Instructies Vragenlijst leerlingen: algemeen

Vergelijkbare documenten
Instructie taakspecifieke vragenlijst + observatie

CODEBOEK VRAGENLIJST LEERLINGEN: VOOR TAAK

CODEBOEK VRAGENLIJST LEERLINGEN: ALGEMEEN

Groep Inleiding. 2. Het invullen van leerling informatie. 3. Maken van voorbeelden voor de testafname

PLANNING EN ORGANISATIE

4.1 Het uitdelen van de antwoordbladen en de testboekjes.

Instructie voor de afname

Algemene instructies voor de strategie: Voorspellen. Introductiefase bij de eerste les: 2. Vraag: "Kan iemand mij vertellen wat voorspellen betekent?

HET KOMPAS DOEL BENODIGDHEDEN: WERKINSTRUCTIE: OPDRACHT IN DE KLAS:

Bijlage interview meisje

Algemene instructies voor de Integratielessen. Introductiefase

Wie ben jij? HANDLEIDING

Observatieleidraad leertaak zelfregulerend leren

Begeleide interne stage

Meten van mediawijsheid. Bijlage 6. Interview. terug naar meten van mediawijsheid

CODEBOEK VRAGENLIJST LEERKRACHTEN

Activiteiten introductiefase

Observatie l gedrag leerlingen

Liefde, voor iedereen gelijk?

Arrangement 1 De Luisterthermometer

Stappenplan: maken van een beloningskaart Je kind stimuleren door aanmoediging

B Instructiekaart voor leerkrachten

Algemene instructies voor de strategie: Vragen stellen. Introductiefase bij de eerste les:

Handleiding Voor de Personeelscyclus!

Dag 3 Geluidengedichten

Je voert een gesprek met een zorgvrager waarin jij hem adviseert over aanpassingen in zijn leefwijze.

Creatief en flexibel toepassen van Triplep. Maarten Vos Doe, laat zien, lach, oefen en geef applaus

LEERKRACHTGEDEELTE ACTIVITEIT: ZEG HET MET EEN T- SHIRT

CODEBOEK VRAGENLIJST LEERLINGEN: NA TAAK

werkbladen, telefoons en opnametoestel

Hallo, Als je vragen hebt tijdens het invullen, vraag die dan aan jouw docent(e). Bedankt voor het invullen van de vragenlijst!

EXAMENPROJECT NEDERLANDS 5TSO ARGUMENTEREN EN DEBATTEREN

Hallo, Als je vragen hebt tijdens het invullen, vraag die dan aan jouw docent(e). Bedankt voor het invullen van de vragenlijst!

Hallo, Als je vragen hebt tijdens het invullen, vraag die dan aan jouw docent(e). Bedankt voor het invullen van de vragenlijst!

Afnameprotocol - Oneven Groep

Krachtig, positief en ontwikkelingsgericht evalueren in het lager onderwijs. Werkinstrumenten. Anders evalueren in wiskunde en Frans

Lesvoorbereiding Leef! Sociaal-emotionele vaardigheden klas 3-4

Met hulp: onduidelijkheden ophelderen

Meningsvorming: jij en vluchtelingen

Hotel Hallo - Thema 2 Hallo TELEVISIE KIJKEN

Toelichting op het SCOL normeringsonderzoek

Les 2 Integratie Leestekst: Begeleid Werken. Introductiefase

Coderen Vragenlijsten leerlingen

Films kijken op internet: verboden of niet?

en zelfbeeld Lichamelijke ontwikkeling Lesdoelen: Werkvormen: Benodigdheden: Kinderboeken: Les 1: Wie ben ik Lesoverzicht

Vragenlijst naar effect van geluidsapparatuur

Naar: Raad van Europa, Compasito: Manual on Human Rights Education for Children

Les 1 Vragen stellen Leestekst: De tandarts

Vergaderen. Wat is dat? Waarom moet dat? Dit is het boekje van..

Handleiding voor de afname van de toets wiskunde BW 3.11 (einde derde leerjaar / begin vierde leerjaar)

EEN MEERKEUZEVRAGEN MAKEN MET HOT POTATOES IN 13 STAPPEN

Les 1. Wensen & Grenzen. Praten over seks... Hoe en hoezo?

Handleiding voor de afname van de toetsen wiskunde BW 5.11 en BW 5.21 (einde vijfde leerjaar / begin zesde leerjaar)

Lesbrief Assenstelsels. Versie 1

3 Hoogbegaafdheid op school

ZIEN!-leerlingvragenlijst Instructies voor leerkracht en leerling

in ZICHT CHIRO IN 2020

Les 1 Voorspellen Leestekst: De nieuwe computer. Introductiefase: 2. Vraag: "Kan iemand mij vertellen wat voorspellen betekent?"

Training. Presenteren en instrueren

Vakonderdeel: TAALBESCHOUWING: NADENKEN OVER TEKSTEN

JEUGDMONITOR HANDLEIDING. Handleiding voor begeleiders

Instructie voor Docenten. Hoofdstuk B2 WERKEN MET GETALLEN

Lesbrief: Sporten met een doelgroep Thema: Waar ga ik heen?

Module H3-3 RUSLAND EN DE VERENIGDE STATEN

Brood, tafel, maaltijd houden

LEERJAAR LEERLINGEN ENQUÊTES PERCENTAGE

Uitgeverij Schoolsupport ww.schoolsupport.nl

Differentiëren. Met de busopstelling. 11december Masja Mesie

TOETSTAAK 6: BYE BYE GRIEP!!!

Verkeersborden. Eindtermen. Doelgroep. Lesdoel. Lager onderwijs: Lesfiche verkeers- en mobiliteitseducatie BASISONDERWIJS

Mirjams mama en moekie

Verwerkingsopdrachten bijhet hoofdstuk Mondelinge opdrachten geven Doelstelling 3.

Module 9 Kennis delen en coachen

AANMELDEN EN INLOGGEN...

Gedreven Gangmaker. dynamisch optimistisch. overtuigend

Kinderrechten. Doelstellingen. Materiaal

Over taaie taboes en lastige liefdes

Een stop-motion film maken

Hoe gaat het met je studie?

Voorlezen is leuk en nuttig. Maar hoe doe je dat eigenlijk, goed voorlezen? Hieronder vindt u de belangrijkste tips en trucs.

Werkboekje Grote Wetenschapsdag

Hoe werkt het? Wat heb je nodig? Disclaimer.

Waarom ga je schrijven: Nieuwsbegripfilmpje kijken. Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht over Egypte

Waarom ga je schrijven: Nieuwsbegripfilmpje kijken. Wat voor tekst schrijf je en aan wie: een brief aan de minister

Taken en lessen bij de duizendpoten

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken

Wat hoop je dat het werken met de gebruiksaanwijzing oplevert, thuis en op school?

Monitor de Bibliotheek op school vmbo

ONDERSTEUNING BIJ HET LEZEN

Les 1 Integratie Leestekst: Een bankrekening. Introductiefase

Stappenplan voor het maken van een presentatie

Handleiding generieke vakken: Rekenen, Engels en Nederlands

Bijlage interview jongen

Goalkeeper: jouw sport, jouw leefstijl, jouw doel! Naam:.

Ik geloof, geloof ik. Levensbeschouwelijk dossier Griftland college Bovenbouw. Mijn naam en klas:

Variabelen in enveloppen

Luisteren. Bij deze hand-out hoort ook een presentatie document om te gebruiken in de klas. U kunt het hier downloaden.

Instructieboek Koken. Voor de Mpower-coach

Transcriptie:

Instructies Vragenlijst leerlingen: algemeen Het doel van deze vragenlijst is om de leerlingen over verschillende leersituaties heen te laten oordelen in welke mate ze zelfregulerend gedrag vertonen. Het invullen van deze vragenlijst zal ongeveer 50 minuten duren (10 minuten instructie + 40 minuten afname). In de vragenlijst kunnen er 3 delen onderscheiden worden: Deel 1: persoonsgegevens + oefenitems en algemene instructies (p. 1-2). Deel 2: drie hoofdvragen waarbij de leerlingen moeten oordelen hoe vaak ze bepaald gedrag stellen voor, tijdens en na het maken van schoolwerk (p. 3-6). Deel 3: drie hoofdvragen waarbij de leerlingen moeten oordelen in welke mate ze akkoord zijn met de stellingen omtrent hun motivatie, self-efficacy en attributie (p. 7-10). Indien het mogelijk is, is het optimaal om de vragenlijst in 2 delen te laten invullen: deel 1 en 2 voor een pauze, deel 3 na de pauze. Dit om er voor te zorgen dat de concentratie gegarandeerd blijft tijdens het invullen van de vragenlijst. Indien dit organisatorisch moeilijk is voor de scholen, wordt de vragenlijst in een lesuur gemaakt. Hieronder vind je de concrete richtlijnen voor het afnemen van deze vragenlijst. 1. Voorstelling Stel jezelf voor en licht het doel toe van jouw komst: Dag iedereen, ik ben xxxx. Misschien heeft de juf jullie al verteld dat ik jullie enkele vraagjes wil stellen. De vraagjes zullen gaan over hoe jullie taken, huiswerk, het leren van lessen of zelfstandig werk aanpakken. Leerlingen kunnen dat op heel veel verschillende manieren doen en wij zouden graag te weten komen hoe jullie dat precies doen. Ik zal straks een vragenlijst uitdelen waarin jullie vragen kunnen beantwoorden. Maar eerst zal ik samen met jullie overlopen hoe je de vragenlijst moet invullen en wat belangrijk is tijdens het invullen van de vragen. Deel de vragenlijsten uit. Laat de leerlingen nog niet in de bundel bladeren, maar zorg dat iedereen aandachtig luistert naar jouw uitleg en instructies. Pagina 1 van 6

2. Deel 1: oefenitems + algemene instructies Geef de leerlingen de opdracht om hun gegevens op pagina 1 in te vullen: Op de eerste pagina mogen zie je een kader staan. Vul de vraagjes in. Vul jouw naam, voornaam, klas, school, geslacht, geboortedatum en de taal die je met je mama of papa spreekt in. Voor de meeste leerlingen zal het de eerste keer zijn dat ze een vragenlijst moeten invullen aan de hand van een antwoordschaal gaande van 1 tot 5. Het is dus belangrijk dat de leerlingen hiermee vertrouwd geraken. Er worden 2 antwoordschalen gebruikt in de vragenlijst, namelijk: een 5 puntenschaal gaande van nooit tot altijd en een 5 puntenschaal gaande van helemaal niet akkoord tot helemaal akkoord. Voor beide antwoordschalen zijn er oefenitems opgenomen. Licht vooraf toe aan de leerlingen dat er sommige vragen gaan over hoe vaak je iets doet en andere vragen of je akkoord gaat of niet. Vermeld aan de leerlingen dat ze eerst wat kunnen oefenen: Er zijn twee soorten vragen in de vragenlijst. Sommige vragen gaan over hoe vaak je iets doet. Andere vragen gaan erover of je akkoord gaat met iets of niet. Op pagina 2 van jullie bundel, zien jullie enkele voorbeeldvraagjes staan. We gaan samen de eerste vraag van elk voorbeeld beantwoorden. Beantwoord het eerste item van voorbeeld 1 en voorbeeld 2 klassikaal. Hieronder is een voorbeeld uitgewerkt voor item 1. Schrijf de antwoordschaal op het bord zoals het in de vragenlijst staat. Je kan dit eventueel al vooraf op het bord schrijven. Licht de eerste antwoordschaal toe: De eerste vragen in de vragenlijst vragen je hoe vaak je iets doet. Je kan een antwoord kiezen van 1 tot 5 1 duid je aan als je het echt nooit doet 2 duid je aan als je het bijna nooit doet. 3 duid je aan als je het soms doet, dus als je het af en toe doet 4 duid je aan als je het bijna altijd doet, dus als je het vaak doet 5 duid je aan als je het echt altijd doet We doen er eentje samen. Lees de vraag hardop. Vraag daarna aan een paar leerlingen wat ze zouden antwoorden, zodat je voor elke antwoordmogelijkheid een voorbeeld hebt: Wie doet dit nooit? Wie eet dus nooit een boterham voor hij naar school komt? Dan moet je 1 omcirkelen. Wie doet dit bijna nooit? Wie eet er bijna nooit een boterham voor hij naar school komt? Dan zou jij 2 moeten omcirkelen. Pagina 2 van 6

Wie doet dit soms? Wie eet er soms/af en toe eens een boterham voor hij naar school komt? Dan omcirkel je 3. Wie doet dit bijna altijd? Wie eet er bijna altijd/vaak een boterham voor hij naar school komt? Dan omcirkel je 4. Wie doet dit altijd? Wie eet er altijd een boterham voor hij naar school komt? Dan zou jij 5 moeten omcirkelen. Dus hoe kleiner het getal hoe minder vaak je het doet. Hoe groter het getal hoe vaker je het doet. Begrijpt iedereen dit? Introduceer de tweede antwoordschaal helemaal niet akkoord helemaal akkoord : Zoals gezegd, zullen er ook vragen zijn waarbij je moet antwoorden of je akkoord gaat of niet. We zullen samen een voorbeeldje beantwoorden. Schrijf de antwoordschaal op het bord zoals het in de vragenlijst staat. Overloop daarna elke antwoordmogelijkheid. Geef volgende uitleg: Bij deze soort vragen kan je ook een antwoord kiezen van 1 tot 5: 1 duid je aan als je helemaal niet akkoord gaat of het helemaal oneens bent. 2 duid je aan als je niet akkoord gaat of het oneens bent. 3 staat voor ik weet het niet. Als je dit antwoord kiest, wil dit niet zeggen dat je de vraag niet begrepen hebt, maar dit betekent dat je moeilijk kan kiezen tussen akkoord en niet akkoord. 4 duid je aan als je akkoord gaat of het eens bent. 5 duid je aan als je helemaal akkoord gaat of het helemaal eens bent We maken een voorbeeld samen. Lees de vraag hardop. Vraag opnieuw aan een paar leerlingen wat ze zouden antwoorden op vraag 4, zodat je voor elke antwoordmogelijkheid een voorbeeld hebt: Wie gaat hier helemaal niet akkoord mee? Wie kijkt er dus helemaal niet graag naar televisie? Dan moet je 1 omcirkelen Wie gaat niet akkoord? Wie kijkt er dus niet graag naar televisie? Dan zou jij 2 moeten omcirkelen Wie kiest ik weet het niet? Wie kan er niet goed kiezen tussen niet akkoord en akkoord? Dan omcirkel je 3. Wie gaat akkoord? Wie kijkt er dus wel graag naar televisie? Dan omcirkel je 4. Wie gaat helemaal akkoord? Wie kijkt er echt heel graag naar televisie? Dan kies je 5. Dus hoe kleiner het getal hoe minder je akkoord gaat. Hoe groter het getal hoe meer je akkoord gaat. Laat nu de leerlingen de andere oefenitems individueel invullen. Als iedereen klaar is, peil je bij de leerlingen of dit bij iedereen lukte. Overloop samen met de leerlingen de instructies op pagina 2: Pagina 3 van 6

Onderaan pagina 2 staan er nog een paar belangrijke dingen. We overlopen ze eens samen. Lees elke vraag aandachtig en kies een antwoord dat het beste bij jou past. Iedereen pakt taken op een andere/eigen manier aan. Sommige dingen die we je vragen zal je dus misschien wel doen. Andere dingen helemaal niet. Dat is geen enkel probleem. We willen namelijk graag van jou weten hoe jij het precies aanpakt. Vraag om hulp als je iets niet begrijpt of twijfelt. Omcirkel jouw antwoord. Als je beslist om jouw antwoord te veranderen, trek er dan een streep door. Omcirkel daarna jouw nieuwe antwoord. (Doe dit als voorbeeld op het bord) Vul alle vragen in. Controleer dus of je bij elke vraag een cijfer omcirkeld hebt. Er staan ook vragen op de achterzijdes! Vergeet deze niet in te vullen. Verduidelijk ook zeker de term schoolwerk: Heel wat vragen gaan over schoolwerk. Hiermee bedoelen we alles wat je in jouw eentje moet doen voor school, zowel thuis als op school. Laat de leerlingen klassikaal enkele voorbeelden geven en herhaal het nog eens: Kunnen jullie enkele voorbeelden geven van schoolwerk? (leerlingen geven enkele voorbeelden, schrijf goede voorbeelden op het bord) Bij het beantwoorden van de vragen mag je dus aan al deze dingen denken: het maken van huiswerk, lessen leren, zelfstandig taken maken in de klas. Zijn er nog vragen? 3. Deel 2: wat doe jij voor, tijdens en na het maken van jouw schoolwerk? Als de leerlingen geen verdere vragen hebben, geef je volgende instructie: Jullie mogen nu de vragen oplossen van pagina 3 tot en met pagina 6. Er zijn 3 grote vragen: wat doen jullie voor, tijdens en na het maken van jouw schoolwerk. Hier moet je dus zeggen hoe vaak je iets doet, zoals in ons eerste voorbeeld. Als jullie iets niet begrijpen, steek je jouw vinger omhoog en dan kom ik langs. Als jullie klaar zijn, stoppen jullie even. Je stopt dus bij vraag 74 (laat ze eventueel STOP schrijven in de blanco ruimte onder de items op pagina 6). Als je merkt dat bij sommige leerlingen de motivatie/concentratie daalt, moedig de leerlingen dan (individueel) aan. Pagina 4 van 6

Als je merkt dat alle leerlingen klaar zijn, geef je volgende instructie: Is iedereen klaar? Ok, dan kunnen we starten aan het tweede deel van de vragenlijst. We zijn al halverwege. Jullie doen dit heel goed! 4. Deel 3: motivatie, self-efficacy en attributie Deze 3 hoofdvragen zijn moeilijker voor de leerlingen en vragen dan ook per vraag extra toelichting. Waarom doe jij jouw best voor school? De volgende vraag gaat over waarom je jouw best doet voor school. Je kan jouw best doen om verschillende redenen. Op pagina 7 staan er allemaal verschillende redenen. Iedereen doet zijn best om andere redenen. Sommige redenen zullen bij jou passen. Andere redenen helemaal niet. Dat is geen enkel probleem. We willen namelijk graag van jou weten om welke redenen jij jouw best doet voor school. Zoals je ziet moet je hier niet meer antwoorden met nooit - bijna nooit soms - bijna altijd - altijd, maar wel met de antwoorden helemaal niet akkoord tot helemaal akkoord, zoals in ons tweede voorbeeld (verwijs naar het bord). Jullie moeten dus voor elke vraag zeggen of jullie helemaal niet akkoord gaan of helemaal wel akkoord. Weet je het nog? Hoe kleiner het getal hoe minder je akkoord gaat, hoe groter het getal hoe meer je akkoord gaat. Zijn er nog vragen? Beantwoord de vragen op pagina 7. Waar ben jij goed in? Via deze vragen willen we zicht krijgen op de leerlingen hun self-efficacy met betrekking tot zelfregulerend leren. Leerlingen verwarren echter ik doe iets vaak en ik kan iets goed. Het is dus belangrijk om de leerlingen duidelijk te maken dat ze niet moeten zeggen hoe vaak ze iets doen, maar wel of ze zelf vinden dat ze daar goed in zijn. Geef volgende uitleg: De volgende vraag vraagt je over een aantal dingen hoe goed jij daar in bent. Je moet terug antwoorden met helemaal niet akkoord - niet akkoord - ik weet het niet akkoord - helemaal akkoord. Je hoeft hier dus niet te zeggen of je die dingen vaak doet of niet. Dit heb je daarjuist al gedaan. Nu vragen ze je waar jij volgens jou - goed in bent. Beantwoord de vragen op pagina 8. Hoe komt het dat jouw schoolwerk minder goed of goed lukt? De eerste vraag op pagina 9 vraagt als jouw schoolwerk minder goed lukt, hoe komt dit? Dit kan door verschillende dingen komen. Jij moet per reden zeggen of je akkoord gaat of niet. De tweede vraag op pagina 9 vraagt als jouw schoolwerk goed lukt, hoe komt dit?. Ook hier moet je per reden aanduiden of je akkoord gaat of niet. Beantwoord alle vragen op pagina 9. Pagina 5 van 6

Als je merkt dat alle leerlingen klaar zijn, geef je nogmaals de instructie tot controle: Controleren jullie nog even of jullie alle vragen ingevuld hebben. Kijk eens na of er nog lijntjes zijn waarbij je nog geen cijfer omcirkeld hebt. Wie volledig klaar is mag afgeven. Controleer zelf ook nog eens op alles is ingevuld! Bedank de leerlingen voor hun inspanning: Ik wil iedereen heel erg bedanken voor het invullen van de vragen. Jullie hebben dat fantastisch gedaan! Pagina 6 van 6