ontwikkelingen sociaal domein

Vergelijkbare documenten
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

iiníîiiiui VMC 19 ' JUL 2013 /n stuk j i IVÌ l? Ñ, reēkš7vfwrĩľľ (070) juli 2013 vitale lokale samenleving \JQ X 13/065

Nieuwsflits 16 Aandacht voor iedereen. Hervorming Langdurige Zorg en Zorgakkoord. 8 mei 2013

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus EA Den Haag

Tweede Kamer der Staten-Generaal

ons kenmerk BAOZW/U Lbr. 13/020

Visie/Uitgangspunten sociaal domein regio Alblasserwaard/Vijfheerenlanden

Verbinding beschut werk en dagbesteding

Overlegresultaat langdurige zorg en ondersteuning: vragen & antwoorden

Zozijn en de Stelselwijzigingen. Zozijn participeert!

verzorging Ion in 2014 via de AWBZ volledig beroep worden gedaan. Dit betekent dat er voor de burger op dit vlak vooralsnog niets veranderd.

DECENTRALISATIES SOCIAAL DOMEIN. Raadsvoorstellen 2014

ons kenmerk BB/U Lbr. 13/015

Hervorming Langdurige Zorg. Rian van de Schoot expert wijkgericht werken Vilans

Nieuwsflits 16 - Aandacht voor iedereen

Onderwerp: Impact Sociaal Akkoord voor de Participatiewet

ons kenmerk BB/U Lbr. 13/109


De drie decentralisaties, Holland Rijnland en de gemeente Teylingen. Presentatie Commissie Welzijn 5 maart 2012

presentatie aan de raadscommissie Samenleving van de gemeente Brielle door Pascalevan der Wekken, interim beleidsmedewerker Jeugd op 22 mei 2013

Veranderingen in delangdurige zorg, toegespitst op de begeleiding

Sturen op de transformatie van het sociale domein. Samenhangend beleid voor de 3 decentralisaties

Het sociaal domein. Renate Richters Els van Enckevort

Veranderingen in de zorg

De bibliotheek actief in het sociale domein. Veranderende wetten en de rol van de bibliotheek daarbij

Financiën Sociaal Domein

Regeerakkoord bruggen slaan en de transitie AWBZ

Burgemeester en Wethouders

De gevolgen van het regeerakkoord VVD-PvdA 2012 voor het thema zorg.

Transitie sociaal domein Haarlem Basisinfrastructuur, subsidies en inkoop

Aan het college van burgemeester en wethouders van de 27 Friese gemeenten

en compensatieregelingen

Presentatie inforaad 23 mei 2013 Decentralisaties

De bibliotheek actief in het sociale domein. Veranderende wetten en de rol van de bibliotheek daarbij

PAOG nascholing JGZ Integrale Aanpak Jeugdzorg Eerder, sneller, beter en goedkoper

Bijlage 3: Overzicht ontwikkelingen

Sturen op de transformatie van het sociale domein. Samenhangend beleid voor de 3 decentralisaties

Portefeuillehouder: W. Zorge Behandelend ambtenaar Tina Bollin, (t.a.v. Tina Bollin)

Kompassie met elkaar Wmo maart 2014 Jacqueline van der Bos Inge van Dommelen

STANDPUNT EN PLEIDOOI OVER EXTRAMURALE BEGELEIDING

Transformaties in rijks- en lokaal beleid. 19 september 2013 Jolanda Verbiesen

Zorg en Ondersteuning aan mensen met een verstandelijke beperking. Wat verandert er in de zorg in 2015

Wmo 2015 door Tweede Kamer

Op Eigen Kracht 3 decentralisaties

De wereld van het sociaal domein. Raadsbijeenkomst 28 januari 2014 Eerste bespreking beleidsplannen en De Verbinding

INS & OUTS VAN DE WMO ROL VAN GEMEENTEN KANSEN VOOR FYSIOTHERAPEUTEN

Visie en uitgangspunten (1)

Wmo bijeenkomst PIANOo Zwanet van Kooten

Stadskanaal: Samen met de burger Integraal beleidskader Sociaal Domein

Transitie AWBZ in regio Brabant Noordoost - Oost

BELEIDSKADER SOCIAAL DOMEIN (NIEUWE WMO EN JEUGDWET)

ons kenmerk BB/U Lbr. 13/035

Onderwerp: Gemeentelijke opschaling, regionale samenwerking en decentralisaties

3D s. Gevolgen van decentralisaties voor gemeenten. Gewestelijke vergadering PvdA Zuid-Holland

Onderwerp Meedoen mogelijk maken, kadernota participatiewet Versienummer 1

Ontwikkelingen in het sociale domein

De drie decentralisaties en de positionering van gemeenten. Het perspectief van MEE organisaties 22 mei 2012

Veranderingen rond werk en zorg. Informatie voor ouders van kinderen in het praktijkonderwijs en voortgezet speciaal onderwijs

Het sociale domein in verandering. Kansen voor verbetering

De Wmo en de decentralisaties

Visie decentralisatie AWBZ extramurale begeleiding

Er komt zo snel mogelijk, na vaststelling van de verordening, een publieksversie, waarin de verschillende onderdelen worden uitgewerkt.

Gemeenten krijgen vanaf 2015 veel meer verantwoordelijkheid:

Presentatie stand van zaken bovenlokale samenwerking sociaal domein

Een eerste inzicht in het budget voor de Wmo Inleiding

Innovatiebudget Sociaal Domein gemeente Arnhem

De Wmo en de decentralisaties

Startbijeenkomst Decentralisatie AWBZ A2-gemeenten

Participatiewet en de lokale invulling. Presentatie aan de raad van de Gemeente Oude IJsselstreek Prof. Dr. Rob van Eijbergen

Regionale visie op welzijn. Brabant Noordoost-oost

Samenvatting concept beleidskader gebundelde krachten

Informerende bijeenkomst Participatiewet. voor gemeenteraadsleden West-Friesland. Woensdag 14 mei 2014 Maandag 26 mei 2014

Toelichting Participatiewet Raadsbijeenkomst

De Zijl Bedrijven Van sociale werkvoorziening tot Brug naar Werk. Jan-Jaap de Haan Wethouder Leiden

DE VERKIEZINGEN STAAN

Raadsmededeling - openbaar

Nieuw model voor Maatschappelijke Ondersteuning. Hans Weggemans 12 november 2014

Planning decentralisaties sociaal Bijlage(n) 1. Verzonden 29 oktober 2013 Uw brief van. Bij antwoord datum, kenmerk en onderwerp vermelden

Veranderingen in het sociale domein en de rol van kerken Samenvatting

Decentralisatie van de AWBZ en de nieuwe Wmo: wat betekent dit voor ouderen

Factsheet Wmo Drechtsteden. Met elkaar voor elkaar zorgen. Dichtbij en toegankelijk

Toegang tot de zorg: hoe is het geregeld en hoe loopt het in de praktijk?

Decentralisatie begeleiding naar gemeenten Wat houdt het in? Wat gaat er veranderen?

Nieuwsbrief Sociaal Domein Kop van Noord-Holland

WELKOM Informatiebijeenkomst wetsvoorstel jeugd

Masterclass Aan de slag met zorgverzekeraars hoe organiseer ik dat

Aandacht voor iedereen

Informatieavond Beleidsstukken Wmo 2015 en Jeugdwet

opzet quick scan financiële risico s decentralisatie jeugdzorg

Registratienummer: GF Datum collegebesluit: 3 juni 2014 Agendapunt: 3

RAADSVOORSTEL Kaderstellend en besluitvormend. Aan de Raad Agenda nr. 6 Vaststellen concept Strategische Kadernotitie Participatiewet Peelregio.

Een hoop nieuwe verantwoordelijkheden. Decentralisaties in het Sociaal Maatschappelijk Domein

Transitieavond Maandag 16 april uur uur. 1.Inleiding 2.Jeugdzorg 3.AWBZ 4.WWNV

Decentralisaties Sociaal Domein en de gevolgen voor de P en O functie

Onderzoeksopzet decentralisaties sociale domein gemeente Nijkerk

TransformatieSociaalDomein

Transities in vogelvlucht de hervorming van de langdurige zorg. ZorgImpuls maart 2015 versie gemeente Rotterdam

naar een nieuw Wmo-beleidsplan

ECGF/U Lbr. 13/106

De rol van de bibliotheek in het sociaal domein

Transcriptie:

ontwikkelingen sociaal domein Stand van zaken drie decentralisaties 13 juni 2013

3 Inleiding De contouren van de decentralisaties in het sociaal domein (werk, zorg en jeugd) worden steeds duidelijker. Terwijl het wetgevingsproces nog in volle gang is, zijn gemeenten zich al op aan het maken voor deze grote verantwoordelijkheden. Met dit informatieboekje verschaffen wij u in vogelvlucht de laatste stand van zaken. Wij beschrijven kort wat de decentralisaties inhouden en wat de laatste ontwikkelingen zijn. Daarna is weergegeven we wat het kabinet met deze decentralisaties beoogd en wat gemeenten daarvan vinden. Tot slot zijn enkele belangrijke vraagstukken die wij in onze adviespraktijk tegenkomen beschreven. Wij hopen u met dit boekje inzicht te geven in de 3D s. Met vriendelijke groet, Berenschot B.V.

4

5 Inhoud Inleiding................................................................................... 3 1. De decentralisaties in het sociaal domein......................................... 7 1a. Werk en inkomen............................................................. 7 1b. Zorg............................................................................ 10 1c. Jeugdzorg....................................................................... 13 2. Wat vinden kabinet en gemeenten?.............................................. 17 3. Vraagstukken........................................................................ 23 4. Website met meer informatie..................................................... 27

6

7 1. De decentralisaties in het sociaal domein Sociaal domein Met de decentralisaties in het sociaal domein worden gemeenten verantwoordelijk voor de ondersteuning en dienstverlening aan een grotere groep inwoners. Het kabinet heeft aangekondigd dat de gemeenten daarbij veel beleidsvrijheid krijgen, al worden met de decentralisaties ook extra bezuinigingen gerealiseerd. Eén gezin, één plan, één regisseur is het uitgangspunt bij de decentralisaties in het sociaal domein: bij de Participatiewet, de overheveling van Begeleiding en Persoonlijke Verzorging van de algemene wet bijzondere ziektekosten (AWBZ) naar de wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en de jeugdhulpverlening. De bedoeling van het overbrengen van een groot aantal taken van het Rijk en provincie naar de gemeenten is het mogelijk maken van meer maatwerk en tevens de betrokkenheid van burgers te vergroten. Gemeenten zouden de uitvoering van de taken beter op elkaar kunnen afstemmen en zo meer kunnen doen voor minder geld. Hierna worden de (voorgenomen) wijzigingen op het gebied van werk, zorg en jeugd beschreven.

8 1a. Werk en inkomen Participatiewet Met de Participatiewet worden gemeenten verantwoordelijk voor een grote groep mensen aan de onderkant van de arbeidsmarkt. Deze Participatiewet is feitelijk een bundeling van de huidige Wet Werk en Bijstand (WWB), Wet Sociale Werkvoorziening (WSW) en een deel van de huidige Wajong. Met minder budget moeten gemeenten straks meer mensen aan het werk krijgen, zo veel mogelijk bij reguliere werkgevers. De Participatiewet moet het sluitstuk worden van een jarenlang proces waarbij gemeenten steeds meer verantwoordelijkheden hebben gekregen op het terrein van werk en inkomen. De invoering van de WWB in 2004 was een belangrijke mijlpaal. Gemeenten werden vanaf dat moment volledig financieel verantwoordelijk. Met de Participatiewet wordt deze verantwoordelijkheid en de beleidsvrijheid verder uitgebreid. Er worden hoge eisen gesteld. Het speelveld zal in de komende jaren aanzienlijk veranderen. De sociale dienst en het SW-bedrijf zullen veranderen. Werkgevers gaan een nadrukkelijkere rol spelen. De verhouding met het UWV en de verhouding met het Rijk zal veranderen. En ook de verhoudingen tussen gemeenten en de interne verhoudingen binnen gemeenten: tussen verschillende afdelingen, tussen raad en college en tussen college en apparaat. Sociaal akkoord Het sociaal akkoord dat werkgevers en werknemers in april met het kabinet sloten, heeft verschillende gevolgen voor het domein van werk en inkomen. Enkele belangrijke punten zijn het perspectief op de vorming van 35 werkbedrijven, de instandhouding van 30.000 beschut-werkplekken (niet alleen meer een mogelijkheid voor gemeenten zoals eerder in de contouren van een nieuwe wet was voorgenomen) en dat er géén arbeidsgehandicaptenquotum voor werkgevers komt. Al vorig jaar werden 35 arbeidsmarktregio s gevormd, elk met een eigen werkplein waar gemeenten en UWV samenwerken volgens bepalingen in Wet SUWI. In het

9 sociaal akkoord is afgesproken dat de 35 werkpleinen worden aangestuurd door werkgevers, vakbonden en wethouders. Nieuw in het sociaal akkoord is dat in de arbeidsmarktregio s 35 werkbedrijven gevormd worden, bestaande uit de huidige SW-bedrijven. Werkbedrijven organiseren beschut werk en detacheren en begeleiden mensen met een arbeidsbeperking naar werkgevers. Hoe deze werkbedrijven worden gevormd en welke SW-bedrijven daarbij betrokken zijn is nog niet duidelijk. De werknemers- en werkgeversorganisaties in de Stichting van de Arbeid en de VNG (Vereniging van Nederlandse Gemeenten) werken dit momenteel samen uit in de Werkkamer. De 35 arbeidsmarktregio s zijn hieronder weergegeven (bron: Programmaraad): Nederland Arbeidsmarktregio s met (centrum)gemeenten (verdeling per januari 2013) 16 11 8 21 22 33 2 19 17 35 18 26 34 7 14 31 15 5 20 9 32 30 29 10 12 27 1 13 4 3 6 25 23 28 Arbeidsmarktregio s en de regionale aanjagers Cees Kiene T 06-21 50 71 33 E cees.kiene@uwv.nl Bert Schriever T 06-12 64 99 22 E bert.schriever@vng.nl Arjan Kampman T 06-57 88 61 64 E akampman@divosa.nl Dick Schuur T 06-21 21 11 05 E dhschuur@gmail.com Centrumgemeente 24 Programmaraadbureau T 06-52 74 97 52 E info@samenvoordeklant.nl www.samenvoordeklant.nl

10 Werkgeversbenadering Een belangrijk onderdeel van de Participatiewet is de nadrukkelijke betrokkenheid van reguliere werkgevers. Al enige tijd is er een trend gaande waarbij de werkgever de klant wordt (in plaats van de werkzoekende) en gemeenten en SW-bedrijven commerciëler gaan opereren. Op veel plekken kiest men voor een nieuw soort Werkgeversservicepunt waarin partijen zoals gemeente, UWV, het SW-bedrijf en re-integratiebureaus kunnen samenwerken. Een eenduidige dienstverlening naar werkgever en werkzoekende is daarbij het uitgangspunt. Wetgevingstraject Het recent gesloten sociaal akkoord heeft enige implicaties voor de Participatiewet. Naar verwachting wordt de Participatiewet niet langer per 1 januari 2014 maar per 1 januari 2015 van kracht. Staatssecretaris Klijnsma wil de noodzakelijke wetgeving zo snel mogelijk naar de Tweede Kamer sturen, zodat gemeenten en uitvoeringsorganisaties de tijd hebben om zich goed voor te bereiden op de invoering. Het kabinet stuurt voor de zomer een hoofdlijnenbrief naar de Tweede Kamer over de gevolgen van het Sociaal Akkoord voor de Participatiewet en de Quotumwet. Het streven is de wetgeving dit najaar aan de Tweede Kamer aan te bieden. 1b. Zorg Hieronder worden de ontwikkelingen in de zorg beschreven, en de decentralisatie van AWBZ-taken naar de Wmo. Herijking Staatssecretaris Martin van Rijn van VWS presenteerde 25 april 2013 zijn hervormingsagenda voor de langdurige zorg. In zijn brief Hervorming langdurige zorg: naar een waardevolle toekomst schrijft staatssecretaris Van Rijn het volgende: Het kabinet werkt ( ) het Regeerakkoord als volgt uit:

11 Langer thuis wonen is niet voor iedereen met een zorgzwaartepakket 3 en 4 mogelijk. Meer mensen kunnen vanaf 2015 in een instelling verblijven. In 2014 blijft extramurale dagbesteding beschikbaar. Hiermee geeft het kabinet uitvoering aan de motie Samsom-Zijlstra. Ook op extramurale persoonlijke verzorging kan in 2014 volledig beroep worden gedaan. In de Zorgverzekeringswet (Zvw) wordt een nieuwe aanspraak opgenomen: thuisverpleging. Deze aanspraak omvat verpleging en indien onlosmakelijk daarmee verbonden ook verzorging. De wijkverpleegkundige draagt zorg voor de verbinding tussen het sociale en medische domein en wordt gepositioneerd in de Zvw. Het kabinet stelt hiervoor 200 miljoen beschikbaar. Gemeenten worden gestimuleerd om sociale wijkteams op te richten. Het kabinet stelt hiervoor 50 miljoen beschikbaar. Het op behandeling gerichte verblijf in een GGZ-instelling wordt in de Zvw ondergebracht. Het begeleid wonen dat gericht is op participatie vindt het kabinet meer passen binnen het gemeentelijke domein. Ik zal gezamenlijk met de sector deze afbakening verkennen. Intramurale zorg in de kern-awbz is en blijft een verzekerd recht. Nieuwe cliënten kunnen in 2014 een beroep doen op huishoudelijke hulp. In 2015 blijft meer budget beschikbaar voor gemeenten met betrekking tot de (huishoudelijke) ondersteuning. Gemeenten houden 60% in plaats van 25% van de middelen. Het kabinet introduceert onder de Wmo een maatwerkvoorziening (oplopend tot ruim 700 miljoen) ter vervanging van de compensatie eigen risico, de

12 aftrek specifieke zorgkosten en de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten. Deze regeling kan worden ingezet in het brede sociale domein. De verhoging van de eigen bijdrage voor mensen die in een instelling verblijven wordt verzacht. Het kabinet creëert een recht op het pgb onder stringente voorwaarden in de nieuwe Wmo en de kern-awbz. De decentralisatie in de zorg De decentralisatie in de zorg betreft de overheveling van Begeleiding en Persoonlijke Verzorging vanuit de AWBZ naar de Wmo. Complicerende factoren zijn dat reeds in 2014 de aanspraak op de dagbesteding vervalt en dat de overheveling gepaard gaat met een bezuiniging van 25%. De rechten van de Begeleiding gaan niet over naar gemeenten. Het wordt een compensatieplicht voor gemeenten, maar zij mogen zelf weten hoe ze deze invullen. De huidige Wmo bestaat uit huishoudelijke hulp, fysieke hulpmiddelen, vervoer en respijtzorg. Gemeenten hebben een eigen Wmo-loket met indicatiestellers. De recente kamerbrief van staatssecretaris Van Rijn stelt dat nieuwe cliënten in 2014 een beroep kunnen doen op huishoudelijke hulp. In 2015 blijft meer budget beschikbaar voor gemeenten met betrekking tot de (huishoudelijke) ondersteuning. Gemeenten behouden 60% in plaats van 25% van de middelen. De kanteling De Kanteling in de Wmo staat voor een nieuwe manier van werken in de Wmo. De Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) introduceerde de term in 2008 en startte het project De Kanteling een jaar later met een aantal gemeenten. De beweging die daarmee in gang werd gezet, is nog volop gaande. De Kanteling helpt gemeenten de compensatieplicht zo in te vullen, dat mensen met een beperking betere kansen hebben om volwaardig mee te doen aan de

13 samenleving. Een gekantelde manier van werken vraagt een nieuwe benadering van gemeenten én burgers. Meer tijd nemen voor het eerste gesprek met de burger bijvoorbeeld en afstappen van de standaard voorzieningenlijst. Sociale wijkteams Belangrijk in de Wmo, maar we zien het ook steeds meer in het gehele sociale domein, is het idee van wijkgericht werken, bijvoorbeeld in sociale wijkteams. Van Rijn schrijft dit ook te willen stimuleren in zijn brief (zie voorgaand). Het doel van een sociaal wijkteam kan zijn om te komen tot een integrale, outreachende aanpak van hulp- en dienstverlening in de buurt, waarbij eigen kracht en zelfredzaamheid van burgers en buurt als uitgangspunt dient. Sociale wijkteams moeten de professionele ondersteuning op het gebied van welzijn en zorg/gezondheid, inkomen en veiligheid efficiënter én effectiever inzetten. Het sociale wijkteam kan zich richten op zowel individuele als collectieve vragen in de buurt en tracht daarbij zoveel mogelijk zonder indicatie een oplossing te bieden. Van de aanwezige organisaties vraagt dat vraaggericht en gebiedsgericht werken. 1c. Jeugdzorg Op dit moment zijn provincies verantwoordelijk voor de jeugdzorg. Met de nieuwe Jeugdwet worden alle jeugdzorgtaken gedecentraliseerd naar gemeenten. De decentralisatie van de jeugdzorg naar gemeenten is een gevolg van de wens de jeugdzorg bij die bestuurslaag te beleggen die het dichtst bij kinderen en hun opvoeders staat. Ook vloeit de decentralisatie voort uit de wens één financieringsstroom tot stand te brengen ter ontschotting van het ondersteunings- en zorgaanbod. Daarnaast zijn ook een aantal inhoudelijke overwegingen van doorslaggevend belang geweest. De belangrijkste is het uitgangspunt dat niet langer de problemen centraal staan, maar de kansen van kinderen en hun opvoeders. Dat betekent dat er meer moet worden geïnvesteerd in preventie, ondersteuning en ambulante hulp zodat een beroep op dure vormen van zorg kan worden teruggedrongen. Men gelooft dat gemeenten beter in staat zijn om maatwerk te bieden,

14 afgestemd op de lokale situatie en uitgaand van de mogelijkheden en de behoeften van de individuele jongeren en hun ouders. De eerste versie van de conceptjeugdwet ging zomer 2012 in consultatie en leidde tot meer dan 150 reacties uit het hele veld. Zoals het er nu naar uitziet krijgen gemeenten een voorzieningenplicht en een decentralisatie-uitkering. Ze kunnen sturen middels beleidsplannen en verordening waarin aangegeven wordt wat het niveau van ondersteuning en zorg behelst, wat vrij toegankelijk is en waarvoor een individuele beschikking (met de mogelijkheid van bezwaar en beroep) vereist is. De leveringsplicht tot verlenen van zorg, volgend op besluitvorming van derden zoals de gezinsvoogd of de medische sector, is geschrapt. Aan het, vooral door de aanbieders ingebrachte, bezwaar tegen het ingewikkelde kwaliteitskader is tegemoetgekomen door één set kwaliteitseisen op te nemen in de wet. Waar in eerdere concepten nog vraagtekens waren over de wijze van volumebeheersing in de JeugdGGZ, is in het huidige wetsvoorstel opgenomen dat gemeenten, huisartsen en zorgverzekeraars afspraken maken over de wijze van doorverwijzing. Tevens is opgenomen dat de huisarts kan doorverwijzen naar alle soorten van jeugdhulp. Afspraken over de wijze waarop dit plaatsvindt, worden in de komende periode uitgewerkt.1) Regionale samenwerking Voor een aantal deeltaken binnen het brede pakket jeugdzorg geldt dat dit niet op gemeentelijk niveau uitgevoerd kan worden. Dit heeft geleid tot een, door gemeenten zelf opgestelde, landelijke indeling waarmee alle gemeenten in Nederland deel uit maken van een regionaal samenwerkingsverband, waarin de transitie jeugdzorg, inclusief de vormgeving van bovenlokale samenwerking wordt voorbereid. Er zijn 39 van dit soort regio s. Er is bestuurlijk afgesproken dat deze regio s op 31 oktober 2013 allen een regionaal transitiearrangement hebben opgesteld. Zoals Staatssecretaris Van Rijn en Minister Teeven (samen verantwoordelijk voor deze decentralisatie) schreven op 13 mei jl.: De bestuurlijke afspraken houden in dat gemeenten in alle regio s een regionaal transitie arrangement opstellen in 1) Overgenomen uit VNG Ledenbrief 13/020.

15 overleg met de huidige financiers en de relevante aanbieders. In dit arrangement staat uitgewerkt hoe de samenwerkende gemeenten de zorgcontinuïteit realiseren. Uiterlijk 31 oktober 2013 moeten deze transitie arrangementen zijn opgesteld. Met deze regionale transitiearrangementen moet de continuïteit van zorg worden gewaarborgd. Wetgevingstraject De Raad van State heeft op 31 mei 2013 het advies vastgesteld over de concept jeugdwet. Naar aanleiding van het advies wordt de concept jeugdwet nu verbeterd en wordt een nader rapport opgesteld met een reactie op het advies van de Raad van State. Zodra het wetsvoorstel wordt ingediend bij de Tweede Kamer wordt het openbaar. Ook het advies van de Raad van State en het nader rapport worden dan openbaar. De nieuwe Jeugdwet zal naar verwachting op 1 januari 2015 van kracht worden.

16

17 2. Wat vinden kabinet en gemeenten? Kabinet In zijn brief aan de Tweede Kamer schreef Minister Plasterk, verantwoordelijk voor de decentralisaties, op 19 februari 2013: Het is een grote verandering in het binnenlands bestuur: op het brede terrein van jeugdzorg, werk en zorg aan langdurig zieken en ouderen kiest het kabinet voor decentralisatie van taken naar gemeenten. Gemeenten zijn de bestuurslaag die dit dichtbij burgers het beste kunnen organiseren. Inzet daarbij is dat er één persoon is die mensen die dat nodig hebben, ondersteunt en begeleidt op basis van een integraal plan voor het hele huishouden. Dat is het beste voor betrokkenen en scheelt bureaucratie en onnodige bestuurlijke afstemming. Gemeenten krijgen zoveel mogelijk één budget, een sociaal deelfonds van het gemeentefonds, met maximale beleidsvrijheid om maatwerk mogelijk te maken en bureaucratie en administratieve rompslomp te vermijden. Het gaat om een takenpakket van ruim 16 miljard euro. De decentralisaties stellen forse eisen aan de uitvoeringskracht van gemeenten. Het gaat om bestuurlijke, ambtelijke en financiële slagkracht en de beschikbaarheid van capaciteit en expertise om deze taken goed uit te voeren. Langs twee sporen gericht op samenwerking en schaalvergroting wordt de uitvoeringskracht van gemeenten versterkt. Idealiter worden deze taken uitgevoerd door gemeenten met voldoende uitvoeringskracht om financiële risico s te kunnen dragen en een goede partner te zijn voor maatschappelijke organisaties als zorginstellingen. Dat kan door provincies meer mogelijkheden te geven om herindelingen te starten. Minister Plasterk komt daarom met een nieuw Beleidskader gemeentelijke herindelingen en prikkels

18 gericht op opschaling. Het eindbeeld is gemeenten met meer dan honderdduizend inwoners, waarvan met het oog op lokale omstandigheden afgeweken kan worden. Gemeentelijke herindeling duurt in de regel lang en de decentralisaties kunnen daar niet op wachten. Op korte termijn is versterking van bestuurlijke kracht door gemeentelijke samenwerking nodig. Het is daarom de bedoeling dat gemeenten samenwerkingsverbanden vormen waarbij de grenzen samenvallen. Dat moet voor 1 januari 2014 zijn gerealiseerd omdat de eerste decentralisaties op sociaal gebied in 2014 van start gaan. Om dat mogelijk te maken moet in het voorjaar van 2013 duidelijk zijn in welke verbanden de gemeenten de decentralisaties willen gaan uitvoeren. Het kabinet zorgt ervoor dat de randvoorwaarden voor de gemeenten goed geregeld zijn. De belangrijkste zijn: De decentralisaties zijn een grote bestuurlijke, organisatorische en financiële opgave. Van gemeenten wordt een grote inzet gevraagd. In het verleden hebben gemeenten bij de invoering van de Wet werk en bijstand (Wwb) en de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) laten zien dat op vernieuwende wijze te kunnen. Het kabinet zal gemeenten bij de nieuwe decentralisaties waar nodig ondersteunen en een intensieve samenwerking met hen en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten aangaan. Overgenomen van: nieuwsbericht Rijksoverheid, Zeer grote decentralisatie naar gemeenten, 19-02-2013. Vereniging van Nederlandse Gemeenten De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) heeft op deze brief gereageerd: Een integrale aanpak in het sociale domein is van groot belang om deze omvangrijke decentralisatieopgave succesvol te kunnen uitvoeren. In de decentralisatiebrief gaat het kabinet in op de randvoorwaarden voor die decentralisaties. Het is positief om te lezen dat het kabinet met gemeenten werk wil maken van een inte-

19 grale agenda voor de decentralisaties waarbij randvoorwaarden voor de decentralisaties niet afzonderlijk worden bezien maar voor het geheel van de decentralisaties. In de notitie Bouwen op de kracht van burgers hebben we daar een voorzet gedaan. In de decentralisatiebrief komen noties uit deze notitie terug, bijvoorbeeld over de rol van het Rijk, het financieringsarrangement en informatie-uitwisseling. Voor wat betreft het organiseren van de uitvoeringskracht kiest het kabinet een ander spoor, sterk gekoppeld aan de opschalingsambities van het kabinet. Die lijn steunen wij niet. bron: VNG Ledenbrief 21-02-2013 BB/U201300274 Lbr. 13/015 Recent heeft de algemene ledenvergadering van de VNG een resolutie aangenomen waarmee ze het VNG-bestuur opdraagt om eerst met het kabinet tot een gedeelde visie te komen op basis van de condities over het zorgakkoord en het sociaal akkoord en dan pas over te gaan tot een uitwerking met de zorgpartners en verdere samenwerking in de Werkkamer. De tekst van de resolutie Een vitale lokale samenleving luidt als volgt: Pre-ambule De druk op het sociale stelsel in Nederland vraagt andere antwoorden. Gemeenten zijn op zoek naar die antwoorden om te kunnen blijven werken aan een vitale samenleving. Een samenleving met actief participerende burgers, die eigen regie voeren over hun leven en in hun eigen levensonderhoud kunnen voorzien. Dat kan niet iedereen altijd zelf, daar waar nodig organiseren en faciliteren gemeenten ondersteuning en activering. Gemeenten hebben gepleit om deze taken op het lokale niveau te beleggen, met als uitgangspunt dat door lokaal en integraal te werken winst te behalen valt. Het is daarbij wel van essentieel belang dat de decentralisaties zodanig worden vormgegeven dat gemeenten ruimte hebben de taken naar de lokale situatie te vertalen. Gemeenten willen in partnerschap met het Rijk daaraan invulling geven, met oog voor ieders positie.

20 RESOLUTIE De leden van de VNG in de ALV bijeen op 5 juni 2013 te Zwolle, Toetsende bovenstaande algemene uitgangspunten aan de recente ontwikkelingen rond het zorg- en sociaal akkoord Constaterende dat Overwegende dat: gemeenten de ambities en principes in het zorg- en sociaal akkoord voornemens staan die niet sporen met de uitgangspunten van gemeenten voor de decentralisaties aan de volgende condities moet worden voldaan om gemeenten in staat te stellen om hun taken op het terrein van werk en zorg goed in te kunnen vullen. van de notitie Bouwen op de kracht van burgers als uitgangspunt nemen ontwikkelingen voor de decentralisaties en een integrale aanpak in het sociale domein reeds in gang zijn gezet en gemeenten al praktijk maken van een integrale aanpak gemeenten de verantwoordelijkheid die de sociale partners hebben genomen om het overleg in de polder weer op gang te brengen waarderen ook de sociale partners een verant- woordelijkheid nemen in het sociale domein, hetgeen van groot belang is Rijk en gemeenten elkaars partner zijn in de verdere uitwerking van het sociaal akkoord met de sociale partners de nieuwe Wmo taken door gemeenten met een bezuiniging tussen de 15% en 40% moeten worden uitgevoerd

21 het gaat om: Sociaal Akkoord Zorgakkoord 1. Eén regeling voor de onderkant arbeidsmarkt, dus geen aparte regelingen en regimes voor arbeidsgehandicapten 10. Geen korting van 89 miljoen op het gemeentefonds ten behoeve van de huishoudelijke hulp 2. Geen landelijke indicatiestelling, gemeenten organiseren dat zelf, dan wel in regionaal verband 3. De arbeidsmarktregio bepaalt zelf de wijze van organisatie en samenwerken binnen de regio 4. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de organisatie van de participatie van de onderkant van de arbeidsmarkt 11. Wettelijke instrumenten en beleids vrijheid om te zorgen dat de maatschappelijke ondersteuning terecht komt bij mensen die het niet zelf kunnen regelen en/of het niet zelf kunnen betalen. 12. Geen schotten in de budgetten (Huishoudelijke Hulp, Jeugd GGZ) 13. Proportionele inspectietaken Dragen het bestuur van de VNG op 5. Het Rijk ervoor zorgt dat werkgevers voldoende werkplekken organiseren voor de onderkant arbeidsmarkt 6. Het Rijk zorgt voor een toereikend macrobudget en zorgt ervoor dat gemeenten daarover tijdig worden geïnformeerd 7. Er komt geen afzonderlijke cao voor de onderkant van de arbeidsmarkt 8. Voor beschut werk is de beloning maximaal 100% van het wettelijk minimumloon 9. De financiering van de pensioenen van de SW-sector wordt duurzaam opgelost om te bewerkstelligen dat kabinet en gemeenten tot een gedeelde visie komen op basis van bovenstaande condities met betrekking tot zorg- en sociaal akkoord, alvorens tot een verdere uitwerking met de zorgpartners en in de Werkkamer over te gaan. Bron: Resolutie VNG, https://www.vng.nl/ files/vng/een-vitale-lokale-samenleving_ 20130603.pdf

22

23 3. Vraagstukken De drie decentralisaties leiden tot allerlei vragen. Hieronder beschrijven wij enkele vraagstukken zoals wij ze in onze adviespraktijk tegenkomen: Waar hebben we het eigenlijk over? De eerste vraag die gemeenten zich (moeten) stellen is: wat zijn de feiten? Over hoeveel mensen gaat het precies en wat is de overlap tussen doelgroepen? En, hoe hoog zijn de budgetten die we overhouden? Het blijkt dat niet elke gemeente eigenlijk scherp heeft wat er straks op hen afkomt, en dan met name om hoeveel mensen het gaat, wat deze doelgroepen precies nodig hebben er wat voor budget daarvoor beschikbaar is. Hoe verbinden? Hoe kunnen de decentralisaties op een juiste manier worden verbonden, zodat er niet meer tien hulpverleners bij één gezin komen? Waar zit de overlap en kan er gezamenlijk worden opgetreden als dienstverleners, en wanneer komt specialistische hulp in beeld? Wat voor competenties en taken heeft de regisseur, dat een schaap met vijf poten moet zijn? Een belangrijke mogelijke verbinding is de aansluiting tussen arbeidsmatige dagbesteding en beschut werken. Uit praktisch onderzoek van Berenschot werkt blijkt dat er nu vijf vormen zijn om dit te organiseren: dagbesteding bij een SW-bedrijf in huis, dagbesteding/beschut werken in de wijk, zorginstellingen die beschut werken organiseren, gezamenlijk werken bij een opdrachtgever of dagbesteding/ beschut werken georganiseerd door vrijwilligers. Samenwerking in de keten Het uitgangspunt één gezin, één plan, één regisseur vraagt een behoorlijke omslag in de samenwerking tussen de partners in de keten. Er moet goede afstemming zijn en een duidelijke taakverdeling. Daarbij moet worden erkend dat niet

24 alle instellingen alles wat ze nu doen, kunnen blijven doen. Ook moeten gemeenten regisseren en dus loslaten. Hoe realiseren we dat? Competentie van medewerkers en organisatiecultuur De decentralisaties vragen een flinke omslag in de manier van werken en de dienstverlening. De gehele organisatie moet dezelfde kant op gericht zijn. Welke competenties hebben medewerkers daarvoor nodig, en hoe krijgen zij die? Vraagt dat om het aannemen van nieuwe mensen, of om bij- en omscholing? Efficiency Hoe kan de bezuinigingsopdracht worden behaald? Kan dit door met name minder dienstverlening te leveren, of kunnen we de bezuinigingen halen door efficiënter te werken, bijvoorbeeld door intergemeentelijke samenwerking, een centralisatie (op welk niveau dan ook) van de backoffice, ICT-oplossingen, et cetera? Schaalgrootte Met het vraagstuk over efficiëntie komt een ander vraagstuk aan de orde: dat van schaalgrootte. Het rijk stimuleert verregaande samenwerking tussen gemeenten (zie hiervoor). In het sociaal domein wordt al regionaal samengewerkt en dat zal met de drie decentralisaties (moeten) toenemen. Vraag is, wat is de juiste schaal voor goede en efficiënte dienstverlening? En, met de verschillende regio s op gebied van werk (35 regio s), jeugd (39) en zorg (32), wie zit in welke regionale samenwerkingsverbanden? Informatiebeleid Welke instantie heeft welke informatie over klant nodig? Moeten de hulpverleners met hun Ipad aan de keukentafel gaan zitten? Mag iedereen zomaar alles inzien? Welke rol speelt privacy? Dit soort vragen speelt een rol bij de informatievoorziening bij de decentralisaties. VNG laat momenteel door KING een onderzoek uitvoeren: de Verkenning Informatievoorziening Sociaal Domein (VISD). Naar verwachting worden de uitkomsten voor de zomer bekend.

25 Daarna komt nog de vraag hoe je dat dan gaat realiseren. Moet er één systeem komen voor de verschillende samenwerkende partners, of zijn koppelingen tussen systemen voldoende? Of moeten we alleen zorgen dat de hoogst noodzakelijke informatie wordt uitgewisseld door middel van signaallijsten, excelbestanden etc? Deze vraagstukken zijn belangrijk bij de invoering van de drie decentralisaties. Het is zaak deze op te pakken en zo voor te bereiden op 2015.

26

27 4. Websites met meer informatie www.rijksoverheid.nl/nieuws/2013/02/19/ zeer-grote-decentralisatie-naar-gemeenten.html www.gemeenteloket.minszw.nl www.invoeringwmo.nl www.voordejeugd.nl www.samenvoordeklant.nl www.vng.nl/onderwerpenindex/sociale-zaken www.divosa.nl www.cedris.nl www.wmo-wijzer.nl www.regioatlas.nl

Colofon Auteur: Dorrit de Jong, Berenschot Vormgeving: Harrie Wilkens, Berenschot Juni 2013