Stichting Pensioenfonds De Fracties



Vergelijkbare documenten
Geef pensioen de aandacht die het verdient. Jaarbericht Stichting Pensioenfonds

In de Pensioenwet is vastgelegd dat wanneer een pensioenfonds niet langer voldoet aan de gestelde eisen ten aanzien van:

Stichting Pensioenfonds De Fracties

REGLEMENT AANVULLEND PENSIOEN STICHTING PENSIOENFONDS ALLIANCE

Stichting Pensioenfonds De Fracties

Terugblik 2011 in cijfers

Informatiebijeenkomst Pensioenen: actueler dan ooit. Oktober 2013

2013 verkort in beeld. Ontwikkelingen. Pensioenen Beleggingen Organogram

27 september Deelnemersvergadering

Stichting Pensioenfonds De Fracties

Bijlagen. Stichting Pensioenfonds Unisys Nederland. Versie 1 januari 2013 PENSIOENREGLEMENT UNISYS PENSIOENKAPITAALPLAN

Reglement arbeidsongeschiktheidspensioen Stichting Voorzieningsfonds Getronics

BEKNOPT JAARVERSLAG 2017

Addendum 2 bij het Pensioenreglement Sanoma 2009 pensioenregeling, van Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland, contractnummer

Stichting Metro Pensioenfonds Populair jaarverslag 2008

REGLEMENT AANVULLEND PENSIOEN STICHTING PENSIOENFONDS ALLIANCE

PENSIOENREGLEMENT UNISYS PENSIOENKAPITAALPLAN PENSIOENREGLEMENT UNISYS COMBI PENSIOEN UNISYS PENSIOENREGLEMENT, 12E NOTA VAN WIJZIGING

Addendum 2 bij het Pensioenreglement pensioenregeling A, van Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland, contractnummer

Betreft: Startbrief in verband met toetreding tot de pensioenregeling

REGLEMENT WAO-HIATENPENSIOEN STICHTING PENSIOENFONDS ALLIANCE

Beknopt jaarverslag 2016

Collectieve Arbeidsovereenkomst over pensioenen. Tronox Pigments (Holland) B.V. Rotterdam-Botlek

Stichting Pensioenfonds NEG Nederland Huishoudelijk Reglement

Datum Briefnummer Behandeld door Doorkiesnummer N.W. Dijkhuizen 630

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Uitkeringsovereenkomst

De Nederlandsche Bank NV T.a.v. de heer S. Keereweer AA Postbus AB AMSTERDAM

Toelichting. Uniform Pensioenoverzicht Uitkeringsovereenkomst

Samenvatting DEPF reglementen Per 1 januari 2016

Samenvatting DEPF reglementen Per 1 januari 2015

Actuariële en Bedrijfstechnische Nota. Nota, waarin het beleid van het fonds op alle relevante gebieden beschreven wordt.

Buitengewone vergadering van deelnemers 22 november 2010

Verder in deze nieuwsbrief een samenvatting van het rapport van de visitatiecommissie.

Bijlage 3 Het Financieel Crisisplan

PRINCIPE-AKKOORD PENSIOEN VOOR DE TECHNIEK

Memo. Van TKP. Kenmerk. Datum 15 juni Onderwerp Communicatie-verplichtingen IORP II. Aantal pagina s 7 1/7

PENSIOENREGLEMENT V OVERGANGSREGELING VOOR DEELNEMERS GEBOREN OP OF NA 1 JANUARI 1950

Voorbeeld Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Model 1 <Uitkeringsovereenkomst> <Premieovereenkomst>

VRAGEN STEEDS STELLEN s.v.p.

Stichting Pensioenfonds Caribisch Nederland. Uitvoeringsreglement als bedoeld in artikel 11f van de Pensioenwet ambtenaren BES

Voorbeeld Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Model 3 Premieovereenkomst

Informatiebijeenkomst Pensioenfonds KPN Pensioengerechtigden. Oktober 2013

Stichting Pensioenfonds Ford Nederland Pensioenreglement

Voorbeeld Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Model 1A <Uitkeringsovereenkomst> <Premieovereenkomst>

Strengere regels voor pensioenfondsen

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht

Bijlage 3 Het Financieel Crisisplan

Stichting Pensioenfonds Smurfit Kappa Nederland

Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bitumineuze- en Kunststof Dakbedekkingsbedrijven

Stichting Pensioenfonds Ballast Nedam. Financieel crisisplan 2015

Verkort jaarverslag 2012

Pensioenbijeenkomst. 22 maart 2018

Samenvatting DEPF reglementen

stichting jan huysman wz.fonds

Jouw Delta Lloyd Pensioen in het kort

Voorbeeld Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Model 3 Premieovereenkomst

Verslag bijeenkomst SVG 9 maart 2016

AANVULLENDE PENSIOENREGELING

Communicatiekalender 2017 en 2018

Collectieve arbeidsovereenkomst inzake pensioenen NYSE Euronext

Reglement Versleepregeling

Welk pensioen kunt u verwachten?

Stichting Pensioenfonds Allianz Nederland. Waardeoverdracht uit dienst

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht 2017 Uitkeringsovereenkomst

Stichting Pensioenfonds De Fracties

Stichting Pensioenfonds van de Grolsche Bierbrouwerij, statutair gevestigd te Enschede, hierna te noemen: "het Fonds"

STICHTING BEDRIJFSPENSIOENFONDS VOOR DE AGRARISCHE EN VOEDSELVOORZIENINGSHANDEL. Postbus GC Rijswijk.

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht

Stichting Pensioenfonds Invista

In deze nieuwsbrief geven wij u informatie over de financiële situatie en andere belangrijke ontwikkelingen binnen het fonds.

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht

Welkom namens. Stichting Pensioenfonds van de KAS BANK. AMSTERDAM, 25 juni 2015

2009: een actief jaar met interessante ontwikkelingen

Beschrijving Pension Fund Governance Stichting Bedrijfspensioenfonds voor het Bakkersbedrijf

Financieel crisisplan Centraal Beheer APF Collectiviteitskring RBS 2017 Hoofdstukindeling

STICHTING BEDRIJFSPENSIOENFONDS VOOR DE AGRARISCHE EN VOEDSELVOORZIENINGSHANDEL. Postbus GC Rijswijk.

Procedure toetsing premie, bijlage 3 (ABTN) Stichting Pensioenfonds F. van Lanschot

Voorbeeld Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Model 2 <kapitaalovereenkomst> <premieovereenkomst> <netto><bruto> pensioenregeling

Deelnemersbijeenkomsten. Grolsch Pensioenfonds

Update! WIJZIGINGEN PENSIOENREGELING PER 1 JANUARI bpfhibin.nl

TOELICHTING Uniform Pensioenoverzicht 2017 Actieve deelnemers

Het AVEBE Pensioen samengevat

WELKOM. Algemene Vergadering voor Deelnemers en Gepensioneerden 14 september 2016

Voorbeeld Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Model 3 Premieovereenkomst <netto><bruto> pensioenregeling

Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland

Mijn Pensioen. Pensioen is meer! Onderwerpen van vandaag 23/11/2015. Mijn Pensioen (1) Hoe ziet mijn pensioen eruit?

Stichting Pensioenfonds Xerox

Wijziging uitvoerder & pensioenregeling november 2014

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Volgens de beleidsregel van De Nederlandsche Bank (DNB) is een financieel crisisplan als volgt te definiëren:

Deelnemerspresentatie november 2018

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht

Pensioen-Bijeenkomst. 23 maart 2017

AANVULLEND PENSIOENREGLEMENT EINDLOON

- U bent actief deelnemer - U bent actief deelnemer én u neemt via uw werkgever deel aan de aanvullende pensioenregeling - U bent arbeidsongeschikt

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Wat heeft u aan het Uniform Pensioenoverzicht? Welke gebeurtenissen beïnvloeden uw pensioen?

Stichting Norit Pensioenfonds

STICHTING PENSIOENFONDS VAN DE METALEKTRO AANVULLEND REGLEMENT. Pensioenopbouw boven de Salarisgrens (hoog) voor het personeel van <naam onderneming>

Communicatieplan Stichting Brocacef Pensioenfonds

Transcriptie:

Stichting Pensioenfonds De Fracties Stichting Pensioenfonds De Fracties Hogeweg 1, 1521 AZ Wormerveer Postbus 4, 1520 AA Wormerveer Telefoon: 075-629 29 11 Telefax: 075-628 94 55 Ingeschreven in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel Amsterdam onder nummer 34193355 Verslag over het boekjaar 1-1-2011 t/m 31-12-2011

2

Inhoud Pagina Karakteristieken van het pensioenfonds 5 Bestuur en organisatie 7 Meerjarenoverzicht 9 Bestuursverslag Algemene ontwikkelingen 11 Goed Pensioenfondsbestuur 14 Pensioenparagraaf 17 Beleggingsparagraaf 24 Risicoparagraaf 27 Verslag van het verantwoordingsorgaan Verslag van het verantwoordingsorgaan 33 Reactie bestuur 34 Jaarrekening Balans per 31 december 36 Staat van baten en lasten 38 Kasstroomoverzicht 40 Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling 41 Toelichting op de balans per 31 december 45 Toelichting op de staat van baten en lasten 50 Risicoparagraaf 55 Overige gegevens Gebeurtenissen na balansdatum 63 Beschikbare premieregeling 63 Financiering 63 Resultaatbestemming 64 Uitvoering 64 Actuariële verklaring 65 Controleverklaring van de onafhankelijke accountant 66 Bijlagen Aangesloten ondernemingen per 31 december 69 Begrippenlijst 69 Stichting Pensioenfonds De Fracties Jaarverslag 2011 3

4

Karakteristieken van het pensioenfonds Algemeen Inleiding Het pensioenfonds is een ondernemingspensioenfonds verbonden aan de onderneming Loders Croklaan B.V. en de aan haar gelieerde ondernemingen. Het pensioenfonds is een stichting die statutair gevestigd is in Zaanstad. Overeenkomstig artikel 9 van de statuten wordt hierbij verslag uitgebracht over boekjaar 2011. De in het verslag vermelde bedragen zijn op basis van duizenden euro s opgenomen, tenzij anders is aangegeven. Doelstelling Stichting Pensioenfonds De Fracties stelt zich tot doel het verlenen van pensioenaanspraken aan werknemers in dienst van de werkgever en het doen van pensioenuitkeringen aan pensioengerechtigden, een en ander overeenkomstig de bepalingen van het pensioenreglement. Om dit doel te bereiken brengt Stichting Pensioenfonds De Fracties de daartoe benodigde middelen bijeen en is tevens verantwoordelijk voor het beheer van deze middelen. Financiering De afspraken met betrekking tot de financiering en de uitvoering van de pensioenregeling zijn vastgelegd in een uitvoeringsovereenkomst tussen Stichting Pensioenfonds De Fracties en de onderneming. Gedurende het verslagjaar is de bestaande uitvoeringsovereenkomst met de werkgever ongewijzigd gebleven. ABTN Stichting Pensioenfonds De Fracties heeft een actuariële en bedrijfstechnische nota (ABTN) opgesteld waarin gemotiveerd is omschreven welk beleid wordt gevoerd om de doelstelling van het pensioenfonds te kunnen nakomen. In de ABTN (ook wel bedrijfsplan genoemd) wordt nader ingegaan op de organisatie van het pensioenfonds, de inhoud van de pensioenregeling (pensioenovereenkomst), de financiële opzet (grondslagen en het beleidskader en sturingsmiddelen), de hoofdlijnen van het interne beheersingssysteem en de opzet van de administratieve organisatie en interne controle alsmede de hoofdlijnen van de uitvoeringsovereenkomst. Stichting Pensioenfonds De Fracties heeft de ABTN laatstelijk gewijzigd op 28 augustus 2008. Statuten De statuten zijn in 2010 laatstelijk herzien naar aanleiding van enkele opmerkingen van DNB en door het bestuur definitief vastgesteld op 17 mei 2010. Bij notariële akte d.d. 3 juni 2010 zijn de gewijzigde statuten formeel vastgesteld. Stichting Pensioenfonds De Fracties Jaarverslag 2011 5

6

Bestuur en organisatie Bestuur Het bestuur van Stichting Pensioenfonds De Fracties bestaat uit drie leden die zijn benoemd door de werkgever en drie leden die zijn benoemd door de ondernemingsraad uit de deelnemers en de gewezen deelnemers. De bestuursleden worden als zodanig niet bezoldigd. Tijdens het verslagjaar is de samenstelling van het bestuur gewijzigd. De heer C.F. Ridderikhof heeft zijn bestuurslidmaatschap per 1 januari 2011 beëindigd. Het bestuur is in 2011 als volgt samengesteld: Namens werkgever: Mevr. E. van Dijk Dhr. H.M. Omvlee Dhr. V.M. Geerts voorzitter plv. voorzitter Namens deelnemers: Dhr. R.J.T. Imming secretaris Dhr. J.H.M. van Ree plv. secretaris Dhr. H.D. Koning aspirant bestuurslid per 15 december 2011 Verantwoordingsorgaan Het pensioenfonds kent sinds 2008 een Verantwoordingsorgaan, bestaande uit: één afgevaardigde namens de werkgever, één afgevaardigde namens de werknemers en één afgevaardigde namens de gepensioneerden. De belangrijkste taken zijn het toetsen van het door het bestuur gevoerde beleid en het geven van gevraagde en ongevraagde adviezen. Een en ander is uitgewerkt in het Reglement Verantwoordingsorgaan. De leden van het Verantwoordingsorgaan worden als zodanig niet bezoldigd. Het Verantwoordingsorgaan is als volgt samengesteld: Namens werkgever: Dhr. T.L.F. Favre Namens werknemers: Dhr. W. Dekker Namens gepensioneerden: Mevr. J. ten Wolde Stichting Pensioenfonds De Fracties Jaarverslag 2011 7

Intern toezicht Het bestuur heeft het intern toezicht ingericht door middel van een Visitatiecommissie. De Visitatiecommissie bestaat uit drie onafhankelijke leden die allen deskundig zijn en die verder geen relatie met Stichting Pensioenfonds De Fracties hebben. Het bestuur heeft daartoe een externe marktpartij als visitatiecommissie geselecteerd, die voor het eerst in 2010 een visitatie heeft uitgevoerd. Compliance Officer De compliance officer bewaakt dat het pensioenfonds voldoet aan de voor het pensioenfonds van toepassing zijnde actuele wet- en regelgeving op het gebied van compliance. Gezien het feit dat de heer M.V.P. den Hartog per 1 april 2011 zijn werkzaamheden bij Loders Croklaan heeft beëindigd, heeft het bestuur gedurende het verslagjaar getracht de hierdoor ontstane vacature in te vullen. Met ingang van 1 januari 2012 is mevrouw D.S. Pang-Atjok benoemd tot Compliance Officer. Deelnemersraad Stichting Pensioenfonds De Fracties heeft gezien haar deelnemersaantal geen deelnemersraad ingesteld. Uitvoeringsorganisaties Het bestuur van het pensioenfonds heeft de dagelijkse uitvoering van de werkzaamheden uitbesteed aan diverse uitvoeringsorganisaties. Het bestuur blijft, conform de eisen van de Pensioenwet, verantwoordelijk voor de juiste uitvoering van de uitbestede taken. Monitoring hiervan geschiedt onder meer op basis van rapportages van de administrateur op het vlak van de administratieve uitvoering en de overeengekomen dienstverleningsniveaus (Service Level Agreements) alsmede rapportages van de vermogensbeheerder. Het betreft de volgende uitvoeringsorganisaties: AZL N.V. te Heerlen verzorgt de administratie en de jaarverslaglegging. ING Investment Management te Den Haag verzorgt per 1 oktober 2011 het vermogensbeheer. Voorheen werd het vermogensbeheer door BlackRock verzorgd. ING Investment Management te Den Haag verzorgt de uitvoering van de DC-regeling. Zwitserleven te Amsterdam verzorgt de herverzekering op het risico van overlijden en arbeidsongeschiktheid. Note: AZL en ING IM verstrekken jaarlijks een ISAE3402 rapportage (type II). Naast de uitvoeringsorganisaties zijn betrokken: KPMG Accountants N.V. te Utrecht is de accountant. Sprenkels & Verschuren B.V. te Amsterdam verzorgt de actuariële advisering. Milliman Inc. te Amsterdam verzorgt de actuariële certificering. 8

Meerjarenoverzicht 2011 2010 2009 2008 2007 Aantallen Actieve deelnemers 434 462 450 430 410 Gewezen deelnemers 208 151 153 132 125 Pensioengerechtigden 25 21 19 16 15 Totaal 667 634 622 578 550 Financiële gegevens (in duizenden euro) Beleggingen voor risico pensioenfonds Belegd vermogen 1) 75.588 62.378 55.585 46.707 41.618 Beleggingsopbrengsten 5.652 4.942 5.025-484 541 Rendement op basis van total return 8,6% 8,7% 9,6% -1,1% 1,2% Reserves Algemene reserve 1.776 7.683 10.429 1.670 13.285 Totaal reserves 1.776 7.683 10.429 1.670 13.285 Technische voorzieningen Voorziening pensioenverplichtingen voor risico pensioenfonds 2) 74.616 58.206 46.543 45.112 29.988 Voorziening herverzekering 55 Totaal technische voorzieningen 74.671 58.206 46.543 45.112 29.988 Voorziening pensioenverplichtingen voor risico deelnemers 2.493 2.178 1.660 1.152 1.039 1) Hierin zijn de beleggingen voor risico van het pensioenfonds opgenomen. 2) Vorige verslagjaren was er een splitsing tussen de VPV voor risico fonds en de voorziening pluspensioen en spaarjaren. Omdat deze laatste onderdeel is van de technische voorziening voor risico fonds, is besloten deze niet meer als aparte voorziening weer te geven. Stichting Pensioenfonds De Fracties Jaarverslag 2011 9

2011 2010 2009 2008 2007 Premiebijdragen van werkgevers en werknemers 5.957 5.934 5.557 5.412 4.809 Pensioenuitkeringen 569 519 448 366 194 Dekkingsgraad 1) FTK 102,4% 113,2% 122,4% 103,7% 144,3% Vereiste FTK 118,1% 120,0% 120,3% 116,0% 126,7% 1) De dekkingsgraad is als volgt berekend: (reserves + totale technische voorzieningen) / totale technische voorzieningen. 10

Bestuursverslag Algemene ontwikkelingen Contouren van een nieuw pensioenstelsel Het pensioenakkoord dat de centrale organisaties van werkgevers en werknemers in juni 2010 met elkaar hadden gesloten, heeft in het gehele verslagjaar de gemoederen flink bezig gehouden. Centraal stond daarin het achterbanoverleg bij het FNV. Sociale partners slaagden er uiteindelijk in om het kabinet aan de voorstellen voor een nieuw pensioenstelsel te binden. Een en ander in de vorm van een zogenaamd Uitwerkingsmemorandum. Vervolgens wist minister Kamp van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) te bereiken dat zich in de Tweede Kamer een meerderheid aftekent die bereid is om het akkoord op hoofdlijnen te steunen. Daarvoor moest hij wel enkele toezeggingen doen en was het zinvol om het akkoord op onderdelen nader te verduidelijken. Op zijn eigen beleidsterrein, de Algemene Ouderdomswet, zegde hij toe om de overgang naar een hogere pensioenleeftijd voor de lagere inkomens te versoepelen. Daarnaast mogen onder meer de revenuen uit de bestaande levensloopregelingen en de nieuwe vitaliteitsregeling voor vervroegde pensionering worden aangewend. Wat betreft het aanvullende pensioenstelsel wil hij bereiken dat in een reëel pensioencontract een zodanige prudente financiering van de pensioenaanspraken plaatsvindt dat de rekening niet naar de huidige jongeren, de toekomstige generaties van pensioengerechtigden, wordt doorgeschoven. Voorts is de beoogde premiestabiliteit nader toegelicht. Tenslotte heeft de bewindsman reeds enig inzicht gegeven in de berekening van het vereist eigen vermogen, onder het duurder wordende regime van nominale pensioencontracten. In betrekkelijke stilte vinden thans enige onderzoeken plaats als voorbereiding op een wijziging van de Pensioenwet en daarbinnen van het financieel toetsingskader. Van groot belang is dat het nieuwe stelsel de toets van de Europese en supranationale regelgeving kan doorstaan, met inbegrip van het collectief of individueel invaren van de pensioenrechten die onder het huidige, nominale contract zijn opgebouwd. De besturen van de pensioenfondsen hebben zich in het verslagjaar over het algemeen laten informeren over de contouren van het reële pensioencontract en de informatie zoveel als mogelijk geanalyseerd. In dit verband is geconstateerd dat op belangrijke onderdelen van het reële contract nog nadere uitwerkingen worden gemist. De daadwerkelijke wetgeving wordt overigens eerst in het begin van 2013 verwacht. Niet alleen zal deze wetgeving moeten worden afgewacht, de besturen zullen tevens de uitkomsten moeten afwachten van het arbeidsvoorwaardenoverleg tussen de decentrale organisaties van werkgever(s) en werknemers in hun bedrijfssector of onderneming. Daarbij doet zich het vraagstuk voor hoe cao-partijen en fondsbesturen nu en in het kader van het reële pensioencontract aankijken tegen hun toekomstige onderlinge taak- en verantwoordelijkheidsverdeling. Voor zover werkzaamheden zijn uitbesteed, hebben de meeste fondsbesturen reeds contact met hun contractspartijen opgenomen, zoals de pensioenadministrateur en vermogensbeheerders, om zich op de hoogte te stellen van hun voorbereidingen en opvattingen. Naar verwachting zal ook het komende boekjaar een jaar worden van verdergaande oriëntatie omtrent de fondsspecifieke betekenis van een keuze voor handhaving van het nominale contract dan wel invoering van een reëel pensioencontract. Zoals gezegd, wordt een belangrijk onderdeel daarvan gevormd door de beslissing of de oude pensioenaanspraken en ingegane pensioenen kunnen worden ingevaren in het nieuwe contract. Zonder deze operatie zouden de effecten van het nieuwe stelsel gering zijn en duurt het nog vele jaren voordat de beoogde doelen worden bereikt. Stichting Pensioenfonds De Fracties Jaarverslag 2011 11

Tenslotte zal de communicatie naar alle belanghebbenden alvast kunnen worden opgepakt. Dit mede omdat de maatschappelijke onrust over de toekomstbestendigheid van het pensioenstelsel voorlopig onverminderd groot blijft. In dit verband is het opmerkelijk maar niet onlogisch dat in toenemende mate aandacht wordt gevraagd voor de positie en de belangen van de jongere deelnemers aan de collectieve pensioenregelingen. Ingang van AOW-pensioen naar de verjaardag Uitgangspunt van het pensioenakkoord is onder meer een integrale benadering in de AOW en de aanvullende pensioenregelingen van de pensioenleeftijd, flexibilisering van de pensioeningangsdatum en de stijging van de levensverwachting. Echter, in tegenspraak hiermee, kwam het kabinet in het verslagjaar met een andere ingangsdatum van het AOW-pensioen, te weten de dag waarop de 65-jarige leeftijd wordt bereikt. In de desbetreffende wetswijziging werd het aanvullende pensioenterrein ongemoeid gelaten. Vastgesteld moet worden dat het door de betreffende maatregel veroorzaakte AOW -gat niet tot de verantwoordelijkheid van de pensioenfondsen kan worden gerekend en dat buiten hen om naar eventuele compenserende maatregelen moet worden gezocht. Financieel crisisplan De krediet-, schulden- of eurocrisis heeft de besturen van de meeste pensioenfondsen genoodzaakt tot het opstellen van herstelplannen. Dit proces, alsmede de maandelijkse monitoring van de financiële situatie en de jaarlijkse evaluatie van de plannen, hebben de Nederlandsche Bank (DNB) ertoe gebracht om de besturen op grond van een beleidsregel te verplichten een financieel crisisplan op te stellen. Deze verplichting is, zonder nadere wetgeving, opgelegd op grond van het bestaande voorschrift van het voeren van een beheerste en integere bedrijfsvoering. Alle fondsen dienen uiterlijk 1 mei 2012 over een dergelijk plan te beschikken. De bedoeling is dat de fondsbesturen beter op een crisis zijn voorbereid dan op de huidige. Daarom moet vooraf op fondsniveau worden gedefinieerd wanneer sprake is van een crisissituatie en op welke wijze en met welke maatregelen deze crisis zal worden bestreden. De lopende herstelplannen Ondertussen bleef ook in het onderhavige verslagjaar het herstel van de financiële situatie van de pensioenfondsen, langs de uitgezette herstelpaden en in het beoogde tempo, van de besturen alle aandacht vragen. De lage stand van de rente en de volatiliteit van de financiële markten van aandelen en obligaties, aangewakkerd door rapportages over de gedaalde kredietwaardigheid van overheden en particuliere bedrijven, dwongen tot grote alertheid. In dit verband wordt het bestaande wettelijke toezichtkader als knellend ervaren en niet langer toegeschreven op de realiteit. Tevens moet echter worden vastgesteld dat het bestaande, wettelijke regime voor DNB weinig mogelijkheden biedt voor afwijkingen. In het verslagjaar heeft DNB desondanks getoond oog te hebben voor de positie van de pensioenfondsen. Zo is bijvoorbeeld het premiebeleid tijdens herstel nader gedefinieerd en werd toegestaan dat de premies in 2011 niet behoefden bij te dragen aan het herstel. De eis van kostendekkendheid stond niet ter discussie. Voorts heeft de toezichthouder in het kader van de op te leveren evaluaties van de herstelplannen besloten een correctie toe te passen op de rentetermijnstructuur ultimo december 2011 en de voorgenomen kortingen in percentage te maximeren. De evaluaties dienen te worden gebaseerd op de gemiddelde rente over het laatste kwartaal van 2011, terwijl de aan te kondigen, noodzakelijke kortingen mogen worden beperkt tot maximaal 7%. Hoewel deze maatregelen een aantal pensioenfondsen uit de acute problemen helpen, blijft in de pensioensector de opvatting overheersen dat grote behoefte bestaat aan meer structurele maatregelen. Voorts wordt om een soepeler opstelling door DNB gevraagd in de aanloopjaren naar de invoering van de reële pensioencontracten. Voor het overige wordt verwezen naar het hoofdstuk in dit jaarverslag over de fondsspecifieke financiële situatie. Alternatieve bestuursmodellen en het initiatiefwetsvoorstel Koser Kaya/Blok Tegelijk met het pensioenstelsel dat de inhoud en materiële uitkomst van de pensioentoezegging raakt, heeft het kabinet in het verslagjaar de governance van pensioenfondsen ter discussie gesteld. 12

Minister Kamp publiceerde een voorontwerp van wet, waarin voor de paritair samengestelde fondsbesturen alternatieve modellen worden voorgesteld. Met deze alternatieven wil de bewindsman in de eerste plaats bereiken dat de deskundigheid van fondsbesturen wordt vergroot. Daarnaast wil hij dat de fondsorganen een juistere afspiegeling gaan vertonen van de samenstelling van het deelnemersbestand en dat rekening wordt gehouden met de mate waarin door welke belanghebbende doelgroepen risico s worden gedragen. In dit verband zal de naleving van de aanbevelingen van het Convenant Bevordering Diversiteit Pensioenfondsen van december 2010 met minder vrijblijvendheid worden omgeven. In de jaarverslagen zal over de inspanningen op dit terrein voortaan verantwoording moeten worden afgelegd. Voorts wil de minister het interne toezicht versterken en moet een efficiëntere organisatie worden bereikt door stroomlijning van de bestaande taken van de onderscheiden fondsorganen. Over het voorontwerp heeft de bewindsman in het onderhavige verslagjaar een consultatieronde ingelast. Sociale partners, de Pensioenfederatie en DNB hebben van deze gelegenheid gebruik gemaakt en op zijn voorstellen gereageerd. Naar verwachting zal het wetsvoorstel in het eerste kwartaal van 2012 bij de Tweede Kamer worden ingediend. Uit de intenties van de minister moet worden afgeleid dat hij het wetsvoorstel separaat van de grote pensioenstelselherziening wil afhandelen. Dit ondanks het feit dat er zeker verbanden met het pensioenakkoord en de introductie van reële pensioencontracten kunnen worden gelegd. Een andere, inhoudelijke verbinding kan worden gemaakt met het initiatiefwetsvoorstel van de Tweede Kamerleden Koser Kaya (D66) en Blok (VVD). Naar verwachting wordt de Eerste Kamerbehandeling van hun voorstel, dat zich beperkt tot vergroting van de specifieke medezeggenschap van gepensioneerden, binnenkort afgerond. Waarschijnlijk wordt de feitelijke inwerkingtreding die nog niet geregeld is, niet zonder de parlementaire behandeling van het hiervoor genoemde wetsvoorstel van minister Kamp beoordeeld. Vergunningen voor PPI s In het verslagjaar kwamen de vergunningen van DNB af met betrekking tot de oprichting van premiepensioeninstellingen (PPI s). Hiermee wordt deze nieuwe uitvoeringsvorm -voorlopig alleen ten behoeve van beschikbare premieregelingen- steeds meer werkelijkheid. Hoewel primair bedoeld als antwoord op de grensoverschrijdende concurrentie binnen de Europese Unie tussen pensioenuitvoeringsorganisaties, richten de Nederlandse PPI s zich nog voornamelijk op de binnenlandse markt. De PPI speelt in op de waarneembare trend -niet in de laatste plaats vanwege het pensioenakkoord- om loongerelateerde pensioensystemen te wijzigen in beschikbare premieregelingen die de risico s veel meer bij de deelnemers en gepensioneerden neerleggen. Wijzigingen in de Pensioenwet In het verslagjaar is de Pensioenwet gewijzigd en zijn enkele knelpunten van merendeels technische aard aangepakt. Zo zijn de wettelijke belemmeringen weggehaald voor het behoud van partnerpensioen op risicobasis in geval van een baanwisseling. Verder wordt op korte termijn het kapitaalcontract tussen pensioenfondsen en hun herverzekeraars afgeschaft. Tenslotte is een ministeriële bevoegdheid gecreëerd om bijbetalingsverplichtingen van de werkgever bij inkomende waardeoverdrachten te matigen. Staatssecretaris Weekers van Financiën wijzigde de fiscale wetgeving zodanig dat vervroegde pensionering vanaf de 60-jarige leeftijd mag worden gecombineerd met het verrichten van arbeid. Toezichtontwikkelingen Met betrekking tot het toezicht vallen in het verslagjaar geen nieuwe toezichtontwikkelingen te melden, anders dan die welke reeds waren gepubliceerd in het speerpuntenoverzicht 2010-2014. DNB herinnert de fondsbesturen voortdurend aan de onderzoeksrapporten en aanbevelingen van de Commissie Frijns. Met name wijst de prudentieel toezichthouder op de noodzaak van het vergroten van het inzicht in de beleggingen, het beleggingsproces en op het ontwikkelen van een beter risicomanagement. De AFM publiceerde in het verslag de resultaten van een specifiek onderzoek naar de inzichtelijkheid in en transparantie van de uitvoeringskosten van pensioenfondsen, waaronder de kosten van het vermogensbeheer. Voorts vroeg de gedragstoezichthouder Stichting Pensioenfonds De Fracties Jaarverslag 2011 13

aandacht voor de kwaliteit van de administratie, met name voor de juistheid en volledigheid van de uniforme pensioenoverzichten (UPO s). Goed Pensioenfondsbestuur Naleving Principes voor Goed Pensioenfondsbestuur Elk pensioenfonds, en derhalve ook Stichting Pensioenfonds De Fracties, dient zorg te dragen voor de waarborging van Goed Pensioenfondsbestuur. Dit volgt uit de principes voor Pension Fund Governance (PFG) van de Stichting van de Arbeid, die per 1 januari 2007 zijn verankerd in de Pensioenwet. Deze principes betreffen onder meer zorgvuldig bestuur, transparante en open communicatie, deskundigheid en functioneren van het bestuur, verantwoording en intern toezicht. Het bestuur van Stichting Pensioenfonds De Fracties streeft ernaar om deze principes na te leven. Het beleid van het pensioenfonds is gericht op een integere bedrijfsvoering. Deze verantwoordelijkheid is vastgelegd in artikel 143 van de Pensioenwet. Dit houdt onder meer in het beheersen van bedrijfsprocessen en -risico s, integriteit, soliditeit van het fonds en het beheersen van de financiële positie over de langere termijn door periodieke opmaak van een continuïteitsanalyse (eenmaal per drie jaar). Intern toezicht en Verantwoordingsorgaan Het bestuur van het pensioenfonds besteedt conform de Pensioenwet en de daarin opgenomen eisen voor Goed Pensioenfondsbestuur veel aandacht aan de opzet en inrichting van de organisatie, inclusief de interne beheersing. Reglementair is bepaald hoe het bestuur omgaat met de rol als bestuur en invulling geeft aan begrippen als goed bestuur, verantwoording en intern toezicht. Op grond van de hiervoor genoemde Principes voor Goed Pensioenfondsbestuur heeft het bestuur met ingang van 2008 een Verantwoordingsorgaan (VO) ingesteld. Voor de samenstelling van het Verantwoordingsorgaan wordt verwezen naar pagina 7. Het bestuur legt jaarlijks verantwoording af aan het Verantwoordingsorgaan. Jaarlijks doet het Verantwoordingsorgaan in het jaarverslag verslag van haar bevindingen ten aanzien van het door het bestuur gevoerde beleid. De bevindingen ten aanzien van het in 2011 gevoerde beleid zijn terug te vinden op pagina 33. De reactie van het bestuur op deze bevindingen is opgenomen op pagina 34. In het kader van Goed Pensioenfondsbestuur dienen pensioenfondsen ook zorg te dragen voor een adequaat intern toezicht. Er zijn verschillende manieren waarop dit interne toezicht vorm kan worden gegeven. Het bestuur heeft besloten het interne toezicht in te vullen door middel van een zogenoemde Visitatiecommissie, die eens per drie jaar de beleids- en bestuursprocedures en -processen, de checks and balances, de wijze waarop de uitvoering van de regeling wordt bestuurd en aangestuurd en de wijze waarop wordt omgegaan met de risico s op de langere termijn voor (de dekkingsgraad van) het pensioenfonds beoordeelt. Naar aanleiding van de opdracht daartoe heeft de Visitatiecommissie in 2010 haar eerste visitatie uitgevoerd. De samenvatting van de bevindingen die de visitatiecommissie op 8 april 2010 aan het bestuur heeft gerapporteerd, zijn reeds in het jaarverslag over 2010 gepubliceerd. Het bestuur heeft naar aanleiding van de in de rapportage vermelde aanbevelingen actiepunten geformuleerd welke gedurende 2010 door het bestuur zijn opgepakt. Compliance Officer In verband met de ontstane vacature voor de compliance officer gedurende 2011, is er over 2011 geen jaarlijks verslag van de compliance officer beschikbaar. De bestuursleden hebben overigens wel allen de jaarlijkse verklaring inzake de naleving van de gedragscode ondertekend. 14

Zelfevaluatie bestuur Overeenkomstig de Principes voor Goed Pensioenfondsbestuur heeft het bestuur in zijn statuten een procedure opgenomen teneinde zijn eigen functioneren, zowel van het bestuur als geheel als van de individuele bestuursleden, periodiek te evalueren. Het bestuur organiseert een dergelijke zelfevaluatie eenmaal in de twee jaar, of vaker indien het daartoe aanleiding ziet. In 2011 heeft er wederom een zelfevaluatie door het bestuur plaatsgevonden. Deze zelfevaluatie stond in het teken van de nieuwe Beleidsregel Deskundigheid die per 1 januari 2011 door DNB is ingevoerd. De drie elementen Kennis, Vaardigheden en Professioneel Gedrag zijn complementair en zijn met de bestuursleden uitgebreid besproken. De zeven deskundigheidsgebieden zijn opgenomen in de deskundigheidsmatrix. Per deskundigheidsgebied heeft één bestuurslid de leiding. Alleen bij Uitbesteding is deskundigheidsniveau 1 bereikt. In 2012 wordt scholing ingezet om niveau 2 te bereiken. De vaardigheden die DNB heeft opgenomen in haar Beleidsregel komen in grote mate overeen met die van de werkgever Loders Croklaan B.V. Het bestuur ontwikkelde in 2011 een toolkit om de vaardigheden op individueel niveau te kunnen meten en bespreken. Deskundigheidsbevordering Het bestuur heeft in 2011 actief aandacht besteed aan de deskundigheidsbevordering van bestuursleden. Het bestuur heeft, uitgaande van de eisen die zijn vastgelegd in het plan van aanpak Deskundigheidsbevordering van de gezamenlijke pensioenkoepels (VB, OPF en UvB) d.d. december 2007, een deskundigheidsplan opgesteld, waarin eveneens een opleidingsplan is opgenomen voor bestuursleden en de leden van het Verantwoordingsorgaan. Het voltallige bestuur heeft zowel op 1 april 2011 alsmede op 14 oktober 2011 een zogenoemde heidag georganiseerd waarbij diverse pensioenonderwerpen aan bod zijn gekomen. Een dergelijke heidag vindt plaats om onder andere op deze wijze in de deskundigheidsbevordering van het bestuur te voorzien. Daarnaast heeft het bestuur in 2011 deelgenomen aan diverse opleidingen en seminars. Naleving wet- en regelgeving Overtredingen van wet- en regelgeving zijn het bestuur niet bekend. Het afgelopen jaar zijn aan het pensioenfonds geen dwangsommen of boetes opgelegd. Verder zijn er geen aanwijzingen door DNB aan het pensioenfonds gegeven. Daarnaast is er geen bewindvoerder aangesteld of is bevoegdheidsuitoefening van organen van het pensioenfonds gebonden aan toestemming van de toezichthouder. Gedragscode Jaarlijks wordt door de bestuursleden bevestigd dat zij de gedragscode nageleefd hebben. Ook dit jaar heeft dit plaatsgevonden. Communicatie In het boekjaar is wederom aandacht besteed aan communicatie. Het bestuur doet dit onder andere aan de hand van een daartoe opgesteld communicatieplan. Hierin staat uitvoerig beschreven hoe het pensioenfonds invulling geeft aan de informatieverplichting conform de eisen van de Pensioenwet. Het bestuur heeft in 2010 gewerkt aan de realisatie van de website van het pensioenfonds. Deze is begin 2011 live gegaan. Het pensioenfonds stelt de deelnemers via de website van het pensioenfonds regelmatig op de hoogte omtrent diverse pensioenonderwerpen alsmede de financiële positie van het pensioenfonds en de ontwikkeling van de dekkingsgraad. In overeenstemming met de door de koepels geïntroduceerde doelstelling om eenvoudige, eenduidige en duidelijke pensioenoverzichten te verstrekken (uniform pensioenoverzicht, UPO), ontvangen alle gepensioneerden en alle actieve deelnemers, jaarlijks een uniform pensioenoverzicht. In 2010 hebben daarnaast alle gewezen deelnemers voor het eerst eveneens een uniform pensioenoverzicht ontvangen. Conform de in de Pensioenwet opgenomen bepalingen, zal deze groep deelnemers eens per 5 jaar een UPO van het fonds ontvangen. Het in 2010 geïntroduceerde toeslagenlabel, dat verplicht in het UPO diende te worden opgenomen, bleek volgens de Autoriteit Financiële Markten en Minister Kamp niet aan de verwachtingen te voldoen. Doel van dit label was om Stichting Pensioenfonds De Fracties Jaarverslag 2011 15

de ontvanger in een eenvoudig plaatje inzicht te geven in de mate waarin het pensioenfonds naar verwachting door middel van het verlenen van toeslagen de inflatie zou kunnen bijbenen. Het verplichte gebruik werd in 2011 dan ook alweer beëindigd. Zoals ook gemeld in het jaarverslag 2010, besloot het bestuur daarom ook om het toeslagenlabel vanaf 2011 niet langer meer te hanteren. Uitvoeringskosten In november 2011 heeft de Pensioenfederatie de Aanbevelingen uitvoeringskosten gepresenteerd. Hierin worden alle pensioenfondsen opgeroepen om de kosten van het pensioenbeheer, vermogensbeheer en transactiekosten te publiceren. De aanbevelingen luiden als volgt: Rapporteer de kosten van pensioenbeheer in euro per deelnemer. Rapporteer de kosten van het vermogensbeheer in % van het gemiddeld belegd vermogen. Rapporteer separaat (eventueel geschatte) transactiekosten in % van het gemiddeld belegd vermogen. Aangezien het beschikbaar krijgen van deze gegevens behoorlijke inspanningen vraagt, heeft de Pensioenfederatie een gefaseerde invoering voorgesteld. Uiterlijk over boekjaar 2014 zouden alle Nederlandse pensioenfondsen de eerste twee aanbevelingen moeten hebben gerealiseerd. Ook het bestuur van pensioenfonds De Fracties zal zich inspannen om de transparantie volledig te bewerkstelligen en hierover in gesprek gaan met de partijen waaraan werkzaamheden zijn uitbesteed. Dit gaat dus verder dan alleen de direct in de jaarrekening te verantwoorden kosten. Het transparant maken van alle kosten en mogelijk afzetten tegen een benchmark is daarbij een middel om de kosten verder te beheersen. Met onderstaand overzicht geeft het fonds een eerste aanzet tot inzicht in de pensioenbeheerkosten. Voor wat betreft de kosten vermogensbeheer inclusief transactiekosten zal het bestuur deze kosten in de toekomst eveneens inzichtelijk maken. Thans zijn deze kosten in onderstaand overzicht niet meegenomen. Kostenoverzicht 2011 Pensioenbeheer Kosten in euro per deelnemer 1) 651,- 2) 1) Kosten van het pensioenbeheer bestaan uit de kosten van uitbesteding, bestuurskosten en de kosten van toezicht. De totale kosten bedragen 299.000. Om de kosten per deelnemer te berekenen is conform de aanbeveling van de Pensioenfederatie het aantal deelnemers gedefinieerd als de som van het aantal actieve deelnemers en pensioengerechtigden. Gewezen deelnemers tellen dus niet mee. Dit in tegenstelling tot de methode normdeelnemer waarbij elk type deelnemer een weging krijgt in het totale aantal deelnemers. Een pensioengerechtigde en gewezen deelnemer kosten immers minder dan een actieve deelnemer. 2) Door het relatief klein aantal deelnemers zijn de vaste kosten verband houdende met de pensioenbeheerkosten relatief hoog en kan het fonds slechts beperkt profiteren van schaalvoordelen. 16

Bestuursvergaderingen Het bestuur van Stichting Pensioenfonds De Fracties heeft het afgelopen jaar negen maal vergaderd (11 februari, 5 april, 28 april, 24 mei, 24 juni, 16 september, 26 september, 15 november, en 15 december). Verder hebben er besprekingen plaatsgevonden over specifieke onderwerpen. De belangrijkste onderwerpen waren: de jaarstukken 2010; invulling vacature compliance officer; invulling vacature werknemersbestuurslid; de financiële positie van het pensioenfonds en ontwikkeling van de dekkingsgraad; het bestaande herstelplan en de evaluatie daarvan; opstelling nieuw herstelplan per 30 september 2011; het beleggingsbeleid; keuze nieuwe vermogensbeheerder en herziene actuariële dienstverlening; beleidsbepaling uitbesteding; voorbereiding uitvoering ALM-studie; en deskundigheidsbevordering bestuur/heidagen. Pensioenparagraaf De pensioenregeling Stichting Pensioenfonds De Fracties heeft per 1 januari 2006 een nieuw pensioenreglement vastgesteld geldend voor werknemers die zowel op 31 december 2005 als op 1 januari 2006 deelnemer waren aan pensioenreglement 2003, alsmede voor nieuwe deelnemers vanaf 1 januari 2006. Voor werknemers die voor 1 januari 2005 in dienst zijn getreden en op 1 januari 2005 de leeftijd van 55 jaar of ouder hebben en als deelnemer worden aangemerkt onder pensioenreglement 2003, blijft pensioenreglement 2003 van toepassing. Met dien verstande dat het bepaalde omtrent het toeslagbeleid in pensioenreglement 2006 ook op pensioenaanspraken van deze deelnemers van toepassing is. Pensioenregeling 2006 De pensioenregeling 2006 is een zogenaamde geïndexeerde middelloonregeling met een excedent beschikbare premieregeling. De salarisgrens bedraagt 58.498,- per 1 april 2010 tot 1 april 2011 en 59.467,- per 1 april 2011 tot 1 april 2012. De salarisgrondslag is het bij de werkgever geldelijk feitelijk verdiende salaris vermeerderd met de vakantietoeslag, vermeerderd met eventuele vaste uitkeringen uit hoofde van het dienstverband (o.a. ploegentoeslag). De pensioengrondslag voor de middelloonregeling (A) is gelijk aan de salarisgrondslag tot de salarisgrens verminderd met een franchise van 12.898,- per 1 januari 2011 en 13.062,- per 1 januari 2012. De pensioengrondslag voor de excedent beschikbare premieregeling (B) is gelijk aan de salarisgrondslag verminderd met de salarisgrens. Het ouderdomspensioen bedraagt 2,25% van de voor het desbetreffende deelnemersjaar geldende pensioengrondslag voor de middelloonregeling (A). Over de pensioengrondslag voor de excedent beschikbare premieregeling (B) wordt een pensioenkapitaal opgebouwd in een beschikbare premieregeling. De opgebouwde pensioenaanspraken worden jaarlijks verhoogd met een index die is afgeleid van de algemene loonontwikkeling bij de werkgever, mits de behaalde rendementen toereikend zijn en de financiële positie van het fonds dit toelaat. De premievrije pensioenaanspraken en ingegane pensioenen worden jaarlijks verhoogd met maximaal het percentage waarmee het consumentenprijsindexcijfer (CPI) alle huishoudens (afgeleid) is gestegen over de maanden oktober-oktober van het voorafgaande jaar, mits de behaalde rendementen toereikend zijn en de financiële positie van het fonds dit toelaat. Het toeslagpercentage zal evenwel niet hoger zijn als dat voor actieve deelnemers. Stichting Pensioenfonds De Fracties Jaarverslag 2011 17

Het ouderdomspensioen gaat in beginsel in op 65 jaar. De pensioenregeling biedt de mogelijkheid om onder bepaalde voorwaarden eerder of parttime met pensioen te gaan. Het partnerpensioen voor gehuwden, geregistreerde partners en ongehuwd samenwonenden met een samenlevingsovereenkomst van actieve deelnemers bedraagt 65% van het maximaal te bereiken ouderdomspensioen dat is opgebouwd na 1 januari 2006, op basis van pensioengrondslag A en B. Voor deelnemers die voor 1 januari 2006 deelnemer waren in pensioenregeling 2003 is daarnaast een nabestaandenpensioen op risicobasis verzekerd. Het partnerpensioen voor gehuwden, geregistreerde partners en ongehuwd samenwonenden met een samenlevingsovereenkomst van (gewezen) deelnemers bedraagt 65% van het maximaal te bereiken ouderdomspensioen dat is opgebouwd na 1 januari 2006, op basis van pensioengrondslag A en indien van toepassing 65% van het ouderdomspensioen dat is verkregen uit hoofde van de omzetting van het pensioenkapitaal. Op pensioendatum heeft de deelnemer de keuze om het partnerpensioen om te zetten in een hoger ouderdomspensioen of omgekeerd. Het wezenpensioen bedraagt voor één, twee, respectievelijk drie of meer kinderen 16%, 28% respectievelijk 36% van het behaalbaar partnerpensioen. Bij gehele of gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid vindt voortzetting van de pensioenopbouw plaats op basis van pensioengrondslag A en pensioengrondslag B. Het arbeidsongeschiktheidspensioen (AOP) bedraagt bij gehele of gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid maximaal 65% van de salarisgrondslag voor zover deze uitgaat boven de AOP-uitkeringsdrempel. De AOP- uitkeringsdrempel bedraagt het WIA maximum dagloon, zijnde 49.297,- per 1 januari 2011 en 50.065,- per 1 januari 2012. Indien en voor zover de kosten van de pensioenregeling niet hoger zijn dan 26,5% van de salarissom, draagt de deelnemer niet bij in de kosten van de pensioenregeling. De kosten voor aanvullend ANW-hiaat en kosten voor extra in te kopen pensioen komen geheel voor rekening van de werknemer. Aanvullende pensioenen: ANW-hiaatpensioen: 6.000,- of 12.000,- (optioneel). Extra pensioen: Indien en voor zover de in het reglement genoemde grenzen aan de pensioenopbouw niet wordt overschreden, kan een deelnemer voor eigen rekening aanvullende premies storten voor de opbouw van extra pensioen. Deze premies worden toegevoegd aan het pensioenkapitaal. Overgangsregeling: Voor werknemers die deelnemer waren in de zin van pensioenreglement 2003, kunnen de opgebouwde aanspraken worden overgedragen naar pensioenreglement 2006. Pensioenregeling 2003 De pensioenregeling 2003 is een zogenaamde eindloonregeling. De salarisgrondslag is het bij de werkgever geldelijk feitelijk verdiende salaris vermeerderd met de vakantietoeslag, vermeerderd met eventuele vaste uitkeringen uit hoofde van het dienstverband (o.a. ploegentoeslag). De eindsalarisgrondslag bedraagt de hoogste salarisgrondslag die voor de deelnemer gedurende de laatste 5 jaren van zijn deelnemerschap heeft gegolden. De pensioengrondslag is gelijk aan de eindsalarisgrondslag verminderd met een franchise van 11.543,- per 1 januari 2011 en 11.752,- per 1 januari 2012. Het maximum aantal deelnemingsjaren bedraagt 40 jaren. Het ouderdomspensioen gaat in beginsel in op 65 jaar. Deelnemers die in dienst waren per 31 december 1997 en op wie reglement 1998 van toepassing is geworden, verwerven tussen leeftijd 50 en 60 extra garantiejaren. Naast ouderdomspensioen kent pensioenregeling 2003 een tijdelijk ouderdomspensioen. Er bestaat de mogelijkheid om tussen 60 en 65 jaar met vervroegd ouderdomspensioen te gaan. Tevens bestaat de mogelijkheid om tussen 60 en 62 jaar met vervroegd tijdelijk pensioen te gaan. 18

Het partnerpensioen voor gehuwden, geregistreerde partners en ongehuwd samenwonenden met een samenlevingsovereenkomst van actieve deelnemers bedraagt 50% van de laatste pensioengrondslag op risicobasis. Het partnerpensioen voor gehuwden, geregistreerde partners en ongehuwd samenwonenden met een samenlevingsovereenkomst van gewezen deelnemers of gepensioneerden is het na omzetting van ouderdomspensioen gekozen partnerpensioen. Op pensioendatum heeft de deelnemer de keuze om het ouderdomspensioen om te zetten in een partnerpensioen. Het wezenpensioen bedraagt voor één, twee, respectievelijk drie of meer kinderen 8%, 14% respectievelijk 18% van de laatste pensioengrondslag. De premievrije pensioenaanspraken en ingegane pensioenen worden jaarlijks verhoogd met maximaal het percentage waarmee het consumentenprijsindexcijfer (CPI) alle huishoudens (afgeleid) is gestegen over de maanden oktober-oktober van het voorafgaande jaar, mits de behaalde rendementen toereikend zijn en de financiële positie van het fonds dit toelaat. Het toeslagpercentage zal evenwel niet hoger zijn dan het maximaal percentage van de Werkgever loonindex. Bij gehele of gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid vindt voortzetting van de pensioenopbouw tot 62 jaar plaats op basis van de eindsalarisgrondslag. Het arbeidsongeschiktheidspensioen (AOP) bedraagt bij gehele of gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid maximaal 65% van de salarisgrondslag voor zover deze uitgaat boven de AOP-uitkeringsdrempel. De AOP- uitkeringsdrempel bedraagt het WIA maximum dagloon, zijnde 49.297,- per 1 januari 2011 en 50.065,- per 1 januari 2012. Indien en voor zover de kosten van de pensioenregeling niet hoger zijn dan 26,5% van de salarissom, draagt de deelnemer niet bij in de kosten van de pensioenregeling. De kosten voor aanvullend ANW-hiaat en kosten voor extra in te kopen pensioen komen geheel voor rekening van de werknemer. Aanvullende pensioenen: ANW-hiaatpensioen: 6.000,- of 12.000,- (optioneel). Spaarjaren: Het maximaal in te kopen spaarpensioen is niet hoger dan een pensioen vastgesteld op basis van 40 dienstjaren minus bereikbare deelnemerstijd van de deelnemer. Pluspensioen: Ouderdomspensioen uit hoofde van beschikbare premieregeling. Premie 2011 De werkgever is gehouden jaarlijks bij Stichting Pensioenfonds De Fracties de bijdragen te storten ter financiering van de aanspraken zoals deze voortvloeien uit het pensioenreglement en zijn berekend naar de grondslagen zoals beschreven in de ABTN van Stichting Pensioenfonds De Fracties. De financiering geschiedt op basis van een doorsneepremie. De pensioenpremie is bepaald in overleg met de CAO-partijen en bedraagt 26,5% van de salarissom. In het premiepercentage is 1,5%-punt begrepen voor uitvoeringskosten. Indien de uitvoeringskosten hoger uitvallen dan 1,5%-punt, worden die kosten gedragen door het behaalde rendement of de ingelegde premie. De doorsneepremie wordt op regelmatige basis getoetst. Indien blijkt dat de vastgestelde premie niet langer toereikend of meer dan toereikend is, zal, de actuaris gehoord hebbende, bekeken worden in hoeverre de premie kan worden aangepast. Indien de kosten van de pensioenregeling het genoemde maximum overschrijden, treden de CAOpartijen in overleg. Indien de bijdragen niet voldoende zijn voor de financiering van de in het betreffende jaar toe te kennen pensioenaanspraken, is het bestuur bevoegd te besluiten om de pensioenopbouw in dat jaar met een voor iedere deelnemer gelijk percentage te verminderen. Hierbij wordt het bepaalde bij of krachtens artikel 134 Pensioenwet in acht genomen. Met ingang van 1 januari 2011 bedroeg de premie 26,5%. Met ingang van 1 januari 2012 bedraagt de premie ongewijzigd 26,5%. Financiële positie (dekkingsgraad, herstelplan en evaluatie) De dekkingsgraad van het pensioenfonds kwam als gevolg van de kredietcrisis eind 2008 onder het volgens de Pensioenwet kritieke niveau van het minimaal vereist eigen vermogen te liggen. Dit minimaal vereist eigen vermogen bedraagt voor een gemiddeld pensioenfonds circa 105%. Fondsspecifieke berekeningen van de actuaris laten zien dat het minimaal vereist eigen vermogen voor Stichting Pensioenfonds De Fracties Jaarverslag 2011 19

Stichting Pensioenfonds De Fracties eveneens 105% bedraagt. Met de toenmalige dekkingsgraad van 103,7% was eind 2008 daardoor niet alleen sprake van een zogenoemd reservetekort, maar zelfs van een dekkingstekort. Als een pensioenfonds een dekkingstekort heeft, moet op grond van artikel 140 van de Pensioenwet een kortetermijnherstelplan worden opgesteld. Pensioenfonds De Fracties heeft dit herstelplan, vergezeld van de daarbij verplichte continuïteitsanalyse, op 26 maart 2009 bij DNB ingediend. Op 3 juli 2009 heeft het pensioenfonds hierop een schriftelijke reactie van DNB ontvangen, waarin DNB aangeeft hiermee in te stemmen. DNB was van oordeel dat het ingediende herstelplan concreet en haalbaar is. Gelet op de ernst van de crisis mochten pensioenfondsen overigens gebruik maken van de mogelijkheid om het noodzakelijke herstel niet binnen drie (de wettelijke termijn), maar vijf jaar te realiseren. Ook pensioenfonds De Fracties heeft van die mogelijkheid gebruik gemaakt. Dit betekent dat het pensioenfonds uiterlijk aan het einde van het jaar 2013 een dekkingsgraad van ten minste 105% moet hebben. De dekkingsgraad van het pensioenfonds bedroeg eind 2010 113,2%. Aangezien deze dekkingsgraad boven het minimaal vereist eigen vermogen van 105% lag, was er op dat moment geen sprake van een dekkingstekort. Wel was er nog sprake van een zogenoemd reservetekort. Dat is het geval als de dekkingsgraad lager ligt dan het vereist eigen vermogen. De berekening van het vereist eigen vermogen volgt uit het Financieel Toetsingskader (FTK) dat onderdeel uitmaakt van de Pensioenwet. Het vereist eigen vermogen verschilt van pensioenfonds tot pensioenfonds en de hoogte ervan hangt in belangrijke mate af van het beleggingsbeleid van een fonds en de risico s die daarin besloten liggen. Het vereist eigen vermogen van Stichting Pensioenfonds De Fracties bedroeg eind 2010 120,0%. Zo lang er sprake is van een reservetekort blijft een door het pensioenfonds bij DNB ingediend herstelplan van kracht en moet dit herstelplan ook jaarlijks door het bestuur worden geëvalueerd. Over die evaluatie heeft het bestuur in februari 2011 een terugkoppeling verstrekt aan DNB. Overzicht dekkingsgraden Stichting Pensioenfonds De Fracties 140 130 120 115,8 121,4 122,4 120,4 110,7 113,2 120,7 120,3 110 104,6 102,4 100 100,3 97,5 90 80 1ste kw. 2009 2de kw. 2009 3de kw. 2009 4de kw. 2009 1ste kw. 2010 2de kw. 2010 3de kw. 2010 4de kw. 2010 1ste kw. 2011 2de kw. 2011 3de kw. 2011 4de kw. 2011 Verloop dekkingsgraad Minimaal vereist vermogen (105%) Vanaf het dekkingsgraadniveau aan het begin van het verslagjaar van 113,2% liet de dekkingsgraad aanvankelijk een herstel zien, echter in de loop van 2011 trad wederom een kentering hierin op. Dit was met name gelegen in de fors gedaalde rente. Hierdoor ontstond er een forse daling van de dekkingsgraad, die ultimo september 2011 tot onder de minimaal vereiste dekkingsgraad van 105% daalde tot 97,5%. Aangezien het pensioenfonds vanaf dat moment weer in een situatie van dekkingstekort terecht kwam, heeft het bestuur DNB hierover op 14 oktober 2011 schriftelijk in kennis gesteld. DNB heeft vervolgens op 2 november 2011 schriftelijk aangegeven welke acties zij van het pensioenfonds verwacht als gevolg van het ontstaan van het dekkingstekort. Formeel was het 20

in 2009 ingediende (oude) kortetermijnherstelplan inmiddels beëindigd omdat het pensioenfonds meer dan drie kwartalen geen dekkingstekort kende. Het fonds werd door DNB echter in de gelegenheid gesteld om dit oude kortetermijnherstelplan met een looptijd tot eind 2013 opnieuw te gebruiken, maar het bestuur heeft besloten om per 30 september 2011 een nieuw kortetermijn- en langetermijnherstelplan op te stellen. Bij de opstelling daarvan heeft het pensioenfonds gebruik gemaakt van de nieuwe parameters zoals opgenomen in artikel 23b van het Besluit Financieel Toetsingskader Pensioenfondsen. Verder is uitgegaan van een minimum vereist eigen vermogen van het pensioenfonds van 5% van de voorziening pensioenverplichtingen. Het vereiste eigen vermogen op 30 september 2011 is vastgesteld op 18,5% van de voorziening pensioenverplichtingen. De voor dit nieuwe herstelplan gehanteerde startdekkingsgraad bedraagt 97,5%. De hersteltermijn voor de opheffing van het dekkingstekort bedraagt 3 jaar en voor de opheffing van het reservetekort 12 jaar. Hierbij is dus rekening gehouden met de reeds verstreken drie jaar van het oude herstelplan uit 2009. In het herstelplan 2011 wordt uitgegaan van de volgende herstelmaatregelen: Zolang er sprake is van een dekkingstekort worden er geen toeslagen toegekend aan zowel de actieve als de inactieve deelnemers. Dit is in overeenstemming met het toeslagbeleid zoals verwoord in de ABTN; Zolang er sprake is van een reservetekort worden er eveneens geen toeslagen toegekend aan zowel de actieve als de inactieve deelnemers. Dit betreft een wijziging van het bestaande toeslagbeleid en heeft tot doel het herstel van de financiële positie van het pensioenfonds voorrang te geven boven het verlenen van toeslagen. Het niet verlenen van toeslagen prevaleert boven het korten van pensioenaanspraken. Het bestuur is van mening hiermee voldoende invulling te hebben gegeven aan een evenwichtige belangenbehartiging ten aanzien van alle deelnemers in het pensioenfonds; Het pensioenfonds hanteert ongewijzigd een doorsneepremie van 26,5% van de salarissom (inclusief de beschikbare premieregeling). De doorsneepremie is kostendekkend en draagt eveneens bij aan de herstelkracht van het pensioenfonds. Dit conform de eis dat de premie bij pensioenfondsen die in een situatie van onderdekking verkeren, dient bij te dragen aan het herstel van de dekkingsgraad. Het bestuur heeft zowel het kortetermijn- als het langetermijnherstelplan, vergezeld van de daarbij verplichte continuïteitsanalyse, op 12 december 2011 bij DNB ingediend. Op 7 februari 2012 heeft het pensioenfonds hierop een schriftelijke reactie van DNB ontvangen, waarin DNB aangeeft hiermee in te stemmen. DNB is van oordeel dat het ingediende herstelplan concreet en haalbaar is. Wijziging van de actuariële grondslagen In 2011 zijn geen besluiten genomen ten aanzien van eventuele wijzigingen van de actuariële grondslagen. Voor een gedetailleerde beschrijving van de gehanteerde grondslagen wordt verwezen naar pagina 41 van dit jaarverslag. Toeslagbeleid Stichting Pensioenfonds De Fracties kent een voorwaardelijk toeslagbeleid waarbij, afhankelijk van de financiële positie, jaarlijks per 1 januari toeslagen kunnen worden verleend. Voor deze jaarlijkse toeslagverlening is geen bestemmingsreserve gevormd en wordt geen expliciete premie betaald. De jaarlijkse toeslag wordt gefinancierd uit het geheel van aanwezige middelen, rendementen en premie-inkomsten. De toeslagruimte is een percentage dat door het bestuur van Stichting Pensioenfonds De Fracties wordt vastgesteld op basis van een beleidsstaffel afhankelijk van de hoogte van de dekkingsgraad in enig jaar. De toeslagverlening is niet van toepassing op het pensioenkapitaal als bedoeld in artikel 2.4 van pensioenreglement 2006. Bij de toeslagverlening wordt onderscheid gemaakt tussen de actieve deelnemers en de inactieve deelnemers (gewezen deelnemers en gepensioneerden). Uitgangspunt voor de jaarlijkse toeslagverlening aan de actieve deelnemers is de werkgever loonindex. Het bestuur heeft in het verslagjaar, de actuaris gehoord hebbende, besloten om gezien de financiële positie van het pensioenfonds de rechten van de actieve deelnemers per 1 januari 2011 met 0,91% te verhogen. Uitgangspunt voor de jaarlijkse toeslagverlening aan de inactieve deelnemers is de procentuele verhoging van het consumentenprijsindexcijfer (CPI) voor alle huishoudens (afgeleid), zoals dit wordt berekend door het Centraal Bureau voor de Stichting Pensioenfonds De Fracties Jaarverslag 2011 21