Flevoland. Advies t.a.v. gezondheidsrisico's voor omwonenden van mestdrogerij Komeco in Keteihaven (gemeente Dronten)



Vergelijkbare documenten
Samenvatting. Waaraan kunnen mensen die in de buurt van veehouderijen wonen worden blootgesteld?

Intensieve veehouderij en gezondheid

Intensieve veehouderij en gezondheid. Henk Jans, arts MG/chemicus Renske Nijdam 15 juni 2009

Welk inzicht hebben we in de relatie veehouderij en gezondheid? Dick Heederik IRAS Universiteit Utrecht

GGD advies bij vergunningaanvraag Polderweg 25a te Oostwold Herziene versie Jantien Noorda, 29 januari 2013

Toetsingsinstrument veehouderij en gezondheid Theo vd Ven Gemeente Oirschot Renske Nijdam GGD Bureau Gezondheid, Milieu & Veiligheid

toetsingsinstrument veehouderij en gezondheid 2013 Theo vd Ven Gemeente Oirschot Renske Nijdam GGD Bureau Gezondheid, Milieu & Veiligheid

Factsheet luchtkwaliteit over het jaar 2014

Veehouderij & Gezondheid. Renske Nijdam Adviseur milieu & gezondheid

Veehouderij en gezondheid omwonenden

Veehouderij & Gezondheid stand van zaken april Renske Nijdam Adviseur milieu & gezondheid

Eerste kaart roetconcentraties Nederland Roet aanvullende maat voor gezondheidseffecten luchtvervuiling

plan-mer verplaatsing veehouderij Gestraatje 65 naar Heinsbergerweg 20 te Montfort: beschouwing gezondheidsaspecten 1. Inleiding

Geachte mevrouw Vork,

Veehouderij & Gezondheid stand van zaken onderzoek oktober Renske Nijdam Adviseur milieu & gezondheid

Resultaten VGO en gerelateerde studies: inzichten in de relatie veehouderij en gezondheid? Dick Heederik IRAS Universiteit Utrecht

Vervolggesprekken over leefbaarheid in en om Heusden

Gezondheid gebaat bij 250 meter afstand tussen intensieve veehouderij en burgerwoning

Monique Meijerink 30 maart Relatie luchtkwaliteit - gezondheidsaspecten

Gemeente Bladel Heer C. van Hintum Postbus AA BLADEL

Volksgezondheid en veehouderij

Q&A Q&A aanvullend onderzoek VGO

Luchtkwaliteit in Nederland: cijfers en feiten. Joost Wesseling

22 Gezondheid en de intensieve veehouderij

PROJECTNUMMER C ONZE REFERENTIE B

PROJECTNUMMER C ONZE REFERENTIE A

Veehouderij en volksgezondheid

Intensieve veehouderij en. hoe groot zijn de risico s? HWA Jans, arts Maatschappij en Gezondheid, profiel medische milieukunde en chemicus

UIT Datum: 14 maart 2017 M. Scholtes / R. Nijdam/ S. van Dam Onderwerp:

Ontmoetingsdag OD -GGD 26 maart Rik van de Weerdt, arts medische milieukunde toxicoloog / GAGS GGD en Overijssel & Gelderland

Luchtkwaliteit. Een gezonde hoeveelheid luchtvervuiling bestaat niet!!??

Toelichting berekening ISL3a t.a.v. luchtkwaliteit

Veehouderij 2012 Bedrijfsontwikkelingen, ammoniak, geur en fijnstof

Raadsinformatiebrief

Het Veluws Ontwerpburo heeft Omgeving Manager opdracht gegeven de bovengenoemde aspecten te onderzoeken.

Verontreiniging door wegverkeer. Peter Hofschreuder

1. Inleiding. Rapportage Luchtkwaliteit 2012, gemeente Doetinchem 4

In de volgende figuur is het aandeel in de stikstofdepositie van verkeer en industrie rood omcirkeld.

Het zal je buurman maar zijn!

Luchtkwaliteit in Zeist

Agrarische kinderopvang en gezondheid

Luchtkwaliteit en lozingen in de lucht in het Vlaamse Gewest Koen Toté

Zijn omwonenden veehouderij vaker ziek?

Q&A Q&A geitenhouderij en gezondheid

Ontvangen 3 0 JUNI Gemeente Dongen. M Gezondheid, Milieu en Veiligheid Brabant. t.a.v. M. Boonekamp Postbus GE DONGEN

Fijn stof in Nederweert

I J s s e I I a n d V iiidatum

Risicoschatting emissie PFOA voor omwonenden

4.3. Fijn stof en NO 2

Gezondheidsrisico s voor omwonenden van intensieve veehouderijen. Prof Dr Dick Heederik Institute for Risk Assessment Sciences Universiteit Utrecht

Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu

Kamervragen aan de ministers van VWS en LNV over de explosieve stijging van het aantal Q-koorts gevallen in Brabant

Veehouderij & Gezondheid uitkomsten onderzoek

Vormvrije m.e.r. versie 30 november 2016

Gemeente Ridderkerk. Rapportage. Berekenen en meten: de Luchtkwaliteit in Ridderkerk 2009

Fijn stof in Nederland: stand van zaken en beleidsimplicaties na het tweede BOP. onderzoeksprogramma

Doelstelling Voldoen aan het wettelijk kader, verbeteren van de luchtkwaliteit en daarmee de volksgezondheid.

Workshop Eerste hulp voor gemeente Volksgezondheid en veehouderij

RIVM-onderzoek naar Thermphos

VAN : College van B&W, portefeuillehouder wethouder Th.M. Martens NAMENS DEZE : team Ruimte, A.M.G.T. Smits

LOG Montfort - Maria Hoop

Geitenhouderij en gezondheid duiding van het extra risico op longontsteking bij omwonenden van geitenhouderijen in Gelderland

Luchtvervuiling in Nederland in kaart gebracht

Monitoring NSL. Werksessie Veehouderijen. Hans Berkhout RIVM

ONDERZOEK INDUSTRIËLE GEUR

Advies lucht. Intern Advies

Gemeente Groningen GGD Groningen, afdeling Specialistische Zorg en Veiligheid 28 augustus 2014 (concept)

MEMO. Onderwerp/Subject: Analyse rapport RIVM Luchtkwaliteit 2012

Beoordelingskader Gezondheid en Milieu Intensieve Veehouderijen

VOORSTEL AAN DE RAAD: VERGADERING d.d. 27 sept 2016 NR.: RI

Ministerie van Infrastructuur en Milieu T.a.v. mevrouw S. Dijksma, staatssecretaris. Postbus 20901, 2500 EX Den Haag. Geachte mevrouw Dijksma,

Toekomstbestendig luchtkwaliteitsbeleid

Notitie. : Stichting Ouderenhuisvesting Rotterdam : P.R. Beaujean Datum : 12 oktober 2007 : M. Zieltjens Onze referentie : 9S /N0003/902610/Nijm

Luchtkwaliteit en gezondheid

Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 26 april J. van Rooij

Hoe komen de annual air quality kaarten tot stand?

Gemeente Ridderkerk. Rapportage. Berekenen en meten: de Luchtkwaliteit in Ridderkerk 2010

1 Sommige fragmenten zijn door de opsteller van dit stuk vetgedrukt of onderstreept voor extra attentie.

Luchtkwaliteit in de regio. Lezing Duurzame Week Boxtel 06 oktober 2016

: mogelijkheden vermindering ultrafijn stof en informatieverstrekking

PROJECTNUMMER C ONZE REFERENTIE B

Veehouderij en gezondheid in de regio Hollands Midden, een notitie

L. Indicatieve effecten Luchtkwaliteit

Vermeerderaar in de. En wat komt er nog aan: Wat staat er komend jaar te gebeuren: veranderende wereld van de wet- en regelgeving.

Luchtkwaliteitmetingen in Alblasserdam. Jaarrapportage 2016

Samenvatting. Vraagstelling

Houtrook en gezondheid. Sjoerd van den Berg, arts Medische milieukunde GGD FLEVOLAND

Gezondheid & Voeding

N34 WITTE PAAL - DRENTSE GRENS LUCHTKWALITEITSONDERZOEK

Blootstelling van omwonenden aan PFOA door emissie naar lucht en water

Nota van Antwoord Kabinetsstandpunt Verlengen Nationaal Samenwerkingsprogramma

Informatieblad. Intensieve veehouderij en gezondheid

Onderzoek geur Veehouderijen. Schoolstraat ong. te Wijbosch

Onderzoek naar blootstelling aan endotoxinen in de agrarische sectoren van teelt, be- en verwerking en handel

Brochure INFORMATIE VOOR OUDERS MET KINDEREN BIJ AGRARISCHE KINDEROPVANG. 15 december

De Marke III te Hengevelde

RAPPORT GEUR ONDERZOEK GEUR EN GEURONDERBOUWING

Rapportage luchtkwaliteit Ambachtsmark 3

Bijlage 12a Berekening voorgrond geur vergunde situatie

memo Luchtkwaliteit Rijksweg 20-1 te Drempt

Transcriptie:

Advies t.a.v. gezondheidsrisico's voor omwonenden van mestdrogerij Komeco in Keteihaven (gemeente Dronten) GGD Afdeling: Algemene Gezondheidszorg Teams: Infectieziekten en Medische Milieukunde December, 2012

Inhoudsopgave Aanleiding 2 Probleemstelling 2 Methode van opzet 2 Medische Milieukunde 4 Algemeen 4 Risico's van fijn stof, ammoniak, endotoxinen en geur 4 Fijn stof 4 Ammoniak 6 Endotoxine 7 Geur 7 Conclusie 8 Infectieziektebestrijding 9 Beoordeling van infectieziekterisico 9 Droogproces 9 Legionella en gaswassers 9 Casuïstiek 10 Conclusie 10 Literatuurlijst 11 mhèhrni

Aanleiding In Ketelhaven, gemeente Dronten, staat de mestdrogerij van de firma Komeco. Mestdrogerij Komeco is gevestigd aan de Colijnweg 2 in Dronten. In de mestdrogerij wordt hoofdzakelijk kippenmest verwerkt, maar ook rundermest. Voor deze mestdrogerij is de provincie het bevoegd gezag voor de milieuaspecten. In 2007 is een nieuwe volledige milieuvergunning verleend voor dit bedrijf. De mestdrogerij staat er al meer dan een halve eeuw; in de jaren '80 en '90 is op korte afstand ten oosten van de mestdrogerij een woonwijk met bungalows, voor permanente bewoning, ontstaan. Op het park staan ruim 200 bungalows (zie figuur 1). Villapark Ketelhaven Mestdrogerij Komeco Figuur 1: Locatie Mestdrogerij Komeco en Villapark Ketelhaven In Dronten (de afstand van firma Komeco tot de eerste woning is ongeveer 400 meter). Door de ligging van de woonwijk ten oosten van de mestdrogerij ontstaan al snel (geur) klachten met westenwind. In de vigerende milieuvergunning zijn normen opgenomen voor de emissie van geur, stof en ammoniak. Op deze emissies wordt ook periodiek gecontroleerd door metingen ^ Probleemstelling Op 24 april 2012 heeft de provincie een brief ontvangen van een van de bewoners van Ketelhaven. In deze brief uit de bewoner onder meer zijn zorgen over de mogelijke (bacteriële en virale) besmettingsrisico's van de mestdrogerij. De provincie heeft op 30 mei 2012 aan GGD gevraagd advies te geven over bovenstaande casus. De vraagstelling is als volgt: Wat zijn de mogelijke gezondheidsrisico's voor omwonenden van mestdrogerij Komeco in Ketelhaven? Methode van opzet Zowel de teams Infectieziekten (IZB) als Medische Milieukunde (MMK) zijn betrokken bij de afhandeling van deze casus.

De teams MMK en IZB beantwoorden de onderzoeksvraag waarbij onder andere gebruik is gemaakt van literatuuronderzoek. Daarnaast hebben zij beide hun 2* lijns adviseur geraadpleegd. Zowel een adviseur MMK (in de functie van toxicoloog/ gezondheidskundig adviseur gevaarlijke stoffen (GAGS)) bij de GGD Amsterdam als de Landelijke Coördinatie Infectieziektebestrijding (LCI) is geraadpleegd. Tevens zijn het Centrum Gezondheid en Milieu (CGM) van het RIVM en de werkgroepen biovergisting en intensieve veehouderij van de vakgroep Gezondheid & Milieu geraadpleegd. In augustus 2012 is een voorlopig advies uitgebracht door de teams IZB en MMK. In de daaropvolgende periode hebben beide teams een bezoek gebracht aan mestdrogerij Komeco en het literatuuronderzoek afgerond. Bijgaand treft u het definitieve advies.

Medische Milieukunde Tot op heden is er weinig bekend over mogelijke gezondheidsrisico's van mestdrogerijen. Zo is er in Nederland nog geen onderzoek uitgevoerd op dit (specifieke) terrein. Team MMK zal zich in dit advies baseren op de reeds beschikbare literatuur t.a.v. intensieve veehouderij en (groen)compostering. Uit de literatuur blijkt dat ammoniak, fijn stof, endotoxinen en geur, belangrijke onderwerpen zijn die mogelijk een rol kunnen spelen bij het optreden van gezondheidseffecten in de omgeving van een mestdrogerij. Alaemeen Mestdrogerijen zijn bednjven waarvan een hoge stofuitstoot en geurhinder verwacht kan worden. Mestdrogerijen gebruiken o.a. filterinstallaties en luchtwassers om dit tegen te gaan. Mestdrogerij Komeco maakt gebruik van cyclonen, een bioscrubber en een zure wasser. De vrijgekomen lucht bij het drogen van mest wordt via cyclonen (om de stof af te vangen) door een bioscrubber geleid ^ De voorafscheiding via cyclonen gebeurt meestal voor deeltjes groter > 5 pm ^. De bioscrubber heeft als doel om een deel van de geur en resterend stof af te vangen en is gelijk aan modellen die worden gebruikt in de intensieve veehouderij. Daarna wordt de luchtstroom door een zure wasser geleid om ammoniak af te vangen. Het waswater wordt daarbij op een zuurgraad van circa PH=4,5 gehouden ^ Een zure wasser wordt toegepast in de sector compostering ^. Ook uit een recent verschenen rapport van het RIVM blijkt dat in de intensieve veehouderij in toenemende mate (chemische) luchtwassers worden ingezet om ammoniakemissies uit stallen te verminderen. Echter uit onderzoeken van twee inspectiediensten in 2009 en 2011 bleek dat in afwijking van de vergunningsverplichtingen een deel van de luchtwassers niet is geïnstalleerd, uit staat of niet goed functioneert Risico's van fiin stof, ammoniak, endotoxinen en geur Fijn stof Algemeen Fijn stof bestaat uit deeltjes van verschillende grootte en samenstelling. Op basis van de doorsnede van deeltjes wordt fijn stof ingedeeld in 3 categorieën: PM 10, PM 2,5 en PM 1. Fijn stof in de lucht is deels van natuurlijke oorsprong, maar ook landbouw, verkeer en industrie dragen bij aan de emissie van fijn stof ^. De concentratie fijn stof (met name PM 10) is hoger dan het stedelijk achtergrond niveau rond veehouderijbedrijven. De bijdrage van fijn stof in concentratiegebieden van intensieve veehouderijbedrijven kan regionaal en lokaal zodanig zijn dat grenswaarden voor fijn stof worden overschreden ^. Voor PM 10 gelden EU-grenswaarden voor jaargemiddelde en daggemiddelde waarden. De jaargemiddelde grenswaarde bedraagt 40 pg/m^. De daggemiddelde grenswaarde is 50 pg/m^, deze mag niet meer dan 35 dagen per jaar worden overschreden. De grenswaarde voor het daggemiddelde is strenger dan die voor het jaargemiddelde en komt overeen met 32 pg/m^ als jaargemiddelde ^. De bijdrage van veehouderijbedrijven aan de lokale luchtkwaliteit verschilt per type stal, aantal dieren en diersoort. Zo is bekend dat de fijn stof belasting afkomstig van pluimvee groter is dan van varkens. Voor het beoordelen van gezondheidseffecten van fijn stof zijn de hoeveelheid fijn stof en de samenstelling en grootte van de deeltjes van belang. De grootte van de stofdeeltjes bepaalt waar ze terecht komen in de longen. In combinatie met de samenstelling bepaalt het tot welke effecten dat kan leiden. Over het algemeen geldt hoe kleiner de deeltjes, hoe dieper de deeltjes kunnen doordringen in de longen en hoe schadelijker ze zijn ^. De WHO (jaargemiddelde) advieswaarde voor PM 10 is vastgesteld op 20 pg/m^. De WHO (daggemiddelde) advieswaarde is 50 pg/m^, deze mag niet meer dan 3 dagen worden overschreden. Voor PM 2,5 is de WHO (jaargemiddelde) advieswaarde vastgesteld op 10 pg/m^. De WHO (daggemiddelde) advieswaarde is 25 pg/m^, deze

mag wederom niet meer dan 3 dagen worden overschreden. In Nederland is de WHO advieswaarde echter nog geen wettelijke norm ^. Bovendien is er geen veilige gezondheidskundige grenswaarde voor PMIO vast te stellen. Het fijn stof afkomstig van stallen bestaat uit grovere fracties en bevat allerlei biologische agentia in vergelijking met fijn stof uit het verkeer. Zo ligt de verhouding PM 2,5/ PM 10 van emissies van veehouderijbedrijven lager (circa 30 %) in vergelijking met de verhouding zoals deze bekend is uit verkeersuitstoot (60-70%). De grovere fractie van fijn stof (>2,5 pm) dringt minder diep in de luchtwegen, dan fijn stof afkomstig uit het verkeer ^. Metingen, berel<eningen, bedrijfsbezoek Bureau Blauw heeft in opdracht van mestdrogerij Komeco op 4 mei 2012 verspreidingsberekeningen uitgevoerd voor fijn stof (PM 10). Deze berekeningen zijn gebaseerd op meetgegevens van 23 augustus 2011. De gemiddelde veldwaarde (maximale concentratie ten hoogte van het leefgebied: villapark Ketelhaven) voor fijn stof (PM 10) is berekend op 18,2 pg/m-' 7 De berekende jaargemiddelde concentratie door de provincie Gelderland rondom mestdrogerij Komeco ligt tussen de 17,4 pg/m^ en 18,2 pg/m^. Als referentiejaar is 2012 genomen. Deze waarde komt redelijk overeen met de gemiddelde veldwaarde voor PM 10 berekend door bureau Blauw. Uit meetgegevens van het RIVM blijkt dat de jaargemiddelde concentratie van fijn stof (PM 10) in 2011 in noordelijke 22-24 pg/m^ bedraagt Daarnaast blijkt uit de monitoringstool van het RIVM dat de jaargemiddelde achtergrondconcentratie van PM 10 in Dronten is berekend op 22 pg/m^ 1. Het is opmerkelijk te noemen dat de veldwaarde/jaargemiddelde concentratie van fijn stof (PM 10) ten hoogte van het leefgebied: villapark Ketelhaven, lager ligt dan de jaargemiddelde concentratie van fijn stof (PM 10) in noordelijk en Dronten berekend door het RIVM. Het lijkt erop dat de bijdrage van Komeco aan de jaargemiddelde concentratie van fijn stof (PM 10) niet wordt meegerekend. De provincie Gelderland heeft op 12 augustus 2012 emissieonderzoek gedaan bij mestdrogerij Komeco. Uit dit onderzoek blijkt dat er een zeer hoge emissie van ammoniumsulfaat wordt waargenomen Volgens deskundigen mogen zouten opgelost in het vocht in het afgas als stof worden beschouwd Met als gevolg dat de emissie van ammoniumsulfaat de stof-emissie eis overschrijdt. De toetsingswaarde (gemeten waarde - correctie voor de meetfout) is 380 mg/m^, terwijl de stofemissie-eis is vastgesteld op 10 mg/ m^. Een verklaring voor bovenstaande resultaten is dat de huidige zure wasser niet goed functioneert. De zure wasser wordt toegepast om ammoniak af te vangen, echter uit de meting van de provincie Gelderland blijkt dat de emissieeis voor ammoniak wordt overschreden. Onder invloed van zwavelzuur wordt in de zure wasser ammoniumsulfaat gevormd. Echter wordt een deel van het gevormde ammoniumsulfaat opgelost in druppelvorm met waterdamp via de schoorsteen uitgestoten De provincie heeft een ruwe inschatting gemaakt van de immissieconcentratie (concentratie op leefniveau) voor ammoniumsulfaat, deze komt uit op 8 pg/m^over de achtergrondconcentratie van ammoniumsulfaat in Nederland zijn geen actuele gegevens bekend. In de jaren '90 werd een gemiddelde ammoniumsulfaat in NedeHand van ca. 3 a 4 pg/m^ gemeten (van der Zee et al., 1998), maar de concentraties zijn nu waarschijnlijk een stuk lager De geschatte concentratie ammoniumsulfaat in de leefomgeving van mestdrogerij Komeco ligt ver boven het gemiddelde van 15 tot 20 jaar geleden. Uit het bedrijfsbezoek door de GGD op 19 oktober 2012 blijkt dat de zure wasser niet over een druppelvanger beschikt. Een druppelvanger kan het opgeloste ammoniumsulfaat wegvangen. Tijdens het bedrijfsbezoek heeft de directie van Komeco aangeven dat men bezig is met de

plannen om een tweede wasser na de zure wasser te bouwen, als extra 'zuiveringsstap'. Het is niet mogelijk om in de huidige zure wasser een druppelvanger toe te passen Advies: Rekening houdend met de PM 10 achtergrondconcentratie in noordelijk van 22-24 pg/m^ en een bijkomende immissieconcentratie van ammoniumsulfaat van 8 pg/m^, draagt de immissie van ammoniumsulfaat fors bij (ongeveer 25%) aan de totale PM 10 concentratie. Er wordt momenteel 38x zoveel ammoniumsulfaat door mestdrogerij Komeco uitgestoten dan is toegestaan. Daarnaast is er sprake van een bijdrage aan de PM 10 concentratie van meer dan 1,2 pg/m^. Voor bewoond gebied is er dan sprake van een overschrijding in betekende mate (IBM). Dit geldt echter alleen voor nieuwe situaties. Het is niet uit te sluiten dat omwonenden gezondheidseffecten ondervinden. Immers is er geen veilige gezondheidskundige grenswaarde voor PMIO vast te stellen. Wij adviseren de provincie dan ook dringend om handhavend op te treden bij Mestdrogerij Komeco op dit gebied. Ammoniak De intensieve veehouderij is door de hoge dierdichtheid een belangrijke bron van ammoniak. Uit metingen van het landelijk meetnet in natuurgebieden zijn de hoogste concentraties te vinden In de gebieden met veel intensieve veehouderij. In deze gebieden zijn de laatste jaren achtergrondconcentraties aan ammoniak gemeten van 15-20 pg/m^. Deze waarden zijn niet zo hoog dat hiervan door inademing direct gezondheidsproblemen ontstaan ^. Ook gemeten concentraties ammoniak in de omgeving van composteerbedrijven zijn zodanig laag dat het niet aannemelijk is dat gezondheidskundige grenswaarden worden overschreden Ammoniak is een kleurloos gas en is bijtend voor ogen, huid en luchtwegen. De maximaal aanvaardbare concentratie (MAC-waarde) voor werknemers is 14 mg/m^. Voor omwonenden gelden andere normen, omdat zij langer zijn blootgesteld en ook gevoelige groepen hier deel vanuit maken. De volgende waarden kunnen voor omwonenden worden toegepast (gebaseerd op de minimal risk level (MRL)): Acute blootstelling (1-14 dagen): 1,2 mg/m^ en chronische blootstelling (één jaar en langer): 0,1 mg/m^(100 pg/m^) Berekeningen, metingen en bedrijfsbezoek Bureau Blauw heeft in opdracht van mestdrogerij Komeco op 4 mei 2012 verspreidingsberekeningen voor ammoniak uitgevoerd. Deze berekeningen zijn gebaseerd op meetgegevens van 23 augustus 2011. De gemiddelde veldwaarde concentratie (maximale concentratie ten hoogte van het leefgebied: villapark Ketelhaven) voor ammoniak is berekend op 0,00021 pg/m^ Het is opmerkelijk te noemen dat de veldwaarde concentratie van ammoniak ten hoogte van het leefgebied: villapark Ketelhaven, beduidend lager ligt dan de gemeten ammoniak concentraties rond intensieve veehouderijen in de laatste jaren. Het lijkt erop dat de bijdrage van Komeco aan de jaargemiddelde concentratie van ammoniak wordt onderschat. De provincie Gelderland heeft op 12 augustus 2012 emissieonderzoek gedaan bij mestdrogerij Komeco. Uit dit onderzoek blijkt dat de mestdrogerij de emissie-eis voor ammoniak overschrijdt. De toetsingswaarde (gemeten waarde - correctie voor de meetfout) is 14 mg/m^, terwijl de emissie-eis is vastgesteld op 5 mg/m^. Ook blijkt dat door de emissie van ammoniumsulfaat de stofemissie-eis wordt overschreden, zoals bovenstaand beschreven Advies: Er is sprake van een overschrijding van de emissie-eisen voor zowel ammoniak als ammoniumsulfaat. Wij adviseren daarom dat de provincie handhavend moet optreden bij mestdrogerij Komeco op dit gebied.

De gemeten ammoniak concentratie rond intensieve veehouderijen is ongeveer 5x kleiner én de berekende veldwaarde is ongeveer SO.OOOx kleiner dan de ammoniak waarde gehanteerd voor omwonenden (gebaseerd op de MRL). Wel hebben wij bij laatst genoemde meting onze bedenkingen. De verwachting is dat de 'omgevingswaarde' voor ammoniak niet wordt overschreden in de omgeving van mestdrogerij Komeco. Het ontstaan van directe gezondheidsproblemen t.g.v. ammoniak voor omwonenden van de mestdrogerij is niet aannemelijk. Endotoxinen Endotoxinen zijn bestanddelen van de celwand van bacteriën. Endotoxinen komen vrij als bacteriën dood gaan. Als bestanddeel van organische stofdeeltjes (als onderdeel van fijn stof) komen ze voor in de buitenlucht en in woningen In de woonomgeving van intensieve veehouderijen komen hogere concentraties endotoxinen voor dan in de stedelijke omgeving Concentraties van endotoxinen zullen over het algemeen afnemen met toenemende afstand tot een bedrijf en eveneens afhangen van de mate van emissie vanuit een bedrijf. Ook meteorologische omstandigheden en de lokale bebouwing en beplanting kunnen daarop van invloed zijn. De gemeten concentraties endotoxinen in de buitenlucht rond veehouderijen liggen doorgaans beneden 10 EU/m^, volgens (beperkte) metingen uitgevoerd dichtbij pluimveehouderijen. Tot 250 meter afstand van veehouderijen worden verhoogde waarden endotoxinen gemeten Metingen tijdens activiteiten die van invloed kunnen zijn op de endotoxine concentratie, zoals het uitrijden van mest of transport van dieren, zijn nog niet beschikbaar ^. Blootstelling aan endotoxinen kan klachten aan de luchtwegen geven. Voor werknemers, is op basis van een experimenteel onderzoek, een gezondheidskundige advieswaarde vastgesteld van 90 EU/m-^. Het kritisch effect is een acute afname in de longfunctie. Bij blootstelling aan concentraties onder deze advieswaarde lopen werknemers volgens het betreffende advies geen gezondheidsrisico. Om deze waarde te vertalen naar een gezondheidskundige advieswaarde voor de algemene bevolking is een onzekerheidsfactor van 3 toegepast. De gezondheidskundige advieswaarde voor de algemene bevolking komt hiermee uit op 30 EU/m^. De gemeten endotoxinen waarden in de buitenlucht rond veehouderijen zijn lager dan bovengenoemde grenswaarden Advies: Het is niet aannemelijk dat de gezondheidskundige grenswaarde van endotoxinen voor de algemene bevolking wordt overschreden. Het is dan ook niet te verwachten dat er gezondheidseffecten optreden bij omwonenden. Hierbij moet wij opmerken dat door de beperktheid van het onderzoek er (nog) geen uitspraken met volledige zekerheid kunnen worden gedaan. Het uitvoeren van endotoxinen metingen heeft geen meerwaarde in de huidige situatie. Geur De immissienorm voor geur ter plaatse van geurgevoelige bestemmingen (woningen Ketelhaven) Is vastgesteld op 2,8 ge/m^ als 98 percentiel op basis van het provinciaal geurbeleid De provincie heeft op 8 mei 2012 en 1 juni 2012 geurmetingen laten uitvoeren. Uit de geurverspreidingsberekeningen van 8 mei 2012 blijkt dat mestdrogerij Komeco niet voldeed aan de gestelde immissienorm voor geur. De provincie heeft na de meting van 8 mei 2012 hierover overleg gevoerd met mestdrogerij Komeco Uit de geurverspreidingsberekeningen van 1 juni 2012 blijkt dat er binnen de geurcontour van 2,8 ge/m^ als 98 percentiel geen woningen zijn gelegen. De geurcontour van 2 ge/m^ als 98 percentiel bereikt de geurgevoelige objecten in de nabije omgeving. Hierbij voldoet mestdrogerij Komeco aan de gestelde immissienorm voor geur". Indien er aan de wettelijke geurnormen voldaan wordt, zijn er geen directe fysiologische/toxicologische reacties te verwachten. Wel kunnen omwonenden geurhinder ondervinden, ook al voldoet het bedrijf aan de normen

In hoeverre een geurwaarneming als hinderlijk wordt ervaren hangt af van diverse factoren, zoals blootstellingskarakteristieken (concentratie, duur, frequentie), aard en karakter van de geur en persoonskenmerken van de waarnemer. Zo wordt de geur die vrijkomt bij een mestdrogerij door velen als hinderlijk ervaren, terwijl de geur die bij een bakkerij vrijkomt door velen als prettig ervaren wordt in tabel 1 is de gemiddelde relatie te zien tussen de hoeveelheid geur en de mate van geurhinder, zonder rekening te houden met de aard van de geur Milieukwaliteit Geurconcentratie Hinder Ernstige hinder (Ge/ m^ 98P) (% soms/vaak last) C/o) Zeer goed 0,3 < 5 0 Goed 0,8 5-10 < 5 Redelijk goed 1,5 10-15 Matig 3 15-20 5-10 Tamelijk slecfit 6 20-25 Slecht 10 25-30 Zeer slecht 25 30-35 > 10 Extreem slecht 50 > 35 Tabel 1: Milieukwaliteiten ingedeeld op basis van een algemene relatie tussen hinder (TLO; punter 1996) en geurbelasting, zonder rekening te houden met de aard van de geur Langdurige geurhinder kan leiden tot chronische stress en ten gevolge daarvan kunnen er indirect gezondheidsklachten optreden, zoals verhoging van de bloeddruk, lage rugklachten, hoofdpijn, duizeligheid, slaapstoornissen en klachten van depressieve aard Advies: Een geurconcentratie van 2,8 ge/m^ (immissienorm voor geur) geeft een redelijk goed tot matige milieukwaliteit. Wel is bij deze geurconcentratie een klein percentage gehinderden te zien. Langdurige geurhinder kan indirecte gezondheidsklachten geven. Vanuit gezondheidskundig perspectief Is het gewenst om in ieder geval een goede tot redelijk goede milieukwaliteit na te streven. Wij adviseren de provincie dat de geur immissie norm (ruim) onder de 3 ge/m^ moeten blijven. Echter ook bij een 'strengere' geur norm blijft hinder bestaan. Conclusie Het ontstaan van directe gezondheidsproblemen t.g.v. ammoniak voor omwonenden van mestdrogerij Komeco is niet aannemelijk. Wel wordt de emissie-eis voor ammoniak overschreden. Tevens wordt voor ammoniumsulfaat de stofemissie-eis overschreden. Ook draagt de immissie van ammoniumsulfaat fors bij (ongeveer 25%) aan de totale fijn stof (PM 10) concentratie in noordelijk. Voor fijn stof is geen gezondheidskundige grenswaarde vast te stellen. Een overschrijding van de stofemissie-eis voor ammoniumsulfaat, wordt dan ook als een gezondheidsrisico gezien. Wij adviseren de provincie dan ook dringend om handhavend op te treden bij mestdrogerij Komeco op dit gebied. Wat betreft de verwachte endotoxinen concentratie, het is niet aannemelijk dat de gezondheidskundige grenswaarde van endotoxinen voor de algemene bevolking wordt overschreden. Daarom is het ook niet te verwachten dat er gezondheidseffecten optreden bij omwonenden. Hierbij moeten wij opmerken dat door de beperktheid van het onderzoek er (nog) geen uitspraken met volledige zekerheid kunnen worden gedaan. Wat betreft geurhinder, vanuit gezondheidskundig perspectief adviseren wij de provincie om in ieder geval een goede tot redelijk goede milieukwaliteit rond mestdrogerij Komeco na te streven (geurimmissienorm < 3 ge/m^). Echter ook bij een 'strengere' geur norm blijft geurhinder bestaan. BBS

Infectieziektebestrijding Infectieziektebestrijding in de publieke gezondheidszorg richt zich op de bestrijding van infectieziekten zoals kinkhoest, legionellose, hepatitis A, B en C, voedselinfecties en influenza (griep). Infectieziektebestrijding heeft tot doel het optreden van infectieziekten zoveel mogelijk te voorkómen, toch opgetreden infectieziekten te signaleren en verspreiding van deze infectieziekten te bestrijden. Naast vragen over risico's op milieukundig gebied zijn er ook zorgen bij omwonenden over het risico van infectieziekten ten gevolge van de mestdrogerij. Beoordeling van infectieziekterisico Belangrijk is dat bij het beoordelen van het risico van infectieziekten ten gevolge van een mestdrogerij, in tegenstelling tot veel milieufactoren, de vergelijking met intensieve veehouderij vaak niet opgaat. Infectieziekten zijn van een heel andere orde dan een milieufactor als bijvoorbeeld fijn stof Hiervoor is een bepaalde bron van infectie nodig (i.e. transmissieketen) en hierbij is er een verschil tussen dieren en mest van dieren. Als gekeken wordt naar het infectierisico van omwonenden van veehouderijen (wat zoals hierboven toegelicht niet per se de beste vergelijking is waar het infectieziekten betreft), kunnen hier volgens het RIVM geen wetenschappelijk onderbouwde uitspraken over gedaan worden Voor de meeste zoönosen (behalve Q-koorts) zijn onvoldoende gegevens beschikbaar om hier een uitspraak over te doen. Wel is bekend dat direct contact met dieren vaak de belangrijkste risicofactor vormt. Een duidelijk voorbeeld hiervan is vee gerelateerde MRSA (V-MRSA). Uit onderzoek blijkt dat personen die in varkensrijke gemeenten wonen niet meer risico hebben om vee gerelateerde MRSA-drager te zijn dan de gemiddelde NedeHander Dit terwijl er in deze gebieden wel MRSA-DNA in de lucht wordt aangetoond rondom veehouderijbedrijven Aangezien direct contact met dieren tot nu toe echter de belangrijkste risicofactor voor MRSA-besmetting is en de persistentie van de V-MRSA bij de mens zeer gering is, wordt de kans op gezondheidseffecten onder omwonenden als gevolg van blootstelling via de lucht zeer gering geacht In deze afweging moet daarnaast meegenomen worden dat het bedrijf geen geiten- of varkensmest verwerkt. Dit op zich zorgt al voor een flinke afname van het risico op bepaalde infectieziekten zoals Q-koorts. Droogproces Buiten bovenstaande om heeft de verwerking van mest bij mestdrogerij Komeco grote invloed op de overleving van micro-organismen. Het droogproces zelf, waarbij de mest verhit wordt bij 50-70 C reduceert het aantal bacteriën in de mest grotendeels De eerste 2 dagen dat mest in een bunker ligt, wordt de doorgeblazen warme lucht uitsluitend gerecirculeerd in deze bunker zelf Daarnaast wordt gebruik gemaakt van een systeem met onderdruk om te voorkomen dat er lucht tijdens het verwerkingsproces ontsnapt. Gebleken is uit het verleden (metingen via een membraan dat bacteriën niet doorlaat) dat de opslag na die twee dagen ziektekiemen vrij is Het gedroogde product wordt periodiek onderzocht op de aanwezigheid van ziektekiemen Na twaalf uur verblijftijd In de bunker is bij het productieproces een (zo goed als) volledige reductie van enterococcen aangetoond Hierdoor is het zeer aannemelijk dat deze ziekteverwekkers na het droogproces niet meer in de droogbunkers aanwezig zijn. De overige technische voorzieningen, bestaande uit filterinstallaties en luchtwassers, zijn erop gericht om stofuitstoot en geurhinder tegen te gaan. Een bijkomend effect hiervan is dat de uitstoot van bacteriën, voor zover die het droog proces überhaupt zouden doorstaan, substantieel wordt gereduceerd. Legionella en gaswassers De mestdrogerij maakt gebruik van een zure wasser welke tot doel heeft de uitstoot van ammoniak te verminderen. Deze wasinstallatie werkt bij een temperatuur van ongeveer 40 C. De zure wasser functioneert bij een ph van 4. Publicaties laten zien dat legionella bacteriën overleven en vermeerderen bij een ph tussen 5,5 en 9,2 Legionella is wel aangetoond in omgevingen met

een lagere ph, maar de betekenis hiervan voor vermeerdering c.q. verspreiding is waarschijnlijk niet groot. Legionella komt wijdverspreid voor in de omgeving, waarmee de vondst van de bacterie op zichzelf niet zoveel zegt. Er is één uitbraak (n= 56 patiënten in 2005) in Noorwegen beschreven in de literatuur waarbij aanvankelijk een gaswasser werd aangewezen als bron van de uitbraak Bij nader onderzoek bleek de gaswasser echter niet de waarschijnlijke bron, maar een beluchtingsvijver en de rivier waarin het bedrijf haar afval loosde In 2008 werden nogmaals vijf patiënten aan deze beluchtingsvijver en rivier gerelateerd Aangezien er in eerste instantie werd gedacht dat de gaswasinstallatie de veroorzaker was, werden regelmatig controles (bemonstering legionella in gaswasser) verricht. Deze waren allemaal negatief met uitzondering van de controles tijdens de uitbraak, maar op dat tijdstip kunnen er ook aerosolen uit de beluchtingsvijver in de gaswasser zijn gekomen. Het is - op theoretische gronden - niet uit te sluiten dat er ook een patiënt ziek is geworden door aanwezigheid van legionella in de gaswasser, maar het wordt onaannemelijk geacht. Verder onderzoek in Noorwegen heeft aangetoond dat legionella niet in de betreffende gaswasser kon overleven. Mestverwerki ngsbed rijf Komeco maakt geen gebruik van een dergelijke beluchtingsvijver en loost geen afval in het oppervlaktewater. Casuïstiek Voor zover bekend is er geen casuïstiek bekend van uitbraken van infectieziekten ten gevolge van of gekoppeld aan een mestdrogerij of gerelateerd aan blootstelling aan gaswassers. Zowel in als landelijk zijn er geen meldingen van infectieziekten met een mestdrogerij als mogelijke bron. Er kan vanuit gegaan worden dat als gaswassers een aannemelijke bron zouden zijn voor legionella Infecties, het RIVM en de Bronopsporings Eenheid Legionella-pneumonie (BEL) bekend zouden zijn met casuïstiek geografisch geclusterd rond gaswassers. Dit is echter niet het geval. Conclusie Waar het infectieziekten betreft is een mestdrogerij slecht vergelijkbaar met intensieve veehouderij. Zowel de achterliggende transmissieketen van door dieren overgedragen infectieziekten als het verwerkingsproces van de mest en uitgestoten lucht maakt dat de kans op besmetting ten gevolge van een mestdrogerij zeer klein is. Het niet bestaan van casuïstiek gekoppeld aan een mestdrogerij naast de theoretisch onderbouwing brengt ons in dit geval tot de conclusie dat het risico op infectieziekten van omwonenden van een mestdrogerij vergelijkbaar is met die van de gemiddelde Nederlander. Dit houdt in dat waar het infectieziekten betreft de mestdrogerij geen verhoogd risico veroorzaakt.

Literatuurlijst 1. E-mailwisseling GGD - Provincie - 31 mei 2012. 2. Infomil, Luchtemissie beperkende technieken, Factsheet: Cycloon / Stofcycloon / Natte cycloon/ Multicycloon/ Vortexscheiding 3. Infomil, Luchtemissie beperkende technieken, Factsheet: Zure gaswasser/ Acid scrubber 4. Vonk J, van Pul WAJ, Schols E, de Groot GM. Naleeftekorten bij luchtwassers in de intensieve veehouderij: Effect op emissie (-reductie) van ammoniak. RIVM rapport: 609021121 / 2012. 5. Nijdam R, Dam van A.S.G. Informatieblad intensieve veehouderij en gezondheid, update 2011. (September 2011) 6. Zee van der S.C, Walda I.C. GGD-richtlijn medische milieukunde: Luchtkwaliteit en gezondheid. RIVM rapport: 609330008/2008 7. Document P6162 A Komeco PM 10. Bureau Blauw, 4 mei 2012. 8. Document provincie Gelderland. Jaargemiddelde concentratie PMIO Komeco. 2012 9. RIVM Geodata: Grootschalige Concentratie- en Depositiekaarten Nederland. Kaart PM 10, jaar 2011. 10. Monitoringstool RIVM. PM 10, Dronten 2011. Aanvraag door S. van der Zee, 7 december 2012. 11. Provincie Gelderland. Emissieonderzoek bij Komeco B.V. te Dronten, d.d. 17 augustus 2012. 12. E-mailwisseling GGD - GGD Amsterdam - 18 oktober 2012. 13. E-mailwisseling GGD - Provincie - 11 oktober 2012. 14. Zee van der SC, Hoek G, Harssema H, Brunekreef B. Characterization of particulate air pollution in urban and non-urban areas in the Netherlands. Atmos Environ 1998;32:3717-3729. 15. Bedrijfsbezoek GGD aan mestdrogerij Komeco - 19 november 2012. 16. Hagens W.l, Rutjes S.A, Rutgers M, Janssen P.J.CM, Fisher P.H, Dusseldorp A. Gezondheidsaspecten van het wonen nabij composteerbedrijven (Een literatuurstudie). RIVM rapport: 609300028/2011 17. RIVM Briefrapport 609300006. Intensieve veehouderij en gezondheid - 30 januari 2008. 18. Document P6162 A Komeco NH3. Bureau Blauw, 4 mei 2012. 19. Gezondheidsraad. Gezondheidsrisico's rond veehouderijen - 30 november 2012. 20. Intern verslag provincie. Betreft: Controle Komeco biowasser. Registratienummer 1026092 21. Geurmetingen bij Komeco B.V. te Dronten, in opdracht van provincie. Kenmerk: 12-EZGE-0129-rap. SGS Environment services. 22. Geuronderzoek bij Komeco B.V. te Dronten, d.d. 1 juni 2012. Rapportnummer: EM -12-24. Provincie Gelderland. 23. Doorn van W. GGD-richtlijn medische milieukunde: Geurhinder. Oktober 2002. 24. Miedema H.M.E, Walpot J.I, Vos H, Steunenberg C.F. Exposure-annoyance relationships for odour from industrial sources. Atmospheric Environment 34; 2927-2936, 2000. 25. Maassen CBM, van Duijkeren E, van Duynhoven YTHP, Dusseldorp A, Geenen P, de Koeijer AA, et al. Infectierisico's van de veehouderij voor omwonenden. RIVM rapport 609400004/2012. 26. Van Cleef BA, Verkade EJ, Wulf MW, Buiting AG, Voss A, Huijsdens XW, et al. Prevalence of livestock-associated MRSA in communities with high pig-densities in The Netherlands. Plos One (2010) 5(2):e9385. 27. Heederik DJJ, Ijzermans CJ. Mogelijke effecten van intensieve veehouderij op de gezondheid van omwonenden: onderzoek naar potentiële blootstelling en gezondheidsproblemen. Rapport VWS 2011. 28. Reductie onderzoek Enterococcen Komeco. Elsinga beleidsplanning en innovatie, 26 april 2011.

29. Verordering (EG) Nr. 1069/2009 met implementatieverordering (EU) Nr. 142/2011. Komeco productcontrole, 3''^ kwartaal 2011. 30. Kudva IT, Blanch K, Hovde CJ. Analysis of Escherichia 0157:H7 surival in ovine or bovine manure and manure slurry. Applied and environmnetal microbiology (1998) 64(9):3166-3174. 31. Legionellose. LCI richtlijn (2007, gewijzigd 2011). 32. Wadowsky RM, Wolford R, McNamara AM, Yee RB. Effect of temperature, ph, and oxygen level on the multiplication of naturally occurring Legionella pneumophila in potable water. Applied and environmental microbiology (1985) 49(5):1197-1205 33. Nygard K, Werner-Johansen 0, Ronsen S, Caugant DA, Simonsen 0, Kanestram A, et al. An outbreak of legionnaires disease caused by long-distance spread from an industrial air scrubber in Sarpsborg, Norway. Clinical Infectious Disease (2008) 46(l):61-69 34. Olsen JS, Aarskaug T, Thrane I, Pourcel C, Aks E, Johansen G, et al. Alternative routes for dissemination of Legionella pneumophila causing three outbreaks in Norway. Environmental Science & Technology (2010) 44(22) :8712-8717 35. Blatny JM, Reif BAP, Skogan G, Andreassen O, H0iby EA, Ask E, et al. Tracking airborne Legionella and Legionella pneumpohila at a biological treatment plant. Environmental Science & Technology (2008) 42(19):7360-7367