Essay april 2005 Tim Den Dekker 1140612 Johannes van Ussel 1142194 BK6R050 Programma, Ontwerp en Projectmanagement Programma, Ontwerp en Projectmanagement BK6R050 1
Voorwoord Dit essay is een zelfreflectie op de manier waarop wij, Johannes van Ussel en Tim den Dekker, het vak Programma, Ontwerp & Projectmanagement hebben ervaren en wat onze visie is op een Programma van Eisen in het algemeen. Het keuzevak is een onderdeel van de Real Estate & Housing afdeling van de faculteit Bouwkunde te TU Delft en draagt de vakcode BK6R050, het is een keuzevak uit het 6e bachelorsemester. Ir. C. Krebbers en dr. ir. J.J. van Meel hebben ons begeleid met het Programma van Eisen. Ir. C. Krebbers heeft ons tevens begeleid met de optimalisatie opdrachten, samen met ir. R.P. de Graaf. Daarnaast hebben we colleges genoten van ir. P. Stojanovic, dr. ir. D.J.M. van der Voordt en ir. arch. H.J.M. Vande Putte. Programma, Ontwerp en Projectmanagement BK6R050 2
Inhoudsopgave Voorwoord...2 Inhoudsopgave...3 Inleiding...4 Het PvE in het algemeen...5 De onderwijsvorm van het PvE...5 Ons PvE...6 Modeltechniek in het algemeen...6 De onderwijsvorm van de modeltechniek...7 Ons model...7 Wat is een goed PvE?...8 Het PvE in het ontwerpproces...8 Tijdsnood...8 Tot slot...9 Programma, Ontwerp en Projectmanagement BK6R050 3
Inleiding Het keuzevak Programma, Ontwerp & Projectmanagement bestaat eigenlijk uit twee onderdelen, het opstellen van een Programma van Eisen en optimalisatie opdrachten met behulp van wiskundige modellen. Beide onderdelen werden begeleid tijdens practica en toegelicht met behulp van ondersteunende colleges. In dit essay zullen wij een beschouwing geven op de verschillende onderdelen uit dit keuzevak. Het essay geeft een reflectie op de onderwijsvorm, het vakgebied in het algemeen en op het door ons geleverde werk. Aan het einde van het essay, zal er onder het kopje tijdsnood aangegeven worden wat we nog aan het PvE hadden willen veranderen indien we meer hiervoor meer tijd hadden gehad. Programma, Ontwerp en Projectmanagement BK6R050 4
Het PvE in het algemeen Na 5 bachelorsemesters op de faculteit Bouwkunde te hebben doorlopen, waren wij beide tot de conclusie gekomen dat er tijdens de ontwerpopdrachten veel te weinig aandacht aan een goed onderbouwd Programma van Eisen wordt besteed. Er wordt te weinig onderzoek gedaan naar de eisen en randvoorwaarden waaraan het gebouw moet voldoen en de reden en het doel van het ontwerp blijven vaak onduidelijk. Hierdoor worden ontwerpbeslissingen slecht onderbouwd. Omdat Bouwkunde een Universitaire studie is, zijn wij van mening, dat ontwerpbeslissingen wetenschappelijk onderbouwd moeten kunnen worden. De onderwijsvorm van het PvE Het Programma van Eisen onderdeel werd in de eerste collegeweek toegelicht. Toch bleef voor ons lange tijd onduidelijk hoe we het opstellen van een PvE aan moesten pakken en wat voor informatie we nu precies in het PvE moesten verwerken. Omdat wij de bioscoop uit interesse hadden gekozen, konden we moeilijk aan informatie komen, waardoor we een langzame start hadden gemaakt. Een toelichting met behulp van voorbeeldprojecten had ons vanaf het begin een beter beeld kunnen geven van hoe het PvE er uit kan of moet zien. Na het inkijken van enkele voorbeeldprojecten bij Theo van der Voordt, kregen we dan ook een goed beeld van het product dat we moesten leveren. Desondanks bleef het lastig relevante informatie te vinden over de eisen van een bioscoopcomplex. Bioscoopexploitanten waren niet bereid om ons informatie te verschaffen, in verband met de mogelijkheid tot uitlekken van informatie naar concurrenten. Na het vinden van informatie van de Nederlandse Vereniging van Bioscoopexploitanten (NVB) kwamen we op het goede spoor, we konden hierin veel eisen vinden met betrekking tot de bioscoopzaal en de projectiecabine. Hierna hebben we toch nog ruim voldoende gegevens kunnen verzamelen om tot een goed PvE te komen. De tussenpresentaties waren een goede oefening voor de uiteindelijke eindpresentatie. Het was alleen moeilijk te bepalen welke informatie we wel en welke we niet in de tussenpresentaties moesten plaatsen, om geen oersaaie presentatie te krijgen en toch te laten zien hoe ver we gevorderd waren. Om hier een beter beeld van te krijgen hadden de docenten de PvE's tussentijds in kunnen zien, zodat ze een beter beeld van de vorderingen hadden kunnen krijgen om hier commentaar op te leveren. De tussenpresentaties gaven geen goede weergave van de vorderingen op het gebied van het verslag. Programma, Ontwerp en Projectmanagement BK6R050 5
Ons PvE We hebben voor het bioscoopcomplex op de Spuimarkt in Den Haag gekozen omdat het ons een interessant project leek, in onze ogen was een bioscoopcomplex een goede oefening om een PvE te schrijven, het heeft eisen op het gebied van stedebouw, logistiek, organisatie en techniek. We verwachtten een hoop eisen te vinden die aan een bioscoopgebouw verbonden zijn. Omdat dit bioscoopcomplex onderdeel uitmaakt van een groter complex met verschillende functies, bleek het op stedenbouwkundig niveau meer tijd te kosten dan we in eerste instantie verwacht hadden, het gebouw staat midden in het centrum van Den Haag en om die reden ben je sterk bezig een binnenstad te ontwerpen in plaats van een bioscoopgebouw op zich. Vanuit de gemeente is de bioscoop namelijk bedoeld als trekker voor de andere functies in de binnenstad, om de binnenstad te verlevendigen op plaatsen waar dit nodig is. Daarbij kwam op stedenbouwkundig gebied een hoop kijken, zoals de relaties tussen het winkelcentrum en de cafés met de bioscoop en de relatie van de gevel van de bioscoop met de straat. De eis van het bouwen van een nieuw bioscoopgebouw in het centrum van Den Haag om de stad te verlevendigen, hebben wij vanuit de gemeente overgenomen. Bij de presentatie werd hier commentaar op gegeven. De plaatsing van een nieuw bioscoopgebouw hoeft de stad niet perse te verlevendigen en bovendien kan het negatieve gevolgen hebben voor een ander deel van de binnenstad waar een bioscoop de nieuwe concurrentie mogelijk niet aankan. Dit soort informatie vanuit de gemeente neem je snel over, zonder er goed over na te denken of het ook daadwerkelijk kan werken. Je gaat er vanuit dat dit reeds onderzocht is. Ook op organisatorisch gebied bleek deze bioscoop meer moeilijkheden te vormen dan we verwacht hadden. Ontwerpbeslissingen die we voor ogen hadden, zoals de relatie van het winkelcentrum met de foyer om een wisselwerking te creëren, zijn moeilijk te onderbouwen en vallen daarom te betwijfelen in hun werking. Het zal veel tijd kosten om te onderzoeken of dit daadwerkelijk zal werken zoals bedoeld is. Daarnaast komen er uiteraard een hoop technische eisen bij het ontwerp van een bioscoopgebouw kijken. We hadden echter verwacht hier meer diversiteit en moeilijkheden in aan te treffen. Deze eisen, die vooral terugkomen in de vorm van eisen betreffende de projectiecabine en de zaal, bleken hoofdzakelijk verwerking van standaard gegevens en aanpassingen hierop, om het comfort en de filmbeleving te verbeteren. Modeltechniek in het algemeen Het toepassen van modeltechniek in ontwerpprocessen kan volgens ons een gunstige uitwerking hebben. In de modellen kunnen de kwantitatieve elementen worden geoptimaliseerd. Het is moeilijk om kwaliteiten te optimaliseren omdat deze op gevoelsmatige wijze waarde geeft. Toch is het handig om modeltechnieken toe te passen in het Programma, Ontwerp en Projectmanagement BK6R050 6
ontwerpproces. Men kan dan in het model de hoeveelheden optimaliseren en daarna de kwaliteiten aan de hoeveelheden geven. Zodat geen kostbare tijd wordt besteed aan het vinden van de juiste verdeling van de hoeveelheden maar dat deze tijd wordt besteed aan de kwaliteiten van de hoeveelheden. De onderwijsvorm van de modeltechniek Na een algemene uitleg over de modeltechniek werden we in het begin van het kwartaal enigszins aan onszelf overgelaten, om op een zelfeducatieve wijze de modellen onder de knie te krijgen. De eerste 2 opgaven waren goed te doen en sloten goed op elkaar aan. De overstap naar opdracht 3 kostte echter veel moeite en uiteindelijk kwam niemand uit zichzelf op de oplossing. Na het openbaar maken van de uitwerking was deze opdracht uiteindelijk wel begrijpelijk, maar opdracht 4 vormde een betere oefening om de modeltechniek onder de knie te krijgen. Het had misschien logischer geweest om opgave 3 en 4 om te wisselen, omdat opdracht 4 een geleidelijkere stap naar een complex probleem is. Opdracht 3 is een leuke puzzel van een complex systeem. Het bleef voor ons te lang onduidelijk wat de koppeling van het PvE aan de modeltechniek in het onderwijs moest zijn. Omdat het begin van het kwartaal vooral op de modellen gericht was, leek het alsof hier de nadruk op zou komen te liggen in het gehele kwartaal. Toen het PvE erbij kwam, leek het alsof dit geschreven moest worden ter ondersteuning van de optimalisatie opdracht. Een omschrijving van de inhoud van het vak en een overzicht met de weging van de verschillende opdrachten in het totaalvak, kan hierover een hoop duidelijkheid verschaffen. Ons model In het begin liep het ontwerpen van het model goed. We hadden de restricties voor de zaal en dachten dat we er iets moois van konden maken tot dat we achter wat problemen kwamen. In het model dat wij voor ogen hadden moesten we een aantal endogenen met elkaar vermenigvuldigen wat niet mogelijk is. Op dat moment hadden we besloten om opnieuw te beginnen en een aantal formules anders te schrijven. Gaande weg het uitwerken merkten we steeds vaker op dat alle formules met elkaar te maken hadden. In die zin dat ze allemaal met de hand op te lossen waren. Het uiteindelijk model hebben we niet af gekregen. Maar het idee hoe het uitgewerkt zou moeten worden is er. Programma, Ontwerp en Projectmanagement BK6R050 7
Wat is een goed PvE? De kwaliteit van een PvE is afhankelijk van de functie van het te bouwen gebouw. Het PvE moet het doel dat het bouwwerk gaat vervullen op een onderbouwde manier vormen. In verschillende PvE's kan de nadruk op een ander onderdeel liggen. Zo kan bij het ene gebouw de logistieke werking van een gebouw heel belangrijk zijn, maar bij een ander gebouw zal de nadruk meer op de functionele eisen van bepaalde ruimten gericht zijn. In een goed PvE moeten geen ontwerpbeslissingen worden genomen die de architect te veel in zijn vrijheid beperken. Zo zal bijvoorbeeld de materialisatie van de gevel van een gebouw niet vermeld worden in het PvE. Wel zal er een thermische eis in het PvE worden opgenomen, die van invloed is op de uiteindelijke materialisatie die door de architect wordt gekozen. Een goed PvE leidt het ontwerpproces in goede banen, zonder de architect in zijn artistieke vrijheid te beperken. Het PvE in het ontwerpproces Het PvE is een document dat door het ontwerpproces heen de mogelijkheid heeft om te veranderen. Een architect kan bijvoorbeeld ontwerpoplossingen aandragen, die een andere visie op de eisen geven, hierdoor ontstaat een wisselwerking tussen programmaontwikkeling en planontwikkeling. Er zal dan ook in een ontwerpproces een globaal PvE, een basis PvE, een PvE voor het voorlopig ontwerp, een PvE voor het definitief ontwerp en een definitief PvE gemaakt worden. Het PvE wordt door de architect als richtlijn gebruikt voor zijn ontwerp, er bestaat hierbij de mogelijkheid dat bepaalde eisen niet in het ontwerp van de architect kunnen worden verwerkt, ook dan zijn er aanpassingen nodig aan het PvE. Tijdsnood In het geval we meer tijd hadden gehad na de eindpresentatie, hadden we de onderdelen waar commentaar op was nog aan willen passen. Zo was de relatie van de foyer met het winkelcentrum een te betwijfelen eis. Ook het onderzoeken van de werking van een extra bioscoopgebouw in het centrum van Den Haag is iets wat we graag hadden willen doen, het feit dat de gemeente daar een bioscoop wil, wil niet zeggen dat dit ook daadwerkelijk zal werken zoals zij het verwachten. Het kan namelijk zijn dat het gebouw niet als trekker zal werken en daarnaast kan het een ander deel van de stad rustiger maken, als het concurrerende bioscoopgebouwen ten onder brengt. Programma, Ontwerp en Projectmanagement BK6R050 8
Tot slot Het schrijven van een Programma van Eisen is voor ons een goede oefening geweest. Het was verfrissend om het ontwerpproces eens vanuit een andere kant belicht te zien. Een kant waar op de faculteit Bouwkunde maar weinig aandacht aan besteed wordt. De modelleringopdrachten geven een goed zicht op hoe ontwerpbeslissingen, op een wetenschappelijk onderbouwde wijze, genomen kunnen worden. We hebben veel geleerd dit kwartaal en zien er naar uit, om aan eindwerkstuk van bachelor 6 te beginnen. Het PvE vormt voor ons goede richtlijnen om het initieel ontwerp aan te pakken. Programma, Ontwerp en Projectmanagement BK6R050 9