AFVALBELEIDSPLAN 2014 en verder. Afval: Sliedrecht hergebruikt het!



Vergelijkbare documenten
Informatieve raadsbijeenkomst

- 3 - Beoogd effect Voor 2020 minimaal 65 procent van het huishoudelijk afval te hergebruiken.

HET NIEUWE INZAMELEN IN SLIEDRECHT

Voorstel voor de Raad

Afvalbeleid Waardlanden-Gemeenten 2014 en verder. Discussiëren over de toekomst

Afvalscheiding in Sliedrecht

Afvalbeleid Waardlanden-Gemeenten 2014 en verder. Discussiëren over de toekomst

Kilogram gescheiden ingezameld per inwoner per jaar Landelijke doelstelling. Resultaat Lingewaard 2011

Voorstel voor de Raad

Nederland Circulair Hoe draagt Papendrecht bij?

Meer waarde uit afval. Oriëntatie commissie Papendrecht 10 februari 2016, Dion van Steensel

Van afval naar grondstof. Informatieavond voor inwoners

Doorrekening scenario s afvalbeheer gemeente Montfoort

*Z02AEE14D7B* Startnotitie. "Afval is waardevol. Weggooien is geen optie meer. Afval kan dienen als grondstof voor een ander product.

BIJLAGE 2: Scenario's afvalbeleidsplan Nieuwegein

Met Droog en Herbruikbaar inzamelen naar 65% recycling van huishoudelijk afval?! Stefan de Beer HVC

Evaluatierapportage Implementatie 4-wekelijks inzamelen Rest in Almelo 11 september 2017

In het kader van het actualiseren van het gemeentelijk afvalbeleid is een enquête gehouden onder de inwoners van gemeente Bunnik.

Resultaat gescheiden afvalinzameling 2018 In vergelijking tot gemeente Drimmelen

Raadsvoorstel agendapunt

Verlaging van afvalstoffenheffing door uitvoering van de Raamovereenkomst verpakkingen

Veelgestelde vragen voorstel afvalinzameling

Respons Van de 779 benaderde panelleden hebben 544 de vragenlijst ingevuld. Dat is een respons van 70%.

Bestuursmonitor Gemeente Twenterand. Zwolle, 15 mei 2013

Huishoudelijk afval in Bunnik: Visie en Doelstellingen

Memo. de leden van de gemeenteraad. het college. Datum: 5 mei scenario s het nieuwe inzamelen. Geachte leden van de raad,

Datum Agendapunt Documentnummer. 24 mei R06S004/z

Afval scheiden in Houten. Hoe kan het (nog) beter?

Concept Raadsvoorstel

Uw afval verdient beter OPINIE INWONERS PAPENDRECHT OVER VERANDERING IN AFVALINZAMELING

Discussienotitie afvalbeleid en circulaire economie

afvalinzameling Benchmarkanalyse Peiljaar 2012 Status: definitief 1,5 Grondstoffen Restafval

Van afval naar grondstof in Goirle

Sorteeranalyse huishoudelijk afval 2009, Gemeente Doetinchem

Op weg naar een circulaire economie

Verbetering afvalscheiding in. Oegstgeest. Waar staan we nu, en hoe verder? Beeldvormende raad gemeente. Oegstgeest.

Omgekeerd afval inzamelen. Waar zijn we in Stichtse Vecht mee bezig?

Beleidsnotitie van afvalbeleid naar Grondstoffenbeleid

Monitor 2013 ROVA. Zwolle, 16 mei 2014

Masterclass Afval en Grondstof. Het Nederlandse Afvalbeleid in vogelvlucht, gemeenten in de circulaire economie

Meer huishoudelijk afval recyclen

Jaarplan 2014 gemeente Velsen

Van afval naar grondstof

VENRAY RIJK AAN GRONDSTOFFEN. Kadernota afvalbeleid

Memo *17INT02679* Prestaties Gemeentelijk Afvalbedrijf 2017

Onderzoek huishoudelijk afval

Afvalbeleidsplan De Wolden - Van Afval naar Grondstof

Zaanpanel 37: Duurzame afvalinzameling

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT

Afvalmonitor / effectmeting Gemeente Purmerend

EVALUATIE PILOT HET NIEUWE INZAMELEN IN LUNETTEN

GOED SCHEIDEN LOONT. Het 1e kwartaal. Inhoud

Onderzoek Omgekeerd Inzamelen tweede fase

Afvalmonitor / effectmeting Drimmelen

Veelgestelde vragen nieuw voorstel afvalinzameling

NissewaardPanel over grondstoffenbeleid, november Figuur 1: Aandeel afval dat nu apart wordt gehouden van het restafval (Nmax=709)

Grondstof voor een beter milieu

Evaluatie afvalproef / Realisatie VANG-doelstellingen. Presentatie t.b.v. raadscommissie gemeente Heerenveen d.d. 27 augustus 2015

Meer huishoudelijk afval recyclen

Nou jaaaa! Wijzigingen afvalinzameling Veenendaal per 1 januari Een folder om te bewaren Hou m apart!

PROEF RESTAFVAL INZAMELING

Veelgestelde vragen Restafvalsysteem in 2020

Afvalmonitor / effectmeting Brielle

Benchmark Afvalinzameling

In 2011 werd betaald voor de inzameling en ongeveer aan het inkopen van plastic

Opinienota. Onderwerp: Strategisch Plan Afvalscheiding Reg. Nummer: 2016/

Vragen en antwoorden over het Strategisch Plan Afvalscheiding

Gemeente IJsselstein

Veelgestelde vragen Proef inzameling van plastic, blik en drinkpakken Beverwijk

De schillenboer komt terug

Van Afval Naar Grondstof 28 september 2016 raadscommissie

SESSIE Marktplaats Nederland uur

Meer huishoudelijk afval recyclen

NVRD-BENCHMARK AFVALINZAMELING MANAGEMENTSAMENVATTING

Deelsessie 3 Inzameling en recycling van grof huisvuil

NVRD Benchmark Afvalinzameling 2011

Bijlage 1: Informatie over het beleidskader en de LAP-doelstellingen

Benchmark Huishoudelijk Afval Peiljaar 2013

Systematiek inzameling huishoudelijk afval

Aan de raad van de gemeente Olst-Wijhe. 3 december n.v.t. Raadsvergadering d.d. Agendapunt Opiniërend besproken d.d.

Benchmark Huishoudelijk Afval Peiljaar 2013

Beantwoording vragen CDA en progressief Woerden naar aanleiding van het. raadsvoorstel: afvalinzameling 15R.00074

Advies aan de gemeenteraad

Het Enschedepanel over tariefdifferentiatie

Samenvatting haalbaarheidsstudie invoering diftar. in de gemeente Heusden

afvalstoffenbeleid in Bellingwedde - proces besluitvorming - evaluatie gevoerd beleid en enkele projecten - voorzet nieuw beleid

Uitvoeringsprogramma Afval Gemeente Zeist De keuze van Zeist uit het

: Commissie SOB : P.L. van Meekeren : 19 maart 2019 : Afvalmonitor / Effectmeting 2018 : rapportage Afvalmonitor 2018

Vaststellen kaderstellend afvalbeleid voor inspraak

Benchmark Afvalscheiding

AFVALBELEIDSPLAN

Afvalmonitor / effectmeting Purmerend

Afdeling: Duurzame Ontwikkeling

over gescheiden inzameling van plastics & drankenkartons met rolcontainers

Heerhugowaaĩtf Stad van kansen

Optimalisatie onderzoek. Afvalinzameling in het Land van Cuijk en Boekel

WELKOM 15 oktober 2015 NVRD Regio bijeenkomst. Link bedrijfsfilm:

Evaluatie afvalproef / Realisatie VANG-doelstellingen. Raadscommissie gemeente Heerenveen 27 augustus 2015

Van Afval Naar Grondstof:

Samen kunnen meer met afval

Transcriptie:

AFVALBELEIDSPLAN 2014 en verder Afval: Sliedrecht hergebruikt het! Portefeuillehouder: A. de Waard Ambtelijk opdrachtgever: L. Mourik Primaathouder: D.J.B. Sakko Versie: definitief, d.d. 19 augustus 2013

Samenvatting Bij de inzameling van huishoudelijk afval geven gemeenten invulling aan de verplichte gescheiden inzameling, zoals vastgelegd in het tweede Landelijk Afvalbeheerplan (LAP2). Het doel is om 60 procent van het ingezamelde afval in 2015 te hergebruiken. In augustus 2011 heeft staatssecretaris Atsma een afvalbrief opgesteld met ambities om de hoeveelheid afval te verminderen en het huishoudelijk afval in 2015 voor 65 procent te hergebruiken. De gemeenteraad heeft via de startnotitie deze ambitie overgenomen en uitgesproken om richting 2020 65 procent afval te hergebruiken. Leidend is de voorkeursvolgorde: preventie, producthergebruik, materiaalhergebruik, nuttige toepassing en verwijdering. De huidige afvalinzameling levert met 53 procent hergebruik van huishoudelijk afval nog niet voldoende op om aan de doelstelling te voldoen. Toch zijn er voldoende kansen om wel aan deze doelstelling te voldoen. Het restafval bestaat namelijk voor ruim twee derde uit groente-, fruit- en tuinafval, kunststof verpakkingen, oud papier, glas en textiel. Maar hoe bereiken we dan een trendbreuk om deze grondstoffen gescheiden in te zamelen? Betrokkenheid van de burgers en het daaruit voortkomende gedrag uitmondend in respons, zijn de succesfactoren voor het behalen van de doelstelling. De proef droog en herbruikbaar is een goede inzamelmethode gebleken om de beoogde milieudoelstellingen te behalen. HVC heeft inmiddels echter aangegeven dat grootschalige, mechanische scheiding van droog en herbruikbaar huishoudelijk afval in kwalitatief goed bruikbare grondstoffen technisch onhaalbaar is gebleken. Inmiddels is duidelijk dat de afvalinzameling zich op dit moment moet richten op scheiding door burgers aan de bron waarbij de stromen na inzameling direct aan een partij afgezet kunnen worden. Het advies is de trendbreuk te realiseren door het denken en handelen van bewoners (nog) verder om te schakelen van afval naar grondstof. De focus wordt gelegd op de waarde van hergebruik van alle grondstoffen. Centraal staat afvalpreventie, de bereidheid van burgers het afval te scheiden, hoge service voor het ophalen van grondstoffen en het minder vaak of niet meer aan huis ophalen van restafval. Een systeem met een serviceprikkel past hier bij beter bij dan een systeem met een financiële prikkel, ondanks dat diftar (gedifferentieerde tarieven) een bewezen inzamelsysteem is gebleken om de milieudoelstellingen te kunnen halen. Het advies is de afvalinzameling de komende jaren te richten op omgekeerd inzamelen. Bij omgekeerd inzamelen wordt restafval naar een (ondergrondse) verzamelcontainer gebracht en niet meer aan huis ingezameld/opgeslagen. De grijze minicontainer voor restafval wordt ingezet voor de inzameling van kunststof verpakkingen die eens in de twee weken wordt geledigd. Deze minicontainer is een verbetering van de huidige inzameling met zakken en een goed antwoord op toekomstige ontwikkelingen zoals de mogelijke afschaf van statiegeld en de nascheiding van kunststof in combinatie met andere fracties zoals drankenkartons en zelfs blik. Het dienstverleningsniveau verschuift. De dienstverlening voor grondstoffen wordt verbeterd en de service op de inzameling van restafval vermindert. Bepalend is de vast te stellen afstand tot de verzamelcontainer voor restafval. Hoe verder deze afstand hoe positiever het te verwachten milieueffect, hoe lager de investeringskosten en inzamelingskosten maar ook hoe lager de service op het restafval. De inwoners moeten hier bij aanvang aan wennen. Ook wordt een beroep gedaan op de zelfredzaamheid van burgers, bijvoorbeeld als ze slecht ter been zijn. Om de doelstellingen te bereiken is het advies om naast de invoering van een nieuw inzamelsysteem ook een aantal maatregelen te nemen om de dienstverlening op de inzameling van grondstoffen te vergroten. 1

Naast het restafval is een deel van het grof huishoudelijk restafval geen grondstof. Op de milieustraat wordt het grof huishoudelijk afval beter gescheiden. Het advies is de frequentie van de ophaalservice te verminderen naar eens in de vier weken en oneigenlijk gebruik van de milieustraat zo veel als mogelijk uit te sluiten door het introduceren van een pasjessysteem. Grosso modo kunnen de invoering van een nieuw inzamelsysteem, de inzamelkosten en de maatregelen worden gefinancierd door de besparing op verwerking van restafval en de inkomsten uit de waardevolle grondstoffen. De burger moet het doen. Om het gekozen inzamelsysteem en de maatregelen ook effectief te laten zijn, is het van belang de noodzaak van het scheiden van afval goed onder de aandacht van de burger te brengen. Goede communicatie over het doel van gescheiden afvalinzameling, en over de uiteindelijke verwerking en toepassing van de gescheiden stromen is van cruciaal belang voor het gedrag van de burger om het afval te scheiden. Daarnaast is het creëren van draagvlak voor het uitvoeren van gewenst gedrag noodzakelijk. Een uitgebreide communicatiecampagne Afval: Sliedrecht hergebruikt het! vindt de komende jaren plaats. Aan de hand van de resultaten wordt beoordeeld of de doelstellingen gehaald zijn. Indien de doelstellingen niet gehaald zijn is het advies om het aanbieden van restafval verder te ontmoedigen door het limiteren van en/of het betalen voor het aanbieden van restafval. Vooraf zal dan met de gemeenteraad de discussie gevoerd worden welke financiële prikkels worden aangewend. 2

Inhoudsopgave SAMENVATTING... 1 INHOUDSOPGAVE... 3 1. INLEIDING... 4 1.1 AANLEIDING... 4 1.2 LEESWIJZER... 4 2. PROFIEL... 5 2.1 VOORAF... 5 2.2 VOORZIENINGEN EN DIENSTEN... 5 2.3 INZAMELRESULTAAT RESTAFVAL... 7 2.4 GROF HUISHOUDELIJK AFVAL... 7 2.5 SORTEERANALYSE RESTAFVAL... 8 2.6 INZAMELRESULTAAT EN POTENTIE GRONDSTOFFEN... 9 2.7 CO2... 11 2.8 BURGERPEILING... 11 2.9 AFVALSTOFFENHEFFING... 12 3. DOELSTELLINGEN... 13 3.1 LADDER VAN LANSINK... 13 3.2 DOELSTELLING RESTAFVAL EN GROF HUISHOUDELIJK RESTAFVAL... 14 3.3 WELKE GRONDSTOFFEN MOETEN UIT HET RESTAFVAL... 15 3.4 TRENDBREUK NOODZAKELIJK... 16 4. VAN AMBITIE NAAR RICHTING GEVEN AAN HET AFVALBELEID... 17 4.1 SERVICEPRIKKEL... 17 4.1.1 DROOG EN HERBRUIKBAAR... 18 4.1.2 OMGEKEERD INZAMELEN... 19 4.1.3 EXTRA MINICONTAINER BIJ LAAGBOUW... 20 4.1.4 GRONDSTOFFEN VAKER OPHALEN, RESTAFVAL MINDER VAAK... 20 4.2 STURING DOOR FINANCIËLE PRIKKELS... 21 4.2.1 DIFTAR... 21 4.2.2 BELONEN... 22 4.3 EFFECTEN INZAMELSYSTEMEN OP MILIEU, SERVICE EN KOSTEN... 23 4.4 SECUNDAIRE MAATREGELEN: ACTIES TER VERSTERKING... 24 5. AFWEGING EN AANBEVELINGEN... 25 5.1 AFWEGING FINANCIËLE PRIKKEL OF SERVICEPRIKKEL?... 25 5.2 ADVIES INZAMELSYSTEEM EN MAATREGELEN... 26 5.3 KOSTEN... 28 5.4 MONITORING EN RISICOBEPERKING... 28 5.5 BESLUITVORMING... 29 BIJLAGE 1 WET- EN REGELGEVING BIJLAGE 2 FACTSHEET BEWONERSONDERZOEK BIJLAGE 3 OMSCHRIJVING MAATREGELEN 3

1. Inleiding 1.1 Aanleiding De wereldbevolking groeit, de consumptie per persoon neemt toe en beschikbare grondstoffen nemen af. Grondstoffen nemen af door uitputting en doordat er steeds minder ruimte is voor productie. Steeds meer natuur wordt opgeofferd voor het winnen en produceren van grondstoffen, waarbij steeds minder waarde wordt gehecht aan het omliggende milieu. De groeiende vraag naar grondstoffen, gecombineerd met de afnemende beschikbaarheid leidt tot schaarste. Op de vraag naar grondstoffen en het zoeken naar alternatieven, hebben gemeenten geen invloed. Vanuit de zorgplicht voor de inzameling van huishoudelijk afval, hebben gemeenten wel grote invloed op hergebruik. Het ligt daarom voor de hand bij de gescheiden inzameling niet meer uit te gaan van afval, maar van grondstoffen. Een belangrijk bijkomend effect is gelegen in de toenemende financiële waarde van afval. Hoe schaarser (en duurder) nieuwe grondstoffen zijn, des te meer zijn herbruikbare grondstoffen waard. Gemeenten en bewoners worden met het scheiden van afval in feite grondstoffenleveranciers. In 2015 dient 60 procent van het huishoudelijk afval hergebruikt te worden. Deze doelstelling is lokaal overgenomen en vastgesteld in het milieubeleidsplan 2012-2015. De huidige afvalinzameling levert met 53 procent nog niet voldoende op om aan deze doelstelling te voldoen. De gemeenteraad heeft via de startnotitie deze ambitie overgenomen en uitgesproken om richting 2020 65 procent hergebruik van huishoudelijk afval te realiseren. Om deze doelstellingen te behalen moet een trendbreuk plaatsvinden. In het verleden heeft bij de introductie van de inzameling van groente-, fruit- en tuinafval in 1994 een trendbreuk plaatsgevonden. Kleine verhogingen van het scheidingspercentage zijn gerealiseerd door de invoering van de minicontainer voor oud papier en de gescheiden inzameling van kunststof verpakkingen. Om een nieuwe trendbreuk te realiseren zijn diverse inzamelsystemen en maatregelen beschreven De uitgewerkte systemen en maatregelen variëren op de invulling en het gewicht dat gegeven wordt aan de belangen lastendruk, milieudruk en serviceniveau en vormen zo de basis voor de politieke afweging van deze belangen. 1.2 Leeswijzer Hoofdstuk 2 schetst de huidige resultaten op het gebied van de afvalinzameling. Er wordt een overzicht gegeven van de ingezamelde afvalhoeveelheden en de samenstelling van het afval dat als restafval wordt ingezameld. Op deze manier wordt in hoofdstuk 3 gepresenteerd welke doelstellingen behaald moeten worden. Hoofdstuk 4 bevat de omschrijvingen van diverse mogelijke inzamelsystemen en maatregelen. Deze worden beoordeeld op de afwegingscriteria milieu, service en kosten. In hoofdstuk 5 wordt op basis van het wettelijk kader, de ambities, de huidige resultaten voor het afvalbeheer en de uitkomsten van een bewonersonderzoek geadviseerd welke maatregelen uitgevoerd dienen te worden. Dit gekozen scenario wordt uitgewerkt in een plan van aanpak; de geldende regelgeving (afvalstoffenverordeningen en een uitvoeringsbesluit) wordt hierop aangepast. 4

2. Profiel 2.1 Vooraf Voordat de huidige resultaten beschreven worden, verdeeld naar het inzamelresultaat en de samenstelling van het restafval, wordt onderstaand eerst een aantal basisgegevens weergegeven. De gemeente Sliedrecht heeft een stedelijkheidsklasse 2. De mate van verstedelijking (1 meest stedelijk; 5 minst stedelijk) geeft weer hoeveel omgevingsadressen er per vierkante kilometer zijn en schetst daarmee een beeld van de mogelijke te realiseren afvalscheiding. Verondersteld wordt dat meer stedelijke gemeenten minder afvalscheiding kunnen realiseren door de beperkte openbare ruimte, het percentage hoogbouw en de samenstelling van de bevolking. Van minder stedelijke gemeenten wordt omgekeerd verwacht dat een hogere afvalscheiding gerealiseerd kan worden. Ook de hoeveelheid afval per inwoner is meer naar mate de gemeente stedelijker is. Alle resultaten worden weergegeven in kilogrammen per inwoner per jaar, zodat een vergelijking met landelijke normen en resultaten van gemeenten in dezelfde stedelijkheidsklasse mogelijk wordt gemaakt. Er wordt van 24.230 inwoners uitgegaan (bron: CBS 2012). De afvalstromen waar de focus op is gericht zijn groente- fruit- en tuinafval (gft), oud papier, glas, kunststof verpakkingen, textiel, klein chemisch afval, en grof huishoudelijk afval. Dit zijn de afvalstromen die in de wettelijke kaders ook benoemd worden. LAP2 kent geen aparte doelstellingen voor bronscheiding meer voor de verschillende afvalstromen uit het huishoudelijk afval. Over wet- en regelgeving is meer terug te lezen in bijlage 1. 2.2 Voorzieningen en diensten Een goed serviceniveau betekent voldoende gelegenheid voor inwoners om gescheiden afval aan te bieden (haal- en brengmogelijkheden) en een hoge waardering voor deze voorzieningen. De huidige afvalinzameling bevat een ruim pakket aan diensten; bij laagbouwwoningen wordt groente- fruit en tuinafval en restafval om de week opgehaald met behulp van minicontainers; een tweede minicontainer voor groente-, fruit- en tuinafval en oud papier is gratis in gebruik gegeven. Uitgifte van minicontainers voor restafval in de praktijk vanaf een 4 persoonshuishouden; bij hoogbouwwoningen (flat, etagewoning, bovenwoning of appartement) zijn verzamelcontainers voor restafval (131) en oud papier (50), slechts incidenteel is er nog een inpandige voorziening; er zijn 45 bovengrondse verzamelcontainers voor groente-, fruit- en tuinafval aanwezig; kunststof verpakkingen in de speciale zakken wordt eens in de vier weken huis aan huis opgehaald, daarnaast zijn er 19 brengvoorzieningen bij supermarkten en hoogbouw; textiel wordt 4 maal per jaar door verschillende charitatieve instellingen huis aan huis opgehaald, daarnaast zijn er 8 brengvoorzieningen op wijkniveau; er zijn op wijkniveau 16 locaties brengvoorzieningen voor glas aanwezig; in de westwijk haalt de Merwebolder plastic, glas, blik en kleding huis aan huis op; een kringloopwinkel; een milieupark met ruime openingstijden; grof huishoudelijk afval wordt op afspraak wekelijks op dinsdag opgehaald. 5

Oud papierinzameling met verenigingen en kerken Momenteel vindt de huis- aan huisinzameling van de blauwe papiercontainer 11 maal per jaar plaats door vrijwilligers van verenigingen en kerken. De inzamelvoertuigen en chauffeur worden geleverd door de gemeente. Sinds de inzameling van oud-papier in september 1991 krijgen de verenigingen een garantieprijs. Deze garantieprijs bedroeg aanvankelijk f 0,05 per kilogram en is met ingang van 1 januari 2002 vastgesteld op 0,03 per kilogram (uitgaande van een periode van 10 jaar). De garantieprijs van de totale hoeveelheid oud papier wordt gedeeld door het aantal oud papierwijken en wordt per kwartaal aan de verenigingen uitbetaald. De gemiddelde meeropbrengst van het betreffende jaar wordt aan het einde van dit jaar gedeeld tussen verenigingen en gemeente. Het deel van de verenigingen wordt gedeeld door het aantal oud papierwijken. In totaal wordt jaarlijks een bedrag van circa 60.000 uitgekeerd aan verenigingen en kerken. Oude Uitbreiding West geheel op ondergrondse containers Alle laagbouwwoningen hebben de beschikking over 3 minicontainers voor restafval, groente-, fruit en tuinafval en oud papier. Het uitgangspunt hierbij is dat er ruimte gevonden is op elk individueel perceel of in de eigen berging om deze containers te plaatsen. In de praktijk blijkt er in een aantal wijken nauwelijks ruimte om de containers op het eigen terrein te plaatsen en is het voor de vuilnisauto lastig te manoeuvreren in krappe wijken. Bij de herstructurering van de Oude Uitbreiding West is gekozen om de afvalinzameling in de gehele wijk door middel van ondergrondse containers te laten plaatsvinden. Hier was een aantal locaties met bovenwoningen voorzien waardoor eenvoudig een wijziging van het inzamelsysteem kon plaatsvinden. 6

2.3 Inzamelresultaat restafval De hoeveelheid restafval bij de laagbouw was in 2012 gemiddeld 204 en bij de hoogbouw gemiddeld 222 kilogram per inwoner per jaar. Het verwerken van restafval kost in 2014 78,28 per ton. De totale hoeveelheid afval was in 2012 535 kilogram per inwoner. In 2011 was de totale hoeveelheid afval voor stedelijkheidsklasse 2 528 kilogram per inwoner per jaar. De hoeveelheid restafval was 224 kilogram per inwoner per jaar. Bron: Benchmark Afvalscheiding, benchmarkanalyse peiljaar 2011 van de NVRD. In onderstaande tabel is de hoeveelheid restafval ten opzichte van de totale hoeveelheid ingezameld afval in Sliedrecht in de periode 2003 tot en met 2012 weergegeven. Verhouding aanbod restafval versus totaal 700 Kilogram per inwoner per jaar 600 500 400 300 200 100 restafval totale hoeveelheid afval 0 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 gemiddeld stedelijkheidsklasse 2 2011 2.4 Grof huishoudelijk afval Grof huishoudelijk restafval is een verzamelnaam voor allerlei soorten afval. Grof huishoudelijk afval wordt wekelijks bij gemiddeld 25 adressen opgehaald en kan naar het milieupark worden gebracht. Het verwerken van grof huishoudelijk restafval kost in 2014 78,28 per ton. De laatste jaren is er een afname te zien van de hoeveelheid ingezameld grof huishoudelijk restafval. In 2012 is 22 kilogram grof huishoudelijk restafval per inwoner naar de milieustraat gebracht. Op afspraak is in 2012 nog eens 12 kilogram per inwoner aan huis opgehaald. Het grof huishoudelijk restafval dat op de milieustraat na een eerste voorselectie wordt ingezameld wordt bij verwerking nog voor een deel nagescheiden en is hierdoor weer geschikt voor hergebruik. Het afval dat op afspraak aan huis wordt opgehaald wordt direct naar de verwerker gebracht en is ook door nascheiding nog voor een deel te hergebruiken. Op basis van sorteerproeven bij de verwerker blijkt dat gemiddeld 30 procent van het grof huishoudelijk afval weer in aanmerking komt voor hergebruik. 7

2.5 Sorteeranalyse restafval Eind mei/begin juni 2013 is een sorteeranalyse van het restafval uitgevoerd. Uit de sorteeranalyse blijkt waaruit het restafval bestaat. In de onderstaande grafieken zijn de resultaten weergegeven van de uitgevoerde analyse bij de laagbouw en de hoogbouw. Samenstelling restafval laagbouw in kilogram per inwoner per jaar Elektr(on)ische apparaten; 2,6 Klein Chemisch Afval; 1,4 Restafval; 38,2 Groente-, fruit- en tuinafval; 69,9 Steen en Puin; 5,9 Hout; 3,4 Metaal; 5,1 Textiel; 11,7 Plastic flacons en flessen; 4,4 Papier en karton; 16,0 Kunststof verpakkingen; 24,2 Glas; 10,7 Drankkartons; 8,7 Samenstelling restafval hoogbouw in kilogram per inwoner per jaar Elektr(on)ische apparaten; 1,6 Restafval; 33,7 Klein Chemisch Afval; 5,3 Steen en Puin; 0,2 Groente-, fruit- en tuinafval; 98,3 Hout; 0,7 Metaal; 8,9 Textiel; 9,8 Plastic flacons en flessen; 3,6 Kunststof verpakkingen; 21,3 Glas; 7,3 Drankkartons; 6,4 Papier en karton; 25,1 Ruim twee derde van het restafval bestaat uit de grondstoffen groente-, fruit- en tuinafval, kunststof verpakkingen, oud papier, glas en textiel. 8

2.6 Inzamelresultaat en potentie grondstoffen Groente- fruit- en tuinafval Groente-, fruit- en tuinafval (gft) wordt gecomposteerd. Composteren is een versnelde vorm van het natuurlijke verteringsproces. Daarnaast vindt vergisting plaats. Vergisten is het afbreken van organisch materiaal door bacteriën in een zuurstofloze omgeving. De bacteriën zetten de organische stoffen in het gft in een aantal stappen om in biogas; gas dat gebruikt kan worden voor energieproductie of als groen gas voor de transportsector. Het verwerken van gft kost in 2014 46,35 per ton. Verwerken van gft is dus 31,92 per ton goedkoper dan de verwerking van restafval. In 2012 is 68 kilogram gft per inwoner ingezameld, in 2011 was dit 67 kilogram. In stedelijkheidsklasse 2 was het gemiddelde inzamelresultaat in 2011 in Nederland 67 kilogram per inwoner. In het restafval zit gemiddeld 80 kilogram gft. Bij volledige scheiding is de hoeveelheid gft 148 kilogram per inwoner per jaar. Oud papier Van oud papier en karton wordt bijvoorbeeld krantenpapier, golfkarton, toiletpapier en papieren zakdoekjes gemaakt. Oud papier en karton brengen afhankelijk van de marktprijs gemiddeld circa 80,00 per ton op. In 2012 is gemiddeld 61 kilogram oud papier en karton ingezameld, in 2011 was dit 63 kilogram. In stedelijkheidsklasse 2 was het gemiddelde inzamelresultaat in 2011 in Nederland 59 kilogram per inwoner. In het restafval zit gemiddeld 19 kilogram oud papier en karton. Bij volledige scheiding is de hoeveelheid oud papier 80 kilogram per inwoner per jaar. Glas Bont, groen en wit glasafval wordt zoveel mogelijk op kleur gesorteerd. Daarna wordt het naar glasfabrieken gebracht waar het schoongemaakt wordt en wordt hergebruikt tot nieuw glas zoals glazen flessen en potten. De inzameling en verwerking van glas kost op dit moment (na aftrek van de opbrengsten) circa 25,00 per ton. In 2012 is gemiddeld 15 kilogram glas ingezameld, in 2011 was dit 16 kilogram. In stedelijkheidsklasse 2 was het gemiddelde inzamelresultaat in 2011 in Nederland 21 kilogram per inwoner. In het restafval zit gemiddeld 10 kilogram glas. Bij volledige scheiding is de hoeveelheid glas 25 kilogram per inwoner per jaar. Kunststof verpakkingen Gescheiden ingezameld kunststof verpakkingsmateriaal wordt hergebruikt tot nieuwe plastic producten zoals autobumpers, dashboards, fleecetruien, toetsenborden en nog veel meer. We hoeven dan geen nieuw plastic te gebruiken. Plastic wordt gemaakt van aardolie. Aardolie wordt schaars en het gebruik ervan draagt bij aan de opwarming van de aarde. Kunststof brengt 430,00 per ton op. In 2012 is gemiddeld 5,5 kilogram kunststof verpakkingen ingezameld, in 2011 was dit 5,3 kilogram. De hoeveelheid ingezameld kunststof verpakkingen met de huis aan huisinzameling is afgenomen terwijl mede door de toename van het aantal voorzieningen de hoeveelheid in de brengvoorzieningen is gestegen. In stedelijkheidsklasse 2 was het gemiddelde inzamelresultaat in 2011 in Nederland 6,0 kilogram per inwoner. In het restafval zit gemiddeld 29 kilogram kunststof verpakkingen en plastic flacons en flessen. Bij volledige scheiding is de hoeveelheid kunststof verpakkingen 34,5 kilogram per inwoner per jaar. 9

Textiel Helaas verdwijnt nog veel textiel in het restafval terwijl producthergebruik en materiaalhergebruik mogelijk is. Door kleding en textiel een tweede leven te geven worden andere mensen geholpen. Tegenwoordig wordt alle kleding en textiel hergebruikt, dus ook oude gordijnen of gescheurde kleding. Deze niet-herdraagbare spullen worden vervezeld: dat betekent dat ze worden teruggebracht tot garens. Hiervan worden weer nieuwe producten gemaakt. Textiel ingezameld in de brengvoorzieningen brengt op dit moment 150,00 per ton op. Het huis aan huis ingezamelde textiel door maximaal 4 charitatieve instellingen per jaar levert de gemeente geen inkomsten op. In 2012 is gemiddeld 2,6 kilogram textiel ingezameld, in 2011 was dit 2,2 kilogram. In stedelijkheidsklasse 2 was het gemiddelde inzamelresultaat in 2011 in Nederland 4,1 kilogram per inwoner. In het restafval zit gemiddeld 12 kilogram textiel, wat bij volledige scheiding zou kunnen leiden tot 14,6 kilogram gescheiden ingezameld textiel per inwoner per jaar. Klein Chemisch afval Klein chemisch afval in het restafval zorgt voor een hoge milieubelasting terwijl hergebruik goed mogelijk is. Zo wordt het metaal uit batterijen en accu's hergebruikt. Van het zink worden bijvoorbeeld dakgoten gemaakt en van het staal spijkers en staaldraad. Cadmium komt weer terug in nieuwe batterijen. Van foto-ontwikkelaar en -fixeer is het waardevolle zilver weer bruikbaar. Olie wordt ten slotte weer als brandstof benut. Kca dat niet kan worden hergebruikt of veilig worden verbrand, wordt veilig opgeslagen. Het verwerken van klein chemisch afval kost op dit moment 270,00 per ton. Per jaar wordt 1,5 kilogram per inwoner ingezameld. Gescheiden ingezameld/ ongescheiden in restafval Kilogram per inwoner per jaar 160 140 120 100 80 80 60 19 40 20 68 61 0 Groente-, fruit- en tuinafval Papier en karton 10 29 15 12 5,5 2,6 Glas Kunststof verpakkingen Textiel Ongescheiden in restafval Gescheiden ingezameld volume 10

2.7 CO2 Activiteiten in de afvalbranche leiden tot zowel het uitstoten als het vermijden van CO2-emissie. Uitstoot komt voort uit bijvoorbeeld het gebruik van diesel en het verbranden van restafval. Er wordt ook veel CO2-emissie vermeden door gescheiden inzameling van afvalstoffen. Door grondstoffen uit het afval te hergebruiken, worden er minder nieuwe grondstoffen geproduceerd. Bij afvalverbranding wordt warmte en elektriciteit teruggewonnen, wat het gebruik van olie en kolen bespaart. Ook dit vermijdt CO2-emissies. De uitgestoten en vermeden CO2 kan worden berekend met behulp van de stromen GFT, oud papier, kunststofverpakkingen, glasverpakkingen en textiel. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen het deel van een stroom dat gescheiden is ingezameld en het deel dat nog in het restafval zit. De CO2-impact is gebaseerd op het iwaste model van de Universiteit Utrecht, gebaseerd op de gemiddelde Nederlandse kwaliteit van verwerking. Jaarlijks komt er 3642 kilogram CO2 vrij per huishouden. (8400 kilogram CO2 per huishouden bron Milieucentraal). Hiervan is overigens maar een klein deel echt beïnvloedbaar. De relatieve vermeden CO2-uitstoot van hergebruik van grondstoffen ten opzichte van verbranding van afval kan in Sliedrecht oplopen tot wel 314 kilogram per inwoner per jaar. Vooral de stromen kunststof en textiel hebben een hoog besparingspotentieel. Bron: Benchmark Afvalscheiding, benchmarkanalyse peiljaar 2011 van de NVRD. 2.8 Burgerpeiling In 2011 en 2013 heeft het Onderzoekcentrum Drechtsteden een regionale burgerpeiling gehouden. In een enquête zijn vragen gesteld over voorzieningen, leefbaarheid en veiligheid, verkeer en vervoer en de gemeentelijke organisatie. De bewoners van Sliedrecht waardeerden de afvalinzameling in 2011 met een cijfer van een 8,3, dit was gemiddeld in Drechtsteden een 7,6. In 2013 waardeerden de inwoners van Sliedrecht de afvalinzameling met een 7,9, dit was gemiddeld in Drechtsteden een 7,7. In juli 2013 is door het Onderzoekcentrum Drechtsteden aan deelnemers van het bewonerspanel in Sliedrecht een vragenlijst voorgelegd. Hieruit blijkt dat 95 procent van het Bewonerspanel Sliedrecht (bijna) altijd oud papier gescheiden aanbiedt. Voor de overige soorten afval ligt dit aandeel iets lager. Drie kwart doet dit bijna altijd met glas (77 procent). Zes à zeven op de tien inwoners zeggen kunststof verpakkingen, gft en textiel bijna altijd gescheiden aan te bieden. Er valt nog veel winst te behalen bij de inzameling van gft en kunststof verpakkingen; twee op de tien panelleden bieden dit (bijna) nooit gescheiden aan. De meest genoemde reden om afval gescheiden in te zamelen is omdat het goed is voor het milieu (78 procent). Een ander veelgenoemd motief is omdat men het simpelweg gewend is om afval te scheiden (52 procent). Voor bijna vier op de tien panelleden (36 procent) is het een reden dat de afvalstoffenheffing daardoor niet omhoog gaat. De gehele factsheet is als bijlage bijgevoegd. De uitkomsten van de vragen met betrekking tot de te nemen maatregelen zijn verwerkt in de onderstaande tekst. 11

2.9 Afvalstoffenheffing Op grond van artikel 10.21 van de Wet Milieubeheer hebben gemeenten zorgplicht voor de inzameling van huishoudelijk afval bij huishoudens. Deze inzameling dient tenminste eenmaal per week plaats te vinden nabij elk perceel waar huishoudelijke afvalstoffen geregeld kunnen ontstaan. De daaraan verbonden kosten verhaalt de gemeente op haar inwoners via een belasting (de afvalstoffenheffing) of een retributie (reinigingsrecht). Het grote verschil tussen de twee heffingen is de betaalplicht voor de burger. Bij het reinigingsrecht moet de burger feitelijk gebruik maken van de inzameldienst. Bij de afvalstoffenheffing is dit niet aan de orde. De burger dient deze heffing te voldoen, omdat hij gebruiker is van een perceel waarvoor een inzamelplicht geldt. Het grootste deel van de gemeenten heeft gekozen voor de afvalstoffenheffing, zodat niet hoeft te worden aangetoond dat er gebruik wordt gemaakt van de inzameldienst. Bij het reinigingsrecht is dit immers wel het geval. Bij toepassing van de afvalstoffenheffing is de betalingsadministratie gemakkelijker en inkomenszekerheid voor de gemeente groter. In onderstaande tabel wordt de afvalstoffenheffing in Sliedrecht afgezet tegen de gemiddelde afvalstoffenheffing in Nederland, Zuid-Holland en een aantal regiogemeenten. Gemiddeld tarief per huishouden Tarief meerpersoonshuishouden Tarief éénpersoonshuishouden Landelijke gemiddelde 246,00 263,00 215,00 Gemiddelde Zuid-Holland 273,00 287,00 250,00 Alblasserdam 249,00 264,00 207,00 Dordrecht 241,00 241,00 241,00 Hardinxveld-Giessendam 245,00 245,00 245,00 Hendrik Ido Ambacht 280,00 300,00 211,00 Papendrecht 222,00 222,00 222,00 Sliedrecht 193,00 213,00 146,00 Zwijndrecht 278,00 285,00 261,00 Sliedrecht behoort dus tot de goedkopere gemeenten in Nederland, Zuid-Holland en in de regio. (bron: afvalstoffenheffing 2012, een uitgave van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer). 12

3. Doelstellingen 3.1 Ladder van Lansink De Ladder van Lansink is een standaard op het gebied van afvalbeheer. De standaard is genoemd naar de Nederlandse politicus Ad Lansink, die in 1979 in de Tweede Kamer een motie voor deze werkwijze indiende. Internationaal wordt het algemene principe achter de Ladder van Lansink vaak aangeduid met de term afvalhiërarchie. Het afvalbeleid is erop gericht prioriteit te geven aan de meest milieuvriendelijke verwerkingswijzen. Deze staan bovenaan de 'ladder'. Het beleid moet erop gericht zijn zo veel mogelijk afval de Ladder van Lansink te laten 'beklimmen'. In de praktijk betekent dit dat altijd wordt gekeken of een bepaalde stap gerealiseerd kan worden. Pas indien dit niet het geval is volgt een volgende, lagere stap. In het Landelijk afvalbeheerplan 2002-2012 (LAP) is de indeling verfijnd: a) kwantitatieve preventie: het ontstaan van afvalstoffen wordt voorkomen of beperkt b) kwalitatieve preventie: bij het vervaardigen van stoffen, preparaten of andere producten wordt gebruikgemaakt van stoffen en materialen die na gebruik van het product geen of zo min mogelijk nadelige gevolgen voor het milieu veroorzaken c) nuttige toepassing door producthergebruik: stoffen, preparaten, of andere producten worden na gebruik als zodanig opnieuw gebruikt d) nuttige toepassing door materiaalhergebruik: stoffen en materialen waaruit een product bestaat worden na gebruik van het product opnieuw gebruikt e) nuttige toepassing als brandstof: afvalstoffen worden toegepast met een hoofdgebruik als brandstof of voor een andere wijze van energieopwekking f) verbranden als vorm van verwijdering: afvalstoffen worden verwijderd door deze te verbranden op het land g) storten: afvalstoffen worden gestort Het doel is: minder restafval produceren en verwijderen, meer grondstoffen voor hergebruik aanbieden, en alle materialen een zo hoogwaardig mogelijk tweede leven geven. Preventie en producthergebruik betekent dat het scheidingspercentage rekenkundig af neemt. Ook kan door economische invloeden de hoeveelheid van een afvalstroom afnemen, waardoor er überhaupt minder ingezameld kan worden (ook al wordt de afvalstroom gescheiden aangeboden). 13

3.2 Doelstelling restafval en grof huishoudelijk restafval Ondanks dat de huidige afvalverbrandingsovens in staat zijn om op een zeer efficiënte wijze energie uit het afval terug te winnen, worden er waardevolle schaarse grondstoffen vernietigd. Het scheidingspercentage is niet gelijk aan het percentage materiaal hergebruik. Niet alle materialen zijn voor 100 procent te hergebruiken. Op dit moment wordt 55 procent van het huishoudelijk afval gescheiden ingezameld (alle afvalstromen met uitzondering van restafval en grof huishoudelijk restafval). Hierdoor wordt op dit moment 53 procent van het afval hergebruikt (bron: HVC hergebruik monitor). De Staatssecretaris van o.a. Milieu Atsma heeft naar aanleiding van zijn afvalbrief in augustus 2011 (zie bijlage 1) de afvalbranche gevraagd een advies uit te brengen dat moet leiden tot een forse toename van het hergebruiken van huishoudelijk afval. Een belangrijk onderdeel van het advies is daarom de introductie van een gemeentelijke doelstelling voor restafval. Een uitvoerige analyse van de verschillende gemeenten heeft geleid tot een doelstelling voor restafval gedifferentieerd naar het percentage hoogbouwwoningen dat aanwezig is. Voor Sliedrecht (met een percentage hoogbouw van circa 40 procent) geldt een doelstelling van maximaal 180 kilogram restafval en grof huishoudelijk restafval. Doelstelling: 65% hergebruik 600 Kilogram per inwoner per jaar 500 400 300 200 100 284 34 178 toename door afvalscheiding reductie 30 111 Gescheiden ingezamelde grondstoffen Grof huishoudelijk afval* Ongescheiden grondstoffen ingezameld als restafval Restafval 0 39 39 huidig: 55% bronscheiding/ 53% hergebruik doelstelling: 65% hergebruik * waarvan 30% na te scheiden Om de doelstelling van 65 procent hergebruik te behalen dient door preventie en toename van het scheiden van huishoudelijk afval de hoeveelheid restafval en grof huishoudelijk afval gereduceerd te worden tot maximaal 180 kilogram per inwoner per jaar (afname van minimaal 71 kilogram). 14

3.3 Welke grondstoffen moeten uit het restafval Milieu Uit de sorteeranalyse is gebleken dat er voldoende potentie van grondstoffen in het restafval aanwezig is om de doelstellingen te kunnen halen. Vanwege de gestelde doelen ligt de grootste uitdaging bij de zware stromen: groente-, fruit- en tuinafval, oud papier, en grof huishoudelijk restafval en vanwege volume en milieu-impact ook op kunststof en glas. Daarnaast moet er ook focus zijn op stromen met groeipotentieel, grote milieuimpact of schaarste van strategisch belangrijke materialen zoals textiel, drankenkartons en blik. Besparing en inkomsten De grondstoffen die nu nog in het restafval zitten, worden verbrand, waarvoor verbrandingskosten in rekening worden gebracht. Grondstoffen leveren door de toenemende schaarste steeds meer geld op. Dit geldt zeker voor papier, glas en textiel. Door meer afval gescheiden in te zamelen vallen niet alleen verbrandingskosten vrij, ook de opbrengsten nemen toe. Het mes snijdt dus aan twee kanten. De afvalbeheerkosten worden voor 100 procent doorberekend in de afvalstoffenheffing. Dit geldt dus ook voor de besparingen en of extra kosten van het afvalbeheer. Voor sommige afvalstromen geldt producentenverantwoordelijkheid. Voor afvalstromen zoals plastic verpakkingsafval en afgedankte elektr(on)ische apparaten ontvangen gemeenten een inzamelvergoeding van het bedrijfsleven. Deze vergoeding wordt uitbetaald per gescheiden ingezamelde ton afval. Hoe meer afval gescheiden wordt ingezameld hoe hoger de inzamelvergoeding. In 2012 is gemiddeld per inwoner 6,1 kilogram aan elektr(on)ische apparaten en energiezuinige lampen ingezameld. In stedelijkheidsklasse 2 was in 2012 het gemiddelde inzamelresultaat 5,3 kilogram per inwoner. In het restafval zit gemiddeld nog ruim 2,5 kilogram per inwoner per jaar. Landelijke ontwikkelingen Op 12 december 2012 is de Raamovereenkomst Verpakkingen gesloten die in de periode 2013 tot en met 2022 van kracht en is van toepassing voor de verpakkingsmaterialen glas, papier, karton, hout, metalen en kunststof. De afspraken moeten er toe leiden dat het jaarlijks hergebruik van kunststof verpakkingsmateriaal toeneemt van 42 procent nu naar 52 procent over vijf jaar (streefdoel 2017), maar in ieder geval over tien jaar (resultaatverplichting 2022). Ook de komende 10 jaar zal de gescheiden inzameling van kunststof verpakkingsafval - bij wijze van gedelegeerde verantwoordelijkheid - worden uitgevoerd door de gemeenten, waarvoor de gemeenten een kostendekkende vergoeding ontvangen. Onderdeel van het Verpakkingsakkoord is ook het voornemen om het statiegeld op grote PETflessen vanaf 2015 af te schaffen. De gemeenten worden dan ook verantwoordelijk voor het verzamelen en verwerken van de grote PET-flessen. Onderdeel van de verduurzamingsagenda is de afspraak dat vóór 2014 een landelijke pilot wordt uitgevoerd naar het inzamelen en hergebruik van drankenkartons. De onderzoeksresultaten leiden uiteindelijk tot besluitvorming over de vraag of, en zo ja hoe, de drankenkartons het beste kunnen worden ingezameld. De afvalstromen drankenkartons en metalen verpakkingen zijn niet eerder specifiek vermeld. Het sorteren hiervan past technisch gezien goed in het sorteerproces van kunststoffen en wordt momenteel landelijk veel bekeken. In het restafval zit gemiddeld nog bijna 9 kilogram drankenkartons per inwoner per jaar en voor blik is dit 6 kilogram. 15

3.4 Trendbreuk noodzakelijk Hoewel de ambitie fors is om hergebruik van het huishoudelijk afval sterk te verhogen lijkt het geen onhaalbare kaart. Hoewel er nog een kleine winst te behalen valt door middel van de optimalisatie van het huidige inzamelsysteem en communicatie(campagnes), is een trendbreuk echt noodzakelijk om de ambitie de komende jaren te realiseren. De oplossing dient lokaal te worden bepaald waarbij de maatregelen en middelen per materiaalstroom bekeken worden. Gemeenten kiezen ervoor om burgers te belonen, de service te verbeteren, of een mix van beide in te zetten in combinatie met bepaalde innovatieve inzamelmanieren. De focus en doelstelling zijn centraal gericht op preventie en serviceverhoging op de herbruikbare stromen en ontmoediging van het aanbieden van restafval. Betrokkenheid van de burgers en het daaruit voortkomende gedrag, uitmondend in respons, zijn de succesfactoren voor het behalen van de beoogde doelstellingen. Maar welk inzamelsysteem en welke maatregelen dragen hier het beste aan bij in Sliedrecht? 16

4. Van ambitie naar richting geven aan het afvalbeleid Om gedegen afwegingen te maken op het afvalbeleid en de maatregelen voor verbeteringen te beoordelen wordt vaak gebruik gemaakt van de afvaldriehoek. De afvaldriehoek is een goed instrument om de ambities en doelen aangaande afvalbeheer duidelijk te maken. Het model gaat uit van drie prestatiegebieden: Milieu (doeltreffendheid); Service (dienstverlening); Kosten (doelmatigheid). Om een optimaal afvalbeleid te voeren moet er op alle drie aspecten in voldoende mate resultaat worden bereikt. Ambities en doelen kunnen per prestatiegebied worden vastgesteld, maar moeten altijd in onderlinge samenhang worden bekeken. Milieu In het prestatiegebied milieu wordt de doeltreffendheid bepaald door de mate van afvalpreventie, afvalhoeveelheid, scheidingsresultaat en de verbeteringen die hierin nog mogelijk zijn en de mate waarin en de manier waarop het afval nuttig wordt hergebruikt. Service Het serviceniveau wordt bepaald door de omvang van het dienstverleningspakket en hoe de inwoners de dienstverlening ervaren/waarderen. De omvang van het dienstverleningspakket bestaat uit de inzamelmethoden, inzamelfrequenties, de beschikbaarheid van inzamelmiddelen (per inwoner), de beschikbaarheid van informatie. Kosten In het prestatiegebied kosten wordt de doelmatigheid bepaald door de efficiëntie waarmee en tegen welke inzamel- en verwerkingskosten de milieuresultaten en het serviceniveau worden gerealiseerd. 4.1 Serviceprikkel Door het aanpassen van het inzamelsysteem gaan bewoners automatisch het juiste gedrag vertonen. Er wordt dus een beroep gedaan op betrokkenheid en bereidheid om een extra inspanning te leveren (motivatie). Er hebben zich diverse initiatieven ontplooid, ook wel bekend onder de benamingen droog en herbruikbaar, de basisbak en omgekeerd (of gespiegeld) inzamelen. Centraal in al deze initiatieven staat dat restafval minder vaak of niet meer aan huis wordt opgehaald en dat afvalstoffen die grondstoffen zijn frequent aan huis worden opgehaald. Hieronder volgt een beschouwing van de verschillende inzamelsystemen. 17

4.1.1 Droog en herbruikbaar Eind juni 2011 is samen met HVC gestart met de proef inzameling van droog en herbruikbaar afval bij 1100 laagbouw huishoudens in Sliedrecht. In de blauwe container mogen naast oud papier ook onder andere kunststof verpakkingen, metalen, textiel en hout. Gft en droog en herbruikbaar afval worden eens in de twee weken opgehaald. Het droge en herbruikbare afval wordt (handmatig) gesorteerd en per afvalstroom afgezet voor hergebruik. Restafval wordt nog maar eens in de drie weken opgehaald. Milieu De praktijkproef heeft geleid tot goede inzamelresultaten. De juiste materialen worden in toenemende mate gescheiden. Het positieve effect ontstaat doordat meerdere fracties gecombineerd aan huis gehaald worden. De afname van het restafval/toename van de grondstoffen in de proefwijk was in 2012 ruim 38 kilogram/per inwoner ten opzichte van bewoners buiten de proefwijk. Indien dit systeem gemeentebreed ingezet wordt betekent dit een hergebruikpercentage van ruim 62 procent. Service Uit een bewonersonderzoek eind april 2012, met een respons van 33 procent van 1100 huishoudens, is gebleken dat 85 procent van de huishoudens graag door wil gaan met deze wijze van afvalinzameling. De motivatie is dat de service op de grondstoffen oud papier, kunststof verpakkingen en textiel erg groot is doordat deze wijze van afvalscheiding gemakkelijk is. De service op het restafval vermindert bij dit inzamelsysteem. De aanpassingen in het inzamelsysteem zijn gemakkelijk geaccepteerd. Aan reacties over te weinig capaciteit in de minicontainer voor droog en herbruikbaar afval en stank van de groene (gft) container in de zomer is tegemoetgekomen door een aanpassing van het inzamelschema vanaf juli 2012. Logistiek zijn er (ondanks de aanpassing in het inzamelschema) geen problemen. Kosten De proef droog en herbruikbaar is een goede methode om de beoogde milieudoelstellingen te behalen. Bovendien zijn de inzamelkosten niet noemenswaardig toegenomen. Een ander doel van de proef was meer inzicht te verkrijgen in de technische mogelijkheden van nascheiding van gecombineerde fracties. Onder nascheiding wordt verstaan het sorteren op deelstroom na integrale inzameling. HVC heeft inmiddels aangegeven dat grootschalige, mechanische scheiding van droog en herbruikbaar huishoudelijk afval in kwalitatief goed bruikbare grondstoffen technisch onhaalbaar is gebleken. Vooral voor het oud papier wordt gescheiden inzameling aanbevolen. Droog en herbruikbaar is hiermee op dit moment geen inzamelmethode gebleken met een goed toekomstperspectief. Het doorzetten van deze methode (gemeentebreed) is evenals andere varianten van inzameling van gecombineerde fracties dan ook niet als maatregel verder uitgewerkt. Op dit moment is volledige nascheiding technisch nog te onvolmaakt. Inmiddels is duidelijk dat de afvalinzameling zich op dit moment moet richten op scheiding van deelstromen op materiaalsoort door burgers aan de bron waarbij de stromen na inzameling direct aan een (markt)partij afgezet kunnen worden. Er wordt dus een inspanning gevraagd van bewoners. 18

4.1.2 Omgekeerd inzamelen Alle woningen die drie minicontainers hebben, houden deze ook. De minicontainers voor oud papier en voor groente-, fruit- en tuinafval blijven en de bestaande inzamelfrequenties wijzigen niet. De minicontainer voor restafval wordt bestemd voor kunststof verpakkingen die eens in de twee weken wordt leeggemaakt. Afhankelijk van de mogelijkheden van nascheiding kunnen in de toekomst hier mogelijk blik en drankenkartons aan toegevoegd worden. Restafval bieden inwoners niet meer via een minicontainer aan huis aan maar brengen dat naar verzamelcontainers. Het uitgangspunt daarbij is dat er een acceptabele loopafstand wordt vastgesteld voor het gebruik van een verzamelcontainer voor restafval. De vastgestelde maximale loopafstand heeft direct invloed op de mate van service op het restafval en de kosten van de investering. Omgekeerd inzamelen (ook wel gespiegeld inzamelen genoemd) betekent dus ook dat de burger zijn afval moet gaan zien als waardevolle grondstof. Dus naast inzamelmiddelen aanpassen, is omgekeerd inzamelen ook gericht op een proces waarin de burger anders bewuster gaat nadenken over het de grondstoffen die in huis aanwezig zijn. Milieu Eén van de eerste gemeenten in Nederland die ervaring heeft opgedaan met deze inzamelmethode is de gemeente Zwolle. In de proefwijk waar deze alternatieve inzamelwijze is getest is de hoeveelheid ingezameld kunststof verpakkingsafval 53 kg per huishouden, tegenover 11 kg buiten het proefgebied. De hoeveelheid restafval is afgenomen van 542 naar 452 kilogram per huishouden (- 17 procent bij laagbouw). Dit systeem is de proeffase inmiddels voorbij en Is wegens succes in 2012 verder opgeschaald en gemeentebreed ingevoerd. Als we deze gegevens omrekenen naar de Sliedrechtse situatie betekent dit dat dit systeem een hergebruikpercentage oplevert van 60 procent. De hoogbouw is hierbij buiten beschouwing gelaten. Service De mate van het ontmoedigen van het aanbieden van restafval hangt mede af van de loopafstand. Uit een bewonersonderzoek dat door de gemeente Zwolle is gehouden blijkt dat 75 procent van de bewoners na de pilot door wil gaan met deze inzamelmethode. De gemeenteraad van Zwolle heeft inmiddels besloten om deze inzamelwijze in de gehele stad in te voeren. In navolging daarvan zijn ook de gemeenten Arnhem, Woerden en Utrecht en een groot aantal kleine gemeenten omgekeerd gaan inzamelen. Een belangrijke succesfactor is de aparte minicontainer voor kunststof verpakkingsmateriaal. Naast een aanbiedmiddel is een minicontainer ook een handig bewaar-/opslagmiddel. De plastic-herozak wordt als onhygiënisch ervaren en is niet handig in de keuken. Weerstand is te verwachten doordat het restafval weggebracht moet worden. Uit het bewonersonderzoek is gebleken dat dit minder weerstand oproept dan een extra container of het betalen voor het weggooien van restafval. Kosten De investeringskosten worden bepaald door het aantal ondergrondse containers voor restafval. Dus hoe groter de loopafstand des te kleiner is de investering. Op dit moment zijn er op 65 locaties ondergrondse- en op 45 locaties bovengrondse verzamelcontainers voor restafval aanwezig. De aanwezigheid van (ondergrondse) verzamelcontainers zorgt voor een beperking van de investering. 19

4.1.3 Extra minicontainer bij laagbouw Voor het aanbieden van de herbruikbare afvalstromen wordt aan de laagbouwwoningen een extra minicontainer beschikbaar gesteld (de vierde minicontainer). Deze minicontainer wordt bestemd voor kunststof verpakkingen. Afhankelijk van de mogelijkheden van nascheiding kunnen in de toekomst hier mogelijk blik en drankenkartons aan toegevoegd worden. De minicontainers voor oud papier en voor groente-, fruit- en tuinafval blijven en de bestaande inzamelfrequenties wijzigen niet. De minicontainer voor kunststof verpakkingen wordt eens in de twee weken leeggemaakt, die voor restafval nog maar eens in de vier weken. Milieu In zowel Amersfoort, Almere als in Emmeloord zijn proeven gehouden met het inzamelen van kunststof verpakkingen door het gebruik van minicontainers. De laagbouwwoningen in Amersfoort hebben net als in Sliedrecht drie verschillende minicontainers: voor restafval, gft en oud papier. Als proef heeft één wijk een vierde container ontvangen, bedoeld voor kunststof verpakkingen. Daarnaast werden alle grote minicontainers (240 liter) voor restafval vervangen voor kleinere minicontainers (140 liter). In de proefwijk waar deze alternatieve inzamelwijze is getest is de hoeveelheid ingezameld kunststof verpakkingsafval 56 kg per huishouden, tegenover 7,5 kg buiten het proefgebied. De hoeveelheid restafval is afgenomen van 536 naar 403 kilogram per huishouden (- 25 procent bij laagbouw). Als we deze gegevens omrekenen naar de Sliedrechtse situatie betekent dit dat dit model een hergebruikpercentage oplevert van 62 procent. De hoogbouw is hierbij buiten beschouwing gelaten. Service Een belangrijke succesfactor is de aparte minicontainer voor kunststof verpakkingsmateriaal. Naast een aanbiedmiddel is een minicontainer ook een handig bewaar-/opslagmiddel. De plastic-herozak wordt als onhygiënisch ervaren en is niet handig in de keuken. Weerstand is te verwachten doordat het plaatsen van een extra minicontainer op eigen terrein vaak praktisch niet mogelijk is. Uit het bewonersonderzoek is gebleken dat de meningen nogal verdeeld zijn; 44 procent spreekt een vierde minicontainer voor kunststof aan terwijl 53 procent dit niet ziet zitten. Kosten De investeringskosten bestaan uit het aanschaffen en verspreiden van nieuwe minicontainers en de aanschaf van een nieuwe huisvuilwagen om het aantal inzamelingen te kunnen realiseren. Door de extra inzamelrondes stijgen de inzamelkosten. 4.1.4 Grondstoffen vaker ophalen, restafval minder vaak Een systeem dat voortborduurt op het huidige inzamelsysteem is het vaker inzamelen van grondstoffen en het verminderen van de frequentie van het ophalen van restafval. Uitgegaan is van een wekelijkse inzameling van gft en elke twee weken een huis aan huis inzamelronde van kunststof verpakkingen met de plastic-herozakken. Om de inzameling van het restafval te ontmoedigen wordt deze inzamelfrequentie terug gebracht naar eens in de vier weken. Milieu Als we ervan uitgaan dat de hoeveelheid ingezameld huis aan huis kunststof verpakkingen verdubbelt en de hoeveelheid ingezameld gft met 20 procent toeneemt levert dit systeem een hergebruikpercentage op van 58,5. Service De service op grondstoffen neemt toe en op restafval af. Weerstand is te verwachten door capaciteitsproblemen van de minicontainer voor restafval doordat het afval (te) beperkt wordt gescheiden. Kosten Een kleine stijging van de inzamelkosten. 20

4.2 Sturing door financiële prikkels Om afvalscheiding te stimuleren kan een methode met financiële prikkels geïntroduceerd worden. Deze prikkels zorgen ervoor dat het financieel voordeel oplevert om afvalstoffen die grondstof zijn, apart van het restafval weg te gooien. Dit kan door te laten betalen voor het weggooien van restafval of door het geven van beloningen voor het gescheiden aanbieden van grondstoffen. De eerste manier staat bekend onder de term diftar ; van de tweede manier is afgelopen periode het initiatief afval loont op de markt gezet. 4.2.1 Diftar Diftar staat voor gedifferentieerde tarieven waarbij per huishouden geregistreerd wordt hoeveel afval aangeboden wordt en hoe meer afval een burger aanbiedt hoe hoger de afvalstoffenheffing is. Omgekeerd levert betere afvalscheiding en het aanbieden van minder afval een lagere afvalstoffenheffing op. Momenteel heeft ruim een derde van de gemeenten een vorm van diftar. Diftar wordt veel toegepast in kleine, weinig tot niet stedelijke gemeenten buiten de Randstad; gemeenten met relatief weinig hoogbouw. Uitzonderingen hierop zijn de gemeenten Apeldoorn, Nijmegen en Maastricht die alle drie al enige jaren tariefdifferentiatie hebben. Er zijn verschillende vormen van diftar zoals volume, volume/frequentie, gewicht, gewicht/frequentie. Milieu Uit de landelijke resultaten blijkt dat door het invoeren van diftar vooral minder restafval wordt aangeboden (het scheidingspercentage neemt rekenkundig dan wel toe). Indien groente-, fruit- en tuinafval tegen een nultarief kan worden aangeboden is er een positief effect zichtbaar op deze afvalstroom. De resultaten bij de verschillende systemen en tariefstellingen lopen nogal uiteen. Diftar is een inzamelsysteem waar de doelstellingen mee behaald worden, mede omdat de sterkte van de prikkel bijgesteld kan worden. Steden als Apeldoorn, Nijmegen en Maastricht hebben met de inzet van diftar scheidingspercentages bereikt van 60 tot 65 procent. Als er gekozen wordt voor één van deze vormen moet het individueel afvalaanbod geregistreerd worden en zowel de individuele inzamelmiddelen (minicontainers) als de verzamelcontainers worden voorzien van informatiesystemen die worden uitgelezen bij inzameling. Alle huishoudens worden individueel aangeslagen naar gebruik van het systeem. Daarbij moet de administratie dusdanig ingericht worden dat het afvalaanbod geregistreerd wordt en dat er facturen gestuurd kunnen worden. Bij het implementeren van diftar moeten keuzes gemaakt worden over de wijze van factureren, de tariefstructuur (wat valt onder de vaste afvalstoffenheffing en wat valt onder het variabele deel), het toepassen van diftar bij hoogbouw met inpandige voorzieningen of zonder afgesloten verzamelcontainers, het aanbieden van bedrijfsafval en het gebruik van het milieupark. Service Het moeten betalen voor het weggooien van restafval kan bij bewoners het gevoel creëren van een verlaging van de service. Aan de andere kant zijn er bewoners die geheel achter het principe de vervuiler betaalt staan. Uit het bewonersonderzoek blijkt dat 64 procent het belonen voor het goed scheiden aanspreekt terwijl 60 procent van de burgers het niet ziet zitten om te betalen voor het weggooien van het restval. Kennelijk voelt het betalen als bestraffen en ligt de demotivatie in de trant van: Ik heb kinderen in de luiers en het wordt voor mij dus duurder, Wij hebben een heel grote tuin en dus veel gft. De burger begrijpt blijkbaar heel goed dat er een directe relatie bestaat tussen afval, afvalgedrag en hoogte van de afvalstoffenheffing. Men vindt de vervuiler betaalt wel een eerlijk principe, maar in de praktijk is het minder aantrekkelijk. 21