Ogen in de nacht Eindevaluatie cameratoezicht Ede



Vergelijkbare documenten
Camera s op de Nelson Mandelabrug Evaluatie veiligheidsbeleving Juni 2010

Evaluatie veilig uitgaan

Samenvatting en conclusies

5. CONCLUSIES. 5.1 Overlast

Draagvlak nieuwe sluitingstijden Horeca Uitkomsten van een peiling onder het Westfriese burgerpanel 8 september 2008

Samenvatting en conclusies

Veiligheid kernthema: maatschappelijk evenwicht & veiligheid

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Overlast park Lepelenburg

Raadsinformatiebrief Nr. :

SAMENVATTING Evaluatie Eindmeting Ontwikkelingen Saftlevenkwartier

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

ONDERZOEK VEILIGHEID. Inwonerpanel Gemeente Dongen Onderzoek 9 Mei GfK 2014 Gemeente Dongen Onderzoek Veiligheid Mei

4.3 Veiligheidsbeleving

Veiligheidsmonitor Hengelo Wijkrapport Woolde Augustus 2010

Stadswerven Zuid 2014 Een jaar na opening van het Energiehuis

Notitie Veiligheidsmonitor Amsterdam-Amstelland

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Inventarisatie overlast uitgaanscentrum Vlaardingen

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Hoe beoordelen Almeerders de leefbaarheid en veiligheid in hun buurt?

Burgerpanel gemeente Oisterwijk. Resultaten onderzoek veiligheid en openbare orde in de gemeente Oisterwijk

Fact sheet. Veiligheidsmonitor Amsterdam-Amstelland Politie Eenheid Amsterdam. Veiligheidsbeleving buurt. nummer 4 februari 2013

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

B A S I S V O O R B E L E I D

In dit hoofdstuk worden de cijfers beschreven op de volgende niveaus:

Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen september-december 2015

Onderzoek Zondagopenstelling Gemeente Borger-Odoorn

Kwaliteitsmeter Veilig Uitgaan

Veiligheidsmonitor Hengelo Wijkrapport Buitengebied Augustus 2010

St. Jansstraat 2C Goudsesingel 184 Telefoon Telefoon Fax Fax

trntrtrtr V td L O\'ERLASTMETINGEN IN DE GRAVII\TNESTEEG EN OMGEVING

7. SAMENVATTING EN CONCLUSIES

Coffeeshop in de buurt Ervaringen van direct omwonenden

Monitor Veiligheidsbeleid Groningen januari tot april 2019

Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen mei - augustus 2018

B A S I S V O O R B E L E I D

SAMENVATTING 2-METING PILOTS DORPSSTRAAT ZEIST

Integrale veiligheid. resultaten burgerpanelonderzoek maart 2007

Toezichthouders in de wijk

Rapportage straatinterviews. preventief fouilleren. in veiligheidsrisicogebied Hollands Spoor en omgeving. op 17 februari 2006

Coffeeshop in de buurt

Hoofdstuk 1 Inleiding Hoofdstuk 2 Algemene informatie Hoofdstuk 3 Onveiligheidsgevoelens en onveilige situaties... 6

LeidenPanel. Cameratoezicht BELEIDSONDERZOEK I I

WBK Marktonderzoek Postbus CD Den Haag Tel: KvK Den Haag

B A S I S V O O R B E L E I D

ONTWERP-RAADSVOORSTEL VAN BenW AAN DE RAAD VOOR 14 juli 2011

Stadspanel: Oud en nieuw 2018

Buurtenquête hostel Leidsche Maan

Beoordeling website Buurtveiligheid Amsterdam

7,5 50,4 7,2. Gemeente Enkhuizen, Leefbaarheid. Overlast in de buurt Enkhuizen. Veiligheidsbeleving Enkhuizen

Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen sept-dec 2017

Monitor verplaatsing coffeeshop Amsterdam-Oost

Fries burgerpanel. Fries Burgerpanel over veiligheid in Fryslân. februari 2014

SAMENVATTING. Speerpunt gordel. Achtergrond en doel perceptieonderzoek

Veiligheid analyse Leerdam, ontwikkelingen tussen

Criminaliteit en slachtofferschap

Resultaten gemeentebeleidsmonitor Veiligheid en leefbaarheid

Evaluatie proef met cameratoezicht in Sliedrecht

Bijna de helft van de geweldsmisdrijven wordt in de openbare ruimte gepleegd / foto: Inge van Mill.

Veiligheid in het Openbaar Vervoer

/001 ENQUETE LEEFBAARHEID BINNENSTAD WEERT. Waarom deze enquête?

Straatintimidatie Amsterdam. Factsheet Onderzoek, Informatie en Statistiek

Parkeeronderzoek De Biezen. Resultaten bewonersenquête

Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen januari-april 2018

Evaluatie cameratoezicht Ede Ede-Centrum, Veldhuizen A, Soembaplein

KWALITEITSMETER VEILIG UITGAAN. Enquête Uitgaansgebied Apeldoorn UITGAANSPUBLIEK

Monitor Operatie Hartslag Heerlen Follow-up meting 2004

EVALUATIE BLAUWE ZONE WILLEMSTAD

Fysieke leefomgeving I.B EELDKWALITEIT VAN DE STAD

Persbericht. Criminaliteit nauwelijks gedaald. Centraal Bureau voor de Statistiek

Inventarisatie overlast uitgaanscentrum Vlaardingen

Alleen-Pinnen-Monitor

Resultaten Conjunctuurenquête jaar 2017

Rapport monitor Opvang asielzoekers. week t/m week Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers

Rapport monitor Opvang asielzoekers. week 28 t/m 39. Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers.

Ontwikkeling van misdrijven in Amersfoort

Ontwikkeling van misdrijven in Amersfoort

Korenmarkt D66. Arnhem. Rapportage bezoekersonderzoek

Voel je thuis op straat!

rapportage op wijkniveau

Veiligheid 2015 ^ICSB. Respons. Veiligheid & leefbaarheid. dŷ Veel sociale controle. Gemeente Gefdermafsen. 147 Respondenten. Veiligheid.

Tabel 1: Stellingen Fysieke voorzieningen en Sociale contacten in woonbuurt (%)

Draagvlak eerder uitgaan in Friesland. Stichting Vroeg Op Stap Juni 2009

Veiligheidsmonitor 2011 Gemeente Woerden

Stadsmonitor. -thema Veiligheid-

Politiemonitor Bevolking Landelijke rapportage

Hoofdstuk 10 Parkeren

Vragenlijst onderzoek Cameratoezicht in Openbare Ruimten

Veiligheid in Westerpark

Onderzoek Agressie in uitgaansleven

Eénmeting Leefbaarheid en veiligheid 2014 Beheergebied Van Broeckhovenlaan, s-hertogenbosch

Rapport monitor Opvang asielzoekers. week 40 t/m 51. Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers.

Ondernemers over Westpoort

Evaluatie betaald parkeren Noorderplantsoenbuurt en Oranjebuurt

Kernrapport veiligheidsmonitor, benchmark (2017) Gemeente Leiden vergeleken met Nederland en Grotestedenbeleid G32. Leefbaarheid in de buurt

Monitor Leefbaarheid en Veiligheid 2013 Samenvatting

Persbericht. Gevoelens van onveiligheid iets verminderd. Centraal Bureau voor de Statistiek

ONDERNEMERS EN INTERNETPANEL OVER DE WINKELOPENINGSTIJDEN IN PURMEREND

Monitor leefbaarheid en veiligheid Woonvoorziening Boschdijk, Eindhoven

Transcriptie:

Ogen in de nacht Eindevaluatie cameratoezicht Ede

2

EINDEVALUATIE CAMERATOEZICHT Inhoudsopgave Voorwoord... 5 1. Inleiding... 6 1.1 Achtergrond... 6 1.2 Probleemstelling... 6 1.3 Onderzoeksgebied... 7 1.4 Onderzoeksopzet... 7 1.5 Respons en representativiteit... 8 2. Veiligheid... 10 2.1 Objectieve veiligheid... 10 2.2 Veiligheidsbeleving... 17 2.3 Samenvatting... 20 3. Hinder en overlast... 22 3.1 Hinder en overlast bij doelgroepen... 22 3.2 Samenvatting... 27 4. Draagvlak... 29 4.1 Meningen over cameratoezicht... 29 4.2 Samenvatting... 32 5. Kosten en baten... 33 5.1 Kosten... 33 5.2 Aantrekkelijkheid Museumplein... 33 5.3 Omzet... 34 5.4 Schade... 34 5.5 Samenvatting... 36 6. Ervaringen met cameratoezicht... 37 6.1 Politie... 37 6.2 Gemeente... 41 6.3 Justitie... 43 6.4 Samenvatting... 44 7. Samenwerking... 46 7.1 Horeca-ondernemers... 46 7.2 Taxi-ondernemers... 46 7.3 Politie... 47 7.4 Gemeente... 47 7.5 Gelders centrum voor verslavingszorg... 48 7.6 Samenvatting... 48 8. Samenvatting en conclusies... 49 8.1 Veiligheid... 49 8.2 Hinder en overlast... 49 8.3 Draagvlak... 49 8.4 Kosten en baten... 50 8.5 Ervaringen met cameratoezicht... 50 8.6 Samenwerking... 50 3

Bronnen... 51 Bijlage 1 Kaart gebied cameratoezicht... 52 Bijlage 2 Kaart onderzoeksgebied Ede-Centrum... 53 Bijlage 3 Weging enquête 15-34 jarige inwoners... 54 Bijlage 4 Lijst geïnterviewde personen... 55 4

EINDEVALUATIE CAMERATOEZICHT Voorwoord Ogen in de nacht. Sinds 31 december 1998 houden camera s op het Museumplein in Ede s nachts een oogje in het zeil. Hoe zijn de ervaringen met cameratoezicht? Is het veiliger op het Museumplein? Voelen mensen zich ook veiliger? Deze vragen staan centraal in de eindevaluatie cameratoezicht. De gemeenteraad heeft in juni 1998 besloten om cameratoezicht op het Museumplein in te voeren. Tevens is besloten om de effecten van cameratoezicht te evalueren. De afdeling Onderzoek, Ontwikkeling & Statistiek van de gemeente Ede kreeg de opdracht om de evaluatie uit te voeren. De evaluatie bestaat uit twee metingen. De eerste meting is uitgevoerd in de periode van januari tot juni 1999. De camera s waren toen net geïnstalleerd. De tweede meting heeft een jaar later plaatsgevonden, in de eerste helft van 2000. Door de resultaten van beide metingen te vergelijken, kunnen uitspraken worden gedaan over de effecten van cameratoezicht. Aan deze evaluatie hebben verschillende personen hun bijdrage geleverd. De leden van de Projectgroep Cameratoezicht wil ik danken voor hun kritische blik waarmee zij het onderzoek hebben gevolgd. Siena Wichers, dank je wel voor alle informatie. Allen die aan de enquêtes of interviews hebben meegewerkt, wil ik hartelijk danken voor de tijd die zij hebben vrijgemaakt. Ook wil ik de enquêteurs en interviewers danken voor hun inzet en het meedenken. Tenslotte mijn collega s van Onderzoek, Ontwikkeling & Statistiek: bedankt voor jullie hulp en vooral voor de goede tijd hier. Mireille Korterik Gemeente Ede Onderzoek, Ontwikkeling & Statistiek augustus 2000. 5

1. Inleiding 1.1 Achtergrond Vanaf 31 december 1998 bevinden zich videocamera s in het openbare gebied op en rond het Museumplein in Ede. Op het Museumplein was al geruime tijd sprake van toenemend geweld en vandalisme. De gemeenteraad heeft daarom besloten om cameratoezicht in te voeren. De camera s draaien in de nachten van zondag tot en met donderdag van 23.00 uur tot 4.00 uur en op vrijdag- en zaterdagnacht van 22.00 uur tot 5.00 uur. De gemeenteraad heeft besloten om cameratoezicht te evalueren (zie raadstukken 1998/80, OW 98/345 N). In de raadstukken wordt het volgende hierover opgemerkt: Vanzelfsprekend zal ten aanzien van het effect van cameratoezicht rond en op het Museumplein de vinger aan de pols moeten worden gehouden. Een evaluatie van het resultaat tenminste na een jaar verdient aanbeveling. De methode van evaluatie en de aspecten welke zullen worden geëvalueerd (zoals de bescherming van de privacy, de ervaringen van pleinbezoekers, horeca, politie en gemeentelijke diensten), worden vooraf bepaald. De methode van evaluatie is vastgesteld in januari 1999 (OW 98 3701). De evaluatie bestaat uit een eerste en tweede meting. De eerste meting is gehouden in de periode van januari tot en met juni 1999. De tweede meting heeft in de eerste helft van 2000 plaatsgevonden. Dit rapport geeft de resultaten van beide metingen weer. 1.2 Probleemstelling In de evaluatie zullen de verwachtingen ten aanzien van het effect van cameratoezicht worden getoetst. De probleemstelling van de evaluatie is: Draagt de invoering van cameratoezicht bij aan het terugdringen van criminaliteit en overlast op en rond het Museumplein? De evaluatie heeft een externe en interne invalshoek. De externe invalshoek richt zich op de maatschappelijke effecten van cameratoezicht. De interne invalshoek betreft de uitvoering van cameratoezicht en de gevolgen voor de bestrijding van criminaliteit en overlast. De centrale probleemstelling is vertaald in zes onderzoeksvragen. 1) Hoe ontwikkelt zich het aantal delicten dat plaatsvindt op en rond het Museumplein, rekening houdend met het onderscheid binnen het onderzoeksgebied wat betreft de aan- of afwezigheid van cameratoezicht? 6

E INDEVALUATIE CAMERATOEZICHT 2) Welke ontwikkeling is waarneembaar in de veiligheidsbeleving van betrokken bevolkingsgroepen (passanten, bezoekers, omwonenden, inwoners, horecaondernemers, taxi-ondernemers)? 3) Welk maatschappelijk draagvlak is aanwezig voor cameratoezicht als instrument om criminaliteit en overlast terug te dringen? 4) Welke ervaringen hebben horeca-ondernemers en taxi-ondernemers met cameratoezicht? 5) Welke ervaringen hebben direct betrokkenen van gemeente, politie en justitie met de uitvoering van cameratoezicht? 6) Welke bijdrage levert cameratoezicht aan de uitvoering van de criminaliteitsbestrijding en de handhaving van de openbare orde? 1.3 Onderzoeksgebied Het onderzoeksgebied omvat in de eerste plaats het gebied waar cameratoezicht plaatsvindt (zie bijlage 1). Dit is het Museumplein plus de toegangswegen. Daarnaast is de omgeving van het Museumplein, het centrum van Ede, in het onderzoek betrokken (zie bijlage 2). Dit is nodig om te bezien of er sprake is van verplaatsing van criminaliteit en overlast als gevolg van cameratoezicht op het Museumplein. 1.4 Onderzoeksopzet In het kader van deze evaluatie zijn verschillende betrokken partijen benaderd. Dit zijn passanten en bezoekers van het Museumplein en omgeving, omwonenden binnen het onderzoeksgebied, jongeren van de gemeente Ede (15-34 jarige inwoners van de gemeente Ede vormen de doelgroep voor het Museumplein; dit 7

zijn zowel bezoekers als niet-bezoekers), inwoners van de gemeente Ede, bedrijven binnen het onderzoeksgebied, horeca-ondernemers op en rond het Museumplein, taxi-ondernemers, betrokken medewerkers van de gemeente, politie, justitie en het Gelders centrum voor verslavingszorg. Gezien de variëteit aan onderzoeksvragen en onderzoeksgroepen zijn verschillende methoden van gegevensverzameling gebruikt. Dit zijn de registraties van de politie (gegevens uit het Bedrijfs Processen Systeem, BPS), periodieke enquêtes onder bezoekers, omwonenden en inwoners van Ede en interviews met horeca-ondernemers, taxi-ondernemers, bedrijven in Ede-Centrum en sleutelinformanten van politie, justitie, gemeente en het Gelders centrum voor verslavingszorg. Om de effecten van cameratoezicht in beeld te brengen worden twee metingen uitgevoerd. Eén in het eerste half jaar van 1999, vlak na de invoering van cameratoezicht, en één een jaar later, in de eerste helft van 2000. De resultaten van de twee metingen worden met elkaar vergeleken. Daarnaast worden de BPS gegevens van 1999 vergeleken met de gegevens van voorgaande jaren. De tabel geeft een overzicht van de onderzoeksgroepen, de gegevensbronnen en de meetperiode. Onderzoeksmethode per doelgroep onderzoeksgroepen methode meting omwonenden schriftelijke enquête onder huishoudens 1+2 bezoekers/passanten mondelinge enquête op locatie 1+2 15-34 jarige inwoners gemeente schriftelijke enquête op woonadres 1+2 bedrijven Ede-Centrum mondelinge enquête op bedrijfslocatie 1+2 interview voorzitter winkeliersvereniging 1 horeca-ondernemers mondelinge enquête op bedrijfslocatie 1+2 interview voorzitter horecavereniging 1+2 taxi-ondernemers schriftelijke enquête 2 politie interview 1+2 BPS gegevens 1+2 gemeente interview 2 justitie interview 2 inwoners gemeente schriftelijke enquête 2 verslavingszorg interview 2 Voor de evaluatie is een projectgroep cameratoezicht samengesteld met afgevaardigden van de politie en de gemeentelijke afdelingen. De projectgroep wordt periodiek geïnformeerd over de stand van het onderzoek en geeft feedback en adviezen ten aanzien van de evaluatie. 1.5 Respons en representativiteit De respons van de enquêtes was zowel in 1999 als in 2000 hoog. Door de hoge respons zijn de uitspraken van de respondenten representatief voor de hele populatie. 8

EINDEVALUATIE CAMERATOEZICHT Respons per doelgroep doelgroep benaderd 1999 respons 1999 benaderd 2000 respons 2000 bezoekers 300 285 15-34 jarigen 1000 473 (47%) 1000 457 (46%) omwonenden 1026 759 (73%) 1128 827 (73%) horeca-ondernemers 24 20 (83%) 25 23 (92%) bedrijven 100 80 (80%) 100 81 (81%) taxi-ondernemers 4 3 (75%) Alleen onder de 15-34 jarige inwoners van de gemeente Ede was de respons matig. De helft van de benaderde personen heeft meegewerkt aan de enquête. Vrouwen hebben bijvoorbeeld relatief vaker meegewerkt dan mannen. Hierdoor kan een scheef beeld ontstaan. Om dit te corrigeren is een weging toegepast (zie bijlage 3). 9

2. Veiligheid Cameratoezicht is ingesteld om de veiligheid op en rond het Museumplein te vergroten. Veiligheid bestaat enerzijds uit de objectieve, feitelijke veiligheid. Niet minder belangrijk is de subjectieve veiligheid, oftewel de veiligheidsbeleving. De gemeente Ede verwacht van de invoering van cameratoezicht dat zowel de objectieve als de subjectieve veiligheid zal verbeteren. 2.1 Objectieve veiligheid De politie registreert alle incidenten in het Bedrijfs Processen Systeem (BPS). Dit systeem bevat informatie over het soort incident, de plaats en de periode waarin het heeft plaatsgevonden. Met behulp van de BPS-gegevens kan een mogelijke verandering in het aantal incidenten in beeld worden gebracht. Aangenomen wordt dat de meldingsbereidheid van de inwoners niet wezenlijk is veranderd (bron: gemeente Ede, BBZ/OO&S, Ede 2000 - inwoners aan het woord, mei 2000). De volgende incidenten zijn relevant voor dit onderzoek: ernstige geweldsdelicten, lichte geweldsdelicten, diefstal uit / vanaf motorvoertuigen en vernieling / vandalisme. Van deze vier incidenten zijn de jaarcijfers van 1996 tot en met 1999 op een rij gezet. De eerste drie jaren geven een beeld van het incidentenverloop vóór de invoering van cameratoezicht. De incidenten die in de volgende grafieken worden genoemd, hebben niet allemaal buiten op straat plaats gevonden; ongeveer eenderde van de incidenten vindt plaats ìn de locatie. Ook komt het voor dat er sprake is van combinaties: een incident dat binnen gestart is en buiten wordt beëindigd. De effecten van de buiten geplaatste camera s zullen weinig of geen invloed hebben op het gedrag binnen de locatie. De uit deze paragraaf blijkende daling van het aantal incidenten, heeft dan ook betrekking op de incidenten die zich buiten afspelen. Het incidentenverloop in het gebied met cameratoezicht wordt vergeleken met het verloop in het omliggende gebied zonder camera s (Ede-Centrum), met de gemeente Ede als geheel en het district West-Veluwe / Vallei. Het district West- Veluwe / Vallei bestaat uit vijf gemeenten, namelijk Ede, Barneveld, Nijkerk, Scherpenzeel en Wageningen. ERNSTIGE GEWELDSDELICTEN aantal incidenten 35 30 25 20 15 10 5 0 5 2 10 Ernstige geweldsdelicten Cameratoezichtgebied, 1996-1999 10 11 4 5 3 De Halte Maandereind Museumplein Nieuw e Stationsstraat 24 32 29 24 18 10 10 22 10 1996 1997 1998 1999

EINDEVALUATIE CAMERATOEZICHT Het aantal ernstige geweldsdelicten binnen het gebied met cameratoezicht is op de meeste plaatsen in 1999 afgenomen. In totaal waren er 53 ernstige geweldsdelicten in 1999. In 1998 waren het er 60 (zie paragraaf 2.1.5). In de Nieuwe Stationsstraat is in 1999 echter sprake van een verdubbeling ten opzichte van 1998. De politie herkent deze verschuiving. De politie geeft aan dat er zowel s nachts als overdag incidenten plaatsvinden in de Nieuwe Stationsstraat. LICHTE GEWELDSDELICTEN aantal incidenten 20 15 Lichte geweldsdelicten Cameratoezichtgebied, 1996-1999 13 16 10 5 0 1 8 8 7 2 3 2 2 5 4 1 0 3 2 De Halte Maandereind Museumplein Nieuw e Stationsstraat 1996 1997 1998 1999 Binnen het gebied met cameratoezicht komen lichte geweldsdelicten vooral voor op het Museumplein. In 1999 was het aantal lichte geweldsdelicten hier hoger dan in de voorgaande jaren. Op de andere plaatsen binnen het gebied met cameratoezicht is sprake van een afname. In totaal is het aantal lichte geweldsdelicten in 1999 iets lager dan in 1998. DIEFSTAL UIT EN VANAF MOTORVOERTUIGEN aantal incidenten 150 126 125 Diefstal uit / vanaf motorvoertuigen Cameratoezichtgebied, 1996-1999 100 75 50 25 0 57 41 10 4 1 0 0 3 3 4 0 6 5 2 0 De Halte Maandereind Museumplein Nieuw e Stationsstraat 1996 1997 1998 1999 De grafiek laat een duidelijke afname zien van diefstal uit / vanaf motorvoertuigen. Dit delict komt bijna niet meer voor in het cameratoezichtgebied. Mogelijk heeft de afname te maken met de verhoging van de lichtsterkte in de openbare ruimte vanaf mei 1997. 11

VERNIELING EN VANDALISME aantal incidenten Vernieling / vandalisme Cameratoezichtgebied 1996-1999 25 20 15 10 5 6 13 17 11 7 9 16 3 5 13 17 8 10 19 12 11 0 De Halte Maandereind Museumplein Nieuw e Stationsstraat 1996 1997 1998 1999 Sinds de invoering van cameratoezicht is het aantal vernielingen en vandalisme afgenomen. In de drie voorgaande jaren was sprake van een toename. Deze trend is nu doorbroken. INCIDENTEN IN CAMERATOEZICHTGEBIED aantal incidenten 160 140 120 100 80 60 40 20 0 57 49 60 Totaal aantal incidenten Cameratoezichtgebied, 1996-1999 53 ernstige gew eldsdelicten 15 16 25 21 lichte gew eldsdelicten 70 135 47 10 diefstal uit, vanaf motorvoertuigen 28 54 62 33 vernieling / vandalisme 1996 1997 1998 1999 In totaal is het aantal incidenten in het cameratoezichtgebied afgenomen van 194 in 1998 naar 117 in 1999. Dit is een afname van 40 procent. Diefstal uit / vanaf motorvoertuigen en vernielingen / vandalisme zijn sinds de invoering van cameratoezicht het sterkst afgenomen (met 79 procent). Het aantal vernielingen is in 1999 met 47 procent afgenomen ten opzichte van 1998. Het aantal ernstige en lichte geweldsdelicten is in 1999 licht afgenomen ten opzichte van 1998. De afname is respectievelijk 12 en 16 procent. Uit de grafiek mag je niet afleiden dat lichte geweldsdelicten minder vaak voorkomen dan ernstige geweldsdelicten. Lichte geweldsdelicten worden namelijk minder vaak aangegeven bij de politie dan ernstige. De grafiek geeft het aantal incidenten weer dat bij de politie bekend is. 12

EINDEVALUATIE CAMERATOEZICHT INCIDENTEN IN OMLIGGENDE STRATEN aantal incidenten 200 Totaal aantal incidenten omliggende straten, 1996-1999 171 150 100 50 30 21 43 35 8 9 9 14 44 101 62 32 96 114 116 0 ernstige gew eldsdelicten lichte gew eldsdelicten diefstal uit, vanaf motorvoertuigen vernieling / vandalisme 1996 1997 1998 1999 In de omliggende straten (Ede-Centrum, zonder cameratoezicht) zien we in 1999 ook een afname van diefstal uit / vanaf motorvoertuigen. Dit verloop lijkt op het verloop van incidenten binnen het cameratoezichtgebied, alleen is de afname in Ede-Centrum minder sterk. In totaal is het aantal incidenten afgenomen van 228 in 1998 naar 197 in 1999. Dit is een afname van 14 procent. Vooral diefstal uit / vanaf motorvoertuigen is in 1998 afgenomen ten opzichte van 1997. In 1999 is dit 48 procent lager dan in 1998. GEMEENTE EDE aantal incidenten 2000 1500 1000 Totaal aantal incidenten gemeente Ede, 1996-1999 1184 1659 1290 1166 1709 1579 1061 1552 500 0 385 433 461 470 ernstige gew eldsdelicten 76 157 109 119 lichte gew eldsdelicten diefstal uit/vanaf motorvoertuigen vernieling/vandalisme 1996 1997 1998 1999 In de gemeente Ede is het totaal aantal incidenten in 1999 met 7 procent afgenomen ten opzichte van 1998. Deze afname is minder sterk dan de afname in het cameratoezichtgebied en in Ede-Centrum. Het incidentenverloop in de gemeente Ede laat vanaf 1998 een daling van diefstal uit / vanaf motorvoertuigen zien. Vernielingen en vandalisme nemen na 1998 af. De geweldsdelicten nemen licht toe. 13

INCIDENTEN IN DISTRICT WEST-VELUWE / VALLEI aantal incidenten 5000 4000 Totaal aantal incidenten District WVV 1996-1999 3922 3622 3596 3000 2000 1000 0 886 948 964 1000 ernstige gew eldsdelicten 161 210 216 264 lichte gew eldsdelicten 2431 1943 2093 2047 diefstal uit, vanaf motorvoertuigen 2796 vernieling / vandalisme 1996 1997 1998 1999 In het district West-Veluwe / Vallei is totaal aantal incidenten in 1999 afgenomen met 4 procent ten opzichte van 1998. Het verloop van het aantal incidenten lijkt sterk op het verloop in de gemeente Ede. De algemene trend in het district West-Veluwe / Vallei is een lichte afname van vernielingen en vandalisme na 1998, een stabiel verloop van diefstal uit / vanaf motorvoertuigen en een lichte toename van ernstige en lichte geweldsdelicten. VERLOOP TOTAAL AANTAL INCIDENTEN Als we het incidentenverloop in het cameratoezichtgebied vergelijken met het incidentenverloop in Ede-Centrum, de gemeente Ede en het district West-Veluwe/ Vallei, valt op dat de ontwikkelingen in het gebied met cameratoezicht gunstiger zijn dan de ontwikkelingen elders. Het exacte effect van cameratoezicht op het incidentenverloop is moeilijk te meten. Er zijn namelijk veel factoren die invloed hebben op het aantal incidenten. Naast de invoering van cameratoezicht zijn in de periode van 1997 tot 1999 verschillende maatregelen getroffen. Belangrijke maatregelen zijn de uitbreiding van de politie-inzet op uitgaansavonden, de uitbreiding en versterking van de verlichting, het verplaatsen van de taxistandplaats van de Telefoonweg naar het Museumplein, het opknappen van het Museumplein en de opening van de fietsenstalling. Verder is in 1999 de verlichting op het Museumplein aangepast voor cameratoezicht. Van belang is ook de oprichting van de werkgroep Uitgaan op het Museumplein, waardoor de samenwerking tussen verschillende partijen op het Museumplein is versterkt. De combinatie van deze maatregelen en de verbetering van de samenwerking hebben gezamenlijk effecten op het aantal incidenten. Deze factoren kunnen we niet afzonderlijk van elkaar bekijken. Wel kunnen we een globale schatting maken van het effect van extra politie-inzet en het effect van de invoering van cameratoezicht. Vanaf 1998 is namelijk de politie-inzet op uitgaansavonden op en rond het Museumplein én in de rest van Ede-Centrum vergroot. Een jaar daarna is cameratoezicht ingevoerd, alléén op en rond het Museumplein. 14

EINDEVALUATIE CAMERATOEZICHT Politie-inzet en cameratoezicht op en rond het Museumplein en in Ede-centrum 1996 1997 1998 1999 op en rond normale normale extra agenten extra agenten Museumplein situatie situatie op uitgaansavonden op uitgaansavonden én cameratoezicht rest van Ede- normale normale extra agenten extra agenten Centrum situatie situatie op uitgaansavonden op uitgaansavonden Sinds de extra politie-inzet in 1998 treedt een daling op van het totale aantal incidenten in Ede-Centrum en het huidige cameratoezichtgebied. Sinds de invoering van cameratoezicht is deze afname versterkt in het cameratoezichtgebied. Deze afname is groter dan de afname in Ede-Centrum (zonder camera s). In de gemeente Ede en het district West-Veluwe / Vallei is het aantal incidenten licht afgenomen tussen 1997 en 1999. Deze afname is veel minder sterk dan de afname in het cameratoezichtgebied en Ede-Centrum. Dit geeft de indruk dat de extra inzet van agenten leidt tot een daling van het aantal incidenten en dat de invoering van cameratoezicht deze afname versterkt. aantal incidenten (1) 350 Totaal aantal incidenten 1996-1999 aantal incidenten (2) 8000 300 7000 250 200 150 100 50 6000 5000 4000 3000 2000 1000 0 1996 1997 1998 1999 0 Cameragebied (1) Ede-Centrum zonder camera's (1) Gemeente Ede (2) District West-Veluw e/vallei (2) ANALYSE VAN DELICTEN, PLAATS EN TIJD Voor de delicten die in 1998 en 1999 binnen het cameragebied zijn gepleegd, is nagegaan wat er precies is gebeurd, waar het plaatsvond en op welk tijdstip. Hierin bestaat vrijwel geen verschil tussen 1998 (zonder cameratoezicht) en 1999 (met cameratoezicht). Het enige verschil is dat de ernstige geweldsdelicten zich in 1998 concentreerden op het Museumplein. In 1999 vinden deze op het Museumplein én in de Nieuwe Stationsstraat plaats (zie kaart, bijlage 1). 15

Uit de tabel blijkt dat de geweldsdelicten en buurtoverlast voornamelijk plaatsvinden op de uitgaansavonden, namelijk in de nacht van vrijdag op zaterdag en van zaterdag op zondag. Geluidsoverlast van horeca vindt ook op andere avonden plaats. wat? waar? wanneer? ernstige geweldsdelicten vooral geweld voornamelijk op vooral op zondagen tussen 0.00 zonder wapen, Museumplein, en 5.00 en zaterdagen tussen met letsel in 1999 ook in 0.00 en 4.00, maar soms ook Nwe. Stationsstr. op andere dagen rond 21.00 of 22.00 uur lichte geweldsdelicten vooral geweld voornamelijk op vooral op zondagen tussen 0.00 zonder wapen, Museumplein en 5.00 en zaterdagen tussen zonder letsel 0.00 en 4.00, maar soms ook op andere dagen rond 21.00 of 22.00 uur buurtoverlast vooral overlast door voornamelijk op vooral zaterdag en zondag dronkenschap Museumplein tussen 0.00 en 4.00 uur geluidsoverlast vooral geluid- voornamelijk op vrijwel alle avonden rond 0.00 overlast Museumplein en uur horeca Maandereind Het is niet zinvol om een analyse te maken van tijdstippen waarop diefstal uit / vanaf motorvoertuigen en vernieling / vandalisme plaatsvinden. Het precieze tijdstip van deze delicten is in veel gevallen moeilijk vast te stellen. Een vernieling kan bijvoorbeeld s nachts plaatsvinden, maar wordt pas de volgende dag opgemerkt. De registratie van de tijdstippen is voor deze delicten erg onnauwkeurig. De meeste incidenten van geweld en overlast vinden plaats binnen de uren van cameratoezicht. De camera s draaien in de nachten van zondag tot en met donderdag van 23.00 uur tot en met 4.00 uur en op vrijdag- en zaterdagnacht van 22.00 uur tot en met 5.00 uur. Dit is in totaal 39 uur per week (een week heeft 168 uur). In bijna een kwart van de tijd vindt 80 procent van alle geweldsdelicten en 71 procent van alle overlastincidenten plaats. Aantal incidenten binnen en buiten uren van cameratoezicht, 1999 binnen camera-uren buiten camera-uren totaal geweld (ernstig en licht) 59 15 74 overlast (buurt- en geluidsoverlast) 30 12 42 INCIDENTEN IN 2000 In de eerste helft van 2000 hebben zich op het Museumplein minder incidenten voorgedaan dan in de eerste helft van 1998, toen er nog geen cameratoezicht was. De afname van het totale aantal incidenten is 55 procent. Vooral diefstal van / uit motorvoertuigen is sterk afgenomen. De afname van het aantal incidenten in het cameratoezichtgebied is veel sterker dan in het district West-Veluwe / Vallei. In het eerste half jaar van 2000 is het aantal incidenten twee procent lager dan in de eerste helft van 1998. 16

EINDEVALUATIE CAMERATOEZICHT In het cameratoezichtgebied is het totale aantal incidenten is in de eerste helft van 2000 even groot als in de eerste helft van 1999. Het verschil ten opzichte van 1999 is dat het aantal ernstige geweldsdelicten in 2000 is afgenomen en het aantal lichte geweldsdelicten is toegenomen. Er zijn dus even veel delicten, maar de delicten zijn minder ernstig. Aantal incidenten in 2000, gebied cameratoezicht en het district West-Veluwe / Vallei jan-juni jan-juni jan-juni procentueel verschil 1998 1999 2000 2000 t.o.v.1998 ernstige geweldsdelicten 39 32 21 afname van 46 % lichte geweldsdelicten 15 10 14 afname van 7 % diefstal van / uit motorvoertuigen 37 4 6 afname van 84 % vernieling / vandalisme 42 14 19 afname van 55 % totaal gebied cameratoezicht 133 60 60 afname van 55 % totaal district West-Veluwe / Vallei 3948 3483 3871 afname van 2 % 2.2 Veiligheidsbeleving Door de daling van het aantal incidenten is de veiligheid in objectieve zin verbeterd. Hoe staat het met de subjectieve veiligheid? Voelt men zich nu ook veiliger door de invoering van cameratoezicht? Deze vraag is voorgelegd aan omwonenden, bezoekers, 15-34 jarige inwoners, horeca-ondernemers, taxi-ondernemers, politie, gemeente en het Gelders centrum voor verslavingszorg. In de hele gemeente Ede voelt 30 procent van de inwoners zich in het algemeen soms of vaak onveilig. In de eigen buurt voelt 20 procent voelt zich soms of vaak onveilig. Inwoners van de gemeente Ede voelen zich in 2000 veiliger dan in 1997. Mannen voelen zich over het algemeen veiliger dan vrouwen. Jongeren voelen zich daarentegen vaker onveilig dan ouderen. Dit blijkt uit het onderzoek Ede 2000 dat is gehouden onder inwoners van de gemeente Ede van 16 jaar en ouder. OMWONENDEN Omwonenden van het Museumplein voelen zich minder veilig dan de gemiddelde inwoner van de gemeente Ede. Van de omwonenden voelt 30 procent zich soms of vaak onveilig in de eigen buurt. In de gemeente is dit 20 procent. Omwonenden van het Museumplein voelen zich in 2000 veiliger dan in 1999. Dit komt overeen met de bevindingen van het onderzoek Ede 2000 - Inwoners aan het woord. Ede 2000 is een onderzoek dat elk jaar onder de inwoners van de gemeente Ede wordt gehouden (voorheen Gemeente-enquête). De afname van het gevoel van onveiligheid komt niet overeen met de landelijke trend. Landelijk is sprake van een lichte toename van het onveiligheidsgevoel (Politiemonitor Bevolking, 1999). 17

% inwoners 100 Gevoel van onveiligheid bij omwonenden 1999 en 2000 80 60 40 38 50 52 40 20 27 16 18 20 0 36 30 30 26 4 5 4 4 in algemeen 99 in algemeen 00 in eigen buurt 99 in eigen buurt 00 vaak soms zelden nooit De omwonenden die zich onveilig voelen, voelen zich vooral s avonds en s nachts onveilig. De belangrijkste redenen voor het gevoel van onveiligheid zijn groepen jongeren, agressieve sfeer, agressief gedrag en dronken mensen. Dit komt overeen met de bevindingen in 1999. BEZOEKERS Bezoekers voelen zich in 2000 veiliger dan in 1999. In 1999 voelde 29 procent van de bezoekers zich soms of vaak onveilig. In 2000 is dit 20 procent. Bezoekers voelen zich vooral onveilig rondom het station Ede-Centrum, rondom de Halte, bij de parkeerplaatsen, rondom het Heuvelsepad en de taxistandplaats. % bezoekers 100 Gevoel van onveiligheid bij bezoekers 1999 en 2000 80 60 65 61 40 20 0 4 6 19 24 2 18 1999 2000 vaak soms zelden nooit De belangrijkste redenen waarom men zich onveilig voelt zijn de groepen jongeren, groepen buitenlanders, de agressieve sfeer, de aanwezigheid van ongure types, een uitgestorven, donkere omgeving en drugsgebruik. 18

EINDEVALUATIE CAMERATOEZICHT 15-34 JARIGEN Een kwart van de 15-34 jarige inwoners van de gemeente Ede komt nooit op het Museumplein. Van degenen die er wel komen, voelt 37 procent zich er soms of vaak onveilig. In 1999 voelde 42 procent zich soms of vaak onveilig. De 15-34 jarigen voelen zich minder veilig dan omwonenden en bezoekers. % inwoners 100 Gevoel van onveiligheid bij 15-34 jarigen 1999 en 2000 80 31 38 60 40 20 28 32 26 31 0 10 6 1999 2000 vaak soms zelden nooit De belangrijkste redenen voor het gevoel van onveiligheid zijn de agressieve sfeer, groepen jongeren, het drankgebruik, groepen buitenlanders en ongure types. Dit komt overeen met de antwoorden die vorig jaar zijn gegeven. HORECA-ONDERNEMERS De meeste horeca-ondernemers denken dat bezoekers zich veiliger voelen door de invoering van cameratoezicht. Zeventig procent van de horeca-ondernemers heeft dit geantwoord. Enkele horeca-ondernemers denken dat bezoekers zich niet veiliger en ook niet onveiliger voelen door cameratoezicht. Anderen hebben hier geen mening over. Bijna tachtig procent van de horeca-ondernemers vindt dat er minder vechtpartijen zijn op en rond het Museumplein. TAXI-ONDERNEMERS Eén van de drie ondervraagde taxi-ondernemers vindt dat de veiligheid voor hem zelf en voor bezoekers is toegenomen door de invoering van cameratoezicht. Hij denkt ook dat het Museumplein aantrekkelijker is geworden voor de bezoekers. Het onbehaaglijke gevoel wat hij vroeger altijd had op het Museumplein, heeft hij nu niet meer. Een andere taxi-ondernemer ondervindt zelf niet veel overlast op het Museumplein. Zijn veiligheidsgevoel is sinds de invoering van cameratoezicht niet veranderd. Hij vindt wel dat er sindsdien minder vechtpartijen, overlast en vernielingen zijn. 19

POLITIE De politie heeft de indruk dat de sfeer op het Museumplein sterk is verbeterd. Dit is niet alleen aan de camera s toe te schrijven, maar aan de combinatie van maatregelen, zoals de uitbreiding van de politie inzet, de aangepaste verlichting, het opruimen van het Museumplein, de fietsenstalling, de taxistandplaats op het plein en de betere samenwerking. De politie is van mening dat de feitelijke aanwezigheid van agenten meer effect heeft dan de onzichtbare camera s. De combinatie van die twee is echter succesvol. De agenten kunnen veel effectiever worden ingezet. Zij hebben als het ware ogen op de rug. Cameratoezicht is ook een veiligheidsmiddel voor de agenten. Zij voelen zich erdoor gesteund. GEMEENTE De projectleider van cameratoezicht van de gemeente Ede hoort positieve geluiden van de horeca en politie over de sfeer en veiligheid op het Museumplein. Ook merkt hij zelf, als hij s avonds over het Museumplein loopt, dat de sfeer een stuk meer ontspannen is geworden. GELDERS CENTRUM VOOR VERSLAVINGSZORG Volgens de veldwerker van het Gelders centrum voor verslavingszorg was het vroeger erg onveilig op het Museumplein. Niet alleen vanwege de drugsgebruikers, maar ook vanwege agressiviteit van jongeren op uitgaansavonden. Sinds de invoering van cameratoezicht is het veiliger geworden. Er zijn ook minder auto-inbraken. 2.3 Samenvatting Sinds de invoering van cameratoezicht is de objectieve veiligheid verbeterd. Het aantal incidenten op en rond het Museumplein is afgenomen. Dit geldt vooral voor diefstal uit / vanaf motorvoertuigen en vernielingen / vandalisme. Het aantal ernstige en lichte geweldsdelicten is licht afgenomen. Het incidentenverloop op en rond het Museumplein wijkt af van de algemene trend. De afname van incidenten op en rond het Museumplein is namelijk veel sterker dan afname in de gehele gemeente Ede en het district West-Veluwe / Vallei. De maatregelen die vanaf 1997 op het Museumplein zijn getroffen (waaronder cameratoezicht, extra politie-inzet, extra verlichting, verplaatsing taxistandplaats, intensivering van samenwerking) hebben geleid tot een daling van het aantal incidenten. Vanaf 1998 zijn extra agenten ingezet in het gehele centrum van Ede. Sindsdien is het aantal incidenten op en rond het Museumplein én in Ede- Centrum sterk afgenomen. In 1999 is cameratoezicht ingevoerd op en rond het Museumplein. Sindsdien is het aantal incidenten op en rond het Museumplein sterker afgenomen dan in Ede-Centrum. Naast de objectieve veiligheid is ook de subjectieve veiligheid verbeterd sinds de invoering van cameratoezicht. Omwonenden, bezoekers en 15-34 jarigen voelen zich in 2000 veiliger dan in 1999. Hiermee wijken zij af van de landelijke trend. 20

EINDEVALUATIE CAMERATOEZICHT Landelijk voelt men zich in 1999 iets onveiliger dan in 1997. Horeca-ondernemers, taxi-ondernemers, de politie, de gemeente en het Gelders centrum voor verslavingszorg hebben de indruk dat de veiligheid en de sfeer op het Musuemplein zijn verbeterd. 21

3. Hinder en overlast Horeca-activiteiten gaan vaak gepaard met allerlei soorten overlast zoals lawaai, vernielingen en vechtpartijen. Politie, justitie en gemeente hebben maatregelen getroffen om de overlast op het Museumplein te beperken. De invoering van cameratoezicht is één van de maatregelen. Aan omwonenden, bezoekers, 15-34 jarigen, bedrijven, horeca-ondernemers en taxi-ondernemers is gevraagd of zij sinds de invoering van cameratoezicht meer of minder overlast ondervinden. 3.1 Hinder en overlast bij doelgroepen OMWONENDEN In 2000 ondervinden minder omwonenden overlast en hinder dan in 1999. Ongeveer 4 van de 10 omwonenden ondervinden wel eens hinder of overlast van bezoekers van het Museumplein. De hinder bestaat vooral uit geluidsoverlast van bezoekers die onderweg zijn van en naar het Museumplein. Omwonenden hebben ook last van vernielingen, bijvoorbeeld aan huis of tuin. % inwoners 100 Hinder en overlast bij omwonenden 1999 en 2000 80 60 50 58 40 20 50 42 0 1999 2000 wel hinder ondervonden geen hinder ondervonden Ruim driekwart van de omwonenden meldt de hinder en overlast niet bij de politie. Slechts drie procent van de omwonenden doet dit altijd en 20 procent doet dit soms. In 1999 lag het aandeel inwoners dat aangifte deed iets hoger (4 procent altijd en 22 procent soms). Ten opzichte van 1999 vinden meer omwonenden in 2000 dat de hinder in het afgelopen jaar is afgenomen. In 1999 vond 6 procent dat de hinder was afgenomen. Dit is in 2000 18 procent. 22

EINDEVALUATIE CAMERATOEZICHT % inwoners 100 Verandering hinder en overlast bij omwonenden 1999 en 2000 80 60 28 31 6 18 40 20 54 44 0 12 1999 2000 7 toegenomen onveranderd afgenomen weet niet De meeste omwonenden vinden in 2000 dat de geluidsoverlast in het afgelopen jaar gelijk is gebleven. Toch zien we ten opzichte van 1999 een lichte verschuiving. De groep omwonenden die vindt dat de geluidsoverlast is afgenomen is in 2000 iets groter dan in 1999. Verandering geluidsoverlast volgens omwonenden 1999 en 2000 % inwoners 100 80 vanuit horeca 17 22 op Museumplein 5 12 6 op routes van en naar het Museumplein 9 60 40 80 76 83 80 74 75 20 0 3 4 12 8 21 16 1999 2000 1999 2000 1999 2000 toegenomen onveranderd afgenomen Hetzelfde verschijnsel zien we bij overlast van agressief en baldadig gedrag. Ruim tweederde van de omwonenden vindt dat agressief en baldadig gedrag in het afgelopen jaar gelijk zijn gebleven. Eén vijfde van de omwonenden is echter van mening dat dit is afgenomen. In 1999 was dit slechts 5 à 6 procent. 23

Verandering agresief gedrag volgens omwonenden 1999 en 2000 % inwoners 100 80 60 40 20 0 in horecagelegenheid op Museumplein 6 20 5 20 69 61 70 65 24 34 9 15 1999 2000 1999 2000 toegenomen onveranderd afgenomen De meeste omwonenden vinden dat er nu even veel vernielingen plaatsvinden als een jaar geleden. Vergeleken met de resultaten van 1999 signaleren in 2000 meer mensen een afname en minder mensen een toename in het aantal vernielingen. Verandering vernielingen volgens omwonenden 1999 en 2000 % inwoners 100 80 op routes van en naar het Museumplein 7 12 6 op het Museumplein 16 60 40 66 68 69 71 20 0 27 20 25 13 1999 2000 1999 2000 toegenomen onveranderd afgenomen BEZOEKERS Veertig procent van de bezoekers heeft in het afgelopen jaar hinder ondervonden op het Museumplein. Dit komt overeen met de resultaten van het onderzoek in 1999. De hinder en overlast voor bezoekers is dus niet toe- of afgenomen. 24

EINDEVALUATIE CAMERATOEZICHT De overlast bestaat vooral uit agressief en baldadig gedrag. Daarnaast vindt men samenscholing van bezoekers hinderlijk of bedreigend. Bezoekers ondervinden de hinder vooral op straat op en rondom het Museumplein. Ook binnen, in de Plaats waar bezoekers overlast ondervinden 1999 en 2000 anders 3 3 op routes van en naar Museumplein 12 10 in horecagelegenheid 21 21 op straat rondom Museumplein 64 65 % 0 20 40 60 80 100 1999 2000 horecagelegenheden, vindt hinder en overlast plaats. Als we de resultaten vergelijken met de resultaten van 1999, zien we dat de overlast zich niet heeft verplaatst, zoals naar de routes van en naar het Museumplein. 15-34 JARIGEN In 2000 heeft 30 procent van de 15-34 jarige inwoners op het Museumplein overlast gehad in het afgelopen jaar. In 1999 was dit 33 procent. De hinder en overlast bestaat voornamelijk uit agressief gedrag op het Museumplein, samenscholing van groepen en agressief gedrag in horecagelegenheden. In 1999 was dit ook het geval. Verandering hinder en overlast bij 15-34 jarigen 1999 en 2000 % inwoners 100 N=464 N=450 80 60 2 47 61 40 20 0 29 22 19 16 5 1999 2000 toegenomen gelijk gebleven afgenomen geen mening 25

Van degenen die overlast hebben ondervonden heeft een vijfde dit gemeld bij de politie. In 1999 was dit een kwart. Degenen die dit niet bij de politie melden geven aan dat zij denken dat het geen zin heeft om het te melden of dat de schade te gering is. Aan de 15-34 jarigen is gevraagd of zij vinden dat de overlast in het afgelopen jaar is toe- of afgenomen. De meerderheid heeft hier geen mening over. Eén op de vijf vindt dat de overlast is afgenomen. Slechts vijf procent vindt dat de overlast is toegenomen. In 1999 was dit nog 29 procent. BEDRIJVEN Vier van de tien winkeliers in Ede-Centrum heeft in het afgelopen jaar schade ondervonden bij hun bedrijf als gevolg van vernielingen of agressief gedrag (39 procent). In 1999 was dit aandeel ongeveer even groot, namelijk 41 procent. De schade bestaat vooral uit vernielingen, inbraak en graffiti. Volgens de meeste winkeliers is de overlast sinds de invoering van cameratoezicht hetzelfde gebleven óf men heeft hier geen mening over. Een klein deel van de winkeliers vindt dat de overlast is toegenomen (5 procent). Een wat groter deel van de winkeliers vindt dat de overlast is afgenomen (8 procent). De winkeliers zijn positief gestemd over de toekomst. 44 procent van hen verwacht dat de overlast zal afnemen. In 1999 was dit slechts 22 procent. Dit jaar verwacht 9 procent van de winkeliers een toename van de overlast. HORECA-ONDERNEMERS Iets meer dan de helft van de horeca-ondernemers heeft te maken met overlast en criminaliteit. Elf van de 23 ondernemers heeft hier geen last van. De overlast bestaat vooral uit vernielingen (binnen en buiten) en agressief gedrag. Tien van de twaalf horeca-ondernemers die overlast ondervinden, melden dit (altijd of soms) bij de politie. Slechts twee ondernemers doen dit nooit. Sommige horeca-ondernemers lichten toe waarom ze niet altijd aangifte doen. Het hangt Verandering overlast sinds cameratoezicht volgens horeca-ondernemers vernielingen / overlast binnen 22 17 61 vechtpartijen binnen 26 9 65 samenscholing 44 39 9 9 vechtpartijen buiten 78 4 4 13 vernielingen / overlast buiten 78 9 13 0% 25% 50% 75% 100% afname onveranderd toename weet niet / nvt 26

EINDEVALUATIE CAMERATOEZICHT meestal af van de ernst van de overlast. Eén van de horeca-ondernemers vindt dat het aangifte doen te lang duurt. Hij doet alleen aangifte als er schade is. Een andere horeca-ondernemer geeft aan bang te zijn voor reacties, als hij aangifte doet bij de politie. Volgens de horeca-ondernemers is de overlast buiten sinds de invoering van cameratoezicht afgenomen. Dit geldt zowel voor vechtpartijen als voor vernielingen. Bijna tachtig procent van de horeca-ondernemers neemt hierin een afname waar. De horeca-ondernemers hebben een minder uitgesproken mening over de overlast binnen. Men geeft in ieder geval niet aan dat de overlast binnen is toegenomen sinds de invoering van cameratoezicht. TAXI-ONDERNEMERS Voor taxi-ondernemers bestaat de overlast vooral uit verbaal geweld en agressiviteit. Soms geven zij de overlast door aan de politie. Dit is lang niet altijd nodig, omdat de politie vaak ter plekke aanwezig is. Sinds de invoering van cameratoezicht is het aantal vechtpartijen en vernielingen volgens de taxi-ondernemers afgenomen of gelijk gebleven. De samenscholing is volgens twee van de drie taxi-ondernemers toegenomen. Rond sluitingstijd ontstaat er volgens hen veel onrust en overlast, omdat de bezoekers allemaal tegelijk op het Museumplein komen. Voor de taxi-ondernemers is het moeilijk om al die mensen in een korte tijd naar huis te brengen. Onderzocht wordt of taxibusjes een oplossing kunnen zijn. GELDERS CENTRUM VOOR VERSLAVINGSZORG Vroeger zat er een groep mensen (zwervers, alcoholverslaafden, harddrugsgebruikers) op het perron van station Ede-Centrum die daar overlast veroorzaakte voor voorbijgangers. Sinds het strenger optreden van de politie tegen alcoholgebruik in de openbare ruimte, is deze groep opgesplitst. Zij werden steeds door de politie weggejaagd, maar kwamen daarna weer terug op het Museumplein. Ze zijn massaal weggetrokken van het Museumplein toen cameratoezicht werd ingevoerd. Nu hebben ze zich verspreid over de stad: bij de kerk, achter de supermarkt bij spoorlijn, in Veldhuizen etc. Cameratoezicht heeft volgens de veldwerker van het Gelders centrum voor verslavingszorg geen vat op het drugsgebruik. Het probleem van drugsverslaving lost zich niet op met camera s. De overlast van drugsgebruikers en dealers verplaatst zich naar andere plekken. Hierdoor is het voor de veldwerker moeilijker om de doelgroep te vinden. De mate van overlast is echter wél verminderd. De groep is namelijk opgesplitst in kleinere groepen. 3.2 Samenvatting Omwonenden en 15-34 jarige inwoners ondervinden in 2000 minder overlast dan in 1999. Bezoekers ondervinden daarentegen evenveel overlast als in het afgelopen jaar. Ook is de overlast bij bedrijven in Ede-Centrum vrijwel even groot gebleven. 27

Volgens de horeca-ondernemers is de overlast buiten, op en rond het Museumplein, afgenomen sinds de invoering van cameratoezicht. De overlast heeft zich niet verplaatst naar binnen, in de horecagelegenheden. Taxi-ondernemers hebben de indruk dat vechtpartijen en vernielingen zijn afgenomen of gelijk gebleven. De samenscholing en onrust rond sluitingstijd is echter wel versterkt. Op het Museumplein is de overlast van drugsgebruikers en dealers verminderd. Deze mensen zijn echter weggetrokken naar andere plekken binnen Ede-Stad. 28

EINDEVALUATIE CAMERATOEZICHT 4. Draagvlak Cameratoezicht is een vrij ingrijpend middel om de problemen op het Museumplein aan te pakken. Wat vindt men van de invoering van cameratoezicht? Een ruime meerderheid van de inwoners van de gemeente Ede vindt cameratoezicht een goede maatregel. De helft van de mensen die wel eens op het Museumplein komen, voelt zich veiliger door de aanwezigheid van camera s. Slechts enkelen vinden cameratoezicht een inbreuk op de privacy. 4.1 Meningen over cameratoezicht OMWONENDEN Het draagvlak voor cameratoezicht onder omwonenden is groot. Net als vorig jaar vindt een ruime meerderheid de invoering van cameratoezicht een goede maatregel. 86 procent van de omwonenden heeft dit geantwoord. Slechts vier procent staat hier afwijzend tegenover en tien procent heeft hierover geen mening. Bijna driekwart van de omwonenden voelt zich veiliger door de invoering van cameratoezicht. Deze resultaten komen overeen met de resultaten van 1999. Houding tov cameratoezicht Omwonenden Effect op gevoel van veiligheid Omwonenden 4 % 10 % 1 % 14 % 13 % 86 % 72 % instemmend afw ijzend geen mening positief neutraal negatief geen mening Mening omwonenden over gemeente en politie 1999 en 2000 % inwoners 100 80 60 40 over beleid gemeente 20 22 13 8 31 24 over optreden politie 42 42 6 11 20 22 20 0 45 36 33 25 1999 2000 1999 2000 tevreden matig tevreden ontevreden geen mening 29

Omwonenden zijn in 2000 positiever gestemd over de gemeente en de politie dan in 1999. Bijna de helft van de omwonenden is tevreden over het beleid van de gemeente. Over het optreden van de politie is een derde tevreden. BEZOEKERS Houding tov cameratoezicht Bezoekers 4 % 6 % Effect op gevoel van veiligheid Bezoekers 2 % 9 % 14 % 77 % 34 % 55 % positief neutraal negatief geen mening positief neutraal negatief geen mening Bijna alle bezoekers zijn, net als vorig jaar, op de hoogte van de aanwezigheid van camera s op het Museumplein (94 procent). Ruim driekwart van de bezoekers staat positief tegenover cameratoezicht. Dit komt overeen met de bevindingen in 1999. In 2000 vindt 55 procent van de bezoekers dat cameratoezicht een positief effect heeft op hun veiligheid. In 1999 is dit 45 procent. 15-34 JARIGEN Net als in 1999 staan de meeste 15-34 jarige inwoners positief tegenover de invoering van cameratoezicht. In 1999 was dit 83 procent, nu is dit 87 procent. In 2000 staat vier procent hier afwijzend tegenover en negen procent heeft geen mening over cameratoezicht. Mening 15-34 jarige inwoners over gemeente en politie, 1999 en 2000 % inwoners 100 80 60 40 20 0 over beleid gemeente over optreden politie 31 5 23 22 5 42 50 30 15 8 25 22 50 34 18 20 1999 2000 1999 2000 tevreden matig tevreden ontevreden geen mening Net als de omwonenden zijn ook de 15-34 jarige inwoners in 2000 meer tevreden over het beleid van de gemeente en het optreden van de politie dan in 1999. 30

EINDEVALUATIE CAMERATOEZICHT BEDRIJVEN Negen van de tien winkeliers vinden de invoering van cameratoezicht een goede maatregel. In 1999 was dit 87 procent. De meeste winkeliers lichten toe dat zij het een goed middel vinden om de criminaliteit terug te dringen, dat het preventief werkt of dat het een veilig gevoel geeft. Een aantal winkeliers vindt dat de overlast is verminderd. Anderen merken op dat er nog steeds problemen plaatsvinden. Sommige winkeliers kaarten aan dat ze ook graag cameratoezicht in de winkelstraat zouden willen hebben. Ook wordt het parkeerterrein bij het Heuvelsepad een aantal keer genoemd als onveilige plek. Meer toezicht is volgens een aantal winkeliers op dit parkeerterrein gewenst. HORECA-ONDERNEMERS De horeca-ondernemers staan, op één na, allemaal achter de invoering van cameratoezicht. De meerderheid (70 procent) vindt dat cameratoezicht een positief effect heeft op het gevoel van veiligheid bij de bezoekers. Sommige horeca-ondernemers merken op dat de politie de videobeelden alleen mag gebruiken voor delicten die tot de doelstelling van cameratoezicht behoren. Ze vinden het jammer dat de politie de beelden niet mag gebruiken voor bijvoorbeeld fietsendiefstal, inbraak en brandstichting. Bij horeca-ondernemers is het niet duidelijk voor welke delicten de videobeelden worden gebruikt. Horeca-ondernemers denken dat de beelden niet gebruikt mogen worden voor delicten die niet tot de doelstelling van het cameratoezicht behoren, zoals inbraak of brandstichting. Banden kunnen wél worden opgevraagd voor andere delicten, mits de Officier van Justitie daarvoor toestemming geeft. Naast cameratoezicht zijn ook andere maatregelen op en rond het Museumplein getroffen om de veiligheid te vergroten, zoals het aanpassen van de verlichting (verlichting op maat), het verplicht stellen van een vergunning voor portiers en het verplaatsen van de taxistandplaats naar het Museumplein, onder het cameratoezicht. Bijna alle horeca-ondernemers (96 procent) vinden de verplaatsing van de taxistandplaats van de Telefoonweg naar het Museumplein (binnen het cameratoezicht gebied) een goede maatregel. Men vindt het veiliger, omdat er meer toezicht is. Ook vinden sommige horeca-ondernemers dat het taxivervoer nu soepeler en sneller verloopt. De meerderheid van de horeca-ondernemers (78 procent) staat achter de invoering van de aangepaste verlichting (verlichting op maat 1 ). Men merkt op dat het op zich een goede maatregel is ( overzichtelijker, sfeervoller ), maar dat de verlichting niet altijd goed werkt. Over het verplicht aanstellen van een portier lopen de meningen uiteen. Sommige horeca-ondernemers vinden dit een goede maatregel (44 procent), omdat het veiliger wordt. Een kwart van de horeca-ondernemers vindt het een slechte maatregel. Zij merken op dat een portier niet altijd nodig is ( hangt af van de soort horeca-gelegenheid ) of vinden dat een portier juist agressie kan oproepen. 1 verlichting op maat houdt in dat de verlichting wordt aangepast aan de situatie: sfeervolle verlichting als het rustig is en heldere verlichting rond sluitingstijd 31

TAXI-ONDERNEMERS De taxi-ondernemers vinden cameratoezicht een goede maatregel. Naast cameratoezicht zijn ook andere maatregelen getroffen. Eén van de taxi-ondernemers vindt dat de verlichting is verbeterd. Er zijn volgens hem geen donkere hoekjes meer en het is overzichtelijker geworden. Ook de taxistandplaats op het Museumplein vindt hij een goede zaak, zowel voor de sociale veiligheid (op het Museumplein zijn ook camera s en politieagenten) als voor de verkeersveiligheid ( toen de taxistandplaats nog op de Telefoonweg was, sprongen de mensen gewoon voor de auto als ze een taxi wilden hebben ). Hij vindt het wel belangrijk dat er een taxicoördinator is. De vaste sluitingstijden vindt de taxi-ondernemer geen goede maatregel. Hij vindt dat deze maatregel de overlast op het Museumplein versterkt. Zet maar eens een paar honderd man, en dan goed in de olie, bij elkaar. Dan komt er vanzelf bonje. GELDERS CENTRUM VOOR VERSLAVINGSZORG De veldwerker van het Gelders centrum voor verslavingszorg vindt cameratoezicht een belangrijk middel om de veiligheid in het algemeen te verbeteren. Cameratoezicht is geen oplossing voor de drugsproblematiek. Volgens de veldwerker verplaatst de drugsoverlast zich naar andere plekken. Het Gelders centrum voor verslavingszorg is voorstander van het aanwijzen van een gedoogplek voor drugs- en alcoholverslaafden. De hulpverlener kan de doelgroep dan gemakkelijker vinden en beter helpen. Ook de politie en de gemeente zien volgens de veldwerker het nut in van een gedoogplek. Alleen is het moeilijk om een geschikte plek te vinden. 4.2 Samenvatting Het draagvlak voor cameratoezicht is groot. Een ruime meerderheid van de omwonenden, bezoekers, 15-34 jarige inwoners, bedrijven, taxi-ondernemers en horeca-ondernemers staat positief tegenover de invoering van cameratoezicht. Dit komt overeen met de resultaten van 1999. Omwonenden en 15-34 jarige inwoners zijn in 2000 positiever gestemd over het beleid van de gemeente en het optreden van de politie dan in 1999. Horeca-ondernemers willen graag dat de politie de videobeelden ook gebruikt voor andere delicten, zoals fietsendiefstal, inbraak en brandstichting. 32