Werkkatern 7 Op speurtocht in de berm. Op speurtocht in de berm De ene berm is de andere niet!

Vergelijkbare documenten
Van eitje tot vlinder

Introductieles. Vogels in de klas. groep 5/6. Handleiding leerkracht. Inhoud in het kort. Kerndoelen. Lesdoelen

Wist je dat?... Overwintering van vlinders. Vragen. De vlinder. De levenscyclus..

Thema 4 Voortplanting

Werkkatern 6 Welkom in onze provincie

Doel: Na deze opdracht weet je wat een voedselkringloop is en hoe het leven van planten en dieren met elkaar samenhangt.

inhoud Herfst 1. Het weer 2. Overal blad 3. Zaden 4. Paddenstoelen 5. De eekhoorn 6. De egel 7. Insecten 8. Vogels op reis 9. Filmpje Pluskaarten

Introductieles. Vogels in de klas. groep 5/6. Leerkracht. Inhoud in het kort. Kerndoelen. Lesdoelen

Introductieles. Vogels in de klas. groep 7/8. Leerkracht. Inhoud in het kort. Kerndoelen. Lesdoelen

inhoud 1. Kom jij uit een ei? 2. Dieren uit een ei. 3. Vogels 4. Vissen 5. Insecten 6. Spinnen 7. Reptielen 8. Kikkers en padden 9.

VERSIE LERAARSKAMER. focusthema 2

ONDERZOEKERS:...(vul je naam in)

Werkkatern 6 Welkom in onze provincie

Aftekenlijst. Naam:

1. Biotische factoren (zijn afkomstig van andere organismen) - voedsel - soortgenoten - ziekteverwekkers - vijanden

Beestige Buren. Voorbereiding in de klas

Lesbrief Bodemdiertjes favoriete voedsel

Dieren in de winter 3

Waarom? 3 1. Waarom heeft een zebra witte en zwarte strepen? 4 2. Waarom worden bladeren in de herfst geel en oranje? 5 3. Waarom hebben leeuwen

De Vlaamse gaai is dol op eikels. De Vlaamse gaai is dus een boom-planter! Waarom zegt de Vlaamse gaai op het laatste plaatje Mijn boom mijn werk?

Lesbrief Bodemdiertjes favoriete voedsel

inh oud 1. Dieren in de winter 2. De egel 3. De vleermuis 4. De eekhoorn 5. De merel 6. De ree 7. De pad 8. Het lieveheersbeestje 9.

inhoud blz. 1. Soorten 3 2. Zo herken je een insect 4 3. Insecten en hun jong 6 4. Vijanden Meer insecten Filmpjes 15 Pluskaarten 16

Auditieve oefeningen bij het thema: Kriebelbeestjes

Kopieer dit e-boek en stuur het door naar anderen.

Beestige Buren. Naverwerking in de klas

KRUISWOORDRAADSEL 1: WILDE DIEREN

inhoud 1. De mier 2. De teek 3. De regenworm 4. De pissebed 5. De hoofdluis 6. De vlieg 7. De mug 8. De vlo 9. Filmpje Pluskaarten Colofon

Wie eet wie en wie eet wat?

Boterbloemen in het gras

Docentenhandleiding Onderzoek Leefomgeving

Beestige bundel van: 1

NME-leerroute Schuilen in het Wandelbos

Bijlage VMBO-GL en TL

Molsla Paardenbloem. Achtergrondinformatie

[Konijn] Beschrijving: Vindplaats: Algemene Naam: konijn. Wetenschappelijke Naam: Oryctolagus cuniculus Levenscyclus. Voeding:

Vragen 1. Welke soorten afval zijn er? Noem bij elk een voorbeeld...

DE DAPPERE REIZIGER WERKBLAD DE STEKELBAARS: 1. DE STEKELBAARS IN BEELD 2. DAPPERE REIZIGER. De stekelbaars is een veelvoorkomend visje in Nederland.

Van meizoentje tot liefkruid

NATUUR EN TECHNIEK V OOR HET BASISONDERWIJS

Winterslaap. groep 5/6

Winterslaap. Met filmpjes, werkblad en puzzels. groep 5/6. uitgave januari 2013

KRIEBELENDE KRUIPERTJES

uitga uitg v a e v 2013

Inleiding In het najaar worden de dagen steeds korter en de nachten steeds langer. Kun je je voorstellen dat je in de maand november naar bed gaat?

Thema dieren. Deze werkbundel is van:

Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken

Lente. groep 3, 4 en 5

QUIZ: HOE KOM IK DE WINTER DOOR????

Wat denk je dat er zal gebeuren? Maak een voorspelling (of een hypothese). Kun je ook vertellen waarom je denkt dat dat zal gebeuren?

Een. hoort erbij! Over dieren uit een ei. groepen 3-5

Bijlage VMBO-GL en TL

Wandelroute langs insecten en andere kleine beestjes

Voeding. klas 1 en 2 van het voortgezet onderwijs

Klassengesprek - excursie

inhoud 1. Bloemen 2. Planten 3. Wat is een bloem? 4. Binnen in de bloem 5. De bloem krijgt bezoek 6. Van stamper naar vrucht

Raar, maar waar! deel 1. groep 3 en 4

Materiaal Groen. Deel 3: Groen groeit

Raar, maar waar! Natuur Na

Tuinvogels. Meer over onze koolmezen. Even voorstellen. Hier wonen ze. Echte natuur. Meer over de koolmees

Ik weet wat een wintervoorraad is en waarom dieren dit verzamelen. (weinig verse voeding in de winter)

Oefeningen niveau 2 Reeks 1

Kaartenset gewervelde dieren

Moeder Natuur BESCHUIT MET MUISJES

inhoud 1. Dieren op reis 2. Waarom dieren reizen 3. Op zoek naar eten 4. Op zoek naar een broedplek 5. Weg uit de kou 6. Filmpje Pluskaarten Bronnen

inhoud 1. Inleiding 3 2. Schimmel 4 3. De paddenstoel 5 4. Uit het leven van een paddenstoel 7 5. Soorten paddenstoelen 6.

Stripverhaal.. De vlinder.. De vleugels van een vlinder... De levenscyclus.. Vlinderlied en dans. Verstopte vlinders.. Opvallen of niet..

Hier zien jullie alweer de zesde uitgave van ons jeugdblad. Nieuwsgierig wat de Oele nu weer heeft te vertellen. Lees maar gauw.

Sporen opsnorren docentenhandleiding

inhoud De oude eik 1. In het park 2. De delen van de eik 3. Herfst 4. Dieren helpen de eik. 5. Winter 6. Lente 7. Rupsen 8.

INSECTEN. werkboekje

Wat weet jij over biologisch en over de bodem?

Hoek 1. Wat weet jij al over de lente? Zet woorden die jullie aan de lente doen denken rond het kadertje. De lente

De Wiershoeck- Kinderwerktuin, dinsdag 14 en woensdag 15 april 2015 vervolg. Dit is het vervolg op het eerste deel van mijn verslag.

Wie eet wie en wie eet wat?

Onderzoek op de Boerderij 2010 Buitenopdrachten

inhoud blz. Vlinders 3 1. Insecten 4 2. De kop 5 3. De vleugels 6 4. Van ei tot vlinder 7 5. Dag en nachtvlinders 8 6. Voedsel 9 7. Vijanden 10 8.

Verwerkingsles biodiversiteit onderbouw

Tekst lezen en verwijswoorden begrijpen

LESPAKKET ECOLOGIE. Naam. Dierenrijk is onderdeel van

1. Seizoenen Lente Zomer Herfst Winter Filmpje Pluskaarten 17 Bronnen 19 Colofon en voorwaarden 20

In de ecologie bestudeert men de relatie tussen de organismen en het milieu waar ze voorkomen.

Het is winter. op Landgoed Schothorst

Naam:_ KIKKERS. pagina 1 van 6

De patrijs, klant van de akkerrand. Achtergrondinformatie bij de lesbrief voor kinderen.

Nachtvlinders. Glasvleugelpijlstaart. De sint-jansvlinder is een dagactieve nachtvlinder

NME-leerroute Vlinders en spinnen in het park

Grond onder je voeten

Lees je wijzer met de ooievaar! Tekstbegrip oefenen met de vogels van Beleef de Lente

natuurboekje van zomer 2008

Het onderzoek van de burgemeester 5/6

Thema 2 Planten en dieren

DASSENWERK. werkbladen opdrachten Nationaal Park De Loonse en Drunense Duinen. Locatie De Drie Linden Giersbergen 8 Drunen

NAAM: Instructies in de klas Voer de opdrachten uit. 1. Zet een kruisje op de olifant. 2. Kleur het haar van de juf bruin.

De Patrijs, klant van berm en akkerrand.

opdracht 1 opdracht 2 opdracht 3 opdracht 4 Beweging en voeding Leven en waarnemen Welke woorden horen bij elkaar?

vlinders infoblad Meer informatie van de afdeling NME (Natuur en Milieu Educatie) van Carmabi is te vinden op:

Lesbrief Vlinderkids 1

Lente. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

,:,- ::s (\') ., - n. -==-. (\) ==} (\) (\) (ih. (\) (h. b,. (\)

Transcriptie:

Les Les Op speurtocht in de berm De ene berm is de andere niet! Naam: Klas: Je onderzocht een stuk berm in de buurt van je school. Schrijf op: wat viel op in jouw stuk berm? Kleef hier een foto van de berm die je onderzocht. Waar komen bermen voor? Noteer vier plaatsen. Waarom is de berm een belangrijk stuk natuur? De berm is de leefplaats van heel wat dieren en er groeien ook een heleboel planten.

Les Dieren en planten herkennen in de berm Gelijkenissen en verschillen madeliefje speerdistel Schrijf telkens een gelijkenis en een verschil op bij volgende planten. Gebruik je bronnenboek en de foto s. klaver Gelijkenis: De blaadjes groeien in een rozet. Verschil: kleur van de bloemen Gelijkenis: Beide bloemen worden later een pluizenbol. Verschil: Bij de paardenbloem groeien de blaadjes in een rozet dicht bij de grond, bij de distel groeien bladeren aan de stengel. Gelijkenis: Veel dieren vinden zowel gras als klaver heel lekker. Verschil: Gras heeft geen bloemen. Gelijkenis: madeliefje Beide bloemen groeien aan een lange stengel. Verschil: De blaadjes van een madeliefje groeien dicht bij de klaver grond, klaverblaadjes hebben een lange stengel. paardenbloem paardenbloem gras

Dierenpaspoort lieveheersbeestje regenworm distelvlinder Vul het paspoort van de dieren in. Je vindt de informatie in je bronnenboek. Voeding Vijanden Waarom leeft dit dier in de berm? Voeding Vijanden Waarom leeft dit dier in de berm? Opvallend lichaamskenmerk Opvallend lichaamskenmerk Opvallend lichaamskenmerk Voeding Vijanden Waarom leeft dit dier in de berm? Opvallend lichaamskenmerk schild rode kleur vooral bladluizen wespen In de berm vindt het lieveheersbeestje bladluizen. glibberig aardekleur rottende blaadjes, zaden, resten van dieren in de grond mol, duizendpoot, merel In de berm staan veel planten en leven veel dieren. De worm vindt er dus gemakkelijk voedsel. oranje vleugels met zwarte vlekken witte vlekken op de voorvleugels bladeren (van distels) vogels In de berm staan er vaak distels. lange, puntige snavel rode kop en gele streep op vleugels distelvink Voeding Vijanden Waarom leeft dit dier in de berm? zaden (van distels) In de berm staan er vaak distels.

Oorzaak en gevolg Zoek de informatie in je bronnenboek. Zet het nummer van de oorzaak bij het passende gevolg. Oorzaak (wat eerst komt) Gevolg (wat daaruit volgt) Een mol maakt trillingen als hij graaft in de grond. De rups van de distelvlinder ziet er niet smakelijk uit. De bladeren van deze plant zijn smal en scherp. Ze lijken een beetje op een speer. De wind waait de pluizen van de paardenbloem weg. 5 Een wesp legt zijn eitjes op een lieveheersbeestje. De zaadjes van de paardebloem komen op andere plaatsen terecht. Nieuwe bloemen groeien. 5 Het lieveheersbeestje gaat daarvan dood. De regenworm vlucht snel boven de grond. We noemen deze plant de speerdistel. Veel dieren lusten de rups van de distelvlinder niet en laten hem met rust. Extra Geef zelf een voorbeeld

5 Les De delen van een plant, voortplanting bij dier en plant Delen van een plant Benoem de delen van de plant. bloem stengel blad wortel(s) stamper kelkblad kroonblad meeldraad Vul aan met stengel, blad, stamper, meeldraden en bloemblad bij de bloemen en planten op de foto s. stengel blad

6 stamper meeldraad meeldraad stamper Waarvoor dient het? Verbind de juiste woorden met elkaar. stevigheid opzuigen water en voeding bladeren kroonblad kroonblad vervoer water en voeding wortels groei in de richting van het licht aantrekken dieren stengel voortplanting bloem omzetting voeding en water in voedsel voor de plant

7 Voortplanting bij dier en plant Zet het nummer van de foto bij de passende zin(nen). Voortplanting van de distelvink De jongen zijn volwassen. Ze kunnen zelf paren. De cirkel is rond. De kleine distelvinkjes vliegen uit. Het vrouwtje legt vijf tot zes eitjes. Ze broedt twee weken. Het vrouwtje en het mannetje brengen voedsel aan voor de kleintjes.

8 Voortplanting van de distelvlinder 5 Na een tijdje komt de rups uit het eitje. Ze eet de bladeren van de plant op. Na een tijdje verandert de rups in een pop. De vlinder sterft hier of trekt naar het zuiden. Na de winter komt hij terug. De distelvlinder legt eitjes een voor een op een blad. 5 Uit de pop komt dan de vlinder.

9 Voortplanting van de speerdistel Op het einde van de zomer verandert de bloem in een pluizenbol. Onderaan de pluisjes hangen zaadjes. Die vliegen overal naar toe. 5 Het jaar daarop groeien er stengels met bladeren en bloemen. De distel staat in bloei. Hij trekt allerlei insecten aan. 5 Sommige zaadjes worden een nieuwe plant. Het eerste jaar groeit er een bladrozet.

0 Les 5 Eten en gegeten worden Gereedschap voor de mens De boomkruiper heeft een pincetsnavel. Hij gebruikt dat om fijne insecten te vangen. De mens gebruikt ook een pincet. Waarom gebruikt de mens dat? Om fijne dingen vast te grijpen, bv. om houtsplinters uit je huid te verwijderen. De eend heeft een zeefsnavel. Hij gebruikt dat om voedsel uit het water te zeven. De mens gebruikt ook een zeef. Waarom gebruikt de mens dat? bv. om takjes en steentjes uit zand te zeven, om klontjes uit meel te halen... De specht heeft een beitelsnavel. Hij maakt er gaten mee in bomen. De mens gebruikt ook een beitel. Waarom gebruikt de mens dat? Een beitel gebruik je om iets uit te kappen. De regenwulp heeft een priemsnavel. Hij prikt daarmee in de bodem van de grond. De mens gebruikt ook een priem. Waarvoor gebruikt de mens een priem? Een priem gebruik je om een fijn gaatje in een voorwerp te prikken.

Een bek voor elke maaltijd Verbind elke vogel met de juiste bek. Vul daarna in wat de vogel eet. Zeefsnavel Spiessnavel Pincetsnavel Haaksnavel Kegelsnavel Priemsnavel zaden insecten kleine zoogdieren, kleine vogels vissen, kikkers, sprinkhanen, muizen waterplantjes, waterdiertjes insecten uit de boomschors Beitelsnavel wormen en insecten

Voedselketens Maak met de dieren en planten voedselketens: schrijf ze in de juiste volgorde. bladluis - madeliefje - lieveheersbeestje koolmees - sperwer - rups - speerdistel egel - sla - slak nectar in een bloem - koolmees - spin - bij rups koolmees bij spin De voedselketen start altijd met planten. Woorden verklaren planteneter vleeseter madeliefje speerdistel sla nectar in een bloem Zoek op internet of in het woordenboek. Geef een verklaring en een voorbeeld. verklaring bladluis slak Een dier dat uitsluitend planten of delen van planten eet. lieveheersbeestje egel sperwer koolmees voorbeeld olifant, koe, eekhoorn Een dier dat (of een plant die) dierlijk kikker, spin materiaal als voedsel eet. alleseter Een dier dat zowel planten als dieren eet. mens, spreeuw, varken

Les 6 De mens helpt de natuur Hoe lang duurt het voordat de natuur het afval weggewerkt heeft? Vul in. sigarettenpeuk: jaar plastic drinkbekertje: vergaat nooit sinaasappelschil: tot jaar glazen fles: miljoen jaar karton: enkele dagen tot een half jaar blikje: 50 jaar

Vul het schema aan. voorbeeld: voorbeeld:... (eigen voorbeeld) afval hergebruiken of recycleren drank in flessen met afval statiegeld fiets of meubels of voorkomen andere voorwerpen naar kringloopwinkel papier aan zijden gebruiken afval weggooien afval bij restafval of in de vuilnisbak oud papier recycleren

Herhaling 5 Teken je eigen bloem. Zorg dat je er deze woorden kunt aan koppelen: wortel, stengel, blad, kelkblad, 5 kroonblad, 6 meeldraad, 7 stamper 6 7 9 0 R U P S T R E K 5 8 Vul aan met het juiste woord in het kruiswoordraadsel. Het lieveheersbeestje beschermt zijn vleugels met een schild. Een rups is vaak behaard. Dat beschermt haar tegen vogels. De vink blijft in de winter hier. Ze is een standvogel, geen -vogel. trek Tussen de wortel en de bloem groeit de. stengel 5 Binnen in de bol van een ui zitten. rokken 6 De bladeren zetten water en voeding uit de grond om in voedsel voor de plant. 7 In het nest van de distelvink komen de kuikens na twee weken uit het ei. 8 Aan de bek of snavel van een vogel kun je zien welk voedsel hij eet. 9 Op een fles die je kunt hergebruiken, betaal je. statiegeld 0 Een blikje kunnen we. recycleren Wat we niet kunnen hergebruiken of recycleren gooien we bij het. restafval De speerdistel kun je herkennen aan zijn puntige bladeren en paarse bloemen. S C H I L D S T E N G E L R E S T A F V A L R O K K E N B L A D E R E N K U I K E N S S N A V E L S T A T I E G E L D R E C Y C L E R E N S P E E R D I S T E L

Studiewijzer 6 www.educatief.diekeure.be/mundoleerling Lees, markeer en kruis aan. Ik ken deze woorden. Ik weet wat ze betekenen: planteneter, vleeseter, alleseter, berm, natuurpark, bol, knol, standvogel, trekvogel. Tip: Zoek waar deze woorden staan in je bronnenboek of werkkatern. Begrijp je ze? Leg ze uit aan je ma, pa Ik ken en herken vijf veel voorkomende planten uit de berm: gras, paardenbloem, klaver, madeliefje, distel. Tip: Bekijk de afbeelding en lees de beschrijving in het bronnenboek pagina 8 en 85. Zorg dat je ze herkent en uit je hoofd kunt benoemen. Ik ken en herken vier veel voorkomende dieren uit de berm: lieveheersbeestje, regenworm, distelvlinder, distelvink. Tip: Bekijk de afbeelding en lees de beschrijving in het bronnenboek pagina 86, 87 en 88. Zorg dat je ze herkent en uit je hoofd kunt benoemen. Ik ken de delen van een plant. Ik kan uitleggen waarvoor ze dienen. Tip: Bekijk je bronnenboek pagina 89 en het werkkatern pagina5 en 6. Zorg dat je delen kent en kunt plaatsen bij een tekening van een bloem. Kun je uitleggen waarvoor ze dienen aan je ma, pa, broer, zus? 5 Ik kan de stapjes in de voortplanting van de distelvlinder, distelvink en distel in de juiste volgorde zetten. Tip: Je krijgt de stapjes. Kun je ze in de juiste volgorde zetten? Zoek op in het bronnenboek pagina 90, 9 en 9 en in het werkkatern pagina 7, 8 en 9. 6 Ik weet wat het betekent om afval te hergebruiken, te recycleren en weg te gooien. Ik kan daarvan voorbeelden geven. Tip: Oefen dit met voorbeelden bij je ma, pa, broer, zus Leg uit wat je bedoelt. 7 Ik kan uitleggen waarom de berm een belangrijk stukje natuur is. Tip: Leg dit eens uit aan je ma, pa, broer, zus Zorg dat je een reden kent. Zie ook bronnenboek pagina 8 en werkkatern pagina. 8 Ik kan twee planten vergelijken waarvan ik een afbeelding krijg. Tip: Bekijk hoe we dit hebben gedaan in les. Begrijp je waarop je moet letten? 9 Ik kan het paspoort invullen van een dier waarover ik informatie krijg. Tip: Bekijk hoe we dit hebben gedaan in les. Begrijp je hoe het werkt? 0 Ik kan de bek van een vogel koppelen aan een instrument dat mensen gebruiken. Ik kan dit uitleggen. Tip: Bekijk hoe we dit hebben gedaan in les 5. Begrijp je hoe het werkt? Ik kan dieren van een voedselketen in de juiste volgorde zetten. Tip: Bekijk hoe we dit hebben gedaan in les 5. Begrijp je hoe het werkt? OK Dit ken ik. Dit begrijp ik. Wat je moet kennen, moet je eerst begrijpen. Dan kun je dat enkele keren opzeggen, opschrijven, tekenen tot je het uit je hoofd kent. Dat wil zeggen: ik kan het opschrijven, zeggen of uitleggen zonder hulp. Dat is zo voor tot en met 6. Wat je moet kunnen, moet je vooral begrijpen en oefenen. Dat wil zeggen: stel dat juf of meester iets vraagt dat daarop lijkt, dan kun je dat oplossen. Dat is zo voor 7 tot en met. Schrijf op wat je nog niet begrijpt. Vraag het straks in de klas. Herdruk 06/5 ISBN 978 90 86 6 - KB D/0/07/08 - Bestelnummer 60 00 57 - NUR 9 Verantwoordelijke uitgever die Keure, Kleine Pathoekeweg, 8000 Brugge - RPR 005 08 5 Copyright die Keure, Brugge 9 78908 66