Veiligheid in het Openbaar Vervoer

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Veiligheid in het Openbaar Vervoer"

Transcriptie

1 Veiligheid in het Openbaar Vervoer Een overzicht van de stand van zaken in 2005 Project: 5197 In opdracht van dienst Infrastructuur Verkeer en Vervoer en de Bestuursdienst directie Openbare Orde en Veiligheid Met medewerking van de Regiopolitie Amsterdam-Amstelland drs. Karin Klein Wolt drs. Jeroen Slot drs. Cathelijne Hermans Weesperstraat 79 Postbus VN Amsterdam 1000 AR Amsterdam Telefoon Fax Amsterdam, maart 2006

2 2

3 Inhoud Samenvatting en conclusies hotspot 1 5 Samenvatting en conclusies hotspot 2 11 Inleiding 17 Hotspot 1: Het Stationseiland 19 1 Veiligheidsgevoelens bij hotspot Veiligheidsgevoelens Slachtofferschap Overlast Onderhoud Maatregelen Verbeterpunten 32 2 Politiecijfers hotspot Aangiften Aanhoudingen Overlast Kleine overtredingen Inzet 39 Hotspot 2: De ondergrondse metrolijn vanaf het Centraal Station tot aan station Amstel 41 1 Veiligheidsgevoelens bij hotspot Veiligheidsgevoelens Slachtofferschap Overlast Onderhoud Maatregelen Verbeterpunten 52 2 Politiecijfers Aangiften Aanhoudingen Overlast Kleine overtredingen Inzet 62 3

4 Bijlage 1 Vragenlijst hotspot 1 63 Bijlage 2 Vragenlijst hotspot 2 67 Bijlage 3 Betrouwbaarheid 71 Bijlage 4 Aanvullende gegevens passantenonderzoek hotspot 1 73 Rapportcijfers veiligheid Stationseiland 73 Maatregelen en veiligheid 73 Verbeterpunten Stationseiland 74 Bijlage 5 Aanvullende gegevens politiecijfers hotspot 1 75 Aangiften 75 Bijlage 6 Aanvullende gegevens passantenonderzoek hotspot 2 77 Rapportcijfers van verschillende groepen ondervraagden 77 Overlast op het station 78 Overlast in de metro 81 Maatregelen 81 Verbeterpunten voor hotspot 2 82 Bijlage 7 Aanvullende gegevens politiecijfers hotspot 2 87 Aangiften 87 Bijlage 8 Inzet politie 89 4

5 Samenvatting en conclusies hotspot 1 O+S heeft in opdracht van de Dienst Infrastructuur Verkeer en Vervoer en de Bestuursdienst Directie Openbare Orde en Veiligheid voor de derde maal een passantenonderzoek gedaan naar de veiligheid en leefbaarheid op het Stationseiland (de 2-meting). De 0-meting voor dit onderzoek heeft in februari 2004 plaatsgevonden, de 1- meting in februari Op het moment dat de 0-meting plaatsvond waren echter al diverse maatregelen getroffen om de veiligheid in het gebied te verbeteren, waardoor er geen vergelijking kan worden gemaakt van de gevoelens van veiligheid vóór de maatregelen en de gevoelens van veiligheid na de maatregelen. De resultaten van de 0- meting, 1-meting en 2-meting zullen wel met elkaar vergeleken worden. Op sommige punten geldt dat de vragenlijst van de 1-meting en 2-meting afwijkt van de vragenlijst van de 0-meting waardoor de resultaten niet altijd vergelijkbaar met de 0-meting zijn. Het onderzoek is uitgevoerd in het kader van de evaluatie van het Convenant Sociale Veiligheid Stationseiland te Amsterdam en het Veiligheidsplan Amsterdam. Het doel van het Convenant is om er voor te zorgen dat de sociale veiligheid in en rond het openbaar vervoer in het ROA-gebied minimaal even goed is als de sociale veiligheid in de gehele openbare ruimte. Het Veiligheidsplan Amsterdam is een integraal plan dat op verschillende terreinen de overlast wil verminderen en dat door middel van de aanpak van doelgroepen en bepaalde gebieden (hotspots) de veiligheid in de stad wil verbeteren. In het Veiligheidsplan zijn gebieden aangewezen waar extra aandacht aan de veiligheid moet worden gegeven, waarvan risicolocaties- en lijnen in het openbaar vervoer een onderdeel zijn. In het kader van het onderzoek zijn op het Stationseiland 359 mensen ondervraagd over de veiligheid in het gebied. 1 De gesprekken voor het onderzoek hebben plaatsgevonden tussen 7 november 2005 en 23 november Naast enquêtes zijn in dit onderzoek ook cijfers van de politie betrokken. Het gaat om cijfers van de regiopolitie Amsterdam-Amstelland en de dienst Spoorwegpolitie KLPD Amsterdam. Deze objectieve gegevens moeten, tezamen met de subjectieve beleving van de veiligheid, een totaalbeeld geven van de veiligheid bij hotspot 1. In de enquête onder passanten zijn de volgende onderwerpen aan de orde gekomen: veiligheidsgevoelens, slachtofferschap, overlast, het onderhoud bij de stations en maatregelen die zijn genomen om de veiligheid en leefbaarheid te waarborgen en verbeteren. De cijfers van de politie hebben betrekking op: aangiften, aanhoudingen, geregistreerde vormen van overlast en kleine overtredingen. De belangrijkste resultaten van het onderzoek kunnen als volgt worden samengevat. 1 In bijlage 3 wordt ingegaan op de betrouwbaarheid van het onderzoek. 2 In verband met de start van de veiligheidscampagne voor openbaar vervoer eind november 2005 is het onderzoek vervroegd naar begin november. Dit heeft geen gevolgen gehad voor de representativiteit en vergelijkbaarheid met de eerdere onderzoeken. 5

6 Uit de enquêtes blijkt dat het oordeel over de veiligheid ongeveer gelijk is gebleven: de veiligheid overdag wordt met een 7,4 gewaardeerd, dit was tijdens de 1-meting een 7,3. Het oordeel over de veiligheid in de avonduren is ook ongeveer gelijk gebleven: alhoewel de resultaten laten zien dat het cijfer is gestegen van een 6,4 naar een 6,7, is dit verschil niet significant. Vooral die groepen die begin 2005 nog een wat lager cijfer gaven (zoals vrouwen en minder frequente bezoekers) beoordelen de veiligheid nu beter waardoor de verschillen tussen verschillende groepen passanten zijn verdwenen. Passanten worden naar eigen zeggen minder vaak het slachtoffer van incidenten, zo blijkt uit de enquêtes. Begin 2005 was 18% van de passanten één of meerdere keren slachtoffer geworden, eind 2005 is dat gedaald naar 14%. Ondanks deze daling komt het dus nog wel voor dat men slachtoffer wordt. Deze slachtoffers hebben vooral te maken gehad met agressief gedrag. Indien agressief gedrag buiten beschouwing wordt gelaten en er alleen wordt gekeken naar diefstal met en zonder geweld en bedreiging, dan daalt het aandeel slachtoffers naar 6% (dit was 11% tijdens de 1-meting van februari 2005), en komt diefstal zonder geweld het meest voor. Cijfers van de politie hebben uitgewezen dat het aantal aangiften, na een daling in 2004, in 2005 niet verder gedaald is. Het totaal aantal aangiften is in 2005 (exclusief cijfers van de spoorwegpolitie) 150. De meeste aangiften hebben volgens de politiegegevens betrekking op zakkenrollerij. Dit komt overeen met de term diefstal zonder geweld uit het passantenonderzoek. Het aantal aanhoudingen is volgens gegevens van de politie afgenomen van ongeveer 280 per maand in 2002 naar ongeveer 100 per maand in Politiecijfers laten dus ook zien dat, wat betreft de veiligheid bij hotspot 1, het in 2005 niet onveiliger is in vergelijking met voorgaande jaren. Het passantenonderzoek heeft uitgewezen dat men bij het Stationseiland niet vaak overlast ervaart: 3% van de ondervraagden ervaart (zeer) vaak overlast. Het aandeel passanten dat (zeer) vaak overlast ervaart is ook gedaald ten opzichte van de 1-meting. In de 0-meting is deze vraag niet aan de passanten voorgelegd. Ook cijfers van de politie laten zien dat het aantal vormen van geregistreerde overlast vanaf 2002 sterk is afgenomen. Het totaal aantal vormen van overlast is gedaald van in 2002 tot 255 in De meeste overlast wordt ervaren van rondhangende jongeren, in totaal zegt 9% van de ondervraagden vaak overlast van rondhangende jongeren te hebben en 22% zegt hier soms overlast van te hebben. Ondanks dat er sprake is van een afname van overlast van rondhangende jongeren in vergelijking met de 1-meting is het de meest voorkomende vorm van overlast. De overlast van bedelaars en junks is sterk afgenomen in vergelijking met de 1-meting. Tijdens de 1-meting had 20% vaak overlast van bedelaars, tijdens de 2-meting is dat gedaald naar 5%. De overlast van junks is gedaald van 13% naar 4%. Politiecijfers laten ook een daling zien in de geregistreerde overlast (van 725 in 2004 naar 255 in 2005), maar wijzen echter op een andere overlastbron. Volgens politiecijfers wordt de meeste overlast ervaren van junks, gevolgd door overlast van dronken mensen. Over heel 2005 zijn er 115 gevallen van overlast van junks 6

7 geregistreerd en 95 gevallen van overlast van dronken mensen. Dit verschil tussen subjectieve en objectieve gegevens kan te maken hebben met de wijze van registreren bij de politie: passanten kunnen aangeven overlast te ervaren van jongeren, maar het gedrag van deze groep hoeft bij de politie nog niet tot een registratie te leiden. Het aantal kleine overtredingen is, vooral sinds de invoering van het Convenant Stationseiland, gedaald. Waren er in maart 2003 volgens politiecijfers nog bijna kleine overtredingen geconstateerd, een jaar later is dat gedaald naar bijna 700 en in maart 2005 bedroeg het aantal ongeveer 500. Er is op verschillende punten sprake van gewenning. Op de vraag of de overlast het afgelopen jaar verbeterd, verslechterd of gelijk gebleven geven de passanten vaker aan dat de overlast op een gelijk niveau is gebleven. In hun ogen is de situatie hetzelfde gebleven ondanks dat uit de cijfers (van bijvoorbeeld slachtofferschap) is gebleken dat het beter gaat. Het lijkt er dus op dat de passanten minder vaak zien dat het beter gaat. Ook valt het de passanten minder vaak op dat er maatregelen worden getroffen. Hiermee overeenkomstig geven minder frequente bezoekers vaker dan de frequente bezoekers aan dat de overlast is afgenomen. Het valt de minder frequente bezoekers dus vaker op dat er maatregelen zijn getroffen, aangezien zij niet zo vaak in het gebied aanwezig zijn. Beide groepen oordelen overigens hetzelfde over de veiligheid. Het oordeel over het onderhoud bij het Stationseiland is minder uitgesproken positief dan in de 0- en 1-meting. Ook hier is sprake van gewenning: een groot deel van de passanten geeft aan dat de situatie op het Stationseiland gelijk is gebleven en men vindt minder dan voorheen dat de situatie is verbeterd. Ook hier mag worden aangenomen dat het de passanten minder vaak opvalt dat er maatregelen worden getroffen, aangezien dit al enige tijd het geval is. Eenzelfde effect is zichtbaar bij het spontaan noemen van maatregelen die zijn getroffen om de veiligheid te verbeteren. Minder dan tijdens de 1-meting noemen passanten spontaan dat er surveillances, kaartcontroles, schoonmaakacties en betere verlichting als maatregelen zijn getroffen. Ook dit valt de passanten dus minder op dan in de 1-meting. Ongewijzigd blijft dat passanten vinden dat surveillances en betere verlichting het meest een bijdrage leveren aan de veiligheid. De politie wordt steeds minder vaak als surveillerende partij genoemd: tijdens de 0-meting noemde 73% de politie, tijdens de 1-meting was dat aandeel gedaald naar 50% en tijdens de 2-meting is dit verder gedaald naar 35%. Naast de politie worden ook de NS (23%) en ingehuurde particuliere toezichthouders (20%) genoemd. Conclusies Uit het passantenonderzoek is gebleken de subjectieve cijfers voor de veiligheid op eenzelfde niveau liggen als tijdens de 1-meting. Alhoewel er geen sprake is van een significant verschil is er sprake van een tendens in positieve richting. Vooral bij de veiligheid in de avonduren is deze tendens zichtbaar. Er lijkt echter sprake te zijn van 7

8 gewenning. De maatregelen die op het Stationseiland worden getroffen om de veiligheid te verbeteren, worden niet zo vaak (meer) herkend door de passanten. Dit heeft echter niet tot gevolg gehad dat passanten zich vaker onveiliger voelen. Ook zegt men minder vaak het slachtoffer van incidenten te zijn geworden en ervaart men minder overlast. Dit wordt ook ondersteund door de objectieve cijfers van de politie. Zowel het aantal aanhoudingen, de geregistreerde vormen van overlast en het aantal kleine overtredingen laten een (flinke) daling zien. Na bijna drie jaar in werking te zijn geweest kan dus worden geconcludeerd dat het Convenant Stationseiland effect heeft. De cijfers van de politie moeten echter met enige voorzichtigheid worden geïnterpreteerd aangezien bij de registratie van incidenten geldt opstapplaats is delictplaats. Dit zegt weinig over waar het delict daadwerkelijk heeft plaatsgevonden. Er zijn overigens nog steeds passanten die wel overlast ervaren. Men zegt vooral te maken te hebben met agressief gedrag. Bijna één op de acht passanten is, naar eigen zeggen, het afgelopen jaar slachtoffer geweest van agressief gedrag. Dit kan samenhangen met de meest voorkomende vorm van overlast, namelijk overlast van rondhangende jongeren. De overlast van bedelaars en junks is in vergelijking met de 1- meting aanzienlijk teruggedrongen, de overlast van rondhangende jongeren lijkt nu het belangrijkste aandachtspunt. Als de belangrijkste resultaten op een rij worden gezet dan biedt de volgende tabel inzicht in hoe het met de veiligheid is gesteld ten opzichte van bijna een jaar geleden. Een groene kleur duidt op verbetering in vergelijking met de 1-meting, een oranje kleur duidt op geen verandering en een rode kleur duidt op verslechtering. De rapportcijfers voor de veiligheid zijn ongeveer gelijk gebleven en zijn oranje gekleurd. Het aandeel slachtoffers van agressief gedrag (op basis van subjectieve gegevens) is ook op een ongeveer gelijk niveau gebleven. Er is verbetering opgetreden bij het aandeel slachtoffers van diefstal zonder geweld, overlast van jongeren, junks en bedelaars en is het totaal aandeel slachtoffers lager dan begin Ook bij de objectieve veiligheid, de cijfers van de politie, is verbetering zichtbaar. Het aantal aanhoudingen, het aantal geregistreerde vormen van overlast en het aantal kleine overtredingen zijn allemaal duidelijk lager dan in Alleen het aantal aangiften is ongeveer gelijk gebleven. Bij geen van de (subjectieve en objectieve) gegevens is sprake van verslechtering. Tabel 1 Ontwikkeling subjectieve veiligheid bij hotspot 1 (2-meting ten opzichte van de 1-meting) en de ontwikkeling objectieve veiligheid bij hotspot 1 (2005 ten opzichte van 2004) subjectieve veiligheid objectieve veiligheid rapportcijfer veiligheid overdag aantal aangiften (per maand) rapportcijfer veiligheid s avonds/ s nachts aantal aanhoudingen (per maand) slachtoffer van agressief gedrag overlast (totaal 2005) slachtoffer van diefstal zonder geweld kleine overtredingen (per maand) overlast van rondhangende jongeren overlast van junks overlast van bedelaars percentage slachtoffers 8

9 De gegevens over de objectieve veiligheid moeten worden gekoppeld aan de inzet van de politie. Voor hotspot 1 geldt dat het werkgebied is uitgebreid, er vindt een uitwisseling plaats van personeel tussen hotspot 1 en hotspot 2. Hierbij is meer personeel ingezet. Dus, met meer personeel wordt een groter gebied gedekt. Uit politiecijfers is gebleken dat er minder aanhoudingen en overtredingen zijn geweest en dat er minder overlast is. Dit kan enerzijds het gevolg zijn van een verbetering van de veiligheid, maar kan anderzijds ook toe te schrijven zijn aan de veranderde inzet van de politie. Aangezien de subjectieve gevoelens van veiligheid in positieve zijn verbeterd of gelijk gebleven, kan voor hotspot 1 worden geconcludeerd dat de veiligheid aldaar ook is verbeterd of gelijk gebleven. Verschillen tussen groepen passanten Uit de resultaten is gebleken dat de veiligheidsgevoelens niet verschillen tussen de verschillende groepen passanten. Mannen en vrouwen voelen zich even veilig, evenals frequente en minder frequente bezoekers, passanten die s ochtends, s middags of s avonds zijn ondervraagd en Amsterdammers en niet-amsterdammers. Bijna een jaar geleden werden nog verschillen gevonden tussen een aantal groepen passanten: deze verschillen zijn verdwenen en de veiligheid is voor de diverse groepen gelijk. Dit duidt ook op een verbetering. Seizoensinvloeden Cijfers van de politie wijzen niet op sterke seizoensinvloeden. Alleen het aantal aangiften is in de zomermaanden het hoogst. Bij het aantal aanhoudingen en kleine overtredingen is deze tendens echter niet te zien. Dat er in de zomermaanden vaker aangifte wordt gedaan kan ook te maken hebben met het feit dat er in de zomermaanden meer reizigers zijn bij het Stationseiland dan in de wintermaanden (bijvoorbeeld meer toeristen). De kans is dan ook groter dat er sprake is van diefstal, agressief gedrag of kleine criminaliteit. Tot slot moet worden opgemerkt dat voor heel Amsterdam geldt dat mishandeling en bedreiging de laatste jaren vaker voorkomen. 3 Voor hotspot 1 geldt juist dat er sprake is van een daling in het aantal slachtoffers. Dit is echter alleen van toepassing bij hotspot 1, bij hotspot 2 is een toename te zien in het aantal slachtoffers. Dit duidt erop dat het Stationseiland een uitzondering vormt en dat de maatregelen van het Convenant er toe hebben geleid dat er minder sprake is van agressief gedrag. 3 Bron: O+S jaarboek Cijfers betreffen het aantal aanhoudingen op het gebied van mishandeling en bedreiging van de politie Amsterdam Amstelland voor de periode

10 10

11 Samenvatting en conclusies hotspot 2 Naar aanleiding van de succesvolle aanpak van het Stationseiland, hotspot 1, is in april 2005 een aantal nieuwe locaties benoemd tot hotspot, te weten de ondergrondse metrolijn vanaf het Centraal Station met de tussenliggende stations Nieuwmarkt, Waterlooplein, Weesperplein, Wibautstraat tot aan station Amstel. Deze locaties worden tezamen hotspot 2 genoemd. Evenals bij hotspot 1 geldt ook bij hotspot 2 het volgende doel: er voor zorgen dat de sociale veiligheid in en rond het openbaar vervoer in het ROA-gebied minimaal even goed is als de sociale veiligheid in de gehele openbare ruimte. In het kader van het Veiligheidsarrangement openbaar vervoer Amsterdam heeft O+S in opdracht van de Dienst Infrastructuur Verkeer en Vervoer en de Directie Openbare Orde en Veiligheid voor de tweede keer een passantenonderzoek uitgevoerd bij de stations van hotspot 2. De 0-meting heeft plaatsgevonden in februari De huidige meting, de 1- meting, heeft plaatsgevonden in november De gesprekken voor de 1-meting zijn gehouden in de periode tussen 7 november 2005 en 23 november In totaal zijn 922 passanten ondervraagd. Ook voor hotspot 2 is gekeken naar de aanwezige politiecijfers van de regiopolitie Amsterdam-Amstelland en de dienst Spoorwegpolitie KLPD Amsterdam. Deze cijfers moeten meer inzicht bieden in de veiligheid bij hotspot 2 en zullen worden vergeleken met de subjectieve gegevens uit het passantenonderzoek. In het passantenonderzoek zijn de volgende onderwerpen aan de orde gekomen: veiligheidsgevoelens, slachtofferschap, overlast, het onderhoud bij de stations en maatregelen die zijn genomen om de veiligheid en leefbaarheid te waarborgen en verbeteren. De cijfers van de politie hebben betrekking op: aangiften, aanhoudingen, geregistreerde vormen van overlast en kleine overtredingen. De belangrijkste resultaten van het onderzoek kunnen als volgt worden samengevat. De gevoelens van veiligheid bij hotspot 2 komen overeen met de 0-meting, zo blijkt uit het passantenonderzoek. Zowel in de avonduren als overdag geldt dat de cijfers ongeveer gelijk zijn gebleven. Wel is er sprake van een tendens in positieve richting. De veiligheid overdag wordt gemiddeld met een 7,4 beoordeeld, dit was in de 0-meting een 7,2. In de avonduren is men, evenals bij hotspot 1, iets minder positief en beoordeelt men de veiligheid met gemiddeld een 6,2. Tijdens de 0-meting was dit een 6,0. Voor alle stations geldt dat de veiligheid overdag ongeveer gelijk is gebleven of is toegenomen ten opzichte van de nulmeting. Bij station Amstel wordt de veiligheid door de passanten met exact hetzelfde cijfer beoordeeld als in de 0-meting (7,4). Bij de Nieuwmarkt is het cijfer toegenomen van een 7,1 naar een 7,4. Bij zowel station Waterlooplein als de Wibautstraat is het cijfer ongeveer gelijk gebleven (0-11

12 meting: 7,2 en 1-meting: 7,3). Bij het Weesperplein werd de veiligheid tijdens de 0-meting met een 7,2 beoordeeld, tijdens de 1-meting is dat een 7,5. De veiligheid in de avonduren wordt door de passanten iets beter of ongeveer gelijk beoordeeld na de invoering van het Veiligheidsarrangement. Dit geldt overal, behalve bij de Wibautstraat. Bij station Nieuwmarkt is het cijfer gestegen van een 5,8 naar een 6,2. Bij het Waterlooplein is het cijfer ongeveer gelijk gebleven (0- meting: 5,9 en 1-meting: 6,1). Ook bij het Weesperplein beoordeelt men de veiligheid in de 1-meting met een 6,1, dit komt overeen met de nulmeting. Bij station Amstel is het cijfer gestegen van een 6,1 naar een 6,4. Alleen bij de Wibautstraat sprake van een dalende tendens: 0-meting: 6,2 en 1-meting: 6,0. In tegenstelling tot hotspot 1 zijn er bij hotspot 2 verschillen gevonden in het oordeel over de veiligheid tussen verschillende groepen passanten. Mannen voelen zich veiliger dan vrouwen, passanten die s avonds zijn ondervraagd voelen zich veiliger dan mensen die s ochtends of s middags zijn ondervraagd en frequente bezoekers voelen zich vooral overdag veiliger in vergelijking met de minder frequente bezoekers. Uit de vraag of men zich wel eens onveilig voelt in het betreffende stationsgebied blijkt dat dit vooral het geval is voor passanten bij de Wibautstraat. In vergelijking met de 0-meting voelen passanten zich minder veilig bij dit station. Dit verklaart het lagere rapportcijfer aldaar. Passanten zeggen vaker het slachtoffer te zijn geworden van incidenten. De toename doet zich voor bij agressief gedrag en diefstal met geweld. Evenals bij hotspot 1 is ook hier agressief gedrag de meest voorkomende vorm van overlast: 20% van de passanten heeft hier mee te maken gehad. Dit is opvallend meer dan tijdens de 0-meting (toen gold dat voor 5%). Vooral passanten bij station Wibautstraat zijn het afgelopen jaar slachtoffer geworden. Cijfers van de politie laten ook zien dat het totaal aantal aangiften sinds de invoering van het Veiligheidsarrangement is toegenomen. Dit kan er enerzijds op wijzen dat men inderdaad vaker het slachtoffer is geworden, maar kan anderzijds ook worden verklaard door (meer) inzet van de politie sinds de invoering van het Veiligheidsarrangement. Overeenkomstig met het passantenonderzoek laten politiecijfers zien dat aangiften vooral betrekking hebben op zakkenrollerij en diefstal. Ondanks dat het totaal aantal aanhoudingen in de periode april - september 2005 volgens gegevens van de politie is gedaald in vergelijking met dezelfde periode het jaar daarvoor, geldt dit niet voor alle stations. Zo is het aantal aanhoudingen bij de Nieuwmarkt het meest gedaald en is het aantal aanhoudingen bij de Wibautstraat het sterkst gestegen. 12

13 De overlast die passanten ervaren bij hotspot 2 is afgenomen, dit geldt bij alle stations van hotspot 2. Bleek tijdens de 0-meting 8% (zeer) vaak overlast te ervaren, tijdens de 1-meting is dat gedaald naar 5%. Politiecijfers wijzen ook op een daling van het aantal geregistreerde vormen van overlast. In 2005 is het gemiddeld aantal geregistreerde vormen van overlast per maand 10, in 2004 was dat nog 30 per maand. De overlast van junks is afgenomen in vergelijking met de 0-meting, zo blijkt uit het passantenonderzoek (tijdens de 0-meting had 24% overlast, nu 18%). Desondanks blijft de meest voorkomende vorm van overlast de overlast van junks. De overlast van rondhangende jongeren staat op de tweede plaats, overeenkomstig met de 0-meting heeft 16% hiervan overlast ervaren. Dat overlast van junks het meest voorkomt blijkt zowel uit het passantenonderzoek als uit cijfers van de politie. Cijfers van de politie hebben laten zien dat in 2005 van de 114 geregistreerde overlastgevallen er 96 betrekking hadden op junks. 4 Bij station Nieuwmarkt en Waterlooplein zijn het vooral junks en bedelaars waarvan overlast wordt ervaren. Bij het Weesperplein en de Wibautstraat zijn het naast junks ook rondhangende jongeren die voor overlast zorgen. Bij station Amstel vormen bedelaars de grootste groep overlast veroorzakers, gevolgd door junks. Het totaal aantal kleine overtredingen is gedaald, zo blijkt uit cijfers van de politie, maar niet bij alle stations is deze daling van toepassing. Bij de Wibautstraat is sprake van een stijging en bij de Nieuwmarkt is het aantal overtredingen het sterkst gedaald. Ook de cijfers van de politie wijzen uit dat het bij de Wibautstraat wat minder goed gaat dan bij de overige stations. De politiecijfers moeten echter met enige voorzichtigheid worden geïnterpreteerd aangezien de opstapplaats als delictplaats wordt gezien en het delict op een andere locatie kan zijn gepleegd. Het oordeel over het onderhoud bij de stations is overal positiever, behalve bij de Wibautstraat. Daar is het rapportcijfer voor het onderhoud gedaald van een 6,7 naar een 6,4. Gemiddeld genomen wordt het onderhoud met een 6,6 beoordeeld. Er zijn geen opvallende uitschieters, de gemiddelde cijfers liggen tussen een 6,4 en een 6,7. Surveillances en kaartcontroles worden het meest genoemd als maatregelen om de veiligheid te verbeteren. Indien we de spontane en geholpen bekendheid samenvoegen dan is ongeveer 80% bekend met deze maatregelen. De overige maatregelen zijn bij minder dan 20% van de passanten bekend. Evenals bij hotspot 1 geldt dat de passanten van hotspot 2 surveillances en betere verlichting het meest vinden bijdragen aan de veiligheid. Dat er gesurveilleerd wordt valt de meeste passanten op. Ten tijde van het onderzoek was echter alleen bij station Waterlooplein betere verlichting aangebracht. De passanten aldaar geven dan ook vaker dan de overige passanten aan dat ze zien dat er betere verlichting is aangebracht. Aangezien volgens de passanten betere 4 Hierbij is alleen gekeken naar de overlast die betrekking heeft op prostituees, bedelaars, junks, dealers, dronken mensen en rondhangende jongeren. De overige overlastvormen zijn buiten beschouwing gelaten. 13

14 verlichting een grote bijdrage levert aan de veiligheid, is het aanbrengen ervan bij de andere stations van hotspot 2 een aanbeveling. Ook moet worden opgemerkt dat slechts een derde van de passanten ziet dat er betere verlichting is aangebracht bij station Waterlooplein, ook dit is een aandachtspunt. Conclusies Er kan worden geconcludeerd dat het goed gaat met hotspot 2. Niet alleen wordt de veiligheid met een voldoende gewaardeerd, de subjectieve veiligheidsbeleving is in sommige gevallen ook verbeterd ten opzichte van de 0-meting. Een uitzondering is station Wibautstraat: hier is het rapportcijfer voor de veiligheid iets gedaald en voelt men zich ook minder vaak veilig. Het is niet alleen s avonds dat men zich minder veilig voelt, ook overdag is dit het geval. De overlast die passanten bij de Wibautstraat ervaren heeft vooral betrekking op junks en rondhangende jongeren. Bij alle stations wordt, evenals tijdens de 0-meting, met name overlast van junks ervaren. Dit is ook terug te zien in de cijfers van de politie: ook daaruit blijkt dat dit de meest voorkomende vorm van overlast is. In 2005 ervaart men minder overlast dan in Als men overlast ervaart is dat men name van junks. Opgemerkt moet worden dat, ondanks dat het op een aantal punten wat slechter gaat bij de Wibautstraat, de passanten de veiligheid aldaar wel moet een voldoende waarderen, zowel overdag als s nachts. Een ander aandachtspunt is het slachtofferschap: uit het passantenonderzoek blijkt dat men vaker zelf aangeeft het slachtoffer te zijn geworden van agressief gedrag en diefstal met geweld. Wederom valt de Wibautstraat op: het zijn vooral passanten bij de Wibautstraat die het afgelopen jaar slachtoffer zijn geworden. Politiecijfers wijzen echter uit dat het aantal aangiften en aanhoudingen aldaar niet meer is dan gemiddeld. Het aantal aanhoudingen en overtredingen is bij de Wibautstraat procentueel gezien sterk gestegen ten opzichte van Voor heel hotspot 2 kan worden geconcludeerd dat de cijfers van de politie een verbetering laten zien: het aantal aangiften en aanhoudingen is gedaald en er is minder overlast. Eén van de manieren om het gevoel van veiligheid op de stations te verbeteren is het aanbrengen van betere verlichting: dit is volgens de passanten zeer belangrijk, maar wordt niet of nauwelijks waargenomen op de verschillende stations. Verschillen tussen de stations Zoals uit bovenstaande duidelijk is geworden zijn er verschillen tussen de stations van hotspot 2. Tabel 1 geeft op een aantal belangrijke aspecten de verschillen tussen de stations weer. De kleuren in tabel kunnen als volgt worden geïnterpreteerd: een groene kleur betekent dat de score beter is dan het gemiddelde voor hotspot 2, een oranje kleur komt overeen met het gemiddelde en rood is slechter dan gemiddeld. 14

15 Tabel 1 Verschillen tussen de stations van hotspot 2 in subjectieve en objectieve veiligheid, 2005 subjectieve veiligheid rapportcijfer veiligheid overdag 7,4 rapportcijfer veiligheid s avonds 6,2 slachtoffer van agressief gedrag 20% overlast van jongeren 16% overlast van junks 18% overlast van bedelaars 15% gem. Nieuwmarkt Waterlooplein Weesperplein Wibautstraat Amstel objectieve veiligheid aantal aanhoudingen 30 kleine overtredingen 47 aantal aangiften overlast Noot: Het aantal aangiften en geregistreerde vormen van overlast zijn bekend per station. Uit de tabel valt af te lezen dat vooral station Wibautstraat op een aantal punten slechter scoort dan gemiddeld. Het station wordt in de avonduren niet alleen als minder veilig gezien, ook heeft men er meer dan gemiddeld overlast van jongeren en junks en is men er het afgelopen jaar vaker dan bij de overige stations slachtoffer geworden van incidenten. Ook station Amstel valt bij een aantal punten in negatieve zin op. Evenals bij de Wibautstraat ervaren passanten hier vaak overlast van jongeren, en ook overlast van bedelaars komt vaak voor. Het aantal aanhoudingen bij station Amstel is meer dan gemiddeld. Het Weesperplein scoort in vergelijking met de overige stations beter dan gemiddeld. Bij een vergelijking van de objectieve cijfers per station springt de Wibautstraat er echter niet in negatieve zin uit, het aantal aanhoudingen en overtredingen ligt rond het gemiddelde. De Wibautstraat springt er uit indien we de objectieve cijfers vergelijken met het jaar daarvoor (2004). Het station vormt dus een aandachtspunt: niet alleen voelt men zich er iets minder veilig dan een jaar geleden, er hebben ook meer aanhoudingen en overtredingen plaatsgevonden dan een jaar geleden. De inzet van de politie bij hotspot 2 is op een gelijk niveau gebleven. Het lijkt er dan ook op dat, gezien de daling in het aantal aanhoudingen en aangiften, dat het veiliger is geworden bij hotspot 2. Verschillen tussen groepen passanten Niet iedereen voelt zich even veilig bij de stations van hotspot 2, en de verschillen tussen de groepen lijken overeen te komen met wat logischerwijs mag worden verwacht (op basis van eerdere ervaringen). De verschillen zijn weergegeven in tabel 2. Zo geldt in de avonduren dat mannen zich veiliger voelen dan vrouwen. Verder voelen mensen die s avonds zijn ondervraagd zich in de avonduren veiliger dan mensen die s middags of s ochtends zijn ondervraagd. Dit verschil kwam ook naar voren in de nulmeting. Frequente reizigers voelen zich overdag veiliger, maar ervaren wel vaker overlast. Het ervaren van overlast heeft er dus niet tot geleid dat ze de veiligheid met een lager cijfer waarderen. 15

16 Tabel 2 Verschillen tussen groepen passanten van hotspot 2 ten aanzien van subjectieve veiligheid, 2005 rapportcijfer veiligheid overdag rapportcijfer veiligheid s avonds % dat vaak overlast ervaart overlast van bedelaars overlast van junks overlast van jongeren mannen 7,5 6,4* 4% 15% 18% 15% vrouwen 7,3 6,0* 7% 15% 18% 17% s ochtends ondervraagd 7,4 6,0* 6% 47%* 48%* 39%* s middags ondervraagd 7,4 6,1* 8% 48%* 50%* 38%* s avonds ondervraagd 7,5 6,4* 4% 43%* 45%* 52%* frequente passanten 7,4* 6,2 6%* 51%* 51%* 44%* niet-frequente passanten 7,2* 6,0 3%* 31%* 39%* 39%* Noot: Indien de resultaten verschillen dan is dat aangegeven met een asterisk (*). Seizoensinvloeden Op een aantal punten zijn verschillen tussen de seizoenen waarneembaar. Zo is het aantal aangiften het hoogst in de zomermaanden. Dit in tegenstelling tot het aantal overtredingen, wat juist lager ligt in de zomermaanden. Over het aantal aanhoudingen zijn geen volledige gegevens beschikbaar. Dit verschil tussen aangiften en overtredingen kan worden verklaard doordat aangiften door de passanten zelf worden gedaan en dat overtredingen door de politie worden genoteerd. De inzet van de politie is hier dan ook een belangrijke factor. Voor heel Amsterdam geldt dat het aantal aanhoudingen op het gebied van mishandeling en bedreiging de laatste jaren vaker voorkomen. 5 Ook bij hotspot 2 is een toename te zien in het aantal slachtoffers, met name bij agressief gedrag en diefstal met geweld. Dit in tegenstelling tot het Stationseiland, waar het aantal slachtoffers juist daalde. In lijn met de rest van de stad is dus bij de stations van hotspot 2 een toename zichtbaar, en deze toename lijkt het sterkst voor de Wibautstraat. 5 Bron: O+S jaarboek Cijfers betreffen het aantal aanhoudingen op het gebied van mishandeling en bedreiging van de politie Amsterdam Amstelland voor de periode

17 Inleiding De gemeente Amsterdam wil er voor zorgen dat de openbare ruimte schoon, heel en veilig is. Dit staat omschreven in het programakkoord Zorgen voor een veilig openbaar vervoer maakt hier onderdeel vanuit. De gemeente Amsterdam wil ondermeer het aandeel reizigers dat zich onveilig voelt terugdringen en wil er voor zorgen dat de criminaliteit in het openbaar vervoer minder wordt. In 2003 is daartoe het Veiligheidsplan Amsterdam vastgesteld. Het Actieprogramma risicolocaties en -lijnen in het openbaar vervoer is een onderdeel van dit Veiligheidsplan. Aan de hand van dit Veiligheidsplan zijn er voor het openbaar vervoer twee hotspots gedefinieerd, dit zijn gebieden waar diverse maatregelen worden getroffen om de overlast te verminderen. Eén van de hotspots betreft het Stationseiland bij het Centraal Station. Voor deze locatie is in maart 2003 het Convenant Sociale Veiligheid Stationseiland te Amsterdam opgesteld. Dit Convenant komt voort uit het Veiligheidsplan Amsterdam. De verschillende betrokken partijen werken hierin nauw samen en de maatregelen die aan de hand van dit Convenant zijn getroffen zijn ondermeer: meer toezicht, meer kaartcontrole, en beperkte avondsluiting stations. Eén van de middelen die is ingezet om te monitoren of deze maatregelen succes hebben gehad, is het uitvoeren van onderzoek. Vanaf begin 2004 wordt de veiligheid in het openbaar vervoer jaarlijks in kaart gebracht. De dienst Onderzoek en Statistiek voert hiertoe enquêtes uit op het Stationseiland. Begin 2004 heeft de 0-meting plaatsgevonden, begin 2005 is de 1-meting uitgevoerd. Deze onderzoeken hebben laten zien dat de veiligheid gemiddeld met een 7 wordt gewaardeerd en dat men zich vooral in de avonduren onveilig voelt bij het Stationseiland. In deze rapportage wordt gekeken naar de resultaten van de 2-meting op het Stationseiland, waarbij een vergelijking wordt gemaakt met de resultaten uit de eerdere metingen. Naast een beschrijving van de resultaten van het passantenonderzoek wordt in deze rapportage ook gekeken naar de cijfers van de regiopolitie Amsterdam-Amstelland en de dienst Spoorwegpolitie KLPD Amsterdam. Tezamen met de resultaten van de enquêtes moeten deze een compleet beeld geven van de stand van zaken omtrent de veiligheid bij het Stationseiland. Deze rapportage is mede tot stand gekomen door de samenwerking met de Regiopolitie Amsterdam-Amstelland. De tweede hotspot is benoemd in het Veiligheidsarrangement openbaar vervoer Amsterdam. Hotspot 2 omvat de ondergrondse metrolijn vanaf het Centraal Station met de tussenliggende metrostations Nieuwmarkt, Waterlooplein, Weesperplein, Wibautstraat tot aan het metro- en treinstation Amstel. Het Veiligheidsarrangement is in april 2005 opgesteld naar aanleiding van de succesvolle aanpak van onveiligheid bij het Stationseiland. Ook het Veiligheidsarrangement komt voort uit het Veiligheidsplan Amsterdam. Evenals bij hotspot 1 geldt bij hotspot 2 dat de veiligheid verbeterd moet worden. Met verschillende partijen is overeengekomen dat er meer toezicht en meer 17

18 kaartcontrole moet komen en dat er (bij station Amstel) beperkte avondsluiting stations (bas) gaat gelden. Om te monitoren of deze maatregelen het beoogde effect hebben gehad is ook voor hotspot 2 afgesproken dat er enquêtes onder passanten worden gehouden. Begin 2005 heeft de 0-meting plaatsgevonden bij hotspot 2. Hieruit is naar voren gekomen dat, evenals bij hotspot 1, passanten zich op de stations vooral s avonds onveilig voelen. Verder bleek uit het onderzoek dat de overlast die ervaren wordt niet voor alle stations gelijk is. Zo hebben bezoekers van station Amstel vooral overlast van bedelaars, hebben bezoekers van de Wibautstraat vooral overlast van rondhangende jongeren en wordt overlast van junks vooral waargenomen door de passanten bij Waterlooplein, Nieuwmarkt en Weesperplein. In het tweede deel van deze rapportage worden de resultaten van het onderzoek bij hotspot 2 beschreven. Ook hier wordt een vergelijking gemaakt met de eerdere meting. En worden de cijfers van de regiopolitie Amsterdam-Amstelland en de dienst Spoorwegpolitie KLPD Amsterdam toegevoegd om een compleet beeld te krijgen van de veiligheid bij hotspot 2. 18

19 Hotspot 1: Het Stationseiland 19

20 20

21 1 Veiligheidsgevoelens bij hotspot 1 Het Stationseiland is gedefinieerd als hot spot 1. In het Convenant Sociale Veiligheid Stationseiland te Amsterdam is bepaald dat het veiliger moet worden bij het Stationseiland. Hiertoe is een aantal verschillende maatregelen getroffen. In dit hoofdstuk wordt onder andere bekeken in hoeverre deze maatregelen bij de passanten zijn opgevallen, hoe veilig de passanten zich voelen bij het Stationseiland en wat volgens hen het meest een bijdrage levert voor de veiligheid. 1.1 Veiligheidsgevoelens Aan de bezoekers van het Stationseiland is gevraagd een rapportcijfer te geven voor de ervaren veiligheid bij het Stationseiland. De ervaren veiligheid overdag wordt gemiddeld met een 7,4 gewaardeerd. Dit is nagenoeg gelijk aan de meting begin 2005 (7,3). 6 Het rapportcijfer dat het meest wordt gegeven is een 7 (40% van de passanten beoordeelt de veiligheid met een 7), op de voet gevolgd door een 8 (38%). In vergelijking met de vorige meting geeft een groter deel van de passanten een 8, 9 of 10 voor de veiligheid en geeft een relatief kleiner deel van passanten een 7 of lager. Passanten waarderen de veiligheid vaker met een voldoende. Beoordeelde tijdens de 1-meting begin 2005 nog 4,4% van de ondervraagden de veiligheid met een 5 of lager, tijdens de huidige meting geldt dat voor 2,5%. Ook het gevoel van veiligheid in de avonduren wordt ongeveer gelijk beoordeeld als tijdens de 1-meting. Tijdens de 2-meting beoordelen de passanten de veiligheid in de avonduren met gemiddeld een 6,7. Tijdens de 1-meting werd de veiligheid met gemiddeld een 6,4 gewaardeerd. 7 Ondanks dat geen van de passanten de veiligheid met een 10 waardeert is het gemiddelde cijfer gestegen. Passanten geven namelijk vaker een 7, 8 of 9 en minder vaak een 3, 4 of 5. In totaal geeft 16% een 5 of lager, terwijl dit tijdens de vorige meting nog 24% was. Alhoewel de rapportcijfers statistisch gezien niet van elkaar verschillen kan worden gesproken van een verschuiving in positieve richting. Onveranderd is het feit dat passanten zich in de avonduren en s nachts minder veilig voelen dan overdag. De veiligheidsgevoelens verschillen niet tussen verschillende groepen passanten. Zo oordelen mannen niet positiever dan vrouwen over de veiligheid en is het oordeel van dagelijkse bezoekers van het Stationseiland ook niet positiever dan de minder frequente 6 Tijdens de 0-meting in 2004 is gevraagd naar een algemeen rapportcijfer voor de veiligheid, zonder een onderscheid te maken tussen het gevoel voor veiligheid overdag en in de avonduren. Om die reden worden alleen de resultaten van de 1-meting (begin 2005) en 2-meting (eind 2005) besproken. 7 Alhoewel er wel sprake lijkt te zijn van een verschuiving in positieve richting (het cijfer stijgt van een 6,4 naar een 6,7) is het verschil tussen beide rapportcijfers niet significant en mag, statistisch gezien, niet van een verschil gesproken worden. 21

22 bezoekers. Ook zijn er geen verschillen gevonden tussen passanten die s ochtends, s middags of s avonds zijn ondervraagd. Tijdens de 1-meting werden wel verschillen gevonden tussen deze groepen. De cijfers van de verschillende groepen passanten liggen nu veel dichter bij elkaar (zie bijlage 4). Het lijkt erop dat de verschillen tussen de groepen passanten zijn verdwenen doordat de groepen die tijdens de 1-meting een lager cijfer gaven, de veiligheid nu beter beoordelen. Naast een oordeel over de veiligheid in de vorm van een rapportcijfer is ook aan de passanten gevraagd in welke mate zij zich overdag en s avonds/ s nachts onveilig voelen in de omgeving van het Stationseiland. De resultaten zijn weergegeven in figuur 1.1 en 1.2. Uit figuur 1.1 valt af te lezen dat het grootste deel van de bezoekers zich overdag nooit onveilig voelt bij het Stationseiland (60%). Ongeveer één op iedere tien bezoekers zich soms of vaak onveilig voelt overdag (9%). Begin 2005 gold dat voor 13%. Figuur 1.1 De mate waarin passanten zich overdag onveilig voelen in de omgeving van het Stationseiland, 1-meting en 2-meting 2005 begin 2005 eind 2005 vaak soms zelden nooit kom er te weinig weet niet % 22

23 Figuur 1.2 De mate waarin passanten zich s avonds/ s nachts onveilig voelen in de omgeving van het Stationseiland, 1-meting en 2-meting 2005 begin 2005 eind 2005 vaak soms zelden nooit kom er te weinig weet niet % Indien we een vergelijking maken met de meting die begin 2005 is uitgevoerd, dan is een verbetering zichtbaar. Zowel het aandeel passanten dat zich nooit onveilig voelt en het aandeel passanten dat aangeeft zich zelden onveilig te voelen is toegenomen. Bleek begin % zich soms of vaak onveilig te voelen in de avonduren, eind 2005 is dit percentage gedaald naar 28%. De veiligheid in de avonduren wordt overigens wel minder positief beoordeeld dan de veiligheid overdag. Kortom, in vergelijking met de 1-meting voelen passanten zich wat veiliger: het rapportcijfer voor de veiligheid is niet gedaald en lijkt in positieve richting te verschuiven en een kleiner deel van de passanten geeft aan zich soms of vaak onveilig te voelen (zowel overdag als s avonds). De passanten die zich tijdens de 1-meting nog wat minder veilig voelden, zoals vrouwen en minder frequente bezoekers, zijn zich veiliger gaan voelen waardoor de verschillen tussen deze groepen verdwenen zijn. Ook in de Monitor Leefbaarheid en Veiligheid (MLV) wordt gekeken naar veiligheidsgevoelens in het openbaar vervoer. De meest recente meting dateert van Cijfers uit de MLV laten zien dat er in 2004 een verbetering is opgetreden in vergelijking met Het totaal aandeel personen dat zich soms of vaak onveilig voelt in het openbaar vervoer is gedaald van 44% naar 39%. Ook bij de Amsterdamse NS-stations is een verbetering opgetreden: voelde in % zich soms of vaak onveilig, in 2004 is dat 28%. 23

24 1.2 Slachtofferschap Hoe vaak hebben passanten te maken met agressief gedrag, diefstal en bedreiging? Een groot deel van de passanten is geen slachtoffer geworden van agressief gedrag, diefstal of bedreiging (86%). Begin dit jaar zei 18% van de passanten één of meerdere keren het slachtoffer te zijn geworden van deze incidenten. Bijna een jaar later zegt 14% van de ondervraagden het slachtoffer te zijn geweest van één of meerdere van deze incidenten. 8 In figuur 1.3 staan de verschillende vormen van slachtofferschap weergegeven. Bij alle vormen heeft een daling plaatsgevonden ten opzichte van de 0- en 1-meting. Een uitzondering is bedreiging met lichamelijk geweld: ondanks dat dit minder is voorgekomen dan tijdens de 1-meting is het aandeel passanten dat er mee te maken heeft gehad nog wel iets groter dan tijdens de 0-meting. Agressief gedrag blijft ook in 2005 de meest voorkomende vorm van slachtofferschap. Indien we agressief gedrag buiten beschouwing laten dan daalt het aandeel slachtoffers naar 6%. In totaal is 94% van de passanten geen slachtoffer geworden. Tijdens de vorige meting was dat 89% en tijdens de 0-meting 91%. Figuur 1.3 Slachtofferschap op het Stationseiland, 0-meting, 1-meting en 2-meting (in procenten) agressief gedrag diefstal zonder geweld bedreiging met lichamelijk geweld 0-meting (n=616) 1-meting (n=346) 2-meting (n=359) diefstal met geweld % Het gaat hier om subjectieve gegevens (het oordeel van de passanten) en niet om objectieve gegevens (cijfers van de politie, bijvoorbeeld het aantal aangiften van diefstal). 24

25 Cijfers uit de Monitor Leefbaarheid en Veiligheid laten zien dat voor het gehele openbaar vervoer geldt dat in ,3% slachtoffer is geworden van criminaliteit en geweld. Wel moet worden opgemerkt dat de vraagstelling in de MLV meer algemeen is geweest dan in het huidige onderzoek. Voor de meeste slachtoffers geldt dat ze van één van de genoemde incidenten slachtoffer zijn geworden (5%), 2 personen zijn twee keer slachtoffer geweest (0,6%) en één persoon drie keer (0,3%). Frequente reizigers zijn vaker het slachtoffer geworden dan passanten die minder frequent het Stationseiland bezoeken. Voor de frequente reiziger is de kans op slachtofferschap ook groter aangezien zij vaker in het gebied aanwezig zijn. 1.3 Overlast Naast slachtofferschap kan een onveilig gevoel ook ontstaan door het ervaren van overlast. Overlast wordt niet vaak ervaren (3%), en komt ook minder voor in vergelijking met de 1-meting (8%). 9 Het grootste deel van de passanten heeft weinig tot zeer weinig overlast ervaren bij het Stationseiland. In tegenstelling tot de 0- en 1-meting blijkt dat minder frequente bezoekers minder vaak overlast ervaren dan de frequente bezoekers. Van de frequente bezoekers ervaart 43% zeer weinig overlast. Bij de bezoekers die het Stationseiland niet frequent bezoeken, geeft ruim de helft aan zeer weinig overlast te ervaren (57%). Tabel 1.4 Ervaren overlast bij het Stationseiland, 1-meting en 2-meting (in procenten) 1-meting 2-meting (zeer) vaak 8 3 niet vaak, maar ook niet weinig (zeer) weinig weet niet, geen antwoord 1 3 Vervolgens is aan de passanten een aantal verschillende vormen van overlast voorgelegd met daarbij de vraag hoe vaak zij hiervan overlast hebben ervaren. In figuur 1.5 staan de resultaten weergegeven voor zowel de 0-meting, de 1-meting als de 2-meting. Wel moet worden opgemerkt dat de vraagstelling tijdens de 0-meting afwijkt van de vraagstelling in de 1- en 2-meting. Om die reden zijn de percentages van de 0-meting niet vergelijkbaar met de overige twee metingen. 9 Tijdens de 0-meting is niet aan de passanten gevraagd in welke mate zij overlast ervaren, maar zijn alleen de verschillende overlastvormen voorgelegd. 25

26 Uit figuur 1.5 valt af te lezen dat de meeste overlast wordt ervaren van rondhangende jongeren: 9% geeft aan daar vaak last van te hebben. 10 In vergelijking met de 1-meting is de overlast afgenomen. Alle vormen van overlast worden minder vaak ervaren dan tijdens de 1-meting. De grootste daling doet zich voor bij de overlast van bedelaars: tijdens de 1-meting gaf 20% van de ondervraagden aan overlast te ondervinden van bedelaars, tijdens de 2-meting is dat gedaald naar 5%. Figuur 1.5 Overlast op het Stationseiland, 0-meting, 1-meting en 2-meting rondhangende jongeren 0-meting rondhangende jongeren 1-meting rondhangende jongeren 2-meting bedelaars 0-meting bedelaars 1-meting bedelaars 2-meting junks 0-meting junks 1-meting junks 2-meting dronken mensen 0-meting dronken mensen 1-meting dronken mensen 2-meting vaak soms zelden nooit dealers 0-meting dealers 1-meting dealers 2-meting prostituees 0-meting prostituees 1-meting prostituees 2-meting % Er zijn weinig verschillen gevonden tussen verschillende groepen passanten. Wel is gebleken dat overlast van bedelaars en rondhangende jongeren wat vaker wordt ervaren door vrouwen dan door mannen. Ook frequente passanten van het Stationseiland ervaren vaker overlast van rondhangende jongeren dan de reiziger die het Stationseiland minder vaak bezoekt. Tot nu toe is uit de resultaten gebleken dat passanten zich ongeveer even veilig voelen in vergelijking met een jaar geleden, dat ze minder vaak slachtoffer worden van incidenten en ook minder vaak overlast ervaren. Het lijkt er dus op dat het beter gaat met de veiligheid op het Stationseiland. Opvallend is dan ook het resultaat dat 63% van de ondervraagden van mening is dat de overlast op een gelijk niveau is gebleven (terwijl begin dit jaar 47% dit van mening was) en dat 27% van de passanten de ontwikkeling van overlast vindt afgenomen (dit was tijdens de 1-meting nog 41%). Dit zou verklaard kunnen worden doordat maatregelen al enige tijd in werking zijn en dat het effect minder duidelijk aanwezig is. Vooral een jaar na de invoering van het Convenant hebben de passanten 10 Er is niet aan de passanten gevraagd wat voor overlast zij specifiek ervaren van rondhangende jongeren. Het kan hier dus om verschillende dingen gaan: puur de aanwezigheid van groepjes jongeren kan voor overlast zorgen, maar het kan ook voorkomen dat men zelf wordt lastig gevallen door deze jongeren. 26

27 minder overlast ervaren. Na bijna twee jaar zegt het grootste gedeelte dat de overlast op een gelijk niveau is gebleven en lijkt het effect enigszins te zijn uitgewerkt. Objectieve cijfers over de overlast zouden hier meer duidelijkheid over kunnen geven (zie hoofdstuk 2). Figuur 1.6 Oordeel over toe- of afname van overlast op het Stationseiland, 0-meting, 1-meting en 2-meting 2004 begin 2005 toegenomen afgenomen gelijk gebleven weet niet eind 2005 % Ondanks dat uit een vergelijking van de resultaten uit de 1- en 2-meting blijkt dat passanten minder overlast ervaren, ervaart niet iedereen dit als zodanig. Tevens blijkt dat minder frequente bezoekers vaker aangeven dat de overlast is afgenomen en dat frequente bezoekers de overlast als gelijk gebleven ervaren. Ook hier lijkt sprake van gewenning: passanten die dagelijks in het gebied rondlopen zien minder effect van maatregelen dan passanten die slechts een enkele keer per week of per maand in het gebied rondlopen. Uit de Monitor Leefbaarheid en Veiligheid is ook gebleken dat er een afname is geweest in de mate waarin men overlast ervaart. Gaf in 2003 nog 27% aan overlast te ervaren op Amsterdamse NS-stations, in 2004 is dat gedaald naar 21%. Uit deze cijfers blijkt dat passanten bij de NS-stations in het algemeen meer overlast ervaren dan reizigers in de buurt van het Stationseiland: tabel 1.5 heeft laten zien dat begin % overlast heeft ervaren en dat dit percentage is gedaald naar 3%. Ook blijkt uit de MLV dat de overlast om het openbaar vervoer gedaald is van 31% naar 27%, en is de overlast in het openbaar vervoer gedaald van 39% naar 35%. 27

28 1.4 Onderhoud Er is niet alleen aan de passanten gevraagd hoe vaak zij overlast ervaren en of zij slachtoffer zijn geworden van bepaalde incidenten. Ook het onderhoud op het Stationseiland is aan bod gekomen. Gevraagd is naar een rapportcijfer. Hierbij is aangegeven dat de werkzaamheden in het kader van de Noord-Zuidlijn buiten beschouwing moeten worden gelaten. Het gemiddeld rapportcijfer dat men geeft is een 6,5. Dit komt ongeveer overeen met de 1-meting: toen werd het onderhoud met een 6,7 gewaardeerd. Tijdens de 0-meting werd het onderhoud eveneens met een 6,5 gewaardeerd. Het cijfer dat het meest gegeven wordt is een 7. In totaal geeft 13% van de ondervraagden een onvoldoende (rapportcijfer 1 tot en met 5). Amsterdammers zijn positiever over het onderhoud dan niet-amsterdammers. De Amsterdammer geeft gemiddeld een 6,7 en de reiziger die van buiten de stad komt waardeert het onderhoud op het Stationseiland met gemiddeld een 6,4. Tussen overige groepen zijn geen verschillen gevonden. Meer dan de helft van de passanten geeft aan dat de situatie op het Stationseiland het afgelopen jaar hetzelfde is gebleven, 21% vindt de situatie er op vooruit gegaan en 12% vindt de situatie verslechterd (zie figuur 1.7). In vergelijking met de twee vorige metingen is een kleiner deel van de passanten van mening dat het onderhoud er op vooruit is gegaan, een groter deel is van mening dat het onderhoud op een zelfde niveau is gebleven. Dit laatste resultaat lijkt er wederom op te wijzen dat het positieve effect van de maatregelen (er wordt meer onderhoud gepleegd) in de loop der tijd wordt afgezwakt. Daarnaast moet ook rekening worden gehouden met het feit dat passanten bij hun oordeel wel de werkzaamheden in het kader van de Noord-Zuidlijn hebben betrokken, ook al is specifiek aangegeven dit niet te doen. De werkzaamheden bij het Stationseiland zijn echter zo opvallend aanwezig dat het wellicht voor de passanten moeilijk is om dit los te zien van hun algemene oordeel over het gebied. 28

29 Figuur 1.7 Oordeel over onderhoud op het Stationseiland, 0-meting, 1-meting en 2-meting 2004 begin 2005 vooruit achteruit gelijk gebleven weet niet, geen antwoord eind 2005 % Maatregelen Het lijkt er op dat de maatregelen die getroffen worden om de veiligheid te verbeteren iets minder bekend zijn bij het publiek. Zowel de surveillances, kaartcontroles, schoonmaakacties en betere verlichting worden minder vaak spontaan genoemd (zie figuur 1.8). Een mogelijke verklaring is dat aangezien de maatregelen al enige tijd in werking zijn het de passanten minder vaak opvalt. Dus, het lijkt er op dat passanten minder goed zicht hebben op de effecten van de maatregelen om het Stationseiland veiliger te maken. Het is echter niet zo dat zij zich minder veilig zijn gaan voelen: de cijfers wijzen er juist op dat er een verbetering is opgetreden. Als er echter direct aan de passanten wordt gevraagd naar hun oordeel over de getroffen maatregelen en over de ontwikkeling in overlast en onderhoud, dan geeft een groot deel van de passanten aan dat hierin, in vergelijking met vorig jaar, geen verandering is opgetreden. 29

30 Figuur 1.8 Spontaan genoemde maatregelen op het Stationseiland, 0-meting, 1-meting en 2-meting surveillances kaartcontrole schoonmaakacties betere verlichting beperkte avondsluiting cameratoezicht 2004 begin 2005 eind 2005 uitstapcontroles bewegwijzering preventief fouilleren % Logischerwijs is het zo dat bezoekers die het Stationseiland frequent bezoeken beter op de hoogte zijn van de maatregelen dan de minder frequente bezoekers. Ook is aan de passanten gevraagd of de maatregelen een bijdrage leveren aan de veiligheid. De passanten zijn van mening dat surveillances en betere verlichting het meest een bijdrage leveren aan het gevoel van veiligheid. Ook kaartcontroles helpen het veiligheidsgevoel te verbeteren. Voor een aantal maatregelen geldt dat, in vergelijking met de 0- en 1-meting, een kleiner deel van de passanten van mening is dat ze een bijdrage leveren aan de veiligheid. Dit geldt onder andere voor de beperkte avondsluiting, uitstapcontroles, preventief fouilleren en schoonmaakacties. Voor de overige maatregelen geldt dat ongeveer even groot deel van de passanten van mening is dat ze een bijdrage leveren aan de veiligheid. Tabel 1.9 Aandeel passanten dat de maatregel vindt bijdragen aan de veiligheid, 1-meting en 2-meting meting 1-meting 2-meting surveillances betere verlichting kaartcontroles cameratoezicht beperkte avondsluiting uitstapcontroles preventief fouilleren schoonmaakacties bewegwijzering

31 Er zijn verschillen gevonden in de mate waarin passanten van mening zijn dat de maatregelen een bijdrage leveren aan de veiligheid. De verschillen doen zich voornamelijk voor tussen de frequente en minder frequente bezoekers en tussen passanten die s ochtends, s middags of s avonds zijn ondervraagd. Mensen die niet zo vaak op het Stationseiland komen vinden de bewegwijzering en kaartcontroles meer een bijdrage leveren aan de veiligheid dan de mensen die frequent op het Stationseiland zijn. Passanten die in de avonduren zijn ondervraagd zijn vaker van mening dat preventief fouilleren bijdraagt aan het gevoel van veiligheid. Tegelijkertijd vinden zij minder vaak dat de beperkte avondsluiting een bijdrage levert. De uitstapcontroles dragen het meest bij volgens de passanten die in de ochtend zijn ondervraagd. Verder blijkt ook dat vrouwen relatief vaker van mening zijn dat cameratoezicht helpt. Ruim driekwart van de vrouwen is dit van mening (78%), tegenover 64% van de mannen. De cijfers staan vermeld in bijlage 4. Aan de passanten die aangeven dat er meer surveillances zijn geweest is gevraagd of zij weten door welke organisatie deze surveillances worden gehouden. 11 Een derde van de ondervraagden geeft aan niet te weten welke organisatie surveilleert. Een bijna even groot deel noemt de politie, bijna een kwart noemt de NS en twee van iedere tien passanten noemen Securicor/Securitas. In tabel 1.10 staan alle antwoorden weergegeven van zowel de 0-meting, de 1-meting en de 2-meting. Tabel 1.10 Bekendheid surveillerende organisatie op Stationseiland 2005 (meer antwoorden mogelijk, in procenten) 0-meting 1-meting 2-meting politie NS Securicor/Securitas GVB Connexxion/Arriva weet niet Wat opvalt uit tabel 1.10 is dat passanten steeds minder vaak de politie noemen als surveillerende partij. Dit aandeel is gedaald van driekwart tijdens de 0-meting naar de helft tijdens de 1-meting, en vervolgens naar een derde tijdens de 2-meting. Het aandeel passanten dat de NS, het GVB en Connexxion/Arriva noemt is nagenoeg gelijk gebleven. Het aandeel passanten dat Securicor noemt is tijdens de 2-meting weer op het niveau van de 0-meting. Passanten weten vaker dan in de 0-meting niet welke organiseert er surveilleert. Dat Conexxion/Arriva en het GVB door een gering deel van de ondervraagden wordt genoemd kan deels worden verklaard doordat een zeer gering deel van de passanten bij het streekbusplatform van Conexxion/Arriva en het GVB zijn ondervraagd. Ondanks dat er dus een aantal verschuivingen zijn geweest, lijkt het erop dat een deel van de passanten op de hoogte is van het feit dat de surveillances door meerdere partijen worden uitgevoerd. 11 De verschillende organisaties zijn niet aan de passanten voorgelezen, het gaat er om welke organisaties de passanten spontaan noemen. 31

32 1.6 Verbeterpunten In totaal geven 75 van de 359 ondervraagden verbeterpunten voor het Stationseiland (21%). In tabel 1.11 staat de topvijf van genoemde verbeterpunten weergegeven. Een groot deel van de passanten is van mening dat het station schoner zou moeten worden en dat het beter verlicht moet worden. Tijdens de vorige meting werden de indeling en de verlichting van het gebied nog het meest genoemd als verbeterpunten. In bijlage 4 staan alle verbeterpunten vermeld. Tabel 1.11 Topvijf van genoemde verbeterpunten voor het Stationseiland, absolute aantallen, eind 2005 schoner, beter verlicht 19 meer surveilleren 9 gezelliger 8 meer voorzieningen (o.a.: klokken, toiletten, kaartjesautomaten, fietsenrekken) 8 kritiek op NS (op tijd rijden, treintijden goed aangeven) 7 32

33 2 Politiecijfers hotspot 1 De politie registreert verschillende zaken op het gebied van veiligheid. Het betreft hier gegevens van de regiopolitie Amsterdam-Amstelland en de dienst Spoorwegpolitie KLPD Amsterdam. In deze rapportage wordt gekeken naar gegevens die betrekking hebben op aangiften, aanhoudingen, overlast en kleine overtredingen bij hotspot 1. Er zal worden gekeken naar gegevens van verschillende jaren zodat een goed beeld kan worden verkregen van het effect van het Convenant dat in 2003 in werking is getreden. Hierbij moet worden opgemerkt dat zowel de regiopolitie als de KLPD uitgaan van de veronderstelling opstapplaats is delictplaats. Het kan dus voorkomen dat men is opgestapt bij het Stationseiland, maar dat een incident op een andere locatie heeft plaatsgevonden (en dit kan iedere andere openbaar vervoer locatie in de stad zijn). Hiermee moet rekening worden gehouden bij de interpretatie van de gerapporteerde cijfers in dit hoofdstuk. 2.1 Aangiften Aangiftecijfers hebben betrekking op zakkenrollerij, bedreiging, mishandeling, straatroof, vermogensdelicten en vernieling of zaakbeschadiging. In figuur 2.1 staat het totaal aantal aangiften per maand weergegeven voor de periode Figuur 2.1 Totaal aantal aangiften bij hotspot 1, aantal (gemiddeld 223) 2004 (gemiddeld 144) 2005 (gemiddeld 145) 50 0 januari februari maart april mei juni juli augustus september oktober november december Bron: Regiopolitie Amsterdam-Amstelland en de dienst Spoorwegpolitie KLPD Amsterdam 12 Cijfers van de dienst Spoorwegpolitie KLPD Amsterdam ontbreken voor de maand december

34 In maart 2003 is het Convenant bij het Stationseiland in werking getreden. Het is niet zo dat vanaf dat moment het totaal aantal aangiften is gedaald. Uit figuur 2.1 valt af te lezen dat het aantal aangiften een aantal maanden daarna is gedaald, vanaf augustus Het aantal aangiften in 2004 is duidelijk minder dan in Ook de cijfers van 2005 liggen nog onder die van Wel valt op dat het aantal aangiften in 2005 niet daalt ten opzichte van 2004, er is zelfs sprake van een lichte stijging. Het totaal aantal aangiften in 2004 was 1.726, in 2005 is het totaal aantal aangiften (exclusief de cijfers van de Spoorwegpolitie voor de maand december) Deze stijging is echter minimaal en het lijkt erop dat het totaal aantal aangiften per maand ongeveer rond de 145 blijft schommelen en dat in de zomermaanden het aantal aangiften het hoogst is. Dat passanten zich niet onveiliger zijn gaan voelen wordt tevens ondersteund door de gegevens van de politie. De passanten waarderen de veiligheid in de 2-meting echter niet met een veel hoger cijfer dan in de 1-meting. Dit wordt ondersteund door een ongeveer gelijk blijvend aantal aangiften in Uit hoofdstuk 1 is gebleken dat agressief gedrag de meest voorkomende vorm van slachtofferschap is. Van de verschillende aangiftecijfers komt bedreiging het dichtst in de buurt bij agressief gedrag. Het totaal aantal gevallen van bedreiging was in In 2004 was het aantal gedaald naar 29. Cijfers van 2005 laten zien dat het totaal aantal bedreigingen 35 is. 13 Dit komt neer op 0,1 aangiften van bedreiging per dag, ofwel: iedere tien dagen wordt er bij het Stationseiland aangifte gedaan van bedreiging. Hiermee is het aantal gevallen van bedreiging in 2005 hoger dan het aantal uit Hieruit blijkt dat, alhoewel er een duidelijke daling is geweest na de invoering van het Convenant, het aantal aanhoudingen op het gebied van agressief gedrag op dit moment niet verder daalt. Indien we per jaar naar de verschillende soorten aangiften kijken dan valt op dat zakkenrollerij het meest voorkomt. In 2005 komt zakkenrollerij verhoudingsgewijs iets minder vaak voor in vergelijking met 2004 en Aangiften van bedreiging, geweldpleging, straatroof en vandalisme vormen alle jaren een klein deel van verschillende soorten aangiften. De groep overige delicten vormt, aangezien hier alle overige delicten onder vallen, de grootste groep. In bijlage 5 staan de verschillende soorten aangiften per jaar in een figuur weergegeven. Ook in de Regionale Veiligheidsrapportage Amsterdam-Amstelland 2005 wordt geconcludeerd dat het aantal aangiften bij het Stationseiland is toegenomen. De aantallen die in de Regionale Veiligheidsrapportage vermeld worden (1.056 aangiften in 2004, aangiften in 2005) wijken af van het aantal aangiften die in deze rapportage worden vermeld. Dit heeft te maken met het feit dat in de Regionale Veiligheidsrapportage de cijfers van de spoorwegpolitie niet zijn meegenomen. Daarnaast is bij de totstandkoming van het totaalcijfer voor 2005 het aangiftecijfer voor de maand 2005 geschat (door middel van statistische extrapolatie). In de Regionale Veiligheidsrapportage wordt vermeld dat zakkenrollerij het meest voorkomt op het Stationseiland. Dit komt overeen met de resultaten van het huidige onderzoek. 13 Cijfers van de dienst spoorwegpolitie KLPD Amsterdam ontbreken voor de maand december

35 2.2 Aanhoudingen Ook het aantal aanhoudingen wordt geregistreerd bij de politie. In figuur 2.2 staan voor de periode het totaal aantal aanhoudingen per maand bij hotspot 1 weergegeven. Vanaf 2002 is er aanzienlijke stijging geweest van het aantal aanhoudingen: van minder dan 150 in januari 2002 tot 300 in oktober In januari 2003 heeft het aantal aanhoudingen z n hoogtepunt bereikt: meer dan 380 aanhoudingen. Vanaf dat moment is het aantal alleen nog maar gedaald en is aan het eind van dat jaar (2003) weer op het niveau van In 2004 is het aantal aanhoudingen nog verder gedaald en lijken de maatregelen die zijn getroffen op het Stationseiland effect te hebben. Ook in 2005 daalt het aantal aanhoudingen nog verder en lijkt een ongeveer stabiel niveau te hebben bereikt van ongeveer 100 per maand. Dit komt neer op 0,3 aanhoudingen per dag, ofwel: gemiddeld genomen wordt er iedere drie dagen er iemand aangehouden op het Stationseiland. De resultaten van de afgelopen jaren wijzen er niet op dat er sprake is van seizoensinvloeden. Figuur 2.2 Totaal aantal aanhoudingen bij hotspot 1, aantal (gemiddeld 219) 2003 (gemiddeld 283) 2004 (gemiddeld 172) 2005 (gemiddeld 107) januari februari maart april mei juni juli augustus september oktober november december Noot: de cijfers van december 2005 zijn niet volledig. Bron: Regiopolitie Amsterdam-Amstelland en de dienst Spoorwegpolitie KLPD Amsterdam 35

36 2.3 Overlast Cijfers voor overlast kunnen ook inzicht geven in de veiligheid: in dit rapport gaan we er vanuit (bij gelijkblijvende inzet van de politie): hoe minder overlast, des te veiliger het is. Delicten op het gebied van overlast hebben betrekking op verschillende vormen van overlast. Er is alleen gekeken naar de vormen van overlast die in hoofdstuk 1 aan de orde zijn gekomen, namelijk overlast van dronken mensen, bedelaars, dealers, junks, prostituees en rondhangende jongeren. De gegevens zijn afkomstig van de regiopolitie Amsterdam-Amstelland. Cijfers van de regiopolitie laten zien dat het aantal vormen van geregistreerde overlast vanaf 2002 sterk is afgenomen. De daling is het sterkst in de periode : het totaal aantal geregistreerde vormen van overlast is gedaald van ruim naar 725. Ook in 2005 zet de daling zich voort en is het aantal gedaald naar 255. Indien we deze cijfers omzetten naar de overlast per dag, dan kan worden geconcludeerd dat er bijna iedere dag overlast wordt ervaren op het Stationseiland (0,7 overlastmeldingen per dag). Gerelateerd aan het aantal bezoekers per dag (in de zomermaanden ongeveer per dag 14 ) kan worden geconcludeerd dat het over het algemeen mee valt met de overlast. Deze bevindingen komen overeen met ander onderzoek: ook in de Regionale Veiligheidsrapportage Amsterdam-Amstelland wordt gesproken over een daling van de (drugs)overlast bij het Stationseiland. Figuur 2.3 Geregistreerde vormen van overlast bij hotspot 1, aantal Noot: cijfers hebben alleen betrekking op overlast van dronken mensen, bedelaars, dealers, junks, prostituees en rondhangende jongeren. Bron: Regiopolitie Amsterdam-Amstelland 14 Bron: Evaluatie Convenant Sociale Veiligheid Stationseiland te Amsterdam/Veiligheidsarrangement openbaar vervoer Amsterdam (april t/m september 2005). 36

37 De meeste overlast in de omgeving van het Stationseiland wordt ervaren van junks. Op de tweede plaats staat overlast van dronken mensen. Dit komt niet overeen met de subjectieve gegevens uit hoofdstuk 1. Daar bleek dat passanten de meeste overlast ervaren van rondhangende jongeren. Wellicht dat deze groep wel voor de meeste overlast bij de passanten zorgt, maar het gedrag van deze personen niet leidt tot een groot aantal registraties bij de politie. Junks en dronken mensen waren, volgens het passantenonderzoek, begin 2005 een grotere bron van overlast dan eind Er is dus een daling in de overlast van deze twee groepen. Deze daling komt ook naar voren indien we de cijfers van de politie over het aantal registraties van overlast van junks en dronken mensen over heel 2005 per maand op een rij zetten (zie figuur 2.4). In februari 2005 was er meer overlast dan in november Over heel 2005 zijn er in totaal 115 gevallen van overlast van junks geweest en 95 gevallen van overlast van dronken mensen. Figuur 2.4 Aantal geregistreerde vormen van overlast van junks en dronken mensen bij hotspot 1, 2005 aantal junks dronken mensen januari februari maart april mei juni juli augustus september oktober november december Bron: Regiopolitie Amsterdam-Amstelland 37

38 2.4 Kleine overtredingen Naast aanhoudingen, aangiften en overlast noteert de politie ook kleine overtredingen zoals het zwartrijden of bijvoorbeeld het openlijk gebruik van drugs of het niet voorhanden hebben van een identiteitsbewijs. De aard van de overtreding kan hierbij dus sterk uiteenlopen. Deze overtredingen worden administratief afgedaan met een mini procesverbaal, vandaar dat ze ook wel mini s worden genoemd. Evenals bij de andere gegevens van de politie is ook hier over de afgelopen jaren een daling zichtbaar. Het effect van het in werking treden van het Convenant lijkt hier het meest duidelijk: vanaf april 2003 is het aantal kleine overtredingen opvallend gedaald. De maatregelen lijken nog steeds effect te hebben, iedere maand is het aantal overtredingen lager dan het jaar ervoor. De enige uitzondering hierop is de maand oktober 2005: het aantal overtreding was op dat moment identiek aan het jaar daarvoor. Aangezien de cijfers van december niet volledig zijn, kunnen over de laatste maand van 2005 geen conclusies worden getrokken. Wel kan worden geconcludeerd dat het aantal kleine overtredingen is gedaald van (bijna) 3 per dag in 2003 naar (ruim) 1 per dag in Ook hier lijkt geen sprake te zijn van seizoensinvloeden: het aantal overtredingen in de lente, zomer, herfst en winter wijkt niet sterk af van elkaar. Figuur 2.5 Totaal aantal kleine overtredingen bij hotspot 1, per maand, aantal (gemiddeld 960) 2004 (gemiddeld 701) 2005 (gemiddeld 523) januari februari maart april mei juni juli augustus september oktober november december Noot: de cijfers van december 2005 zijn niet volledig. Bron: Regiopolitie Amsterdam-Amstelland en de dienst Spoorwegpolitie KLPD Amsterdam 38

39 2.5 Inzet De cijfers van de regiopolitie en de spoorwegpolitie geven alleen inzicht in de werkelijke situatie als gegevens over de inzet van de politie er naast gelegd wordt. Een afname in het aantal aanhoudingen hoeft niet automatisch te betekenen dat het veiliger is geworden bij het Stationseiland, het kan ook betekenen dat de politie minder intensief gesurveilleerd heeft. In dit rapport gaan we er vanuit dat bij gelijkblijvende inzet en een (bijvoorbeeld) dalend aantal aanhoudingen het beter gaat op het gebied van veiligheid. De inzet van de politie bij hotspot 1 is vanaf april 2005 gewijzigd. Het werkgebied van het personeel is uitgebreid. Vanaf april 2005 wordt de inzet verdeeld tussen hotspot 1 en hotspot 2. Om dit te realiseren is extra personeel ingezet. 15 Dat er minder aanhoudingen zijn en minder overlast is, hoeft niet te betekenen dat het veiliger is geworden, maar kan ook worden verklaard door de gewijzigde inzet van de politie. Echter, aangezien de passanten zelf aangeven minder vaak overlast te ervaren van verschillende overlastvormen en minder vaak het slachtoffer zijn geworden (zoals uit het passantenonderzoek is gebleken), kan geconcludeerd worden dat het veiliger is geworden bij het Stationseiland. 15 In bijlage 8 is een overzicht opgenomen met gegevens over de inzet van de politie bij zowel hotspot 1 als hotspot 2. 39

40 40

41 Hotspot 2: De ondergrondse metrolijn vanaf het Centraal Station tot aan station Amstel Centraal station Nieuwmarkt M M M M Metrotunnel Oostlijn Hotspot 2 Metrohalte Waterlooplein M Weesperplein M Wibautstraat M Amstelstation M 41

42 42

43 1 Veiligheidsgevoelens bij hotspot 2 De ondergrondse metrolijn vanaf het Centraal Station met de tussenliggende metrostations Nieuwmarkt, Waterlooplein, Weesperplein, Wibautstraat tot aan het metroen treinstation Amstel is gedefinieerd als hotspot 2. Hotspot 2 maakt onderdeel uit van het Veiligheidsarrangement openbaar vervoer Amsterdam. In dit veiligheidsarrangement is vastgesteld dat het veiliger moet worden bij hotspot 2. In dit hoofdstuk wordt onder andere gekeken hoe veilig passanten zich voelen, of zij wel eens overlast ervaren en of zij op de hoogte zijn van de maatregelen die zijn getroffen om de veiligheid te verbeteren. Ook wordt een vergelijking gemaakt met de resultaten van de 0-meting, die begin 2005 is uitgevoerd. 1.1 Veiligheidsgevoelens Gemiddeld genomen voelen de passanten zich even veilig op de stations van hotspot 2 in vergelijking met ongeveer een jaar geleden. Het gemiddeld rapportcijfer voor de veiligheid overdag is een 7,4. Dit was begin 2005 een 7,2. 16 Op alle stations is de veiligheid ofwel iets toegenomen ofwel gelijk gebleven. Vooral bij de stations Nieuwmarkt en Weesperplein is het oordeel over de veiligheid verbeterd. De veiligheid in de avonduren wordt gemiddeld met een 6,2 gewaardeerd. Ook dit komt overeen met de 0-meting (6,0). Ook voor de veiligheid in de avonduren geldt dat op bijna alle stations de veiligheid iets is verbeterd of gelijk is gebleven. Alleen bij station Wibautstraat is het gevoel voor veiligheid afgenomen van een 6,2 naar een 6,0. Tabel 1.1 Rapportcijfers veiligheidsgevoelens hotspot 2, 2005 overdag overdag s avonds/ s nachts s avonds/ s nachts begin 2005 eind 2005 begin 2005 eind 2005 Nieuwmarkt 7,1 7,4 5,8 6,2 Waterlooplein 7,2 7,3 5,9 6,1 Weesperplein 7,2 7,5 6,1 6,1 Wibautstraat 7,2 7,3 6,2 6,0 Amstel 7,4 7,4 6,1 6,4 gemiddeld 7,2 7,4 6,0 6,2 De veiligheidsgevoelens overdag op hotspot 2 komen overeen met hotspot 1, op beide hotspots wordt de veiligheid met gemiddeld een 7,4 gewaardeerd. In de avonduren voelen passanten van hotspot 2 zich iets minder veilig dan de passanten van het Stationseiland: de bezoekers van hotspot 2 geven gemiddeld een 6,2 en de bezoekers van het Stationseiland geven gemiddeld een 6,4. 16 Het verschil tussen deze twee rapportcijfers is niet significant waardoor er niet gesproken mag worden van een duidelijke verbetering. 43

44 Mannen oordelen positiever over de veiligheid in de avonduren dan vrouwen. Gemiddeld geven mannen een 6,4 voor de veiligheid in de avonduren en vrouwen een 6,0. Daarnaast speelt het tijdstip van ondervraging ook een rol. Evenals tijdens de 0-meting blijkt ook nu dat passanten die s avonds zijn ondervraagd de veiligheid met een hoger cijfer beoordelen dan de passanten die s ochtends of s middags zijn ondervraagd. Ook is er een verschil gevonden tussen frequente en minder frequente bezoekers: frequente bezoekers voelen zich vooral overdag veiliger bij de stations. In de avonduren is dit verschil verdwenen en waarderen beide groepen de veiligheid met ongeveer eenzelfde cijfer. In bijlage 6 staan de rapportcijfers voor de verschillende groepen passanten vermeld. Naast een rapportcijfer is ook aan de passanten van de verschillende stations gevraagd in welke mate zij zich overdag en s avonds/ s nachts onveilig voelen in het gebied. Gemiddeld genomen voelen zes van iedere tien ondervraagden zich nooit onveilig (zie figuur 1.2). Bijna drie van iedere tien ondervraagden voelen zich zelden onveilig en 12% zich overdag vaak of soms onveilig. Dit komt overeen met de 0-meting. De Nieuwmarkt is veiliger geworden ten opzichte van de 0-meting: geen van de ondervraagden voelt zich overdag vaak onveilig in dit stationsgebied. Het meest onveilig voelt men zich bij de Wibautstraat, 18% van de ondervraagde passanten voelt zich hier overdag soms of vaak onveilig. In vergelijking met de 0-meting is men zich onveiliger gaan voelen bij de Wibautstraat. Figuur 1.2 Aandeel passanten dat zich overdag onveilig voelt bij de stations van hotspot 2, 2005 Amstel 0-meting Amstel 1-meting Weesperplein 0-meting Weesperplein 1-meting Waterlooplein 0-meting Waterlooplein 1-meting Wibautstraat 0-meting Wibautstraat 1-meting vaak soms zelden nooit Nieuwmarkt 0-meting Nieuwmarkt 1-meting totaal hotspot 2, 0-meting totaal hotspot 2, 1-meting % 44

45 In de avonduren voelt een groter deel van de ondervraagden zich vaak of soms onveilig. Bij alle metrostations van hotspot 2 is een verbetering te zien: tijdens de 1-meting voelen passanten zich overal minder vaak onveilig in vergelijking met de 0-meting. Dit geldt ook voor de Wibautstraat. Het lagere cijfer voor de veiligheid van passanten bij de Wibautstraat wordt dus niet verklaard doordat passanten zich s avonds vaker onveilig voelen, maar heeft vooral te maken met de veiligheid overdag. Uit figuur 1.2 is duidelijk geworden dat passanten zich overdag vaker onveilig voelen bij de Wibautstraat. Figuur 1.3 Aandeel passanten dat zich s avonds/ s nachts onveilig voelt bij de stations van hotspot 2, 2005 Amstel 0-meting Amstel 1-meting Weesperplein 0-meting Weesperplein 1-meting Waterlooplein 0-meting Waterlooplein 1-meting Wibautstraat 0-meting Wibautstraat 1-meting vaak soms zelden nooit Nieuwmarkt 0-meting Nieuwmarkt 1-meting totaal hotspot 2, 0-meting totaal hotspot 2, 1-meting % Zowel uit de rapportcijfers als uit de vraag naar de mate waarin men zich onveilig voelt blijkt dat er, gemiddeld genomen, een verbetering is opgetreden. Een uitzondering hierop is de Wibautstraat, waar het gemiddeld rapportcijfer juist iets gedaald is. Uit de Monitor Leefbaarheid en Veiligheid (MLV) blijkt dat het percentage dat zich soms of vaak onveilig voelt op de metrostations is gedaald van 51% in 2003 naar 47% in Het percentage dat zich in de metro onveilig voelt is ook gedaald: van 43% naar 40%. Bij de MLV is geen onderscheid gemaakt naar de veiligheid overdag en s avonds, maar het lijkt er op dat bij de vraag naar de gevoelens van veiligheid dat men zich vooral baseert op de gevoelens in de avonduren. Indien we de cijfers uit de MLV namelijk vergelijken met de cijfers uit het passantenonderzoek, waar wel een onderscheid is gemaakt, dan komen de percentages het meest overeen met de resultaten van de veiligheid in de avonduren. Op de stations van hotspot 2 voelt begin % zich soms of vaak onveilig. 17 Het gaat hier om alle metrostations van Amsterdam en niet specifiek de stations van hotspot 2. 45

46 1.2 Slachtofferschap Ondanks dat uit de vorige paragraaf is gebleken dat passanten zich niet onveiliger voelen, zijn de passanten vaker het slachtoffer geworden van de in tabel 1.4 genoemde incidenten. 18 Gemiddeld genomen geldt dat driekwart van de passanten aangeeft van geen enkel incident het slachtoffer te zijn geworden (75%). Kijken we naar de verschillende stations afzonderlijk dat blijkt dat dit het minst voor reizigers geldt bij de Wibautstraat: zij geven minder vaak dan de reizigers van de andere stations aan van geen enkel incident slachtoffer te zijn geworden (69%). Reizigers bij station Nieuwmarkt geven het meest aan geen slachtoffer te zijn geworden (78%). Evenals tijdens de 0-meting is men naar eigen zeggen het meest vaak slachtoffer geworden van agressief gedrag, begin dit jaar gaf 15% van de passanten aan slachtoffer te zijn geweest, eind 2005 gaf 20% dat aan. Bij de overige incidenten is het verschil tussen de 0-meting en 1-meting minder groot. Wel geldt overal dat men vaker aangeeft slachtoffer te zijn geworden. De verschillen tussen de 0-meting en 1-meting zijn echter niet overal statistisch significant. Alleen bij diefstal met geweld en agressief gedrag is sprake van een significante toename. De toename is vooral zichtbaar bij passanten die aangeven in de metro of zowel op het station als in de metro slachtoffer zijn geworden. Aangezien niet bekend is welk traject de passanten in de metro hebben afgelegd, kan niet worden geconcludeerd dat men vaker slachtoffer is geworden in de metro op het traject van hotspot 2. Tabel 1.4 Slachtofferschap bij hotspot 2, 0-meting en 1-meting 2005 (in procenten) nee ja, op dit station ja, in de metro ja, zowel op station als in de metro weet niet diefstal met geweld 0-meting meting bedreiging met lichamelijk geweld 0-meting meting diefstal zonder geweld 0-meting meting agressief gedrag 0-meting meting Ook in de Monitor Leefbaarheid en Veiligheid is ingegaan op slachtofferschap, alleen is de omschrijving ervan iets anders als in het passantenonderzoek. In de MLV wordt uitgegaan van criminaliteit en geweld en in het passantenonderzoek is dat net wat breder: diefstal met of zonder geweld, bedreiging en agressief gedrag. De MLV heeft uitgewezen 18 Het gaat hier om subjectieve gegevens (het oordeel van de passanten) en niet om objectieve gegevens (cijfers van de politie, bijvoorbeeld het aantal aangiften van diefstal). 46

47 dat het aandeel slachtoffers op metrostations is gedaald van 2% in 2003 tot 1% in In de metro is 2% wel eens slachtoffer geweest, zowel in 2003 als Het passantenonderzoek laat dus iets andere cijfers zien, maar dat kan worden verklaard door het verschil in vraagstelling. 1.3 Overlast De overlast die passanten ervaren in de verschillende stationsgebieden is voor heel hotspot 2 afgenomen. Zowel de overlast bij de afzonderlijke stations als het gemiddelde voor hotspot 2 is afgenomen. Figuur 1.5 geeft dit weer. Te zien is dat voornamelijk het percentage passanten dat zeer weinig overlast ervaart is toegenomen van 36% naar 42%. Figuur 1.5 Mate waarin passanten overlast ervaren bij de stations van hotspot 2, 0-meting en 1-meting % meting 1-meting zeer vaak vaak neutraal weinig zeer weinig weet niet Evenals tijdens de 0-meting blijkt ook nu dat er een verschil bestaat tussen de dagelijkse, wekelijkse en maandelijkse bezoekers. De bezoekers die vaker één van de stations bezoeken, ervaren meer overlast dan bezoekers die er minder vaak komen. De Monitor Leefbaarheid en Veiligheid gaat ook in op overlast in het openbaar vervoer. Wederom geldt echter dat de vraagstelling van de MLV ( Hoe vaak vindt u dat anderen u overlast bezorgen op metrostations? ) iets afwijkt van de vraagstelling van het passantenonderzoek ( Kunt u aangeven hoe vaak u in het algemeen overlast ondervindt (van andere mensen) in dit gebied? ). De MLV wijst uit dat in % overlast heeft ervaren op metrostations en 39% overlast heeft in de metro. Dit is opvallend meer dan uit het passantenonderzoek naar voren is gekomen. Een mogelijke verklaring is dat bij de MLV alle metrostations en metrolijnen worden betrokken, terwijl het in het passantenonderzoek alleen gaat op de stations van hotspot 2. 47

48 Figuur 1.6 Mate waarin passanten overlast ervaren bij de stations van hotspot 2, naar type bezoeker 0- meting en 1-meting 2005 dagelijks 0-meting dagelijks 1-meting wekelijks 0-meting wekelijks 1-meting (zeer) vaak neutraal (zeer) weinig incidenteel 0-meting* incidenteel 1-meting* % Noot: * Onder een incidentele bezoeker wordt verstaan iemand die de stations een paar keer per maand of minder bezoekt. Gevraagd is of passanten overlast ervaren van dronken mensen, bedelaars, dealers, junks, prostituees en rondhangende jongeren. In bijlage 6 staat voor ieder station de resultaten weergegeven voor zowel de 0-meting als de 1-meting. Gemiddeld genomen heeft 18% van de ondervraagden vaak overlast van junks. Alhoewel dit minder is dan tijdens de 0-meting, is het nog steeds de meest voorkomende vorm van overlast. Bij alle stations, behalve bij de Wibautstraat, is de overlast van junks afgenomen. Bij de Wibautstraat gaf tijdens de 0-meting 16% aan vaak overlast van junks te ervaren, tijdens de 1-meting is dat percentage gestegen naar 26%. Bij de Wibautstraat wordt dan ook de meeste overlast van junks ervaren. Bij de overige stations ervaart ongeveer 18% vaak overlast van junks. De overlast van jongeren is niet afgenomen ten opzichte van de 0-meting en staat op de tweede plaats van ervaren vormen van overlast. Gemiddeld heeft 16% vaak overlast van rondhangende jongeren. Deze overlast wordt niet bij alle stations even vaak ervaren. Bij station Amstel en Wibautstraat wordt de meeste overlast ervaren. Bij station Amstel is de overlast iets toegenomen ten opzichte van de 0-meting, bij de Wibautstraat is de overlast juist afgenomen. De overlast van bedelaars is afgenomen in vergelijking met de 0-meting. Had begin % van de ondervraagden vaak overlast van bedelaars, eind 2005 is dat gedaald naar 15%. Ook hier zijn verschillen tussen de stations aanwezig. Vooral bij station Amstel en Nieuwmarkt wordt vaak overlast ervaren van bedelaars. Bij alle stations is de overlast verminderd in vergelijking met de 0-meting. 48

49 De overlast van dronken mensen is gemiddeld genomen gelijk gebleven ten opzichte van de 0-meting. Wel geldt dat bij de Wibautstraat de overlast is toegenomen van 5% naar 11%. Bij station Wibautstraat is de overlast van dronken mensen het grootst. Ook de overlast van dealers is gemiddeld genomen niet veranderd. Opvalt dat zowel bij de Nieuwmarkt als de Wibautstraat de overlast is toegenomen. Wederom geldt dat de overlast het grootst is bij de Wibautstraat. Van prostituees wordt nauwelijks overlast ervaren. Het enige station waar vaak overlast wordt ervaren van prostituees is Waterlooplein. Het aandeel passanten dat vaak overlast ervaart is slechts 1%. Als we per station kijken naar de meest voorkomende vorm van overlast dan kunnen we het volgende concluderen 19 : Tabel 1.7 De twee meest voorkomende vormen van overlast bij de stations van hotspot 2, 1-meting Nieuwmarkt junks bedelaars Waterlooplein junks bedelaars Weesperplein junks rondhangende jongeren Wibautstraat junks rondhangende jongeren Amstel bedelaars junks Er is ook gekeken naar het type bezoeker en de mate waarin men overlast ervaart. Het blijkt dat dagelijkse bezoekers vaker overlast ervaren dan de niet dagelijkse bezoekers. Dit verschil is gevonden bij alle vormen van overlast. Ook het tijdstip is van belang. Overlast van bedelaars en junks wordt vooral ervaren door mensen die s ochtends vroeg en mensen die s avonds laat zijn ondervraagd. Overlast van dealers en rondhangende jongeren wordt vaker ervaren door mensen die s avonds zijn ondervraagd. Bij de overige vormen van overlast is geen verschil gevonden wat betreft het tijdstip van ondervraging. Ook is aan de passanten gevraagd of de mate waarin zij overlast hebben ervaren is toegenomen, afgenomen of gelijk gebleven. De helft van de passanten geeft aan dat de overlast gelijk is gebleven. Van de andere helft zegt een derde (35%) minder overlast te ervaren en 3% zegt meer overlast te ervaren. Elf procent van de passanten weet geen antwoord te geven op deze vraag. Passanten bij de verschillende stations hebben niet allemaal dezelfde mening. Zo zijn passanten bij station Nieuwmarkt het meest van mening dat ze minder overlast hebben ervaren (45%), passanten bij station Waterlooplein zijn het meest van mening dat er niets is veranderd (66%). Naast overlast in de omgeving van het station is gevraagd naar de ervaren overlast in de metro. Ook tijdens de 0-meting is hier naar gevraagd. De resultaten zullen voor alle stations tezamen worden besproken aangezien niet bekend is wat het meest afgelegde traject is van de passanten. Het blijkt dat overlast van rondhangende jongeren en junks ook de twee meest voorkomende voren van overlast in de metro zijn. Verder blijkt dat overlast van junks en dronken mensen wat vaker voorkomt tijdens de 1-meting. Bij de 19 Er is hierbij gekeken naar het percentage dat vaak en soms overlast ervaart. 49

50 overige vormen van overlast zijn er niet of nauwelijks verschillen met de 0-meting. Een overzicht van de resultaten is te vinden in bijlage 6. Of men al dan niet uit Amsterdam komt heeft geen invloed op de ervaren overlast. Wel is het zo dat frequente reizigers vaker overlast ervaren dan de minder frequente reizigers. De meeste passanten zijn van mening dat de overlast het afgelopen jaar niet is toe- of afgenomen (58%). Een kwart vindt wel dat de overlast is afgenomen (27%) en 5% vindt de overlast toegenomen. De overige 9% weet geen antwoord te geven. 1.4 Onderhoud Gemiddeld wordt het onderhoud in de stations van hotspot 2 met een 6,6 gewaardeerd. Dit komt overeen met de 0-meting (zie tabel 1.8). In tegenstelling tot de andere stations geldt bij station Wibautstraat dat het cijfer voor het onderhoud tijdens de 1-meting lager is dan tijdens de 0-meting. Begin 2005 beoordeelde men het onderhoud aldaar met een 6,7, eind 2005 is dat cijfer gedaald naar een 6,4. Bij de overige stations geldt dat het cijfer is gestegen of gelijk gebleven. Bij het Waterlooplein is de stijging het grootst: van een 6,1 naar een 6,4. Tabel 1.8 Rapportcijfers onderhoud hotspot 2, 0-meting en 1-meting meting 1-meting Amstel 6,7 6,7 Nieuwmarkt 6,5 6,7 Weesperplein 6,5 6,6 Wibautstraat 6,7 6,4 Waterlooplein 6,1 6,4 gemiddeld 6,5 6,6 1.5 Maatregelen In de loop van 2005 is een aantal maatregelen getroffen bij de verschillende stations van hotspot 2 om de veiligheid te verbeteren. Zo worden er meer kaartcontroles gehouden, wordt er meer gesurveilleerd, zijn er schoonmaakacties en geldt bij station Amstel een beperkte avondsluiting van bepaalde toegangen. Tijdens de 0-meting waren deze maatregelen nog niet van kracht. De 1-meting moet uitwijzen of het de bezoekers is opgevallen dat deze maatregelen zijn getroffen. 50

51 Figuur 1.9 Spontane en geholpen bekendheid met de getroffen maatregelen bij hotspot 2, 1-meting 2005 surveillances kaartcontrole cameratoezicht uitstapcontroles spontaan geholpen schoonmaakacties beperkte avondsluiting* betere verlichting % *Noot: de vraag naar de beperkte avondsluiting is alleen gesteld aan de passanten van station Amstel. Passanten zijn het meest bekend met surveillances en kaartcontroles, spontaan noemt respectievelijk 61% en 41% deze maatregelen. Nadat ook de mensen die deze maatregelen niet spontaan hebben genoemd wordt gevraagd of ze bekend zijn met deze maatregelen stijgt de bekendheid van beide maatregelen naar iets meer dan 80%. De overige maatregelen zijn minder bekend bij de passanten. Ook als men er naar gevraagd wordt (geholpen herinnering) geeft een gering deel van de passanten aan op de hoogte te zijn van de maatregelen. Betere verlichting wordt het minst spontaan genoemd door de passanten. Dit kan worden verklaard doordat ten tijde van het onderzoek alleen bij station Waterlooplein betere verlichting is aangebracht. Indien we de resultaten van de verschillende stations met elkaar vergelijken dan blijkt ook dat de geholpen bekendheid bij het Waterlooplein het grootst is. Echter, ook daar ziet niet iedereen dat er betere verlichting is aangebracht: een derde van de passanten geeft dit aan, tweederde van de passanten geeft aan dat dit hen niet is opgevallen. Niet bij alle stations worden de maatregelen even vaak genoemd. De spontane bekendheid van maatregelen verschilt per station. In de bijlage 6 staat de spontane bekendheid van de verschillende maatregelen per station weergegeven. Vervolgens is aan de passanten gevraagd in welke mate zij de maatregelen een bijdrage vinden leveren aan de veiligheid. Surveillances en betere verlichting helpen volgens de passanten het meest om de veiligheid te verbeteren. Ook kaartcontroles worden veel genoemd. Deze resultaten komen overeen met de 0-meting. In bijlage 6 staat per station weergegeven welk deel van de ondervraagden de genoemde maatregelen een bijdrage vindt leveren aan de veiligheid. 51

52 Het GVB en de politie worden het meest genoemd als surveillerende organisatie, zo geven de passanten die bekend zijn met de surveillances aan (zie tabel 1.10). Ook Securicor/Securitas wordt door ruim 20% genoemd. Niet alle passanten weten echter wie er surveilleert: een derde weet geen antwoord te geven. Tabel 1.10 Bekendheid surveillerende organisatie hotspot 2, 1-meting 2005 (meer antwoorden mogelijk, in procenten) GVB 34 politie 31 Securicor/Securitas 22 NS 4 Connexxion/Arriva 1 weet niet Verbeterpunten Aan de passanten van de verschillende stations is gevraagd wat er volgens verbeterd zou moeten worden bij het betreffende station. In totaal komt een kwart van de ondervraagden met verbeterpunten (27%). Per station zal worden gekeken wat volgens de bezoekers de belangrijkste verbeterpunten zijn. Alle genoemde antwoorden staan weergegeven in bijlage 6. Nieuwmarkt Van de 155 ondervraagden hebben er 41 verbeterpunten voor genoemd. Het meest genoemd is de sfeer/inrichting op het station. Zo mag het volgens de passanten fleuriger worden en er mag meer worden schoongemaakt. Daarnaast wordt ook door een aantal passanten opgemerkt dat er meer controles zouden mogen plaatsvinden, bijvoorbeeld s avonds in de metro of overdag op het station. Ook tijdens de 0-meting werden sfeer/inrichting en meer controles het meest genoemd als verbeterpunten. Waterlooplein Van de 150 ondervraagden bij station Waterlooplein hebben in totaal 38 personen verbeterpunten genoemd. Overeenkomstig met de 0-meting zijn het ook nu vooral de sfeer/inrichting en de controles die worden genoemd. Meer verlichting, meer kleur en veel meer beveiliging. Weesperplein Bij het Weesperplein wordt de sfeer ook vaak genoemd als verbeterpunt. Sommige passanten zouden graag meer winkels zien in het stationsgebied, anderen willen meer kleur of een muziekje. In totaal hebben 46 van 160 ondervraagde passanten verbeterpunten genoemd. Wibautstraat Volgens de passanten bij de Wibautstraat mag er meer worden gecontroleerd op het station. Een groot deel van de 42 ondervraagden die verbeterpunten hebben genoemd, geeft dat aan. Ook de sfeer is bij de Wibautstraat genoemd. Evenals bij de andere 52

53 stations wordt hier aangegeven dat er meer kleur zou mogen komen of meer winkels. Dit komt overeen met de 0-meting. Amstel Van de 320 ondervraagden geven 87 passanten verbeterpunten voor het station. De meeste verbeterpunten komen overeen met die van de andere stations. Zo wordt ook hier aangegeven dat er meer gesurveilleerd zou moeten worden. Daarnaast wordt gesproken over bepaalde plekken waar men zich niet veilig voelt, zoals de uitgang bij de Hoge School en wordt, evenals tijdens de 0-meting aangegeven dat er toiletten zouden mogen komen. 53

54 54

55 2 Politiecijfers Evenals bij hotspot 1 worden ook in dit hoofdstuk de cijfers van de politie naast de resultaten van de passantenonderzoeken gelegd om een zo volledig mogelijk beeld te krijgen van de veiligheid en om te kijken of het veiligheidsarrangement effect heeft gehad. Het gaat om cijfers van de regiopolitie Amsterdam-Amstelland en de dienst spoorwegpolitie KLPD Amsterdam. Achtereenvolgens worden de volgende onderwerpen behandeld aangiften, aanhoudingen, overlast en kleine overtredingen. Opgemerkt moet worden dat zowel de regiopolitie als de KLPD uitgaan van de veronderstelling opstapplaats is delictplaats. Hiermee moet rekening worden gehouden bij de interpretatie van de gerapporteerde cijfers in dit hoofdstuk. 2.1 Aangiften De politie houdt gegevens bij over het aantal aangiften. De gegevens zijn bekend voor verschillende soorten aangiften en alleen voor hotspot 2 in zijn geheel. Er wordt onderscheid gemaakt tussen aangiften op het gebied van zakkenrollerij, straatroof, geweldpleging tegen personen, bedreiging, diefstal en vandalisme/vernieling. In bijlage 7 staan de gegevens van 2004 en 2005 per maand en per type aangifte vermeld. In figuur 2.1 staan het totaal aantal aangiften in 2004 en 2005 weergegeven. Uit de figuur valt af te lezen dat sinds de invoering van het Veiligheidsarrangement in april 2005 het aantal aangiften alleen maar is toegenomen. Waren er in april 2005 in totaal 56 aangiften bij hotspot 2, in augustus 2005 is dit aantal gestegen naar 116. Een duidelijke verbetering is dan nog niet zichtbaar. Opvalt dat na de invoering van het Veiligheidsarrangement het aantal aangiften duidelijk lager ligt dan in het voorgaande jaar: ondanks dat er in de periode april-augustus 2005 een toename is van het aantal aangiften, is het totaal aantal aangiften in deze maanden lager dan het aantal aangiften in het jaar daarvoor. Dit verschil verdwijnt echter na een aantal maanden: in augustus en september is het aantal aangiften weer op het niveau van 2004 en in oktober en november is het aantal aangiften zelfs beduidend meer dan in Het gemiddeld aantal aangiften per maand over heel 2005 (72 per maand) ligt overigens iets lager dan in 2004 (80 per maand). Er kan worden gezegd dat ongeveer iedere 5 dagen iemand aangifte doet bij de stations van hotspot 2. Het lijkt er dus op dat, gemiddeld voor de verschillende stations van hotspot 2, er nog geen duidelijke verbetering is opgetreden. Aangezien gegevens per station ontbreken, kan niet worden achterhaald of er sprake is van een verslechtering of juist een verbetering op een bepaalde locatie. Het aantal aangiften is in de wintermaanden wat lager dan in de overige maanden. De piek in het aantal aangiften ligt in de zomerperiode. Evenals bij het Stationseiland kan ook hier geconcludeerd worden dat dit ten dele verklaard kan worden doordat er in de zomermaanden meer reizigers zijn (waaronder binnen- en buitenlandse toeristen). 55

56 Figuur 2.1 Totaal aantal aangiften per maand, 2004 en 2005 aantal (gemiddeld 80) 2005 (gemiddeld 72) jan feb mrt apr mei juni juli aug sept okt nov dec Bron: Regiopolitie Amsterdam-Amstelland en de dienst Spoorwegpolitie KLPD Amsterdam In zowel 2004 als 2005 hebben de twee meest voorkomende typen aangiften betrekking op zakkenrollerij en diefstal (zie figuur 2.2). Ten opzichte van 2004 is het aandeel aangiften van diefstal gestegen van 49% naar 57% en het aandeel aangiften van zakkenrollerij is gedaald van 36% naar 32%. Figuur 2.2 Totaal aantal aangiften per maand, naar soort, 2004 en zakkenrollerij straatroof geweldpleging tegen personen bedreiging diefstal 2005 vandalisme/vernieling % Bron: Regiopolitie Amsterdam-Amstelland en de dienst Spoorwegpolitie KLPD Amsterdam 56

57 2.2 Aanhoudingen De politie beschikt over cijfers van het aantal aanhoudingen bij de verschillende stations van hotspot 2. Hieronder vallen ook cijfers van de KLPD, deze cijfers zijn echter niet per station beschikbaar en zijn als aparte kolom opgenomen in de onderstaande tabellen. De cijfers hebben alleen betrekking op de maanden april tot en met september. Tabel 2.3 Aantal aanhoudingen per maand naar locatie, april-september 2004 Waterlooplein Weesperplein Wibautstraat KLPD totaal Amstel Nieuwmarkt januari februari maart april mei juni juli augustus september oktober november december totaal Bron: Regiopolitie Amsterdam-Amstelland en de dienst Spoorwegpolitie KLPD Amsterdam Tabel 2.4 Aantal aanhoudingen per maand naar locatie, april-september 2005 Waterlooplein Weesperplein Wibautstraat KLPD totaal Amstel Nieuwmarkt januari februari maart april mei juni juli augustus september oktober november december totaal Bron: Regiopolitie Amsterdam-Amstelland en de dienst Spoorwegpolitie KLPD Amsterdam In figuur 2.5 staat per locatie (over de periode april tot en met september 2004 en 2005) de procentuele toe- of afname van het aantal aanhoudingen weergegeven. Wat opvalt is dat de toename van het aantal aanhoudingen het grootst is bij de Wibautstraat. Uit het passantenonderzoek werd duidelijk dat de veiligheid daar ook minder positief werd beoordeeld. Deze toename in het aantal aanhoudingen kan een verklaring zijn voor het minder positieve oordeel over de veiligheid. Bij de Nieuwmarkt is procentueel gezien de meeste verbetering opgetreden. 57

58 Figuur 2.5 De procentuele toe- of afname van het aantal aanhoudingen per locatie, 2005 ten opzichte van 2004 Wibautstraat Amstel Waterlooplein Weesperplein Nieuwmarkt % Bron: Regiopolitie Amsterdam-Amstelland en de dienst Spoorwegpolitie KLPD Amsterdam 2.3 Overlast Delicten op het gebied van overlast hebben betrekking op verschillende vormen van overlast. Er zal alleen gekeken worden naar de overlastvormen die ook in hoofdstuk 1 aan de orde zijn geweest, te weten dronken mensen, bedelaars, dealers, junks, prostituees en rondhangende jongeren. De gegevens hebben betrekking op alle stations van hotspot 2 tezamen, gegevens over de verschillende stations zijn niet beschikbaar. De cijfers zijn afkomstig van de Regiopolitie Amsterdam-Amstelland. Uit figuur 2.6 valt af te lezen dat het aantal geregistreerde vormen van overlast in 2004 een dalende tendens heeft gekend. Op een tweetal momenten, in juni en oktober, is echter sprake geweest van een stijging. De dalende tendens van 2004 heeft zich in 2005 ook nog voortgezet. Nog voordat het veiligheidsarrangement in werking is getreden is het aantal geregistreerde vormen van overlast gedaald. Een echt effect van het arrangement is dan ook niet zichtbaar. Het gemiddeld aantal aangiften per maand is in 2005 (10 per maand) behoorlijk lager dan in 2004 (30 per maand). Ook valt op dat, evenals duidelijk werd bij het aantal aangiften, de geregistreerde overlast in augustus 2005 overeenkomt met augustus

59 Figuur 2.6 Geregistreerde overlast per maand, 2004 en 2005 aantal (gemiddeld 30) 2005 (gemiddeld 10) januari februari maart april mei juni juli augustus september oktober november december Noot: cijfers hebben alleen betrekking op overlast van dronken mensen, bedelaars, dealers, junks, prostituees en rondhangende jongeren. Bron: Regiopolitie Amsterdam-Amstelland Zowel in 2004 als in 2005 vinden de meeste overlastmeldingen plaats in februari, sprake van echte verschillen tussen de seizoen lijkt er niet te zijn. De meest voorkomende vorm van overlast is overlast van junks. Van de 114 overlastgevallen in 2005 hebben er 96 betrekking gehad op overlast van junks. Ook de passanten gaven aan het meest vaak overlast te ervaren van junks (paragraaf 1.3, hoofdstuk 1). Dit resultaat wordt dus onderbouwd door cijfers van de politie. Specifiek bij de Wibautstraat is (vanaf de zomer in 2005) meer inzet gepleegd op drugsoverlast. Cijfers van de politie hebben uitgewezen dat het aantal meldingen over drugsoverlast bij dit station vanaf de zomermaanden gedaald is, van ongeveer 80 meldingen per maand naar ongeveer 50 meldingen per maand. Aangezien er geen specifieke inzet is gepleegd bij de andere stations, kan voor deze stations geen dergelijk overzicht worden geleverd. Geconcludeerd mag worden dat, ondanks dat junks de meest voorkomende overlast vormen bij de verschillende stations, de extra inzet bij de Wibautstraat volgens deze cijfers van de politie effect lijkt te hebben. Uit hoofdstuk 1 werd echter duidelijk dat de overlast van junks bij Wibautstraat juist gestegen is. Een mogelijke verklaring is dat passanten bij hun oordeel over de overlast van junks de periode van voor de extra inzet betrekken. Voor de zomer lag het aantal meldingen nog op een hoger niveau en pas gedurende het jaar is de extra inzet gepleegd. 59

60 2.4 Kleine overtredingen Naast de genoemde zaken die inzicht geven in de veiligheid, zoals aangiften, aanhoudingen en overlast, houdt de politie ook een overzicht bij van alle kleine overtredingen. Deze overtredingen worden administratief afgedaan met een mini procesverbaal, en worden ook wel mini s genoemd. De meeste overtredingen doen zich voor bij station Nieuwmarkt. Bij station Amstel zijn de minste overtredingen. Een vergelijking tussen het gemiddeld aantal aangiften per maand in 2004 en 2005 laat zien dat er verbetering is opgetreden bij de Nieuwmarkt en dat bij de overige stations er meer overtredingen zijn geweest. Tabel 2.7 Aantal kleine overtredingen (mini s) per maand naar locatie, 2004 metrostation Amstel metrostation Nieuwmarkt metrostation Waterlooplein metrostation Weesperplein metrostation Wibautstraat januari februari maart april mei juni juli augustus september oktober november december totaal gem./ maand Bron: Regiopolitie Amsterdam-Amstelland en de dienst Spoorwegpolitie KLPD Amsterdam Tabel 2.8 Aantal kleine overtredingen (mini s) per maand naar locatie, 2005 metrostation Amstel metrostation Nieuwmarkt metrostation Waterlooplein metrostation Weesperplein metrostation Wibautstraat januari februari maart april mei juni juli augustus september oktober november december totaal gem./ maand Bron: Regiopolitie Amsterdam-Amstelland en de dienst Spoorwegpolitie KLPD Amsterdam 60

61 Dat het beter gaat bij de Nieuwmarkt en slechter bij Wibautstraat valt ook op indien we kijken naar het totaal aantal kleine overtredingen per station in 2004 en Procentueel gezien heeft er bij station Wibautstraat de grootste toename plaatsgevonden. Alleen bij station Nieuwmarkt is verbetering opgetreden. Desondanks is het aantal overtredingen in absolute zin, zowel in 2004 als in 2005, het grootst bij station Nieuwmarkt. Figuur 2.9 Procentueel verschil in totaal aantal kleine overtredingen naar locatie, 2004 en 2005 Wibautstraat Amstel Weesperplein Waterlooplein Nieuwmarkt % Bron: Regiopolitie Amsterdam-Amstelland en de dienst Spoorwegpolitie KLPD Amsterdam Bij het aantal kleine overtredingen is sprake van seizoensinvloeden (zie figuur 2.9). Het aantal kleine overtredingen is bij alle stations in de zomermaanden minder dan in de overige seizoenen. Dit staat lijnrecht tegenover de aangiften. Aangiften zijn echter niet afhankelijk van de inzet van de politie, de burger doet immers zelf aangifte. Het aantal aanhoudingen en overtredingen is wel afhankelijk van de inzet. Indien de politie in de zomermaanden minder inzet kan het aantal overtredingen lager uitvallen. 61

62 Figuur 2.10 Aantal overtredingen per maand naar locatie, 2005 aantal Nieuwmarkt Waterlooplein Weesperplein Amstel Wibautstraat 50 0 januari februari maart april mei juni juli augustus september oktober november december Bron: Regiopolitie Amsterdam-Amstelland en de dienst Spoorwegpolitie KLPD Amsterdam 2.5 Inzet De cijfers van de politie geven pas inzicht in de werkelijke situatie als gegevens over de inzet van de politie er naast gelegd worden. Een afname in het aantal aanhoudingen hoeft niet automatisch te betekenen dat het veiliger is geworden bij hotspot 2, het kan ook betekenen dat de politie minder intensief gesurveilleerd heeft. In dit rapport gaan we er vanuit dat bij gelijkblijvende inzet en een (bijvoorbeeld) dalend aantal aanhoudingen het beter gaat op het gebied van veiligheid. De inzet van de politie is tijdens de 1-meting op hetzelfde niveau als tijdens de 0-meting. Ten tijde van de 0-meting (begin 2005) is de inzet van de politie verhoogd, in de periode tussen de 0-meting en 1-meting is de inzet niet verder verhoogd. 20 Uit de voorgaande paragrafen werd duidelijk dat op verschillende punten er sprake is van verbetering. Aangezien de inzet van de politie op een gelijk niveau is gebleven mag worden geconcludeerd dat het veiliger is geworden: zo zijn er bijvoorbeeld minder aanhoudingen verricht met een gelijkblijvend aantal agenten/toezichthouders. 20 In bijlage 8 is een overzicht opgenomen met gegevens over de inzet van de politie bij zowel hotspot 1 als hotspot 2. 62

63 Bijlage 1 Vragenlijst hotspot 1 Goedemorgen/middag/avond, ik ben... van Mobiel Centre. In opdracht van de gemeente Amsterdam doen wij een onderzoek over het Stationseiland. Mag ik u daar een paar vragen over stellen? Het duurt niet langer dan 5 minuten. Het onderzoek gaat over de veiligheid in het Stationsgebied. Ik zal u even laten zien om welk gebied het precies gaat. INT laat kaart zien. Dit onderzoek staat los van de verbouwingen die momenteel in het gebied plaats vinden voor de Noord-Zuidlijn. WEIGERINGEN TURVEN ACHTERGROND/BEZOEKMOTIEF/FREQUENTIE 1. Komt u van buiten Amsterdam of reist u binnen de stad? 1: buiten Amsterdam 2: binnen Amsterdam 2. Welke vervoermiddelen gebruikt u (of heeft u gebruikt) tussen het vertrekpunt en uw plaats van bestemming? 1: trein 4: bus 7: lopend 9: weet niet, geen antwoord 2: tram 5: veer 8: taxi 3: metro 6: fiets 10: anders namelijk 3. Hoe vaak komt op dit station? Is dat. ( INT lees op) 1: dagelijks 2: paar keer per week 3: paar keer per maand 4: paar keer per jaar 5: vrijwel nooit (o.a. dagjesmensen) deze mensen niet de vragen over verandering 9: weet niet, geen antwoord VEILIGHEIDSGEVOELENS Ik wil u nu een aantal vragen stellen over de veiligheid in het gebied van dit station 4. Kunt u een rapportcijfer geven voor de veiligheid OVERDAG in dit gebied? (INT: 1 is het laagste, 10 is het hoogste, alleen hele cijfers).. 5. Voelt u zich hier OVERDAG vaak, soms, zelden of nooit onveilig? 1: vaak 3: zelden 5: kom er te weinig om dit te zeggen 2: soms 4: nooit 9: weet niet, wil niet zeggen 6. Kunt u een rapportcijfer geven voor de veiligheid S AVONDS of S NACHTS in dit gebied? (INT: 1 is het laagste, 10 is het hoogste, alleen hele cijfers) 1:... 2: ik kom hier nooit s avonds ga naar vraag 8 7. Voelt u zich hier S AVONDS of S NACHTS vaak, soms, zelden of nooit onveilig? 1: vaak 3: zelden 5: kom er te weinig om dit te zeggen 2: soms 4: nooit 9: weet niet, wil niet zeggen 63

64 INT.: niet vragen indien men zelden of nooit op het station komt! ( V3-5) 8. Als u terugkijkt naar hoe u deze plek het afgelopen jaar hebt ervaren, is het hier voor uw gevoel dan veiliger of minder veilig geworden, of is niets veranderd? 1: veiliger 2: minder veilig 3: niets veranderd 9: weet niet, wil niet zeggen De volgende vragen gaan over de veiligheid in de metro zelf, en dus niet op het station. 9. Voelt u zich OVERDAG wel eens onveilig in de Amsterdamse metro? 1: vaak 3: zelden 5: ik reis nauwelijks/nooit met de metro 2: soms 4: nooit 9: weet niet, wil niet zeggen 10. Voelt u zich S AVONDS of S NACHTS wel eens onveilig in de Amsterdamse metro? 1: vaak 3: zelden 5: ik reis nauwelijks/nooit met de metro 2: soms 4: nooit 9: weet niet, wil niet zeggen SLACHTOFFERSCHAP Nu wil ik u een aantal vragen stellen over incidenten die u de afgelopen maanden mogelijk op dit station meegemaakt hebt. En dus niet in de metro. 11. Ik noem u nu een aantal incidenten. Kunt u steeds aangeven of u de afgelopen 12 maanden slachtoffer bent geworden van deze incidenten op dit station? 1: diefstal zonder geweld (bijv zakkenrollerij) 5: iets anders namelijk 2: diefstal met geweld 3: agressief gedrag 6: nee 4: bedreiging met lichamelijk geweld 9: weet niet, geen antwoord OVERLAST Dan nu een paar vragen over overlast in dit gebied. Het gaat hier steeds om de vraag of u daadwerkelijk bent lastiggevallen. 12a. Kunt u aangeven hoe vaak u in het algemeen overlast ondervindt (van andere mensen) in dit gebied? 1: zeer vaak 3: niet vaak, maar ook niet weinig 5: zeer weinig 2: vaak 4: weinig 9: weet niet, geen antwoord 12b. Ik noem u een aantal verschillende vormen van overlast. Kunt u steeds aangeven of u overlast heeft ervaren en zo ja, hoe vaak u overlast heeft ervaren (is dit vaak, soms, zelden of nooit)? vaak soms zelden nooit weet niet, geen antw dronken mensen Bedelaars Dealers Junks Prostituees rondhangende jongeren INT.: niet vragen indien men zelden of nooit op het station komt! ( V3-5) 13. We hebben nu een aantal vormen van overlast besproken. Als u terugkijkt naar hoe u deze plek het afgelopen jaar hebt ervaren, heeft u dan voor uw gevoel meer of minder overlast ervaren? 1: meer overlast 2: minder overlast 3: hetzelfde gebleven 9: weet niet, wil niet zeggen 64

65 TOESTAND Dan nu een paar vragen over hoe de omgeving er hier uitziet. Ik wil u vragen om de verbouwing bij uw antwoorden buiten beschouwing te laten. INT.: aan iedereen stellen. 14. Als u kijkt naar het Centraal Station en de directe omgeving, welk rapportcijfer zou u dan geven voor het onderhoud van de ruimte? Met het onderhoud bedoel ik bijvoorbeeld het onderhoud van de verlichting en het schoonhouden van de ruimte. Cijfer... INT.: niet vragen indien men zelden of nooit op het station komt! ( V3-5) 15. Vindt u dat het onderhoud van de openbare ruimte er hier de afgelopen maanden op vooruit of achteruit is gegaan? 1: vooruit 2: achteruit 3: gelijk gebleven 9: weet niet, geen antwoord MAATREGELEN 16. In het afgelopen jaar zijn een aantal maatregelen genomen om ervoor te zorgen dat deze plek veiliger en schoner wordt. Kunt u een of meer van deze maatregelen noemen? (INT: niet voorlezen, meerdere antwoorden mogelijk) 1: surveillances 2: cameratoezicht in stationsgebouw 3: preventief fouilleren 4: schoonmaakacties 5: bewegwijzering 6: uitstapcontroles 7: betere verlichting 8: beperkte afsluiting stations (toegangen) in de avonduren 9: kaartcontrole 10: anders, namelijk 11: weet niet, geen antwoord Ik noem nu enkele van deze maatregelen. Kunt u steeds aangeven of de maatregel u opgevallen is en of de maatregel voor uw gevoel helpt om de veiligheid te verbeteren? INT.: niet vragen indien men zelden of nooit op het station komt! ( V3-5) 17. Er is meer toezicht gekomen in de vorm van surveillances door mensen in uniform. Is dit u opgevallen? 1: ja 2: nee naar v 19 9: weet niet naar v U heeft mensen in dit gebied zien surveilleren. Kunt u ook zeggen van welke organisatie deze mensen zijn? (INT meerdere antwoorden mogelijk) 1: nee 3: Nederlandse Spoorwegen 5: Connexxion 7: anders, namelijk.. 2: politie 4: GVB 6: Securicorps 65

66 19. INT: indien men zelden of nooit op het station komt V3-5 dan de vragen met een nummer ervoor overslaan. INT: de items die bij vraag 16 spontaan zijn genoemd mogen in onderstaand blok worden overgeslagen. De nummers corresponderen met de nummers van vraag 16 Ja Nee Weet niet Helpen surveillances voor uw gevoel om de veiligheid te verbeteren? Er is meer cameratoezicht gekomen in het stationsgebouw. Is dit u opgevallen? Helpt cameratoezicht voor uw gevoel om de veiligheid te verbeteren? Er is preventief gefouilleerd. Is dit u opgevallen Helpt preventief fouilleren voor uw gevoel om de veiligheid te verbeteren? Er zijn schoonmaakacties geweest. Is dit u opgevallen Helpen schoonmaakacties voor uw gevoel om de veiligheid te verbeteren? Er is bewegwijzering geplaatst in het Centraal Station. Is dit u opgevallen Helpt bewegwijzering voor uw gevoel om de veiligheid te verbeteren? Er zijn uitstapcontroles gehouden. Is dit u opgevallen Helpen uitstapcontroles voor uw gevoel om de veiligheid te verbeteren? Er zijn kaartcontroles gehouden. Is dit u opgevallen Helpen kaartcontroles voor uw gevoel om de veiligheid te verbeteren? In de avonduren zijn bepaalde stations(toegangen) afgesloten. Is dit u opgevallen Helpt het sluiten van stations(toegangen) voor uw gevoel om de veiligheid te verbeteren? 7. Er is betere verlichting aangebracht. Is dit u opgevallen Helpt betere verlichting voor uw gevoel om de veiligheid te verbeteren? INT.: aan iedereen stellen. 34. Dit waren mijn vragen. Is er nog iets dat u kwijt zou willen over dit onderwerp maar dat niet in mijn vragen naar voren is gekomen? 1: heeft last van verbouwing 2: anders, namelijk Weet u nog verbeterpunten voor het Stationsgebied? 1: nee, geen verbeterpunten 2: ja, namelijk.. Dit is het einde van de vragenlijst. Bedankt voor uw medewerking! 36. Noteer tijdstip (in halve uren) Noteer geslacht respondent 1: man 2: vrouw 39. Noteer locatie: 1: stationsplein bij trams 9: Fietsbrug bij IBIS hotel 2: stationsplein bij taxi s 10: Ruyterkade uitgang Westbuis (grote, met winkels) 3: stationsplein bij fietsflat / fietsenstalling 11: Ruyterkade uitgang Middenhuis (blauwwitte tegels, zonder winkels) 4:busplatform GVB 12: Ruyterkade uitgang Oostbuis (smalste buis) 5: busplatform Connexxion 13: Stations, op spoor. 6: Kamperbrug tussen platform Connexx/GVB 14: Stationsgebouw 7: Brug in verlengde Damrak 15: anders namelijk 8: Brug in verlengde Martelaarsgracht 66

67 Bijlage 2 Vragenlijst hotspot 2 Goedemorgen/middag/avond, ik ben... van Mobiel Centre. In opdracht van de gemeente Amsterdam doen wij een onderzoek naar dit gebied. Mag ik u daar een paar vragen over stellen? Het duurt niet langer dan 5 minuten. Het onderzoek gaat over de veiligheid in dit metrostation, ik bedoel hiermee niet alleen de perrons, maar het hele station. WEIGERINGEN TURVEN ACHTERGROND/BEZOEKMOTIEF/FREQUENTIE 1. Komt u van buiten Amsterdam of reist u binnen de stad? 1: buiten Amsterdam 2: binnen Amsterdam 2. Hoe vaak komt op dit metrostation? Is dat. ( INT lees op) 1: dagelijks 2: paar keer per week 3: paar keer per maand 4: paar keer per jaar 5: vrijwel nooit (o.a. dagjesmensen) deze mensen niet de vragen over verandering 9: weet niet, geen antwoord VEILIGHEIDSGEVOELENS Ik wil u nu een aantal vragen stellen over de veiligheid in dit metrostation (INT.: dus alleen het metrostation waar men op dat moment is). 3. Kunt u een rapportcijfer geven voor de veiligheid OVERDAG in dit station? (INT: 1 is het laagste, 10 is het hoogste, alleen hele cijfers).. 4. Voelt u zich hier OVERDAG vaak, soms, zelden of nooit onveilig? 1: vaak 3: zelden 5: kom er te weinig om dit te zeggen 2: soms 4: nooit 9: weet niet, wil niet zeggen 5. Kunt u een rapportcijfer geven voor de veiligheid S AVONDS of S NACHTS in dit station? (INT: 1 is het laagste, 10 is het hoogste, alleen hele cijfers) 1:... 2: ik kom hier nooit s avonds ga naar vraag 7 6. Voelt u zich hier S AVONDS of S NACHTS vaak, soms, zelden of nooit onveilig? 1: vaak 3: zelden 5: kom er te weinig om dit te zeggen 2: soms 4: nooit 9: weet niet, wil niet zeggen De volgende vragen gaan over de veiligheid in de metrotoestellen zelf, en dus niet op het station. 7. Voelt u zich OVERDAG wel eens onveilig in de Amsterdamse metro? 1: vaak 3: zelden 5: ik reis nauwelijks/nooit met de metro 2: soms 4: nooit 9: weet niet, wil niet zeggen 67

68 8. Voelt u zich S AVONDS of S NACHTS wel eens onveilig in de Amsterdamse metro? 1: vaak 3: zelden 5: ik reis nauwelijks/nooit met de metro 2: soms 4: nooit 9: weet niet, wil niet zeggen SLACHTOFFERSCHAP Nu wil ik u een aantal vragen stellen over incidenten die u de afgelopen maanden mogelijk op dit station of in de metro zelf meegemaakt heeft. 9. Ik noem u nu een aantal incidenten. Kunt u steeds aangeven of u de afgelopen 12 maanden slachtoffer bent geworden van deze incidenten op dit station, in de metro of zowel op dit station als in de metro? nee ja, op dit station ja, in de metro je, zowel op station als in de metro weet niet, geen antwoord diefstal zonder geweld (bijvoorbeeld zakkenrollerij) diefstal met geweld agressief gedrag Bedreiging met lichamelijk geweld OVERLAST Dan nu een paar vragen over overlast in dit gebied. Het gaat hier steeds om de vraag of u daadwerkelijk bent lastiggevallen. 10a. Kunt u aangeven hoe vaak u in het algemeen overlast ondervindt (van andere mensen) in dit gebied? 1: zeer vaak 3: niet vaak, maar ook niet weinig 5: zeer weinig 2: vaak 4: weinig 9: weet niet, geen antwoord 10b. Ik noem u een aantal verschillende vormen van overlast. Kunt u steeds aangeven of u overlast heeft ervaren en zo ja, hoe vaak u overlast heeft ervaren (is dit vaak, soms, zelden of nooit)? Het gaat iedere keer om overlast die op dit station heeft ervaren en overlast die u in de metro heeft ervaren. vaak soms zelden nooit weet niet, geen antwoord dronken mensen op dit station in de metro Bedelaars op dit station in de metro Dealers op dit station in de metro Junks op dit station in de metro prostituees op dit station in de metro rondhangende jongeren op dit station in de metro

69 INT.: niet vragen indien men zelden of nooit op het station komt! ( V2-5) 11. We hebben nu een aantal vormen van overlast besproken. Als u terugkijkt naar hoe u deze plek het afgelopen jaar hebt ervaren, heeft u dan voor uw gevoel meer of minder overlast ervaren in dit gebied? 1: meer overlast 2: minder overlast 3: hetzelfde gebleven 9: weet niet, wil niet zeggen INT.: niet vragen indien men zelden of nooit op het station komt! ( V2-5) 12. Als u terugkijkt naar hoe u deze plek het afgelopen jaar hebt ervaren, heeft u dan voor uw gevoel meer of minder overlast ervaren in de metro? 1: meer overlast 2: minder overlast 3: hetzelfde gebleven 9: weet niet, wil niet zeggen TOESTAND Dan nu een paar vragen over hoe de omgeving er hier uitziet. INT.: aan iedereen stellen. 13. Als u kijkt naar dit gebied en de directe omgeving, welk rapportcijfer zou u dan geven voor het onderhoud van de ruimte? Met het onderhoud bedoel ik bijvoorbeeld het onderhoud van de verlichting en het schoonhouden van de ruimte. Cijfer... INT.: niet vragen indien men zelden of nooit op het station komt! ( V2-5) 14. Vindt u dat het onderhoud van de openbare ruimte er hier de afgelopen maanden op vooruit of achteruit is gegaan? 1: vooruit 2: achteruit 3: gelijk gebleven 9: weet niet, geen antwoord MAATREGELEN INT.: niet vragen indien men zelden of nooit op het station komt! ( V2-5) 15. Op metrostations worden standaard maatregelen getroffen om het station veilig te houden. Kunt u een of meer van deze maatregelen noemen? 1: surveillances 5: betere verlichting 2: cameratoezicht in stationsgebouw 6: beperkte afsluiting stations in de avonduren 3: schoonmaakacties 7: kaartcontrole 4: uitstapcontroles 8: anders, namelijk 11: weet niet, geen antwoord Ik noem nu enkele van deze veiligheidsmaatregelen. Kunt u bij iedere maatregel aangeven of dit voor uw gevoel helpt om de veiligheid te verbeteren? INT.: niet vragen indien men zelden of nooit op het station komt! ( V2-5) 16. Er is meer toezicht gekomen in de vorm van surveillances door mensen in uniform. Is dit u opgevallen? 1: ja 2: nee naar v 18 9: weet niet naar v 18 69

70 17. U heeft mensen in dit gebied zien surveilleren. Kunt u ook zeggen van welke organisatie deze mensen zijn? (INT meerdere antwoorden mogelijk) 1: nee 2: politie 3: Nederlandse Spoorwegen 4: GVB 5: Connexxion 6: Securicor 7: anders, namelijk INT: indien men zelden of nooit op het station komt V2-5 dan de vragen met een nummer ervoor overslaan. INT: de items die bij vraag 15 spontaan zijn genoemd mogen in onderstaand blok worden overgeslagen. De nummers corresponderen met de nummers van vraag 15 Ja Nee Weet niet Helpen surveillances voor uw gevoel om de veiligheid te verbeteren? Er is meer cameratoezicht gekomen in het stationsgebouw. Is dit u opgevallen? Helpt cameratoezicht voor uw gevoel om de veiligheid te verbeteren? Helpt preventief fouilleren voor uw gevoel om de veiligheid te verbeteren? Er zijn schoonmaakacties geweest. Is dit u opgevallen Helpen schoonmaakacties voor uw gevoel om de veiligheid te verbeteren? Er zijn uitstapcontroles gehouden. Is dit u opgevallen Helpen uitstapcontroles voor uw gevoel om de veiligheid te verbeteren? Er zijn kaartcontroles gehouden. Is dit u opgevallen Helpen kaartcontroles voor uw gevoel om de veiligheid te verbeteren? ALLEEN STELLEN BIJ STATION AMSTEL!!!!! In de avonduren zijn bepaalde stations(toegangen) afgesloten. Is dit u opgevallen DEZE WEL AAN IEDEREEN STELLEN!!! Helpt het sluiten van stations(toegangen) voor uw gevoel om de veiligheid te verbeteren? 5. Er is betere verlichting aangebracht. Is dit u opgevallen Helpt betere verlichting voor uw gevoel om de veiligheid te verbeteren? INT.: aan iedereen stellen. 24. Weet u nog verbeterpunten voor dit metrostation? Dit is het einde van de vragenlijst. Bedankt voor uw medewerking! 25. Noteer metrostation 1: Nieuwmarkt 2: Waterlooplein 3: Weesperplein 4: Wibautstraat 5: Amstel 27. Noteer tijdstip (in halve uren) Noteer geslacht respondent 1: man 2: vrouw 25. Noteer locatie: 1: op platform 2: bij roltrap 3: ingang/uitgang metrostation 70

71 Bijlage 3 Betrouwbaarheid Bij het Stationseiland zijn in totaal 359 passanten ondervraagd. Bij de verschillende stations van hotspot 2 zijn in totaal 922 passanten ondervraagd, ongeveer 150 per metrostation en ongeveer 300 op het metro- en treinstation Amstel. In de tabel zijn de betrouwbaarheidsmarges voor verschillende aantallen respondenten aangegeven. De afwijkingsmarges gelden voor een normale verdeling en een betrouwbaarheid van 95%. Wat betekent dit? Wanneer men in een tabel een totaal van 400 respondenten waarneemt, van wie 25% ja zegt op de vraag "Bent u hiermee tevreden?", dan ligt dit percentage in 95% van de gevallen in werkelijkheid tussen 20,6% en 29,4%. Genoemde marges gelden bij benadering. Tabel 1 Betrouwbaarheidsmarges (in percentages) percentage in tabel 5% ja 10% ja 25% ja 50% ja respondenten 95% nee 90% nee 75% nee 50% nee 100 4,9 6,4 8,9 10, ,3 4,4 6,2 7, ,6 3,6 5 5, ,3 3,1 4, ,8 2,5 3,5 4,1 71

72 72

73 Bijlage 4 Aanvullende gegevens passantenonderzoek hotspot 1 Rapportcijfers veiligheid Stationseiland Tabel 1 Rapportcijfers veiligheidsgevoelens Stationseiland naar geslacht, tijdstip van ondervraging en bezoekfrequentie, 1-meting en 2-meting meting 2-meting 1-meting 2-meting overdag overdag s avonds/ s nachts s avonds/ s nachts mannen 7,5 7,5 6,6 6,8 vrouwen 7,2 7,4 6,2 6,5 s ochtends ondervraagd 7,4 7,4 6,4 6,6 s middags ondervraagd 7,0 7,4 6,0 6,6 s avonds ondervraagd 7,5 7,4 6,7 6,8 dagelijks - paar keer per week 7,5 7,5 6,5 6,6 paar keer per maand of minder 7,0 7,4 6,3 6,8 totaal 7,3 7,4 6,4 6,7 Maatregelen en veiligheid Tabel 2 Aandeel passanten dat de maatregelen een bijdrage vindt leveren aan de veiligheid, naar type bezoeker, 2-meting 2005 frequente bezoekers niet-frequente bezoekers bewegwijzering kaartcontroles Tabel 3 Aandeel passanten dat de maatregelen een bijdrage vindt leveren aan de veiligheid, naar tijdstip van ondervraging, 2-meting preventief fouilleren beperkte avondsluiting uitstapcontroles

74 Verbeterpunten Stationseiland De meest genoemde antwoorden zijn: schoner, beter verlicht (19 keer genoemd) meer surveilleren (9 keer genoemd) gezelliger (8 keer genoemd) meer voorzieningen (8 keer genoemd, o.a.: klokken, toiletten, kaartjesautomaten) bescherming tegen kou (2 keer genoemd) kritiek op NS: op tijd rijden, treintijden goed aangeven (7 keer genoemd) station is aan vernieuwing toe (5 keer genoemd) verbouwing snel afronden (2 keer genoemd) taxi standplaats is een rommeltje (2 keer genoemd) Onderstaande verbeterpunten werden ook genoemd: Alle tunnels verbeteren. Dat er meer uitgangen worden opengehouden/meer liften. Dat rokers niet bij de paal blijven staan. Eetgelegenheden blijven lang open. Er zijn geen liften en roltrappen bij gemaakt, misschien komt het nog. Goed dat jullie onderzoek doen. Ja, de looproutes zijn onveiliger geworden. Meetingpoint ipv trefpunt. Nee. Stationsgangen moeten tot later open blijven. Veel te veel jongeren overal. Vind het goed dat er voor het NS personeel helmen beschikbaar zijn i.v.m. verbouwing. Ik vind het er al aardig op vooruit gegaan. 74

75 Bijlage 5 Aanvullende gegevens politiecijfers hotspot 1 Aangiften Figuur 1 Totaal aantal aangiften naar soort, hotspot 1, zakkenrollerij bedreiging 2004 geweldpleging tegen personen straatroof vandalisme/vernieling 2005 overige vermogensdelicten %

76 76

77 Bijlage 6 Aanvullende gegevens passantenonderzoek hotspot 2 Rapportcijfers van verschillende groepen ondervraagden Figuur 1 Rapportcijfers voor de veiligheidsgevoelens in de avonduren bij de stations van hotspot 2, 2005 gemiddeld vrouw man

78 Overlast op het station Figuur 2 Overlast van junks bij hotspot 2, 0-meting en 1-meting 2005 (in procenten) Amstel 0-meting Amstel 1-meting Weesperplein 0-meting Weesperplein 1-meting Waterlooplein 0-meting Waterlooplein 1-meting Wibautstraat 0-meting Wibautstraat 1-meting vaak soms zelden nooit weet niet Nieuwmarkt 0-meting Nieuwmarkt 1-meting totaal hotspot 2, 0-meting totaal hotspot 2, 1-meting % Figuur 3 Overlast van rondhangende jongeren bij hotspot 2, 0-meting en 1-meting 2005 (in procenten) Amstel 0-meting Amstel 1-meting Weesperplein 0-meting Weesperplein 1-meting Waterlooplein 0-meting Waterlooplein 1-meting Wibautstraat 0-meting Wibautstraat 1-meting vaak soms zelden nooit weet niet Nieuwmarkt 0-meting Nieuwmarkt 1-meting totaal hotspot 2, 0-meting totaal hotspot 2, 1-meting % 78

79 Figuur 4 Overlast van bedelaars bij hotspot 2, 0-meting en 1-meting 2005 (in procenten) Amstel 0-meting Amstel 1-meting Weesperplein 0-meting Weesperplein 1-meting Waterlooplein 0-meting Waterlooplein 1-meting Wibautstraat 0-meting Wibautstraat 1-meting vaak soms zelden nooit weet niet Nieuwmarkt 0-meting Nieuwmarkt 1-meting totaal hotspot 2, 0-meting totaal hotspot 2, 1-meting % Figuur 5 Overlast van dronken mensen bij hotspot 2, 0-meting en 1-meting 2005 (in procenten) Amstel 0-meting Amstel 1-meting Weesperplein 0-meting Weesperplein 1-meting Waterlooplein 0-meting Waterlooplein 1-meting Wibautstraat 0-meting Wibautstraat 1-meting vaak soms zelden nooit weet niet Nieuwmarkt 0-meting Nieuwmarkt 1-meting totaal hotspot 2, 0-meting totaal hotspot 2, 1-meting % 79

80 Figuur 6 Overlast van dealers bij hotspot 2, 0-meting en 1-meting 2005 (in procenten) Amstel 0-meting Amstel 1-meting Weesperplein 0-meting Weesperplein 1-meting Waterlooplein 0-meting Waterlooplein 1-meting Wibautstraat 0-meting Wibautstraat 1-meting vaak soms zelden nooit weet niet Nieuwmarkt 0-meting Nieuwmarkt 1-meting totaal hotspot 2, 0-meting totaal hotspot 2, 1-meting % Figuur 7 Overlast van prostituees bij hotspot 2, 0-meting en 1-meting 2005 (in procenten) Amstel 0-meting Amstel 1-meting Weesperplein 0-meting Weesperplein 1-meting Waterlooplein 0-meting Waterlooplein 1-meting Wibautstraat 0-meting Wibautstraat 1-meting vaak soms zelden nooit weet niet Nieuwmarkt 0-meting Nieuwmarkt 1-meting totaal hotspot 2, 0-meting totaal hotspot 2, 1-meting % 80

81 Overlast in de metro Figuur 8 Ervaren overlast in de metro bij hotspot 2, 0-meting en 1-meting 2005 (in procenten) rondhangende jongeren 0-meting rondhangende jongeren 1-meting junks 0-meting junks 1-meting bedelaars 0-meting bedelaars 1-meting dronken mensen 0-meting dronken mensen 1-meting dealers 0-meting dealers 1-meting prostituees 0-meting prostituees 1-meting % vaak soms zelden nooit weet niet Maatregelen Tabel 9 Spontane bekendheid met de getroffen maatregelen bij de stations van hotspot 2, 1-meting 2005 Nieuwmarkt Waterlooplein Weesperplein Wibautstraat Amstel surveillances kaartcontrole cameratoezicht uitstapcontroles schoonmaakacties beperkte avondsluiting 6 betere verlichting Tabel 10 Aandeel passanten dat de maatregelen vindt bijdragen aan de veiligheid, 2005 (in procenten) Nieuwmarkt Waterlooplein Weesperplein Wibautstraat Amstel surveillances betere verlichting kaartcontrole cameratoezicht uitstapcontroles beperkte avondsluiting preventief fouilleren schoonmaakacties

82 Verbeterpunten voor hotspot 2 Station Nieuwmarkt De meest genoemde antwoorden zijn: Kleurrijker, vrolijker, moderner inrichten (9 keer genoemd) Meer controles op verschillende momenten van de dag/ in weekenden ( 7 keer genoemd) Beter schoonmaken (4 keer genoemd) Het is erg tochtig (2 keer genoemd) Rookzone invoeren (2 keer genoemd) Controleurs zouden minder dreigend over moeten komen (2 keer genoemd) Geen antwoord: metro kwam eraan (4 keer) Onderstaande verbeterpunten werden ook genoemd: De overlast van junks, die zouden ze moeten verwijderen. Ze verplaatsen het probleem alleen maar. De veiligheid gaat de goede kant op. Er zit vaak niemand achter het loket om een kaartje te kopen en de automaat pakt geen groot geld aan. Gezellig zo. Het is verbeterd in vergelijking met vorig jaar, meer toezicht. Ik voel me nooit echt onveilig, het is goed. Ook in de metro schoner en veiliger. Vind het in de ochtend enger dan in de avond. Ze zouden een WC moeten plaatsen. Zie ze gewoon dealen op de roltrap. Station Waterlooplein De meest genoemde antwoorden zijn: Beter schoonmaken (9 keer genoemd) Meer controle en meer spreiden over de dag en qua locatie (14 keer genoemd) Kleurrijker (3 keer genoemd) Rookzone invoeren (2 keer genoemd) Onderstaande verbeterpunten werden ook genoemd: De junks eruit schoppen. De toegangspoortjes moeten in werking gaan. Eigenlijk is gevoel voor overdag en 's avonds dezelfde maar het is gewoon het gevoel wat je hebt bij 's avonds terwijl je wel veel surveillances en controle van kaartjes etc. Ik ben heel tevreden. Kom hier nooit. Eerste indruk is goed! Mag wel nog meer verlichting. Metro's eerder stoppen met rijden in de avond. 82

83 Nieuwe metro. Om de 3 seconden een metro (net zoals in Parijs). Vind het wel goed. Vloer is lelijk. Wat minder hoekjes en plekjes waar mensen zich kunnen verschuilen. Ze mogen de Waterloopleinletters opnieuw schilderen. Station Weesperplein De meest genoemde antwoorden zijn: Beter schoonmaken (6 keer genoemd) Levendiger maken, opknappen meer voorzieningen zoals winkels (9 keer genoemd) Kleurrijker (7 keer genoemd) Meer controles (4 keer genoemd) Toegangspoortjes (3 keer genoemd) Muziek (2 keer genoemd) Onderstaande verbeterpunten werden ook genoemd: 's Avonds hang jongeren wegsturen. Dat de metro op tijd komt. Dat loket bij de roltrappen weer openen. De trap naar de Sarphatistraat Amstel wordt veel gedeald, daar moet meer gecontroleerd worden. Een loket ( aanspreekpunt ) ook 's avonds. Er staat veel gespuis, meer camera's zou fijn zijn. Geen dingen waar mensen achter kunnen schuilen. Meer licht in het trappenhuis. Minder dure kaartjes. Stempel automaat dichter bij de lift. Te veel ingangen, er zijn te veel ingangen te groot en daardoor onoverzichtelijk. Terroristen aanpakken, de kaartcontrole kijkt niet altijd goed, en meer uitstraling betere verantwoordelijke houding aannemen. Trappenhuizen beter bewaakt worden. Voor de keren dat ik met de metro ga, krijg in controle in de metro. Dat is goed, dat zou vaker moeten gebeuren. Station Wibautstraat De meest genoemde antwoorden zijn: Meer controles, op verschillende locaties en tijden (12 keer genoemd) Kleurrijker (9 keer genoemd) Meer verlichting (3 keer genoemd) Meer winkels (7 keer genoemd) Meer zitplekken (2 keer genoemd) Beter schoonmaken (3 keer genoemd) 83

84 Onderstaande verbeterpunten werden ook genoemd: De inrichting mag wel eens veranderd worden van mij. Gratis openbaar vervoer. Ik voel me veilig en de metro's komen op tijd. Junks gewoon weren. Laat jongeren eens wat leuks doen met dit station. Nee niks, het blijft een metrostation en helemaal veilig zal het nooit worden. Nu meer controle: dat is goed. Veel dealers op het station ondanks de controle komen ze toch op het perron. Wat gezelliger maken: winkels, bloemenstalletjes, zodat het drukker wordt. Wordt slordig omgegaan met krantenrommel op het perron, ze zouden een soort van bakje moeten neerzetten waar we het kwijt kunnen. Station Amstel De meest genoemde antwoorden zijn: Meer surveilleren (26 keer genoemd, o.a.: ook overdag, op verschillende plekken, vooral uitgang HVA) Beter schoonmaken (10 keer genoemd) Betere verlichting (8 keer genoemd, vooral bij de uitgang bij de fietsenstalling wordt verlichting gemist) Meer winkels (6 keer genoemd) Toiletten (5 keer genoemd) Kleurrijker (3 keer genoemd) Muziek (2 keer genoemd) Roltrappen sneller maken (2 keer genoemd) Rookpalen weghalen (2 keer genoemd) Onderstaande verbeterpunten werden ook genoemd: 's Avonds helemaal afsluiten het station, tegen junks en zwervers. Metrodoorgangen met poortjes Bij de metrostations: bij de kaartcontrole letten ze te weinig op de omgeving. Dat het warmer mag zijn. De draaideur naar de fietsenstalling is veel te klein. De hal is onpersoonlijk. 's Avonds is het heel erg verlaten. Te rustig, wil graag meer personeel aanwezig. De mensen weg sturen die hier niet horen, dat gebeurt nu nog te weinig. De uitgang bij de HvA is niet prettig. Duidelijke borden met aanwijzing waar ik de metro kan vinden. Dit is de 1e keer op dit station en ik heb moeten zoeken. Graag controle hebben op materiaal zoals ramen. Hangjongeren moeten harder aangepakt worden. Heel koud, alles is open. Ik vind het wel veilig en redelijk schoon hier op het station. Leuke bloembakken, controles mogen mensen ophalen van de trein niet in de weg staan. 84

85 Liever loketten met personeel, meer personeel aanwezig. Meer bloemenstallen, minder koud gevoel tussen 0900 en 1700 uur, minder commercieel, het is minder gezellig met de BurgerKing erbij. Meer doen aan het hangjongeren probleem. Meer veiligheid in de metro zelf. Naar de beneden gaande trap meer controle om criminelen tegen te gaan. Naar mijn idee als je die toegangen afsluit heb je minder mogelijkheid om te vluchten. Nee, maar ga zo door! Er loopt nog teveel gespuis rond. Nog meer camerabeveiliging. Ook 's nachts winkels open of ticket service voor sociale controle. Op het station ziet het er nog verouderd uit. 's Avonds te weinig personeel aanwezig. Ophouden met verbouwen, vooral overdag. Oude fietsen in de fietsenstalling meer opruimen, zo is er meer gelegenheid voor andere fietsen. Perrons beetje opknappen. Sneller dingen vernieuwen, meer verzorgd gevoel. Te druk, geen goede indeling. Meer verkooppunten strippenkaart, je kunt het alleen uit de automaat halen. Ze zijn op de goede weg, positief. 85

86 86

87 Bijlage 7 Aanvullende gegevens politiecijfers hotspot 2 Aangiften Tabel 1 Aangiften per maand en naar type, totaal hotspot 2, 2004 geweldpleging tegen zakkenrollerij straatroof personen bedreiging diefstal vandalisme/ vernieling januari februari maart april mei juni juli augustus september oktober november december totaal Tabel 2 Aangiften per maand en naar type, totaal hotspot 2, 2005 zakkenrollerij straatroof geweldpleging tegen personen bedreiging diefstal vandalisme/ vernieling januari februari maart april mei juni juli augustus september oktober november december totaal 87

88 88

89 Bijlage 8 Inzet politie Vast inzetrooster: Bron: Veiligheidsarrangement openbaar vervoer Amsterdam

90 Extra inspanningen uur: Bron: Veiligheidsarrangement openbaar vervoer Amsterdam

91 Extra inspanningen uur: Bron: Veiligheidsarrangement openbaar vervoer Amsterdam

92 Extra inspanningen uur: Bron: Veiligheidsarrangement openbaar vervoer Amsterdam

Straatintimidatie Amsterdam. Factsheet Onderzoek, Informatie en Statistiek

Straatintimidatie Amsterdam. Factsheet Onderzoek, Informatie en Statistiek Straatintimidatie Amsterdam Factsheet 201 Onderzoek, Informatie en Statistiek In opdracht van: Directie Openbare Orde en Veiligheid Projectnummer: 11 Beek, Eliza van der Smeets, Harry Bezoekadres: Oudezijds

Nadere informatie

Fact sheet. Veiligheidsmonitor Amsterdam-Amstelland Politie Eenheid Amsterdam. Veiligheidsbeleving buurt. nummer 4 februari 2013

Fact sheet. Veiligheidsmonitor Amsterdam-Amstelland Politie Eenheid Amsterdam. Veiligheidsbeleving buurt. nummer 4 februari 2013 Politie Eenheid Fact sheet nummer 4 februari 213 Veiligheidsmonitor -Amstelland 28-212 Deze fact sheet brengt de veiligheid in de regio -Amstelland tussen 28 en 212 in kaart. blijkt op verschillende indicatoren

Nadere informatie

Monitor Sociale Veiligheid Openbaar Vervoer

Monitor Sociale Veiligheid Openbaar Vervoer Monitor Sociale Veiligheid Openbaar Vervoer 2009 Projectnummer 9258 In opdracht van DIVV en de Bestuursdienst Nienke Laan MSc. drs. Josca Boers Oudezijds Voorburgwal 300 Postbus 658 1012 GL Amsterdam 1000

Nadere informatie

Veiligheid kernthema: maatschappelijk evenwicht & veiligheid

Veiligheid kernthema: maatschappelijk evenwicht & veiligheid Veiligheid kernthema: De criminaliteitscijfers en de slachtoffercijfers laten over het algemeen een positief beeld zien voor Utrecht in. Ook de aangiftebereidheid van Utrechters is relatief hoog (29%).

Nadere informatie

Samenvatting en conclusies

Samenvatting en conclusies Eval uat i e Camer at oezi cht Gouda Ei ndr appor t Samenvatting en conclusies De gemeente Gouda is begin 2004 een proef gestart met cameratoezicht in de openbare ruimte op diverse locaties in de gemeente.

Nadere informatie

trntrtrtr V td L O\'ERLASTMETINGEN IN DE GRAVII\TNESTEEG EN OMGEVING

trntrtrtr V td L O\'ERLASTMETINGEN IN DE GRAVII\TNESTEEG EN OMGEVING trntrtrtr V td L O\'ERLASTMETINGEN IN DE GRAVII\TNESTEEG EN OMGEVING : COLOFON St. INTRAVAL Postadres: Postbus 1781 9701 BT Groningen E-mail info@intraval.nl Kantoor Groningen: Kantoor Rotterdam: St. Jansstraat

Nadere informatie

Persbericht. Gevoelens van onveiligheid iets verminderd. Centraal Bureau voor de Statistiek

Persbericht. Gevoelens van onveiligheid iets verminderd. Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB12-015 1 maart 2012 9.30 uur Gevoelens van onveiligheid iets verminderd Minder Nederlanders voelen zich onveilig Slachtofferschap veel voorkomende criminaliteit

Nadere informatie

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011 Integrale Veiligheidsmonitor Wijkrapport Es Juli 202 Integrale Veiligheidsmonitor Wijkrapport Es Hoe leefbaar en veilig is de Es? Integrale Veiligheidsmonitor. Inleiding In heeft gemeente voor de tweede

Nadere informatie

Notitie Veiligheidsmonitor Amsterdam-Amstelland 2008-2011

Notitie Veiligheidsmonitor Amsterdam-Amstelland 2008-2011 Notitie Veiligheidsmonitor Amsterdam-Amstelland 28-211 Deze notitie brengt op basis van de Amsterdamse Veiligheidsmonitor de leefbaarheid en veiligheid in de regio Amsterdam-Amstelland tussen 28 en 211

Nadere informatie

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011 Integrale Veiligheidsmonitor Wijkrapport Juli 202 Integrale Veiligheidsmonitor Wijkrapport Hoe leefbaar en veilig is? Integrale Veiligheidsmonitor. Inleiding In heeft de gemeente voor de tweede keer deelgenomen

Nadere informatie

Veiligheidsmonitor Hengelo Wijkrapport Woolde Augustus 2010

Veiligheidsmonitor Hengelo Wijkrapport Woolde Augustus 2010 Veiligheidsmonitor Wijkrapport Augustus 2010 Wijkrapport Augustus 2010 Hoe leefbaar en veilig is Integrale Veiligheidsmonitor Inleiding Eind heeft de gemeente voor het eerst deelgenomen aan de Integrale

Nadere informatie

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011 Integrale Veiligheidsmonitor Buurtrapport Juli 202 Hoe leefbaar en veilig is de buurt? Integrale Veiligheidsmonitor. Inleiding In heeft gemeente voor de tweede keer deelgenomen aan de Integrale Veiligheidsmonitor.

Nadere informatie

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011 Integrale Veiligheidsmonitor Wijkrapport Juli 202 Hoe leefbaar en veilig is de? Integrale Veiligheidsmonitor. Inleiding In heeft gemeente voor de tweede keer deelgenomen aan de Integrale Veiligheidsmonitor.

Nadere informatie

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011 Integrale Veiligheidsmonitor Wijkrapport Juli 202 Hoe leefbaar en veilig is het? Integrale Veiligheidsmonitor. Inleiding In heeft de gemeente voor de tweede keer deelgenomen aan de Integrale Veiligheidsmonitor.

Nadere informatie

Resultaten gemeentebeleidsmonitor Veiligheid en leefbaarheid

Resultaten gemeentebeleidsmonitor Veiligheid en leefbaarheid Resultaten gemeentebeleidsmonitor 217 Veiligheid en leefbaarheid 1. Inleiding Om de twee jaar wordt er een onderzoek, de zogeheten gemeentebeleidsmonitor, uitgevoerd onder de inwoners naar verschillende

Nadere informatie

Persbericht. Criminaliteit nauwelijks gedaald. Centraal Bureau voor de Statistiek

Persbericht. Criminaliteit nauwelijks gedaald. Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB11018 1 maart 2011 9.30 uur Criminaliteit nauwelijks gedaald www.cbs.nl Lichte afname slachtoffers veel voorkomende criminaliteit Gevoelens van veiligheid

Nadere informatie

Hoe beoordelen Almeerders de leefbaarheid en veiligheid in hun buurt?

Hoe beoordelen Almeerders de leefbaarheid en veiligheid in hun buurt? VEILIGHEIDSMONITOR-WIJKPEILING ALMERE 2017 Hoe beoordelen Almeerders de leefbaarheid en veiligheid in hun buurt? 23 mei 2018 Meer weten over uw eigen wijk? Ga naar www.wijkmonitoralmere.nl 1. INTRODUCTIE

Nadere informatie

4.3 Veiligheidsbeleving

4.3 Veiligheidsbeleving 4.3 Veiligheidsbeleving Samenvatting: Het gevoel van veiligheid in het algemeen is sinds 2002 vrij constant. Iets meer dan één op de drie bewoners voelt zich vaak of soms onveilig. Het gevoel van onveiligheid

Nadere informatie

Straatintimidatie van vrouwen in Amsterdam

Straatintimidatie van vrouwen in Amsterdam Factsheet september 2016 Van ruim duizend ondervraagde Amsterdamse vrouwen geeft 59% aan het afgelopen jaar te zijn geconfronteerd met een of meer vormen van (seksuele) straatintimidatie, bijvoorbeeld

Nadere informatie

Bijna de helft van de geweldsmisdrijven wordt in de openbare ruimte gepleegd / foto: Inge van Mill.

Bijna de helft van de geweldsmisdrijven wordt in de openbare ruimte gepleegd / foto: Inge van Mill. Bijna de helft van de geweldsmisdrijven wordt in de openbare ruimte gepleegd / foto: Inge van Mill. secondant #2 april 2009 7 Geweldsdelicten tussen - Daling van geweld komt niet uit de verf Crimi-trends

Nadere informatie

Stadsmonitor. -thema Veiligheid-

Stadsmonitor. -thema Veiligheid- Stadsmonitor -thema Veiligheid- Modules Vermogensdelicten 2 Geweld 4 Vernieling en overlast 6 Verdachten 8 Onveiligheidsgevoelens 9 Preventie 11 Oordeel over functioneren politie en gemeente m.b.t. veiligheid

Nadere informatie

Veiligheidsmonitor Hengelo Wijkrapport Buitengebied Augustus 2010

Veiligheidsmonitor Hengelo Wijkrapport Buitengebied Augustus 2010 Veiligheidsmonitor Wijkrapport Augustus 2010 Wijkrapport Augustus 2010 Hoe leefbaar en veilig is het Integrale Veiligheidsmonitor Inleiding Eind heeft de gemeente voor het eerst deelgenomen aan de Integrale

Nadere informatie

Buurtenquête hostel Leidsche Maan

Buurtenquête hostel Leidsche Maan Buurtenquête hostel Leidsche Maan tussenmeting 2013 Onderzoek uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Utrecht (GG&GD) DIMENSUS beleidsonderzoek April 2013 Projectnummer 527 Inhoud Samenvatting 3 Inleiding

Nadere informatie

Gemeente Moerdijk. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 20 juni 2017

Gemeente Moerdijk. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 20 juni 2017 Gemeente Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2016 Onderzoeksrapportage 20 juni 2017 DATUM 20 juni 2017 Dimensus Beleidsonderzoek Wilhelminasingel 1a 4818 AA Breda info@dimensus.nl www.dimensus.nl (076) 515

Nadere informatie

Raadsinformatiebrief Nr. :

Raadsinformatiebrief Nr. : Raadsinformatiebrief Nr. : Reg.nr. : 12. 0642 B&W verg. : 12 juni 2012 Onderwerp: Evaluatie project Veilig Uitgaan 1) Status In het licht van de actieve informatieplicht informeren wij U over de stand

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB10-030 23 april 2010 9.30 uur Aantal slachtoffers criminaliteit stabiel, meer vandalisme Aantal ondervonden delicten stijgt door meer vandalisme Aantal

Nadere informatie

Veiligheidssituatie in s-hertogenbosch vergeleken Afdeling Onderzoek & Statistiek, juni 2014

Veiligheidssituatie in s-hertogenbosch vergeleken Afdeling Onderzoek & Statistiek, juni 2014 Veiligheidssituatie in s-hertogenbosch vergeleken Afdeling Onderzoek & Statistiek, juni 2014 Veiligheidssituatie steeds beter De veiligheidssituatie in s-hertogenbosch verbetert. Dit bleek al uit de Veiligheidsmonitor

Nadere informatie

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017 Gemeente Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2016 Onderzoeksrapportage 26 juni 2017 DATUM 26 juni 2017 Dimensus Beleidsonderzoek Wilhelminasingel 1a 4818 AA Breda info@dimensus.nl www.dimensus.nl (076) 515

Nadere informatie

Monitor Sociale Veiligheid Openbaar Vervoer

Monitor Sociale Veiligheid Openbaar Vervoer Monitor Sociale Veiligheid Openbaar Vervoer 2014 In opdracht van de Dienst Stadstoezicht (DST) en de Bestuursdienst (OOV) Projectnummer 14189 Nienke Laan Jolijn Broekhuizen Josca Boers Bezoekadres: Oudezijds

Nadere informatie

Evaluatie hinder bij wegwerkzaamheden

Evaluatie hinder bij wegwerkzaamheden Evaluatie hinder bij wegwerkzaamheden Projectnummer: 10203 In opdracht van: Dienst Infrastructuur, Verkeer en Vervoer drs. Merijn Heijnen dr. Willem Bosveld Oudezijds Voorburgwal 300 Postbus 658 1012 GL

Nadere informatie

5. CONCLUSIES. 5.1 Overlast

5. CONCLUSIES. 5.1 Overlast 5. CONCLUSIES In dit afsluitende hoofdstuk worden de belangrijkste conclusies besproken. Achtereenvolgens komen de overlast, de criminaliteit en de veiligheidsbeleving aan bod. Aan de 56 buurtbewoners

Nadere informatie

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015 Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015 Inleiding Chris M. Jager In mei en juni 2015 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) een groot aantal bedrijven benaderd met vragenlijsten. Doel

Nadere informatie

GEMEENTE OSS Resultaten op hoofdlijnen

GEMEENTE OSS Resultaten op hoofdlijnen GEMEENTE OSS Resultaten op hoofdlijnen RESULTATEN GEMEENTE OSS 2011 Soort onderzoek : Enquêteonderzoek bevolking 15+ Opdrachtgever : Stadsbeleid Maatschappelijke Ontwikkeling Opdrachtnemer : Team O&S,

Nadere informatie

De mening van de inwoners gepeild. Leefbaarheid 2015

De mening van de inwoners gepeild. Leefbaarheid 2015 LelyStadsGeLUIDEN De mening van de inwoners gepeild Leefbaarheid 2015 April 2016 Colofon Dit is een rapportage opgesteld door: Cluster Onderzoek en Statistiek team Staf, Beleid Te downloaden op www.lelystad.nl/onderzoek

Nadere informatie

Monitor Veiligheidsbeleid Groningen januari tot april 2019

Monitor Veiligheidsbeleid Groningen januari tot april 2019 Monitor Veiligheidsbeleid Groningen januari tot april 19 JUNI 19 Elke vier maanden verzamelt de afdeling Onderzoek, Informatie en Statistiek informatie over de stand van zaken op het gebied van veiligheid

Nadere informatie

Stadsmonitor. -thema Openbare Ruimte-

Stadsmonitor. -thema Openbare Ruimte- Stadsmonitor -thema Openbare Ruimte- Modules Samenvatting 1 Beeldkwaliteit stad 2 Beeld van openbare ruimte in buurt 4 Onderhoud openbare ruimte 10 Bronnen 19 Datum: februari 2016 Gemeente Nijmegen Onderzoek

Nadere informatie

Niet-reizigers over. en metro in Rotterdam

Niet-reizigers over. en metro in Rotterdam Niet-reizigers over veiligheid in e tram en metro in Rotterdam Een onderzoek uitgevoerd in het kader van de effectmeting 'personeelsprojecten sociale veiligheid RET' Amsterdam, februari 1995 Van Dijk,

Nadere informatie

Overlast park Lepelenburg

Overlast park Lepelenburg Overlast park Lepelenburg 1-meting oktober 2014 www.onderzoek.utrecht.nl Colofon Uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht Postbus 16200 3500 CE Utrecht 030 286 1350 onderzoek@utrecht.nl in opdracht

Nadere informatie

rapportage Producentenvertrouwen kwartaal 1. Deze resultaten zijn tevens gepubliceerd in de tussenrapportage economische barometer (5 juni 2002)

rapportage Producentenvertrouwen kwartaal 1. Deze resultaten zijn tevens gepubliceerd in de tussenrapportage economische barometer (5 juni 2002) Rapportage producentenvertrouwen oktober/november 2002 Inleiding In de eerste Economische Barometer van Breda heeft de Hogeschool Brabant voor de eerste keer de resultaten gepresenteerd van haar onderzoek

Nadere informatie

Kernrapport veiligheidsmonitor, benchmark (2017) Gemeente Leiden vergeleken met Nederland en Grotestedenbeleid G32. Leefbaarheid in de buurt

Kernrapport veiligheidsmonitor, benchmark (2017) Gemeente Leiden vergeleken met Nederland en Grotestedenbeleid G32. Leefbaarheid in de buurt Gemeente Leiden Nederland en Grotestedenbeleid G32 Kernrapport veiligheidsmonitor, benchmark (2017) Gemeente Leiden vergeleken met Nederland en Grotestedenbeleid G32 Leefbaarheid in de buurt Landelijke

Nadere informatie

Monitor Operatie Hartslag Heerlen Follow-up meting 2004

Monitor Operatie Hartslag Heerlen Follow-up meting 2004 Monitor Operatie Hartslag Heerlen Follow-up meting 2004 Bureau Onderzoek en Statistiek van de gemeente Heerlen Telefoon: 045 5604747 E-mail: o&s@heerlen.nl Heerlen, augustus 2004 Gegevens mogen worden

Nadere informatie

Ontwikkeling van misdrijven in Amersfoort 2003-2013

Ontwikkeling van misdrijven in Amersfoort 2003-2013 Ontwikkeling van misdrijven in Amersfoort 2003-2013 Gemeente Amersfoort Ben van de Burgwal januari 2014 In 2013 registreerde de politie voor Amersfoort 10.249 misdrijven. Het aantal misdrijven is sinds

Nadere informatie

B A S I S V O O R B E L E I D

B A S I S V O O R B E L E I D Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen mei - augustus 18 Elke vier maanden verzamelt de afdeling Onderzoek, Informatie en Statistiek informatie over de stand van zaken op het gebied van veiligheid

Nadere informatie

Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen mei - augustus 2018

Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen mei - augustus 2018 Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen mei - augustus 18 OKTOBER 18 Elke vier maanden verzamelt de afdeling Onderzoek, Informatie en Statistiek informatie over de stand van zaken op het gebied van

Nadere informatie

Leefbaarheid in de buurt

Leefbaarheid in de buurt 12345678 Leefbaarheid in de buurt Nu het oordeel van de Dordtenaren over hun woonkwaliteit, woonomgeving en de geboden voorzieningen in kaart is gebracht, zullen we in dit hoofdstuk gaan kijken hoe de

Nadere informatie

B A S I S V O O R B E L E I D

B A S I S V O O R B E L E I D Monitor Veiligheidsbeleid Groningen september tot december 18 JANUARI 19 Elke vier maanden verzamelt de afdeling Onderzoek, Informatie en Statistiek informatie over de stand van zaken op het gebied van

Nadere informatie

Kwaliteitsmeter Veilig Uitgaan

Kwaliteitsmeter Veilig Uitgaan Kwaliteitsmeter Veilig Uitgaan nulmeting Projectnummer 11067 In opdracht van stadsdeel Centrum Josca Boers Nienke Laan Emmie van Oirschot Oudezijds Voorburgwal 300 Postbus 658 1012 GL Amsterdam 1000 AR

Nadere informatie

Slachtoffers van woninginbraak

Slachtoffers van woninginbraak 1 Slachtoffers van woninginbraak Fact sheet juli 2015 Woninginbraak behoort tot High Impact Crime, wat wil zeggen dat het een grote impact heeft en slachtoffers persoonlijk raakt. In de regio Amsterdam-Amstelland

Nadere informatie

Resultaten andere onderwerpen bewonerspanel Oud-West 2005

Resultaten andere onderwerpen bewonerspanel Oud-West 2005 Resultaten andere onderwerpen bewonerspanel Oud-West 2005 Project: 4273 In opdracht van stadsdeel Oud-West drs. Karin Klein Wolt dr. Esther Jakobs Weesperstraat 79 Postbus 658 1018 VN Amsterdam 1000 AR

Nadere informatie

Fysieke leefomgeving I.B EELDKWALITEIT VAN DE STAD

Fysieke leefomgeving I.B EELDKWALITEIT VAN DE STAD Nijmegen is volgens veel Nijmegenaren een mooie en groene stad. Tweederde vindt Nijmegen bovendien een schone stad. Ook van buitenaf is er een gunstige indruk. Al enkele jaren oordelen bezoekers positief

Nadere informatie

Integrale veiligheid. resultaten burgerpanelonderzoek maart 2007

Integrale veiligheid. resultaten burgerpanelonderzoek maart 2007 Integrale veiligheid resultaten burgerpanelonderzoek maart 2007 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 1 1.1 Respons 1 2 Veiligheidsgevoelens 3 2.1 Gevoel van veiligheid in specifieke situaties 3 2.2 Verschillen onderzoeksgroepen

Nadere informatie

Veiligheid analyse Leerdam, ontwikkelingen tussen

Veiligheid analyse Leerdam, ontwikkelingen tussen Veiligheid analyse Leerdam, ontwikkelingen tussen 2010-2013 Leerdam November 2014 1 Inleiding De nota integraal Veiligheidbeleid Leerdam 2011-2014 loopt af. Omdat er ondertussen een nieuw college is dat

Nadere informatie

Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen september-december 2015

Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen september-december 2015 Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen september-december 215 Deze publicatie is uitgegeven door Onderzoek en Statistiek Groningen februari 216 In dit rapport worden politiestatistieken en resultaten

Nadere informatie

Project: 8216 In opdracht van Platform Amsterdam Samen

Project: 8216 In opdracht van Platform Amsterdam Samen Vervolgevaluatie Project: 8216 In opdracht van Platform Amsterdam Samen drs. Lonneke van Oirschot drs. Jeroen Slot dr. Esther Jakobs Weesperstraat 79 Postbus 658 1018 VN Amsterdam 1000 AR Amsterdam Telefoon

Nadere informatie

Sociale Veiligheid van de ov-reiziger

Sociale Veiligheid van de ov-reiziger Sociale Veiligheid van de ov-reiziger Reizigersmonitor 2007 2 Colofon Uitgave Kennisplatform Verkeer en Vervoer Postbus 1031 3000 BA Rotterdam Boompjes 200, 3011 XD Rotterdam KpVV Het Kennisplatform Verkeer

Nadere informatie

Stadswerven Zuid 2014 Een jaar na opening van het Energiehuis

Stadswerven Zuid 2014 Een jaar na opening van het Energiehuis Stadswerven Zuid Een jaar na opening van het Energiehuis Stadswerven Zuid is het tol van verschillende ontwikkelingen, met een gerenoveerd Energiehuis en de komst van een bioscoop met parkeergarage. In

Nadere informatie

Bezoekersstromen bij burgerzaken april 2003 t/m maart 2005

Bezoekersstromen bij burgerzaken april 2003 t/m maart 2005 Bezoekersstromen bij burgerzaken april 2003 t/m maart 2005 Effecten van nieuwe openings- en werktijden bij de gemeente s-hertogenbosch Deelonderzoek 1 O&S Juli 2005 Dit product is tot stand gekomen met

Nadere informatie

Evaluatie veilig uitgaan

Evaluatie veilig uitgaan Evaluatie veilig uitgaan Gemeente Amersfoort Dorien de Bruijn, Ben van de Burgwal 5 december 2014 Ruim 90% van het ondervraagde uitgaanspubliek voelt zich altijd of meestal veilig tijdens het uitgaan in

Nadere informatie

7,5 50,4 7,2. Gemeente Enkhuizen, Leefbaarheid. Overlast in de buurt Enkhuizen. Veiligheidsbeleving Enkhuizen

7,5 50,4 7,2. Gemeente Enkhuizen, Leefbaarheid. Overlast in de buurt Enkhuizen. Veiligheidsbeleving Enkhuizen Leefbaarheid 7,5 Leefbaarheid (rapportcijfer) : 7,5 Fysieke voorzieningen (score) Sociale cohesie in de buurt (score) Aanpak gemeente L&V (% (zeer) ) Gemeente, 2015 6,3 29,0 38,2 Overlast in de buurt %

Nadere informatie

SAMENVATTING Evaluatie Eindmeting Ontwikkelingen Saftlevenkwartier

SAMENVATTING Evaluatie Eindmeting Ontwikkelingen Saftlevenkwartier Eval uat i ecamer at oezi cht Rot t er dam Tussenr appor t age SAMENVATTING In juni 2000 zijn in Rotterdam camera s geplaatst op het Stadhuisplein en in het Saftlevenkwartier. De locatie voor cameratoezicht

Nadere informatie

Leefbaarheid en overlast in buurt

Leefbaarheid en overlast in buurt 2013 Leefbaarheid en overlast in buurt Gemeente (2013): Scherpenzeel vergeleken met Regionale eenheid Oost-Nederland Landelijke conclusies Leefbaarheid buurt Zeven op de tien Nederlanders vinden leefbaarheid

Nadere informatie

Samenvatting WijkWijzer 2017

Samenvatting WijkWijzer 2017 Samenvatting WijkWijzer 2017 Bevolking & wonen Inwoners Op 1 januari 2017 telt Utrecht 343.134 inwoners. Met 47.801 inwoners is Vleuten-De Meern de grootste wijk van Utrecht, gevolgd door de wijk Noordwest.

Nadere informatie

MONITOR TOEKOMSTSCENARIO S LELYSTAD Onderzoek & Statistiek Gemeente Lelystad

MONITOR TOEKOMSTSCENARIO S LELYSTAD Onderzoek & Statistiek Gemeente Lelystad MONITOR TOEKOMSTSCENARIO S LELYSTAD 2019 Onderzoek & Statistiek Gemeente Lelystad Juli 2019 Colofon Dit is een rapportage opgesteld door: Team Onderzoek en Statistiek Gemeente Lelystad Team O&S Postbus

Nadere informatie

MONITOR OVERLAST EN ONVEILIGHEID A-KWARTIER GRONINGEN

MONITOR OVERLAST EN ONVEILIGHEID A-KWARTIER GRONINGEN MONITOR OVERLAST EN ONVEILIGHEID A-KWARTIER GRONINGEN B. Bieleman R. Nijkamp J. Snippe R. Voogd MONITOR OVERLAST EN ONVEILIGHEID A-KWARTIER GRONINGEN Juli 213 INTRAVAL Groningen-Rotterdam INHOUDSOPGAVE

Nadere informatie

Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen sept-dec 2017

Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen sept-dec 2017 Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen sept-dec 7 Elke vier maanden verzamelen wij informatie over de stand van zaken op het gebied van veiligheid in de gemeente. Deze monitor bestaat uit drie onderdelen

Nadere informatie

Evaluatie Cameratoezicht Roterdam

Evaluatie Cameratoezicht Roterdam Evaluatie Cameratoezicht Roterdam SAMENVATTING EN CONCLUSIES In juni 2000 zijn in Rotterdam camera s geplaatst op het Stadhuisplein en in het Saftlevenkwartier. De locatie voor cameratoezicht in het Saftlevenkwartier

Nadere informatie

B A S I S V O O R B E L E I D

B A S I S V O O R B E L E I D Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen januari-april 18 Elke vier maanden verzamelen wij informatie over de stand van zaken op het gebied van veiligheid in de gemeente. Deze monitor bestaat uit drie

Nadere informatie

Sociale veiligheid van de ov-reizigers. Reizigersmonitor 2009

Sociale veiligheid van de ov-reizigers. Reizigersmonitor 2009 Sociale veiligheid van de ov-reizigers Reizigersmonitor 2009 Juli 2010 Sociale veiligheid van de ov-reizigers Reizigersmonitor 2009 Juli 2010 A1 Sociale veiligheid van de ov-reizigers Colofon Uitgave

Nadere informatie

WijkWijzer De tien Utrechtse wijken in cijfers.

WijkWijzer De tien Utrechtse wijken in cijfers. WijkWijzer 2011 De tien Utrechtse wijken in cijfers www.onderzoek.utrecht.nl Inleiding Voor u ligt de WijkWijzer 2011; een bron aan informatie over de tien Utrechtse wijken. Aan de hand van vijf belangrijke

Nadere informatie

Kernrapport veiligheidsmonitor, benchmark (2015)

Kernrapport veiligheidsmonitor, benchmark (2015) Gemeente (2015) Castricum Noord-Holland-Noord, Nederland Kernrapport veiligheidsmonitor, benchmark (2015) Gemeente (2015) Castricum vergeleken met Politieregio Noord-Holland-Noord en Nederland Leefbaarheid

Nadere informatie

Monitor Leefbaarheid en Veiligheid 2013 Samenvatting

Monitor Leefbaarheid en Veiligheid 2013 Samenvatting Monitor Leefbaarheid en Veiligheid 2013 Samenvatting Gemeente Amersfoort Ben van de Burgwal, Dorien de Bruijn 23 mei 2014 Vanaf 1997 is de Amersfoortse Stadspeiling elke twee jaar voor een belangrijk deel

Nadere informatie

Tabellen Veiligheidsmonitor 2008 Leiden

Tabellen Veiligheidsmonitor 2008 Leiden Veiligheidsmonitor 2008, gemeente 1 Tabellen Veiligheidsmonitor 2008 In deze bijlage worden de uitkomsten van de monitor weergegeven in tabellen. Van de volgende gebieden worden cijfers gepresenteerd:

Nadere informatie

Wijktoets Aandachtswijk Gesworen Hoek 2016 Analyse

Wijktoets Aandachtswijk Gesworen Hoek 2016 Analyse Wijktoets Aandachtswijk Gesworen Hoek 21 Analyse Figuur 1: subwijken Gesworen Hoek Inleiding Met ingang van 214 voeren we 1 keer per 2 jaar de wijktoets uit in de gemeente Tilburg. De wijktoets is een

Nadere informatie

Reizen op de MerwedeLingelijn 2014

Reizen op de MerwedeLingelijn 2014 Reizen op de MerwedeLingelijn 2014 Ervaren veiligheid en overlast en klanttevredenheid In het voorjaar van 2014 heeft het Onderzoekcentrum Drechtsteden in opdracht van het Platform Sociale Veiligheid onderzocht

Nadere informatie

Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 2014

Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 2014 Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 214 Willemstad, Maart 214 Inleiding In juni 214 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) de bedrijven benaderd met vragenlijsten op Curaçao. Doel van deze

Nadere informatie

Resultaten Conjuntuurenquête jaar 2015

Resultaten Conjuntuurenquête jaar 2015 Resultaten Conjuntuurenquête jaar 2015 Willemstad, Mei 2016 Inhoudsopgave Inleiding... 2 Methodologie... 3 Resultaten conjunctuurenquête... 3 Concluderende opmerkingen... 17 1 CBS Curaçao mei 2016 Inleiding

Nadere informatie

Korenmarkt D66. Arnhem. Rapportage bezoekersonderzoek

Korenmarkt D66. Arnhem. Rapportage bezoekersonderzoek Korenmarkt 2014 2 D66 Arnhem Rapportage bezoekersonderzoek Korenmarkt 2014 1 > Inleiding De Korenmarkt en omgeving is al jaren een punt van zorg bij zowel de Arnhemse politiek als bij ondernemers en bezoekers.

Nadere informatie

Resultaten Conjunctuurenquete 2014

Resultaten Conjunctuurenquete 2014 Willemstad, april 15 Inhoud Inleiding... 2 Methodologie... 2 Resultaten conjunctuurenquête... 3 Investeringsbelemmeringen en bevorderingen...3 Concurrentiepositie...5 Vertrouwen in de economie...5 Vertrouwen

Nadere informatie

Drie jaar Taskforce Overlast

Drie jaar Taskforce Overlast Drie jaar Taskforce Overlast Duidelijke afname van ervaren overlast Centrum en Sinds 2010 werkt de gemeente Dordrecht met de Taskforce Overlast in de openbare ruimte aan het terugdringen van de overlast

Nadere informatie

Rapportage derde meting (december 2011)

Rapportage derde meting (december 2011) Rapportage derde meting (december 2011) Rapportage Opdrachtgever: Auteur: Simon van den Bighelaar Van den Bighelaar & Honig Onderzoeksbureau i.o.v. Gemeente Maastricht - Onderzoek & Statistiek Drs. Paul

Nadere informatie

Hoe veilig voelen Almeerders zich? Veiligheidsmonitor 2011

Hoe veilig voelen Almeerders zich? Veiligheidsmonitor 2011 Maart Hoe veilig voelen Almeerders zich? Veiligheidsmonitor Hoe gaat het met de leefbaarheid in? Hoe heeft het oordeel van bewoners over leefbaarheid & veiligheid zich ontwikkeld? Telefoonnummer: 14036

Nadere informatie

Kernrapport Veiligheidsmonitor ( ) Gemeente Leiden. Leefbaarheid in buurt

Kernrapport Veiligheidsmonitor ( ) Gemeente Leiden. Leefbaarheid in buurt Kernrapport Veiligheidsmonitor (2013-2017) Gemeente Leiden Leefbaarheid in buurt Inleiding In dit hoofdstuk staat het thema leefbaarheid in de woonbuurt centraal. Eerst komt aan de orde hoe Nederlanders

Nadere informatie

[Geef tekst op] Monitor Sociale Veiligheid openbaar vervoer. Onderzoek, Informatie en Statistiek

[Geef tekst op] Monitor Sociale Veiligheid openbaar vervoer. Onderzoek, Informatie en Statistiek [Geef tekst op] - Monitor Sociale Veiligheid openbaar vervoer 2018 Onderzoek, Informatie en Statistiek In opdracht van RVE Handhaving en Toezicht en de directie Openbare Orde en Veiligheid van Bestuur

Nadere informatie

Voel je thuis op straat!

Voel je thuis op straat! Voel je thuis op straat! 0-meting onder kinderen, jongeren en volwassenen in Bergen op Zoom Centrum Ron van Wonderen Nanne Boonstra Utrecht, september 2007 Verwey- Jonker Instituut 1 Samenvatting en conclusies

Nadere informatie

Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen januari-april 2018

Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen januari-april 2018 Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen januari-april 18 Elke vier maanden verzamelen wij informatie over de stand van zaken op het gebied van veiligheid in de gemeente. Deze monitor bestaat uit drie

Nadere informatie

Fietsen in Groningen 2017

Fietsen in Groningen 2017 veel respon Fietsen in Groningen 2017 Kübra Ozisik April 2017 www.os-groningen.nl BASIS VOOR BELEID Inhoud Inhoud... 1 1. Inleiding... 2 2. Fietsen in Groningen 2017... 3 2.1 Respons en achtergrond...

Nadere informatie

Inventarisatie overlast uitgaanscentrum Vlaardingen

Inventarisatie overlast uitgaanscentrum Vlaardingen Inventarisatie overlast uitgaanscentrum Vlaardingen J. Snippe A. Beelen B. Bieleman COLOFON St. INTRAVAL Postadres: Postbus 1781 9701 BT Groningen E-mail info@intraval.nl www.intraval.nl Kantoor Groningen:

Nadere informatie

Hondenbeleid Deventer Eindmeting

Hondenbeleid Deventer Eindmeting Hondenbeleid Deventer Eindmeting Januari 2011 Uitgave : Team Kennis en Verkenning Naam : Jasper Baks Telefoonnummer : 694229 Mail : jr.baks@deventer.nl Strategische Ontwikkeling 1 Inhoud Algemene samenvatting

Nadere informatie

Taskforce Overlast Ervaren overlast in het Centrum en Crabbehof-Noord 2011

Taskforce Overlast Ervaren overlast in het Centrum en Crabbehof-Noord 2011 Taskforce Overlast Ervaren overlast in het Centrum en Crabbehof-Noord 2011 Eén van de prioriteiten van de gemeente is het aanpakken van overlast, onder andere van verslaafde dak- en thuislozen. Het uiteindelijke

Nadere informatie

Fiets in de metro. Martijn Epskamp. Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) maart In opdracht van de Stadsregio

Fiets in de metro. Martijn Epskamp. Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) maart In opdracht van de Stadsregio Fiets in de metro Fiets in de metro Martijn Epskamp Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) maart 2008 In opdracht van de Stadsregio Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) Auteur: Martijn Epskamp

Nadere informatie

Rapport Kwaliteit Openbare Ruimte Amsterdam Oud Zuid

Rapport Kwaliteit Openbare Ruimte Amsterdam Oud Zuid Rapport Kwaliteit Openbare Ruimte Amsterdam Oud Zuid Projectnummer 3116 Opdrachtgever stadsdeel Amsterdam Oud Zuid Amsterdam, juli 2003 drs. Karin Klein Wolt drs. Cathelijne Hermans O+S, het Amsterdamse

Nadere informatie

Resultaten Conjuntuurenquete 2018

Resultaten Conjuntuurenquete 2018 Resultaten Conjuntuurenquete 2018 Datum, maart 2019 Inleiding In november en december 2018 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) ruim 500 bedrijven benaderd. Doel van deze enquête is om op reguliere

Nadere informatie

Samenvatting. Bezoekersonderzoek Magisch Maastricht 2016

Samenvatting. Bezoekersonderzoek Magisch Maastricht 2016 Samenvatting Bezoekersonderzoek Magisch Maastricht 2016 0 Korte Samenvatting 0.1 Waardering door bezoekers De beleving van Magisch Maastricht 2016 wordt door de ondervraagde bezoekers positief gewaardeerd;

Nadere informatie

Ons kenmerk L110/05.23786. Aantal bijlagen

Ons kenmerk L110/05.23786. Aantal bijlagen Aan de gemeenteraad van Nijmegen Korte Nieuwstraat 6 6511 PP Nijmegen Telefoon (024) 329 90 00 Telefax (024) 329 29 81 E-mail gemeente@nijmegen.nl Postadres Postbus 9105 6500 HG Nijmegen Datum 6-9-05 Datum

Nadere informatie

Veiligheidsmonitor 2011 Gemeente Woerden

Veiligheidsmonitor 2011 Gemeente Woerden Veiligheidsmonitor 20 Gemeente Woerden Onderzoek uitgevoerd in opdracht van Gemeente Woerden DIMENSUS beleidsonderzoek April 202 Projectnummer 475 Samenvatting 3 Inleiding. Leefbaarheid van de buurt 3.

Nadere informatie

Veiligheidstrends in Leiden

Veiligheidstrends in Leiden Veiligheidstrends in Leiden 25 214 Inleiding BOA (Beleidsonderzoek en Analyse) maakt jaarlijks een uitgave Veiligheid in cijfers. Hierin worden de belangrijkste trends en cijfers weergegeven. De analyse

Nadere informatie

Cliëntervaringsonderzoek Wmo 2016

Cliëntervaringsonderzoek Wmo 2016 Cliëntervaringsonderzoek Wmo 2016 Afdeling: Maatschappelijke ontwikkeling Auteur : Nick Elshof Datum: 04-08-2017 Inhoudsopgave Inleiding... 3 Samenvatting... 4 Algemene informatie geleverde ondersteuning...

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek

Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB09-024 31 maart 2009 9.30 uur Veiligheidsgevoel maakt pas op de plaats Aantal slachtoffers veel voorkomende criminaliteit verder gedaald Gevoel van veiligheid

Nadere informatie

rapportage op wijkniveau

rapportage op wijkniveau appendix bij Veiligheidsmonitor 2009 Veiligheidsmonitor 2009 rapportage op wijkniveau Het veiligheidsbeeld in en eerder van tien Goudse wijken: Binnenstad Nieuwe Park Korte Akkeren Bloemendaal Plaswijck

Nadere informatie

[Geef tekst op] Monitor Sociale Veiligheid openbaar vervoer. Onderzoek, Informatie en Statistiek

[Geef tekst op] Monitor Sociale Veiligheid openbaar vervoer. Onderzoek, Informatie en Statistiek [Geef tekst op] - Monitor Sociale Veiligheid openbaar vervoer 2017 Onderzoek, Informatie en Statistiek In opdracht van RVE Handhaving en Toezicht en de directie Openbare orde en veiligheid van Bestuur

Nadere informatie