Osteoporotische inzakkingsfracturen bij de geriatrische patiënt fragiliteit Evelyne de Ligny, Msc Geriatrie fysiotherapeut. Iedere dag zijn we afhankelijk van het goed functioneren van het lichaam. Door ouderdom of ziekte is een goed functionerend lichaam soms niet meer vanzelfsprekend. Doelstellingen Aan het eind van deze presentatie is de relatie tussen inzakkingsfracturen en fragiliteit duidelijk Aan het eind van de presentatie is duidelijk wat de syndromen: fragiliteit, sarcopenie, osteoporose en hyperkyfose inhouden en met elkaar gemeen hebben 1
Agenda Casus mevr. K Achtergrond informatie osteoporotische inzakkingsfracturen Frailty Definitie / pathofysiologie Epidemiologie Diagnostiek Behandeling Sacropenie Definitie Etiologie fragiliteit vs. Hyperkyfose Casus Mevrouw K. weduwe, 73 jaar, binnengekomen met de verwijzing: verminderde mobiliteit bij inzakkingsfractuur Th 8. Mevr. Heeft 5 weken geleden de griep gehad en kreeg daarna last van haar rug, dacht in eerste instantie dat de pijn was ontstaan door het vele hoesten. Mevr. is naar de huisarts gegaan, deze vertrouwde het niet en heeft een röntgen foto laten maken. Vanwege de inzakkingsfractuur die hieruit naar voren kwam hebben ze meteen een DEXA scan gemaakt. Hieruit bleek dat er sprake is van osteoporose. Verder bleek uit de anamnese dat mevr. merkt dat ze afgelopen jaren achteruit is gegaan in fysiek functioneren: alles kost meer energie, haar lichaam voelt stijver aan, alles gaat trager, loopt steeds krommer, ze staat minder stevig op haar benen en ze heeft minder kracht. Waar ze vroeger een potje kon open draaien lukt dat nu niet meer. Tot voorkort was ze nog wel geheel zelfstandig in ADL. Nu wordt ze beperkt in wandelen (buitenshuis +/- 200 m ), bukken, tillen, omdraaien in bed, opstaan van de stoel, boodschappen doen, koken, douchen, aankleden, naar haar bridge club gaan (PSK 10/10) en uitstapjes maken met de zonnebloem. Tevens slaapt ze slecht +/- 4 uur door de pijn (NRS 7/10), maar sinds slaapmedicatie gaat dit beter. aanvullende informatie casus Geen valincidenten tot nu toe, struikelt wel af en toe bij vermoeidheid Wel wat angstig om te vallen, vooral bang dat ze niet overeind komt. Gebruikt wandelstok voor buiten vanwege wiebelig gevoel. In huis loopt mevr. zonder stok. Woont in een eengezinswoning (zonder hulpmiddelen verhoogd toilet etc.) Voorgeschiedenis: hartinfarct 2013 gedotterd en hierbij 2 stents geplaatst, eerder rug- en nekklachten gehad (aspecifiek) in het verleden. Medicatie: omeprazol, oxazepam, simvastatine, bisoprolol, acenocoumarol Overig: Bril dragend, draagt altijd stevige schoenen zowel binnen- als buitenshuis, mevr. is vegetarisch. Hulpvraag: weer zelfstandig kunnen wandelen naar de bridge club (+/- 900 meter) binnen 3 maanden. 2
Hoe nu verder met het fysiotherapeutisch diagnostisch proces? Wat kan gezegd worden over de prognose? Wat is de fysiotherapeutische behandeling om mevr. haar doel te bereiken? Bothomeostase (botopbouw en botafbraak) Mets, 2013 Mets, 2013 3
Mets, 2013 Osteoporotische fracturen zijn een geriatrisch syndroom. Het aantal fracturen neemt exponentieel toe bij stijgen van de leeftijd Sambrook et al. Lancet 2006 Wanneer valt iemand onder de geriatrische patiënt? 4
Fragiliteit is een betere voorspeller dan leeftijd Geen eenduidige consensus over definitie frailty fragiliteit = ouderdomsgebonden kwetsbaarheid Intrinsieke veroudering van orgaansystemen en botten (vb. Spieren, huid, nieren) Vermindering van reservecapaciteit en vatbaarheid voor ziekte en ziekteverwikkelingen Fragiliteit fracturen Dejaeger et al, 2011; O. Rikkert et al,. 2003 ; Kuo-wei et al. 2017 Individueel verschillend, niet alle ouderen zijn fragiel, grootte van deze reserves bepaalt de mate van kwetsbaarheid. Dus ouderen met weinig reserves meer risico op functionele beperkingen, co-morbiditeiten en mortaliteit Multidimensionale entiteit: interactie tussen fysieke, psychologische en sociologische componenten Er is geen op zich staande biomarker die kan voorspellen of aantonen dat iemand fragiel is. fragiele ouderen worden onder meer gekarakteriseerd door: Ongewild gewicht verlies (> 4-5 kilo per jaar) Krachtverlies Toegenomen vermoeidheid Langzamer lopen Minder fysiek actief Balans problemen Verminderd uithoudingsvermogen Stemmingsklachten Verminderde mobiliteit Fried et al. J Gerontol A Biol Sci Med Sci. 2004, Fried et al. 2001 5
Fried et al. J Gerontol A Biol Sci Med Sci. 2004, Fried et al. 2001 Tussen 50 en 60 jaar nog geen problemen, rond 70 jaar gaan orgaansystemen sneller achteruit. Leeftijd = factor bepaald niet fitheid. Pathofysiologie van fragiliteit Adapted from Clegg et al; Lancet 2013 6
In Nederland varieert de prevalentie van fragiliteit tussen 5,8% tot 59,1% Fragiele ouderen met multimorbiditeit en problemen in het ADL: kosten 2772 p.p. per jaar meer Fried LP et al J Gerontol, 2001; Collard et al. 2012; Lahousse et al. 2014; Metzelthin et al. 2010; Collard et al. 2012; Lahousse et al. 2014; Fried LP et al J Gerontol, 2001 De eerste stap van elke efficiënte geriatrische behandeling begint bij het vroeg identificeren van fragiele ouderen Annweiler C ea J Gerontol A Biol Sci Med Sci 2011 7
Vragenlijsten om fragiliteit te identificeren Groninger frailty index (GFI): 15 vragen (> 4 punten fragiele patient) Tilburger frailty index (TFI) : 15 vragen (> 5 punten fragiele patient) Zijn simpele en makkelijk afneembare vragenlijsten om fraile patienten te kunnen identificeren. Om een uitspraak te kunnen doen over de validiteit en betrouwbaarheid van deze vragenlijsten is verder onderzoek noodzakelijk. Lancet., PMC 2014; HKA werkgroep ouderenzorg 2010; Gobbens. et al., 2009 Fysieke testen voor het identificeren van fragiliteit Handknijpkracht (algehele spierkracht) Fatique resistance (spiervemoeibaarheid) Timed up and Go (lopen & balans) 4 meter looptest (loopsnelheid) Four step balance (balans) 5 herhalingen chaire stand (spierkracht o.e.) 6 minuten wandeltest (uithoudingsvermogen) Lancet, PMC 2014 Klinimetrische eigenschappen Tabel 1.2 Meetinstrument Normwaarden Betrouwbaarheid (Test-herstest) validiteit SPPB ( Gómez et al. 2013;Mijnarends et al. 2013) : > 9 ICC 0.87-0.92 r= >0.74 Four stage balance test (Mijnarends et 3/4 al. 2013) ICC 0.29 r= 0.62-0.67 4 meter wandeltest (Peters et al. 2013) < 4 sec ICC 0.96-0.99 r=0.93 5 herhalingen chairestand (Mijnarends et al. 2013) < 12 sec ICC > 0.71 r= > 0.82 Handknijpkracht meter (Martin Vigori) > 54 ICC > 0.92 r= 0.89-0.90 (Mijnarends et al. 2013; Sipers et al. 2016) Fatique resistance test (Martin Vigori) (Bautmans & Mets 2004; Bautmans et al. 2011) GW: > 2500 kpa/sec ICC 0.77-0.94 r= 0.96-0.99 6 minuten wandeltest (Tveter et al. 2014) > 400 m ICC >0.7 r=>0.4 8
RPS formulier mevr. K. Behandeling (multidisciplinair) Kracht-, balans- en uithoudingsvermogen training - kracht: 70-80% van 1 RM - uithoudingsvermogen 70-80% max Prognose: tot 70% toename van de spiermassa binnen 12 weken mogelijk Advies vitamine D Leefstijladvies Valpreventie Angst reductie mogelijke overige betrokken disciplines Diëtist Huisarts Geriater (Pscycholoog) Bautmans et all, 2005,2009,2010; Hirschfeld et al. 2017, Borda et al. 2017 frailty = achteruitgang in alle orgaansystemen, maar musculoskeletaal systeem staat centraal Verlies van spiermassa en spierkracht is belangrijke voor zelfstandig functioneren maar fragiliteit is breder dan sarcopenie en treft dus ook andere orgaansystemen. 9
Wat is sarcopenie? Sarx: vlees, Penie: te weinig hebben van Sarcopenie in de volksmond leeftijdsgebonden spierkracht en spiermassa afname. Naast atrofie vertonen de spiervezels ook de neiging om te verkorten. Dit leidt tot spiezwakte. 10 dagen bedlegerig: 20% spiermassaverlies consequenties moeilijk terug te draaien Vandewoude et all, 2012, Taylor, 2003. Etiologie Volume van de overgebleven spiercellen Aantal type 1 (langzaam) en type 2 vezels (snel) Hormonen Vetweefsel Verdwijnen van spiercellen, opvulling door bindweefsel Spierbuik dunner, spiervezels dunner en korter veranderde hoek Minder kracht, minder snelheid en alles vergt een grotere inspanning Alternatieve definitie Sarcopenie: traagsnelheid Bautmans, Sarcopenie, etiologie en evolutie, 2013 10
Oorzaken Gebrek aan lichaamsbeweging (inactiviteit) Ondervoeding: ontoereikende eiwitinname en een tekort aan vitamine D Chronische ontsteking: infectie, trauma, chirurgie, brandwonden, weefselnecrose en kanker (Co-) morbiditeit: bijvoorbeeld cardiovasculaire aandoeningen en longziekten Ziekenhuisopnames Andere lichamelijke klachten ( vb. osteoporotische inzakkingsfracturen etc.) Taylor et all, 2003, Bautmans et all, 2005,2009,2010 Gevolgen vermoeid Vallen Stijver Ziekenhuis of verpleeghuis opnames Functionele onafhankelijkheid medische kosten andere klachten zoals (inzakking)fracturen of ziekten Mortaliteit Taylor et all, 2003, Bautmans et all, 2005,2009,2010 Spier-bot interactie Sarcopenie en osteoporose hebben dezelfde risicofactoren en zijn nauw met elkaar verbonden. Niet alleen anatomisch, maar ook chemisch en metabolisch. Hierdoor kunnen ze niet los van elkaar gezien worden. Hirschfeld et al. 2017 11
Fragiliteit vs. hyperkyfose Een ander veelvoorkomend leeftijdsgebonden fenomeen dat geassocieerd kan worden met fragiliteit, is hyperkyfose. Geschatte prevalentie van 20%-40. Onderzoek hyperkyfose mortaliteit fragieler Hyperkyfose verminderde mobiliteit en verminderde fysieke prestatie Hyperkyfose inzakkingsfracturen Behandeling zoals beschreven in protocol inzakkingsfracturen Kado et al. 2004; Takahashi et al. 2005; prestatie(de Groot et al. 2014; Katzman et al. 2011,2016; Lewis & Valentine 2010; Balzini et al. 2003; ; Bansal et al. 2014; Itoi & Sinaki 1994; Mika et al. 2005; Sinaki et al. 2002 Geassocieerde gezondheidsproblemen Kado et al, 2007 Samenvattend Hoge leeftijd ten onrechte gezien als oorzaak van ziekten en beperkingen Sommige jongeren wel fragiel, sommige ouderen niet fragiel Gezien de belangrijke fysieke, sociale en economische gevolgen van het geriatrisch syndroom fragiliteit, is het van belang om in de praktijk de onderliggende factoren van fysieke fragiliteit tijdig op te sporen om ongunstige gevolgen in de toekomst (bv. nieuwe inzakkingens fracturen) te voorkomen. Osteoporose, hyperkyfose en sarcopenie zijn nauw met elkaar verweven en spelen hierin een belangrijke rol. Hierdoor zal mogelijk de kwaliteit van leven van de geriatrische patiënt verbeteren. De Saint-Hubert et al. 2010; Lee et al. 2015; Bautmans et al,2009; Lancet, 2014; Rikkert et al. 2003 12
Take home message osteoporotische inzakkingsfracturen multifactoriële en multidisciplinaire aanpak volgens het biopsychosociale model. Bedankt voor de aandacht! 13