Welkom bij: Grip op gedrag:

Transcriptie

1

2 Welkom bij: Grip op gedrag: Wat veroorzaakt Probleemgedrag Wat houdt Probleemgedrag in stand Wat biedt Grip op Gedrag

3 Blikken worden uitgewisseld. Er wordt gezucht. Tsja, eigenlijk weer hetzelfde verhaal. Remco weet precies wat hij wel en wat hij niet wil. Hij blijft uitdagen. Je kunt de klok erop gelijk zetten. Ik kan hem 10 keer waarschuwen. Hij luistert 10 keer niet. Vanmorgen bijvoorbeeld. Rekenen, zijn favoriete vak. Er wordt gelachen. Instructie voor de tafel van 7. Mét smartboard. In het begin deed hij nog wel mee, maar na 3 sommen haakte hij al af. Ik krijg hem er dan niet meer bij. Van tevoren had ik nog gezegd: als je het niet snapt, vraag het dan. Maar hij vraagt niets. Na de instructie mochten ze de sommen uit het boek maken. Omdat de tafel van 7 best lastig is, had ik de helft al met de klas gemaakt. Die stonden op het bord. Meneer heeft wat in zijn schrift gezet en leverde het in.

4 Weet je wat hij toen deed? Eigenlijk moest ik er wel om lachen. Hij legde zijn schrift onderop de stapel. Nou dan weet ik natuurlijk direct dat er iets aan de hand is. Ik ben direct gaan nakijken. Alles fout. Wat hij heeft gedaan weet ik niet, maar die getallen komen in de tafel van 7 niet voor. Hij heeft niet eens zijn best gedaan. Dus toen heb ik hem bij mijn bureau geroepen. Maar dat wilde hij niet. Hij zei dat hij niet wilde komen. En toen ben ik heel boos geworden. Ik heb van alles geroepen. Sorry. Ik was echt boos. Het was al de zoveelste keer. En hij kijkt me dan ook niet aan. Dat vind ik respectloos. Hij staart een beetje naar zijn schoenen. Dus toen heb ik hem naar de directeur gestuurd. Kon hij daar zijn verhaal doen. Daarna mocht hij sorry tegen me zeggen.

5 Tsja, eigenlijk weer hetzelfde verhaal. Hij blijft uitdagen. Na 3 sommen haakte hij al af. Maar hij vraagt niets.

6 Doorzien Structuur vd Opdracht

7 Ruitjes De ruitjes in het schrift Doen mijn gedachten springen Niet van plezier maar van ongemak Uit Stille Kinderen 2015

8 Signalen: - verschil in redeneren en doen - ik kan dit niet - vaak verbaal sterk - moeite met zelfstandig werken

9 Signalen: - ik kan dit niet - spontane taal beter dan antwoord - weerstand tegen schrijven - moeite met zelfstandig werken - moeite met creatieve opdrachten

10 Mijn Pen Mijn pen beweegt niet De woorden blijven in mijn hoofd Gedachten heb ik genoeg Begrip eveneens De woorden vinden hun weg niet naar het papier Tijd verstrijkt Alsnog zonder doel Mijn pen rust Mijn gedachten niet Morgen opnieuw proberen Ik baal

11 Begrip Hiermee wordt bedoeld: Begrip voor de aanleiding / de oorzaak Dus niet: Begrip opbrengen voor het gedrag, want dat verandert niets.

12 Inzicht / Kennis Begrip vereist inzicht. Inzicht vraagt kennis van bepaalde leer- en of gedragsproblematieken Wat heeft deze leerling nodig als gevolg van deze problematiek?

13

14 Mogelijkheid tot aanpassingen Verandering vraagt vaak aanpassingen van de omgeving. Bent u als onderwijzer in staat om aanpassingen te doen? Biedt de school de mogelijkheid om aanpassingen te doen?

15 Geduld Gedrag veranderen vraagt tijd. Het is een proces. Een proces volgt de ontwikkeling van het kind; dé oplossing daarom niet bestaat.

16

17 Steun Voor: Door: De leerling De onderwijzer De ouders De klasgenoten Luisteren Literatuur Begeleiding Ervaring Neutrale houding Vertrouwen

18 Onopgeloste Problemen Leiden tot Nieuwe Problemen Onopgelost

19 Bied je excuses maar aan. Gelukkig, opgelost, Mag nu ik komt het weer goed. meedoen?. We praten erover, begrijp je wat je verkeerd hebt gedaan? Het spijt me echt. Stop daarmee!! Ik wil er niet over praten. Het is niet eerlijk!!! Even niet (Time out).

20

21 Wat te doen? Verzamelen informatie Op zoek naar specifieke situaties In kaart brengen vaardigheden

22 Waarom? Zonder informatie over het Wanneer Waar Wat Waarom Blijven gedragsproblemen bestaan

23 Hoe? Op zoek gaan naar de oorzaak Middels het stellen van de juiste vragen. Op het juiste moment, namelijk na de:

24 Pauze

25 Op zoek naar de oorzaak Met behulp van het modelletje Op zoek naar een specifieke situatie Wat is gedrag en wat is het moment van overvraging? (Met) wie, wat, waar, wanneer, hoe, welke,

26 Vragen stellen Alleen vragen stellen, dat betekent: * Neutraal reageren, niet oordelen * Niet invullen/ veronderstellen * Geen theorieën bedenken * Feitelijke informatie verzamelen * Wát zit deze leerling dwars? * Open houding

27 Oefening Remco Patroon: rekenles verstoren Wat, wanneer, wie, waar, hoe Vragen stellen aan de leerling

28 Wat zat Remco dwars? Volgens mij ben ik de enige die het niet snapt Ik wil niet dat kinderen weten dat ik het niet snap Daarom steek ik mijn vinger niet op De juf gaat zo snel

29 Soms krijg ik buikpijn als ik naar de sommen kijk Een lege bladzijde inleveren wil ik niet Dan denkt de juf dat ik mijn best niet heb gedaan Ik wou dat ik ook een keer 0 fouten had Ik schrok en dan weet ik niet wat ik moet zeggen

30 Stel gerust uw vraag