Instructie voor de afname

Vergelijkbare documenten
4.1 Het uitdelen van de antwoordbladen en de testboekjes.

Groep Inleiding. 2. Het invullen van leerling informatie. 3. Maken van voorbeelden voor de testafname

Instructies voor de testafname Groep 6

Instructies voor de testafname Groep 4

Instructies voor de testafname Groep 5

NSCCT. Instructies voor de testafname. Groep NIET SCHOOLSE COGNITIEVE CAPACITEITEN TEST

Instructies voor de testafname Groep 4

Testboekje voor groep 4

Instructie taakspecifieke vragenlijst + observatie

Instructies Vragenlijst leerlingen: algemeen

Cognitieve vaardigheidstest (Covaar) voor anderstalige nieuwkomers e.a. Handleiding

LES: Wie van de drie?

Meesterwerk. Harrie Meinen

LES: Waslijn. BENODIGDHEDEN Per leerling werkblad Stapjes maken (zie p. 5) potlood en gum AFBEELDING SPELLETJE

Vragenlijst naar effect van geluidsapparatuur

Instructie voor Docenten. Hoofdstuk B2 WERKEN MET GETALLEN

LES: Snelle sommen. BENODIGDHEDEN Per leerling werkblad Snelle stappen (zie p. 5) potlood, 2 verschillende kleurpotloden, gum AFBEELDING SPELLETJE

Waarom ga je schrijven: Nieuwsbegripfilmpje kijken. Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht over Egypte

Deel C. Breuken. vermenigvuldigen en delen

Handleiding voor de afname van de toetsen begrijpend lezen BL BL BL 3.11 (einde derde leerjaar / begin vierde leerjaar)

Wie ben jij? HANDLEIDING

Handleiding en opgaven niveau AA. Opgave 1: Samen

Werkstuk. En natuurlijk ook spreekbeurt. Gemaakt door: Dimanida Kemkievelden Groep 7abcd

optellen 1 Doel: plaats bepalen op de getallenlijn 2 Doel: optellen met de rekentekens + en 3 Doel: optellen van concreet naar abstract Herhalen

De ontwikkelde materialen per unit.

Elke groep van 3 leerlingen heeft een 9 setje speelkaarten nodig: 2 t/m 10, bijvoorbeeld alle schoppen, of alle harten kaarten.

LES: Wie van de drie? 2

LES: Toverboek 2. BENODIGDHEDEN Per leerling werkblad Tover een getal (zie p. 5) potlood en gum AFBEELDING SPELLETJE

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken

Grafieken jaar. Rekenles over het maken van grafieken. Rekenen. 60 minuten. Weerstation, data, grafieken

LES: Vallende sommen. BENODIGDHEDEN Per leerling werkblad "Groter of kleiner" (zie p. 5) potlood en gum AFBEELDING SPELLETJE

Handvaardigheid De Regenboog Woudhuis - Osseveld 5/6 7/8

Dag jongens en meisjes,

LES: Snelle sommen 2. BENODIGDHEDEN Per leerling werkblad Snelle stappen (zie p. 5) potlood, 2 verschillende kleurpotloden, gum AFBEELDING SPELLETJE

titel/kopje/plaatje Ik denk aan: Dit weet ik er al over:

Handleiding voor de afname van de toets wiskunde BW 3.11 (einde derde leerjaar / begin vierde leerjaar)

LES: Vallende sommen 3

Leestekst Een kus op een been

INSTRUCTIES EXAMINATOR

Auteur: Mirjam Wind, docent en coördinator NT2, Educatie Video s: Gabe Dijkstra en Rick Biemolt, studenten Alfa-college, MultiMedia en Design

Welkom bij: Grip op gedrag:

LES: Getallenmuurtje 2

Dag jongens en meisjes,

LES: Getallenmuurtje. BENODIGDHEDEN Per leerling werkblad Kies twee blokjes (zie p. 5) potlood en gum AFBEELDING SPELLETJE

Werkblad: Vind me dan

OPBOUW ZELFSTANDIGE BASISHOUDING BIJ KINDEREN

Kijk na! Buiten spelen

Nederlands in Uitvoering

Reis naar andere hemellichamen

Thema: Nieuw biljet van vijf euro. Handleiding en opgaven niveau A2. Opgave 1: Samen

Huiswerk op de Sint Josephschool.

Dienstverlenende werkzaamheden Les 4

Stappenplan voor het maken van een presentatie

LES: Betaal gepast. BENODIGDHEDEN Per leerling werkblad Munten of briefjes (zie p. 5) potlood en gum AFBEELDING SPELLETJE

Kernvraag: Hoe kun je dingen warm houden?

LES: Getallenfabriek 2

TAFELTASJE. Tafeltasje is een rugzak met daarin allemaal leuke spelletjes om de maal- en deeltafels in te oefenen. juf Tessa

Handleiding. UNICEF Handleiding lessuggestie Schoolplein groep 3-4. Schoolplein

Handleiding voor de afname van de toetsen wiskunde BW 5.11 en BW 5.21 (einde vijfde leerjaar / begin zesde leerjaar)

Deel A. Breuken vergelijken

HOEKENWERK WISKUNDE GEHELE GETALLEN

Wat schrijf je en voor wie: een gedicht voor op een. Hoe pak je het schrijven van een gedicht aan?

Leerlinghandleiding bij de ESLC toetsmodule [NL]

Begrijpend lezen. E i n d s i g n a l e r i n g k e r n 1 1. Inhoud De Eindsignalering bestaat uit de volgende toetsen:

LES: Betaal gepast 2. inzicht ontwikkelen in deelbaarheid en factoren van getallen. BENODIGDHEDEN Per leerling

Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen

LES: Eerlijk verdelen

Waarom ga je schrijven: Nieuwsbegripfilmpje kijken. Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht over Egypte

Hoe gaat het in groep 1/2 b

Werken aan opbrengstbewust onderwijs

LES: Vallende sommen 2

Fiche 2: Proactieve klasmanagementstrategieën

Marcus 14,22 Jezus deelt zichzelf uit aan zwakke mensjes

LES: Groepjes maken 2

HET ALLERMOOISTE LIEVELINGSGETAL Marisca Milikowski

Werkstukken maken op PCBO-Het Mozaiek Groep 6

Roel$&$Sandra$van$Heel$ Basielhof$65$ 4907$AH$Oosterhout$ T$06$21$390$312$$ W$ Pagina$. 1$van$. .

Handleiding voor de afname van de toets wiskunde BW 1.11 (einde eerste leerjaar / begin tweede leerjaar)

Uitleg bij de spellingskaartjes.

Afnameprotocol - Oneven Groep

Voorbeeld actiepunten Aandachtspunt = bevorderen van interactie tussen kinderen tijdens de evaluatie van de les

Thema: Weekblad Donald Duck 60 jaar. Handleiding en opgaven niveau A1. Opgave 1: Samen

NAAM: Dag jongens en meisjes,

Behandel een kind zoals die is, en het zal zo blijven. Behandel het kind zoals het kan zijn, en het zal zo worden.

SPOT EEN JOB! Later wil ik worden. Inhoud. Doelgroep. Vakgebied. Materialen. Doelen STERKE SCHAKELS

Prezi les 1: Website:

Handleiding. Toets Nederlands leesvaardigheid

ACTIVITEITEN GROEP 3 en 4

Lesideeën beroepenkaarten WERKEND NEDERLANDS

Instructieblad. 4.1 Gegevens invullen

Ga aan de slag met de hoedjes van Edward de Bono. The 6 thinking heads.

Nationaal Gevangenismuseum Gevangen in beeld

Reflectiekaart. Wat moeten ze kunnen/kennen: Evacuatieregels toepassen bij brandalarm op school.

Zonnepanelen op school. Team 1: Meten Onderzoek naar de opbrengst van zonnepanelen. Jullie gaan meten wat zonnepanelen aan energie opbrengen

Lesbrief bij Een caravan in de winter van Louisa van der Pol

LESPLANNEN GS-HOLOCAUST

Variabelen in enveloppen

Zintuigen. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Feedback Project Ergonomisch Ontwerpen

Transcriptie:

Instructie voor de afname Groep 4 1. Inleiding De test voor groep 4 bestaat uit vijf onderdelen. Elk onderdeel begint met een nieuwe instructie. Deze instructies staan weliswaar in de testboekjes, maar moeten klassikaal behandeld worden. De algemene instructie duurt (inclusief het uitdelen van de boekjes en de antwoordbladen) maximaal 10 minuten. Per taak is verder ongeveer 2 minuten instructie nodig. De leerlingen hebben voor alle taken precies 10 minuten. Deze tijden moeten nauwkeurig worden aangehouden. Gebruik bij de afname uw horloge of een stopwatch. Mogelijk hebben zwakke leerlingen extra instructie nodig. Leerlingen die veel eerder klaar zijn, mogen stil lezen. Wilt U erop toezien dat alle leerlingen tegelijk met een nieuwe taak beginnen? Snelle leerlingen mogen niet alvast met een nieuwe taak beginnen! Leerlingen van groep 4 hebben soms moeite met het omzetten van hun antwoord via letters (A, B, C, en D) op een antwoordblad. Daarom loont het de moeite om deze leerlingen enkele dagen voor de afname van de NSCCT de groep 4 oefentoets te laten maken. Deze vindt U op www.nscct.nl onder Voorbeelden. Hier vindt U tevens een power point presentatie, die U kunt gebruiken voor klassikale instructie via het digitale schoolbord of een beamer. 2. Het invullen van leerling informatie op het antwoordblad De namen, geboorte datum, afname datum, sekse en het leerling gewicht (het linker deel van het antwoordblad) kan de school te voren op de antwoordbladen printen (met de gratis tools op de website). Indien dit printen niet mogelijk is, dan moet iemand van de school de leerling-gegevens met duidelijke blokletters invullen. Het is af te raden om de gegevens door de leerlingen zelf in te laten vullen, alleen als het echt niet anders kan. U moet dan wel zeer goed controleren of de leerlingen dat duidelijk en netjes doen. Aan de verwerking van handgeschreven antwoordbladen zijn meerkosten verbonden. Indien U zelf antwoordbladen print dan moet u dat op 100% doen en een goede laserprinter gebruiken. Voordat de ingevulde antwoordbladen naar het antwoordnummer van GION/RuG worden geretourneerd moet de leerkracht of de schooladministratie controleren of alles netjes is ingevuld. 3. Maken van voorbeelden voor de testafname Vooraf wordt eerst een algemene instructie gegeven met voorbeelden. - U schrijft de voorbeelden A en B voor de testafname begint op het bord (zie 4.2). - U zorgt ervoor dat iedere leerling een zacht zwart potlood/pen of een zwarte pen heeft. - U zorgt ervoor dat de leerlingen in toets-opstelling aan een opgeruimde tafel zitten en rustig individueel kunnen werken. Ze mogen niet bij elkaar afkijken. Op hun werkblad mag niets anders liggen dan een zwart potlood/pen of een zwarte pen. De antwoordrondjes moeten duidelijk zwart worden.

4. De testafname 4.1 Het uitdelen van de antwoordbladen en de testboekjes. U zegt het volgende: We gaan een toets maken met allemaal leuke denkspelletjes. Ik deel de antwoordbladen en de opgavenboekjes uit. Controleer even of je naam op het antwoordblad staat (of geef instructie hoe ze het moeten invullen). Nu deelt U de antwoordbladen en de opgavenboekjes uit. De leerlingen moeten hun naam controleren zodat ze het juiste antwoordblad voor zich hebben. (Wanneer ze hun eigen gegevens moeten invullen zorg dan dat ze netjes en duidelijk schrijven, controleer dit dan wanneer U door de klas loopt. Veel leerlingen hebben moeite met hun geboorte datum, stel ze daarom vragen als: Wanneer ben je jarig?, in welk jaar ben je geboren? en hoe oud ben je? ). U controleert tijdens het uitdelen of alle leerlingen beschikken over een zacht zwart potlood/pen of een zwarte pen. Dit staat in het opgaveboekje. Controleer op het antwoordformulier of het klopt. Vraag maar aan de meester of de juf als je het niet weet. 4.2 De eerste instructie U zegt het volgende: In het opgaveboekje staan vijf taken met verschillende opgaven. Deze taken gaan we straks één voor één maken. Eerst maken we de twee voorbeelden die op het bord staan. Je moet antwoord geven door het rondje onder de A, B, C of D op het antwoordblad zwart te maken. In het boekje mag je niet schrijven. U behandelt nu de voorbeelden van het bord. A B C D a. 4-4 - 4-1 3 4 5 Voor de streep zie je drie getallen. Op de stippeltjes moet ook een getal staan. Achter de streep staan vier getallen. Eén van deze getallen moet op de stippeltjes voor de streep worden ingevuld. Welk getal is dat? Juist, het antwoord: 4. Op het antwoordblad moet je dus het rondje onder de C zwart maken. Dus zo: Doe het nu zelf op het antwoordblad! Als je denkt dat je je vergist hebt, mag je dat verbeteren door er een kruis door te zetten en het goede antwoord duidelijk zwart te maken.

We doen nog een voorbeeld. C is het antwoord! Welk plaatje hoort in dit rijtje niet thuis? Juist, het vierkantje. Welke letter staat er boven het vierkantje? De B, vul maar in op het antwoordblad. U vraagt nu of iedereen het begrepen heeft en zegt dan: We gaan zo met de vijf taken beginnen. Iedere taak heeft een aantal opgaven en een voorbeeld vooraf. Voor elke taak krijgen jullie 10 minuten. In elke taak zitten gemakkelijke en moeilijke opgaven. Als je een opgave niet zo gauw weet, geef dan het antwoord dat je denkt dat het beste is. Het is belangrijk dat je probeert alle opgaven te maken. Als je klaar bent met de laatste opgave (Einde Taak 1) dan wacht je met verder gaan totdat ik dat zeg. Als ik zeg: begin, dan begin je ook direct. Als ik zeg: stop, dan leg je direct je potlood/pen of pen neer. We beginnen nu met de eerste taak. Doe je boekje open op bladzijde 1. Laat je potlood/pen of pen nog even liggen. 4.3. De instructies bij de vijf onderdelen Elk onderdeel begint met een voorbeeld. U behandelt eerst dit voorbeeld. U gaat na of iedereen het begrepen heeft en of ze weten hoe ze hun antwoord moeten aangeven op het antwoordblad. U geeft zo nodig nog eens extra uitleg. (Voor de tekst bij de voorbeelden, zie testboekje) Belangrijk 1. Aan het begin van elk onderdeel (Taak) vraagt u de leerlingen hun potlood/pen neer te leggen om naar uw uitleg te luisteren. Aan het eind van iedere taak staat onderaan de bladzijde dat de leerlingen moeten wachten met verdergaan totdat dit gezegd wordt. 2. Bij elke nieuwe taak staat Start Taak... U moet ook het paginanummer zeggen. 3. U zegt, nadat het voorbeeld behandeld is: Begin nu met de opgaven. Ga niet verder dan waar Einde Taak.. staat. U zegt daarbij ook het paginanummer.

4. Bij elke taak geeft u aan wanneer de helft van de tijd is verstreken. Trage leerlingen kunt u trachten sneller te laten werken door ze dit expliciet te zeggen of ze aan te raden bij opgaven waarvan ze het antwoord niet zeker weten het antwoord te kiezen dat ze het beste vinden. 5. Bij elk onderdeel zegt u, als de tijd verstreken is: leg nu allemaal je potlood/pen neer en luister weer goed naar wat ik ga zeggen. 4.4. Tijdens de afname 1. U observeert tijdens de afname de klas. U controleert regelmatig of de leerlingen de antwoorden op de juiste wijze geven op het antwoordblad, vooral of ze hun antwoord bij de het juiste vraagnummer geven. U let erop dat foute antwoorden goed worden verbeterd. 2. Als een leerling tracht af te kijken, kunt u reageren met algemene opmerkingen in de trant van: Je kunt het best zelf. 3. Als een leerling om hulp vraagt bij de oplossing van een opgave kunt u neutraal reageren met bijvoorbeeld Doe maar wat jij denkt dat goed is. 4. Als een leerling voor een onderdeel eerder klaar is, mag hij/zij beslist niet verder gaan. U let erop dat deze leerling niet de andere leerlingen gaat afleiden. U laat ze hun antwoorden nog eens goed nakijken en daarna eventueel stil lezen. Planten verzorgen, dammen, tekenen, boeken ruilen, bord schoonmaken e.d. kunnen niet worden toegestaan. Houdt U de leerlingen precies aan de tijden van elke taak. Deze zijn respectievelijk: Einde Taak 1 : 10 minuten pagina 8 Taak 2 : 10 minuten pagina 12 Taak 3 : 10 minuten pagina 13 Taak 4 : 10 minuten pagina 16 Taak 5 : 10 minuten pagina 23 Bij elke taak zegt u wanneer de helft van de tijd voorbij is. 5. Eind van de afname Aan het eind van de laatste taak beëindigt u de testafname als volgt: We zijn klaar. Leg je potlood/pen of pen neer. Ik kom het antwoordblad en het opgavenboekje nu bij je ophalen. Je mag niets meer invullen.

Groep 5 1. Inleiding De test voor groep 5 bestaat uit vijf onderdelen. Elk onderdeel begint met een nieuwe instructie. Deze instructies staan weliswaar in de testboekjes, maar moeten klassikaal behandeld worden. Deze algemene instructie duurt maximaal 5 minuten. Per taak is verder ongeveer 2 minuten instructie nodig. De leerlingen hebben voor de eerste 3 taken 8 minuten per taak en voor taak 4 en 5, elk 10 minuten. Gebruik bij de afname uw horloge of een stopwatch. Mogelijk hebben zwakke leerlingen extra instructie nodig. Leerlingen die veel eerder klaar zijn, mogen stil lezen. Wilt U erop toezien dat alle leerlingen tegelijk met een nieuwe taak beginnen? Snelle leerlingen mogen niet alvast met een nieuwe taak beginnen! Leerlingen van groep 5 hebben soms moeite met het omzetten van hun antwoord via letters (A, B, C, en D) op een antwoordblad. Daarom loont het de moeite om deze leerlingen enkele dagen voor de afname van de NSCCT de oefentoets te laten maken (is ook geschikt voor groep 5). Deze vindt U op www.nscct.nl onder Voorbeelden. Hier vindt U tevens een power point presentatie, die U kunt gebruiken voor klassikale instructie via het digitale schoolbord of een beamer. 2. Het invullen van leerling informatie De namen, geboorte datum, afname datum, sekse en het leerling gewicht (het linker deel van het antwoordblad) kan de school te voren op de antwoordbladen printen (met de gratis tools op de website). Indien dit printen niet mogelijk is, dan moet iemand van de school de leerling-gegevens met duidelijke blokletters invullen. Het is af te raden om de gegevens door de leerlingen zelf in te laten vullen, alleen als het echt niet anders kan. U moet dan wel zeer goed controleren of de leerlingen dat duidelijk en netjes doen. Aan de verwerking van handgeschreven antwoordbladen zijn meerkosten verbonden. Indien U zelf antwoordbladen print dan moet u dat op 100% doen en een goede laserprinter gebruiken. Voordat de ingevulde antwoordbladen naar het antwoordnummer van GION/RuG worden geretourneerd moet de leerkracht of de schooladministratie controleren of alles netjes is ingevuld. 3. Maken van voorbeelden voor de testafname Vooraf wordt eerst een algemene instructie gegeven met voorbeelden. - U schrijft de voorbeelden A en B voor de testafname begint op het bord (zie instructie groep 4 4.2). - U zorgt ervoor dat iedere leerling een zacht zwart potlood/pen of een zwarte pen heeft. - U zorgt ervoor dat de leerlingen in toets-opstelling aan een opgeruimde tafel zitten en rustig individueel kunnen werken. Ze mogen niet bij elkaar afkijken. Op hun werkblad mag niets anders liggen dan een zwart potlood/pen of een zwarte pen. De antwoordrondjes moeten duidelijk zwart worden.

4. De testafname 4.1 Het uitdelen van de antwoordbladen en de testboekjes. U zegt het volgende: We gaan een toets maken met allemaal leuke denkspelletjes. Ik deel de antwoordbladen en de opgavenboekjes uit. Controleer even of je naam op het antwoordblad staat (of geef instructie hoe ze het moeten invullen). Nu deelt U de antwoordbladen en de opgavenboekjes uit. De leerlingen moeten hun naam controleren zodat ze het juiste antwoordblad voor zich hebben. (Wanneer ze hun eigen gegevens moeten invullen zorg dan dat ze netjes en duidelijk schrijven, controleer dit dan wanneer U door de klas loopt. Veel leerlingen hebben moeite met hun geboorte datum, stel ze daarom vragen als: Wanneer ben je jarig?, in welk jaar ben je geboren? en hoe oud ben je? ). U controleert tijdens het uitdelen of alle leerlingen beschikken over een zacht zwart potlood/pen of een zwarte pen. Dit staat in het opgaveboekje. Controleer op het antwoordformulier of het klopt. Vraag maar aan de meester of de juf als je iets niet weet. 4.2 De eerste instructie U zegt het volgende: In het opgaveboekje staan vijf taken met verschillende opgaven. Deze taken gaan we straks één voor één maken. Eerst maken we de twee voorbeelden die op het bord staan. Je moet antwoord geven door het rondje onder de A, B, C of D op het antwoordblad zwart te maken. In het boekje mag je niet schrijven. U behandelt nu de voorbeelden van het bord. A B C D a. 4-4 - 4-1 3 4 5 Voor de streep zie je drie getallen. Op de stippeltjes moet ook een getal staan. Achter de streep staan vier getallen. Eén van deze getallen moet op de stippeltjes voor de streep worden ingevuld. Welk getal is dat? Juist, het antwoord: 4. Op het antwoordblad moet je dus het rondje onder de C zwart maken. Dus zo: Doe het nu zelf op het antwoordblad!

Als je denkt dat je je vergist hebt, mag je dat verbeteren door er een kruis door te zetten en het goede antwoord duidelijk zwart te maken. C is het antwoord! We doen nog een voorbeeld. Welk plaatje hoort in dit rijtje niet thuis? Juist, het vierkantje. Welke letter staat er boven het vierkantje? De B, vul maar in op het antwoordblad. U vraagt nu of iedereen het begrepen heeft en zegt dan: We gaan zo met de vijf taken beginnen. Iedere taak heeft een aantal opgaven. Voor elke taak krijgen jullie ongeveer 10 minuten, ik zeg voor de taak hoeveel minuten precies. In elke taak zitten gemakkelijke en moeilijke opgaven. Als je een opgave niet zo gauw weet, geef dan het antwoord dat je denkt dat het beste is. Het is belangrijk dat je probeert alle opgaven te maken. Als je klaar bent met de laatste opgave (Einde Taak 1) dan wacht je met verder gaan totdat ik dat zeg. Als ik zeg: begin, dan begin je ook direct. Als ik zeg: stop, dan leg je direct je potlood/pen neer. We beginnen nu met de eerste taak. Doe je boekje open op bladzijde 1. Laat je potlood/pen nog even liggen. 4.3. De instructies bij de vijf onderdelen Elk onderdeel begint met een voorbeeld. U behandelt eerst dit voorbeeld. U gaat na of iedereen het begrepen heeft en of ze weten hoe ze hun antwoord moeten aangeven op het antwoordblad. U geeft zo nodig nog eens extra uitleg. (Voor de tekst bij de voorbeelden, zie testboekje) Belangrijk

1. Aan het begin van elk onderdeel (Taak) vraagt u de leerlingen hun potlood/pen neer te leggen om naar uw uitleg te luisteren. Aan het eind van iedere taak staat onderaan de bladzijde dat de leerlingen moeten wachten met verdergaan totdat dit gezegd wordt. 2. Bij elke nieuwe taak staat Start Taak... U moet ook het paginanummer zeggen. 3. U zegt, nadat het voorbeeld behandeld is: Begin nu met de opgaven. Ga niet verder dan waar Einde Taak.. staat. U zegt daarbij ook het paginanummer. 4. Bij elke taak geeft u aan wanneer de helft van de tijd is verstreken. Trage leerlingen kunt u trachten sneller te laten werken door ze dit expliciet te zeggen of ze aan te raden bij opgaven waarvan ze het antwoord niet zeker weten het antwoord te kiezen dat ze het beste vinden. 5. Bij elk onderdeel zegt u, als de tijd verstreken is: leg nu allemaal je potlood/pen of pen neer en luister weer goed naar wat ik ga zeggen. 4.4. Tijdens de afname 1. U observeert tijdens de afname de klas. U controleert regelmatig of de leerlingen de antwoorden op de juiste wijze geven op het antwoordblad, vooral of ze hun antwoord bij de het juiste vraagnummer geven. U let erop dat foute antwoorden goed worden verbeterd. 2. Als een leerling tracht af te kijken, kunt u reageren met algemene opmerkingen in de trant van: Je kunt het best zelf. 3. Als een leerling om hulp vraagt bij de oplossing van een opgave kunt u neutraal reageren met bijvoorbeeld Doe maar wat jij denkt dat goed is. 4. Als een leerling voor een onderdeel eerder klaar is, mag hij/zij beslist niet verder gaan. U let erop dat deze leerling niet de andere leerlingen gaat afleiden. U laat ze hun antwoorden nog eens goed nakijken en daarna eventueel stil lezen. Planten verzorgen, dammen, tekenen, boeken ruilen, bord schoonmaken e.d. kunnen niet worden toegestaan. Houdt U de leerlingen precies aan de tijden van elke taak. Deze zijn respectievelijk: Einde Taak 1 : 8 minuten pagina 7 Taak 2 : 8 minuten pagina 11 Taak 3 : 10 minuten pagina 13 Taak 4 : 10 minuten pagina 17 Taak 5 : 10 minuten pagina 23 Bij elke taak zegt u wanneer de helft van de tijd voorbij is. 5. Eind van de afname Aan het eind van de laatste taak beëindigt u de testafname als volgt: We zijn klaar. Leg je potlood/pen of pen neer. Ik kom het antwoordblad en het opgavenboekje nu bij je ophalen. Je mag niets meer invullen.

Groep 6 1. Inleiding De test voor groep 6 bestaat uit vijf onderdelen. Elk onderdeel begint met een nieuwe instructie. Bij groep 6 bestaan de onderdelen Categorieën en Analogieën (Taak 4 en 5) uit een verbale en een figurale versie met elk een aparte instructie. Deze instructies staan weliswaar in de testboekjes, maar moeten klassikaal behandeld worden. De algemene instructie duurt (inclusief het uitdelen van de boekjes en de antwoordbladen) maximaal 10 minuten. Per taak is verder ongeveer 2 minuten instructie nodig. De leerlingen hebben voor alle taken precies 10 minuten. Deze tijden moeten nauwkeurig worden aangehouden. Gebruik bij de afname uw horloge of een stopwatch. Mogelijk hebben zwakke leerlingen extra instructie nodig. Leerlingen die veel eerder klaar zijn, mogen stil lezen. Wilt U erop toezien dat alle leerlingen tegelijk met een nieuwe taak beginnen? Snelle leerlingen mogen niet alvast met een nieuwe taak beginnen! Op www.nscct.nl vindt U onder voorbeelden een powerpoint presentatie, die U kunt gebruiken voor klassikale instructie via het digitale schoolbord of een beamer. 2. Het invullen van leerling informatie De namen, geboorte datum, afname datum, sekse en het leerling gewicht (het linker deel van het antwoordblad) kan de school te voren op de antwoordbladen printen (met de gratis tools op de website). Indien dit printen niet mogelijk is, dan moet iemand van de school de leerling-gegevens met duidelijke blokletters invullen. Het is af te raden om de gegevens door de leerlingen zelf in te laten vullen, alleen als het echt niet anders kan. U moet dan wel zeer goed controleren of de leerlingen dat duidelijk en netjes doen. Aan de verwerking van handgeschreven antwoordbladen zijn meerkosten verbonden. Indien U zelf antwoordbladen print dan moet u dat op 100% doen en een goede laserprinter gebruiken. Voordat de ingevulde antwoordbladen naar het antwoordnummer van GION/RuG worden geretourneerd moet de leerkracht of de schooladministratie controleren of alles netjes is ingevuld. 3. Maken van voorbeelden voor de testafname Vooraf wordt eerst een algemene instructie gegeven met voorbeelden. - U schrijft de voorbeelden A en B voor de testafname begint op het bord (zie groep 4 4.2). - U zorgt ervoor dat iedere leerling een zacht zwart potlood/pen of een zwarte pen heeft. - U zorgt ervoor dat de leerlingen in toets-opstelling aan een opgeruimde tafel zitten en rustig individueel kunnen werken. Ze mogen niet bij elkaar afkijken. Op hun werkblad mag niets anders liggen dan een zwart potlood/pen of een zwarte pen. De antwoordrondjes moeten duidelijk zwart worden.

4. De testafname 4.1 Het uitdelen van de antwoordbladen en de testboekjes. U zegt het volgende: We gaan een toets maken met allemaal leuke denkspelletjes. Ik deel de antwoordbladen en de opgavenboekjes uit. Controleer even of je naam op het antwoordblad staat (of geef instructie hoe ze het moeten invullen). Nu deelt U de antwoordbladen en de opgavenboekjes uit. De leerlingen moeten hun naam controleren zodat ze het juiste antwoordblad voor zich hebben. (Wanneer ze hun eigen gegevens moeten invullen zorg dan dat ze netjes en duidelijk schrijven, controleer dit dan wanneer U door de klas loopt. Veel leerlingen hebben moeite met hun geboorte datum, stel ze daarom vragen als: Wanneer ben je jarig?, in welk jaar ben je geboren? en hoe oud ben je? ). U controleert tijdens het uitdelen of alle leerlingen beschikken over een zacht zwart potlood/pen of een zwarte pen. Dit staat in het opgaveboekje. Controleer op het antwoordformulier of het klopt. Vraag maar aan de meester of de juf als je het niet weet. 4.2 De eerste instructie U zegt het volgende: In het opgaveboekje staan vijf taken met verschillende opgaven. Deze taken gaan we straks één voor één maken. Eerst maken we de twee voorbeelden die op het bord staan. Je moet antwoord geven door het rondje onder de A, B, C of D op het antwoordblad zwart te maken. In het boekje mag je niet schrijven. U behandelt nu de voorbeelden van het bord. A B C D a. 4-4 - 4-1 3 4 5 Voor de streep zie je drie getallen. Op de stippeltjes moet ook een getal staan. Achter de streep staan vier getallen. Eén van deze getallen moet op de stippeltjes voor de streep worden ingevuld. Welk getal is dat? Juist, het antwoord: 4. Op het antwoordblad moet je dus het rondje onder de C zwart maken. Dus zo:

Doe het nu zelf op het antwoordblad! Als je denkt dat je je vergist hebt, mag je dat verbeteren door er een kruis door te zetten en het goede antwoord duidelijk zwart te maken. We doen nog een voorbeeld. C is het antwoord! Welk plaatje hoort in dit rijtje niet thuis? Juist, het vierkantje. Welke letter staat er boven het vierkantje? De B, vul maar in op het antwoordblad. U vraagt nu of iedereen het begrepen heeft en zegt dan: We gaan zo met de vijf taken beginnen. Iedere taak heeft een aantal opgaven. Voor elke taak krijgen jullie 10 minuten. In elke taak zitten gemakkelijke en moeilijke opgaven. Als je een opgave niet zo gauw weet, geef dan het antwoord dat je denkt dat het beste is. Het is belangrijk dat je probeert alle opgaven te maken. Als je klaar bent met de laatste opgave (Einde Taak 1) dan wacht je met verder gaan totdat ik dat zeg. Als ik zeg: begin, dan begin je ook direct. Als ik zeg: stop, dan leg je direct je potlood/pen neer. We beginnen nu met de eerste taak. Doe je boekje open op bladzijde 1. Laat je potlood/pen nog even liggen.

4.3. De instructies bij de vijf onderdelen Elk onderdeel begint met een voorbeeld. U behandelt eerst dit voorbeeld. U gaat na of iedereen het begrepen heeft en of ze weten hoe ze hun antwoord moeten aangeven op het antwoordblad. U geeft zo nodig nog eens extra uitleg. (Voor de tekst bij de voorbeelden, zie testboekje) Belangrijk 1. Aan het begin van elk onderdeel (Taak) vraagt u de leerlingen hun potlood/pen neer te leggen. Aan het eind van iedere taak staat onderaan de bladzijde dat de leerlingen moeten wachten met verdergaan totdat dit gezegd wordt. 2. Bij elke nieuwe taak staat Start Taak... U moet ook het paginanummer zeggen. 3. U zegt, nadat het voorbeeld behandeld is: Begin nu met de opgaven. Ga niet verder dan waar Einde Taak.. staat. U zegt daarbij ook het paginanummer. 4. Bij elke taak geeft u aan wanneer de helft van de tijd is verstreken. Trage leerlingen kunt u trachten sneller te laten werken door ze dit expliciet te zeggen of ze aan te raden bij opgaven waarvan ze het antwoord niet zeker weten het antwoord te kiezen dat ze het beste vinden. 5. Bij elk onderdeel zegt u, als de tijd verstreken is: leg nu allemaal je potlood/pen neer en luister weer goed naar wat ik ga zeggen. 4.4. Tijdens de afname 1. U observeert tijdens de afname de klas. U controleert regelmatig of de leerlingen de antwoorden op de juiste wijze geven op het antwoordblad. U let erop dat foute antwoorden goed worden verbeterd. 2. Als een leerling tracht af te kijken, kunt u reageren met algemene opmerkingen in de trant van: Je kunt het best zelf. 3. Als een leerling om hulp vraagt bij de oplossing van een opgave kunt u neutraal reageren met bijvoorbeeld Doe maar wat jij denkt dat goed is. 4. Als een leerling voor een onderdeel eerder klaar is, mag hij/zij beslist niet verder gaan. U let erop dat deze leerling niet de andere leerlingen gaat afleiden. U laat ze hun antwoorden nog eens goed nakijken en daarna eventueel stil lezen. Planten verzorgen, dammen, tekenen, boeken ruilen, bord schoonmaken e.d. kunnen niet worden toegestaan. Houdt U de leerlingen precies aan de tijden van elke taak. Deze zijn respectievelijk: Einde Taak 1 : 10 minuten pagina 8 Taak 2 : 10 minuten pagina 12 Taak 3 : 10 minuten pagina 14 Taak 4 : 10 minuten pagina 18 Taak 5 : 10 minuten pagina 23 Bij elke taak zegt u wanneer de helft van de tijd voorbij is.

5. Eind van de afname Aan het eind van de laatste taak beëindigt u de testafname als volgt: We zijn klaar. Leg je potlood/pen neer. Ik kom het antwoordblad en het opgavenboekje nu bij je ophalen. Je mag niets meer invullen.