Inhoudsopgave. Inleiding. Hoofdstuk 2. Hoofdstuk 3. Hoofdstuk 4. uit de schaduw van de samenleving Hoofdstuk 1. huishoudelijk werk in nederland



Vergelijkbare documenten
maatschappijwetenschappen pilot havo 2015-I

Dienstverlening aan huis (bron

Alfahulp en huishoudelijke hulp. Rapportage Ons kenmerk: Juni 2014

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

ZorgRbij. Regel zelf uw professionele zorg via ZorgRbij.

Economie Pincode klas 3 vmbo-gt 6 e editie Samenvatting Hoofdstuk 5: Aan de slag! Exameneenheid: Arbeid en productie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 12 juli 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Dienstverlening aan huis

Relatie adviesaanvraag personenkring werknemersverzekeringen en RWI-voorstellen persoonlijke dienstverlening

CBS: Meer werkende vrouwen op de arbeidsmarkt

Beroepsbevolking 2005

2.1 De keuze tussen werk en vrije tijd

ZorgRbij. Aan de slag als zelfstandig zorgverlener via ZorgRbij.

Bijlage HAVO. maatschappijwetenschappen (pilot) tijdvak 1. Bronnenboekje. HA-1034-f-15-1-b

Antwoord van staatssecretaris Van Rijn (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 13 juli 2016)

Gebruik van kinderopvang

Startkwalificatie Het minimale onderwijsniveau dat volgens de overheid nodig is om en baan te vinden. Het gaat dan om een diploma, havo, vwo of mbo.

Mag ik dan nooit meer stoppen met werken?

Bijlage VMBO-GL en TL

[ Vakman ] Weet je dat? CNV Hout en Bouw

7.6. Boekverslag door S woorden 18 januari keer beoordeeld. Vak Maatschappijleer 1. Maatschappijleer Werk. Paragraaf 1.

1. Inleiding 2. Analyse 2.1. Een derde van de ouders geeft aan minder te gaan werken

Samenvatting Economie Hoofdstuk 2, Werken

KWARTAALMONITOR APRIL Omzetontwikkeling van freelancers en flexwerkers in Nederland

Minimumloon, jeugdloon januari juni 2016 plus Uurloon

1 Inleiding: de metamorfose van de arbeidsmarkt

Dat zijn veelal vrouwen, die soms hun kinderen achterlaten en de slechte economische omstandigheden in het land van herkomst ontvluchten.

Payroll Services voor de schoonmaakbranche

Concept raadsbesluit

Arbeidsdeelname van paren

Werkloosheid Redenen om niet actief te

Economie Pincode klas 4 vmbo-gt 6 e editie Samenvatting Hoofdstuk 4: Aan het werk! Exameneenheid: Arbeid en productie

Mantelzorgers maken weinig gebruik van verlofregelingen

Domestic workers steunen schoonmakers campagne 2008

Inkomenspositie van startende ondernemers

Meer of minder uren werken

Van baan naar eigen baas

CBS: Lichte toename werkenden, minder werklozen

Vakantiewerk onderzoek 2017 FNV Jong. Hans de Jong & Robin Koenen Juni 2017

Overstapmap Stichting Alphatrots

Doorwerken na 65 jaar

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Werkloosheid 50-plussers

De eerste cao voor postverspreiders. Informatie over de overeenkomst van opdracht en de arbeidsovereenkomst

Minder instroom in, meer uitstroom uit arbeidsmarkt

H2. indeling van de bevolking

Werken na het bereiken. gerechtigde leeftijd. het bereiken. leeftijd. Deze brochure is een samenwerkingsproduct van:

FINANCIELE ZEKERHEID. GfK September GfK 2015 Achmea Financiële Zekerheid september 2015

'Gratis' mantelzorg (m/v)

Jongeren op de arbeidsmarkt

Juridische constructies voor het verrichten van arbeid

Er is sprake van een arbeidsovereenkomst wanneer aan de volgende drie voorwaarden is voldaan:

x Verandering t.o.v. voorgaand jaar Totaal

Payroll Services voor de horeca en recreatiebranche

Doorwerken na je AOW, ja graag

Hoofdstuk 13. Arbeidsmarkt

Samenvatting Economie Werk hoofstuk 1 t/m 3

Vakantiewerk onderzoek 2015 FNV Jong. Hans de Jong & Leon Pouwels Juni 2015

JAARMONITOR 2016 JANUARI Omzetontwikkeling van freelancers en flexwerkers in Nederland

Een Persoonsgebonden Budget bij de zorgverzekeraar

Bijlage 4: Werkenden met een laag inkomen

participatiesamenleving

Nieuwe armoede. Waarom we er zijn Armoede verandert Werkloosheid neemt af -langdurige armoede neemt toe Definitie Cijfers (Cbs, scp, ombudsvrouw)

Vrouwen op de arbeidsmarkt

13 februari Onderzoek: ZZP-ers en verplichte verzekering

Werken in de horeca. 12 meest gestelde vragen door werknemers. L1NDA BV

de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

BAANBREKEND AL MEER DAN 50 JAAR IN KANTOORPERSONEEL. Uitzenden, payrolling, werving & selectie voor werk op elk niveau

Huishoudelijke hulp in de beleving van PGGM&CO-leden

Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) Hulp in het huishouden. Kiezen voor een persoonsgebonden budget of zorg in natura?

Aanvraag huishoudelijke hulp toelage (HHT) regio Fryslân een bijdrage aan het langer behouden van volwaardige werkgelegenheid in de thuiszorg

maatschappijwetenschappen pilot vwo 2017-I

Ziekte en re-integratie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Postbus Hoofdkantoor

INFORMATIE Eigen bijdrage Zorg met Verblijf

Zekerheden over een onzeker land

Pensioenaanspraken in beeld

Vakantiewerk onderzoek 2018 FNV Jong. Hans de Jong & Marieke Kooiman Juli 2018

10. Veel ouderen in de bijstand

6,1. Praktische-opdracht door een scholier 1991 woorden 25 mei keer beoordeeld. Hoofdvraag:

AMSTERDAMMERS AAN HET WERK. Gemeentelijk werk voor tenminste het minimumloon

Opdracht Levensbeschouwing AOW-leeftijd

De rol van de OR Individuele rechtshulp voor leden van de LAD Advies bij ontslag Inzet LAD De LAD Contact met de LAD Sociaal plan I

Tevredenheid over de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)

Freelancers en zzp ers

Uitstroom van ouderen uit de werkzame beroepsbevolking

Veelgestelde vragen Subsidieregeling mobiliteitsbevordering thuiszorgsector 2008 Subsidieregeling personele gevolgen Wmo 2008

CBS: Meer mensen aan het werk, vooral jongeren

Vara - Kassa 3 Resultaten Aflevering 3 Financiën 1 22 mei 2007

Informatienota voor de raad

Blijven wij van zorg verzekerd

Conclusies enquête The Future Group. November 2015

Bijlage bij lesbrief Pensioenworkshop Mañana

Werken of vrije tijd?

Eén panellid, werkzaam in de juridische dienstverlening, geeft juist aan dat zijn omzet is toegenomen door de kredietcrisis.

Het Anw-Zekerheidsplan. Goed werkgeverschap voor de nabestaanden van uw werknemer

Ouders op de arbeidsmarkt

Transcriptie:

Inhoudsopgave Inleiding uit de schaduw van de samenleving Hoofdstuk 1 huishoudelijk werk in nederland Hoofdstuk 2 de markt voor huishoudelijk werk Hoofdstuk 3 de situatie in europa Hoofdstuk 4 onze visie voor de toekomst Conclusie Literatuur Colofon 4 6 1.1 definitie 1.2 historische context 1.3 huidige regelgeving 1.4 nederland loopt hopeloos achter 18 2.1 de omvang van de markt 2.2 de vraagkant: kenmerken opdrachtgever 2.3 de aanbodkant: de huishoudelijk werkers 2.4 toenemende vraag naar huishoudelijk werk 2.5 de markt voor alfahulpen 38 3.1 huishoudelijk werk in europa 3.2 de ilo convention 189 46 64 66 70 6 7 11 15 18 19 25 33 36 38 43

Inleiding uit de schaduw van de samenleving In Nederland werken 150.000 huishoudelijk werkers. Ze doen belangrijk en onmisbaar werk. Honderdduizenden Nederlanders vertrouwen hen de sleutels tot hun huizen en de zorg over hun kinderen toe. Als dát geen belangrijk en volwaardig werk is, wat dan wel? Zonder de huishoudelijk werkers zouden er niet zoveel Nederlandse gezinnen met tweeverdieners zijn. Vooral Nederlandse vrouwen konden zich de afgelopen decennia ontwikkelen dankzij de inzet van duizenden huishoudelijk werkers. Ze zijn een onmisbare emancipatoire en economische factor. Wat te denken van de vergrijzing van de bevolking en de verschraling van de zorg? Er zal een toenemend beroep worden gedaan op de inzet van huishoudelijk werkers. Kortom: ze doen belangrijk en onmisbaar werk. Hun economische en maatschappelijke meerwaarde is enorm groot. Waarom zorgen we dan niet dat ze als volwaardige werkers behandeld worden? Zie hier het maatschappelijke schimmenspel: Nederland kan niet zónder de huishoudelijk werkers, maar loopt tegelijkertijd hopeloos achter met de behandeling van huishoudelijk werkers. Landen als België, Zweden, Groot-Britannië, Zwitserland, Italië en Spanje erkenden Huishoudelijk Werk als volwaardig en respectabel werk. Ze reguleerden de markten en gaven honderdduizenden domestic workers betere arbeids voorwaarden. In dit witboek analyseren we op welke manier dit ook in Nederland kan. Nederlandse politici steken vooralsnog hun kop in het zand. Minister Kamp ontkende dat er enig probleem met de arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden is. Júist daarom stappen huishoudelijk werkers in heel Nederland uit de onzichtbaarheid. Ze wijzen in dit witboek op het schimmenspel dat de Nederlandse politiek met hun sector, hun vak en hun levens speelt. In de praktijk werken veel huishoudelijk werkers zonder doodnormale arbeidsvoorwaarden. Doorbetaling bij ziekte en vakantiedagen zijn een zeldzaamheid en sommigen werken ver onder het minimumloon. In veel opzichten lijkt hun situatie op die van alfahulpen, die ook bij mensen thuis werken en die ook minder rechten hebben dan andere werknemers. Een ongezonde markt die van huishoudelijk werkers tweederangs personeel gemaakt heeft. Duidelijk is dat de positie en het leven van de huishoudelijk werker niet overgelaten kan worden aan de grillen van een ongezonde markt en onwetende of onwillige werkgevers. De huishoudelijke werkers kiezen ervoor om sterker te worden in hun Vakbond van Huishoudelijk Werkers. Uit de Onzichtbaarheid. Uit de schaduw van de Samenleving. Uit het schimmenspel. Vol trots, respect en vastberadenheid. De huishoudelijk werkers zijn de verpersoonlijking van een belangrijke vakbondsuitdrukking: De kwaliteit van het werk is de kwaliteit van het leven! Dit gegeven is dan ook leidend in dit witboek. 4 5

Hoofdstuk 1 huishoudelijk werk in nederland 1.1 Definitie Voor huishoudelijk werk, persoonlijke dienstverlening of domestic work bestaan verschillende definities. We kiezen in dit witboek voor de definitie van de ilo 1. Deze omschrijving staat opgenomen in de ilo Convention 189 ter bescherming van domestic work: Hoewel huishoudelijk werkers en alfahulpen hetzelfde werk doen, wordt in dit witboek een onderscheid gemaakt tussen beide categorieën. Een alfahulp 3 helpt in de huishouding bij mensen die door ziekte of een beperking niet meer zelf alle huishoudelijke klussen kunnen doen. Opdrachtgevers kunnen met een indicatie voor huishoudelijke hulp een beroep doen op een alfahulp en hiervoor arbeid en sloot huishoudelijk werk keer op keer uit van de zich ontwikop basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) een vergoeding krijgen. Naast de vergoeding moet men een eigen bijdrage betalen. Een alfahulp doet vooral licht huishoudelijk werk en heeft in principe geen verzorgende taken. Naast de alfahulp voert ook de gewone werknemer in dienst van een thuiszorginstelling de huishoudelijke zorg uit. Domestic work means work performed in or for a household or households; the term domestic worker means any person engaged in domestic work within an employment relationship. Huishoudelijk werk is dus werk dat wordt verricht in of voor een huishouden, zoals schoonmaken, opruimen, strijken, koken, oppassen en tuinonderhoud. Een huishoudelijk werker is iedere persoon die zich bezig houdt met huishoudelijk werk binnen een arbeidsrelatie. In de ilo conventie wordt een persoon die zich bij uitzondering of sporadisch op een niet professionele basis huishoudelijk werk verricht, niet beschouwd als een huishoudelijk werker. In dit witboek spreken we dan ook van huishoudelijk werkers of werknemers. De ilo conventie 189 wordt nader beschreven in paragraaf 3.2. De markt voor huishoudelijk werk 2 wordt onderscheiden in een informele- en een formele markt. De informele markt is dat deel van de markt dat niet via bedrijven en instellingen loopt. De formele markt is gedefinieerd als dat deel van de markt dat via bedrijven of instellingen wordt ingevuld, in een geïnstitutionaliseerd verband zoals de thuiszorg. 1.2 Historische context Huishoudelijk werk is niet nieuw in Nederland, maar er vindt wel een verschuiving plaats in aanbod en vraag. Sjoukje Botman deelt in haar proefschrift Gewoon Schoonmaken: De troebele relaties in betaald huishoudelijk werk 4, betaald huishoudelijk werk in drie tijdsperioden in. Rond 1900 maakte met name de gegoede burgerij gebruik van dienstboden. Het ging om jonge meisjes die vanuit het platteland naar de stad reisden om daar als inwonend dienstje aan de slag te gaan. Huishoudelijk werk werd als minder werk gezien en de aanwezigheid van een of meer dienstboden verhoogde de status van het gezin. Betaald huishoudelijk werk werd in feite nooit als volwaardig werk beschouwd. Ook de kelende arbeidswetgeving. Betaald huishoudelijk werk wordt in de periode van de dienstboden gekenmerkt door ondergeschiktheid, ongeregeldheid en dienstbaarheid. Vervolgens brak een periode aan waarin het uitbesteden van huishoudelijk werk vrijwel geheel verdween. Na de tweede wereldoorlog kwam het huisvrouwenmodel tot bloei. In de jaren zestig ontleenden huisvrouwen eigenwaarde aan een goed lopend huishouden, werden de maatstaven van schoon verhoogd en veranderde door technologische vernieuwing ook de aard van het werk. In de derde periode, de laatste decennia van de 20e eeuw tot nu, kwam het uitbesteden van huishoudelijk werk terug in een vorm van een beetje uitbesteden en een beetje zelf blij- 6 overheid zag het dienen niet als echte ven doen. De hernieuwde vraag naar 7 * * * huishoudelijk personeel wordt vaak toegeschreven aan tijdgebrek door 1 de ilo is de afkorting voor the international labour organization (ilo). het is het enige tripartiete agentschap van de verenigde naties, waarin overheid, werkgevers en werknemersvertegenwoordiging samenwerken. 2 seor (2004) 3 h ttp://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/wet-maatschappelijke-ondersteuning-wmo/vraag-en-antwoord/ wat-is-alfahulp-alphahulp.html 4 botman (2011)

de groeiende arbeidsparticipatie van vrouwen. Dit is slechts ten dele waar. Ook tegenwoordig spelen statusbevestigende motieven een rol bij uitbesteding van het huishouden. De inwonende dienstbode van vroeger is in Nederland inmiddels verruild voor de parttime ingehuurde uitwonende huishoudelijke werker. In de volksmond spreken we niet meer van dienstmeisje maar van de hulp, werkster of de schoonmaakster. Een groot verschil met vroeger is dat de meeste huishoudelijk werkers tegenwoordig niet voor één huishouden werken, maar meerdere opdrachtgevers hebben. Inkomsten zijn in veel gevallen niet langer een leuke bijverdienste, maar vormen een substantiële bijdrage aan het gezinsinkomen of het hoofdinkomen 5. Veel huishoudelijk werkers werken wel 40 of zelfs 60 uur per week om rond te kunnen komen. Wat wel hetzelfde is gebleven, is dat huishoudelijk werk nog steeds grotendeels in het informele circuit plaatsvindt en dat er arbeidsrechtelijk nog steeds weinig is geregeld. ontstaan alfahulpen De alfahulp is in 1977 geïntroduceerd in de thuiszorg in de awbz (Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten, de volksverzekering voor langdurige zorg). De alfahulpconstructie maakte gebruik van de uitzonderingspositie voor huishoudelijk personeel. De overweging om de alfahulpconstructie versneld in te voeren was vooral een financiële. De tekorten in de begroting van 1976 moesten opgevuld worden en de alfahulp was goedkoper dan de thuiszorgmedewerker in loondienst 6. De alfahulp deed voortaan de eenvoudige huishoudelijke taken, de thuiszorgmedewerker de complexere huishoudelijke verzorging en de verpleging en verzorging thuis. Voor alfahulpen is de cao niet van toepassing. Zij hebben dan ook geen toegang tot bijvoorbeeld scholing en hebben geen vakbondsrechten. In de jaren daarna is de alfaconstructie blijven bestaan, ondanks dat er jaren van economische voorspoed waren. In 2007 werd de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (wmo) ingevoerd. Door de invoering van deze wet werd de huishoudelijke verzorging een taak van de gemeente. Met de invoering van de wmo zijn de door de Nederlandse Zorgautoriteit vastgestelde tarieven voor alfahulpen afgeschaft. Gemeenten gingen de huishoudelijke verzorging voortaan aanbesteden, met als gevolg dat er vooral naar de prijs werd gekeken. Thuiszorginstellingen schreven onder de kostprijs in. Het gevolg hiervan was dat werknemers in vaste dienst massaal vervangen werden door de goedkopere alfahulpen. Thuiszorgmedewerkers die al jaren in loondienst waren, werden ontslagen en gedwongen als alfahulp aan de slag te gaan. In sommige gevallen was de alfa- hulp er zelf niet eens van op de hoogte dat ze niet in loondienst was. Deze thuiszorgmedewerkers in loondienst vielen onder de cao vvt en werken nu onder de regeling Dienstverlening aan huis met als gevolg een forse beperking van hun werknemersrechten (voor uitleg regeling zie paragraaf 1.3). Inzet van personeel niet in loondienst, 2006 en 2007 8 100000 90000 80000 70000 60000 50000 40000 30000 20000 10000 0 werkzame personen Het aantal voltijdbanen van werknemers in 2007 daalde met ruim 5 procent. Tegelijkertijd verdubbelde de inzet van personeel dat niet in loondienst is, waaronder alfahulpen. 7 2006 2007 Een ander gevolg hiervan was dat veel gebruikers van de huishoudelijke zorg ongewild en onwetend werkgever waren geworden. Vooral om deze reden is de wmo sinds 2010 gewijzigd. Gemeenten kregen de plicht om gebruikers vooraf actief te informeren over de verplichtingen van hun werkgeverschap. Daarnaast dient de gemeente een toereikende financiële vergoeding te bieden ter dekking van de wettelijke verplichtingen als werkgever 9. Het wetsvoorstel had bovendien als doel te bereiken dat zorgaanbieders geen alfahulpen meer konden aanbieden, maar enkel thuiszorgmedewerkers in loondienst. De regering stelde 17 miljoen euro subsidie beschikbaar voor instellingen om alfahulpen in loondienst te nemen. 8 9 fte 5 juriste eva cremers in de volkskrant, 11 augustus 2012 6 tweede kamer, zitting 1976-1977,14396, nr. 1 7 cbs 2009, huishoudelijke hulp in wmo leidt tot verliezen. 22 juli 2009 8 bron: cbs 9 tweede kamer, vergaderjaar 2008 2009, 31 795, nr. 2

In 2011 zijn de arbeidsmarktgevolgen van de wetswijziging wmo onderzocht. In totaal hebben 8.000 alfahulpen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om in loondienst te treden. terug bij af De subsidieregeling die ingesteld was om alfahulpen in dienst te nemen is inmiddels afgeschaft. Zorginstelling Zorgstroom verlengde begin 2012 het contract van ruim driehonderd werknemers niet. Zij waren in 2010 in dienst gekomen door de subsidieregeling. Nu hun contract niet verlengd wordt, kunnen ze wederom bij Zorgstroom aan de slag als alfahulp, die nu de rol als bemiddelaar op zich neemt. 10 Sindsdien blijven gemeenten zoeken naar manieren om toch gebruik te blijven maken van de voor hen gunstige alfahulpconstructie. De gemeenten Tilburg en Breda zijn begonnen met de alfacheque. Een bemiddelingsbureau neemt de administratieve werkgeverstaken over van de opdrachtgever. De opdrachtgever krijgt van de gemeente cheques waarmee zij de alfahulp kunnen betalen. Bij ziekte of vakantie van de alfahulp regelt het bemiddelingsbureau de vervanging. Aangezien de alfahulpconstructie een lager uurtarief heeft dan een thuiszorgmedewerker in loondienst is ook de eigen bijdrage die de opdrachtgever moet betalen bij de keuze voor de alfahulp lager. Iets wat gemeenten actief overbrengen op de gebruikers van de huishoudelijke verzorging. Dorcas (huishoudelijk werker): In Nederland is het nog steeds niet zo dat iedereen huishoudelijk werk als echte arbeid erkent. Ze zien het als een bijbaantje. Ze kijken neer op de mensen die dit werk doen. Huishoudelijk werk is iets dat niet iedereen kan doen, want onze vingers zijn niet allemaal gelijk. 1.3 Huidige regelgeving De regelgeving specifiek voor huishoudelijk werk is beperkt. De regeling Schoonmaken Particulieren, de zogenaamde Witte Werkstersregeling is in 2007 afgeschaft en opgevolgd door de regeling Dienstverlening aan huis 11. Deze regeling bevat een uitgeklede versie van het arbeidsrecht specifiek voor huishoudelijk werkers en particuliere opdrachtgevers: Er is sprake van een arbeidsovereenkomst, al dan niet schriftelijk, waarbij werknemers recht hebben op ten minste het wettelijk minimumloon. Ook is er recht op een vakantietoeslag van 8% en doorbetaling gedurende vier weken vakantie. Bij ziekte wordt het loon zes weken doorbetaald (ten minste 70%, maar minimaal het minimumloon dat geldt); Tifany (huishoudelijk werker): Van de tien werkgevers heb ik er maar twee die mij doorbetalen als ze op 6 vakantie gaan. Dit staat niet in een contract, maar zij weten dat als zij op vakantie gaan, ik geen geld kan verdienen. Mensen in Nederland krijgen vakantiegeld, dus jij hebt ook recht op vakantiegeld, zeggen ze. * 10 11 * * Er is geen sprake van ontslagbescherming. Opdrachtgevers dienen de afgesproken opzegtermijn in acht te nemen; De huishoudelijk werker is niet verzekerd voor de werknemersverzekeringen. Daarom bestaat er geen recht op uitkering bij ziekte, bij werkloosheid en bij arbeidsongeschiktheid. Men bouwt ook geen aanvullend pensioen op. Huishoudelijk werkers kunnen zich wel op vrijwillige basis bijverzekeren. Huishoudelijk werkers moeten aangifte voor de inkomstenbelasting doen. 10 pzc d.d. 2 maart 2012, honderden tijdelijke arbeidscontracten zorgstroom niet verlengd. 11 http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/arbeidsovereenkomst-en-cao/dienstverlening-aan-huis

Stien (huishoudelijk werker): Als ik in een huis werk en ik val en ik breek een been, dan heb ik een probleem. Dan heb ik geen inkomen meer. En als ik er dan blijvend last van houd waardoor ik niet meer kan werken, dan heb ik nog een groter probleem. Mijn gezin heeft dan een probleem, want het eten en alle alle extraatjes worden van mijn inkomen gedaan. Als ik mijn werk niet kan doen, hebben we het echt slecht. * De opdrachtgever kan eenvoudig en zonder hoge (administratieve) lasten een particuliere dienstverlener inhuren voor maximaal drie dagen per week. Opdrachtgevers zijn geen loonbelasting en premies werknemersverzekeringen verschuldigd. Deze regeling biedt al met al bescherming en vereenvoudiging voor opdrachtgevers, terwijl huishoudelijk werkers in veel gevallen geen fatsoenlijk inkomen, arbeidsrechtelijke bescherming en toegang tot sociale zekerheid hebben. Voor alfahulpen is de cao niet van toepassing. Zij hebben dan ook geen toegang tot bijvoorbeeld scholing en hebben geen vakbondsrechten. Huishoudelijk werk wordt in feite niet als volwaardige arbeid gezien, maar nog steeds als mogelijkheid om een centje bij te verdienen, vooral voor vrouwen. Minister Kamp zegt hierover: Het gaat om werk dat particulieren verrichten Sigal (supporter): Geen enkele werkgever denkt na over hun verantwoordelijkheid in het geval een werkster tijdens het werk in hun huis arbeidsongeschikt raakt. Het kan hun niet veel schelen. Men denkt dat het de werkster haar eigen risico is. Op de website van de rijksoverheid staat letterlijk: De regeling creëert meer banen voor persoonlijke dienstverleners, waardoor dienstverleners werkervaring kunnen opdoen of gewoon wat kunnen bijverdienen. Formeel geldt de regeling zoals gezegd alleen voor opdrachtgevers die maximaal drie dagen per week een huishoudelijk werker inhuren. Met die beperking wordt de indruk gewekt dat de regeling inderdaad alleen bedoeld is voor kleine baantjes. De praktijk is natuurlijk anders: huishoudelijk werkers kunnen makkelijk 40 uur per week of meer werken, maar ze zullen niet vaak meer dan drie dagen per week voor dezelfde opdrachtgever werken. Daarmee is de suggestie dat het om kleine baantjes gaat niet meer dan een papieren werkelijkheid die losstaat van de praktijk. De weigering om te erkennen dat huishoudelijk werk volwaardig werk is, zorgt er ondertussen wel voor dat de bescherming van werknemers en opdrachtgevers op het spel wordt gezet. Naast de regeling Dienstverlening aan huis vallen huishoudelijk werkers ook onder de Arbeidstijdenwet, de Arbeidsomstandighedenwet, de Wet Minimumloon en Minimumvakantiebijslag en vele bepalingen in het Burgerlijk Wetboek, waaronder de vakantieregeling 13. Alhoewel beperkt, is er sprake van formele regelgeving. Helaas komt er in de praktijk weinig terecht van de naleving van deze regels. Minister Kamp heeft ook erkend dat de regeling te weinig bekendheid heeft 14. In feite wordt algemeen erkend dat de markt voor huishoudelijke dienstverlening zich vrijwel geheel binnen het zwarte circuit afspeelt. voor andere particulieren. Zij doen dat 12 13 werk dus niet voor een werkgever in de gebruikelijke zin van het woord, maar voor een andere particulier en wel in zijn of haar huishouden. 12 12 tweede kamer, vergaderjaar 2011 2012, 29 544, nr. 334 13 tweede Kamer, vergaderjaar 2011 2012, 29 544, nr. 339 144 idem

Jelke (werkgeefster): We betalen haar zwart. Ikzelf heb er geen last van dat het huishoudelijke werk niet gereguleerd is. Ik realiseer me wel dat ik daarin tot nu toe geluk heb gehad en dat het ook anders kan gaan. Tijdens het mondeling sluiten van de arbeidsovereenkomst hebben we niet gesproken over ziekte of vakantiegeld. 15 a.r. houweling en g.w. van der voet, red. (2012) Recent hebben sommige politici zoals Matthijs Huizing, woordvoerder Sociale Zaken en Werkgelegenheid van de vvd, bepleit dat huishoudelijk werkers moeten worden gezien als zzp ers die zelf hun sociale zekerheid maar moeten regelen. Volgens Huizing moeten huishoudelijk werkers van hun loon belasting, sociale verzekeringen en pensioen kunnen afdragen én ook nog eens een leefbaar loon overhouden. Dit is bepaald geen reële veronderstelling. Vrijwillige verzekering is mogelijk, maar alleen de premielasten (21,65%) en pensioenlasten (21,9%) bedragen gezamenlijk al bijna 44% aangezien ook het werkgeversaandeel moet worden betaald. Naast de kosten moeten huishoudelijk werkers ook de administratieve lasten dragen. Iets waarvoor de politiek de werkgevers juist wil beschermen. 15 1.4 Nederland loopt hopeloos achter In een aantal recente artikelen in de Volkskrant 16 werd aandacht besteed aan het verschil tussen Nederlandse regelgeving en regelgeving in de landen om ons heen. Ineke van Gent, tot voor kort voorzitter van de Tweede Kamercommissie voor Sociale Zaken, noemde de situatie in Nederland een vorm van moderne slavernij en is van mening dat een beschaafd land als Nederland dit beter moet organiseren. De pvda, sp en Groenlinks hebben naar aanleiding van het onderzoek van de Volkskrant een pleidooi gehouden voor gelijke rechten van huishoudelijk werksters. In vergelijking met een aantal landen om ons heen staat Nederland dus op achterstand op het gebied van fatsoenlijke regelgeving voor huishoudelijk werk en daarmee met het erkennen van huishoudelijk werk als gewoon werk. Ina Brouwers heeft onderzocht wat de oorzaken zijn van deze achterstand en concludeert dat dit te maken heeft met het gezinsdenken dat in Nederland nog steeds op grote schaal voorkomt. 17 Hoewel een kleine 70% van de Nederlandse vrouwen werkt, heeft ongeveer een kwart van de werkende vrouwen een voltijdbaan. Het scp meldt in het rapport Deeltijd (g)een probleem: Deeltijdwerk was (en is) dé manier voor vrouwen om arbeid en zorg te combineren. 18 Gezinsdenken heeft 16 artikelen in de Volkskrant d.d. 11 augustus 2012, ZZP ers met eigen risico of moderne slavernij en d.d. 13 augustus, De werksters in Nederland, dat zijn toch huisvrouwen? 17 oud-politica ina brouwer over het kleine aantal vrouwen dat fulltime werkt nrc handelsblad november 22, 2008 18 keuzenkamp e.a. (2009). 19 van ommeren e.a. (2010). 20 tweede kamer, vergaderjaar 2006 2007, 29 538, nr. 47 als gevolg dat huishoudelijk werk niet als werk wordt gezien, huishoudelijk werk doe je zelf. Dit leidt er toe dat er in feite in Nederland weinig tot niets is geregeld voor de rechtspositie van huishoudelijk werkers. De regeling Dienstverlening aan Huis wordt gezien als zwart werken nu wit definiëren. 19 alfahulpen De alfahulp heeft een achtergestelde positie ten opzichte van thuiszorgmedewerkers die in loondienst zijn bij een zorginstelling. Geen opbouw van pensioen, geen doorbetaling bij ziekte langer dan zes weken. Voor gemeenten en thuiszorginstellingen die door de invoering van de wmo manieren zochten om de huishoudelijke verzorging goedkoper te maken, is de alfahulpconstructie aantrekkelijker dan de huishoudelijke zorg in natura. Al jaren wordt er in de politiek gesproken over de verbetering van de positie van alfahulpen. In 2007 werd een motie van de pvda aangenomen die de regering opriep om een standpunt te formuleren over de markt van de persoonlijke dienstverlening 20. In mei 2012 kondigde de pvda aan om met een initiatiefwetsvoorstel te komen om de positie van alfahulpen te verbeteren. De alfahulpen, bijna alleen maar vrouwen, doen prima 14 15

werk, maar ze doen dat onverzekerd en bouwen geen pensioen op. 21 In januari 2012 heeft de kantonrechter uitspraak gedaan in de zaak van een zieke alfahulp. De alfahulp, die haar werk deed via een thuiszorginstelling, brak haar pols bij de cliënt thuis. Zij was van mening dat de thuiszorginstelling, die normaliter ook haar loon betaalde, haar moest doorbetalen tijdens ziekte. De thuiszorginstelling was van mening dat de cliënt moest doorbetalen. De uitspraak van de kantonrechter luidde dat de thuiszorginstelling verplicht is tot betaling van zes weken ziekengeld vermeerderd met 50% wettelijke verhoging wegens het niet tijdig betalen van het salaris. Vooralsnog blijft de brancheorganisatie van thuiszorginstellingen Actiz deze zaak als een individueel geval zien en ziet nog geen reden om de uitspraak voor alle alfahulpen toe te gaan passen. 16 17 21 4 bericht pvda d.d. 24 mei 2012, http://www.pvda.nl/berichten/2012/05/help-de-alphahulpen

Hoofdstuk 2 de markt voor huishoudelijk werk 2.1 De omvang van de markt Het feit dat huishoudelijk werk in Nederland niet serieus wordt genomen als volwaardig werk is waarschijnlijk mede de oorzaak van het feit dat er weinig gegevens beschikbaar zijn. De informatie die er is, is vaak gebaseerd op kwalitatief onderzoek, of gebaseerd op speculaties, of verouderd. In dit rapport presenteren we nieuwe gegevens van de Loonwijzer waardoor een betere en actuelere inschatting kan worden gemaakt van de omvang van de markt. Omvang van de markt voor huishoudelijk werk in dienst bij werkzame personen, schatting 22 12% werkenden met huishoudelijk werker werkzame beroepsbevolking aantal personen met huishoudelijk werker totaal aantal uren huishoudelijk werk aantal huishoudelijk werker werkers 7.400.000 890.000 3.100.000 155.000 Het effect van de crisis is ook zichtbaar in de gegevens van de Loonwijzer. In voorgaande jaren lag het percentage werkenden met huishoudelijk werker in dienst een kwart tot een derde hoger, waardoor het geschatte aantal huishoudelijk werkers uitkwam op rond de 200.000. Onderzoek uit het verleden suggereert dat er sprake is van een onvervulde vraag naar huishoudelijk werk: mensen die graag gebruik zouden willen maken van deze dienstverlening, maar die geen huishoudelijk werker kunnen vinden of kunnen betalen. Door verschillende oorzaken zal de vraag naar huishoudelijk werkers in de toekomst groeien. De arbeidsparticipatie 2.2 De vraagkant: kenmerken opdrachtgevers onder vrouwen stijgt en er komen steeds meer eenpersoonshuishoudens en huishoudens van tweeverdieners. Door de vergrijzing groeit het aantal ouderen die hulp nodig hebben in hun huishouden en als gevolg van de bezuinigingen op de zorg zullen zij steeds vaker gedwongen zijn om een beroep te doen op een huishoudelijk werker. Deze ontwikkelingen worden nader uitgewerkt in paragraaf 2.4. Al met al vormt het huishoudelijk werk met 150.000 werkzame personen een omvangrijke sector, vergelijkbaar met de reguliere schoonmaaksector, die de komende jaren alleen maar in omvang zal toenemen. 18 Net als eerdere schattingen is ook deze gebaseerd op gegevens over personen die gebruik maken van een huishoudelijk werker (hier uitgedrukt als percentage van het aantal werkende personen, wat betekent dat huishoudelijk werkers die werkzaam zijn voor ouderen goeddeels buiten beschouwing blijven). Op basis van de gegevens van de Loonwijzer in combinatie met cbs-cijfers over de beroepsbevolking schatten we het aantal huishoudelijk werkers op ruim 150.000. Dit betekent dat het huishoudelijk werk een omvangrijke markt vormt, zeker zo groot als sectoren zoals bijvoorbeeld de schoonmaak van gebouwen. De schatting valt relatief laag uit doordat in 2011 de invloed van de economische crisis zich deed gelden. Diverse onderzoeken besteden aandacht aan de vraagkant van huishoudelijke diensten en komen tot dezelfde conclusies. De keuze tussen wel of niet uitbesteden hangt samen met kenmerken zoals samenstelling van het huishouden, opleiding, functie en inkomen. Met name het inkomen, de grootte van het dienstverband en het opleidingsniveau van de vrouw zijn bepalend voor de vraag naar huishoudelijk werk in een huishouden. 23 Sjoukje Botman 24 constateert in haar proefschrift dat de groep opdrachtgevers in feite homogener is dan de groep huishoudelijk werkers. 1. samenstelling huishouden In het seor-onderzoek uit 2004 25 is uitgebreid aandacht besteed aan de kenmerken van de opdrachtgevers. Uitbesteding komt vaker voor in huishoudens met drie of meer kinderen, bij werkende alleenstaanden en bij tweeverdieners. Uitbesteding komt minder voor bij huishoudens met twee partners waarvan er één werkt. Leeftijd is eveneens belangrijk. Uitbesteding komt meer voor in de leeftijdsgroep van 40 tot 65 jaar dan in de leeftijdsgroep jonger dan 40 jaar. De grootte van het gezin is zowel van belang voor de vraag of huishoudelijk werk wordt uitbesteed als voor het aan- 19 22 bron: cbs statline (beroepsbevolking), loonwijzer / kea tijdens (2012) 23 tijdens e.a. (2003). 244 botman (2011: 289). 25 seor

tal uren dat een hulp wordt ingehuurd. In gezinnen met drie kinderen of meer wordt meer uren huishoudelijke hulp ingehuurd. Beroep van werkgevers 27 overig piloot diplomaat ingenieur media leraar kunst manager gepensioneerd technologie jurist gezondheidszorg zzp er kantoormedewerker business & finance 2. opleiding en beroep Masood Gheasi heeft in opdracht van fnv Bondgenoten in 2011 onderzoek 26 verricht onder huishoudelijk werkers, voornamelijk werkzaam in Amsterdam en Den Haag. Zij hebben naast vragen over hun eigen werk- en privésituatie ook vragen over hun opdrachtgever beantwoord. 116 respondenten hebben gegevens verstrekt over 561 opdrachtgevers, onder meer over opleiding en functie van hun veelal vrouwelijke opdrachtgevers. Hun opdrachtgevers hebben relatief vaak een hoge opleiding en zijn werkzaam in sectoren als financiële dienstverlening, onderwijs, zorg en kantoren. Eén van de conclusies uit dit onderzoek was dat het inhuren van huishoudelijke hulp hoogopgeleide vrouwen de mogelijkheid biedt om actief te participeren op de Nederlandse arbeidsmarkt. 0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% Het eerder aangehaalde onderzoek op basis van de loonwijzer wijst uit dat hoger opgeleiden vaker gebruik maken van huishoudelijk werkers. Percentage werkenden met een werkster, naar opleiding 28 5% opleiding laag (bo-mavo-vmbo) opleiding midden (mbo-havo-vwo) opleiding hoog (hbo-wo) totaal 3. inkomen Opdrachtgevers maken een keuze tussen uitbesteden en zelf doen. Het eigen of gezamenlijke netto besteedbaar inkomen is hierbij een belangrijke factor. Informele huishoudelijke hulp wordt immers uit het netto maandinkomen betaald. Het verschil tussen eigen netto uurloon en dat van de huishoudelijke Percentage werkenden met een werkster, naar loonklasse, 2011 29 minder dan 2000 2001-2500 2501-3000 3001-3500 3501-4000 4001 en hoger totaal Vaak wordt gedacht dat alleen rijke mensen gebruik maken van huishoudelijk werkers, maar deze cijfers laten zien dat dat beeld niet klopt. Mensen met hogere inkomens hebben vaker een huishoude- 9% 19% 12% hulp speelt een grote rol in de keuze voor uitbesteding. Als het verschil klein is, zijn met name vrouwen eerder geneigd om het huishoudelijk werk voor eigen rekening te nemen. Onderstaande tabel laat het verband zien tussen inkomen en het inhuren van huishoudelijke hulp. zx 6% 6% 12% 13% 24% 28% lijk werker in dienst, maar ook veel men- 20 sen met het salaris van een onderwijzer 21 of een verpleegkundige blijken een huishoudelijk werker in dienst te hebben. 12% 26 4 gheasi (2011). dit rapport is gebaseerd op 10 interviews en 116 schriftelijke enquêtes. 27 gheasi (2011) 28 bron: Loonwijzer data, selectie werkenden 15-65 jr met valide waarde op huishoudelijke hulp en opleiding 29 bron: loonwijzer data, selectie werkenden 15-65 jr met valide waarde op huishoudelijke hulp en loon, de loonklasse is gedefinieerd als de klasse waarin de persoon zou vallen indien deze voltijds zou werken

Uit het onderzoek van seor blijkt dat uitbesteding van informeel huishoudelijk werk met name bij anderhalfverdieners en tweeverdieners plaatsvindt. Enerzijds omdat uitbesteding tijdsbesparing oplevert en de combinatie van werk met privé vergemakkelijkt, maar anderzijds omdat met name tweeverdieners een hoog besteedbaar inkomen hebben. In 2009 hadden tweeverdieners gemiddeld bijna 50 duizend euro te besteden. Dat is ruim 13 duizend euro meer dan een gemiddeld huishouden. Het verschil met eenverdieners bedroeg 8.500. José (werkgeefster): Ik kan me wel een leven zonder huishoudelijk werker voorstellen, omdat ze er af en toe niet zijn. Je hebt dan minder vrije tijd. In het weekend moet ik dan schoonmaken. Normaal doe ik dan mijn boodschappen en administratie. Ik heb verschillende hobby s en ik wil ook nog sporten. Daarna lig ik gevloerd op de bank. Op dat moment kan ik het echt niet opbrengen om nog met een stofzuiger door het huis te gaan lopen. In die zin is het hebben van een huishoudelijk werker een belangrijk onderdeel van hoe ik mijn leven en werk heb georganiseerd. uitbesteden huishoudelijk werk is een kwestie van vertrouwen Esther de Ruijter, Tanja van der Lippe en Sjoukje Botman 30 hebben recent veel aandacht besteed aan de relatie tussen opdrachtgevers en huishoudelijke hulpen. Hun conclusie is dat vertrouwen een grote rol speelt in deze relatie. Bij het uitbesteden van huishoudelijk werk komt een buitenstaander werkzaamheden verrichten in de privacy van het huishouden. Huishoudelijke hulpen werken vaak op momenten dat andere gezinsleden niet in huis aanwezig zijn. Zij werken in het algemeen zonder supervisie en alleen in het huishouden. Daarbij komt dat opdrachtnemers gedeeltelijk taken van bijzondere waarde overnemen in het huishouden, zoals bijvoorbeeld kinderopvang. Vertrouwen is hierbij het kernwoord. Daarom wordt huishoudelijk werk ook wel labor of love 31 genoemd. Vertrouwen zien we ook terug in de manier waarop huishoudelijke hulpen worden ingehuurd. Gezien het informele karakter van het werken in de huishouding zijn er weinig officiële wegen als uitzendbureau of schoonmaakbedrijf beschikbaar om een huishoudelijk werker in te huren. Opdrachtgevers willen dit ook niet. Gezien het belang dat opdrachtgevers hechten aan betrouwbaarheid werven zij bij voorkeur via via. Werven via via heeft bovendien als voordelen dat een opdrachtgever geen kosten hoeft te maken voor het vinden van een nieuwe hulp, dat de arbeidsvoorwaarden al min of meer bekend zijn en dat de kwaliteit van het schoonmaakwerk bekend is. Sjoukje Botman gaat uitgebreid in op dit belang van netwerkinbedding. 32 Tifany: Het vertrouwen tussen jou en de werkgever is heel belangrijk, daarom krijg je een sleutel. Voordat ze me de sleutel geven vragen ze naar referenties: Heb je nog meer klanten, kan ik ze even bellen? Pas daarna krijg je een sleutel. 22 23 30 de ruijter en van der lippe (2009), botman (2011: 170). 31 hondagneu-sotelo (2001: 68). 32 botman (2011: 197).

Marjon (werkgeefster): Ik heb mijn eerste werkster nooit een sleutel van het huis gegeven. Dit kwam mede omdat ik door mijn ziekte toen bijna altijd thuis was. Maar ik weet niet of ik haar in een andere situatie wel de sleutel gegeven zou hebben. Na haar heb ik nog een paar werksters gehad en pas mijn huidige werkster, een wat oudere vrouw met kinderen, vertrouw ik voor 100%. Daarom is zij de eerste aan wie ik mijn huissleutel heb gegeven. Ik heb haar gevonden via iemand anders, bij wie ze al heel lang werkt, wel tien jaar. Ik ken ook wel verhalen, bijvoorbeeld van een buurvrouw van mij die op een gegeven moment thuis komt en haar huis leeg aantreft. Dit soort dingen gebeuren. 2.3 De aanbodkant: de huishoudelijk werkers kenmerken huishoudelijk werkers Het beeld van huishoudelijk werkers wordt nog steeds voor een belangrijk deel bepaald door verouderde cijfers die suggereren dat het voor het merendeel gaat om autochtone vrouwen die als bijverdienste een aantal uur in de week schoonmaken bij mensen thuis, maar die niet afhankelijk zijn van het inkomen dat ze hiermee verdienen. Volgens weinig recente cijfers van het scp zijn huishoudelijk werkers in meerderheid vrouw (81%) en autochtoon (94%). Ze zijn gemiddeld 43 jaar, meer dan de helft heeft een partner die hoofdkostwinner is en maar 6% is hoogopgeleid. 33 Huishoudelijk werkers uit het bestand van de Loonwijzer zijn ook in meerderheid vrouw en autochtoon en slechts een minderheid is hoog opgeleid. Uit de internationale literatuur komt naar voren dat een belangrijk deel van de huishoudelijk werkers bestaat uit migranten. Verschillende onderzoekers concluderen dat dat in Nederland inmiddels ook het geval is, met name in de grote steden. Uit onderzoek van Sjoukje Botman in Amsterdam bleek dat er in deze stad bijna geen autochtone huishoudelijk werkers meer te vinden zijn. De meeste huishoudelijk werkers zijn afkomstig uit Oost-Europa, Latijns Amerika en de Filippijnen, waarvan het merendeel ongedocumenteerd in Nederland verblijft. Onderwijs is een belangrijke motivatie voor de respondenten: huishoudelijk werkers met kinderen sparen voor een goede opleiding voor hun kinderen, terwijl jongere respondenten onder andere voor hun eigen opleiding sparen. De huishoudelijk werkers zijn relatief hoog opgeleid. In sommige andere landen komt het regelmatig voor dat huishoudelijk werkers inwonen bij hun opdrachtgever, maar in Nederland lijkt dit weinig voor te komen. 34 Vaak zijn huishoudelijk werkers rechtstreeks in dienst bij de opdrachtgever, maar er zijn ook ondernemingen en nonprofit-organisaties die optreden als werkgever of als bemiddelaar. Volgens een onderzoek uit 2010 gaat het om bijna 25 organisaties, variërend van kleinschalige idealistische initiatieven tot grote commerciële ondernemingen. In dat onderzoek zijn acht organisaties nader beschreven. Daarbij zit een grote onderneming met 40 tot 45 duizend klanten en 7.500 huishoudelijk werkers. De overige hebben een klantenbestand dat varieert van 300 tot 3.000 en werken met 20 tot 500 huishoudelijk werkers. 35 Op basis van deze cijfers concluderen we dat deze organisaties slechts een klein deel van de markt bedienen. 24 25 33 aanvullend voorzieningenonderzoek 1999, geciteerd in van nes e.a. (2004). 34 botman (2011), van walsum (2010), gheasi (2011). 35 van ommeren e.a. (2010). oude cijfers laten zien dat ruim zeventig procent van de opdrachtgevers hun huis houdelijke hulp niet via een bedrijf of instelling betrekt (seor 2004)

werk Ouder onderzoek dat zich vooral richt op autochtone huishoudelijk werkers laat zien dat zij enkele uren per week werken, als aanvulling op andere inkomsten of inkomsten van de partner. Recenter onderzoek onder huishoudelijk werkers in de grote steden laat een ander beeld zien. Zo werken de respondenten in het onderzoek van Gheasi gemiddeld 23 uur per week. In het onderzoek van Botman waren er enkele respondenten die niet meer dan vijftien uur per week werken; de meerderheid werkt 28 tot 60 uur per week. Voor deze groep vormen de inkomsten uit huishoudelijk werk geen bijverdienste maar het hoofdinkopositie Over de positie van autochtone huishoudelijk werkers is weinig empirisch onderzoek beschikbaar. Onder migranten in de grote steden zijn wel enkele (kwalitatieve) onderzoeken gedaan. men waar ze van rond moeten komen. Huishoudelijk werkers houden zich vooral bezig met schoonmaken, strijken en zorg voor de kinderen. Andere werkzaamheden zijn koken, tuinonderhoud, boodschappen doen en zorg voor ouderen. Migranten die werkzaam zijn als huishoudelijk werker in de grote steden verdienen rond de 1.250 euro per maand. Daarvan gaat 325 euro naar huur en nog eens een vergelijkbaar bedrag naar familie in het buitenland, zo blijkt uit verschillende onderzoeken. Andere uitgaven zijn steun aan familie, uitgaven aan opleiding en sparen. 36 Dorcas: Ik werk veel. Ik heb thuis in Ghana kinderen en familie en moet veel geld naar huis sturen. Ik kom niet uit een rijke familie en heb de verplichting hen te helpen en te zorgen dat ze goed onderwijs hebben. Het gebrek aan arbeidsbescherming en het feit dat veel huishoudelijk werkers nauwelijks alternatieven hebben om in hun levensonderhoud te voorzien leiden tot grote willekeur. De ene werker weet een redelijk uurloon uit te onderhandelen, de ander zit daar ver onder. Sommige huishoudelijk werkers ontvangen het minimumloon, maar lonen (ver) daaronder komen ook voor. De een slaagt erin om werkadressen te verzamelen in dezelfde stad, de ander is gedwongen om veel reistijd op de koop toe te nemen. De meeste werkers krijgen hun loon niet doorbetaald bij ziekte of vakantie. 37 Coring (huishoudelijk werker): Altijd als ik een nieuwe werkgever heb, vraag ik om vakantiegeld; twee weken betaalde vakantie per jaar. Ook als zij met vakantie gaan moet ik kunnen blijven doorwerken, anders heb ik geen inkomen meer. Dat is onderdeel van de afspraak. Als zij niet akkoord willen gaan met het betalen van het vakantiegeld dan moeten ze mij in plaats van 10 euro 12,50 euro per uur betalen. Sommige werkgevers vinden het raar dat huishoudelijk werkers zonder papieren eisen durven te stellen. Zij vertellen me dan: Jij betaalt helemaal geen belasting in Nederland, waarom vraag je me dan dit? Ik antwoord 26 27 36 botman (2011), gheasi (2011) 37 zie bijvoorbeeld van walsum (2011), gheasi (2011).

dan: Ja, maar jullie betalen onze verzekering ook niet. Wij willen heel graag onze belasting betalen, het probleem is de regering die dit ons niet toestaat. Zij willen geen verblijfsvergunning verlenen aan huishoudelijke werkers. Dus als je mij als een werker ziet, dan zijn dit mijn voorwaarden. Dit is het respect dat wij verlangen. Uit de interviews die voor dit witboek zijn afgenomen blijkt dat huishoudelijk werkers grote problemen ervaren rond gezondheid en zorg. Formeel hebben ze recht op doorbetaling bij ziekte, maar in de praktijk komt daar weinig van terecht. Ongedocumenteerde werkers hebben geen ziektekostenverzekering en krijgen slechts met veel moeite toegang tot noodzakelijke zorg. Veel huishoudelijk werkers voelen zich gedwongen om door te werken als ze ziek zijn en proberen zich met medicijnen op de been te houden. Lyn (huishoudelijk werker): Ik schaam me om tegen mijn werkgeefster te moeten zeggen dat ik niet kan komen omdat ik ziek ben, maar dat ze me wel moet doorbetalen. Zo lang ik kan werken ga ik werken, ook als ik griep heb; ik neem de maximale hoeveelheid Paracetamol. Voor de commerciële ondernemingen die huishoudelijk werk aanbieden geldt dat zij scherp op hun prijs moeten letten om te kunnen concurreren. Aangezien personeelskosten de belangrijkste kostenpost vormen, proberen zij hier op te bezuinigen. Zij doen dit bijvoorbeeld door gebruik te maken van de regeling Dienstverlening aan Huis, waardoor ze geen werkgeverslasten hoeven af te dragen of door gebruik te maken van studenten die onder het lagere minimumjeugdloon vallen. Regioplan concludeert dan ook dat zij commercieel levensvatbaar kunnen zijn door in te leveren op hun verantwoordelijkheid als werkgever. 38 Coring: De toegang tot medische zorg is een belangrijker thema dan het vakantiegeld. We kunnen als we geen vakantiegeld krijgen iets meer loon vragen. In het geval van medische zorg ligt dit anders, daarom is het belangrijk. Voor een huishoudelijke werker is het moeilijk te praten over datgene wat er gebeurt als je ziek wordt. 28 29 38 van ommeren e.a. (2010).

Organize! 30 31

huishoudelijk werkers organiseren zich Huishoudelijk werkers willen zich niet neerleggen bij de huidige situatie en organiseren zich, in eigen organisaties en in vakbonden, aanvankelijk Abvakabo fnv en inmiddels fnv Bondgenoten. Ze doen dit samen met organisaties in andere landen, aangesloten bij de International Domestic Workers Network (idwn). Uit internationaal onderzoek komt naar voren: Zo gauw huishoudelijk werkers een organisatie oprichten of zich erbij aansluiten verbreedt hun horizon zich, hun kennis neemt toe, hun zelfvertrouwen groeit en ze krijgen behoefte aan een sterkere en onafhankelijkere organisatie, aldus Christine Bonner van de organisatie wiego. Coring: Gedurende laatste jaren was er iets in mij dat me trots maakte; ik ben een huishoudelijk werker én deel van FNV Bondgenoten, de Vakbond van Schoonmakers. We ontvangen veel support van de andere schoonmakers. We hebben onze stem in het Schoonmakersparlement, de Regering die de kwesties van de schoonmakers met de werkgevers en de Nederlandse regering bespreekt. Dat is een grote verandering voor ons. Dat huishoudelijk werkers een volwaardige positie kunnen verwerven binnen reguliere vakbonden is niet vanzelfsprekend. Dit vereist onder meer dat de leiders van de vakbond erkennen dat huishoudelijk werk volwaardig werk is. In sommige gevallen zullen huishoudelijk werkers een strijd moeten voeren om een volwaardige plek te verwerven binnen de bond. Dorcas: De vakbond geeft mij kracht om in Nederland te kunnen leven. Hoewel wij nog steeds onzichtbaar zijn, durf ik nu mijn hoofd uit het raam te steken. Voorheen verborg ik mijn gezicht zodat niemand mij kon zien, maar nu ik onderdeel ben van de vakbond voel ik me sterker en zelfbewuster. 2.4 Toenemende vraag naar huishoudelijk werk In recente onderzoeken wordt gesproken over een sterk stijgende vraag naar persoonlijke dienstverlening. Deze stijging van de vraag lijkt gedeeltelijk voort te vloeien uit de toegenomen arbeidsparticipatie van vrouwen en het stijgende aantal tweeverdieners. De verwachting is dat de vraag naar persoonlijke dienstverlening alleen maar zal toenemen, onder meer vanwege het groeiend aantal eenpersoons- en tweeverdienershuishoudens, het groeiende aantal ouderen die dankzij betaalbare persoonlijke diensten langer thuis kunnen wonen, het persoonsgebonden budget en de groeiende vraag naar persoonlijke dienstverlening bij allochtone huishoudens. 39 39 van ommeren e.a. (2010). 40 merens e.a. (2010: 18). 41 merens e.a. (2010: 76). Afgezien van de huidige teruggang als gevolg van de economische crisis is er alle aanleiding om te veronderstellen dat de vraag naar huishoudelijk werk voorlopig structureel blijft toenemen. De eerste en oudste hoofddoelstelling van het emancipatiebeleid is de vergroting van de arbeidsparticipatie van vrouwen 40. Betaald werk en een eigen inkomen worden beschouwd als voorwaarden voor economische zelfstandigheid. De tabel 41 op de pagina hiernaast laat zien dat de arbeidsparticipatie van vrouwen aanzienlijk is toegenomen. 32 33 De arbeidsparticipatie van vrouwen neemt naar verwachting ook in de komende jaren steeds verder toe.

Netto arbeidsparticipatie 90 80 70 60 50 40 30 20 Enerzijds wordt het voor gezinnen met één inkomen steeds moeilijker om rond te komen en anderzijds omdat steeds meer vrouwen willen werken. Vrouwen zijn gemiddeld steeds beter opgeleid en willen hun opleiding inzetten op de arbeidsmarkt. Volgens het cbs werken bij steeds meer paren beide partners. Bestond in 2005 nog 51 procent van de paren van 15 tot 65 jaar uit tweeverdieners, in 2009 is dat gegroeid naar 57 procent. Dit komt neer op ruim 2 miljoen huishoudens. Overigens is het nog steeds zo dat veel vrouwen in deeltijd werken en dat in feite sprake is van een anderhalfverdienersmodel. Wel neemt de gemiddelde arbeidsduur per week van vrouwen gestaag toe tot 25,3 uur per week in 2009 (ter vergelijking: dit is 37 uur voor mannen). 42 Naast het emancipatoire argument voor een toenemende arbeidsparticipatie van vrouwen wordt het economische argument genoemd. Daarbij is van belang dat Nederland vergrijst. Tussen nu en 2035 zal de potentiële beroepsbevolking licht dalen; tegelijk neemt het aantal 65-plussers met de helft toe van 3 miljoen naar 4,5 miljoen. vrouwen mannen Vergrijzing in Nederland 45 12.000.000 10.000.000 8.000.000 6.000.000 4.000.000 2.000.000 0 2015 2020 2025 2030 2035 Ontgroening en vergrijzing maken dat een toenemende arbeidsparticipatie van vrouwen niet alleen vanuit emancipatieoogpunt van belang is, maar ook voor de Nederlandse economie. Als de eerste babyboomers met pensioen gaan, dreigen er gaten te vallen in de personeelsvoorziening. 46 De Emancipatiemonitor 2010 benadrukt dat vrouwen meer uren zouden moeten gaan werken. Om de kosten van de vergrijzing op te vangen is verhoging van de arbeidsdeelname van vrouwen nodig. 20 tot 65 jaar 65 jaar en ouder De vraag naar (informele) huishoudelijke hulp zal ook toenemen door de bezuinigingen op de thuiszorg. Mensen die zelf het huishouden niet meer kunnen doen vanwege ziekte of ouderdom maken veel gebruik van hun recht op thuiszorg. Marjolein Broese van Groenou, bijzonder hoogleraar Mantelzorg merkt op dat als gevolg van de voorgestelde bezuinigingen op huishoudelijke hulp voor ouderen, er meer particuliere zorg zal moeten worden ingekocht en dat vooral het zwarte circuit hiermee wordt gediend. 47 10 34 35 0 1981 1982 1983 1984 1985 1986 1987 1988 1989 1990 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 19999 2000 2001 43 2001 44 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 42 merens e.a. (2010:) 43 voor revisie 44 na revisie 45 bron: cbs statline 46 merens e.a. (2010: 18). 47 volkskrant, 25 augustus 2012

2.5 De markt voor alfahulpen aanbod Sinds de invoering van de wmo zijn er nauwelijks cijfers over de aantallen alfahulpen en over het aantal opdrachtgevers van dienstverlening door alfahulpen. Volgens werkgeversorganisatie Actiz waren er voor de invoering van de wmo eind 2005 ongeveer 50.000 alfahulpen. De schatting is dat er nu ongeveer 80.000 alfahulpen zijn. Na de invoering van de wmo heeft er een verschuiving plaatsgevonden van de zwaardere vorm van huishoudelijke verzorging (hh2) naar de lichtere vorm (hh1). Was voor de invoering van de wmo de verhouding 85-15%; na de invoering van de wmo is dit omgekeerd. Gemeenten verschilden in 2008 onderling sterk in het soort personeel dat deze hh1 hulp in natura leverde. In 5% van de gemeenten verleenden uitsluitend alfahulpen deze hulp, in 8% van de gemeenten uitsluitend vaste krachten; alle varianten daartussenin kwamen in gelijke mate in gemeenten voor. 48 vraag In 2009 maakte 195.000 mensen gebruik van de huishoudelijke zorg. Hierin is geen onderscheid gemaakt tussen zware en lichte vorm van zorg en of de zorg is verleend door alfahulpen of door thuiszorgwerknemers in loondienst. Na aanbestedingen van gemeenten neemt het gebruik van alfahulpen vaak toe. Na een aanbesteding verliezen sommige thuiszorgaanbieders de huishoudelijke verzorging en komen er ook nieuwe aanbieders bij. De relatie tussen huishoudelijke hulp en de cliënt wordt dan vaak verbroken. Gemeenten wijzen vaak op de mogelijkheid om door middel van gebruik van de alfahulpconstructie de relatie niet te verbreken. toekomst De verwachting is dat er in de toekomst meer vraag zal zijn naar de huishoudelijke verzorging. Volgens het scp is de verwachting dat de vraag jaarlijks met 1,1% groeit. In 2030 zullen er naar verwachting 246.000 gebruikers zijn. 49 Tegelijkertijd staat de zorg zelf onder druk. De discussie is ontstaan of huishoudelijke zorg nog wel door de overheid betaald moet worden. Wanneer de huishoudelijke hulp weer door mensen zelf betaald moet worden, zal er waarschijnlijk een verschuiving plaatsvinden naar het zwarte circuit. Ook zal het onderscheid tussen alfahulp en de huishoudelijk werker verdwijnen. 36 37 48 tuynman (2010). twee jaar wmo: presteren met beleid. den haag: sociaal cultureel planbureau. 49 evelien eggink, debbie oudijk e.a. (2012).

Hoofdstuk 3 de situatie in europa 3.1 Huishoudelijk werk in Europa In de meeste Europese landen is meer geregeld voor huishoudelijk werkers dan in Nederland. Wij kennen in feite alleen de regeling Dienstverlening aan huis. In een aantal landen zoals België, Frankrijk en in beperkte mate in Oostenrijk, Zwitserland en Griekenland maakt men gebruik van dienstencheques, waarmee diensten zoals huishoudelijk werk tegen een gunstig tarief kunnen worden ingekocht. In Finland, Noorwegen en Zweden heeft men gekozen voor een systeem van belastingaftrek. Beide modellen leiden tot een toenemende formalisering van huishoudelijk werk met meer zekerheid en rechten voor huishoudelijk werkers. Belastingkorting in landen als zweden, noorwegen en finland worden belastingfaciliteiten gebruikt om huishoudelijke hulp op een betaalbare manier uit het grijze circuit te halen. 38 In Spanje en Italië zijn ongedocumenteerden gelegaliseerd 50 om te kunnen voorzien in de behoefte aan huishoudelijk werk. In 2005 hebben in het kader van het Spaanse normalisatie -programma 191.570 migrant domestic workers een verblijfsvergunning verkregen (waarvan 89% vrouw). De Italiaanse regering heeft enkele malen grote groepen migrant huishoudelijk/zorg medewerkers (collaboratori familiari) gelegaliseerd. In 2002 zijn bijvoorbeeld op basis van de Bossi-Fini Act 316.000 vergunningen verstrekt. Sinds 2005 worden jaarlijks quota s voor verblijfsvergunningen voor deze groepen medewerkers vastgesteld. Ondanks dat de quota veel lager zijn dan de aanvragen, in 2007 ruim 370.000 aanvragen en een quotum van 65.000, is het beleid van de diverse Italiaanse regeringen ten aanzien van deze groep migranten veel ruimhartiger dan ten aanzien van andere groepen. Reden hiervoor is de belangrijke bijdrage die deze huishoudelijk/zorg medewerkers leveren aan het Italiaanse gezinsleven. Ook elders wordt migratiebeleid gevoerd om te kunnen voorzien in de behoefte aan huishoudelijk werk. Zo wordt in Londen gewerkt met werkvergunningen. Cao in landen als frankrijk en italië valt huishoudelijk werk onder een collectieve arbeidsovereenkomst. Verordening in spanje is onlangs nieuwe regelgeving van kracht geworden om de rechtspositie van huishoudelijk werkers beter te regelen. Dienstencheques in landen als belgië, frankrijk en in beperkte mate oostenrijk, zwitserland en griekenland worden dienstencheques gebruikt om huishoudelijke hulp op een betallbare wijze uit het grijze circuit te halen. 39 50 van hooren (2011)