Pedagogiek, Onderwijskunde en Lerarenopleiding Johnson et al., 2005: Laag welbevinden and lage arbeidssatisfactie Helma Koomen Probleemgedrag van leerlingen en welbevinden van leraren: Het belang van de leraar-leerlingrelatie 21 januari 2011 Amsterdam seminar Affectieve Kwaliteit Leraar-Leerling Relaties, UvA - NWO/PROO 2 Interpersoonlijke relaties blijken voor leraar Deze presentatie: hoe kunnen we dit begrijpen? Bron van stress en kwetsbaarheid maar ook: Bron van motivatie, voldoening en zingeving (Hargreaves, 2000) Dé reden om professie niet te verlaten (Hargreaves, 1998; O'Connor, 2008) Dus: Relaties zowel bron van kwetsbaarheid als kracht 3 1. Stresstheorie 2. Onderzoek naar probleemgedrag en leraarstress 3. Affectieve relaties en mentale representaties 4. Implicaties voor interventie ---------------------------------------------- Gebaseerd op: recente reviewstudie (Spilt, Koomen, & Thijs, 2011) en eigen empirisch onderzoek (2011, 2012) 4 1. Stresstheorie Lazarus: model Stress & Coping (1991) Vraag: Wat is het mechanisme achter stress bij leraren? Model Lazarus e.a. (1991) Subjectief proces 5 6
7 Model Lazarus: toegepast op Leraar en Leerling bv. LL doet niet mee 1. LL is opstandig 2. LL snapt het niet Subjectief proces Vraag & antwoord Vraag: Wat is het mechanisme achter stress bij leraren? Antwoord: De ervaring van discrete, negatieve emoties in dagelijkse, concrete interacties met leerlingen Voorbeeld 1: Tina luisterde bewust niet naar mijn vraag om aandacht en ging daarna quasi beleefd vertellen dat zij echt haar best ging doen om dit gedrag te verbeteren. Ik sprak haar aan op het mij in de maling nemen en gaf aan dat ik dit absoluut niet wilde. Uiting van negatieve gevoelens Voorbeeld 2: Merlijn was tijdens het buitenspelen alleen (dit komt wel vaker voor). Hij probeert dan mijn aandacht te trekken door bijv. op mijn rug te slaan tijdens het voorbij rennen. Hij maakt een wat eenzame indruk. Emotional labour 8 2. Al lang bekend uit onderwijskundig onderzoek... Echter, kanttekeningen bij dit onderzoek = over het algemeen gebaseerd op overkoepelende oordeel LK over totaal aan probleemgedrag in de klas Probleemgedrag: Ruzie met klasgenoten Onoplettendheid Hyperactiviteit Belangrijker: Oordeel LK over probleemgedrag op dyadisch niveau Interpersoonlijke betekenis van probleemgedrag 9 Bv: Niek is een onrustige jongen, die vaak naar het toilet loopt. Vanmiddag kwam hij netjes vragen of hij naar het toilet mocht, maar hij wist dat er al iemand anders gegaan was. Dan mag hij niet. Hij vindt het gezellig om te keten bij de wc en dat gebeurde dan ook. Bv: Mascha zat vandaag weer heel erg in de ik spreek je tegen modus. Bij werkelijk alles ging ze tegen me in en zocht 15 maart ze 2013het conflict. 10 Conclusie uit eigen onderzoek (Koomen & Spilt, 2011) 3. Affectieve relaties en mentale representaties Storend gedrag LL beïnvloedt welbevinden LK via interpersoonlijke conflicten LK ervaren niet noodzakelijk stress door de omgang met probleemgedrag op zich LK ervaren stress door wangedrag ingebed in relaties vol onenigheid en wantrouwen Affectieve relaties: Niet louter optelsom van gedragingen van (interactie)partners Ook: achterliggende gedachten, opvattingen en gevoelens (mentale representaties = MR) NB: Dit heeft implicaties voor target van interventie : patronen over zelf, ander, zelf-ander relatie (positief en negatief) van invloed op nieuw te vormen relaties 11 12
Gebaseerd op gehechtheidstheorie Gegeneraliseerde MR Organisatie Mentale Representaties LK (naar: Sibley & Overall, 2008) MR kind over ouder MR ouder over kind MR leerkracht over. Domein specifieke Ouders MR kind MR leerkracht over leerkracht over kind Relatiespecifieke 13 13 14 14 Verbindingen tussen Verbindingen tussen Maar ook: Bottom up Ouders Top down ouders 15 16 Welke kennis over relevant voor LK Model Lazarus tegen achtergrond van ontwikkelen zich wanneer veel tijd samen wordt doorgebracht worden geactiveerd in alledaagse situaties Beïnvloeden (discrete) emoties and gedrag (cf. Stuhlman & Pianta, 2002) Vooral via onbewuste processen bevatten globale, domein-specifieke en relatiespecifieke info die onderling verbonden is = subjectief oordeel leraar over probleemgedrag leerlingen Mentale representaties van relaties 17 18
19 Consequenties van dit theoretische model? 4. Implicaties voor interventie (vroege) ervaringen met ouders, etc. kunnen (nieuwe) relaties LK beïnvloeden zorgen voor link tussen persoonlijke en professionele identiteit LK Relaties met storende leerlingen: negatieve emoties overheersen (Spilt & Koomen, 2009) + rigide beeldvorming (self-fulfilling prophecy; Pianta, 1999) bedreiging zelfwaardering LK Daarom: slechte relatie bron van kwetsbaarheid en goede relatie bron van kracht Overwegen interventie ook te richten op relaties (bijv. op ) en niet alleen op probleemgedrag stabiel, maar niet onveranderbaar bewustwording en reflectie Er kan hierbij top-down ( Professional in de spiegel, Touw & van Beukering, 2009) of bottom-up ( Relatiespecifieke reflectie, Spilt et al., 2012) gewerkt worden. 20 Top down: Professional in de Spiegel (Touw & van Beukering) Algemene bewustwording en reflectie: via coaching bevorderen zelfinzicht LK in eigen aandeel in relaties met leerlingen (collega s en ouders) in 12 stappen (6 basis- en 6 verwerkingsstappen) 6 basisstappen inzicht in persoonlijke onderwijsvisie 1. LK inventariseert persoonlijke constructen en tegenpolen: waarin zijn 2 leerlingen het meest gelijk 2. Beleving persoonlijke constructen: welke ervaart LK positief? (andere automatisch tegenpool) 3. LK geeft persoonlijke definitie aan construct en tegenpool 4. LK scoort (alle) leerlingen op positieve constructen van deelnemer 5. LK ordent persoonlijke constructen in 7 aandachtsgebieden (functioneren leerling) Bottom up: Relatie-specifieke reflectie (Spilt et al. 2012) Relatie-specifieke bewustwording en reflectie: via coaching veranderen van rigide in gezonde beeldvorming ( LK) t.a.v. individuele (storende) leerlingen Elementen (gebaseerd op Pianta, 1999): 1. Woorden geven: met relatie-interview verhaal LK (emoties en opvattingen) over specifieke gebeurtenissen ontlokken (Spilt & Koomen, 2010) 2. Spiegel voorhouden: in andere woorden (met een profiel) teruggeven wat LK zegt door interview na afloop te scoren op kwaliteit van handelen en gevoelsdimensies 3. Nieuwe informatie toevoegen: in relatie tot relatief zwakke aspecten in het profiel 4. Inzicht bevorderen in hoe gedachten en gevoelens het gedrag naar LL beïnvloeden: door verbinden van verhaal met videoopnamen van LK-LL interactie in de klas 21 22 Overeenkomsten en verschillen: Professional in de Spiegel vs Relatie-specifieke reflectie Overeenkomsten: 1. Gedragsproblemen hebben altijd een relationeel en communicatief aspect 2. Belangrijk om beeldvorming onder de loep te nemen in de spiegel kijken en reflecteren 3. Beeldvorming over leerlingen is gebaseerd op meer algemene persoonlijke 4. LK als primaire agent of change Verschillen: 1. Top down vs bottom up afhankelijk van specifieke hulpvraag? 2. Bevorderen professioneel zelfinzicht vs veranderen beeldvorming én handelen naar specifieke leerlingen 3. In kaart brengen opvattingen (cognities) vs opvattingen én emoties 4. Accent op positieve constructen (negatief is tegenpool) vs apart aandacht voor positieve én negatieve emoties (aparte dimensies) 5. Onderzoek naar effectiviteit: zie voor eerste evidentie Spilt e.a.: poster! 23 Samenvattend Een relatie is meer dan gedrag Relaties vragen emotionele investering en persoonlijke betrokkenheid link persoonlijke en professionele identiteit LK Daarom: slechte relatie bron van kwetsbaarheid; goede relatie bron van kracht LK internaliseren relaties met individuele LL in hiërarchie van discrete emoties veranderingen in welbevinden op langere termijn Bij probleem-ll: interventie richten op relatie (bv LK), niet alleen op probleemgedrag zelf Rigide LK van probleem-ll veranderbaar door (relatie-specifieke) bewustwording en reflectie Let op: conceptueel model waarvan slechts onderdelen zijn getoetst 24
25 Bedankt voor de aandacht! Met dank aan collega s: Jantine Spilt, en Jochem Thijs h.m.y.koomen@uva.nl Verder lezen? Interacties tussen leraren en leerlingen. In K. Verschueren & H. M. Y. Koomen (Eds.), (2007) Handboek Diagnostiek in de leerlingbegeleiding. Antwerpen- Apeldoorn: Garant. Spilt, J. L. & H. M. Y. Koomen (2010). Het Leerkracht Relatie Interview: Interviews met leerkrachten over hun relaties met gedragsmoeilijke kleuters. Kind en Adolescent, 31(2), 58-70. Publiekssamenvatting Leraar leerlingrelaties: Schools leren van leerlingen en welbevinden van leraren. Een samenvatting van twee reviewstudies. PDF: www.psy.vu.nl/nl/images/publiekssamenvatting%20nwo_folder_170111_tcm1 08-230065.pdf Spilt, J. L., Koomen, H. M. Y., & Thijs, J. T. (2011). Teacher wellbeing: The importance of teacher-student relationships. Educational Psychology Review, 23, 457-477 Spilt, J. L., Koomen, H. M. Y., Thijs, J. T., & van der Leij, A. (2012). Supporting teachers relationship with disruptive children: the potential of relationship focused intervention. Attachment & Human Development, 14, 305-316. Touw, H. & Beukering, T. van (2009). Professional in de spiegel. Tijdschrift voor Orthopedagogiek, 48 (11). Koomen, H., Verschueren, K., & Pianta, R (2007). LLRV Leerling Leerkracht Relatie Vragenlijst: Handleiding. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum Pianta, R. C. (1999). Enhancing relationships between children and teachers. Washington, DC: American Psychological Association. www.amazon.com 26