Fysica aan de koffietafel

Vergelijkbare documenten
Krachtenbalans op zandkorrels

Een glas water uit de ijskast en met ijsklontjes wordt op tafel gezet. De buitenkant wordt nat. Waarom?

Weg met die koffiekringen!

Natuurkunde. Olie-watermengsels ontrafeld. Allemaal een voldoende Natuurkunde van het genoom. Nederlands Tijdschrift voor

Verrassende uitkomsten in stromingen

Burak Eral, Dileep Mampallil, Michel Duits, Dirk van den Ende en Frieder Mugele

Technische Universiteit Eindhoven Tentamen Thermische Fysica II 3NB januari 2013, uur

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Langere vraag over de theorie

Samenvatting voor de leek

Gravitatie en kosmologie

Bliksems. Stefan Kowalczyk

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN FACULTEIT WERKTUIGBOUWKUNDE DIVISIE COMPUTATIONAL AND EXPERIMENTAL MECHANICS

Toelatingstoets havoniveau natuurkunde max. 42 p, vold 24 p

7.1 Het deeltjesmodel

Schriftelijk examen: theorie en oefeningen Fysica: elektromagnetisme

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN FACULTEIT TECHNISCHE NATUURKUNDE GROEP TRANSPORTFYSICA

Samenvatting Inleiding

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN FACULTEIT WERKTUIGBOUWKUNDE DIVISIE COMPUTATIONAL AND EXPERIMENTAL MECHANICS

DE ESSENTIE NA 4 JAAR

Juli blauw Fysica Vraag 1


Chaos in de klassieke mechanica

Temperatuur. Verklaring voor het verschijnsel. Bij de verbranding van het aardgas ontstaat waterdamp. Deze condenseert bij het koude glas.

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Tentamen Fysica: Elektriciteit en Magnetisme (MNW)

Nieuwe resultaten van de zoektocht naar het Higgs deeltje in ATLAS

1. Weten wat potentiaal en potentiaalverschil is 2. Weten wat capaciteit en condensator is 3. Kunnen berekenen van een vervangingscapaciteit

Water laat protonen beven gehydrateerde protonen tonen ultrasnelle bewegingen in vluchtige structuren

Phydrostatisch = gh (6)

Profilering derde graad

Fysica. Een voorwerp wordt op de hoofdas van een dunne bolle lens geplaatst op 30 cm van de lens. De brandpuntsafstand f van de lens is 10 cm.

Uit: Niks relatief. Vincent Icke Contact, 2005

Eindtoets 3BTX1: Thermische Fysica. Datum: 3 juli 2014 Tijd: uur Locatie: paviljoen study hub 2 vak c & d

Het weer. Expertgroep 5 : Donder en bliksem. Naam leerling:... Leden expertgroep:..

De Large Hadron Collider 2.0. Wouter Verkerke (NIKHEF)

Het tentamen levert maximaal 30 punten op, waarvan de verdeling hieronder is aangegeven.

Matthias Van Wonterghem, Pieter Vanhulsel Aluminium en hoge snelheid, een mooie toekomst?

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1977 MAVO4 NATUUR- EN SCHEIKUNDE I. Zie ommezijde. Vrijdag 19 augustus,

1. Langere vraag over de theorie

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN FACULTEIT WERKTUIGBOUWKUNDE DIVISIE COMPUTATIONAL AND EXPERIMENTAL MECHANICS

Langere vraag over de theorie

1 ELECTROSTATICA: Recht toe, recht aan

Tentamen Statistische Thermodynamica MS&T 27/6/08

Samenvatting NaSk Hoofdstuk 6: Stoffen en Moleculen

Gravitatie en kosmologie

Theory DutchBE (Belgium) De grote hadronen botsingsmachine (LHC) (10 punten)

Geleid herontdekken van de golffunctie

De lichtsnelheid kromt de ruimte. Mogelijke verklaring voor de grens van het heelal

Juli geel Fysica Vraag 1

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN FACULTEIT WERKTUIGBOUWKUNDE

7 College 01/12: Electrische velden, Wet van Gauss

Tentamen Warmte-overdracht

Gravitatie en kosmologie

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN. Tentamen OGO Fysisch Experimenteren voor minor AP (3MN10) Tentamen Inleiding Experimentele Fysica (3AA10)

Eindexamen wiskunde B1-2 vwo 2005-I

Supersymmetric Lattice Models. Field Theory Correspondence, Integrabillity T.B. Fokkema

Structuur, vorm en dynamica van biologische membranen

Juli blauw Vraag 1. Fysica

Eindronde Natuurkunde Olympiade 2015 theorietoets deel 1

GridPix: Development and Characterisation of a Gaseous Tracking Detector W.J.C. Koppert

Technische Universiteit Eindhoven Tentamen Thermische Fysica II 3NB augustus 2011, uur

Schriftelijk examen: theorie en oefeningen Fysica: elektromagnetisme

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Dinsdag 31 mei uur

Schriftelijk examen 2e Ba Biologie Fysica: elektromagnetisme

SEMESTER 1, BLOK B SIMULATIE

Oefeningenexamen Fysica 2 1ste zit

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Biomedische Technologie, groep Cardiovasculaire Biomechanica

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

1ste ronde van de 19de Vlaamse Fysica Olympiade 1. = kx. = mgh. E k F A. l A. ρ water = 1, kg/m 3 ( θ = 4 C ) c water = 4, J/(kg.

Sinds de jaren 70 zijn wetenschappers bezorgd om de vervuiling van onze oceanen door allerhande plastiek afval. De laatste 10 jaar loopt het echt uit

Het modelleren van een onvolkomen put met een meerlagenmodel

Technische Universiteit Eindhoven Tentamen Thermische Fysica II 3NB65. 5 juli 2013, uur

Trillingen en geluid wiskundig

Thema 2 Materiaal uit de natuur

2 Samenvatting symmetrie en symmetriebreking. Symmetrieën zijn nauw verbonden met behoudswetten. Zo impliceert translatiesymmetrie het behoud van impu

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN FACULTEIT WERKTUIGBOUWKUNDE DIVISIE COMPUTATIONAL AND EXPERIMENTAL MECHANICS

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Temperatuur. Verklaring voor het verschijnsel. Bij de verbranding van het aardgas ontstaat waterdamp. Deze condenseert bij het koude glas.

QUANTUMFYSICA FOTOSYNTHESE. Naam: Klas: Datum:

Elementaire Deeltjesfysica

Eindexamen wiskunde B1-2 vwo 2005-I

TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME

Samenvatting. Watergeweld bij offshore constructies

Langere vraag over de theorie

Ontwikkeling van 2D en 3D Monte Carlo Algoritmes om Ionentransport te Simuleren in Isotrope en Anisotrope Media.

Samenvatting. Samenvatting

/14 /28 /28 /30 /100. Naam:.. Studentnr.:.. Resultaten: Totaal: Opgave 1 Opgave 2 Opgave 3 Opgave 4

Three-Dimensional Visualization of Contact Networks in Granular Material C.E. Carpentier

Hertentamen Statistische en Thermische Fysica II Woensdag 14 februari 2007 Duur: 3 uur

Hoofdstuk 22 De Wet van Gauss

Coaxial Plasmonic Metamaterials for Visible Light M.A. van de Haar

NATUURKUNDE 8 29/04/2011 KLAS 5 INHAALPROEFWERK HOOFDSTUK

Bevochtiging, golven. Het grensvlak in ontmengde colloïd-polymeer-systemen

TU/e Bachelor College Collegejaar Ik droom van het opwekken van schone energie. Bachelor College

XXX INTERNATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE PADUA, ITALIË THEORIE-TOETS

Examen theorie Warmte- en Verbrandingstechniek

tentamen stromingsleer (wb1225), Faculteit 3mE, TU Delft, 28 juni 2011, u

Werkstuk Natuurkunde Het Higgsboson

Transcriptie:

Fysica aan de koffietafel Orde en wanorde in koffiekringen Iedereen kent de typische vlek die achterblijft als een druppel gemorste koffie verdampt is. Je ziet dan een lichte vlek met daaromheen een donkere rand die bestaat uit de koffiedeeltjes. Dit alledaagse verschijnsel is eigenlijk heel opmerkelijk: hoe kan het dat de koffiedeeltjes, die in het begin gelijkmatig over de gehele druppel verspreid waren, zich uiteindelijk allemaal ophopen in een kring? Het bestuderen van de stroomsnelheid en -richting van opgeloste deeltjes met een vaste grootte in een verdampende druppel biedt de oplossing. De gevormde kringen blijken bovendien een bijzondere stapeling van deeltjes te hebben. Hanneke Gelderblom, Álvaro G. Marín, Detlef Lohse en Jacco H. Snoeijer 22 Donkere kringen In een vers gemorste druppel koffie zijn de koffiedeeltjes gelijkmatig verdeeld over de vloeistof. Wanneer het water in de koffie gaat verdampen, blijven de koffiedeeltjes achter in een donkere kring (figuur 1). Blijkbaar zijn deze deeltjes dus verplaatst tijdens het verdampen van de druppel. Het koffievlekprobleem is voor het eerst onderzocht door Robert Deegan aan de universiteit van Chicago [1]. Deegan en zijn collega s ontdekten dat in een verdampende druppel een sterke vloeistofstroom naar de buitenste rand, de contactlijn van de druppel, ontstaat. Deze stroom neemt de koffiedeeltjes mee. Wanneer al het water is verdampt, blijven de koffiedeeltjes als een kring achter op de tafel. Hoewel de verklaring voor het ontstaan van koffiekringen dus al eerder gegeven is, is de dynamica van hun vorming nooit eerder onderzocht. Met een geavanceerde experimentele techniek, genaamd micro-particle image velocimetry (μ-piv), zijn we in staat geweest het snelheidsveld van de deeltjes in een verdampende druppel te meten en hun gedrag te volgen in de tijd [2]. We filmden hiervoor de druppel van onderen, door een glasplaatje. In dit experiment gebruikten we geen echte koffie, maar water waarin kleine polystyreendeeltjes met een vaste, bekende grootte (van één micrometer) waren opgelost. Een dergelijke oplossing van kleine deeltjes in een vloeistof wordt een colloïdale oplossing Figuur 1 genoemd. Het filmpje [3] dat we van deze verdampende koffiedruppels maakten, leidde tot twee verrassende inzichten. Ten eerste bleek het overgrote deel van de koffiekring zich pas op het allerlaatste moment van het verdampingsproces te vormen. Ten Koffievlekken met hun karakteristieke donkere kringen op het tafelblad.

Singulariteiten De scherpe punt van een bliksemafleider heeft een aanzuigende werking op de bliksem. Aardappelpartjes die te lang in de oven staan, branden het eerst aan op de scherpe randjes. Ook watermoleculen van koffiedruppels verdampen het snelst aan de rand. Opmerkelijk genoeg is het mechanisme dat aan de oorsprong ligt van deze verschijnselen identiek: scherpe punten, hoeken en randen leiden vaak tot bijzondere, singuliere fysica. In het geval van koffiedruppels wordt de scherpe hoek aan de contactlijn het best zichtbaar wanneer de ondergrond spiegelend is, zoals in figuur 3a. De limiterende factor voor het verdampingsproces is de snelheid waarmee watermoleculen worden afgevoerd door diffusie in de omringende lucht. De sterkte van deze verdampingsflux J wordt bepaald door de gradiënt van waterdampconcentratie c, als J = D c (A1) Hierbij is D de diffusieconstante van waterdamp in lucht. Massabehoud legt op dat J =0, zodat in combinatie met (A1) de dampconcentratie in de lucht voldoet aan de klassieke Laplacevergelijking: 2 c =0 (A2) De randvoorwaarde op het grensvlak van water en lucht is dat de lucht verzadigd is met waterdamp en daar een constante waarde c max heeft. De randvoorwaarde op het vaste oppervlak (de tafel) is dat deze ondoordringbaar is voor waterdamp. Wiskundig gezien is dit hetzelfde als veronderstellen dat het probleem symmetrisch is ten opzichte van het tafelblad. We concentreren ons op het gedrag in de buurt van de contactlijn, waar de vorm van de waterdruppel kan worden benaderd door een tweedimensionale wig met hoek 2θ. We introduceren polaire coördinaten ρ en φ, als in figuur 2. De positie van de contactlijn ligt dan op ρ = 0. De algemene oplossing van de Laplacevergelijking in een wig is van de vorm c(r, φ) =c max + ρ λ (Asinλφ + Bcosλφ) (A3) De randvoorwaarde bepaalt de toegestane waarden van de exponent λ. Namelijk, de verzadigde damp legt op c(ρ,θ) = c max en door spiegelsymmetrie dus ook c(ρ,2π - θ ) = c max. Na wat elementaire algebra blijkt dat aan deze voorwaarde alleen kan worden voldaan wanneer λ = kπ, waarbij k = 1,2,3,... (A4) 2(π θ) In de buurt van de contactlijn, voor kleine waarden van ρ, wordt de oplossing gedomineerd door de kleinst mogelijke waarde van de exponent, oftewel k = 1. De oplossing voor θ = 10 is geschetst in figuur 2. Het is duidelijk dat de iso-c-lijnen steeds dichter op elkaar komen te liggen in de buurt van de scherpe hoek. Dit werkt volgens exact hetzelfde principe als de elektrische potentiaal rondom een bliksemafleider, die ook voldoet aan de Laplacevergelijking. Als gevolg hiervan is de verdampingsflux J singulier in de hoek, net zoals de elektrische veldsterkte E divergeert op de rand van een bliksemafleider. De singulariteit is het sterkst voor kleine hoeken, waar de flux schaalt als J D/ ρ, en dus divergeert voor ρ 0. 23 a ρ b θ φ=θ φ=2π-θ Figuur 2 a) Een schets van de iso-concentratielijnen rond een gespiegelde druppel die een contacthoek van 10 met het tafelblad maakt. Te zien is hoe de iso-c-lijnen steeds dichter op elkaar komen te liggen in de buurt van de scherpe hoek. b) Ter vergelijking: de scherpe punten van aardappelpartjes verbranden in de oven het eerst [6]. tweede zagen we een zeer opvallende structuur in de achterblijvende kring van deeltjes: deeltjes in de buitenste rand bleken keurig geordend in een kristalstructuur, terwijl aan de binnenkant sprake was van grote wanorde (figuur 3). Singuliere verdamping De stroming van vloeistof door de druppel wordt veroorzaakt door de verdamping van vloeistof aan het druppeloppervlak. De verdamping van een druppel koffie die op tafel ligt, vormt een uiterst curieus wiskundig probleem. Je zou misschien verwachten dat de verdamping uniform over het oppervlak van de druppel plaatsvindt. Echter, watermoleculen blijken het snelst te verdampen aan de contactlijn, door de puntige geometrie van de druppel (zie kader januari 2012 Nederlands Tijdschrift voor Natuurkunde

24 De hoeveelheid massa die verdampt, moet gelijk zijn aan de verandering van massa van de druppel. Dit principe kunnen we gebruiken om de stroming in de druppel te berekenen. Hiertoe delen we de druppel op in kleine infinitesimale volume-elementjes (ringvormige elementen op een radiale afstand r van het midden van de druppel, zie figuur 4). Voor elk van deze elementen afzonderlijk geldt de massabehoudswet ook. De afname van de hoeveelheid massa in zo n volume-element moet gelijk zijn aan de verdampingsflux door het oppervlak van het element plus de netto massastroom uit het element (naar de buurelementen toe). Wiskundig kunnen we dit uitdrukken met de volgende balanswet: h t = J 0 1 Q r r De afname in hoogte h van de volume-elementen is dus gelijk aan de verdampingsflux J o door het oppervlak van de elementen plus de netto uitstroom. Door integratie van (B1) kan een uitdrukking voor de volumestroom Q gevonden worden. De stroomsnelheid volgt dan uit (1). Figuur 3 Singulariteiten), die goed zichtbaar wordt wanneer je de druppel spiegelt zoals in figuur 2a. De grote hoeveelheid vloeistof die vanaf de contactlijn verdampt, moet van binnenuit aangevuld worden (figuur 4). Dit zorgt ervoor dat er een vloeistofstroming naar de contactlijn op gang komt, die de koffiedeeltjes meevoert. Hoeveel vloeistof er stroomt, is eenvoudig te berekenen uit massabehoud wanneer je de verdampingssnelheid van de druppel kent (zie kader Massabehoud). Massabehoud (B1) a) Een druppel nepkoffie, water met polystyreenbolletjes van 1 micrometer groot, op een glasplaatje. b) De kring die achterblijft als het water is verdampt. c) Dezelfde kring 50 maal uitvergroot. In de buitenste rand hebben deeltjes een kristallijne structuur, terwijl verder naar binnen sprake is van wanorde. d) De kring nog eens tweemaal ingezoomd, zodat de kristallijne structuur van de deeltjes beter te zien is. Spitsuur Waarom vormt het grootste deel van de koffiekring zich pas op het allerlaatst? De verdampingssnelheid van de druppel is ongeveer constant in de tijd. Dit veroorzaakt een eveneens constante volumestroom, Q, naar de contactlijn van de druppel. Echter, hoewel de hoeveelheid vloeistof die per tijdseenheid verdampt dus niet verandert, wordt de druppel zelf wel steeds dunner in de loop van de tijd. Dat betekent dat eenzelfde volume vloeistof per tijdseenheid, Q, door een oppervlakje geperst moet worden dat steeds kleiner wordt (figuur 4). Dit kan alleen als de stroomsnelheid van de vloeistof, u, toeneemt, immers u Q/h (1) waarbij h de lokale druppelhoogte is. Iets vergelijkbaars merk je wanneer je je tuin staat te sproeien en je in de tuinslang knijpt: als je het uiteinde van de slang dunner maakt, pers je eenzelfde hoeveelheid water door een nauwere opening en neemt stroomsnelheid van het water toe. In theorie zou de stroomsnelheid in een verdampende druppel zelfs oneindig groot moeten worden in de limiet waarin de druppel oneindig dun wordt (druppelhoogte h gaat dan immers naar 0), met andere woorden, de snelheid divergeert. Deze kritische fase van de druppelverdamping, waarin de koffiedeeltjes met hoge snelheid richting de contactlijn stromen, noemen we het spitsuur. In figuur 5 laten we zien dat onze theoretische beschrijving van de vloeistofsnelheid en de spitsuurfase perfect overeenkomt met onze experimentele μ-piv data. Orde of wanorde? De spitsuurfase van de druppelverdamping is allesbepalend voor de structuur van de resterende koffiekring. De buitenste rand van de kring is het vroegst in het verdampingsproces gevormd, wanneer de stroomsnelheid van de koffiedeeltjes laag is. Deze rand heeft een geordende, kristallijne structuur (figuur 3c en 3d). Het binnenste, wanordelijke deel van de kring is later gevormd, tijdens de spitsuurfase, waarin deeltjes met hoge snelheid de contactlijn bereikten. Wat gebeurt er met een deeltje wanneer het de contactlijn bereikt? Kennelijk zien alleen deeltjes die langzaam arriveren kans om zich te ordenen. De verklaring hiervoor ligt in de bewegingen die de kleine koffiedeeltjes maken ten gevolge van thermische fluctuaties: de Brownse beweging van de deeltjes. Als een deeltje bij de contactlijn aankomt, zal het niet direct op een vaste plaats blijven zitten: de Brownse beweging van het deeltje zorgt ervoor dat het deeltje nabijgelegen posities kan verkennen, tot het de optimale positie in het kristal gevonden heeft. Echter, tijdens het spitsuur wordt een deeltje al klemgezet door andere in-

komende deeltjes voordat het de optimale positie gevonden heeft. In dat geval kan zich geen kristalstructuur vormen, maar ontstaat een wanordelijke structuur. De overgang van ordelijke naar wanordelijke structuren is te voorspellen door het vergelijken van twee tijdschalen. De karakteristieke tijdschaal waarop een deeltje zich ordent is de diffusietijdschaal t D, gegeven door t D = d 2 p /D, waarbij d p de deeltjesgrootte is, en D de diffusieconstante voor de deeltjes in water. De karakteristieke tijd die beschikbaar is om te ordenen voordat een nieuw deeltje arriveert, is de hydrodynamische tijdschaal t H = L/u, waarbij L de typische afstand tussen de deeltjes is, afhankelijk van hun concentratie, en u de snelheid waarmee ze naar de contactlijn bewegen. Een kritische snelheid u c wordt gevonden wanneer deze twee tijdschalen (diffusie en hydrodynamisch) gelijk zijn aan elkaar: u c = LD/d 2 p. Deeltjes die met een lagere snelheid dan deze u c aankomen hebben tijd om zich te ordenen en zullen tot de kristallijne fase behoren, terwijl deeltjes die met hogere snelheid arriveren de wanordelijke fase vormen (figuur 5). Met dit model kunnen we precies berekenen waar de overgang van orde naar wanorde zal optreden. Deze voorspelling komt goed overeen met experimenten waarbij we de deeltjesgrootte en -concentratie varieerden. Perspectief Het koffievlekprobleem is een hot topic in de hedendaagse fysica, niet alleen vanwege de alledaagsheid, maar ook vanwege de industriële toepassingen. In sommige vakgebieden is de vorming van kringstructuren tijdens het verdampen van oplossingen een Álvaro G. Marín is afgestudeerd aan de Aeronautical Engineering School of Seville (Spanje) in 2003. Van 2008 tot 2011 werkte hij als Postdoc in de Physics of Fluids groep aan de Universiteit Twente. Momenteel werkt hij aan het Institute for Aeronautics and Fluid Mechanics in Neubiberg (München), waar hij vloeistofstroming op kleine schalen bestudeert met geavanceerde velocimetry-technieken. Hanneke Gelderblom promoveert bij de Physics of Fluids groep aan de Universiteit Twente. Ze studeerde Biomedische Technologie aan de Technische Universiteit Eindhoven en is in 2009 afgestudeerd bij Frans van de Vosse op het meten van bloedstroming in de kransslagaderen. Haar promotieonderzoek bij Detlef Lohse en Jacco Snoeijer gaat over druppelverdamping. h.gelderblom@tnw.utwente.nl Figuur 4 Figuur 5 a) Tijdens het verdampingsproces blijft de rand (contactlijn) van de druppel op een vaste plek zitten. De verdamping vanaf het druppeloppervlak veroorzaakt een stroming naar de contactlijn van de druppel. b) Als de verdampende druppel dunner wordt, moet dezelfde hoeveelheid vloeistof door een steeds nauwere opening worden geperst. De stroomsnelheid van de vloeistof neemt dan toe. Een plot van experimenteel gemeten vloeistofsnelheden in de druppel in de tijd. Het model (doorgetrokken lijn) beschrijft nauwkeurig de enorme snelheidstoename tijdens de spitsuurfase. Op de as is t c aangeduid, het tijdstip waarop de kritische snelheid u c bereikt wordt. Deeltjes die met een lagere snelheid (dus voor tijdstip t c ) aankomen, vormen het geordende deel van de koffiekring, deeltjes die met hogere snelheid arriveren het wanordelijke deel. probleem dat men wil voorkomen, zoals bijvoorbeeld in de inkjet printingen coatingindustrie. Recent onderzoek toont aan dat de kringvorming onderdrukt kan worden door gebruik te maken van niet-sferische deeltjes [4] of sterke elektrische velden [5]. Anderzijds wordt het verdampen van colloïdale oplossingen juist als techniek gebruikt om bijvoorbeeld minuscule kristalstructuren te vormen op chips. Ons onderzoek toont hoe stroming van een vloeistof met deeltjes de depositie van kleine structuren bepaalt. Deze kennis kan gebruikt worden om te voorspellen en te controleren wat voor structuur er gevormd zal worden. De grote open vraag die nog resteert in het koffievlekkenveld is het 3D-plaatje van de deeltjesdepositie bij de contactlijn. In ons experiment hebben we slechts in een vlak de depositie in de tijd kunnen volgen, maar hoe stapelen de deeltjes zich in de hoogte? Referenties 1 R. D. Deegan, O. Bakajin, T. Dupont, G. Huber, S. Nagel en T. Witten, Nature 389, 827 (1997). 2 A. G. Marín, H. Gelderblom, D. Lohse 25 januari 2012 Nederlands Tijdschrift voor Natuurkunde

Detlef Lohse promoveerde in 1992 aan de Universiteit Marburg. Sinds 1998 is hij hoogleraar Physics of Fluids aan de Universiteit Twente. Onderwerpen in zijn onderzoeksgroep zijn turbulentie en twee-fasenstroming, micro- en nanofluidics, medische toepassingen van bellen en granulaire materie. en J.H. Snoeijer, Phys. Rev. Lett. 107, 085502 (2011). 3 www.youtube.com/watch?v=bn ku2078kg0&feature=channel_video_title. 4 P. J. Yunker, T. Still, M. A. Lohr en A.G. Yodh, Nature 476, 308 (2011). 5 H. B. Eral, D. Mampallil Augustine, M. H. G. Duits en F. Mugele, Soft Matter 7 (2011). 6 L. Bocquet, Am. J. Phys. 75 (2007). Jacco Snoeijer is als UHD werkzaam bij de Physics of Fluids groep aan de Universiteit Twente. Na zijn studie Technische Natuurkunde in Twente, promoveerde Jacco in Leiden bij Wim van Saarloos en Martin van Hecke op de statistische fysica van granulaire media. Na postdocs aan de ESPCI in Parijs en aan de universiteit van Bristol ligt zijn huidige interesse op het gebied van druppels en andere capillaire verschijnselen. 26