6 VERBINTENISSENRECHT



Vergelijkbare documenten
Deel 0 ALGEMEEN RECHT 13

1. Een geldige wil = om een rechtshandeling te stellen, moeten de partijen hun volwaardige wil uiten

BENOEMDE OVEREENKOMSTEN

Inhoudsopgave DEEL 1 INLEIDENDE BEGRIPPEN DEEL 2 ASPECTEN UIT HET BURGERLIJK RECHT

Inhoud Definitie Eigensoortige en gemengde overeenkomsten 19

AANKOOPBOD PARTICULIERE EIGENDOM (eengezinswoning of grond)

Inhoud WOORD VOORAF 3. Deel 1 INLEIDING TOT HET RECHT 13

Contracten: basisbeginselen. Door Mr. Franky De Mil Advocaat-vennoot bij Pure Advocaten

BEGINSELEN VAN EUROPEES FAMILIERECHT BETREFFENDE VERMOGENSRECHTELIJKE RELATIES TUSSEN ECHTGENOTEN

Inhoud. Inhoud... Titel 1. Juridische aspecten Hoofdstuk 1. Algemeen... 1

De collectieve schuldenregeling in de praktijk

30 DECEMBER Wet tot invoering van de Nederlandse tekst van het burgerlijk wetboek.

VERGELIJKING HUWELIJK WETTELIJK SAMENWONEN FEITELIJK SAMEWONEN

Inleidende titel. Bekendmaking, gevolgen en toepassing van de wetten in het algemeen.

SAMENWONING RELEVANTE ARTIKELS UIT HET BELGISCH BURGERLIJK WETBOEK

Boek I. Personen... 1 Titel I. Genot en verlies van de burgerlijke rechten... 1 Hoofdstuk I. Genot van de burgerlijke

Leerplandoelstellingen (GO!-onderwijs: 2008/062, 2008/063, 2008/065) DEEL 1 Burgerlijk recht. Inleiding tot het burgerlijk recht

AANKOOPBOD RESIDENTIELE EIGENDOM (appartement of mede-eigendom)

Adders onder het gras bij een gesplitste aankoop

HANDBOEK BURGERLIJK RECHT

DEEL 3. Wettelijk samenwonen

INHOUD. Hoofdstuk IV. Ongeldigheid van het huwelijkscontract TITEL II DE VERSCHILLENDE HUWELIJKSSTELSELS... 51

Inhoud. Inleiding 13. Noordhoff Uitgevers bv

Enkele belangrijke begrippen en afkortingen

Veilig verhuren. Woninghuurwet. Advocaat Ghislaine Van Kerckhove

Afdeling IV. Bepalingen met betrekking tot de verkopen aan consumenten] Vorige versie(s)

TWINTIG KORTE VRAGEN. VRAGENLIJST n r III VERGELIJKEND EXAMEN Brussel, zaterdag 10 maart 2012 (namiddag)

Wet van 1 september 2004 betreffende de bescherming van de consumenten bij verkoop van consumptiegoederen, B.S. 21 september 2004

HOOFDSTUK I: Specifieke bepalingen aangaande verkoop op afstand via webshop Eco Toilet.be

Hof van Cassatie van België

Titel VII. (...) Afstamming... 26

FAQ Schenkingen en Legaten

houdende invoering van een aankoop- en hypotheekpremie ter vervanging van het abattement en het bij-abattement

Hoe beveilig ik mijn partner?

Hoofdstuk I: Inzake de toepasselijke wetgeving:

ECONOMIE: INLEIDING EN SITUERING

ALGEMENE VERKOOPVOORWAARDEN bloot eigendom van gronden GEMEENTE 'S-GRAVENHAGE

ONTWERP VAN DECREET. houdende invoering van een bijzonder vast recht voor minnelijke ontbinding of vernietiging van koopovereenkomsten

WAALS MINISTERIE VOOR UITRUSTING EN VERVOER

Onvergund kopen en verkopen

Onrechtmatige contractuele bedingen

Incassokosten en algemene verkoopsvoorwaarden op Belgische debiteuren

Deel 1 - U bent gehuwd. Wat betekent dit voor uw bezittingen?

Verbintenissenrecht: inleiding

Algemene Bepalingen voor de verkoop en levering van bloot eigendom van gronden der gemeente s-gravenhage 2008

DE OORZAAK VAN EISBAARHEID VAN DE SUCCESSIERECHTEN...

Hoofdstuk 9 Overeenkomsten

EXPERT IN BEDRIJFSMANAGEMENT

ALGEMENE VERKOOPSVOORWAARDEN

Instelling. Onderwerp. Datum

AANKOOPBOD OPBRENGSTEIGENDOM

De Nieuwe Pandwet: Het pand, het eigendomsvoorbehoud & het retentierecht

Ann Claes Manager Wealth Services Beobank 14 november 2015

1 de regionale Huisvestings- en Landmaatschappijen en hun erkende maatschappijen;

1. Onterven. 2. Generatiesprong

Hof van Cassatie LIBERCAS

101 TIPS VOOR MIJN DEBITEURENBEHEER

BRAND AANSPRAKELIJKHEDEN

2. Wat is de duur van een handelshuurovereenkomst?

algemene verkoopsvoorwaarden

DE VERPLICHTING TOT REGISTRATIE...

1. Al onze verkopen worden uitsluitend beheerst door onze algemene voorwaarden,

Inspiratiedag Gezond Budget

Invordering tegen particulieren

Schuldoverlast? U staat er niet alleen voor! De collectieve schuldenregeling Een oplossing met voordelen en plichten

FAILLISSEMENT = STAKING VAN BETALING

Tweede Kamer der Staten-Generaal

VLAAMS GEWEST REGISTRATIERECHTEN BIJ ONDERHANDSE AANKOOP

1 Huurrecht is burgerlijk recht

NIEUWSFLASH SUCCESSIERECHTEN OP AFKOOPWAARDE LEVENSVERZEKERINGEN

Hoofdstuk 21. Verbintenis en rechtshandhaving Inleiding

VERZOEKSCHRIFT INZAKE COLLECTIEVE SCHULDBEMIDDELING Art. 1675/4 Ger.W.

EURO BOOKS ONLINE - Digitaal bladeren in juridische uitgaven. Uitgave C.I.P. Koninklijke Bibliotheek Albert I NUR 820 I.S.B.N.

Hoe kan men het huwelijkscontract wijzigen tijdens het huwelijk?

Burgerlijk recht. Leg volgende begrippen uit, die nodig zijn om bovenstaande artikels te begrijpen.

1. (Een gewone) hand- en/of bankgift

Zakelijke zekerheden. Joke Baeck Docent Universiteit Gent

UITVOEREN VAN WERKEN IN BELGIE Aandachtspunten bij de aannemingsovereenkomst

SCHEMA: ENKELE VOORDELEN, RECHTEN, VERPLICHTINGEN EN

Erfrecht. Wie erft wat?

ALGEMENE VERKOOPVOORWAARDEN OMRON ELECTRONICS N.V.

OPLEIDING BEWINDVOERDERS MACHTIGINGEN. Walter Niewold Vrederechter Hasselt I

Een goed plan draagt inzicht en perspectief

VOORSTEL VAN DECREET. van de dames Veerle Heeren, Dominique Guns en Caroline Gennez en de heer Bart De Wever

HUWELIJK WETTELIJK SAMENWONENDEN FEITELIJK SAMENWONENDEN

Je rechten bij erfenis

CLAUSULE 108: BEROEPSAANSPRAKELIJKHEID VAN DE NIET DOOR DE BIV ERKENDE SYNDICUS

INHOUD. Deel I. Privaatrechtelijke aspecten... 1

Media Markt Algemene verkoopsvoorwaarden

VLAAMS PARLEMENT ONTWERP VAN DECREET. houdende wijziging van het wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten

2.Aankopen, beschikbaarheid, productinformatie en minimum leeftijd

Inhoud. InhoudArtikelen. Inleidende titel Bekendmaking, gevolgen en toepassing van de wetten in het algemeen 1-6

Bewijswaarde van een sms-bericht bij de verkoop van een onroerend goed

C.O.B.A. 4 COMMISSIE VOOR ONRECHTMATIGE BEDINGEN

BESCHERMING VAN SCHULDEISERS

ALGEMENE VERHUURVOORWAARDEN. 1. Aanvaarding van de algemene verhuurvoorwaarden & algemene voorwaarden

Mandaat vennootschap onbezoldigd sociale kas verplicht?

FICHE WETTELIJKE RENTEVOETEN.

ALGEMENE VOORWAARDEN. I. Algemeen. Art. 1 Toepassingsgebied. Art. 2 Definities. Art. 3 Website. Art. 4 Sluiten van de overeenkomst

Transcriptie:

6 VERBINTENISSENRECHT

229 6 VERBINTENISSENRECHT 229 6.1 BRONNEN VAN VERBINTENISSEN 232 6.1.1 Contracten 233 6.1.1.1 6.1.1.2 Soorten contracten - eenzijdige en wederkerige contracten - vergeldende en kanscontracten - contracten om niet en ten bezwarende titel - consensuele, formele en zakelijke contracten - contracten intuitu personae - toetredings- of adhesiecontracten - bijkomende en hoofdcontracten - benoemde en niet benoemde contracten Contractenleer 235 6.1.1.3 wilsautonomie, consensualisme, onherroepelijkheid, uitvoering te goeder trouw - gedwongen uitvoering - het Europees betalingsbevel - collectieve schuldenregeling / schuldbemiddeling Geldigheidsvereisten van contracten 238 toestemming partijen, bekwaamheid partijen, voorwerp van het contract, oorzaak van het contract 6.1.1.4 Gevolgen van contracten 240 6.1.1bis Benoemde contracten 241 6.1.1bis.1 Koop onderhandse en openbare verkoop algemene regels koop/verkoop: verplichtingen van de partijen 242 bijzondere regels koop/verkoop onroerende goederen - meeneembaarheid (Vlaanderen) - meerwaardebelasting - gratis verzekering gewaarborgd wonen (Vlaanderen) - recht van voorkoop overheid (Vlaanderen) - kooprecht van de huurder van een sociale woning (Vlaanderen) - vruchtgebruik en naakte eigendom apart kopen: artikel 9 van het wetboek der successierechten bijzondere regels koop/verkoop consumptiegoederen: wettelijke waarborg en productenaansprakelijkheid 244 - bestellen = kopen? bedenktijd na aankoop? - kopen op afbetaling - kopen op het internet - een auto kopen: belastingen en belastingsvoordelen 6.1.1bis.2 Ruil 246 6.1.1bis.3 Huur 247 algemene regels huur: verplichtingen van de partijen bijzondere regels huur 248 - huishuur en huurwet -- sociale verhuurkantoren - pacht - handelshuur - financieringshuur = leasing - huur van werk en diensten 6.1.1bis.4 Vennootschappen 250 6.1.1bis.5 Lening (bruiklening en verbruiklening) 251 - lenen aan je kinderen - hypothecaire lening - collectieve schuldenregeling / schuldbemiddeling - Vlaamse verzekering gewaarborgd wonen - Centrale voor kredieten aan particulieren 6.1.1bis.6 Bewaargeving en sekwester 253 6.1.1bis.7 Kanscontracten 254 verzekeringscontracten - familiale - auto en verkeer -- schade na een verkeersongeval -- ongeval met niet verzekerde auto -- autoverzekering voor jongeren -- autoverzekering voor ouderen -- nieuw bonus-malusstelsel -- bescherming zwakke weggebruiker -- verzekering rechtsbijstand

230 spel en weddenschap 257 - pokerhype explodeert - overheidsmonopolie en het Europese Hof van justitie - gokverslaving lijfrente 260 6.1.1bis.8 Lastgeving 261 6.1.1bis.9 Dading 262 6.1.2 Oneigenlijke contracten 263 6.1.2.1 Zaakwaarneming 6.1.2.2 Onverschuldigde betaling 6.1.2.3 Onrechtmatige verrijking 6.1.3 Misdrijven en oneigenlijke misdrijven 264 6.1.3.1 Aansprakelijkheid voor eigen daden - toerekenbaarheid 6.1.3.2 Aansprakelijkheid voor andermans daden 266 ouders, leerkrachten en patroons, werkgevers, gemeenten - ouderlijke aansprakelijkheid en familiale verzekering - gemeentelijke verantwoordelijkheid en het Vlaamse gemeentedecreet 6.1.3.3 Aansprakelijkheid voor dieren 268 6.1.3.4 Aansprakelijkheid voor zaken 269 6.1.4 De wet 270 6.2 MODALITEITEN VAN VERBINTENISSEN 271 6.2.1 Voorwaarde 6.2.2 Tijdsbepaling 6.2.3 Alternatieve verbintenissen 6.2.4 Hoofdelijke verbintenissen 6.2.5 Deelbare en ondeelbare verbintenissen 6.2.6 Verbintenissen onder strafbeding 6.2.7 Resultaat- en middelenverbintenissen 6.3 TENIETGAAN VAN VERBINTENISSEN 273 6.3.1 Schuldvernieuwing 6.3.2 Kwijtschelding van schuld 6.3.3 Schuldvergelijking 6.3.4 Schuldvermenging 6.3.5 Verlies van de verschuldigde zaak 6.3.6 Nietigverklaring en ontbinding

231 6 VERBINTENISSENRECHT Persoonlijke rechten verschillen grondig van zakelijke rechten. Over de zakelijke rechten zie boven: 5. a- Anders dan een zakelijk recht is een verbintenis = persoonlijk recht = vorderingsrecht géén direct recht: het komt indirect tot stand d.w.z. de titularis ervan kan het maar uitoefenen als hij eerst passeert via een ander persoon. Wanneer bijv. iemand een woning wil huren moet iemand anders bereid zijn om te verhuren. Het akkoord = contract tussen huurder en verhuurder schept voor beide partijen schuldvorderingen = rechten, maar ook schulden = plichten. Wat recht is voor de ene is plicht voor de andere, m.a.w. beide partijen zijn tegelijkertijd schuldeiser en schuldenaar: de huurder mag het gebruik van de woning opeisen maar moet daarvoor een prijs betalen, de verhuurder mag betaling van de huurprijs vorderen maar moet zijn woning ter beschikking stellen. Het recht van de huurder om de woning te gebruiken heet persoonlijk omdat de totstandkoming ervan het akkoord vereist van een ander persoon, de verhuurder. Zodra die zijn akkoord betuigt is hij verbonden en kan de huurder van hem eisen of vorderen dat hij zijn verbintenis nakomt. Vice versa vereist het recht van de verhuurder op huurgeld de bereidheid van de huurder om te huren. b- Een persoonlijk recht is niet aan iedereen ( erga omnes ) tegenstelbaar maar alleen aan de persoon (of personen) op wiens akkoord het berust. Bijv. een huurder kan zijn rechten op het gehuurde goed alleen inroepen tegenover de verhuurder, niet tegenover andere personen = derden. Als derden beweren enig recht op het goed te hebben en bijv. de huurder dagvaarden om te worden verwezen tot ontruiming van het geheel of van een gedeelte van het goed, of om de uitoefening van enige erfdienstbaarheid te gedogen, moet de huurder de verhuurder in vrijwaring oproepen, en indien hij het eist zal hij buiten het geding gesteld worden mits hij de verhuurder noemt voor wie hij bezit (art. 1727 BWB). c- Persoonlijke rechten verlenen geen volgrecht. Wanneer de verhuurder zijn verplichting om de woning ter beschikking te stellen van de huurder negeert en ze bijv. verkoopt aan iemand anders kan de huurder er geen recht op laten gelden. (Ev. kan hij van de verhuurder wel schadevergoeding eisen.) d- Persoonlijke rechten verlenen geen voorkeurrecht. De titularis van een persoonlijk recht, bijv. de huurder, zal in concurrentie met de titularis van een zakelijk recht, bijv. de nieuwe eigenaar in het voorbeeld hierboven, geen recht, of in concurrentie met andere schuldeisers, bijv. in het kader van een faillissement, maar gedeeltelijke rechten kunnen laten gelden.

232 6.1 Bronnen van verbintenissen De voorbeelden hierboven illustreren hoe een verbintenis kan ontstaan op basis van een contract, in casu een huurcontract. Maar contracten zijn niet de enige bron van verbintenissen. Het burgerlijk wetboek (BWB) somt alle bronnen op: (6.1.1) contracten = overeenkomsten waarbij een of meer personen zich jegens een of meer andere personen verbinden om iets te geven, te doen of niet te doen (art. 1101 BWB) (6.1.2) oneigenlijke contracten = vrijwillige daden van een persoon waaruit een eenzijdige verbintenis ontstaat jegens een ander persoon en soms wederzijdse verbintenissen voor beide (art. 1371 BWB) (6.1.3) delicten (misdrijven) en quasi-delicten (oneigenlijke misdrijven) = alle daden van de mens die een ander, opzettelijk of niet, schade toebrengen (art. 1382 BWB) (6.1.4) de wet (art. 1370 BWB) De bronnen van verbintenissen kunnen ook worden ingedeeld in rechtshandelingen en rechtsfeiten. Een rechtshandeling is elke vrije daad = wilsdaad met de vooropgezette bedoeling om rechtsgevolgen te scheppen. Het kan gaan om een daad van - bewaring bijv. herstellingen uitvoeren - beheer bijv. verhuren of beleggen - beschikking bijv. verkopen of schenken Rechtshandelingen worden verder onderverdeeld in - publiekrechtelijke rechtshandelingen d.w.z. normerende, individuele of gerechtelijke rechtshandelingen van de overheid die éénzijdig aan (een) welbepaalde (groep) personen een verbintenis opleggen tegenover (een) andere (groep) personen Bijv. wetten zijn normerende, onteigeningsbesluiten individuele, vonnissen gerechtelijke publiekrechtelijke rechtshandelingen. - privaatrechtelijke of particuliere rechtshandelingen die naargelang het geval éénzijdig of meerzijdig kunnen zijn Bijv. een erkenning van een kind is een éénzijdige wilsuiting van degene die erkent, een contract is twee- of meerzijdig: partijen verbinden zich over en weer. Een rechtsfeit is een gebeurtenis, toestand of handeling die plaatsvindt buiten de menselijke wil maar waaruit niettemin rechtsgevolgen (verbintenissen) kunnen voortkomen, bijv. een geboorte, meerderjarigheid, een onrechtmatige daad (bij een verkeersongeval).

233 6.1.1 Contracten Een contract is een overeenkomst waarbij een of meer personen zich tegenover een of meer andere personen verbinden om iets te geven, te doen of niet te doen (art. 1101 BWB). De betrokken personen = de contractanten = contracterende partijen zijn dragers = titularissen = subjecten van rechten en plichten. Het object = voorwerp van een contract is, naargelang het een contract betreft om te geven, te doen of niet te doen, de te leveren zaak, de prestatie of de onthouding van prestatie. Aan een contract gaan soms min of meer langdurige onderhandelingen vooraf: de ene partij doet een voorstel, de andere een tegenvoorstel enzovoort. Een voorstel kan vrijblijvend zijn, dan bindt het niemand. Wanneer het echter alle noodzakelijke elementen van het contract bevat (zie hierna) spreekt men van een aanbod: degene die het formuleerde is erdoor verbonden. Mits aanvaarding van dit aanbod door de tegenpartij komt er een geldig contract tot stand. Zo bekeken is een contract een aanvaard aanbod. De aanvaarding van een aanbod gebeurt ofwel uitdrukkelijk (bijv. door je handtekening onder een prijsofferte te plaatsen) ofwel stilzwijgend. Maar het louter stilzwijgen volstaat niet, de aanvaarding moet ondubbelzinnig blijken uit handelingen en/of gedragingen. 6.1.1.1 Soorten contracten Eenzijdige en wederkerige contracten (art. 1102-1103 BWB) In een eenzijdig contract verbindt één partij zich tegenover een andere, zonder dat deze laatste zich tot een tegenprestatie verbindt. Bijv. een schenking, een gratis bewaargeving. Vanzelfsprekend moet elk van beide partijen zijn akkoord betuigen, anders is er geen contract. Bijv. de begunstigde van een schenking moet deze uitdrukkelijk aanvaarden, ook al wordt er van hem niet de minste tegenprestatie verwacht (art. 932 BWB). In een tweezijdig = wederkerig contract verbinden de twee of meer partijen zich over en weer, d.w.z. wederkerig én gelijktijdig: de verbintenis van de ene partij vormt het motief voor de verbintenis van de andere partij. Bijv. bij een huurcontract betaalt de huurder huurgeld omdat de eigenaar zijn woning ter beschikking stelt, en vice versa. Vergeldende en kanscontracten (art. 1104 BWB) Bij een vergeldend contract verbinden de partijen zich tot vaststaande, min of meer gelijkwaardige prestaties. Bijv. in het kader van een koopcontract draagt de verkoper een goed over aan de koper en deze betaalt een equivalent in geld. Bij een kans- = risicocontract is de prestatie van (tenminste) één partij geheel onzeker: zij hangt af van een onvoorspelbare toekomstige gebeurtenis. Bijv. in het kader van een verzekeringscontract betaalt de verzekeringsnemer een periodieke premie maar of de verzekeraar ooit enige tegenprestatie zal moeten leveren, d.w.z. het verzekerde kapitaal uitbetalen, valt volstrekt niet te voorzien. Contracten om niet en onder bezwarende titel (art. 1105-1106 BWB) Contracten onder bezwarende titel brengen voor beide partijen een voordeel mee. Alle wederkerige contracten (zie boven) komen tot stand onder bezwarende titel. Contracten om niet = uit vrijgevigheid brengen maar voor één partij voordeel mee. Een contract om niet is per definitie eenzijdig (zie boven) maar niet elk eenzijdig contract is er een om niet.

Zo kan men zich verbinden zonder onmiddellijke tegenprestatie van de medecontractant = eenzijdig, maar wordt er later wel een tegenprestatie verwacht = onder bezwarende titel: bijv. een schenking onder (later te vervullen) voorwaarden. Consensuele, formele en zakelijke contracten In de regel zijn contracten consensueel: zij komen tot stand zodra er tussen de partijen een akkoord = consensus ontstaat over (1) het voorwerp + (2) de prijs. Een mondeling akkoord volstaat, een geschrift is niet vereist. Maar kan, i.v.m. het bewijs, wel nuttig zijn. Zie ook verder: 6.1.1.2 en 6.1.1.3. Een formeel = vormelijk = plechtig contract kan maar geldig tot stand komen als, naast de consensus van de partijen, een bijzondere formaliteit wordt in acht genomen. Zo is de tussenkomst van een ambtenaar van de burgerlijke stand noodzakelijk voor de geldigheid van een huwelijk - een consensus tussen de twee partners is niet voldoende, en zo is de tussenkomst van een notaris nodig voor de geldigheid van een huwelijkscontract. Een zakelijk = reëel contract komt maar geldig tot stand na de afgifte van de zaak ( res ) waarop het contract betrekking heeft. Bijv. contracten van bruiklening of contracten van bewaargeving komen maar geldig tot stand na overhandiging door de schuldeiser aan de schuldenaar van de in bruikleen of bewaring gegeven zaak. Contracten intuitu personae Wanneer de bruikbaarheid van een contract verbonden wordt aan de (meestal economische) waarde van een van de partijen spreekt men van een contract intuitu personae. Bijv. een contract van sponsoring. Als de economische waarde van deze partij verdwijnt, bijv. door haar overlijden, komt ipso facto een einde aan het contract. Dit is niet het geval bij andere contracten: deze verbinden niet alleen de contractanten zelf maar ook hun rechtsopvolgers. Toetredings- of adhesiecontracten Een toetredings- = adhesie- = standaard- = typecontract wordt opgesteld door de partij die een voorstel of aanbod doet. Elke onderhandeling over de inhoud ervan wordt bij voorbaat uitgesloten, de andere partij heeft slechts de keuze tussen aanvaarden = toetreden of weigeren = niet contracteren. Bijv. Belgacom onderhandelt niet over de prijs van de telefoonaansluiting, deze is te nemen of te laten. Bijkomende en hoofdcontracten Een bijkomend = accessoir contract vergezelt en volgt (het lot van) een hoofdcontract. Bijv. een contract van borgstelling (= accessoir contract) kan alleen maar bestaan in samenhang met een ander contract, bijv. een lening (= hoofdcontract). Wanneer het hoofdcontract verdwijnt (bijv. door de terugbetaling van het geleende geld) verdwijnt automatisch ook het accessoir contract. Een hoofdcontract kan op zichzelf bestaan. Benoemde en niet benoemde contracten. Alleen betreffende de benoemde contracten (koop, ruil, huur, vennootschap, lening, bewaargeving en sekwester, kanscontracten, lastgeving en dading) voorziet het burgerlijk wetboek in een uitvoerige regeling (zie verder 6.1.1bis). Maar de concrete nood van partijen kan een andersoortig contract vereisen, m.a.w. als het burgerlijk wetboek hen geen bruikbare regeling aanbiedt voor hun specifieke contractuele situatie kunnen zij, mits respect voor de imperatieve rechtsregels, de openbare orde en de goede zeden, zelf een eigen-aardige regeling uitwerken d.w.z. een niet benoemd contract afsluiten. 234

235 6.1.1.2 Contractenleer Wilsautonomie Partijen beschikken over een ruime contractuele vrijheid. Deze vrijheid moest in oorsprong slechts rekening houden met een relatief klein aantal regels van openbare orde, goede zeden en imperatief recht maar naarmate de overheidsinterventie toenam werd de vrijheid om te contracteren ingeperkt. (O.a.) volgens moraalfilosoof J. Verplaetse (Universiteit Gent) bestaat de vrije wil niet. Als dit zo is komen diverse rechtstakken in de problemen: het strafrecht (met het rechtsbeginsel nullem crimen sine culpa, geen misdrijf zonder schuld), maar ook het burgerlijk recht verbintenissen zijn nietig door een wilsgebrek (over de wilsgebreken zie verder: 6.1.1.3), niet toerekeningsvatbare personen zijn niet aansprakelijk (over toerekenbaarheid zie verder: 6.1.3.1). Lees Jan Verplaetse, Welk recht als de vrije wil niet bestaat? in De Juristenkrant nr. 206 van 24.3.2010 p. 13. Jan Verplaetse is ook initiatiefnemer van de onderzoeksgroep The Moral Brain: www.themoralbrain.be. Consensualisme Een contract is geldig zodra de contractanten een akkoord = consensus bereiken omtrent het voorwerp en de prijs. Bijzondere formaliteiten, zoals het opstellen van een geschrift, zijn niet vereist, een mondeling akkoord volstaat. Maar er zijn uitzonderingen, zo vereist het bewijsrecht voor elke rechtshandeling met een waarde van meer dan! 375 wel een (ev. elektronisch) ondertekend geschrift (zie verder: 8). En voor de geldigheid van formele contracten is een formaliteit vereist, bij zakelijke contracten is de afgifte van de zaak vereist (zie hierboven: 6.1.1.1). Onherroepelijkheid Een overeenkomst strekt hen die ze aangingen, en alleen hen, tot wet (art. 1134 BWB). Een overeenkomst komt tot stand bij wederzijdse toestemming, logischerwijze kan zij dan ook maar herroepen worden bij wederzijdse toestemming ( mutuus consensus mutuus dissensus ) of op de gronden door de wet erkend (zie verder). Uitvoering te goeder trouw Een contract moet te goeder trouw worden uitgevoerd (art. 1134 BWB), m.a.w. de partijen moeten de geest van de overeenkomst respecteren evenzeer als de letterlijke zin ervan (art. 1156 BWB). Bij gebreke van vrijwillige uitvoering kan men overgaan tot gedwongen uitvoering (zie hieronder). Gedwongen uitvoering a- D.m.v. een ingebrekestelling = aanmaning, per aangetekende brief of deurwaardersexploot, stelt men de onwillige medecontractant aansprakelijk en dringt men nog een laatste keer aan op vrijwillige uitvoering = betaling. b- Levert de aanmaning niet het verhoopte resultaat op dan kan men een proces starten bij de bevoegde rechtbank. c- Zodra men over een uitvoerbare titel beschikt kan men de onwillige partij daadwerkelijk tot uitvoering dwingen. Een uitvoerbare titel is een officieel document dat het mogelijk maakt, zo nodig met een beroep op de gewapende macht, de onwillige medecontractant tot uitvoering te dwingen. Alleen een uitvoerbaar vonnis of arrest (en een notariële akte) bezitten deze uitvoerbare kracht. Men kan overgaan tot uitvoering in natura of bij wijze van equivalent. (Op grond van een notariële akte kan men alleen uitvoeren in natura.) Wie uitvoert in natura dwingt de tegenpartij te doen wat contractueel was afgesproken, wie uitvoert bij wijze van equivalent verzaakt aan een natura uitvoering en neemt genoegen met een compenserende schadevergoeding. De rechtbanken verkiezen een herstel in natura. Maar een eis tot herstel in natura mag niet ontaarden in rechtsmisbruik. Dat is het geval wanneer de kosten van herstel in natura niet in verhouding staan tot het geleden nadeel. Bijv. een aannemer legt een oprit aan. De klant betaalde een voorschot van! 1000 maar weigert betaling van het saldo van! 3000 want niet tevreden met het resultaat. De aannemer start een proces en eist de volledige betaling. De klant stelt een tegeneis: hij wil dat de aannemer op zijn kosten de oprit heraanlegt. De expert, aangesteld door de rechtbank, besluit dat de oprit inderdaad (eerder kleine) gebreken vertoont en raamt de minwaarde op 20%.

De aannemer stemt er mee in om het gevorderde saldo te reduceren tot! 2200. Maar de klant volhardt. Uiteindelijk oordeelt de rechtbank dat tegemoetkomen aan de tegeneis van de klant, m.a.w. een herstel in natura bevelen, zou neerkomen op machtsmisbruik en veroordeelt de klant tot betaling van! 2200. (Burgerlijke rechtbank Brussel 26.6.1989, Res et Iura Immobilia 1991 p. 115, geciteerd in Budget & Recht nr. 100 p. 46, bedragen aangepast.) Gedwongen uitvoering kan leiden tot een beslag op goederen van de onwillige schuldenaar. Het gerechtelijk wetboek (GWB), art. 1386 e.v., onderscheidt bewarend en uitvoerend beslag, en bewarend en uitvoerend derdenbeslag. Sommige levensnoodzakelijke goederen kunnen in geen geval in beslag genomen worden. Sinds kort kunnen zelfstandigen d.m.v. een verklaring van onbeslagbaarheid bij de notaris vermijden dat bij faillissement van hun zaak de gezinswoning mee zou verkocht worden. Voor meer info zie www.belgium.be/nl/economie/onderneming/sociale_zekerheid/beveiliging_van_de_woning/. Beslag op loon is maar mogelijk binnen wettelijke grenzen. Zie hierover onze syllabus Sociaal recht. Voor meer informatie over de tenuitvoerlegging van rechterlijke beslissingen zie http://ec.europa.eu/civiljustice/enforce_judgement/enforce_judgement_bel_nl.htm. Het Europees betalingsbevel Bij verordening nr. 1896/2006 van 12.12.2006 van het Europees parlement en de Raad werd een Europese betalingsbevelprocedure ingevoerd. Daardooor is de invordering mogelijk van grensoverschrijdende niet betwiste civiel- en handelsrechtelijke schuldvorderingen, d.m.v. een uniforme procedure op basis van (7) formulieren. Partijen moeten niet voor een rechtbank verschijnen, het volstaat dat de eiser een verzoekschrift indient bij een rechtbank waarna de procedure automatisch verder loopt. De verzoeker hoeft geen andere formaliteiten of handelingen te verrichten. In België zijn het de Vredegerechten, de Rechtbanken van eerste aanleg, de Rechtbanken van koophandel en de Arbeidsrechtbanken die een Europees betalingsbevel kunnen afleveren. De verordening is toepasselijk tussen alle EU-landen, met uitzondering van Denemarken. Voor meer info zie http://europa.eu/legislation_summaries/justice_freedom_security/judicial_cooperation_in_civil_matters/l16023_ nl.htm. Lees Europees betalingsbevel maakt centen innen over grenzen heen makkelijker in De juristenkrant nr. 181 van 14.1.2009 p. 7. 236

Voor wie door overmatige schuldenlast in de problemen komt is voorzien in een collectieve schuldenregeling / schuldbemiddeling. Burgers met een overmatige schuldenlast kunnen een verzoek tot collectieve schuldenregeling indienen bij een arbeidsrechtbank. Eind november 2010 waren er 364.309 Belgen met een kredietprobleem. Cfr. de wet houdende bepalingen betreffende de termijnen, het verzoekschrift op tegenspraak en de procedure van collectieve schuldregeling van 13.12.2005, publicatie 21.12.2005, geïntegreerd in het gerechtelijk wetboek (art. 1675). Voor de volledige tekst van de wet zie www.ejustice.just.fgov.be/wet/wet.htm > (Numac) 2005009983. Gerechtelijk wetboek: www.belgischrecht.be/codex.asp.. Over de arbeidsrechtbank zie boven: 2.1.2.2. De rechtbank beoordeelt de toelaatbaarheid van het verzoekschrift en duidt ev. een schuldbemiddelaar aan. De bemiddelaar onderhandelt met de schuldeisers met het oog op een minnelijke aanzuiveringsregeling, die de arbeidsrechtbank dan bekrachtigt. Lukt dit niet dan kan de rechtbank een gerechtelijke aanzuiveringsregeling opleggen, en daarbij beschikt zij over een zeer ruime bevoegdheid: ze kan (o.a.) de schulden gedeeltelijk of zelfs volledig kwijtschelden (wat neerkomt op een soort faillietverklaring van een niet-handelaar). Voor meer uitgebreide informatie download of bestel (gratis) de brochure De collectieve schuldenregeling op http://economie.fgov.be/nl/binaries/0464-09-01_tcm325-81307.pdf. Lees ook Reddingsboei in oceaan van schulden in Budget&Recht nr. 220 van januari/februari 2012 p. 29-31. Eind november 2010 telde men 86.502 gezinnen met een aanvraag voor collectieve schuldbemiddeling; in 2008 waren dat er slechts 69.748. Lees Schuldbemiddelaars verdrinken in werk in De Standaard (DS) van 17.7.2009 p. E2-3, Belgen betalen krediet almaar slechter af in De Standaard van 25.1.2010 p. E1, 80.287 gezinnen in schuldenregeling in DS van 28.4.2010 p. 2, Collectieve schuldenregeling: alles kan beter in De Juristenkrant nr. 210 van 26.5.2010 p. 12-13, Er gingen nog nooit zoveel Belgische gezinnen failliet in DS van 22.12.2010 p. 33. Over de erelonen van de schuldbemiddelaars zie www.gdwantw.com/information/ereloon%20schuldbemiddelaar.pdf. Lees Ereloon schuldbemiddelaar blijft aan banden gelegd in De Juristenkrant nr. 227 van 6.4.2011 p. 1. Naast de collectieve schuldenregeling, onder supervisie van een arbeidsrechtbank, bieden ook de Openbare Centra voor Maatschappelijk Werk = OCMW s en de Centra voor Algemeen Welzijn = CAW s hun diensten aan voor (een minder formele vorm van) schuldbemiddeling. De Vlaamse OCMW s en CAW s telden in 2009 62.183 dossiers OCMW: http://nl.wikipedia.org/wiki/openbaar_centrum_voor_maatschappelijk_welzijn. CAW: www.caw.be. Daarnaast telde Vlaanderen in 2009 nog eens ongeveer 15.000 gezinnen die (nog) geen zwaar schuldprobleem hadden/hebben maar toch een beroep deden/doen op schuldbemiddeling omdat ze het moeilijk hadden/hebben met het beheer van het eigen budget. Lees ook boven: 2.1.1.4 Alternatieve geschillenregeling: bemiddeling. 237

238 6.1.1.3 Geldigheidsvereisten van contracten (art. 1108-1133 BWB) Om een geldig contract te kunnen afsluiten moeten 4 voorwaarden vervuld zijn: partijen moeten akkoord gaan, zij moeten bekwaam zijn, het voorwerp van het contract moet bepaald zijn (of bepaalbaar) en de oorzaak ervan geoorloofd. Toestemming van de partijen Een contract komt tot stand zodra er tussen de partijen overeenstemming bestaat omtrent het voorwerp en de prijs (consensualisme), d.w.z. wanneer zij allebei met (alle onderdelen en gevolgen van) het contract instemmen. Bevinden de contractanten zich dat moment op eenzelfde plaats dan komt het contract op deze plaats en op dat moment tot stand. Maar vaak komen contracten tot stand per brief of telefoon, telex, telegram, telefax of e-mail: dan ontstaat het contract op het moment dat en op de plaats waar de aanbieder de aanvaarding van zijn aanbod verneemt = vernemingstheorie. Een contract kan worden afgesloten voor een bepaalde/beperkte termijn: wanneer die termijn voorbij is komt logischerwijze een einde aan het contract. Maar soms voorziet het contract in een stilzwijgende verlenging. De wettelijke regels betreffende de stilzwijgende verlenging van contracten werden recent gewijzigd, in het voordeel van de consument. Lees hierover Consument minder gebonden in Budget&Recht nr. 194 van september/oktober 2007 p. 24. De toestemming van de partijen kan gebrekkig zijn d.w.z. aangetast door wilsgebreken. Geen toestemming is geldig indien zij alleen door dwaling is gegeven, door geweld afgeperst of door bedrog verkregen (art. 1109 BWB). Art. 1118 BWB voegt hier nog een wilsgebrek aan toe: de benadeling. a- Dwaling is de onvrijwillige = niet frauduleuze verkeerde voorstelling van zaken die een partij of beide partijen tot het sluiten van een overeenkomst bracht. Had/hadden zij de waarheid gekend dan zou/zouden zij niet hebben gecontracteerd. Conform art. 1110 BWB vormt dwaling een grond tot nietigheid van een contract als zij: - de zelfstandigheid betreft van de zaak die het voorwerp van de overeenkomst uitmaakt Bijv. men denkt een origineel te kopen maar achteraf blijkt het een kopie te zijn. - de persoon van de medecontractant betreft mits diens hoedanigheid essentieel is voor het tot stand komen van het contract Bijv. men denkt een kunstwerk te kopen van A waar het in feite een werk is van B. In de beide gevallen moet de dwaling bovendien - doorslaggevend zijn d.w.z. niet louter op bijkomstigheden slaan Bijv. men denkt een ets te kopen met zwarte lijst maar die blijkt donkerbruin te zijn. - en verschoonbaar d.w.z. dat elke normale redelijke persoon zich in gelijkaardige omstandigheden zou vergissen Bijv. hij die een huis koopt na herhaalde bezoeken ter plaatse zal achteraf niet geloofwaardig zijn als hij beweert dat hij niet wist dat er geen garage was. b- Geweld of dreiging met geweld, tegen de persoon van de medecontractant, zijn echtgenote, ascendenten of descendenten, vormt een grond tot nietigheid van een contract, ook al is het geweld gepleegd of de dreiging geuit door een derde (art. 1111-1115 BWB). Het geweld moet van die aard zijn dat het een redelijk mens, gelet op zijn leeftijd, geslacht en geaardheid, schrik aanjaagt: er moet gedreigd worden met een aanzienlijk en dadelijk kwaad. Vrees uit eerbied voor vader of moeder of een andere ascendent is niet voldoende om een contract te vernietigen.

c- Bedrog veronderstelt een opzettelijke = frauduleuze verkeerde voorstelling van zaken en vormt in alle omstandigheden een grond tot nietigheid van een contract (maar moet wel worden bewezen) (art. 1116 BWB). d- Benadeling (art. 1118 BWB) is, in tegenstelling tot de vorige drie wilsgebreken, geen algemeen wilsgebrek. Het BWB erkent slechts in een beperkt aantal gevallen de benadeling als grond tot nietigheid van een contract. O.m. bij benadeling van een erfgenaam voor meer dan 1/4 bij een verdeling gemaakt door een bloedverwant in de opgaande lijn (art. 1079 BWB), en bij benadeling van de verkoper van een onroerend goed voor meer dan 7/12 (art. 1674 BWB). (O.a.) volgens moraalfilosoof J. Verplaetse (Universiteit Gent) bestaat de vrije wil niet. Als dit zo is komen diverse rechtstakken in de problemen: het strafrecht (met het rechtsbeginsel nullem crimen sine culpa, geen misdrijf zonder schuld), maar ook het burgerlijk recht verbintenissen zijn nietig door een wilsgebrek, niet toerekeningsvatbare personen zijn niet aansprakelijk (over toerekenbaarheid zie verder 6.1.3.1). Lees Jan Verplaetse, Welk recht als de vrije wil niet bestaat? in De Juristenkrant nr. 206 van 24.3.2010 p. 13. Jan Verplaetse is ook initiatiefnemer van de onderzoeksgroep The Moral Brain: www.themoralbrain.be. Bekwaamheid van de partijen (art. 1123-1125 BWB) In principe is iedereen bekwaam om te contracteren, maar de wet verklaart sommige personen onbekwaam, o.a. minderjarigen (zie boven: 3.1.3 Bekwaamheid en onbekwamen). Als een onbekwame tegen de wettelijke regels in toch een contract afsluit is dit nietig, maar het betreft een betrekkelijke = relatieve nietigheid: alleen de onbekwame zelf of zijn vertegenwoordiger(s) kan (kunnen) ze inroepen. Voorwerp van het contract (art. 1126-1130 BWB) De partijen van een contract verbinden er zich toe om iets te geven, te doen of niet te doen. De inhoud van hun verbintenis, d.w.z. de te leveren zaak, de te verrichten prestatie of de in acht te nemen onthouding, vormt het voorwerp van het contract. Dit voorwerp moet - in de handel zijn - bepaald zijn = naar soort en hoeveelheid omschreven Bijv. 100 kg appelen golden delicious. of minstens bepaalbaar = bepaald naar soort maar (nog) niet naar hoeveelheid Bijv. de aardappeloogst van boer Janssens van volgend jaar. - geoorloofd zijn = niet strijdig met de openbare orde en de goede zeden Oorzaak van het contract (art. 1131-1133 BWB) De oorzaak wordt vaak verward met het voorwerp. Het voorwerp betreft wat men contracteert ( quid debitur ). De oorzaak van een contract betreft het onderliggende motief van het contract = waarom men contracteert ( cur debitur ). Een contract is nietig als het is aangegaan - zonder oorzaak = als elk motief ontbreekt - uit valse oorzaak = wanneer men simuleert, om het ware motief verborgen te houden - uit een ongeoorloofde oorzaak = als zij door de wet verboden is of strijdig met de openbare orde of de goede zeden Bijv. een contract van vennootschap, opgericht om een drughandel op te zetten. 239

240 6.1.1.4 Gevolgen van contracten Overeenkomsten brengen alleen gevolgen teweeg tussen de contracterende partijen; zij brengen aan derden geen nadeel toe en strekken hun slechts tot voordeel in het geval voorzien bij artikel 1121 (art. 1165 BWB). Res inter alios acta aliis neque nocere neque prodesse potest. Een contract heeft gevolgen voor de contracterende partijen. Je contracteert natuurlijk voor jezelf maar meteen ook voor je erfgenamen, algemene legatarissen en legatarissen ten algemene titel (art. 1122 BWB), m.a.w. al deze zullen na je overlijden je contractuele rechten en plichten moeten overnemen. Tenzij ze de erfenis verwerpen. Derden staan in principe buiten een contract. Alle anderen dan deze vermeld in vorige paragraaf zijn derden: bijzondere legatarissen, schuldeisers, vreemden Wel zullen zij het louter bestaan van het contract moeten erkennen: zodra twee (of meer) personen een geldig contract hebben afgesloten is het bestaan ervan, alleen het bestaan, aan iedereen ( erga omnes ) tegenstelbaar. Soms strekken contracten derden toch tot voordeel en/of nadeel. a- Schuldeisers kunnen alle rechten en vorderingen van hun schuldenaars in hun plaats uitoefenen (art. 1166 BWB) = zijdelingse rechtsvordering. Rechten en vorderingen welke alleen gebonden zijn aan de persoon, bijv. familierechten, zijn uitgesloten. b- Schuldeisers kunnen de handelingen die hun schuldenaars verrichtten met bedrieglijke benadeling van hun belangen laten herroepen (art. 1167 BWB) = herroepende of pauliaanse rechtsvordering. Wie zijn vermogen of een deel ervan bijv. wegschenkt om de betaling van schulden te ontlopen riskeert dat zijn schuldeiser(s) de vernietiging van deze schenking vordert (vorderen). Zo vernietigde het Hof van beroep van Antwerpen bij arrest van 12.4.2005, op vraag van de ontvanger der belastingen, de schenking van een bakkerszaak door een moeder aan haar kinderen. Deze schenking was er op gericht de nog verschuldigde belastingen te ontlopen. c- Men kan zich ertoe verbinden een derde (proberen) te overtuigen om iets te doen (art. 1120 BWB) = sterkmaking. Als de derde weigert deze verbintenis te honoreren zal degene die zich verbond = de sterkmaker aan de medecontractant schadevergoeding moeten betalen. d- Men kan bedingen ten behoeve van een derde wanneer zulks de voorwaarde is van een beding dat men voor zichzelf maakt of van een schenking die men aan een ander doet. Wie zo'n beding gemaakt heeft kan het niet meer herroepen wanneer de derde verklaard heeft ervan gebruik te willen maken. (Art. 1121 BWB.) De meest courante toepassing van een beding ten behoeve van een derde is de levensverzekering.

241 6.1.1bis 6.1.1bis.1 Benoemde contracten Koop/verkoop (art.1582-1699 BWB) Burgerlijk wetboek (BWB): zie www.belgischrecht.be/codex.asp. Koop/verkoop is een overeenkomst waarbij een partij = de verkoper haar eigendomsrecht van een goed overdraagt aan een andere partij = de koper die hiervoor een geldsom = de prijs betaalt. Het koopcontract is een wederkerig, consensueel contract ten bezwarende titel. Alle goederen die in de handel zijn kunnen worden verkocht (art. 1598-1601 BWB). Alle personen aan wie de wet het niet verbiedt kunnen kopen of verkopen (art.1594 BWB). Een koopcontract is o.m. verboden tussen echtgenoten in welbepaalde gevallen (zie art. 1595-1597 BWB). Onderhandse en openbare verkoop De eigenaar kan naar keuze onderhands of openbaar verkopen. In een aantal gevallen is een openbare verkoop echter wettelijk verplicht. O.a. voor de verkoop van onroerende goederen die geheel of gedeeltelijk toebehoren aan minderjarigen, aan vermoedelijk afwezigen, aan onbekwaamverklaarden of aan personen aan wie een voorlopige bewindvoerder is toegevoegd krachtens de artikelen 488bis, a) tot k), van het Burgerlijk Wetboek) (art. 1186 gerechtelijk wetboek = GWB), voor de verkoop van onroerende goederen die behoren tot nalatenschappen aanvaard onder voorrecht van boedelbeschrijving of tot onbeheerde nalatenschappen, op verzoek van de erfgenamen of curatoren (art. 1189 GWB), voor de verkoop van onroerende goederen die tot een failliete boedel behoren (art. 1190 GWB). Gerechtelijk wetboek: zie www.belgischrecht.be/codex.asp. Een openbare verkoop is alleen mogelijk met tussenkomst van een notaris, voor onroerende goederen, of een gerechtsdeurwaarder, voor roerende goederen. Voor meer informatie download de brochures Ik koop, ik leen, Ik koop. Standaardverloop van een aankoopdossier, Ik verkoop. Standaardverloop van een verkoopdossier op de website van de Nederlandstalige notarissen: www.notaris.be/verkopen-kopen-hurenlenen/brochures. Met ingang van 1.1.2010 is de tweede zitdag afgeschaft bij de openbare verkoop van een woning. Lees Openbare vrkopen vanaf januari sneller en Openbare verkoop voortaan in één zitdag in De Standaard van 16.12.2009 p. E1-E2-E3. De eigendomsoverdracht (van verkoper naar koper) vindt onmiddellijk plaats, d.w.z. op het ogenblik dat de partijen een akkoord bereiken over voorwerp + prijs (= consensualisme), en hij valt samen met de overdracht van het risico van verlies van het voorwerp van de koop/verkoop. Res perit domino. In uitzonderlijke gevallen vindt géén onmiddellijke overdracht van eigendom en risico plaats: a- bij de verkoop van soortelijke goederen (= producten die per soort, niet per stuk worden geproduceerd, verkocht en/of geleverd, bijv. kasseien, stookolie, planken...) b- bij de verkoop van toekomstige goederen (= producten die nog moeten gemaakt of afgewerkt worden of nog moeten uitgroeien, bijv. woningen op plan, suikerbieten vooraleer ze volgroeid of gerijpt zijn en dus geleverd kunnen worden...) Lees Bouw niet op zand (over een appartement op plan kopen) in Budget&Recht nr. 199 van juli/augustus 2008 p. 29-33. Lees Aankoop op plan: een goed plan? in Plus magazine nr. 257 van februari 2010 p. 82-83. c- als partijen overeenkomen de eigendomsoverdracht uit te stellen = eigendomsvoorbehoud maken - wat courant is wanneer men koopt op afbetaling Voorbeeld: je onderhandelt met je garagist over de aankoop van een tweedehands wagen. Op het ogenblik dat er tussen jou en hem een (mondeling of schriftelijk) akkoord = consensus tot stand komt omtrent het voorwerp ( dié welbepaalde wagen ) en de prijs is er een volwaardig contract en vindt de overdracht plaats van eigendom en risico: al wordt de wagen pas een week later geleverd (d.w.z. meestal afgehaald), jij werd er op het ogenblik van de consensus eigenaar van + draagt het risico van het ev. tenietgaan van de wagen wegens overmacht (gaat de wagen teniet door een fout van de garagist of een derde dan zal die natuurlijk voor de schade moeten opdraaien). En hoe dan ook moet je de overeengekomen prijs volledig betalen.

Maar koop je 500 liter stookolie (= een soortelijk bepaald goed) of een appartement op plan (= een toekomstig goed) dan worden eigendom en risico pas later overgedragen d.w.z. op het moment van de individualisering van het soortelijk goed = bij de levering van de stookolie, resp. bij de oplevering van het appartement. De eigendomsoverdracht vindt meestal plaats samen met de bezitsoverdracht = levering. Maar niet altijd. Soms vindt de levering later plaats (bijv. bij de aankoop van een nieuwe wagen = een toekomstig goed), soms vond ze al eerder plaats (bijv. wanneer een huurder het eigendomsrecht verwerft van de huurwoning die hij al jarenlang bewoont). Algemene regels koop/verkoop: verplichtingen van de partijen a- De verkoper moet leveren (art. 1604-1624 BWB). De levering of afgifte (van de verkochte goederen als dit mogelijk is of anders van de sleutels en/of eigendomstitels) gebeurt ten huize van de verkoper, tenzij anders is overeengekomen. De koper moet de geleverde goederen in ontvangst nemen. Maar als hij bij de levering of kort nadien zichtbare gebreken (>) constateert kan hij naargelang het geval de levering weigeren of protesteren of een lagere prijs eisen. b- De verkoper moet de koper vrijwaren (art. 1625-1649 BWB). Hij moet hem vrijwaren tegen uitwinning, m.a.w. hij mag hem niet storen in het normale genot van de verkochte zaak (= feitelijke stoornis) noch mag hij enig recht op de zaak laten gelden (= rechtsstoornis). Bovendien dient hij rechtsstoornissen door derden af te weren. De verkoper moet de koper vrijwaren tegen verborgen gebreken (<) als deze de verkochte zaak ongeschikt maken voor het gebruik waarvoor ze bestemd was of de gebruiksmogelijkheden dusdanig verminderen dat de koper de zaak niet of alleen voor een mindere prijs zou gekocht hebben had hij deze gebreken gekend. Deze vrijwaringsplicht tegen verborgen gebreken kan contractueel worden beperkt. Zie ook hieronder: wettelijke waarborg en productenaansprakelijkheid. Gevallen Een pas aangekochte tweedehands wagen vertoont een aantal volgens de koper verborgen gebreken. Het herstel van de wagen kost de koper 30.000 BEF. Hij wil deze kosten verhalen op de verkoper en start een proces. De verkoper beweert dat de gebreken helemaal niet verborgen waren maar integendeel duidelijk zichtbaar. Omdat er inderdaad maar kan sprake zijn van verborgen gebreken als de koper ze bij de levering niet kan vaststellen gaat de rechter elk defect afzonderlijk na: de defecte dashboardverlichting kon de koper makkelijk vaststellen en dat de schokdemper kapot was stond te lezen op het schouwingsbewijs, maar de mankementen van de radiator, de waterpomp en de achterruitverwarming vormen wel verborgen gebreken waarvoor de verkoper moet instaan. De rechter beslist dan ook dat de koper recht heeft op terugbetaling van een deel van de prijs. (Vredegerecht Zele 6.9.1989, Tijdschrift van de Vrede- en Politierechters 1991 p. 142.) Een echtpaar koopt een villa maar ontdekt al snel ernstige verborgen gebreken. Het eist dan ook een prijsvermindering. Het komt tot een proces en de expert aangesteld door de rechtbank constateert dat de verkoper inderdaad probeerde d.m.v. multiplexplaten een aantal brede barsten in de muren weg te moffelen. Hij schat de minderwaarde van de villa op 1.600.000 BEF. De verkoper richt zich daarop tot de aannemer en de architect van de woning: deze moeten de kwaliteit van hun bouwwerkzaamheden 10 jaar lang waarborgen (de bouw van de villa dateert van meer dan 10 jaar geleden), ingeval van bedrog blijven zij 30 jaar lang aansprakelijk. De rechter oordeelt dat er inderdaad sprake is van bedrog door de aannemer vermits de diepte van de funderingen en de dikte van de muren niet overeenstemmen met de plannen van de architect. Maar, aldus de expert, de gebreken aan de woning hadden voor nauwelijks 100.000 BEF kunnen verholpen worden had de verkoper meteen het probleem voor de rechtbank opgeworpen, wat hij niet deed. Het is derhalve zijn schuld dat de schade nadien nog is toegenomen. De rechtbank kent de verkoper een schadevergoeding toe van amper 100.000 BEF ten laste van de aannemer, terwijl hij zelf 1.600.000 BEF moet terugbetalen aan de koper. De architect blijft buiten schot. (Hof van beroep Bergen 6.2.1990, Revue notariat belge 1990 p. 554.) Een mevrouw koopt een huis en merkt enkele maanden later dat het gebinte van het dak in erbarmelijke staat verkeert. De herstelling kost haar 1.300.000 BEF, bedrag dat zij terugvordert van de verkoper wegens verborgen gebreken. Uit het verslag van de expert blijkt echter dat de parasieten die de schade aan het gebinte veroorzaakten sedert minstens een jaar duidelijk zichtbaar waren: een oplettende koper had ze dus bij een eerste bezoek moeten opmerken. (Rechtbank van eerste aanleg Brussel 17.4.1990, Res et Iura Immobilia 1991 p. 279.) 242

c- De koper moet de prijs betalen (art. 1650-1657 BWB). De betaling gebeurt op de plaats en het tijdstip van de levering, tenzij anders is overeengekomen. Bij gebreke van betaling kan de verkoper weigeren te leveren. Is de levering al gebeurd dan kan hij de geleverde zaak terugvorderen of de gerechtelijke ontbinding van de verkoop vragen en/of schadevergoeding. d- De koper moet de kosten betalen van vervoer, verzekering enz., tenzij anders is overeengekomen. Bijzondere regels koop/verkoop onroerende goederen - Algemeen: een onroerend goed kopen Zie boven: 4.4.3.1 Verkoop van onroerende goederen. Lees ook Van kandidaat-koper tot eigenaar in Budget&Recht nr. 183 van november/december 2005 p. 20-24, De sleutel tot succes (een woning verkopen) in Budget&Recht nr. 210 van mei/juni 2010 p. 14-17. - Meeneembaarheid (Vlaanderen) Wie in het Vlaams gewest een woning koopt en daarna verkoopt, om een andere woning te kopen, kan de registratierechten betaald op de eerste woning in mindering brengen op de registratierechten op de tweede woning. Beide woningen moeten tot hoofdverblijfplaats dienen + in het Vlaams gewest gelegen zijn. Voor meer informatie zie www.vlaanderen.be/servlet/satellite?c=solution_c&cid=1247814655469&pagename=infolijn%2fview. Lees ook Europees Hof aanvaardt Vlaamse registratirechten op www.tijd.be: www.tijd.be/nieuws/politiek_economie_europa/europees_hof_aanvaardt_vlaamse_registratierechten.9133245-3465.art. - Meerwaardebelasting Door de wet van 1.1.1997 moet een particulier die een woning die hij niet zelf bewoont binnen 5 jaar na aankoop met winst verkoopt 16,5% belasting betalen op de meerwaarde. De meerwaarde = het verschil tussen aankoopprijs en verkoopprijs. De aankoopprijs mag worden verhoogd met ofwel 25% forfaitaire aankoopkosten ofwel de werkelijke aankoopkosten + 5% per volledig verstreken jaar tussen aankoopdatum en verkoopdatum, de verkoopprijs mag worden verlaagd met de kosten van tekoopstelling. De wet is geïntegreerd in het wetboek van inkomstenbelastingen, diverse inkomsten, art. 90-8 en 10 - zie http://ccff02.minfin.fgov.be/kmweb/document.do?method=view&id=2849549a-92d4-435c-8f4a-ff90a442b1ff#findhighlighted. Zie ook www.6minutes.be/nl/artikel.aspx?artikelid=8653&rubriekid=9, www.livios.be/nl/_immo/_guid/_sale/1323.asp, Verkoop niet te snel (meerwaarde op vastgoed) in Budget&Recht nr. 209 van maart/april 2009 p. 42-43, Wordt u belast op de meerwaarde? in Plus Magazine nr. 266 van december 2010 p. 74-75. - Gratis verzekering gewaarborgd wonen (Vlaanderen) Wie in Vlaanderen een woning koopt (of bouwt of verbouwt) heeft recht op een gratis verzekering gewaarborgd wonen: die komt tussen bij de afbetaling van je hypotheek als je werkloos wordt. De verzekering trad in werking op 1.4.2003 en liep tot 2008. Op 1.4.2009 trad ze opnieuw in werking. Voor meer info download of bestel de (gratis) brochure Gratis verzekering gewaarborgd wonen: http://publicaties.vlaanderen.be/eblweb/do/publicatiesessionfacade/publicatieeenvoudigedetailaction/raadplegen?method=raadplegen&id=33857. - Recht van voorkoop (Vlaanderen) De Vlaamse overheid heeft in bepaalde gebieden een recht van voorkoop. Als zij dit recht uitoefent verwerft zij in de plaats van de kandidaat-koper de aangeboden onroerende goederen. Zij koopt dan tegen de prijs en de voorwaarden van de kandidaat-koper. Zijn van het recht van voorkoop uitgesloten: 1- de woningen die deel uitmaken van een gebouw met meerdere woningen waarbij de verkoop mede-eigendom over gemeenschappelijke delen doet ontstaan, 2- afzonderlijke garages, 3- afzonderlijke loten van een goedgekeurde verkaveling, 4- de aankoop van een eerste woning of een perceel bestemd voor woningbouw door een of meer natuurlijke personen op voorwaarde dat deze verkrijgers geen andere woning of ander perceel bestemd voor woningbouw volledig in volle eigendom of volledig in vruchtgebruik hebben op de dag van het sluiten van de overeenkomst tot koop. Voor meer informatie zie www.vlm.be/notarissen/rechtvanvoorkoop/pages/default.aspx. Lees Scheldevallei bouwt via voorkooprecht in De Standaard van 21.8.2008 p. 21/editie Oost-Vlaanderen. 243

244 - Kooprecht van de huurder van een sociale woning (Vlaanderen) Artikel 21 van het Vlaams decreet van 20.12.2002 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2003 kende de huurder van een sociale woning het recht toe om de gehuurde woning te kopen. Maar dit voorkooprecht van de sociale huurder werd in arrest nr.115/2004 van 30.6.2004 van het Arbitragehof vernietigd. Over het Arbitragehof zie www.arbitrage.be > www.const-court.be. Lees Arbitragehof vernietigt voorkooprecht sociale huurder in De Juristenkrant nr. 95 van 6.10.2004 p. 9. Vruchtgebruik en naakte eigendom apart kopen: artikel 9 van het wetboek der successierechten Het kan vooruitziend zijn om bij een aankoop het vruchtgebruik en de naakte eigendom te splitsen. Bijv. moeder koopt het vruchtgebruik van een appartement aan de kust en haar dochter de naakte eigendom: elk van beiden betaalt registratierechten, bij het overlijden van moeder betaalt de dochter niets. Let wel, de fiscus zal dit niet zomaar laten passeren: (artikel 9 van) het wetboek der successierechten gaat in zo n geval uit van een vermoeden van (verdoken) schenking weliswaar een weerlegbaar vermoeden. Wil de dochter bij het overlijden van haar moeder geen successierechten meer verschuldigd zijn, dan zal zij moeten bewijzen dat (1) de prijs gesplitst werd (een deel voor het vruchtgebruik, een voor de naakte eigendom) en beide deelprijzen correct en realistisch waren (2) ze als koper/naakte eigenaar wel degelijk over voldoende financiële middelen beschikte om te kopen en deze financiële middelen daadwerkelijk voor de koop gebruikte. Artikel 9: De roerende of onroerende goederen, verkregen ten bezwarenden titel voor het vruchtgebruik door de overledene en voor de blote eigendom door een derde, ( ) worden, voor de heffing van het uit hoofde van de nalatenschap van de overledene eisbaar successierecht en recht van overgang bij overlijden, geacht in volle eigendom in dezes nalatenschap voorhanden te zijn en door de derde als legaat te zijn verkregen, tenzij het bewezen wordt dat de verkrijging of de inschrijving niet een bedekte bevoordeling ten behoeve van de derde is. Wetboek der successierechten: http://ccff02.minfin.fgov.be/kmweb/document.do?method=view&id=97ab2885-d928-4034-82ce- 75c9ec918fe7#findHighlighted en http://navigator.fenb.be/fiscdb-consult/. Over verdoken schenkingen zie verder: 4.3.3.4. Lees ook www.notaris.be/faq/verkopen-kopen-huren-lenen/de-gesplitste-aankoop-blote-eigendom-vruchtgebruik- - successieplanning/5/193/1. Bijzondere regels koop/verkoop consumptiegoederen: wettelijke waarborg en productenaansprakelijkheid De wettelijke waarborg beschermt de koper tegen een verborgen gebrek. Voor een koop/verkoop van consumptiegoederen = lichamelijke roerende goederen, door een handelaar aan een particulier, geldt een biezondere wettelijke regeling (a- tot f- hieronder). Een koop/verkoop onder handelaars en onder particulieren valt onder de algemene regels van hierboven. De wet van 1.9.2004, publicatie 21.9.2010, is van kracht sinds 1.1.2005 hij werd geïntegreerd in het BWB, art. 1649bis-1649octies. Voor de volledige tekst van de wet zie http://www.ejustice.just.fgov.be/cgi_loi/loi_a.pl?language=nl&caller=list&cn=2004090138&la=n&fromtab=wet&sql=dt='wet'&tri=dd+as+r ank&rech=1&numero=1. Lees ook de overheidsbrochure over de wet op http://economie.fgov.be/nl/binaries/folder_warranty_nl_tcm325-36054.pdf, Waarborg: niet zwart op wit in Budget&Recht nr. 193, juli/augustus 2007 p. 8-14, Twee jaar waarborg! Ja, maar... in Plus Magazine nr. 266 van december 2010 p. 69-73. a- Als een gekocht/verkocht product niet in overeenstemming is met het contract van koop/verkoop is er een gebrek. b- Het gebrek moet zich voordoen tijdens de eerste 2 jaar na de levering. Tijdens de eerste 6 maanden moet de koper het gebrek zelfs niet bewijzen, het wordt zondermeer verondersteld (= een soort van vermoeden van schuld in hoofde van de verkoper). Let wel, als de verkoper verkeerd gebruik door de koper of normale slijtage kan bewijzen geldt de waarborg niet. Na 6 maanden, tot het einde van het tweede jaar na de levering, moet het gebrek bewezen worden. Maar ook als het product meer dan 2 jaar na de levering een ernstig verborgen gebrek vertoont dat reeds bestond bij de levering kan de koper de verkoper in gebreke stellen. Voor tweedehandsgoederen is een contractuele inkorting mogelijk tot minimum 1 jaar. c- Het gebrek moet aan de verkoper worden gemeld binnen 2 maand na de vaststelling. d- De koper kan voor het gebrek aan het product, in hiërarchische volgorde, ofwel herstel eisen, ofwel vervanging, ofwel prijsvermindering, ofwel ontbinding van de verkoop. Voor de ev. schade ten gevolge van het gebrek kan hij een schadevergoeding eisen. e- Een extra commerciële waarborg (naast de wettelijke waarborg), meestal in de vorm van een waarborgkaart overhandigd door de verkoper en ev. door de koper in te vullen en op te sturen, is niet verboden maar ook niet verplicht.

Als een extra commerciële waarborg wordt gegeven is de verkoper verplicht om te vermelden dat er ook een wettelijke waarborg bestaat. f- Klachten kunnen ingediend worden bij de federale overheidsdienst (FOD) KMO, middenstand en energie. FOD KMO: e-mail: eco.inspec.fo@economie.fgov.be, tel. 02 2775485, http://economie.fgov.be/nl/consument/, info-brochure op http://economie.fgov.be/nl/binaries/bescherming_van_de_consumenten_bij_de_verkoop_van_consumptiegoederen_tcm325-98573.pdf. De wet op de productenaansprakelijkheid van 25.2.1991 is de uitvoering van richtlijn 85/374/EEG van de Raad van de Europese (ecoomische) gemeenschap van 25.7.1985. Voor de volledige tekst van de richtlijn zie http://eur-lex.europa.eu/lexuriserv/lexuriserv.do?uri=celex:31985l0374:nl:html. Lees het verslag voor de Europese commissie van februari 2003 over de productenaansprakelijkheid in de EU: http://ec.europa.eu/enterprise/policies/single-market-goods/files/goods/docs/liability/studies/lovells-study_nl.pdf. Lees ook Hof van Justitie preciseert vervaltermijnen voor productaansprakelijkheid in De Juristenkrant nr. 206 van 24.3.2010 p. 16, over het arrrest van het Europees Hof van Justitie van 2.12.2009: http://curia.europa.eu > zaaknummer C-358/08. Praktijkgevallen productenaansprakelijkheid: Hof van Cassatie 26.9.2003 in Nieuw juridisch weekblad nr. 63 van 3.3.2004 p. 271-272. a- De aansprakelijkheid van producenten van EU-producten of importeurs van producten van buiten de EU of verkopers van producten waarvan noch de producent noch de importeur bekend is werd gevoelig uitgebreid. De richtlijn verplicht hen, naast het gebrek = de schade aan het product, ook de productenschade te vergoeden = de schade die gebrekkige producten toebrengen aan personen (de koper, de gebruiker, derden) en goederen (voor deze laatste met een franchise van 22.500 BEF). En waar in de klassieke foutaansprakelijkheid (zie verder) het slachtoffer van een gebrekkig product een fout van de producent moet bewijzen moet het volgens de wet op de productenaansprakelijkheid alleen een oorzakelijk verband tussen de schade en het gebrekkig product bewijzen (en dus geen fout). b- Productenaansprakelijkheid loopt 10 jaar na het in omloop zijn van het product. c- Klachten kunnen ingediend worden bij het Europees centrum voor de consument (ECC). ECC: e-mail info@ecobelgië.be, tel. 02 5423243, www.eccbelgium.be - info-brochure zie www.eccbelgium.be/20100428/guaranteelegislation-a-clear-brochure-for-buyers-and-sellers-attach_s56761.pdf. Bestellen = kopen? Bedenktijd na aankoop? Lees Bestellen is kopen in Budget&Recht 199 van juli/augustus 2008 p. 16-19, Kunt u nog terugkomen op uw aankoop? in Budget&Recht 196 van januari/februari 2008 p. 16-19, Spijt van een aankoop? Zo raakt u ervan af! in Plus Magazine nr. 244 van december 2008 p. 82-85, Het compromis is niet vrijblijvend! in Plus Magazine nr. 246 van februari 2009 p. 70-73, Als de verkoop van vastgoed niet doorgaat in Budget&Recht nr. 207 van november/december 2009 p. 5. Kopen op afbetaling De wet op het consumentenkrediet van 12.6.1991 (art. 40-45) regelt de koop/verkoop op afbetaling = een koop/verkoop door een handelaar aan een privaat persoon = consument die gespreid betaalt. Zie http://economie.fgov.be/nl/consument/consumentenkrediet/. Kopen op het internet De regels i.v.m. de wettelijke waarborg gelden evengoed voor een koop/verkoop via het internet. Bovendien is een handelaar op het internet wettelijk verplicht om op zijn website een minimum aantal informatieve gegevens te vermelden: zijn handelsnaam en registratienummer, geografisch adres (geen postbus), elektronisch adres en telefoonnummer voor klachten kan men gerecht bij het ECC (zie hierboven). Lees E-shoppers hebben ook rechten in Budget&Recht nr. 211 van juli/augustus 2010 p. 20-24, Niet tevreden, geld terug (Aankopen via het internet) in Plus Magazine nr. 273 van juli/augustus 2011 p. 68-69. Een auto kopen: belastingen en belastingsvoordelen Surf naar http://fiscus.fgov.be/interfisc/nl/faq/auto/aankoop.htm. 245

246 6.1.1bis.2 Ruil (art. 1702-1707 BWB) Burgerlijk wetboek (BWB): zie www.belgischrecht.be/codex.asp. Ruilen betekent dat je (het eigendomsrecht van) een zaak overdraagt aan iemand anders, die jou daarvoor (het eigendomsrecht van) een andere zaak overdraagt. Ruil is een contract maar anders dan bij een koopcontract is de prijs geen geldsom maar een materieel of immaterieel goed. Ruil is, net als koop/verkoop, een wederkerig, consensueel contract ten bezwarende titel. Over wederkerige en consensuele contracten en contracten ten bezwarende titel zie boven: 6.1.1.1 Soorten contracten. Alle regels van het koopcontract zijn van toepassing op het ruilcontract behalve één: een ruilcontract kan niet worden vernietigd wegens benadeling. Over benadeling zie boven: 6.1.1.3 Geldigheidsvereisten van contracten. Ruilhandel is een traditionele vorm van handeldrijven maar zit weer in de lift. Over de historiek van ruilhandel zie http://nl.wikipedia.org/wiki/ruilhandel. Lees ook Ruilhandel is weer in in Budget & Recht nr. 128 van augustus 1996 p. 16-17. - Een organisatie waarbij bedrijven, zelfstandigen en vrije beroepen kunnen aansluiten en onderling ruilen is Ebank Trade: de waarde van de verhandelde goederen en diensten wordt er omgezet in trade euro zodat de transacties, geheel of gedeeltelijk, met gesloten portemonnee kunnen gebeuren. Ebank Trade, van Australische origine, is sinds eind 2003 ook in België werkzaam (www.ebanctrade.com). - Bekend, internationaal en in België, is ook Troc International, een bedrijf dat depotverkoop organiseert, een formule die het midden houdt tussen koop en ruil. Zie www.trocinternational.com. Lees over depotverkoop het HONIM-eindwerk van Yves Hauwaert, 3MA 2002-2003. - Bekend en populair is de zgn. puntenruil, bijv. van Soubry. Zie www.soubry.be/consumer/spaarpunten/ruilcentra.html. - Sinds enkele jaren breiden zich de zgn. LETS-kringen uit. LETS = Local Exchange Trading System: in lokale non profit ruilnetwerken kan men letten, d.w.z. kunnen goederen en diensten geruild worden zonder dat daar geld voor nodig is. LETS-kringen gebruiken belastingvrije lokale vormen van krediet, zodat er niet direct geruild hoeft te worden. Een lid van een LETS-kring kan bijvoorbeeld krediet verdienen als kinderoppas voor de ene persoon en het later weer uitgeven aan een door een ander persoon uit dezelfde LETS-kring uitgevoerde timmerklus. Het verdiende en uitgeven krediet wordt centraal bijgehouden door de desbetreffende lokale LETS-kring en valt in te zien door alle leden van zo'n LETS-kring. Deze leden stellen ook de hoogte van een krediet voor bepaalde goederen en diensten vast. Voor meer informatie zie http://nl.wikipedia.org/wiki/lokale_ruileconomie#lets, www.letsgent.be/index.php. Over de registratierechten, verschuldigd ingeval van ruil, zie boven: 4.4.3.2.

247 6.1.1bis.3 Huur (art. 1708 e.v. BWB) Burgerlijk wetboek (BWB): zie www.belgischrecht.be/codex.asp. Huur van goederen is een contract waarbij een partij = de verhuurder zich ertoe verbindt om tegen een afgesproken prijs een andere partij = de huurder voor een bepaalde tijd het genot te laten van een zaak (art. 1709 BWB). Huur van werk = diensten is een contract waarbij een partij zich ertoe verbindt om iets voor een andere partij te doen, tegen betaling van een overeengekomen prijs (art. 1710 BWB). Algemene regels huur: verplichtingen van de partijen (art. 1719 e.v. BWB) a- De verhuurder moet het verhuurde goed in goede d.w.z. bruikbare staat leveren, tenzij anders is overeengekomen. b- De verhuurder moet het verhuurde goed onderhouden, tenzij anders is overeengekomen. Het gaat hier om het zgn. groot onderhoud (>) = de noodzakelijke herstellingen tengevolge van ouderdom of normale slijtage. Bijv. aan de buitenzijde, de trappen, vloeren, lift, verwarmingsinstallatie, het sanitair van een woning. c- De verhuurder moet de huurder het rustig genot waarborgen. Hij moet de huurder vrijwaren tegen verborgen gebreken en zich onthouden van elke feitelijke of rechtsstoornis. Bovendien moet hij de huurder vrijwaren tegen rechtsstoornissen door derden. d- De huurder moet het gehuurde goed gebruiken en onderhouden als een goede huisvader. Een goede huisvader = Bonus pater familias. Het gaat hier om het zgn. klein onderhoud (<) = de herstellingen ten gevolge van abnormale slijtage of breuk. Van bijv. de kranen, deursloten en -klinken, ruiten, zekeringen van een woning. De huurder mag zonder de toestemming van de verhuurder de bestemming van het gehuurde goed niet veranderen. Over groot en klein onderhoud van een huurwoning lees Huurwoning: hou ze in ere in Budget&Recht nr. 191 van maart/april 2007 p. 42-45. e- De huurder moet de huurprijs betalen. f- De huurder van een woning moet deze van genoegzaam huisraad voorzien (art. 1752 BWB). De verhuurder heeft een voorrecht op het meubilair van zijn huurder. g- De huurder moet het gehuurde goed in goede staat teruggeven. De verhuurder doet er goed aan bij de aanvang én op het einde van de huur een plaatsbeschrijving op te (laten) maken. Bij gebreke daarvan bij de aanvang van de huur wordt vermoed dat de huurder het gehuurde goed ontvangen heeft in dezelfde staat als waarin het zich bevindt op het einde van het huurcontract, behoudens tegenbewijs (art. 1731 BWB). De huurder is aansprakelijk voor brand, tenzij hij bewijst dat de brand buiten zijn schuld is ontstaan (art. 1733 BWB). Geval Een woning brandt af, bij afwezigheid van de huurder. Omdat huurder en verhuurder niet tot een akkoord komen over het herstel van de woning schakelt de verhuurder de vrederechter in. Deze vonnist dat het huurcontract ten gevolge van het volledig verlies van de woning van rechtswege ontbonden is, stelt de huurder aansprakelijk voor de brand (hij liet tijdens zijn afwezigheid de houtkachel branden, dicht bij een houten zoldering) en verplicht hem (d.w.z. zijn verzekering) de verhuurder te vergoeden voor de brandschade én voor de huurderving tengevolge van de ontbinding van het huurcontract. Vredegerecht Torhout 29.10.1991, Rechtskundig Weekblad 1992-1993 786.