziekvereniging gezelligheidsvereniging anders, namelijk... Nee 11. Zou u of een ander lid in uw huishouden activiteiten buitenshuis willen doen? Ja Nee 12. Is er een reden dat u of een ander lid in uw huishouden geen activiteiten buitenshuis doen? Geen tijd geen geld geen zin 13. Doet u vrijwilligerswerk? Ja, ik... Nee 13. Wilt u vrijwilligerswerk doen? Ja (meerdere antwoorden mogelijk) eens per week eens per maand eens per jaar Wat ik u nog wil zeggen Heeft u vragen

PLATFORM MAATSCHAPPELIJKE VERKENNING Vragenlijst aan gebruikers van hulpinstanties Uw antwoorden worden anoniem verwerkt in de rapportage naar de gemeenteraad. Wij danken u voor uw medewerking.

OVERZICHT AFGELEGDE/NOG AF TE LEGGEN BEZOEKEN in 2011 (stand 5 april 2012) Vergadering Organisatie/vereniging bezoekers verslag 17-06 2010 Ondernemersvereniging Marco Hoogland, Hugo Spek, Fred den Hartog en Trijntje van Es 01-09-2011 Oranjecomité Kees de Kraker, Jennie Vos en Marius van der Valk 01-09-2011 Opnieuw & Co. kringloopwinkel Marius van der Valk, Corrie Middelkoop en Stefan Suijker Nog afspraak maken Nog afspraak maken Bezoek op 12 december 2011. Nog verslag