E ectrotechniek in het licht van de rijzende zon



Vergelijkbare documenten
UIT de arbeidsmarkt

De 17 principes van lean working

Hoe ontwikkelen de semi automatische magazijnen zich in Europa?

THEME Competence Matrix - Mechatronics

Lean Production Game

Seminar Design for LEAN

6. Project management

DIMAEN Brochure 2017 DIMAEN BV. 17 februari 2017 Rev.: 1.1. Page 1 of 5

Samenvatting. Beginselen van Productie. en Logistiek Management

Lighting and Electronics the way you want it Lighting and Electronics the way you want it. Jack van Daal Business Development Manager

CMM 3: levert het wat op?

VRAGENLIJST LERENDE ORGANISATIE (op basis van Nelson & Burns) 1

De strategische keuzes die moeten gemaakt worden zijn als volgt: Interne controle of zelfcontrole/sociale controle

MKB investeert in kennis, juist nu!

Verdiepings-RI&E Technologie (kantoorautomatisering)

Samenvatting Aardrijkskunde Paragraaf 1.1 t/m , 1.8

STRATEGIE IMPLEMENTATIE SUCCESFACTOREN

STORAGE AUTOMATION IT MANAGEMENT & OPTIMIZATION DATAGROEI DE BAAS MET EXTREEM BEHEERGEMAK DOOR AUTOMATISERING EN VIRTUALISATIE

Samenvatting Flanders DC studie Internationalisatie van KMO s

ICT Management. Leerprocessen en hun invloed op de kwaliteit van IT-servicemanagement. Kortere terugverdientijd door het versnellen van het leerproces

3.2 De omvang van de werkgelegenheid

Architectuur, Organisatie en Business Cases

Optimaliseer het gebruik van uw IT en Telecom infrastructuur

ZELFVOORZIENEND: TRENDS, MOGELIJKHEDEN EN GRENZEN

Projectmanagement onderzoek. Meest succesvolle projectmanagement methodiek is PINO. 6 december 2006 Barry Derksen MSc MMC CISA CGEIT RI

EIGENSCHAPPEN CONVERGED HARDWARE

S&P the online assessment architects premium content innovative technology reliable solutions

Gefascineerd door elektronica, gedreven door uw uitdaging

De begrippen calculeren, begroten en ramen en de toepassingsgebieden

math inside Model orde reductie

Incore Solutions Learning By Doing

De digitale fabriek. staat in Delft

Stations Automatisering. Vooruitgang of tijdbom

Facilitair inkopen. Met gereedschappen en methodieken om het inkoopvak beter te beheersen

De kracht van een sociale organisatie

Smart Power Networks. Energie Management. Bas de Koningh - HARTING B.V.

Checklist risicofactoren IT-projecten

Wij danken allen die het mogelijk hebben gemaakt om deze Conferentie te houden.

Exact Synergy Enterprise. Krachtiger Financieel Management

Hieronder de vergelijking tussen de annuïteitenhypotheek en de lineaire hypotheek.

Denkscholen in de organisatiekunde

De wereld achter onbenut vermogen

Competenties Luuk van Paridon. Analyseren

Eindexamen economie 1-2 vwo 2002-II

Tijd voor een Blauwe Oceaan

CASE STUDY JOANKNECHT & VAN ZELST DENKT VOORUIT

DEFINITIES COMPETENTIES

Wie is leidend of lijdend?

MANAGEMENTBEOORDELING: VAN ANDERS DENKEN NAAR ANDERS DOEN!

CRM vanuit organisatorisch perspectief

Omarm de cloud. Een onderzoek naar de acceptatie van cloud computing onder Europese MKB s

Strategic Decisions Monitor Februari 2014 Ketenmanagement in klantinteractie

Projectgestuurd. Noodzaak van organiseren

"De financiële sector is het probleem,

IN ZES STAPPEN MVO IMPLEMENTEREN IN UW KWALITEITSSYSTEEM

Kracht door samenwerking. VDL Industrial Modules

ONTZORG DE ZORGPROFESSIONAL DOOR VIRTUALISATIE

Met Microsoft Dynamics CRM kan Cyclomedia zijn expansieplannen uitvoeren

Examen HAVO. Economie 1

Internet of Things in perspectief geplaatst. Herman Tuininga. Oktober 10, 2017

Vertrouwelijk INDIVIDUEEL RAPPORT Gerrit Groothandel

De status van mobiel intranet

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4

Inleiding Logistiek, Hoofdstuk 2 13 april 2007

De toekomst van consultancy

BIG DATA: OPSLAG IN DE CLOUD

Risicomanagement in de industrie Ben Dankbaar

DE INDUSTRIE: MOTOR VAN VERNIEUWING. Drie acties voor een nieuw Kabinet. Manifest 2017

CIM. Les 6. Het FFS controlesysteem

EXACT SALARIS PLUS. Compleet Human Resource Management met salarisadministratie.

Smart Factory: Voordelen communicatieve infrastructuur

Test rapportage Waarom eigenlijk?

ICT alignment en ICT governance: theorie en praktijk

Service & Onderhoud. Een USP

Mintzberg Organisatiestructuren / modellen Geschreven door Chris Stapper op 17 mei :00 Categorie: Strategische HRM

Eindexamen economie 1-2 vwo 2005-II

Integratie. 60 procent managers onderschat IT-integratie. Giezeman

Van baan naar eigen baas

De kritische consument

De beheerrisico s van architectuur

China Ervaringen. van

Process & IT: eerst KIEZEN maakt het DOEN daarna zoveel makkelijker

Als de lonen dalen, dalen de loonkosten voor de producent. Hetgeen kan betekenen dat de producent niet overgaat tot mechanisatie/automatisering.

Eindexamen vwo economie 2014-I

Cao Metalektro: die deal doen we samen

Loonwijzer-rapport. Het ontslag van een collega De gevolgen van het aankondigen van ontslagen voor blijvers. Inleiding. Ontslaan van werknemers

Doe veilig zaken het is gedekt!

BELEGGEN IN HET AMAZON VAN 10 JAAR GELEDEN

Samenbouwnunits van Fischer- Dat is een slimme keuze!

The digital transformation executive study

PROJECTMANAGEMENT 1 SITUATIE

Kwaliteit. 1. Introductie. Deel 1. Algemene Kennis

3 Economische basis principes

360 feedback 3.1 M. Camp Opereren als lid van een team Omgaan met conflicten Omgaan met regels

Even voorstellen: Peter Eggens WELKOM

Competenties op het gebied van Management en Leidinggeven

Factsheet CONTINUOUS VALUE DELIVERY Mirabeau

Duurzaam creëren van waarde. Onze Werkmethoden. Onze waarden. Onze bedrijfsprincipes

Transcriptie:

v p E ectrotechniek in het licht van de rijzende zon Verslag van een studiereis naa r Japan,door leden van de ele, ctr61 chnische,~ ". renigi8gen,.,1" A ~ r';"'" ".,<;' / ' :- -:,. E. T. V., Scintilla en THOR van de drie Nederlandse Technische Hogescholen. BIJLAGEN APRIL 1982

Electrotechniek in het licht van de rijzende zon,bijlagen

VOORWOORD De elektrotechnische studieverenigingen van de drie Technisc:he Hogescholen uit Nederland, ETV (Delft), Scintilla (Twente) en Thor (Eindhoven) hebben in november 1981 gezamenlijk een studiereis naar Japan gemaakt. Het voornaamste doe1 van de studiereis was een onderzoek naar de toekomst van de Japanse (elektrotechnische) industrie. In het rapport "electrotechniek in het licht van de rijzende zon" komen de belangrijkste resultaten van het onderzoek uitgebreid aan de orde. De tien schrijvers van dat rapport hadden vele informatiebronnen tot hun beschikking. In het bijzonder konden zij putten uit verslagen van: lezingen een symposium * schaduwexcursies voorstudies * bedrijfsbezoeken in Japan. Deze verslagen zijn opgenomen in deze "bijlagen". AIle 40 deelnemers aan de studiereis, schreven enkele van deze verslagen. Dit gebeurde zowel tijdens de voorbereiding van de reis als tijdens het verblijf in Japan. Over de voorbereiding en de bedrijfsbezoeken vindt U hieronder wat achtergrondinformatie. Lezingen. Voor het vertrek hebben de deelnemers de volgende lezingen bijgewoond: -Mevr. drs. C.M. Steegers-Groeneveld (vakgroep Japanologie Leiden): "Historie en Landschap van Japan" -Dhr. ir. J.J.T.M. Bongenaar: "De Japanse bevolking en haar gewoonten" -Dhr. drs. J.J.P. Kuyper (Economische Voorlichtings Dienst): "De Japans-Nederlandse handelsbetrekkingen" -Dhr. drs. J.A. Stam (Erasmus Universiteit Rotterdam): "he t sociaal-economische klimaat in Japan" -Dhr. T. Morita (Directie General Electric Company/ Hitachi Ltd.): "Productivity through quality management" -Dhr. ir. van der Ouderaa (Philips Data Systems): "Ontwerpen van elektronische produkten"

VOORWOORD -Dhr. ir. Vis (Philips Data Systems): "Produktie van elektronische produkten" -Ohr. ir. P. Kuipers (Directie Philips HIG. Video): "De Japanse Stoomwals" -Dhr. ir. Korthals Altes (Philips Eindhoven): "Automatisering in de elektrotechnische industrie" De eerste vier lezingen hadden een inleidend karakter. Zij z1jn niet apart verslagen, maar direct verwerkt in hoofdstuk 1 van het eindrapport. De andere lezingen gingen over onderwerpen die direct met de Japanse industrie te maken hebben of gingen juist over onderwerpen in de Nederlandse industrie. Deze laatste groep lezingen had tot doel om de deelnemers voldoende materiaal te geven, om hun observeringen in Japan mee te kunnen vergelijken. Symposium. De volgende vier sprekers vormden het forum van een klein voorbereidend symposium, dat op 1 september 1981 op de T.H. Delft gehouden werd: - Drs. J. de Boer, Philips Telecommunicatie Industrie Hilversurn, financiele afdeling. - Drs. J.A. Starn, Erasmus Universiteit Rotterdam, tevens secretaris van het Nederland Genootschap voor Japanse studien. - Drs. H.J. Timmermans, Concern t1arketing Support Department, Philips Eindhoven. - Ir. A. Walraven) Natuurkundig Laboratorium, Philips Eindhoven. Voorzitter van het symposium was Prof. ir. J.L. de Kroes, hoogleraar aan de T.H. Delft, afdeling de Elektrotechniek. De stellingen van de vier sprekers inclusief hun zijn in dit verslag opgenomen. toelichtingen Schaduwexcursies. Voor de Reis naar Japan zijn door de deelnemers enkele Europese industrieen bezocht. Deze excursies dienden weer om voldoende vergelijkingsmateriaal te hebben tijdens het bezoek in Japan. Dit is zeer belangrijk: een bezoek aan zeer geautornatiseerde fabrieken bijvoorbeeld zal nauwelijks indruk maken zonder een voorafgaand bezoek aan minder geautomatiseerde fabrieken. Bovendien zal men na het bestuderen van de rnotivaties van een bepaald beleid in Nederland, genuanceerder kunnen oordelen over hetgeen men in Japan ziet.

VOORWOORD Wij hebben de volgende vier bedrijven bezocht: - Volvo Car bv., als voorbereiding op het bezoek aan Nissan - Estel Hoogovens IJmuiden, als voorbereiding op het bezoek aan NKK - Philips Volt - Philips CBRT, Brugge, beide om een indruk te krijgen van de massafabricage van consumentartikelen. Voorstudies Zowel in Nederland als in Japan hebben wij ons geconcentreerd op de volgende vijf deelgebieden van de elektrotechniek: - Very Large Scale Integration Telecommunicatie - Meet- en regeltechniek - Computers - Energie. De studies die hiervan zijn gemaakt, vindt u samengevat in dit verslag. Bedrijfsbezoeken in Japan. Van ieder bedrijfsbezoek in Japan is een gestandaardiseerd verslag gemaakt, dat bestaat uit vier pagina's. Op de eerste pagina staan bedrijfseconomische gegevens en de organisatie structuur vermeld. De tweede pagina beschrijft de produkten, produktie processen en afzetmarkten en de derde pagina beschrijft de bedrijfsstrategie het onderzoek en de toekomstverwachtingen van het bedrijf. De vierde pagina, tenslotte, geeft een samenvatting van de indrukken die het gezelschap heeft gekregen. AIle hierboven beschreven verslagen zijn voor vertrek of in Japan geschreven. Na terugkomst zijn er nauwelijks wijzigingen aangebracht. Deze verslagen geven daarom een goed beeld van de voorbereiding en van het bezoek aan Japan. Ze hebben de basis gevormd van het rapport "electrotechniek in het licht van de rijzende zon". Om te voorkomen dat aile informatie zoals, die in de verslagen is vervat maar niet in het eindrapport verwerkt is, verloren gaat worden deze verslagen gepubliceerd. Zoals al gezegd zijn de verslagen door 40 man geschreven, zodat het onvermijdelijk is dat er verschillen optreden in kwaliteit en stijl. Tenslotte bevat dit verslag nog enkele artikelen uit Eiseviers Weekblad, geschreven door wetenschapsjournalist Ir. F. Kappeteijn die de reis meemaakte. F. Biemans.

INHOUD VOORWOORD INHOUD LEZINGEN T.H.TWENTE Ir. Korthals Altes "Automatisering in de Elektrotechnische lndust rie" Ir. Kuipers "De Japanse Stoomwals, een Nederlands antwoord" Dhr. T. Morita "Produc ti viteit door Kwaliteitsmanagement" Ir.Van der Ouderaa "He t ontwikkelingsproces" lng. Vis "Produktie van Elektronische Produkten" SYMPOSIUM T.R.Delft stellingen van: Drs. de Boer Drs. Stam Drs. Timmermans Ir. Walraven VOORSTUDIES Computers Energietechniek Regeltechniek en Automatisering Telecommunicatie VLSI SCRADUWEXCURSIES Philpis' CBRT Hoogovens Philips' VOLT Volvo Car BEDRIJFSBEZOEKEN Canon

INHOUD Computer Service Kahushiki Kaisa Fujitsu Hi-Ovis Hitachi IBM Kyoto University Hatsushita H1T1 Mitsubishi Nlppon Electric Company Nippon Kokan N issan NTT OK1 Sharp Sony Tokyo Electric Power Company Tokyo University Toshi ba Tsukuba Science City Stukken uit Elseviers Weekblad

LEZINGEN THT : KORTHALS ALTES Automatisering in de elektrotechnische industrie. Verslag van de lezing door ir. Korthals Philips gloeilampenfabrieken (Centrum voor te Eindhoven, gehouden op 22 september 1981 Altes van de N.V. Fabricage Technieken) aan de TH Twente. Deze lezing behandelt enige algemene tendensen in de elektrotechnische industrie. Eerst wordt vastgesteld, dat de produkten van deze industrie altijd betrekking hebben op informatie. Daaronder wordt verstaan: het inwinnen van informatie (sensoren, mikrofoon enz.) - het opslaan,,,, - het verwerken ",, - het transporteren,, - het weergeven " " Er is hierbij een duidelijke trend waarneembaar van een toenemende informatiedichtheid (per oppervlakte of inhoud). Voorbeelden: Bij het opnemen van informatie is de ontwikkeling gegaan van zwart-wit naar kleuren tv, het plumbicon is ontwikkeld, kleinere gehoorapparaten enz. Bij de opslag is de 78 toeren plaat gevolgd door de LP en die alweer door de compact disk, de (video) magneetband is verder ontwikkeld, alsmede DOR(digital optical recording). Bij het verwerken van informatie is de buis-flipflop via de transistor geworden tot de one chip CPU. Bij het transport is de draaggolf telekommunikatie en de glasvezeltechnologie verder ontwikkeld. Bij het weergeven is de informatiedichtheid van tv toegenomen door de ontwikkeling van de zwart-wit naar de kleuren tv en van het halfgeleider display. Deze steeds voortgaande miniaturisatie en integratie worden mogelijk gemaakt door: - een betere beheersing van de fabrikage processen - meer gebruikmaking van fysische en chemische hulpmiddelen De elektrotechnische industrie wordt steeds meer een fysische en chemische procesindustrie en steeds minder een montage industrie. De ontwikkeling van de laatste 25 jaar ziet er als voigt uit: - 25 jaar geleden waren de produktiemiddelen het terrein van de werktuigbouwers. Men sen worden vervangen door machines. Men spreekt van mechanisatie. Dit is een mono- disciplinaire aangelegenheid. - Vervolgens komen er elektrotechnici bij voor het meten e.d. en voor het flexibeler maken van de besturing. Daarna worden software specialisten bij het besturen

LEZINGEN THT : KORTHALS ALTES ingesehakeld. - Thans is het zo, dat fysiei de produktiemiddelen en methoden ontwerpen. De ontwikkeling van bedrijfsmechanisatie (BM) naar produktiemiddelen en methoden (PMM) is er een geweest van monodiseiplinaire naar multidisciplinaire aanpak. Een probleem bij de multidisciplinaire aanpak is het op elkaar afstemmen van de inbreng van de betrokken disciplines en het hooghouden van het nivo van elke inbreng. Een veelzeggend voorbeeld is de elektronenbuis, die is uitgevonden door elektrotechniei, terwijl de benodigde kenn.is voor de transistor al aanwezig was. De transistor is dan ook niet door elektrotechnici maar door fysici ontwikkeld! Een goede multidisciplinaire aanpak moet voorop staan met specialisten in goede onderlinge samenwerking. Montage van elektronische onderdelen is arbeidsintensief en werd (wordt) ondergebracht in kleine fabrieken. De ontwikkeling van montage industrie naar fysisch-chemische industrie maakt het echter noodzakelijk de produktie te centraliseren, gezien de aard en de kosten van het produktieproces. Wat betreft de gevolgen voor de werkgelegenheid is het van belang op te mer ken dat het produkt ontwerp van grotere invloed is dan het invoeren van de automatisering aileen. Technische vooruitgang is noodzakelijk voor het overleven van een bedrij : anders ontstaat er nog meer werkloosheid. Enige technische aspekten van de automatisering: - Proeesbesturing en nauwkeurigheid zijn op aile gebieden nodig en toegenomen. - kompleksere machines moeten sneller produeeren i.v.m. de hoge i nves ter ingen. In volgorde van geavaneeerdheid worden nu vier toepassingsgebieden van automatisering besproken. I.Het testen van elektronische circuits. In de diagnostiek wordt gebruik gemaakt van testapparatuur voorzien van enorme computers. Deze vergen grote investeringen in geld (miljoenen guldens) en mankracht (rekencentra). De testkosten bedragen daardoor tot tientallen procenten van de toegevoegde waarde van het produkt. Het gaat hier om komplekse diagnostische problemen en niet om eenvoudige go-no go tests. Na reparatie wordt een produkt opnieuw getest: bij een fout wordt de gehele produktie twee maal getest. Ook het automatisch trimmen is zeer ingewikkeld. Voor de toekomst wordt een interessante ontwikkeling verwacht in het kombineren van digitale en ana loge technieken, bijvoorbeeld

LEZINGEN TlIT : KORTHALS ALTES bij het "ijken in software": hierbij wordt een inferieure (lees sterk niet lineaire) opnemer met behulp van digitale technieken gelineariseerd. 2.Automatische inspektie van produkten en halffabrikaten. De mens kan visueel zeer snel afwijkingen konstateren (waar sc hi j nli jk dankzij een vorm van parallel processing). In technische inspektie systemen kunnen we twee delen onderscheiden: - een optisch deel: laser scanner, halfgeleider kamera - verwerking: zeer veel informatie per tijdseenheid Voor het inspekteren van een printplaat met een nauwkeurigheid van SOu bij een snelheid van 1 a 2 dm /sec moeten meer dan 10 Mb/sec verwerkt worden. Seriele verwerking met mini- of mikrocomputers is daarvoor niet meer toereikend. De ontwikke1ing gaat in de richting van parallel signal processing (real time) met behulp van een aantal mikroprocessoren en speciale hardware verbonden door middel van een bus en onder besturing van een centrale processor. Bij Philips wordt van dit systeem gebruik gemaakt, evenals bij Texas Instruments, waar het FFA (Function to Function Architecture) genoemd wordt. Hen kan een groot aantal standaard funkties voor automatisehe inspektie en beeldverwerking onderscheiden. Dit maakt het toepassen van speciale snelle hardware mogelijk. 3.Fleksibele automatsering Men spreekt van massamechanisatie als de machines slechts een weg-tijd diagram kennen. De besturing geschiedt door middel van nokkenschijven. Deze vorm van automatisering is aileen rendabel bij grote massa's, d.w.z. als elke 2 a 3 sekonden een produkt gefabriceerd wordt. Voor elke bewerking is er een aparte machine. Bij groot-serie fabricage is nog sprake van veel handmontage. Ben oplossing wordt hier geboden door wat genoemd wordt: flexibele automatisering: machines met een instelbaar (programmeerbaar) weg-tijd diagram. Veelal wordt hier gebruik gemaakt van servo's. Indien het aantal vrijheidsgraden van de machine vier of groter is spreekt men van industriele robot. montagekosten in per 100 stuks. 1.handmontage 2.flex. autom. 3.machanisering f 1000.. 100 -'-,-, '....,,\... 1.... \..,,,-.~. _.,'-... _.-.-....... *..."... 2. 1 ([) _ --;... _ \.'... _. _',.:.. ~ _ _...., 1-0.1-0.. 01 ".. -.. -..,... ~.-... ~... *.:... -... -... :3. 10 10 6 10 8 produktie/ jaar

LEZINGEN THT : KORTHALS ALTES De grafiek hierboven geeft het verband aan tussen jaarproduktie en montagekosten voor handmontage, flexibele automatisering en mechanisatie. In Japan heeft men een sterke aandacht voor automatisering. Daar is dan ook het grootste aantal vinden: -Japan -USA -Europa -rest :10.000 3.250 4.250 1.400 flexibele robots te N.B. In Japan worden soms ook de machines met minder dan vier vrijheidsgraden tot de robots gerekend. Ret Japanse aantal verandert dan in 90.000! Bij huidige typen robots wordt vaak nog geen terugkoppeling toegepast van uitgeoefende druk en zeker niet van visuele informatie. Deze robots worden bijvoorbeeld gebruikt bij lassen, spuiten of het in- en uitvoeren van werkstukken. Men spreekt van robots van de eerste generatie. Aan montagerobots worden veel hog ere eisen gesteld kwa nauwkeurigheid. Er zijn vele toepassingen mogelijk in allerlei assemblage-werkzaamheden voor deze tweede generatie-robots. Echter de overgang voor de robots van de tweede generatie van laboratorium-fase naar toepassing in de fabriek wordt tegengehouden doordat de verwerking van de visuele feedback nog te traag verloopt. (zie punt 2. automatisch inspecteren van... ) De Raad van Bestuur van de N.V. Philips noemt in een stuk over automatisering als redenen voor de toepassing van robots in Japan: - de Japanse industrie houdt moeilijk werk in Japan - er is grote aandacht voor konstante kwaliteit (het succes van Japan); in het westen is meer aandacht voor het rentabiliteitsaspekt; de praktijk wijst echter uit dat bet ere kwaliteit (t.g.v. robottoepassing) ook leidt tot hogere rentabiliteit oa. door lagere uitval en testkosten - de uurlonen stijgen ook in Japan - er is een gebrek aan arbeiders - gastarbeiders voor vuil of onaangenaam werk - door het life-time-employment systeem met een basis loon + deel van winst of verlies werken de bonden niet tegen - er zijn fiscale tegemoetkomingen Al met al is Japan zeker voor op het gebied van de toepassing van robots van de eerste generatie; niet op het gebied van assemblagerobots. Bij Nippon Denzo waar dashboard-instrumenten voor de autoindustrie worden gemaakt heeft men bij de produktontwikkeling terdege rekening gehouden met mechanisering en automatiseren. Er

LEZINGEN THT : KORTHALS ALTES worden meer dan 50 verschillende typen metertjes gemaakt. Na analyse van het produktenpakket kon men verschillende standaardfunkties onderscheiden en de meters modulair ontwerpen. Het resultaat was, dat met een klassieke gemechaniseerde produktiestraat toch de grote verscheidenheid aan meters kon worden vervaardigd. Er staan dus geen robots in de lijn. Er wordt een meetinstrument per seconde gefabriceerd (massaproduktie) terwijl er in feite van groot-serieproduktie sprake is vanwege de vele typen metertjes. 4.Computer aided manufacturing. Met Computer Aided Manufacturing (CAM) wordt bedoeld het effektief gebruiken van computertechnieken bij de technische en bestuurlijke organisatie van een bedrijf. Op management-nivo wordt dan gebruik gemaakt van een centrale computer die gekoppeld is aan een aantal minicomputers op het onderliggende beheersnivo. Op dit nivo wordt de logistieke organisatie verzorgd. Bij een computerized tussenmagazijn met halffabrikaten verzorgen de minicomputers de routing van de halffabrikaten door de fabriek. Dit systeem wordt trouwens door Philips gebruikt in de IC-fabriek in Nijmegen. Op het laagste groepsnivo vindt men tenslotte weer minicomputers en microcomputers die zowel onderling als met de computers op het beheersnivo gekoppeld zijn. Op dit nivo komt aile voor de produktie noodzakelijke informatie beschikbaar: magazijnbeheer, produktiespecificatie etc. Op deze manier ontstaat dus een heel netwerk door de fabriek. (recapitulerend) TRENDS IN DE TECHNIEK * produktielijnen snelle realisatie betrouwbaarheid flexibiliteit door: modulaire opbouw programmeerbaarheid systeemaanpak * assemblage processen/technologie * miniaturisatie, integratie van funkties

LEZINGEN THT : KORTHALS ALTES * nauwkeurigheid * automatisering maken meten door: grens materiaaleigenschappen andere materialen kontaktloos bewerken en meten proceskunde verspanen in massafabrikage Tenslotte nog een opmerking over het nastreven van de "unmanned factory" in Japan: het antwoord op een vraag hierover aan een Japans manager luidde: "Eigenlijk horen mensen mdar fouten; men sen produkten te kopen. II in een fabriek niet thuis; mensen maken zijn er niet om te produceren, maar om De Japanse samenleving staat bovendien zeer positief tegenover automatisering, in tegenstelling tot de situatie in het westen. Discussie na afloop van de lezing. Vraag: Betreft het artikel van de Raad van Bestuur: met behulp van mechanisering houdt men het moeilijke werk In Japan en het eenvoudiger werk wordt in het buitenland ondergebracht; waarom wordt dat dan niet geautomatiseerd? Antwoord: De prijs van bijvoorbee ld weerstandjes, waarvan de prod uk tie vergaand geautomatiseerd is, hangt in belangrijke mate af van de loonkosten (overhead). Aangezien een echte unmanned factory ondenkbaar is, probeert men de loonsom zo laag mogelijk te houden Vraag: Wat zijn de redenen voor het vriendelijke klimaat in Japan t.a.v. automatisering? Antwoord: Zie stuk van de Raad van Bestuur over robots (punt 3: fleksibele automatisering), bovendien: - De ontwikkeling en aanmaak van produktiemiddelen geeft ook werk - Werknemers zijn bereid het bedrijf in voor- en tegenspoed te steunen. - Hoe meer automatisering en mechanisering, hoe goedkoper en

LEZINGEN THT : KORTHALS ALTES beter de produkten worden met als gevolg een groter aandee1 van de wereldmarkt. De Japanners moeten het immers van de export (van arbeid in feite) hebben, vanwege de grote import van energie en grondstoffen. Vraag: Hoe zal de toekomstige ontwikkeling zijn in Japan? Antwoord: Een Japans hoogleraar heeft eens gezegd: "Vooraanstaan in de wereld op technologisch gebied is essentieel, anders zal het Japan slecht vergaan". Er is echter een terugloop van de werkgelegenheid in Japan tl~ konstateren. Na 1970 kwam de schok van de energiekrisis. De groei van de industriele produktie heeft voor die tijd wei 15% bedragen, bij een verhoging van de efficiency van 8%. Thans bedraagt deze groei minder dan 6% bij een verhoging van de efficiency van 8%. Dit betekent netto 2% verlies van arbeidsplaatsen in de indust riele sector. N. b. ook in Japan groeit de bevolking en maakt een toenemend aantal vrouwen aanspraak op een plaats in het arbeidsproces. Het totaal aantal banen neemt dus af en in de produktieve sector komen beslist geen banen meer vrij. Vraag: Betreft de grafiek van de kostenaspekten van montage bij verschillende jaarprodukties: hoe is dit verband blj langer lopende processen en is een investering in een robot rendabe1 vanwege zijn (her)programmeerbaarheid? Antwoord: De spreker heeft dit laatste zelf ook lange tijd gedacht, maar het is niet de enige mogelijkheid: het andere verschi1 met gemechaniseerde produktie is dat in het Iaatste geval een machine slechts een handeling uitvoert, terwijl eeo robot wei een groot aantal handelingen op een plaats achter elkaar verricht. Een robot vervangt dus een aantal mechanismen. Herprogrammeerbaarheid bestaat overigens al veel langer voor bijvoorbeeld wikkelmachines.

LEZINGEN THT: KUIPERS "DE JAPANSE STOOMWALS, EEN NEOERLANDS ANTWOORO" OOOR: IR. P.G. KUIPERS Samenvatting van de voordracht gehouden op 22 september 1981 door Ir. P. Kuipers, in het kader van het voorbereidingsprogramma voor de studiereis van de elektrotechnische studieverenigingen van de drie nederlandse TH's naar Japan. Dhr. Kuipers is van huis uit fysicus en heeft binnen het Philips concern reeds diverse functies vervuld. Hij was ondermeer betrokken bij het opzetten van de medical electronics afdeling en 2 1/2 jaar bedrijfsdirecteur ELA- vestiging in Breda. Hij is sinds 2 1/2 jaar directie- lid van de Philips' Hoofd Industrie Groep Video. Ohr. Kuipers is tot op heden twee maal in Japan geweest. In z'n voordracht vertolkt dhr. Kuipers veelal zijn persoonlijke mening. INLEIDING Het antwoord op de 'Japanse stoomwals' moet liggen in het herwinnen van het initiatief, er moet niet worden gewerkt vanuit een defensieve opstelling. voor het herwinnen van het initiatief moeten we analyseren waar onze specifieke sterktes liggen. Hierbij moet er voor worden gewaakt dat er niet te vee 1 vanuit het verleden wordt geextrapoleerd. We moeten meer puur analytisch kijken naar krachten en zwakten t.o.v. japan. Het zal blijken dat er nog vele kansen liggen voor het Nederlandse bedrijfsleven. Tijdens de studiereis zal er dan ook veel aandacht moeten worden besteed aan die verschillen tussen het Japanse en het Nederlandse bedrijfsleven waaruit wij (Nederland) munt kunnen slaan. PROBLEEMSTELLING Door de toenemende acceptatie van Japanse produkten dreigt de Nederlandse (Westerse) industrie op dit moment op vele gebieden te worden overvleugeld door de Japanse. Oit is vooral het geval op het gebied van de microelektronika en de fijnmechanica en dan speciaal voor die industrietakken waarbij deze beiden verweven zljn binnen een produkt. Voorbeelden hiervan op de consumentenmarkt zijn onder andere camera's, horloges en videoapparatuur. ANALYSE Ooordat in Japan vrijwel geen grondstoffen worden gevonden, is de Japanse industrie specifiek een veredelingsindustrie. Ret vertrouwen in het MITI en de uitgebreide strategische plannen vormen enkele van de grote krachten achter het Japanse succes.

LEZINGEN TRT: KUIPERS Een andere is de kwaliteit. Door het definieren van kwaliteitseisen voor de afzonderlijke componenten ontstaat een beter inzicht in het totale proces en (daardoor) een betere procesbeheersing. Een voortvloeisel van de betere procesbeheersing is de geweldige materiaalbeheersing die de japanners bezitten. Ze stellen Westerse deskundigen steeds weer voor nieuwe verrassingen voor wat betreft (fysische) grenzen van materialen. Vanuit Japan is twee derde van de wereldmarkt tote overzien" hetgeen een enorme stimulans is voor de industrie claar. Ren positief punt van de Japanse industrie is ook de logistiek, een sleutel-factor voor de massaproduktie. Ret gevolg is een zeer goede beheersing van de goederenstromen. Naast bovengenoemde "beta"- factoren zijn er ook een aantal "alpha"-factoren die (sterk) afwijken van het Westen. Op de eerste plaats de sterke collectiviteit. Na het werk duikt men onder in de anonimiteit van de massa en er bestaat vrijwel geen onderlinge revaliteit. Eigen belang wordt ondergeschikt gemaakt aan het collectieve belang. Ook de besluitvorming in het bedrijfsleven is geheel anders van opbouw. Besluiten worden bij consensus genomen. De mensen worden in het hele denk-overleg proces betrokken, waardoor iedereen weet wat er gaande is en weet waarvoor men staat.ret verschil in management is dat de Westerse management praat en het Japanse luistert. Van zeer groot belang in japan is het prestige, gezichtsvelies is onmogelijk. EeD gevolg hiervan is dat, hoewel vertegenwoord igers van het Japanse bedrijfsleven in het algemeen goed engels spreken, de werkelijke onderhandelingen toch m.b.v. tolken in het Japans plaatsvinden om elke mogelijke onduidelijkheid ( en dus mogelijk gezichtsverlies), te voorkomen. SYNTHESE Het Nederlandse antwoord op de Japanse stoomwals moet zoals gezegd, z1jn het (gedeeltelijk) terugwinnen van het initiatief. een belangrijk hulpmiddel kan hierbij zijn het werken met scenario's, of wei strategische planning. Door het vergelijken van de scenario's met die welke men bij de concurrentie vermoedt, kunnen de gemeenschappelijke, en dus veelal zinvolle, punten eruit gelicht worden. Ret criterium bij dit alles moet zijn het betreffende proces beter in de hand te krijgen. In de scenario's moeten ook zgn. zwaartepunten worden aangebracht. Men moet de maatstaven die bij de uitvoering worden gehanteerd bekend maken zodat iedereen weet waar hij/zij aan toe is. Ret Westerse management houdt op dit moment veel te weinig rekening met het individu. We hebben het individu geschapen. Nu moeten we het leren accepteren en gebruik maken van de specifieke eigenschappen van het individu. Daartoe moet oak de managementstijl veranderen. Er moet meer worden gewerkt vanuit een

LEZINGEN THT: KUIPERS vertrouwensbasis, het man~gement moet de werknemers niet voor verrassingen stellen, etc. Dit proces moet ook omgekeerd plaats vinden. Er moet vertrouwen in de leiding zijn. Het gaat hier om de stijl van het leiding nemen. Bij het creeren van dit "nieuwe" management kunnen de opleidingen een belangrijke rol spelen. Zij sluiten op het moment nog te weinig aan op de praktijksituatie. AANOACHTSPUNTEN Een aantal aandachtspunten met betrekking tot het japanse bedrijfsleven zijn: -een zeer belangrijke plaats wordt ingenomen door de marketing, waarin veel geld wordt geinvesteerd. Opvallend is hierbij dat de fantasie veelal wordt gebruikt voor de creatie van een produkt en niet zozeer direkt voor de toepassingen ervan. -ten gevolge van de steeds grotere complexiteit van de samenleving wordt veel gewerkt met zg. systemen waarbij ingespeeld wordt op de infrastructuur van de samenleving (bv. teletekst). -als het Westen opnieuw het initiatief wil nemen, zal de financiering een groot probleem worden door de belangentegenstellingen. Men zal geld moe ten onttrekken aan goed lopende produkten om te investeren in nieuwe produkten. Met andere woorden de prioriteiten moe ten worden herzien. -om te slagen moeten we in het Westen komen tot beter teammanagement. Daarbij behoort men niet bang voor elkaar te zijn en op elkaars zwakten in te spelen. -samenwerking met japanse bedrijven zal pas plaats moe ten vinden na het herwinnen van het initiatief. GEVAREN Sluimerende gevaren in het westerse bedrijfsleven zijn onder andere: -onderschatting de eigen inspanning hoeft niet altijd goed te zijn. -" sloppiness": de manier waaro p men met e lkaar omgaat, het zoeken en aanwijzen van schuldigen (altijd "de ander"). -verdeeldheid -de neiging tot extrapolatie vanuit het verleden. -op het maken van een plan en het realiseren ervan voigt veelal teleurstelling. Op zo'n moment is men te gemakkelijk geneigd af te haken. -het management moet kunnen en durven zeggen hoe onzeker bepaalde plannen zijn. -de gedachte dat we teveel kunnen. We verdelen onze inspanning te veel,waarbij we weinig rekening houden met de noodzakelijk reserves en marges.

IEZINGEN THT:MORITA De heer T. Morita van Hitachi-General Electric TV Ltd. in Engeland heeft op de T.H.Twente een lezing gehouden in het kader van de voorbereidingen op de Japanse studiereis van de elektrotechnische studieverenigingen der Technische Hogescholen, die in november '81 zal plaatsvinden. Het onderwerp van de lezing was: "Producti viteit door Kwaliteitsmanagement " verschillen in management concept tussen het Westen (UK) en Japan. Het nu volgende is een weer gave van de belangrijkste punten de lezing: uit Arbeidsproduktiviteit kan worden gedefinieerd als geproduceerde hoeveelheid gedeeld door aantal werknemers, of als verkoop gedeeld door aantal werknemers. Het overleven van een bedrijf in de markt is aileen mogelijk door verhogen van de produktiviteit. De produktiviteit kan op drie manieren worden verhoogd, te weten: 1) Door vergroten van de geproduceerde hoeveelheid; 2) door vergroten van de verkoop door middel van prijs!volume; 3) door vermindering van het aantal werknemers (ongewenst en aileen vanwege de volledigheid. De oplossingen 1) en 2) staan duidelijk niet los van elkaar. Produktie vergroting zonder vergroting van de verkoop is immers niet zinvol. Men kan produktiviteitsvergroting alleen bereiken met de volgende maatregelen: 1) Betere kwaliteit en betrouwbaarheid van het produkt; 2) beter, geavanceerder ontwerp, continue verbetering daarvan; 3) betere en modernere componenten gebruiken en nauw samenwerken met de producent daarvan; 4) betere kwaliteitsbewaking in het produktieproces (hierop wordt uitgebreid nader ingegaan); 5) betere prijs!prestatie verhouding door kostenbesparende maatregelen zoals ontwerpverbetering, value-analysis project, materiaal en energiebesparing, automatisering, beter kwaliteitsbeheersing, zie 4); 6) betere prestaties door ontwerpdiversificatie, extra mogelijkheden (features) en betere betrouwbaarheid. De verschillen tussen het Westen en Japan worden gevoriden in 1) De acceptatie van het produktiviteitsconcept als de enige manier om te overleven en als richtlijn in de onderhandelingen voor loonsverhoging met de bonden: aileen loonsverhoging als de produktiviteit gestegen is; 2) de rol van het midden-management (hierop wordt nader ingegaan) ; 3) de positieve houding (participatie) van de werknemers dankzij

IEZINGEN THT:MORITA aanmoediging en motivatie door het management met als resultaat tevredenheid in het helpen draaiend houden van het bedrijf. Er zal nu worden ingegaan op een aantal management-concept verschillen: KWALITEITSBEHEERSINGSCONCEPT. Met kwaliteit wordt bedoeld de mate van gebruiksgeschiktheid (of de mate van tevredenheid van ve gebruiker) en niet het voldoen aan een standaard. Het grondbeginsel van de kwaliteitsbewaking is afkomstig uit de V.S.:Kwaliteit wordt NIET gemaakt door inspectie maar moet ontstaan IN HET PROCES! In Japan heeft men het concept aangepast aan de lokale omst and igheden en ver doorgevoerd: men spreekt van "Company Wide Quality Control". Een bekende Quality-Control Consultant in de VS, Juran, schrijft in zijn publicatie "Japanese en Western Quality- a contrast" het volgende: "In Japan heerst er een stemming van ontevredenheid met bereikte kwaliteit en er is een programma van revolutie; In het Westen daarentegen heerst een stemming van tevredenheid en is er een programma van evolutie; dat is de drijvende kracht achter de reusachtige verbetering van kwaliteit en produktiviteit in Japan." Kwaliteitsverbetering kan worden bereikt door: Werkstandaardisering en taakinstruktie voor iedere werknemer met controle op opvolging van instrukties, "on the job training", terugkoppeling van reject-informatie, wegnemen van de oorzaken van uitval na analyse, participatie-activiteiten van de werknemers zoals QC-circles en Zero Defect groups, ideeenbus en nauwe samenwerking met de componenten-fabrikanten. Ret verwerpen van produkten die buiten de toleranties vallen levert geen kwaliteit op en is aileen een bestrijden van de symptomen. Ret gaat erom de oorzaken van uitval te voorkomen in aile produktiestappen. Net zoals het belangrijk is de werkruimte niet aileen schoon te maken, maar vooral te zorgen, dat die niet vuil wordt. Goede instructies en de juiste instelling van de werknemers zijn erg belangrijk. Verschillen met het Westen zijn: 1) De produktie-afdeling is verantwoordelijk voor hoeveelheid, kwaliteit, prijs en levertijd. Deze verantwoordelijkheid wordt gedragen door elke werknemer, want defecte onderdelen of apparaten komen na inspectie niet bij een speciale reparateur (zoals in het Westen) maar zo worden teruggestuurd naar de oorspronkelijke produktlemedewerker. Deze moet de volgende werknemer in het proces zien als "klant". 2) Bij ontvangst van onderdelen wordt de AQL bepaald. Zelfs als de AQL aan de eisen voldoet, zal toch veelal een verzoek worden

IEZINGEN THT:MORITA gericht aan de producent om de volgende keer de AQL nog beter maken en aan dit verzoek wordt bovendien voldaan! te 3) Lange termijn winstegevendheids-concept. In Japan wordt het bedrijf gezien als een eeuwigdurende eenheid, waarmee werknemers, gezinnen en klanten nauw verbonden z1jn voor hun levensonderhoud. Het management is verantwoordelijk voor het voortbestaan van het bedrijf. Er wordt dan ook de meeste waarde gehecht niet aan korte-termijn winsten maar aan investeringen voor de lange-termijn, desnoods ten koste van winst op de korte termijn, om produktiviteit te verbeteren. De geschiktheid, prestaties en filosofie van het topmanagement worden dan ook niet afgelezen uit de Winst-Verlies rekening, maar uit de balans van het bedrijf. Dit in tegenstelling tot het Westen waar het streven naar grote (kortstondige) winsten hoog in het vaandel geschreven staat. Het uitkeren van winst aan de aandeelhouders is in Japan helemaal niet belangrijk. De aandeelhouders zelf zijn niet belangrijk. BOTTOM-UP MANAGEMENT CONCEPT. In Japan worden de bedrijfsopvattingen beleidslijnen volle dig uitgelegd aan het middenmanagement. Het middenmanagement is namelijk van groot belang voor de ontwikkeling en implementatie (uitvoering) van het beleid. De ideeen van het middenmanagement worden doorgegeven naar het topmanagement om consensus over het beleid te bereiken, om de planningsmogelijkheden te ontwikkelen, om het verlangen tot participatie en samenwerking te bevredigen en om opgeleid te worden als de volgende generatie topmanagers. Daarentegen vindt men in het Westen uitsluitend instruering van boven-naar-beneden (top-down t.o. bottom-up) dus: minder verklaring van het beleid, minder delegeren van gezag, minder vereiste tot participatie: het midden-management wordt ontmoedigd problemen op te lossen terwijl juist de vrijwillige uitdaging problemen op te lossen sterk produktiviteitsverhogend werkt. STANDAARDTIJD BEPALING DOOR MANAGEMENT. In Japan is het de verantwoording van het management om de standaardtijden vast te stellen. De standaardtijd wordt gewoonlijk van te voren bepaald, gebaseerd op de MTM/WF methode. Het is het werk van de industriele technici en produktiemanagers om nieuwe produktietechnologien in te voeren om zodoende de kosten te verminderen. Dit is de meest effectieve manier om de arbeidsproduktiviteit te vergroten. De werknemers zijn bovendien graag bereid om soms briljante ideeen naar voren te brengen om de standaardtijd te verkleinen. De kostenbesparing wordt zo bereikt door zowel management als werknemers met als resultaat: betere