VOORBEELDTESTS VN PILOTTES VOOR DEELNEERS DICHTERBIJ LIGHT PLN DO STUDY CT Datum, plan(netje)? Welke test? Wie? Hoe wordt t uitgevoerd? Klaar op? Welk resultaat? Wat geleerd? Welke vervolgstap? 1 et cliënten bespreken over welke kwaliteiten zij beschikken. 2 an cliënten vragen hoe ze hun kwaliteiten in kunnen zetten. 3 Deelnemers aan buurtactiviteiten (geen vrijwilligers!) vragen of ze actief iets willen doen voor cliënten in de wijk. 4 et cliënten bespreken hoe ze meer gebruik kunnen maken van hun sociale netwerk. 5 Caseload nalopen op inzetten familienetwerkberaad. 6 Introductiepraatje over betrekken sociale netwerk tijdens cliëntgesprek. 7 De netwerkkaart aanpassen voor gebruik met cliënten. J/I Beginnen met cliënten die we kennen. 10-10 Bij 2 cliënten: kwaliteiten in beeld. J/I Idem 10-10 Bij 1 cliënt: kan kwaliteit concreet ingezet worden, bij andere cliënt nog doorpraten over inzet. J E Groepen in wijkcentrum de bezoeken. Eigen caseload nalopen: met wie ga ik dit wel en met wie niet bespreken. 25/9 1 Deelnemer wil iets doen met jongeren. 1 Deelnemer heeft zich aangemeld als vrijwilliger. 10-10 llen: bij bijna iedereen gelukt om netwerk in kaart te brengen en actief te betrekken (soms familie, soms vrijwilliger of bekende). Heel ander gesprek met klanten, verhelderend. Zelfs als cliënten zelf grote problemen hebben, willen ze nog wel van betekenis voor anderen en de maatschappij zijn. Direct benaderen van mensen werkt goed. E: Ik doe dit al regelmatig, maar nu ik er beter op let kan ik toch bij 7 klanten nog veel meer doen! E 10-10 Leverde niets op. Inzet van familienetwerk beraad is een te grote stap. W Iedereen bij 2 cliënten die komende twee weken een gesprek hebben. Zo aanpassen dat hij overzichtelijk wordt voor cliënt om in te vullen. 5-10 eeste collega s konden het onderwerp introduceren in een natuurlijk verloop van het gesprek. 21-9 ensen reageren enthousiast op het huiswerk om de netwerkkaart in te vullen. 1 cliënt had niet genoeg aan een vel papier om alle contacten in te vullen, maar maakte zelf kopietjes bij! Het is vanzelfsprekender om dit als standaard werkwijze te introduceren. Het is handig om de VIP kaart vast neer te leggen. Vooral de kolom met de naam van de personen die steun geven en de mate van de ervaren steun geven goede aanknopingspunten voor gesprek. Er was ook een cliënt bij wie het goed werkte tijdens het gesprek samen een netwerkcirkel in te vullen. Doorgaan met onderzoeken van kwaliteiten van cliënten. Doorgaan met vragen hoe cliënten hun talenten kunnen inzetten. Eén cliënt wil wel bezoeken afleggen aan eenzame mensen. Doorgaan met bezoeken van groepen en mensen vragen of ze iets willen doen. Dit ga ik uitvoeren bij deze 7 klanten. Ik ga dit nogmaals doen, maar dan meer de inzet van het brede netwerk bespreken. Bij zoveel mogelijk cliënten introduceren. Nog wat meer ingevulde VIP kaarten verzamelen. Daarnaast de mogelijkheid netwerkcirkel gebruiken als dat beter past.
8 Na het introductiepraatje netwerkkaart meegeven aan cliënt (cliënt gaat opschrijven wie hem allemaal tot steun zijn). 9 Vervolg PDS 4 Eigen caseload nalopen en met cliënten bespreken hoe ze meer gebruik kunnen maken van familie en/of netwerk. 10 Registratie in casus DichtErBij. 11 Bij overleg partners onze plannen verhelderen over familienetwerkberaad. 12 Netwerkcirkel gaan gebruiken. 13 Genogram gaan gebruiken. E I Cliënt krijgt uitleg over de kaart en krijgt het mee als huiswerk. et wie ga ik wel en met wie niet bespreken om meer gebruik te maken van familie en/of netwerk en hier eventueel verdere afspraken over te maken. Korte instructie, we gaan uitproberen hoe dit werkt en vragen/opmerkingen doorgeven aan PL. Uitleg aan partners over sociale netwerkstrategieen, DichtErBij en PSD s. Ik vul de netwerkcirkel samen met een cliënt in. Overleg met collega I, die veel weet van genogram. Daarna samen met cliënt genogram maken. 5-10 Door de netwerkkaart te introduceren blijken mensen zelf na te gaan denken over hun netwerk. Het leidde bij een cliënt meteen tot nieuwe handvatten om sociale contacten aan te gaan. Huiswerk wordt bijna altijd gedaan! ls je samen met de cliënt invult zie je wat er gebeurt, je krijgt zicht op proces. 10-10 1 Cliënt gevraagd iemand uit het netwerk mee te nemen naar W. 2. Kinderen betrekken bij hulpverlening 3. Inzet vrijwilliger opnieuw besproken bij klant 4. Cliënt samen met zijn moeder gesproken. 25-10 Enthousiasme over de nieuwe registratie bij sommigen, anderen moeten het nog uitproberen. 10-10 Het doel is verbreed, kleiner en handzamer geworden. Partners gaan het overnemen en willen info. 25/10 We hebben beide een beter beeld van het netwerk van de cliënt. Door de ingevulde VIP kaart is het sociale netwerk op een logische manier onderwerp van gesprek. Een collega betrok meteen in het gesprek erna een ander gezinslid. Bij schuldhulpverlening is het beter de kaart/ cirkel te introduceren nadat acute zaken geregeld zijn. Bij een cliënt bleek de VIP kaart ook geschikt voor rouwverwerking. Wierp nl. ook licht op onverwachte steunpersonen.?? Werkt fijn, printen behoeft aandacht, netwerk is lastig vast te leggen. Partners zijn enthousiast. Ik heb zaken gedeeld en ben enthousiast over het in kleinere stappen uiteen halen. Helder voor de cliënt dat haar netwerk beperkt is en uitbreiding behoeft. 7/11??? 14 Sociogram gaan E Samen met cliënt 7/11??? Onderzoeken hoe de ingevulde VIP kaart of netwerkcirkel effectief kan worden ingezet in het vervolg van de hulpverlening. We denken na over hoe het netwerk op andere manier vast te leggen. Gaan werken met de casus bij nieuwe klanten. Ik mail storyboard naar partners. Ze neemt haar partner mee naar de volgende afspraak.
gebruiken. 15 Cliënten van ouderenadviseurs zijn eigenaar van eigen dossier. 16 Cliënten van maatschappelijk werk zijn eigenaar van eigen dossier. 17 Vervolg PDS 16 Cliënten van maatschappelijk werk zijn eigenaar van eigen dossier. 18 Gebruik zelfredzaamheidsmatrix met cliënten. 19 Cliënt weet wie hij uit z n omgeving om een klusje of hulp kan vragen. sociogram maken. In meerdere gesprekken proberen. We gaan allemaal standaard het eigen dossier gebruiken om te laten invullen. We houden bij waar we tegen aan lopen, wat werkt en wat niet werkt. 4-12 Loopt steeds tegen bepaalde zaken aan, zoals de cliënten hebben geen directe hulpvraag. 4-12 Er zijn diverse ervaringen: niet alle cliënten hebben een eigen dossier, we denken nog teveel kan het nu wel of niet, we komen er niet aan toe door de urgentie van de situatie van de cliënt. 18-12 Niet bij alle cliënten toegepast. Bij cliënten met een bepaalde niveau aan opleiding blijkt het gemakkelijker. Deze groep geeft aan dat het helpend is. T Is de matrix in deze opzet bruikbaar? De mw er bespreekt de VIP-kaart of netwerkcirkel. 4-12 Is nu te moeilijk voor cliënten vanwege teveel jargon. 4-12 De kaart of cirkel biedt aanknopingspunten voor vervolgstappen. Door concrete namen te noemen gaan cliënten serieus nadenken over mogelijke steuncontacten voor de vraag die ze hebben. Bij een cliënt die heel weinig in kon vullen op de VIP kaart maakte het bespreken dat zij een eerste stap kon zetten naar een steunende persoon. Er is veel concrete dienstverlening bij de ouderenadviseurs of eenmalige gesprekken. Weinig sprake van procesmatige hulpverlening. Waar allen tegen aanlopen is dat het nog niet in ons werkwijze/denken geïntegreerd is. Cliënten hebben bepaalde vaardigheden nodig om het dossier zelf in te vullen. ls het niet lukt: samen doen. In alle gevallen werkt het verhelderend, mensen ontdekken dingen die ze eerst niet begrepen. Wanneer er een bedreigende situatie is, dan is dit niet bruikbaar. Eerst een eenvoudiger taalgebruik toepassen op de matrix. Bij het zelfstandig invullen van de VIP kaart hebben cliënten vaak de neiging om alleen de dichtbijstaande mensen in te vullen. Samen invullen netwerkcirkel is goede manier om het breder te trekken. Bij een paar cliënten was het heel confronterend, omdat zij weinig in konden vullen. aar zelfs dan bood het opening voor gesprek, een keer verschafte het inzicht in het probleem. Punt verder bespreken met andere ouderenadviseurs en hen betrekken bij DichtErBij. Blijven aan denken en doen! De bijeenkomsten zijn daarbij helpend. fhankelijk van de hulpvraag bepalen wanneer je het dossier samen gaat invullen, bijvoorbeeld tijdens eerste of tweede gesprek. Wordt vervolgd Toevoegen van een extra cirkel waar steuncontacten uit het verleden kunnen worden geplaatst. Doorgaan met het bespreken van deze kaart/cirkel tijdens cliëntgesprekken. Nieuw repertoire zoeken waar je als W er uit kunt putten voor mensen die hun netwerk willen vergroten.
20 Cliënt vraagt daadwerkelijk om hulp. 21 Cliënt kent mensen aan wie hij/zij zelf steun kan bieden. De mw er onderzoekt met de cliënt welke acties de cliënt zelf kan ondernemen en vervult daarin een coachende rol. fspraken worden opgeschreven en meegegeven aan cliënt. w er vraagt cliënt aan wie hij/zij zelf steun zou kunnen bieden. 1-11 Er zijn met een aantal cliënten concrete afspraken gemaakt over wie hij/ zij gaat vragen en waarvoor. Cliënten kunnen na het bedenken goed zelf de vervolgstap oppakken. 1-11 Komt nog niet echt van de grond. Wel wordt besproken voor wie cliënt reeds steun is. Het helpt veel als je namen weet van de mensen uit het netwerk, hierdoor zijn afspraken beter en concreter te maken. antal cliënten gaat meer actief meedenken, komt zelf met voorstellen/namen. We zijn daar zelf nog ongemakkelijk mee, voelt als voor wat, hoort wat. Doorgaan, coachende rol vasthouden. 22 Welke vaardigheden hebben cliënten nodig om deel te kunnen nemen aan een collectieve voorziening, zoals budgettraining/ formulieren inloop? 23 Hoe kom je aan de deelnemers voor de collectieve activiteiten? 24 Wat is er elders in het land aanwezig wat betreft budgetteren en coachen van mensen. Wat sluit aan bij de doelgroep? 25 Hoe sluiten wij aan bij de doelgroep(en)? Dit ook i.v.m. onze eerdere ervaring dat mensen niet komen. J V E Op internet zoeken en het concept doornemen wat betreft hulpmiddelen om dit in kaart te brengen. Informatie inwinnen bij evt. andere organisaties. Intern in gesprek met collega s. Informatie zoeken wat betreft werving. Op internet zoeken naar informatie. Informatie inwinnen bij andere organisaties. Informatie inwinnen d.m.v. gesprekken met collega s, doorzoeken van internet en evt. bij andere organisatie informatie inwinnen. Bij de afhakers van de 25/9 25/9 Op verschillende manieren kan er geworven worden. Er kan in de caseload van collega s gekeken worden. Er kan ook voor gekozen worden om een open inloop te organiseren in bv. een buurtcentrum. 23/10 Www.mijnbudgetcoach.nl Www.budgetcoach.nl Www.bast-msterdam.nl Www.nim.nl (duidelijke internetsite) 23/10 Navraag gedaan bij afhakers van de budgettraining over het waarom. Er zijn vele manieren om te werven. De verschillende manieren kunnen aansluiten bij verschillende type cliënten. Wat D momenteel in huis heeft sluit niet aan bij de cliënten. Er moet een combinatie komen. Buddy/collectief/betere toegankelijkheid op het internet. Cliënten die via budgetbeheer leefgeld ontvangen hebben weinig of geen kijk op hun werkelijke inkomsten. Er zijn verschillende trainingen nodig. Verder onderzoeken bij welke manier aansluit bij welk type cliënt. Samen met J om de tafel gaan zitten en kijken wat de IT-mogelijkheden zijn bij D. Vooral gelet op de mogelijkheden betreffende de internetsite. Navraag doen bij over mogelijkheden nieuwe cursus voor trainers. Verder navragen over mogelijkheden anders manier van werven bv via huis aan huisblad.
Vervolg PDS van 22-25 We starten binnen twee weken met een groep voor mensen die heel weinig geld hebben. 26 We gaan nog gerichter en sterker de eigen draagkracht van de cliënt en het gezin versterken. 27 Cliënt voelt zich eigenaar en bestuurder van het eigen hulpproces. 28 Eigen kracht van gezin vergroten. Enke len JJP = jeugd maat scha ppeli jk werk team JJPer budgettraining navraag doen. We vragen de cursus op van DEB-pilot Ijsselkring: Hoe kom ik rond met 50 euro per week?. En starten als we vier mensen hebben en breiden langzaam uit via zwaan-kleef-aan principe. We benaderen het directe netwerk. JPP-er inventariseert met jongere en ouder(s) wie in aanmerking komen. Ouder(s) benaderen hun directe omgeving (opa, oma, buren, vrienden, school enz.) om op afspraak met JPP-er te komen. JPP-er kan hierin ook een rol hebben, bijv. om school te benaderen. Cliënt en JPP-er vullen samen het dossier in. JPP-er gebruikt verschillende methodieken om inzicht te geven/ te laten ervaren in de verschillende interpretaties van taal en dit bevordert de 18-11 4-12 Resultaat is wisselend: Enkele ouders vinden het lastig om hulp te vragen aan directe omgeving. Ze willen het zelf oplossen en voelen zich tot last. ndere ouders vinden het fijn dat ze weten bij wie er voor wat iets kan betekenen voor ze. 4-12 Cliënt wil soms zelf schrijven. Cliënt denkt zelf mee over leerdoelen en eigen situatie. 4-12 Reacties van betrokkenen zijn zeer positief. Ik pas het nu ook toe in andere situaties. Ik leg deze methode ook uit aan mensen om me heen. Hulp vragen is niet voor iedereen makkelijk. oeilijke situaties, zoals dood van een ouder/partner kunnen beter in directe omgeving worden opgevangen. Ik voel me minder alleen staan. Sommige jongeren die niet gemotiveerd waren, zagen dat er werd opgeschreven wat zij dachten. Dat is een andere manier dan praten. Jongeren worden actiever betrokken bij eigen verhaal. De een loopt naar de ander toe en kijkt vanuit zijn/haar gezichtspunt (belevingswereld). De ander doet hetzelfde. Ieder kijkt op een andere manier naar de W. Doorgaan met inventariseren van directe netwerk bij hulpvraag (vragen) cliënten. Proberen uit te zoeken wanneer of waarom ouders niet willen en wat hen dan wel zou kunnen helpen. Jongeren blijven aanbieden om ze te betrekken bij beheren eigen dossier. llen
29 Cliënt meer betrekken bij eigen hulpverlening. 30 Cliënt leren omgaan met moeilijke levenservaring. 31 Het bereiken van de cliënt door de keuze van de plaats van de gesprekken/ hulpverlening aan de cliënt te laten. Outreachend. 32 ethode sluit aan bij de cliënt. communicatie en oplossend vermogen van de cliënt. Bijvoorbeeld door gebruikt te maken van het voorbeeld W. W= er ligt een W op tafel. Voor de een is het een W en voor de ander (er tegenover) een. Iedere Jongere (cliënt) krijgt online dossier aangeboden. Samen met JPP-er bekijkt hij/zij hoe het werkt. JPP-er kan online opdrachten opsturen en/of cliënt kan op elk moment verhaal kwijt. JPP-er bekijkt samen met cliënt wat een creatieve manier is van de cliënt om met verwerking om te gaan. Dit kan d.m.v. tekenen, gedichten schrijven, enz. JPP-er vraagt in het eerste gesprek waar de cliënt het fijn vindt om af te spreken. Bijv. thuis, jongeren centrum, school of kantoor. JPP-er probeert diverse manieren uit om contact te leggen met de jongere, zoals face-toface, online, een stuk wandelen, autorijden, klusjes doen, enz. 4-12 Resultaat is wisselend: Sommigen maken veel gebruik van het online dossier. Ze geven aan dit voor een hun een goede manier te vinden. Sommigen doen hier niks mee 4-12 Resultaat: Cliënten geven aan opgelucht te zijn/ het los te kunnen laten. Voorbeeld: eisje met pestverleden: JPP-er heeft samen met meisje ballonnen met helium met briefjes met pestuitspraken erin losgelaten op het strand. eisje had dit zelf bedacht. 4-12 Cliënt geeft aan fijn te vinden dat JPP-er naar bepaalde locatie komt. 4-12 Jongeren vertellen makkelijker hun verhaal. Iedereen heeft zijn eigen manier van loslaten/ verwerken. ls hulpverlener is het dus belangrijk samen met de cliënt hun eigen manier te zoeken. Zelf meedenken van de cliënt heeft beter resultaat dan dat de hulpverlener het aandraagt. otivatie cliënt om aanwezig te zijn wordt vergroot. Gespreksomgeving biedt veiligheid voor cliënt Ongedwongen. Blijven toepassen. Doorgaan. Doorgaan.