Hieronder staat aangegeven wie er aan het onderzoek hebben meegedaan. Faculteit:95 Sophia:28 Overig (DDHK,Nieuw Hoboken, Woudestein): 41



Vergelijkbare documenten
Hogeschool van Amsterdam. Beeldschermwerk? Voorkom RSI!

Beeldschermwerk en werken in de e-gemeente

Computer Use Exposed

Klachten aan arm, nek en schouder bij computergebruikers:

RSI. Informatie voor werknemers en werkgevers

Inventarisatie behoeften van

Beeldschermwerk en werken in de e-gemeente

Adviezen bij KANS/rsi

Arbo- en Milieudienst

Een effectiviteitsanalyse van de

Work Ability Index Duurzame inzetbaarheid van uw medewerkers

Dry Needling. Informatie voor patiënten

Onderzoek Arbeidsongeschiktheid. In opdracht van Loyalis. juni 2013

Wat is er aan de hand?

hoofdstuk 1 doelstellingen hoofdstuk 2 diagnosen

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers

COMPUTERWERK. Multidisciplinaire Richtlijn NVAB. Dr. Erwin. M. Speklé, Eur.Erg. Voorzitter Human Factors NL

INFORMATIE RSI. Wat is RSI? 1.1 OORZAKEN

BedrijfsGezondheidsIndex 2006

Resultaten Onderzoek September 2014

KANS door beeldschermwerk

Ouderen op de arbeidsmarkt: 60+ ers en 40+ ers

Aspecifieke klachten aan arm, nek en/of schouder 1

RSI voorlichting studenten FEW RSI in relatie tot:

Chronische longziekten en werk

Repeterende handelingen en werkhouding

Factoren in de relatie tussen angstige depressie en het risico voor hart- en vaatziekten

RSI IN DE INDUSTRIE INHOUDSOPGAVE. RSI is meer dan een muisarm... Auteurs: Liesbeth Kluyver/ Margreet Pasman. Uitgave juni 2011

Rapportage onderzoek. Leiderschap en Bevlogenheid

Summary & Samenvatting. Samenvatting

Stafpersoneel / leidinggevenden / technici

Resultaten van het onderzoek naar de. kwaliteit van leven. van de partner van een persoon met NAH

Wilt u meer weten over software voor het gezond en productief houden van kantoormedewerkers?

Spanningshoofdpijn. Afdeling neurologie Locatie Eindhoven

Psychosomatisch fysiotherapie

BAANZEKERHEID EN ONTSLAG DREIGING BIJ OUDERE WERKNEMERS

Poliklinische revalidatie programma s

Verzorgende beroepen psychisch en fysiek zwaar belastend

Poliklinische revalidatie programma s

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017

Chapter 11. Nederlandse samenvatting

Present. Gezond en vitaal aan het werk

Pauzes als noodzakelijk onderdeel van gezond werken

Checklist RSI-preventiebeleid

Resultaten vragenlijst onderzoek: Cholesterolverlagers, beweging en spierklachten

Checklist voor opsporen beeldschermgebonden lichamelijke klachten

PSYCHOSOCIALE GEZONDHEID

Eenzaamheid in relatie tot digitale communicatie

FNV Arbokaart RSI. Wat vindt FNV Bondgenoten?

Mexicaanse Griep-onderzoek (april november 2009)

Duizeligheid. Havenziekenhuis

Checklist werkplekinstelling voor de werknemer

Fysiotherapie Van Heeswijk en Van der Valk

Hoge werktevredenheid geen garantie voor doorwerken tot pensioen

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4. Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4

Jeugdzorg 7 juni RAPPORTAGE totaalset

BEHOEFTEPEILING WERKENDEN MET EEN CHRONISCHE ZIEKTE

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

Biowalking voor ouderen

VGZ Bedrijfszorgpakket Optimaal

K I N D E R E N O N D E R Z O E K : J A A R

Onze Nieuwe cursus Paro-preventieassistent

K I N D E R E N O N D E R Z O E K : J A A R

Rapportage sociaal-emotionele ontwikkeling Playing for Success

nee -> einde vragenlijst nee -> einde vragenlijst % ja % v01 0 0% %

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Samenvatting SAMENVATTING

Wij hebben oog voor uw rug!

04 Uitkomsten meting. 1 Inleiding. 2 De ontvangen zorg

Adviezen en oefeningen na een halsklierdissectie. (verwijderen van de lymfeklieren uit de hals)

Tabelservice monitor arbeidssituatie mensen met een chronische ziekte of beperking, 15 jaar tot de AOW-gerechtigde leeftijd

MYMINDWORKS Quick Scan

WETENSCHAPSVLUCHT. Lindy Gommans ClaudicatioNet Jaarcongres 2015

Nek/schouder en armklachten bij groepsbegeleiders in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking

10/2/2014. Infosessie ergonomiebeleid op kantoor Oktober 2014 Team Ergonomie

Depressie in Zeeland

(Na)zorg bewust meten

Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking Geeke Waverijn, Mieke Rijken

Iedereen ervaart wel eens lichamelijke klachten. Soms is hiervoor een duidelijke oorzaak, zoals een beschadiging of een ontsteking, maar vaak is er ge

Verzekeringen & erfelijkheid

Handleiding RSI Watcher Scientific

Mantelzorg. Figuur 1. Mantelzorg per GGD regio. 2 van 6 Rapport Mantelzorg. Bron: Zorgatlas RIVM

FEET4FEET. Ontstaan van voetklachten tijdens de. Nijmeegse Vierdaagse

Depressie tijdens de zwangerschap uit de taboesfeer

Kinderen in West gezond en wel?

Gedragsproblematiek bij dementie: een uitdaging!?

VGZ Bedrijfszorgpakket Basis

Onderzoek Inwonerspanel Jongerenonderzoek: alcohol

Netwerk Ouderenzorg Regio Noord

Mate van tevredenheid van deelnemers aan de training in de cursuskalender

Time-management Help! Ik houd tijd over

Samenvatting (summary in Dutch)

WERKDRUK/WERKSTRESS. Wat is de gewenste situatie? Maatregelen. Sector Glastuinbouw

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Kiezers en potentiële kiezers van 50PLUS

Alfahulp en huishoudelijke hulp. Rapportage Ons kenmerk: Juni 2014

UMC St Radboud. Mindfulness voor mensen met MS

Marrit-10-H :05 Pagina 131. chapter 10 samenvatting

Ergonomie op de Nederlandse werkplek

Slachtoffer centraal?!

Transcriptie:

Beste (oud)deelnemer van het RSI-onderzoek, In deze rapportage willen we u op de hoogte brengen van de resultaten van het RSI-onderzoek. Hieronder vindt u informatie over de gegevens die wij verzameld hebben, wie er hebben meegedaan en het vóórkomen van klachten en risicofactoren onder de deelnemers. Daarnaast hebben wij op het bijgevoegde inlegvel een persoonlijk rapport voor u gemaakt waarin u uzelf, in een aantal grafieken, kunt vergelijken met de rest van de deelnemers. 1. Wat hebben we gemeten? Tijdens het onderzoek dat in het voorjaar van 2004 van start ging, zijn vier vragenlijsten ingevuld, namelijk in het voorjaar 2004, winter 2004, zomer 2005 en voorjaar 2006, gemiddeld elke zeven maanden. Daarnaast is bij het merendeel van de deelnemers ook het computergebruik gemeten met behulp van de RSI- Watcher software. Niet iedereen heeft alle vragenlijsten ingevuld, en ook niet bij iedereen is twee jaar lang het computergebruik gemeten. Dit heeft verschillende redenen: vakantie, zwangerschapsverlof (9 deelnemers hebben een kind gekregen: gefeliciteerd!), vertrek bij het Erasmus MC, of computerwerk op een computer waar geen RSI-Watcher op geïnstalleerd stond. Alhoewel het natuurlijk jammer is dat we niet iedereen twee jaar hebben kunnen volgen, hebben we toch heel veel informatie kunnen verzamelen. We kunnen alvast melden dat meer dan 150 deelnemers de hele periode hebben deelgenomen, en alle vier de vragenlijsten hebben ingevuld, waarvoor dank! 2. Wie hebben er meegedaan? Hieronder staat aangegeven wie er aan het onderzoek hebben meegedaan. Tabel 1: Deelnemers aan het RSI-onderzoek die tenminste 2 vragenlijsten ingevuld hebben (262 personen in totaal) Geslacht Leeftijd 188 vrouwen 74 mannen Gemiddeld 38 jaar (jongste: 23 jaar, oudste: 60 jaar) Beroepsgroep* Administratief: 68 (26%) Onderzoek: 67 (25%) IT-specialist: 29 (11%) Manager en overig: 98 (38%) Locatie Ziekenhuis:98 Faculteit:95 Sophia:28 Overig (DDHK,Nieuw Hoboken, Woudestein): 41 *Administratieve beroepen zijn administratief medewerker, secretaresse, data-entry medewerker, accountmanager en medisch typist. Onderzoeksberoepen zijn AiO s, postdocs, U(H)D s en wetenschappelijk medewerkers. IT-specialisten zijn datamanager, IT-deskundige, procesoperator, statisticus of computerondersteunend personeel. Managers en overige beroepen zijn beroepen die niet direct in een van de bovengenoemde beroepsgroepen ingedeeld kunnen worden, zoals stafmedewerker, manager, arts, adviseur of teamleider. - 2 -

3. Het vóórkomen en de ernst van RSI-klachten Aan het onderzoek deden mensen met en mensen zonder RSI-klachten mee. Gemiddeld heeft 40% van de deelnemers tenminste in één vragenlijst aangegeven pijn aan zijn/haar arm, nek of schouder te hebben gehad. Normaal is dit percentage in Nederland zo n 24% tot 35%. Mogelijk vinden we zo n hoog percentage omdat we ons onderzoek hebben gepresenteerd als RSI-onderzoek, waardoor veel mensen met klachten, of die ooit klachten hadden, reageerden. Van de deelnemers die klachten rapporteerden had 38% van de deelnemers lichte klachten, 40% matige klachten, 18% ernstige klachten en 4% zeer ernstige klachten (gemiddeld over 4 vragenlijsten). De meeste deelnemers hadden dus niet zo ernstige klachten. Tussen beroepsgroepen waren geen grote verschillen te zien in het voorkomen van klachten. Wel vonden wij verschillen in klachten tussen mannen en vrouwen; gemiddeld 9% meer vrouwen gaf aan klachten te hebben dan mannen (zie figuur 1). Dit verschil is niet zo groot, maar wordt wel vaker in onderzoek gevonden. Een aantal mogelijke redenen die genoemd worden, is dat vrouwen vaker banen met herhalende bewegingen en meer precisietaken hebben, dat ze vaker klachten rapporteren dan mannen, dat veel meubilair op mannelijke afmetingen is ontworpen en dat schommelingen in hormonale spiegels invloed kunnen hebben op pezen en gewrichtsbanden. Een ander opvallend kenmerk van RSI-klachten is dat zij zeer episodisch zijn. Dit wil zeggen dat de meeste RSI-klachten maar een korte periode duren, vervolgens verdwijnen, maar in veel gevallen daarna weer terug komen. In ons onderzoek vonden we dit ook: Van alle deelnemers die klachten hadden, had maar 16% klachten gedurende de hele periode van twee jaar (chronische klachten). Veel vaker kwam het voor dat klachten tijdens het onderzoek verdwenen of ontstonden (84%). percentage met klachten 60 man 55 vrouw 50 45 40 35 30 voorjaar 04 winter 04 zomer 05 voorjaar 06 Figuur 1: Percentage van de deelnemers dat heeft aangegeven RSI-klachten te hebben, uitgesplitst naar geslacht. In alle vragenlijsten geeft een groter percentage vrouwen aan klachten te hebben dan mannen. Dit is ook uit eerder onderzoek bekend. - 3 -

4. Risicofactoren van RSI-klachten Uit onderzoek blijkt dat een tweetal belangrijke risicofactoren een rol speelt bij het ontstaan van klachten aan de arm, nek en schouder. Aan de ene kant speelt de fysieke belasting een rol. Met name de duur van de belasting en het vóórkomen van herhalende bewegingen en statische houdingen, zo typisch voor computergebruik, vormen een risico (soort belasting). Aan de andere kant spelen werkomstandigheden en psychosociale factoren een belangrijke rol. Met psychosociaal bedoelen we een combinatie van het psychologisch en sociaal-maatschappelijk functioneren van mensen. Psychosociale factoren die in verband zijn gebracht met het ontstaan van klachten zijn bijvoorbeeld het niet zelf kunnen bepalen wanneer je wat voor werk doet (autonomie) en hoog ervaren werkdruk en stress. Het is belangrijk om te beseffen dat sommige risicofactoren relatief gemakkelijk te veranderen zijn, zoals de werkhouding en pauzes, terwijl andere factoren zoals stressgevoeligheid en fysieke bouw nauwelijks of niet te veranderen zijn. In welke mate bovenstaande risicofactoren in de onderzoeksgroep voorkomen zullen wij hieronder beschrijven. 4.1. De fysieke belasting: computergebruik De duur van de belasting: De deelnemers aan het RSI-onderzoek maken veel gebruik van de computer. Zoals in figuur 2 staat aangegeven (uitgesplitst voor de verschillende beroepsgroepen, zie tabel 1) staat de computer gemiddeld zo n 7.5 uur per dag aan. De tijd dat er echter actief met de computer gewerkt wordt (pauzes van meer dan 10 seconden niet meegerekend) is aanzienlijk minder (gemiddeld 2.3 uur). Wanneer deelnemers gevraagd wordt in te schatten hoeveel zij denken te werken met de computer (gemiddeld 5,5 uur) is dit meer dan 2 keer hoger dan de gemeten waarden. Dit kan gedeeltelijk verklaard worden doordat mensen vaak lang achter de computer zitten zonder de muis of het toetsenbord te gebruiken (bijvoorbeeld als ze iets op het scherm lezen). Dit zien mensen meestal wel als computerwerk, terwijl de software geen computeractiviteit meet. De duur van computerwerk is een risicofactor voor het krijgen van klachten. In voorgaand onderzoek is alleen maar gekeken naar geschat computergebruik uit vragenlijsten. Daaruit blijkt, dat langer dan 6 uur per dag met de computer werken een twee keer zo grote kans op RSI-klachten geeft in vergelijking met twee tot drie uur. Echter, omdat de duur van het computergebruik erg slecht wordt ingeschat moet de betrouwbaarheid van deze resultaten in twijfel worden getrokken. Verdere analyses, van onze zijde, gaan uitwijzen of ook het daadwerkelijk gemeten gebruik een risico vormt. - 4 -

tijd computer aan 10 9 8 7 6 5 onderz. it-spec. manag. tijd actief gebruik 4 3.5 3 2.5 2 1.5 1 0.5 onderz. it-spec. manag. Figuur 2: Voor de loop van het onderzoek is berekend hoe lang de computer gemiddeld op een dag aan stond (linker grafiek), en hoe lang de software gemeten heeft dat er actief met de computer gewerkt werd (rechts). Gemiddeld schatten deelnemers in de vragenlijst dat ze 5.5 uur met de computer werken. De soort belasting is ook van belang voor het begrijpen waar RSI-klachten nu vandaan komen. Veelvuldig gebruik van de muis is in verband gebracht met het ontstaan van klachten omdat met de muis vaak kleine herhaalde bewegingen worden uitgevoerd, terwijl de arm vrijwel stil ligt (statische houding). In ons onderzoek kijken wij onder andere naar de verhouding tussen het gebruik van het toetsenbord en de muis (zie figuur 2). Met muisgebruik bedoelen we zowel muisbewegingen, muisklikken als muiswiel-bewegingen. Een waarde van 50% wil daarom zeggen dat er op een werkdag precies even lang met de muis als met het toetsenbord wordt gewerkt. In de figuur is te zien dat managers qua computergebruik het meeste op elkaar lijken; bijna allemaal werken ze 60 tot 80% met hun muis. De IT-specialisten verschillen meer van elkaar: terwijl sommige IT-ers nauwelijks de muis gebruiken, doen anderen dat juist wel veel! percentage muisgebruik 100 80 60 40 20 0 onderz. onderz. it-spec. it-spec. manag. manag. Figuur 3: Percentage muisgebruik voor de vier beroepsgroepen. De bolletjes geven het gemiddelde van de groep aan. De ruimte tussen de verticale lijnen geeft de waarden aan waarbinnen 95% van de groep valt. Hoe langer de verticale lijnen, hoe meer verschil er tussen de personen van de groep is. 4.2. Vóórkomen van psychosociale risicofactoren In de vragenlijsten hebben we gevraagd naar een aantal psychosociale factoren op het werk en daarbuiten. Daarbij kunt u denken aan bijvoorbeeld de steun die u krijgt van collega s en baas, hoe u de werkdruk heeft ervaren, of u vindt dat u voldoende controle over uw werk hebt, maar ook of er buiten uw werk ingrijpende gebeurtenissen geweest zijn. - 5 -

Autonomie In figuur 4 laten we zien in hoeverre deelnemers invloed hebben op zaken als hun werktempo, werkmethode en de mogelijkheden voor eigen inbreng in het werk (dit wordt autonomie genoemd). Sommige beroepen hebben van nature weinig ruimte voor eigen inbreng (denk bijvoorbeeld aan data-entry of helpdeskmedewerkers), terwijl onderzoeksbanen dat meestal wel hebben (zie figuur 4). Een gebrek aan autonomie is een risicofactor voor het ontwikkelen van RSIklachten. Autonomie is lastig te veranderen, omdat de functie-omschrijving voor veel beroepen nu eenmaal vast staat. Wat soms wel te veranderen is, is de dagindeling. Sommige mensen vinden het bijvoorbeeld fijn als ze grote klussen kunnen spreiden over de dag. autonomie index 32 30 28 26 24 22 Figuur 4: De mate van autonomie is berekend uit de vragenlijsten voor alle beroepsgroepen. Hoe hoger de autonomie-index, hoe meer je zelf kan beslissen over je baan en de indeling daarvan. 20 onderz. it-spec. manag. Stress Stress wordt door iedereen ervaren en hoort bij het dagelijks leven, maar als stress te hoog wordt, wordt het risico op overspannenheid groter. Stress kan verschillende oorzaken hebben: psychische overbelasting, problemen, ingrijpende gebeurtenissen, en in mindere mate een lichamelijke ziekte of aandoening. In onze vragenlijsten hebben we de mate van stress berekend uit een aantal vragen over onder andere piekeren, gespannenheid en prikkelbaarheid. Dit is te zien in figuur 5, waarbij de stress-index op de verticale as staat. Een score boven de 10 duidt op een verhoogd stressniveau; vanaf deze score neemt de kans op overspannenheid toe, net als het risico op het ontwikkelen van RSI-klachten. Zoals in de figuur te zien is loopt de gemiddelde score voor alle leeftijdsgroepen langzaam maar zeker op gedurende het onderzoek. Deelnemers in de leeftijdsgroepen 30 tot 40 en 40 tot 50 zitten aan het eind van het onderzoek zelfs gemiddeld boven de 10. Dit kan te maken hebben met selectieve uitval van deelnemers gedurende het onderzoek: alleen degenen die klachten blijven houden blijven meedoen aan het onderzoek. Een verhoogd stress-niveau is vaak een waarschuwingssignaal. Het is van belang voor de deelnemers die hoog scoren op de stress-index (zie ook de figuur in uw persoonlijke rapport) om na te gaan of ze de factoren die hun stress veroorzaken kunnen verminderen, of te leren om beter met stress om te gaan. - 6 -

stress index 12 10 8 6 4 2 20-30 30-40 40-50 50+ 0 voorjaar 04 winter 04 zomer 05 voorjaar 06 Figuur 5: Ervaren stress, zoals die uit de vier vragenlijsten is berekend, is uitgezet tegen de leeftijd. Een score onder de 10 wordt als normale stress beschouwd. 5. RSI-klachten: Wat betekent dit nu voor mij? In dit rapport zijn verschillende factoren besproken die allemaal in meer of mindere mate de kans op het ontwikkelen van RSI-klachten verhogen. In het persoonlijk rapport dat bij deze rapportage als inlegvel is bijgevoegd kunt u zien hoe uw eigen gegevens zich verhouden tot die van de andere deelnemers van het onderzoek. Vrij veel mensen hebben aangegeven klachten te hebben (gehad) tijdens het onderzoek. Uit onderzoek is inderdaad bekend dat frequent en langdurig computergebruik vaak tot klachten leidt, maar ook dat deze klachten in de meeste gevallen (circa 80%) weer verdwijnen na voldoende rust of kleine aanpassingen. Bij een klein percentage (zo n 15%) van de mensen blijven klachten echter de kop op steken, wat kan leiden tot productiviteitsverlies en soms zelfs tot arbeidsverzuim (2% van alle deelnemers). Voor deze mensen is het belangrijk om te ontdekken welke factoren nu zo n klachtenperiode veroorzaken, en om maatregelen te nemen om te zorgen dat klachten niet terug komen of verminderen. In het rapport hebben wij een aantal risicofactoren besproken die bekend zijn uit ander onderzoek, en u kunt in uw persoonlijk rapport (zie inlegvel) zien hoe hoog of laag u scoort ten opzichte van uw collega s. Dit persoonlijk rapport is bedoeld om u inzicht te geven in uw blootstelling. Hier kunnen wij op dit moment nog geen advies aan verbinden om uw (mogelijke) klachten te verminderen. Omdat er (nog) geen goede richtlijnen voor de preventie en behandeling van (beginnende) klachten bestaan wordt de huidige markt overspoeld met (ergonomische) producten waarvan de effectiviteit onbewezen is. Het is dan zaak, vaak door maar proberen, oplossingen te vinden die voor u werken. Uit ons onderzoek blijkt dat 70% van de deelnemers zelf een oplossing zoekt (andere werkhouding, meer pauzes, enz.) voor de klachten en dat maar 15% hulp zoekt (een arts, fysiotherapeut, enz.) (zie figuur 6). In ons verdere onderzoek zullen wij dan ook gaan analyseren welke zelfhulp nu effectief is bij welke individuen. Dit kan leiden tot nieuwe preventieve strategieën voor RSI-klachten. - 7 -

percentage 50 40 30 20 10 0 geen hulp zelf hulp externe hulp geen hulp zelf hulp externe hulp Figuur 6: Het percentage deelnemers dat al dan niet iets doet aan de klachten hangt af van de ernst van de klachten. Van de mensen met lichte klachten (linker 3 staven) doen mensen veelal niets of probeert men zelf iets aan de klachten te doen. Bij matige of ernstige klachten ondernemen veel meer mensen actie en wordt er vaker hulp gezocht (bv bij een arts of fysiotherapeut). lichte klachten matige/ernstige klachten 6. De toekomst van het onderzoek Zoals u wellicht al gemerkt hebt is het aantal factoren dat bepalend is voor het ontstaan van klachten erg groot en kunnen de factoren elkaar ook nog eens beïnvloeden. De komende tijd focussen wij dan ook om uit deze wirwar van factoren tot een duidelijk persoonlijk advies te komen met betrekking tot gezondheidsrisico s tijdens computergebruik. Omdat de onderzochte groep nu nog relatief klein is betekent dit dat wij ons onderzoek gaan uitbreiden. Deze uitbreiding maakt het mogelijk om een (statistisch valide) model voor RSI te ontwikkelen dat RSI klachten kan gaan voospellen. In samenwerking met een aantal bedrijven zijn wij dan ook bezig nieuwe software te ontwikkelen. Deze software onderzoekt wat voor risico op RSI-klachten een computergebruiker loopt, en zet dit om in persoonlijk advies om klachten te voorkomen. Begin 2007 zullen wij met deze doorstart van het onderzoek beginnen. Wij willen u vragen de RSI-Watcher software die op uw computer geïnstalleerd staat nog niet te de-installeren. Wij kunnen zo in de tussenliggende periode data blijven verzamelen om het voorspellende model zo nauwkeurig mogelijk te maken. In het najaar ontvangt u dan van ons meer informatie over de doorstart van het onderzoek en de nieuwe, verbeterde software. Wilt u de RSI-Watcher toch niet meer op uw computer hebben, dan kunt u het verwijderen via het Start-menu op uw computer. U kunt op de hoogte blijven van onze vorderingen door een bezoek aan onze nieuwe website: www.kineos.nl (Kineos Research is de nieuwe naam van het onderzoek). Als u RSI-klachten heeft, die niet overgaan, of erger worden, dan kunt u onder andere terecht bij de Arbodienst van het Erasmus MC: tel 010-4633832. Afdeling Neurowetenschappen, Erasmus MC 2006-8 -