Rapportage mid term review 2012



Vergelijkbare documenten
. naturalis. nederlands centrum voor biodiversiteit. leiden. plantpathogenen, onderdeel van biodiversiteit? kennis en innovatie in breed perspectief

N e d e r l a n d s c e n t r u m v o o r. Naturalis, Zoölogisch Museum Amsterdam en Nationaal Herbarium Nederland bundelen hun krachten

IN ZES STAPPEN MVO IMPLEMENTEREN IN UW KWALITEITSSYSTEEM

Verbinden van wetenschap en samenleving. NWO-strategie

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Vraagstelling fundamentele vragen

BELEIDSPLAN. Brederodestraat VG Amsterdam Nederland. info@stichtingopen.nl Rabobank: NL44RABO

Bent u. duurzaamheid. al de baas?

Adviesraad voor wetenschap, technologie en innovatie DURVEN DELEN OP WEG NAAR EEN TOEGANKELIJKE WETENSCHAP

Directeur onderzoeksinstituut

Onderzoeksopzet. Armoedebeleid

Programma 9. Bestuur

VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR

Plan van aanpak voor een tussentijdse evaluatie beleidsplan Sociaal Domein

Kwaliteitszorg met behulp van het INK-model.

Zin en betekenis van (kennis)valorisatie belicht en toegelicht (av)

Samenvatting. Verkenning Prioriteiten e Justitie

Functieprofiel: Manager Functiecode: 0202

De voorzitter van de commissie Wolbert. Adjunct-griffier van de commissie Arends

Toekomstplan. 12 februari Versie 1.1. Retail & Leisure Academy

Digitale cultuur als continuüm

Verslag Visitatiecommissie Informatieveiligheid

Instroom 1. Inclusie. Uitstroom. Doorstroom. Universiteit Utrecht 1

Samenvatting. Samenvatting 9

Het kader voor de evaluatie van de regeling Cultuureducatie met Kwaliteit

Operationeel Programma EFRO Noord-Nederland

Evaluatie National Contact Point-werking van het Vlaams Contactpunt Kaderprogramma

Totaalbeeld rekenkameronderzoek naar de positie van de raad bij kaderstelling, sturing en controle van grote projecten Overkoepelende rapportage

Subsidiebesteding wetenschappelijk onderzoek

Nota inzake Economic Development Board

Samenvatting. Omschrijving OGGz

In algemene zin is dit al wel vastgelegd in het Beleidsplan Sociaal Domein, maar het is nog niet expliciet voor de kernteams gedaan.

1 Visie op de webpresentatie

Met het nieuwe welzijnsbeleid werkt de gemeente Tiel vanuit de volgende uitgangspunten:

Maatschappelijke Ondersteuning Meerjarenprogramma Van Beschermd wonen naar wonen met begeleiding op maat

Tilburg University 2020 Toekomstbeeld. College van Bestuur, april 2013

Governance en Business Intelligence

Geleerde lessen van zes pilotprojecten Eindrapport Regie in de Cloud -project werkpakket 3

Netwerk Digitaal Erfgoed / Werkgroep Monitoring Vragenlijst aan NDE-projecten 2013/2014

Strategische Personeelsplanning. Basisdocument

Samen sterk in het sociaal domein

Innovatiebudget Sociaal Domein gemeente Arnhem

Rekenkamercommissie Oostzaan

De Netwerkvitaliteitsmeter Een korte toelichting op het meten van de netwerkvitaliteit

CALL FOR PROPOSALS. Die initiatieven versterken we met geld. Wij helpen ideeën te realiseren met financiële ondersteuning tot ,- per project.

7) Kwaliteit van het openbaar bestuur

Concretere eisen om te (kunnen) voldoen aan relevante wet- en regelgeving zijn specifiek benoemd

We zien een datagedreven wereld vol kansen. Toepassingscentrum voor big data oplossingen

Kader notitie Academische werkplaats

Visiedocument Expertisenetwerk Kinder- en Jeugdpsychiatrie (EKJP)

Toelichting Kom Verder aanvraag Voor implementatie van ondersteunde zelfzorg

Verbinden van Duurzame Steden

Samenkomst gezamenlijke Medezeggenschapsraden STAIJ

Derde voortgangsrapportage van de voortgangscommissie Curaçao aan het Ministerieel Overleg. Januari 2012 t/m maart 2012

Voortgangsrapportage fusie. Klankbordgroep november 2013

Aan de voorzitter van de Staten de heer drs. P.F.T. Croes L.G. Smith Boulevard 72 Aruba

Raadsvoorstel. Geachte raad,

De gekantelde Wmo-verordening

Checklist. Informatievoorziening. Grote Projecten

Stuurgroep Nieuw Hydepark

Evaluatie paragraaf Personeelsbeleid uit Collegeprogramma

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, 25 maart 2008 Nummer voorstel: 2008/30

NATIONALE COALITIE DIGITALE DUURZAAMHEID BEGINSELVERKLARING. CONCEPT 4 juni 2007 DE UITDAGING

Onderzoeksplan doeltreffendheid en doelmatigheid 2018

Functieprofiel Innovatiemanager Provincie Zuid-Holland

Functieprofiel: Projectleider Functiecode: 0302

Samenvatting. Aanleiding en adviesvraag

Naam: Draaiboek decentrale implementatie PAUW en Tridion

Profiel NWO. Lid raad van bestuur tevens domeinvoorzitter Sociale en Geesteswetenschappen

Nederlands Muziek Instituut en Haags Gemeentearchief

Evaluatie stichting Afvalfonds

Werkwijze Cogo abcdefgh. Cogo publicatienr Ad Graafland Paul Schepers. 3 maart Rijkswaterstaat

Startnotitie Digitaal Platform voor presentatie van het beste en mooiste van de Vlaams-Nederlandse culturele samenwerking

Binnen het bestek van deze doelstelling is een specifieke actie van de lidstaten en de Commissie voorzien om gezamenlijk:

PLANNING EN EVALUATIE Bijlage F.3 alleen voor onderzoekers in opleiding (oio's)

Zorgondersteuningsfonds Oproep kortdurende praktijkgerelateerde onderzoeken Programma Onderzoeken in de Praktijk Vastgesteld, 19 september 2016

1. De opbrengsten van de aanbevelingen van de commissie Bruijn

Naturalis Society Samen richting geven aan een duurzame toekomst

Dutch Interview Protocols Vraagstellingen voor interviews

DIRECTEUR BELEID EN STRATEGIE

MVI Verklaring Leverancier - Alliander

VAN PLAN NAAR PROJECT

Projectplan Monitor bevordering arbeidsparticipatie ( )

Doel. Context VSNU UFO/INDELINGSINSTRUMENT FUNCTIEFAMILIE MANAGEMENT & BESTUURSONDERSTEUNING DIRECTEUR BEDRIJFSVOERING VERSIE 3 APRIL 2017

Verbonden Partijen. 7 mei Postbus KA ROOSENDAAL.

FUNCTIEFAMILIE 5.3 Projectmanagement

Regeling Lokale Netwerken

Wij stellen de volgende data voor de oplevering van de planning en controlproducten 2010:

Innovatiebudget Sociaal Domein regio Arnhem

Burgerparticipatie en de rol van de gemeenteraad

Planning & Control. Inleiding. Inhoudsopgave

WAARDEN BEWUST ONDERNEMEN

SOCIAL INFORMATION SYSTEM

Kaderbrief 2018: Sterker in dialoog

Begroting 2012 en 2013 Meta-data Monitor streefdoelen wetenschap

FES NCB Naturalis. Zelfevaluatie

ONDERZOEK GEBIEDSGERICHT WERKEN

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Woonbeleid Vergelijking resultaten Kempengemeenten

Samenvatting. Adviesaanvraag

Transcriptie:

Nederlands Centrum voor Biodiversiteit Naturalis Investeringsproject NCB: een onderzoeksfaciliteit op het gebied van biodiversiteit Rapportage mid term review 2012 Den Haag/Leiden, 22 augustus 2012 1

Inhoud Voorwoord... 3 1. Samenvatting... 4 2. Onderwerp en aanpak... 7 2.1. Het project... 7 2.2. De Mid Term Review... 8 3. Bevindingen algemeen... 10 3.1. Operationele doelstellingen... 10 3.2. Strategische doelstellingen... 15 3.3. Impact op publieksfunctie... 19 3.4. Financiën... 20 3.5. Relatie universiteiten en NCB Naturalis... 21 3.6. Interne succesfactoren... 23 4. Bevindingen naar aanleiding van de vraagstelling... 26 4.1. Projectdocumentatie, referentieprojecten... 26 4.2. Status ten opzichte van planningen... 26 4.3. Projectinrichting en -beheersing... 28 4.4. Risico s en kansen... 32 4.5. Baten en rendement... 34 Bijlage 1 Werkzaamheden van de commissie... 37 Bijlage 2 De commissie: samenstelling en Disclosure verklaringen... 39 Bijlage 3 Projectbeschrijving... 42 Doelstellingen... 42 Geldstromen... 43 Opzet, mijlpalen- en uitgavenplanningen... 44 Uitvoering... 49 Context... 50 2

Voorwoord Eind december 2009 is aan NCB Naturalis een bijdrage groot 30 miljoen euro uit het Fonds Economische Structuurversterking toegekend. Met dit bedrag is NCB Naturalis in staat gesteld te investeren in de integratie van een aantal grote natuurhistorische collecties, collectiegegevens te digitaliseren en te publiceren en - bij enkele onderdelen samen met partners - laboratoria in te richten. Op verzoek van het Ministerie van OCW hebben wij als leden van de Mid Term Review Commissie de stand van zaken per het midden van dit investeringsproject geëvalueerd. In dit rapport gaan wij nader in op onze bevindingen: zowel op het ondertussen behaalde succes als op een aantal kanttekeningen daarbij. Wij hebben gewerkt op basis van een vraagstelling die is geaccordeerd door het Ministerie van OCW. De beantwoording laten wij voorafgaan door een algemene analyse van doelstellingen en realiteit. Daarin besteden wij veel aandacht aan de context waarbinnen het project wordt uitgevoerd en in het bijzonder aan de samenwerking met de drie universiteiten, die zich immers medeverantwoordelijk hebben gemaakt voor het welslagen van het project. Wij geven in het verlengde van onze bestandsopname enkele adviezen. NCB Naturalis voert het project uit in een omgeving van organisaties en partijen waarin weinig afgedwongen kan worden. Het uiteindelijke succes van het FES-investeringsproject is afhankelijk van het blijvend delen van de ambitie en recht doen aan eerdere afspraken, en dat niet alleen door NCB Naturalis zelf. Onze conclusies en aanbevelingen moeten ook in dit licht worden bezien. In de bijlagen hebben we delen opgenomen van de projectbeschrijving die NCB Naturalis heeft geleverd. Daarnaast hebben we in de bijlagen de nodige gegevens verschaft over onze opdracht en de uitgevoerde activiteiten. Van ieder van de leden is bovendien een disclosure statement opgenomen. Wij hebben voor ons onderzoek een fors beroep gedaan op de geledingen van de organisatie: het management voorop, maar ook onderzoekers, projectpersoneel in de digitalisering, laboranten en anderen. Zij hebben ons alle gewenste informatie verschaft, waarvoor wij hun erkentelijk zijn. Onze dank gaat ook aan de externe belanghebbenden, die welwillend tijd ter beschikking hebben gesteld om ons, soms heel gedetailleerd, te informeren over hun zienswijze op het investeringsproject en de betekenis daarvan voor de eigen organisatie. Den Haag/Leiden, 22 augustus 2012 dr Peter Tindemans, voorzitter drs Charlotte van Rappard prof dr Jan van Groenendael prof dr Wim van Vierssen mr Joost Kuiper 3

1. Samenvatting Het FES-investeringsproject beoogt, in operationele termen, integratie van collecties van het Zoologisch Museum Amsterdam en de twee vestigingen van het Nationaal Herbarium Nederland met die van NCB Naturalis, de grootschalige digitalisatie van collectiegegevens en de opbouw van laboratoriumvoorzieningen. Wij hebben als Mid Term Review commissie halverwege de looptijd van het project de stand opgenomen. Onze belangrijkste bevindingen zijn als volgt. De integratie van collecties lijkt een exemplarisch succes te gaan worden. Een onderdeel daarvan is dat nu al. De verhuizing van de collectie van het Zoologisch Museum Amsterdam, één van de grootste in Nederland uitgevoerde museale verhuisprojecten ooit, is praktisch zonder schade en in goede samenwerking uitgevoerd en zal tot structurele kostenbesparingen leiden. De manier waarop collectiegegevens worden gedigitaliseerd trekt internationaal de aandacht. Er is een indrukwekkende projectorganisatie opgebouwd, met aandacht voor verankering van de expertise na afloop van het project. De productie van data ligt ondertussen goed op schema. Dat geldt ook voor de productie van zgn. DNA Barcodes in de laboratoria die met inzet van FES-middelen zijn ingericht: zowel bij NCB Naturalis zelf als bij het Centraalbureau voor Schimmelcultures van de KNAW, dat een groot aandeel in de barcodering heeft. Ook de meeste overige laboratoriumcomponenten worden nu volgens schema gerealiseerd. De geldstromen die met dit alles gemoeid zijn, worden doelmatig beheerd waardoor adequate verantwoording mogelijk is. De bij aanvang vooruit ontvangen middelen, voor zover nog niet binnen het project besteed, staan integraal ter beschikking voor de vervolgfasen. Bij deze gerealiseerde en aanstaande successen maakt de commissie wel enkele kanttekeningen. Collectie-integratie Voor enkele Amsterdamse deelcollecties zijn bijzondere beheermaatregelen nodig, voordat ze als werkelijk geïntegreerd kunnen gelden. Ten tijde van de planvorming was NCB Naturalis onvoldoende op de hoogte van risico s in verband met vervuiling van de universitaire collecties, waarvoor nu urgente actie nodig is. Digitalisering De gedigitaliseerde collectiedata zijn nog niet gepubliceerd. Bij de prioriteitstelling wordt te weinig top down gestuurd op relevantie binnen onderzoek, vraagstukken rond ecosysteemdiensten en de economische betekenis van biodiversiteit, met speciale aandacht voor de Nederlandse biodiversiteit. Laboratoriumontwikkeling De geïnstalleerde laboratoriumcomponenten worden nog te weinig intensief gebruikt. Inrichting van het collectieregistratiesysteem loopt achter bij de productie van labresultaten, waardoor te weinig de link kan worden gelegd tussen geproduceerde DNA-gegevens en de collectieobjecten waaruit het DNA afkomstig is. Verder is vertraging ontstaan in de totstandkoming van een nationale geologische onderzoeksfaciliteit in Utrecht, waaraan ook NCB Naturalis, met inzet van middelen uit het FES, zou deelnemen. 4

Met de toekenning van middelen uit het FES heeft de Nederlandse overheid beoogd binnen Nederland het collectiegerelateerde biodiversiteitonderzoek op mondiaal niveau te brengen en daardoor maatschappelijke baten te realiseren. Die rendementsdoelstelling is alleen haalbaar als in de in- en externe context aan een aantal voorwaarden is voldaan. De commissie heeft het dan ook tot haar taak gerekend om die context te onderzoeken. Dat onderzoek heeft tot de volgende bevindingen geleid. Een positieve constatering is dat bijna drie jaar na het investeringsbesluit het belang van de investering door de geraadpleegde externe partijen zonder enig voorbehoud wordt onderschreven. De overheidsbeslissing om middelen uit het FES beschikbaar te stellen is mede gebaseerd op afspraken die drie universiteiten en NCB Naturalis over en weer hebben gemaakt. Deze universiteiten dragen daardoor medeverantwoordelijkheid voor het welslagen van het project. Sommige van die afspraken zijn in het verloop van het proces door wisselende partijen wel erg minimalistisch geïnterpreteerd. Mede daardoor zijn ze nog steeds niet geëffectueerd. Een FES-bijdrage is impulsfinanciering. Dat betekent dat dit project weliswaar aangejaagd wordt door de ontvangen bijdrage uit het FES, maar dat de verduurzaming van het resultaat een belangrijke doelstellig moet zijn. Er is een taakstellende meerjarenraming waarin een geruststellend financieel vervolg geschetst wordt, maar een concreet ondernemingsplan is nodig. Onderzoekers worden nog onvoldoende aangesproken op wat de NCB-ontwikkeling voor hun persoonlijke inzet betekent en hoe zij aan de doelstellingen kunnen bijdragen. NCB Naturalis zou effectiever moeten worden in zijn profilering, ook internationaal, en nog moeten groeien in het organisatorisch vermogen. Het gekozen onderzoekgebied is immers alleen door intensieve samenwerking verder tot bloei te brengen. Een aantal instituten met een legitiem belang bij de keuzen die binnen NCB Naturalis voor de collectiedigitalisatie, DNA Barcoding en onderzoeksprogrammering worden gemaakt, rapporteert nog te weinig de mogelijkheid te hebben om over die keuzen effectief het gesprek te voeren. Een en ander leidt tot de volgende adviezen, in hoofdzaak gericht aan NCB Naturalis zelf maar voor een deel ook aan de partneruniversiteiten. Kom de gemaakte afspraken over overdracht van collecties en werkgeverschap en middelen en over de inrichting van een academische werkplaats na en zie daarbij af van een al te minimalistische interpretatie van die afspraken. Draag daarmee, zoals afgesproken, medeverantwoordelijkheid voor het project en wees daar in- en extern ook duidelijk over. Spreek individuele onderzoekers aan op de bijdrage die zij moeten leveren aan het succes van het investeringsproject. Accepteer hierbij geen vrijblijvendheid. Voer met de partijen die daar een legitiem belang bij hebben het overleg op de geëigende niveaus over prioriteiten en kwaliteitsdoelstellingen in de collectieontsluiting, collectiedigitalisering en DNA Barcoding. Zorg dus snel voor mechanismen voor vaststelling van prioriteiten en kwaliteitsniveaus, ook al zou dat enigermate ten koste gaan van de kwantiteit van de productie. 5

Draag de zeer grote potentie van NCB Naturalis veel systematischer uit, ook internationaal, en neem de organisatie daarin mee. Dat vergt een heldere opvatting over de unieke positie van NCB Naturalis. Daartoe zijn keuzen nodig; NCB Naturalis kan niet alles zelf en zal sommige terreinen nadrukkelijk in samenwerking met sterkere groepen elders in Nederland moeten zien te bewerken. Zorg ervoor dat deze groepen de meerwaarde zien en een open attitude en effectieve samenwerking bespeuren. Koppel de uitvoering van het investeringsproject aan een strak ondernemingsplan. Werk een verdienmodel uit waarbinnen het projectresultaat te zijner tijd geaccommodeerd kan worden. Zorg voor versnelde invoering van collectieregistratiesysteem om te kunnen waarborgen dat met voldoende betrouwbaarheid en duurzaamheid de link tussen barcode en collectiespecimen kan worden gedocumenteerd. De punten staan min of meer in tijdsvolgorde. Ze zijn alle cruciaal voor het welslagen van het FESinvesteringsproject. 6

2. Onderwerp en aanpak 2.1. Het project Dit rapport betreft de uitvoering van een investeringsproject dat in hoofdzaak wordt gefinancierd met middelen voor kennisinfrastructuur die daartoe in het verleden uit het Fonds Economische Structuurversterking (verder: FES) beschikbaar werden gesteld. Het project is begin 2009 gestart met de vrijgave van middelen voor een aantal initiële investeringen op basis van een beperkt projectbudget, vooruitlopend op de beslissing over een aangevraagde bijdrage uit het FES. De aanvraag is na budgettaire bijstellingen in september 2009 goedgekeurd, waarna eind 2009 de middelen uit het FES beschikbaar werden gesteld voor de uitvoering van het projectplan NCB Naturalis, een onderzoeksfaciliteit op het gebied van de biodiversiteit (16.11.2009). Dit plan voorzag in een projectbudget ad 35,3 miljoen euro, waarvan 30,0 miljoen euro gedekt uit de FESbijdrage en 5,3 miljoen euro uit een structurele subsidie die het Ministerie van OCW met ingang van 2008 jaarlijks aan NCB Naturalis ter beschikking stelt voor wetenschap en collectiebeheer. Voor een onderdeel van het project, de zgn. DNA Barcoding, is naast NCB Naturalis zelf ook het Centraalbureau voor de Schimmelcultures van de KNAW (CBS-KNAW) verantwoordelijk. De operationele doelstellingen van het project zijn de volgende. De fysieke integratie van de collecties van het Zoölogisch Museum Amsterdam (UvA) en de vestigingen van het Nationaal Herbarium Nederland (Universiteit Leiden, Wageningen University en vroeger ook de Universiteit Utrecht) met de nationale natuurhistorische collectie van de Rijksoverheid, in beheer bij museum Naturalis; in totaal ca. 37 miljoen objecten. De productie en publicatie van gedigitaliseerde gegevens van tenminste zeven miljoen objecten uit de geïntegreerde collectie. De inrichting van hedendaagse laboratoriumvoorzieningen voor collectiegerelateerd onderzoek: in Leiden bij NCB Naturalis en in Utrecht bij het CB- KNAW (laboratoria voor de DNA Barcoding) en bij de Faculteit Geowetenschappen van de UU (plaatsing van een elektronen Microsonde binnen een grotere configuratie t.b.v. geologisch onderzoek in Nederland). Verder draagt het investeringsproject bij aan een aantal belangrijke strategische doelstellingen. De ontwikkeling van NCB Naturalis tot een wetenschappelijk topinstituut op het gebied van het collectiegerelateerde biodiversiteitonderzoek; De mogelijkheid dat het vakgebied waar NCB Naturalis voor staat de systematiek van planten en dieren, in ruime zin genomen een structurele plaats blijft houden in de curricula van een aantal Nederlandse universiteiten; De positionering van NCB Naturalis als onderdeel van een infrastructuur of liever collaboratorium voor biodiversiteitonderzoek; Economische structuurversterking - de kernopgave bij iedere verstrekking uit het FES. Een gedetailleerde beschrijving van het project en de financiering is opgenomen in bijlage 3. 7

NCB Naturalis heeft einde 2011 met het Ministerie van OCW een nieuwe planning voor het project afgesproken. Het jaar 2015 geldt nu als laatste projectjaar, waarna een eindevaluatie uitgevoerd zal worden. De tussentijdse evaluatie, oorspronkelijk voorzien voor begin 2011, is verplaatst naar midden 2012. 2.2. De Mid Term Review De evaluatie betreft de stand van de uitvoering van het investeringsproject, zowel wat betreft de operationele als de strategische doelstellingen. Verder zijn onderzocht: de impact op de publieksfunctie; de relatie met de Universiteit Leiden, de Universiteit van Amsterdam en de Wageningen University; beheersing van de projectbudgetten en het financiële meerjarenperspectief waarbinnen de projectresultaten geaccommodeerd moeten worden; (overige) interne succesfactoren. De commissie is uitgegaan van een vraagstelling die het Ministerie van OCW en NCB Naturalis op 10.2.2012 zijn overeengekomen. 1 Een algemeen overzicht van bevindingen gaat vooraf aan de beantwoording. De commissie heeft zich voor de referentie gebaseerd op de goedgekeurde projectdocumentatie. In aanvulling daarop wordt gerefereerd aan een internationale ontwikkeling waar de ontwikkeling van NCB Naturalis goed in lijkt te passen, te weten de groei van thematisch afgebakende zgn. collaboratoria. De commissie haast zich te benadrukken dat wat hier en verderop in het voorliggende rapport wordt geschreven over de kennisorganisatie NCB Naturalis niet ten koste gaat en mag gaan van de museale en educatieve functies. Het zal juist zaak zijn die functies verder te ontwikkelen met behulp van de versterkte infrastructuur ten behoeve van onderzoek, onderwijs en dienstverlening. Binnen de commissie is discussie geweest over de vraag of de uitvoering van de opdracht uitsluitend een evaluatie zou moeten betreffen hoe ver is het project, afgemeten aan gedefinieerde doelstellingen in vastgestelde plannen? of dat ook advisering binnen de opdracht zou passen. De commissie is op dat laatste uitgekomen, alleen al omdat al snel bleek dat het project op belangrijke onderdelen nog onvoldoende planmatig wordt aangepakt. Een mijlpalenplanning bij vooral de strategische doelstellingen is dan ook één van de adviezen. 1 Voor de vragen zie hoofdstuk 4. De meeste vragen zijn afgeleid van de jaarlijkse Monitor van alle kennisprojecten die uit het FES worden gefinancierd. 8

De commissie heeft in de periode mei juni 2012 de projectdocumentatie bestudeerd, een aantal site visits gehouden en een groot aantal interne en externe betrokkenen gesproken. 2 Interviews en waarnemingen geven een consistent en daardoor betrouwbaar beeld van de stand van zaken. Alle bevindingen zijn door de commissie als geheel besproken en de commissie onderschrijft het rapport unaniem. Een collaboratorium Biodiversiteit NCB Naturalis is naar ons idee op weg naar een nieuw type hybride kennisorganisatie dat de laatste jaren op een aantal plaatsen (en niet alleen in Nederland) is ontstaan. Wageningen UR is daar in Nederland het meest bekende institutionele voorbeeld van. Het is binnen een relatief goed afgebakende wetenschappelijke context (agroproductiesystemen, voeding en milieu) een intensief samenwerkingsverband van een universiteit (faculteit, departement) en een toegepast onderzoeksinstituut ingebed in een groot internationaal netwerk van partners en kennisafnemers (publiek en privaat). Zo n kennissysteem kenmerkt zich enerzijds door nieuwsgierigheidgeïnspireerd (universitair) fundamenteel onderzoek, anderzijds door probleemgedreven toegepast onderzoek. Daarnaast zijn dit soort systemen vaak internationaal goed strategisch gepositioneerd (sluiten aan bij internationaal beleid). Valorisatie is daarin professioneel georganiseerd, bijvoorbeeld via topinstituten of topsectoren. In de praktijk komen alle gradaties in de balans en samenhang tussen de vier genoemde oriëntaties (nieuwsgierigheid, toepassing, beleid en valorisatie) voor. Voor de duurzame samenwerkingsvariant wordt in de literatuur wel de term Collaboratory (Collaboratorium) gebruikt. In Nederland zijn de bekendste voorbeelden in het domein van het milieu het Collaboratorium Watertechnologie (TU Delft, KWR, Water Framework Directive, Wetsus), en het Collaboratorium Deltatechnologie (TU Delft, Deltares, WFD en EcoShape). Het ontstaan van NCB Naturalis past uitstekend in bovenstaande ontwikkeling. Het kan de kern worden van een Collaboratorium Biodiversiteit, met de Convention on Biological Diversity als basis van het internationale beleid, met fundamenteel en toegepast onderzoek als ambitie, de universiteiten van Leiden, Amsterdam en Wageningen als structurele partners in een academische werkplaats, met een valorisatieprogramma en met museum Naturalis als publieke variant van dat programma. 2 Zie Bijlage 1 Werkzaamheden van de commissie, bladzijde 37 en verder. 9

3. Bevindingen algemeen 3.1. Operationele doelstellingen 3.1.1. Integratie van de Collecties In 2011 hebben de UvA en NCB Naturalis gezamenlijk de collecties van het Zoölogisch Museum Amsterdam (ca. 13 miljoen objecten) overgebracht naar Leiden. Deze collectie is in haar nieuwe setting door de commissie geïnspecteerd. Aanvankelijk was gedacht dat voor het inhuizen van deze collecties een tweede depottoren van vergelijkbare grootte als de eerste, zou moeten worden gebouwd. Door optimaal gebruik te maken van de bestaande depotruimten, door indikken van de collecties, nieuwe efficiëntere kasten, dozen en ander opbergmateriaal, maar bijvoorbeeld ook door de kastrichting in verschillende depotruimtes te draaien, is het NCB Naturalis op ingenieuze wijze gelukt een groot deel van de collecties in de reeds bestaande depots onder te brengen. Voor de toekomst heeft NCB Naturalis hierdoor een belangrijk structureel bedrag aan huisvestingslasten weten te voorkomen, wat binnen een krap financieel meerjarenperspectief van het grootste belang is. Ten opzichte van de oude situatie is sprake van duidelijke efficiencywinst in de besteding van publieke middelen, wat voor het maatschappelijk rendement van het project van belang is. Het verhuisproject is globaal volgens planning en met volle inzet van de eigenaar, de UvA, eind 2011 afgerond. Ondanks dat het ging om miljoenen, deels uiterst kwetsbare objecten is er zo goed als geen sprake geweest van beschadigde of zoekgeraakte specimens. NCB Naturalis heeft op nationaal en internationaal niveau de projectinformatie gedeeld met collega-instituten. Al met al is de verhuizing een exemplarisch succes, dat vertrouwen geeft in de volgende integratieprojecten, waarin de botanische collecties van Wageningen en Leiden bij die van NCB Naturalis worden gevoegd. 3 Echter, voor wat betreft beheer en gebruik is op onderdelen nog geen sprake van integratie. De entomologische collectie, een van de belangrijkste van het ZMA, is wel overgebracht en in de collectietoren opgesteld, maar NCB Naturalis heeft moeten besluiten deze voor alle gebruik af te sluiten. De reden hiervoor is het vroegere gebruik binnen het ZMA van thans niet meer geaccepteerde conserveringsmiddelen, waaronder Naftaleen en Formaldehyde. Deze zijn in 3 Al eerder heeft NCB Naturalis de botanische collecties van de Universiteit Utrecht overgebracht naar Leiden. Deze zijn voorlopig ondergebracht binnen het Herbarium en zullen na afronding van het nieuwbouwproject, met de Leidse herbariumcollectie, worden opgenomen in de geïntegreerde nationale natuurhistorische collectie. 10

objecten, dozen en kasten getrokken en veroorzaken nog steeds vervuiling van het binnenklimaat. De afsluiting is ARBO-technisch verantwoord maar betekent wel dat voor deze deelcollectie nog niet aan de operationele doelstelling is voldaan. Er wordt onderzocht of luchtfiltering het probleem kan oplossen. De eerste resultaten van inzet van geavanceerde filters zijn veelbelovend. Echter, mocht luchtfiltering na enkele maanden toch niet afdoende blijken, dan zullen radicalere en dus kostbare stappen nodig zijn, waaronder de vervanging van opbergeenheden. Een andere belangrijke deelcollectie, de in alcohol gepreserveerde specimens, is in zodanig slechte staat dat actieve conservering hiervan voorrang moet hebben op gebruik. Ook hier is het operationele doel een geïntegreerde collectie, beschikbaar voor de gebruikers - dus nog niet volledig behaald. 4 Overigens speelt het probleem van vervuiling met andere stoffen, waaronder kwikverbindingen - ook in de over te dragen collecties van de Wageningen University en de Universiteit Leiden. Dit probleem is in de fase van planvorming voor NCB Naturalis, 2006 2009, niet gesignaleerd, hoewel de feitelijke collectiebeheerders op de hoogte zouden moeten zijn geweest. Hoe dan ook, er is nu sprake van een vervelende verrassing. Hoewel formeel verantwoordelijk, laten de universiteiten het tot nu toe aan NCB Naturalis over om oplossingen te vinden die de collecties beschikbaar blijven houden voor gebruik het hoofddoel van het FES-project. 3.1.2. Digitalisering en publicatie van de gegevens van collectiespecimens Voor wat betreft de aantallen collectieobjecten waarvan gegevens en afbeeldingen gedigitaliseerd moeten worden tenminste zeven miljoen ligt het project goed op schema. Er is een indrukwekkende projectorganisatie opgebouwd die op basis van een gedetailleerd plan en binnen een strak rapportagesysteem in ca. tien digistraten datasets produceert. Van de verschillende onderdelen die uitgekozen zijn voor digitalisering: herbarium, mollusken, hout, entomologie, 2D, vertebraten, alcohol en glaspreparaten, zijn de mollusken en entomologie al ruim op gang; alcohol, glaspreparaten en delen van het Wageningse herbarium zijn in de proeffase. Vertebraten, geologie en het overige herbarium worden voorbereid. Het projectplan geeft aan dat voor drie collecties de digitalisering zal worden uitbesteed: 2D-materialen, herbariumvellen en de glaspreparaten. 5 De 4 Grootschalige overdracht van collecties van het ene museum naar het andere komt in de Nederlandse erfgoedwereld wel meer voor, hoewel zelden in de omvang waar bij de overdracht van de ZMA-collectie sprake is. Echter overdracht in een staat van verwaarlozing als waar het in alcohol gepreserveerde deel van de ZMA-collectie blijk van geeft, is in de erfgoedwereld eigenlijk not done. Bij de samenwerking met de universitaire partijen, blz. 21 e.v., komen we hier nog op terug. 5 Uit de interviews kwam naar voren dat de uitbesteding momenteel wordt heroverwogen, mede naar aanleiding van slechte ervaringen van een collega-museum. De commissie heeft zich geen oordeel kunnen vormen over de impact van een eventuele beslissing tot zelf doen op de doorlooptijd van het gehele project, maar sluit zo n impact niet uit. Management en bemensing van de huidige productiestraten vraagt nu al veel capaciteit van de organisatie. Weliswaar zijn de voor uitbesteding beoogde vijf miljoen objecten relatief makkelijk te digitaliseren maar daar staat het grote aantal tegenover. 11

herbariumvellen uit Wageningen worden vóór de verhuizing naar Leiden gedigitaliseerd zodat ze geheel beschreven en digitaal geordend straks bij de Leidse vellen kunnen worden gevoegd. Ook de vindbaarheid van collecties die niet op objectniveau worden gedigitaliseerd, wordt in het project aanzienlijk vergroot. Hiervoor zijn projecten ingericht zoals het 100.000 laden - project, waarbij standplaatsen per lade/plank/doos zijn gedigitaliseerd met een omschrijving van de soorten en hun aantallen die zich op die plek bevinden. Een groot deel van het personeel dat op dit moment wordt ingezet bij de digitaliserings- en ontsluitingsprojecten is aangenomen op tijdelijke basis. NCB Naturalis onderkent het risico dat door deze tijdelijkheid opgebouwde kennis na afloop van het project weer weglekt. Omdat een flink deel van het huidige personeel in vast dienst zich dicht bij de pensioengerechtigde leeftijd bevindt, kan de formatie vanuit deze tijdelijke medewerkers worden aangevuld, zodat de verworven kennis wordt vastgehouden. Ook wordt er veel aandacht besteed aan het vastleggen van kennis van medewerkers die met pensioen gaan. De Commissie vindt het, op grond van signalen die zij heeft opgevangen, in dit verband ook van belang dat NCB Naturalis systematischer werk maakt van het faciliteren van vrijwilligers die voor natuurhistorische collecties altijd van grote betekenis zijn. De gevolgde werkwijze trekt internationaal de aandacht en de projectorganisatie heeft dan ook al vele delegaties mogen ontvangen. Op initiatief van NCB Naturalis wordt internationaal informatie uitgewisseld over methoden, standaarden, kostprijzen e.d. van de digitalisering. Kortom: voor wat betreft de productiedoelstelling is zonder meer sprake van een beheerst en succesvol project. Dit is anders voor wat betreft de publicatie- of ontsluitingdoelstelling. In de aanvraagdocumenten voor de FES-bijdrage wordt aangegeven dat de geproduceerde datasets worden gepubliceerd binnen de internationale portalen die daarvoor in de afgelopen jaren zijn ontstaan. 6 In de interne projectdocumentatie is deze doelstelling overgenomen, maar niet in een operationele planning omgezet. In feite is tot op heden zo goed als niets gepubliceerd. De commissie heeft zich dan ook geen oordeel kunnen vormen van kwaliteit in de zin van fitness for use van de geproduceerde gegevens. Zij adviseert daarom, de publicatiedoelstelling om te zetten in een operationele planning, deze planning af te stemmen met de partijen die op internationaal niveau biodiversiteitgegevens bijeen brengen en te zorgen voor kwaliteitsborging met inbreng van externe gebruikers van de gegevens. Voor de keuze van de te digitaliseren (deel)collecties wordt gebruik gemaakt van een beslismodel met vragenlijst. Aan de commissie werden enkele aansprekende deelprojecten gepresenteerd, die goed aansluiten op onderzoeksprogramma s van NCB Naturalis. Sommige daarvan passen ook goed 6 Zie onder andere het samenvattend projectplan d.d. 16.11.2009, blz. 14: Aansluiten op internationale standaards is binnen de collectieprojecten cruciaal. De productie van gegevensbestanden zal deel gaan uitmaken van internationale structuren zoals behartigd door de Global Biodiversity Information Facility, LifeWatch, de Encyclopeadia of Life, de Pan-European Species Directories Infrastructure en andere. Binnen Nederland zal aansluiting worden gezocht met de lopende FES-projecten Versterking infrastructuur plantgezondheid en Herkenning invasieve soorten. 12

in externe prioriteiten, waaronder het deelproject geïnspireerd door de mondiale aandacht voor gewasbestuiving. Overwegend lijkt de prioriteitstelling echter te zeer intern en bottom-up ingericht. Financiering vanuit het FES impliceert dat het projectresultaat ten goede moet komt aan een veel ruimere groep gebruikers dan de onderzoekers van NCB Naturalis zelf, hoezeer deze ook zelf in samenwerkingsprojecten de data zullen gaan gebruiken. Er zijn ook overlegstructuren, waaronder als belangrijkste de Global Biodiversity Information Facility (GBIF) en het Nederlandse knooppunt daarvan, waarbinnen het debat over prioriteiten op nationaal en internationaal niveau gevoerd moet en kan worden. De commissie wil deze internationale dimensie graag onderstrepen. Enerzijds is NCB Naturalis er zelf bij gebaat als het zijn collecties in nauwe samenspraak met onderzoekers en andere belanghebbenden uit de betrokken regio s ontsluit voor gebruik, omdat het daarmee zijn sterke internationale positie extra profileert. Anderzijds heeft Nederland in het verband van bijvoorbeeld GBIF hierin internationale verplichtingen. Meer sturing is dan ook dringend nodig, vanuit een visie op de manier waarop met biodiversiteitgegevens bijgedragen kan worden aan de respons op maatschappelijke en wetenschappelijke grand challenges. NCB Naturalis zou hierbij de aansluiting moeten zoeken met de Nederlandse onderzoeksgemeenschappen rond biodiversiteit, economie en ecosysteemdiensten en daarbinnen consensus moeten creëren over mechanismen van prioriteitstelling en vervolgens over de prioriteiten zelf. Omdat NCB Naturalis al halverwege het project is, is de verbetering van het mechanisme voor vaststelling van prioriteiten en kwaliteitsniveaus een urgente inhaalactie. 7 Inschakelen van meer externe inbreng kan volgens de commissie snel gebeuren en hoeft nauwelijks vertraging in de productie op te leveren. Eigenlijk mist de commissie zowel op papier als in de praktijk een uitgewerkte datastrategie, met duidelijke visie op het gebruik van de data, taakafbakening ten opzichte van andere nationale en internationale partijen in het veld, een doelen- en middelenplanning, aandacht voor duurzame opslag leesbaarheid en toegankelijkheid van de data, etc. Daarbij beseft de commissie dat elders in de wetenschappelijke wereld zo n strategie lang niet altijd aanwezig is. Het vraagt veel van het organisatorisch vermogen om in collaboratoria, waarin niets afgedwongen kan worden, zo n strategie te ontwikkelen en effectief uitgevoerd te krijgen. Maar hoe dat ook zij: binnen een digitaliseringsproject dat, ook in de internationale vergelijking, substantieel is gebudgetteerd, is een datastrategie noodzakelijk. 7 Overigens vermelden ook diverse geïnterviewde onderzoekers van NCB Naturalis zelf dat zij bij de interne prioritering te weinig systematisch betrokken zijn geweest. Niet duidelijk of dat gebrek aan eigen initiatief is geweest, dan wel voldoende uitnodiging vanuit de projectorganisatie. 13

3.1.3. Laboratoriumontwikkeling De laboratoriumontwikkeling is in volle gang, met nu al vele aansprekende resultaten. Een aantal onderzoekers van NCB Naturalis maakt gretig gebruik van de nieuwe mogelijkheden en meldt dat zij de metingen kunnen doen die in hun onderzoeksprojecten al lang nodig waren. Een groot deel van de beoogde apparatuur is geplaatst en ingeregeld, op de komst van enkele apparaten wordt zichtbaar geanticipeerd. De DNA Barcoding productielijnen bij NCB Naturalis en bij het CBS-KNAW zijn ingericht en leveren output volgens de productieplanning. Het management onderkent de noodzaak van certificering en exploitatieplanning voor de overige laboratoria. Er wordt voortdurend en scherp bijgestuurd op de balans tussen inkoop van apparatuur en inkoop van diensten. Hoewel de uitrusting nog niet compleet is, wordt NCB Naturalis nu al waargenomen als partner waarmee gezamenlijk stappen in de verwerving van aanvullende apparaten gezet kunnen worden. Bij dit gunstige beeld heeft de commissie wel het volgende moeten constateren. De bezettingsgraad van de ingekochte apparaten is nog relatief laag. Dit klemt omdat een aantal daarvan snel hun high end-status zal verliezen. Deze apparaten zouden van meet af aan 7 x 24 in gebruik moeten zijn om het korte tijdvak waarin die status geldt, optimaal te benutten. NCB Naturalis zoekt externe gebruikers maar lijkt nog te weinig aan te sturen op benutting door de eigen wetenschappelijke staf, die binnen dit tijdvak de high impact artikelen zou moeten produceren waarmee aanvraag voor vernieuwing kan worden gerechtvaardigd. In de opbouw van de beoogde labconfiguratie zouden problemen in de aanschaf en inrichting van beheerssystemen, waaronder een Laboratory Information System en een Centraal Registratie Systeem voor de collecties, voor niet-geplande extra doorlooptijd kunnen zorgen. De commissie heeft vooral zorgen over de collectieregistratie, in het bijzonder voor wat betreft de DNA Barcoding, waar een link tussen de gepubliceerde Barcodes en het in de collectie opgeslagen referentiemateriaal moet worden gelegd. 8 De beoogde inbreng in een geologisch consortium van een geavanceerde elektronensonde t.b.v. de geologische kant van biodiversiteitonderzoek vlot niet. In haar raadpleging van stakeholders is de commissie meegedeeld dat het cruciale punt dat tot nu toe de voortgang tegenhield, te weten de beschikbaarstelling door de VU en de UU van technisch bedienings- en ondersteuningspersoneel, ondertussen opgelost is. Als dat zo is, dan mag de behoefte om allerlei andere zaken vooraf in details te regelen niet voor verdere vertraging zorgen. Alle partijen moeten op het hoogste echelon de zaak weer in beweging brengen. 8 De commissie heeft de link tussen DNA Barcoding en opgeslagen collectiespecimens binnen het CBS- KNAW niet onderzocht. Zij heeft echter geen signalen ontvangen dat zich hier problemen zouden voordoen. 14

3.2. Strategische doelstellingen Gezien de doelstellingen die aan een bijdrage uit het FES verbonden zijn, is de raadpleging van externe stakeholders nodig om een oordeel te kunnen vormen over de stand van het project. Daar is dan ook veel tijd in gestoken. Verder is uitvoerig gesproken met de wetenschappelijk directeur en met de algemeen directeur, alsmede met een lid van de Scientific Advisory Board, om een beeld te krijgen van de stand van zaken rond strategische doelstellingen. Voorafgaand aan de bespreking van de bevindingen wil de commissie benadrukken dat extern het belang van de investering steeds opnieuw werd benadrukt. De waarde van de collecties wordt algemeen onderkend. Van meerdere kanten werd de commissie verzekerd dat onderzoeksinstellingen en andere partijen uitzien naar de collectie- en DNA-gegevens die door de FES-investeringen gepubliceerd zullen worden - sommige daarvan zitten er letterlijk op te wachten, niet alleen in Nederland, maar bijvoorbeeld ook in Azië, in Afrika en in tropisch Zuid-Amerika. Er worden hierbij vele mogelijkheden voor gezamenlijke projecten gezien, die zonder de FES-investeringen niet zouden bestaan. 3.2.1. Ontwikkelen van een wetenschappelijk topinstituut NCB Naturalis heeft in aanvulling op de middelen uit het FES de mogelijkheid gekregen, uit de structurele subsidiestroom voor een vijfjarenperiode middelen vrij te maken om op de internationale arbeidsmarkt high potential wetenschappelijk personeel aan te trekken. Op het moment van de review was de werving en selectie zo goed als voltooid, met - ook volgens externe belanghebbenden - aanzienlijk succes. Vervolgens zijn met de bestaande staf en een groot aantal van de nieuwe medewerkers de voor de komende jaren belangrijke onderzoeksvragen gedefinieerd. Deze fase is afgerond met het vaststellen van drie focusgebieden: Character evolution, Species interdependencies en Dynamic biodiversity. Deze gebieden omvatten de kernvragen van het moderne onderzoek naar biodiversiteit en evolutie. De keuze sluit dan ook uitstekend aan bij de opdracht aan NCB Naturalis tot het vormen van een topinstituut binnen dit terrein van onderzoek. Door hun disciplineoverstijgende karakter bieden de drie focusgebieden bovendien ruime mogelijkheden voor collectie- en instituutsoverstijgende samenwerking. Er is een internationaal bezette Scientific Advisory Board in functie. Met het oog op behoud en verdere ontwikkeling van de wetenschappelijke staf is een uitdagende doelstelling voor de financiering uit tweede geldstroom geformuleerd. NCB Naturalis heeft met succes geparticipeerd in de verwerving bij NWO van middelen voor faciliteiten die, geplaatst binnen universitaire instituten, mede als aanvulling op de eigen labvoorzieningen zullen functioneren. Zonder de basis die met de FES-middelen is gelegd, zou dit alles niet mogelijk zijn geweest. Wel vindt de commissie het zaak dat het management nu de onderzoeksstrategie voortvarend en zichtbaar voor de buitenwereld neerzet en omzet in duidelijke doelstellingen voor organisatie en medewerkers. De commissie geeft het management de volgende onderwerpen mee. 15

In de interviews bleek onvoldoende dat leden van de wetenschappelijke staf persoonlijk en met voldoende stuwende kracht worden aangesproken op wat er van ze wordt verwacht. De instituutsleiding zou veel duidelijker moeten zijn over wat excellentie betekent voor de senior-, voor de mid level en voor de aankomende onderzoekers. Iedere onderzoeker op senior- of middenniveau zou antwoord moeten kunnen geven op vragen als: wat is je big idea en wat is je plan voor de komende vijf jaar, waar zal het geld vandaan komen, wat zijn de mondiaal belangrijkste groepen in jouw veld en met welke daarvan ga je samenwerken, wat heb je van ons nodig? NCB Naturalis heeft de bovengenoemde focusgebieden ingevlochten in de staande organisatie, waarin de groepen zijn ingedeeld naar taxonomische hoofdgroepen. Het is voor de commissie de vraag of deze invlechting toekomstbestendig is. Onderzoek in de systematiek is belangrijk, maar vooral als tool : het gaat om patronen, processen, oorzaken van diversiteit e.d. Principal investigators zouden vooral op hun vermogens binnen een focusgroep geselecteerd moeten worden, waarbij de vereiste om ook taxonomische expert te zijn wel geldt, maar de vraag binnen welk taxon van minder belang is. Zeker zo belangrijk als de vorige punten: NCB Naturalis zou nog uitdrukkelijker moeten claimen, binnen de gedefinieerde focusgebieden het mondiale topinstituut te zijn. Aan vele voorwaarden is voldaan: een collectie van hoge kwaliteit, nabijheid van universiteiten en andere kennisinstituten, goede bereikbaarheid, gematigde kosten van levensonderhoud, etc. Het komt nu aan op een heldere positionering met internationale oriëntatie. NCB Naturalis heeft vooraanstaande collecties uit Zuidoost-Azië en Tropisch Latijns Amerika. Het zou actief aanwezig moeten zijn bij de ontwikkelingen in die landen, waar het de komende decennia allemaal gaat gebeuren. Benut aanleidingen, zoals de plannen in Singapore voor grootschalige uitbreiding van het natuurhistorisch museum daar, om bestaande samenwerking op een strategisch niveau te brengen. 3.2.2. Vaste positie in universitaire curricula In de plannen voor het NCB is het breed gedragen idee verwerkt dat tenminste aan enkele universiteiten in Nederland het wetenschappelijk onderwijs in de systematiek van planten en dieren, behouden en tot ontwikkeling gebracht zou moeten worden. De universiteiten die participeerden in de oprichting van het NCB, hebben voor zichzelf de verplichting op zich genomen, dat onderwijs in te bedden in eigen onderwijsprogramma s. 9 In de overheidsbeslissing om middelen uit het FES beschikbaar te stellen, heeft het universitaire commitment een belangrijke rol gespeeld. 9 De visie op NCB Naturalis als museum en academische werkplaats voor onderzoek en onderwijs is formeel bekrachtigd in een bijeenkomst van bestuursvertegenwoordigers van deze drie universiteiten en museum Naturalis bij de toenmalige Minister van OCW, 17.10.2006, en in alle verdere documenten op bestuursniveau consequent vastgehouden, laatstelijk in het zogenaamde Herenakkoord, dat eind 2009 door het bestuur van het samenwerkingsverband NCB i.o. is vastgesteld. 16

De commissie heeft niet nauwgezet onderzocht hoe de onderwijsbijdrage van NCB Naturalis (incl. medewerkers van ZMA en NHN) in de drie betreffende universiteiten zich verhoudt tot de bijdrage voorafgaand aan het FES-investeringsproject. Er lijkt in Amsterdam sprake te zijn van enige uitbreiding (hoogleraarpositie-biesmeijer), in Leiden en Wageningen vooralsnog van stabiliteit, waarbij overigens de bijdrage in Leiden door de facultaire instituten wel expliciet wordt gewaardeerd. NCB Naturalis heeft nog steeds de ambitie om een mastersopleiding biodiversiteit te ontwikkelen. Een groot deel van de nieuw geselecteerde leden van de wetenschappelijke staf maakt deel uit van netwerken waarin ook promovendi en postdocs functioneren. Ondanks de nog ontbrekende formele setting is dus sprake van vooruitgang, wat niet wegneemt dat de verhoudingen wel geformaliseerd moeten worden. In de paragraaf over de verhouding met de universiteiten (bladzijde 21 en verder) komt de commissie hier nog op terug. Als complement van die formalisering zou NCB Naturalis een duidelijk beleid moeten formuleren voor de onderwijsbijdrage van leden van de wetenschappelijke staf. Uit de interviews bleek dat de beslissing om wel of niet een onderwijsbijdrage te leveren, bij een deel van de wetenschappelijke staf teveel op het niveau van de individuele onderzoeker wordt genomen. 3.2.3. Positionering als infrastructurele voorziening en collaboratorium Middelen uit het FES worden verstrekt met het oog op indirecte baten, d.w.z. baten die niet bij NCB Naturalis zelf neerslaan maar elders in de Nederlandse samenleving opbrengsten en besparingen mogelijk maken. De wijze waarop deze baten gerealiseerd kunnen worden is een belangrijk punt van aandacht geweest in het advies van de Commissie van Wijzen. In de aanvraagdocumenten is uiteengezet hoe NCB Naturalis door op strategisch niveau samenwerkingsverbanden aan te gaan met wetenschappelijke instituten die zelf nauwe banden hebben met een markt, het collectiegerelateerde biodiversiteitonderzoek maatschappelijk effectief kan maken. Hoe dan ook vereist een infrastructurele voorziening en een collaboratorium niet alleen technische prestaties in dit geval een geïntegreerde collectie, een gepubliceerde dataset en enkele ingerichte laboratoria maar tevens een intensieve bemoeienis op het organisatorische vlak en afstemming op het niveau van strategische prioriteiten. De commissie heeft zich door interviews met vertegenwoordigers van onderzoeksinstituten die de bedoelde intermediaire positie tussen NCB Naturalis en een markt innemen, een beeld gevormd van de stand van het project. Er kunnen successen worden genoemd, waaronder de samenwerking met verenigingen van experts voor de verzameling en determinatie van materiaal ten behoeve van de DNA Barcoding. Het dominerende beeld is echter minder gunstig. De geraadpleegde stakeholders rapporteren veelal problemen in het overleg op leidinggevend niveau 10 over structurele 10 Vaak werd tegelijkertijd benadrukt dat individuele onderzoekers wel onderling goed samenwerken. 17

samenwerking. NCB Naturalis wordt waargenomen als een instituut dat bij de digitalisering en de DNA Barcoding te veel zelf de kwaliteitsniveaus, prioriteiten en publicatieschema s bepaalt en deze te weinig afstemt op partijen die, gezien vanuit de FES-doelstellingen, legitieme belangen hebben bij deze projectvariabelen. Deze waarneming is onverwacht want NCB Naturalis heeft bijvoorbeeld bijeenkomsten met externe partijen over de aanpak van DNA Barcoding en prioriteiten in de collectiedigitalisering georganiseerd. De commissie adviseert dan ook, te onderzoeken of die bijeenkomsten het gewenste effect hebben gehad. Aan relatieve sterkten van andere partijen in het onderzoekslandschap wordt teveel voorbij gegaan, zo werd verder gesteld. Partijen verwachten, en volgens de FES-aanvraagdocumentatie met recht, een blijvende participatie van NCB Naturalis in de opbouw, kwaliteitsbewaking en overige curatie van externe gegevensbanken die deel uitmaken van de Nederlandse kennisinfrastructuur, bijvoorbeeld op het gebied van fytosanitair onderzoek. Niet alleen blijft deze participatie vooralsnog achter bij de verwachtingen, ook zijn hierover kennelijk moeilijk afspraken te maken. 11 Een geraadpleegd onderzoeksinstituut is ondertussen aarzelend geworden om gedachten over innovatief gebruik van de collectie in het kader van milieukundig en verspreidingsonderzoek met NCB Naturalis te delen. Er worden kansen gemist. Het is zaak hieruit geen overhaaste conclusies te trekken. NCB Naturalis heeft wel degelijk initiatieven voor samenwerking genomen. De commissie bepleit niettemin dat het management zich meer inzet om in dialoog strategische samenwerkingsverbanden te definiëren en daarbij zo nodig de eigen ambities te herformuleren met het oog op relatieve sterkten van wederpartijen. De opgave om het Nederlands Centrum voor Biodiversiteit tot stand te brengen vraagt niet zozeer een centrumgerichte als wel een centrumoverstijgende visie op de gewenste kennisinfrastructuur in Nederland voor biodiversiteitonderzoek, het vermogen om het eigen centrum binnen die ruimere visie te positioneren en naar die visie te laten functioneren. Die visie moet vervolgens worden vertaald in voldoende operationele project- en procesbeheersing, waardoor de legitieme externe inbreng niet als overlast wordt ervaren, maar als integraal onderdeel van de NCB-ontwikkeling. Alleen zo kunnen afbreukrisico s voor het FES-investeringsproject in de zin van onvoldoende meeprofiteren door andere partijen, worden vermeden. Vanzelfsprekend zullen de wederpartijen NCB Naturalis ook de nodige ruimte moeten bieden. 11 Deze opmerking betreft uitdrukkelijk niet het CBS KNAW. Voor zover de commissie dit heeft kunnen waarnemen, draagt het CBS conform de FES-aanvraagdocumentatie bij aan nationale kennisinfrastructuur, zoals aan de gegevensbank voor fytosanitaire quarantaineorganismen 18

3.2.4. Bijdragen aan maatschappelijke welvaart De valorisatieopdracht die in een bijdrage uit het FES besloten ligt, gaat verder dan een bijdrage aan het verdienvermogen van het Nederlandse bedrijfsleven, maar die bijdrage maakt wel onderdeel uit van de opdracht. Het nationale topsectorenbeleid is dan ook voor NCB Naturalis om twee redenen van belang: als kans om deel van de beoogde onderzoeksfinanciering te verwerven, maar veel meer nog als één van de terreinen waarop de beoogde maatschappelijke baten van de investering uit het FES gerealiseerd zouden moeten worden. NCB Naturalis heeft in potentie wat te betekenen binnen meerdere van deze topsectoren. De vraag hoe concreet NCB Naturalis daarbinnen al is geland, is door de Commissie echter niet eenvoudig te beantwoorden. Raadpleging van het bedrijfsleven heeft zich tot enkele bedrijven moeten beperken, waarin overigens positief over concrete gezamenlijke onderzoeksprojecten werd gerapporteerd. Afgaande op interviews met onderzoekers hebben wij desondanks de indruk dat binnen NCB Naturalis nog te veel vanuit capaciteiten en onderzoeksambities van individuele onderzoekers wordt gedacht. Er wordt nog te weinig gestuurd op basis van kennis van de vraagstukken die op bedrijfsen bedrijfstakniveau op wetenschappelijke bewerking wachten, ook niet in het formatiebeleid: toepassingsgericht onderzoek vraagt om een slag onderzoekers dat die kennis heeft. De veelheid van innovatiecontracten en consortia waarin het topsectorenbeleid lijkt uit te monden, maakt het voor NCB Naturalis overigens niet eenvoudig. Het zal niet meevallen een goede positie op te bouwen binnen een wereld waarin de aandacht en onderzoeksfinanciering over vele onderwerpen is verdeeld en commerciële toepassingen hoog in het vaandel staan. Maar de potentie is er zeker, binnen meerdere topsectoren: biodiversiteit en ecosysteemdiensten als bestrijding van exoten, tekortschietende oogsten door gebrek aan bestuiving, biologische bestrijding van plaagorganismen, behoud van bodemvruchtbaarheid, borgen van waterkwaliteit, kustbescherming, duurzame visserij. Ondanks de veelheid van inspanningen waarvoor het management van NCB Naturalis zich ziet gesteld, is het toch noodzakelijk gestructureerd en met gevoel van urgentie te werken aan een positie binnen enkele topsectoren. Ook hier is positionering cruciaal, waarbij NCB Naturalis een rol zou kunnen ambiëren als kennisinstituut op het gebied van biodiversiteit ten behoeve van de Topinstituten voor Kennis en Innovatie die in de verschillende topsectoren ingevoerd worden. De commissie realiseert zich dat zij zich wat betreft het CBS-KNAW de corresponderende vragen over samenwerking en maatschappelijk rendement in onvoldoende mate heeft gesteld. Er zijn geen negatieve signalen ontvangen, maar onderwerpen als de infrastructurele rol die het CBS-KNAW op grond van de ontvangen FES-middelen voor DNA Barcoding zou moeten spelen en de positie binnen topsectoren verdienen blijvende aandacht van de leiding van het CBS-KNAW. 3.3. Impact op publieksfunctie Versterking van de wetenschappelijke functie maakt het ook mogelijk de publieks- en de educatieve functie te verrijken. Dat is ook expliciet beoogd met de vorming van NCB Naturalis. Natuurlijk kost het tijd en inzet om de wetenschappelijke impact te vergroten en te vernieuwen, en pas daarna kan op enige schaal aan sterkere inbreng bij de presentatie en de interactie met het publiek via de website en 19

materiaal voor scholen worden gewerkt. De commissie kan zich ook goed vinden in het besluit van de directie om significante modernisering in de presentatie tegelijk met de afronding van de nieuwbouw en verbouwing aan te brengen. De commissie vraagt toch de aandacht voor dit punt, om het belang een goede wisselwerking tussen de wetenschappelijke functie en de publieks- en educatieve functie te onderstrepen. Deze wisselwerking ondersteunt immers mede het rendement van het FES-investeringsproject zelf. NCB Naturalis is als museum in de unieke positie, bij te dragen aan een basisvoorwaarde voor de valorisatie van deze investering, te weten het publieke begrip van de betekenis ook de economische betekenis - van biodiversiteit. De commissie wil overigens niet onvermeld laten dat het FES-project al op één punt tot een aardige aanvulling heeft geleid. Een van de zogenaamde digistraten is in een publieksruimte ingericht zodat bezoekers kunnen zien hoe digitalisering verloopt; ze kunnen vragen stellen aan de medewerkers; en de bezoekers kunnen zelfs via een soort crowd sourcing meedoen aan de digitalisering van etiketgegevens: een stap in de richting van betrokkenheid bij het actuele onderzoek. 3.4. Financiën Budgetbeheersing De commissie heeft zich verdiept in de administratieve organisatie en komt tot een positief oordeel over de beheersing van het FES-budget. Na opmerkingen van de accountant is een duidelijke scheiding van reguliere budgetten en projectbudgetten ingevoerd, en is het FES-project zelf opgesplitst in een aantal deelprojectbudgetten. Een zwaarder beheersingstool is ingevoerd, en de besteding van gelden uit verschillende subsidiestromen is nu goed te volgen. De tijdelijke bestemming van vooruit ontvangen middelen en van onderbestedingen is goed zichtbaar op de balans in de vorm van benoemde reserves. Er wordt een prudent beleid in het beheer van deze bedragen gevoerd. Door de zojuist genoemde versterkingen van de financiële en administratieve projectinrichting en ook door een versterking van de inkoopfunctie is inzicht in de rechtmatigheid van de besteding van middelen helder. Continuïteit De continuïteit van de met de FES gelden en andere subsidiestromen ingezette activiteiten vragen om een geïntegreerd financieel meerjarenoverzicht, waaruit een structurele beschikbaarheid van de financiering blijkt. In reactie op opmerkingen van de accountant over het ontbreken daarvan is actie ondernomen. Deze taakstellende meerjaren planning, geprojecteerde winst -en verliesrekeningen en liquiditeitsoverzichten tot en met 2017 zijn thans wel beschikbaar en zijn door de commissie bestudeerd. Uit deze planning blijkt, dat de FES gelden ultimo 2015 zullen zijn besteed en de kosten van beheer van de projectresultaten collecties, databestanden en laboratoria - binnen de lopende begroting gedragen kunnen worden. Bij de afschrijvingen en herinvesteringen wordt in het meerjarenoverzicht alleen rekening gehouden met reguliere investeringen. Grote investeringen in onderzoeksapparatuur 20