Delirium bij herstart clozapine na korte onderbreking

Vergelijkbare documenten
Pub u l b ic i at a i t e i s

Psychosebehandeling met een lage dosering. -antagonist. l. de haan, i. maksmovic

Slaapstoornissen in de psychiatrie: het belang van behandeling

Farmacotherapie in de acute fase van alcoholdetoxificatie. Critically Appraised Topic

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen

Schizofrenie/psychotische stoornis: MAO-remmers bij depressie 6558 PANSS: Positive and Negative Syndrome Scale

Richtlijn Antipsychotica. Richtlijnenmiddag 2017

Koorts en leukocytose als voorbijgaande bijwerkingen van clozapine

Ervaringen met antipsychotica bij een dubbeldiagnose schizofrenie en middelenmisbruik

IBOM-2. Het effect van Medicatiereview en begeleiding van patiënten na verblijf in het ziekenhuis

Behandeleffecten. in Forensisch Psychiatrisch Center de Rooyse Wissel. Treatment effects in. Forensic Psychiatric Centre de Rooyse Wissel

De toegevoegde waarde van antipsychotica bij de behandeling van een depressie. P. Moleman directeur Moleman Psychopharmacology

Nederlandse samenvatting

Glucosestoornissen bij een 14-jarige patiënt die behandeld werd met een tweede-generatieantipsychoticum 1

Selectieve serotonineheropnameremmers en onttrekkingsverschijnselen

Clozapinegebruik en abrupt stoppen met roken; een potentieel levensbedreigende combinatie

Samenstelling: serum: baclofen 2443 µg/l, diazepam 1634 µg/l, desmethyldiazepam 1460 µg/l, oxazepam 79 µg/l, temazepam 158 µg/l.

Polyfarmacie bij ouderen

Welkom in het Jeroen Bosch Ziekenhuis

Een kwestie van maatwerk

Commentaar bij de Richtlijn antipsychoticagebruik bij schizofrene psychosen

Glucosestoornissen bij een 14-jarige patiënt die behandeld werd met een tweede generatie antipsychoticum 1

Delier in de palliatieve fase DR. KARIN SCHOTTE MEDISCHE ONCOLOGIE- PALLIATIEF SUPPORTTEAM

Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van. zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten

Intoxicaties bij een kinderen Kim Horsnell Kinderarts-intensivist Erasmus MC Sophia

Pharmacologische behandeling delirium. Etienne Joosten UZ GHB

Chapter 10 Samenvatting

Triage Risk Screening Tool (TRST)

Granulocytopenie bij clozapine: doorgaan of stoppen met behandeling

De delirante patiënt van vergeetachtig tot verwardheid

Korte bijdrage Life events bij patiënten in de acute dienst van achttien RIAGG s

In the Client Care Control Room

Academische Werkplaats Ernstige Psychotische Aandoeningen

Gevaar voor sociale teloorgang

Het Effect van Assertive Community Treatment (ACT) op het. Sociaal Functioneren van Langdurig Psychiatrische Patiënten met. een Psychotische Stoornis.

Clozapine en fluvoxamine samen is meer dan twee keer alleen

Citation for published version (APA): Castelein, S. (2009). Guided peer support groups for psychosis: A randomized controlled trial s.n.

INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren

Medicamenteuze behandeling

Bipolaire stoornis en zwangerschap: ervaringen uit de praktijk

Antipsychotica en seksuele bijwerkingen: het afwegen van behandelingsstrategieën

Zorgpaden: Evidence Based or Wishful thinking?

Functioneren van een Kind met Autisme. M.I. Willems. Open Universiteit

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon

Rob Heerdink Universitair Hoofddocent Klinische Farmacoepidemiologie Universiteit Utrecht

Risk prediction and risk reduction in patients with manifest arterial disease

Chapter 7. Samenvatting

Deze test werd ontwikkeld en aangewend om het medicatiemanagement en de verschillende aspecten hiervan te evalueren in de ambulante zorg.

Het verband tussen alledaagse stress en negatief affect bij mensen met een depressie en de rol van zelfwaardering daarbij

Recente ontwikkelingen in de ethische normen voor medisch-wetenschappelijk onderzoek

Casus. Weg met psychofarmaca. Number Needed to Treat ±

Psychofarmaca bij d e de ouderen Waarom slikken zij? A D. D Hooghe Hooghe

Diagnostiek en behandeling van het alcoholonthoudingsdelirium

NEUROPSYCHIATRISCHE SYMPTOMEN BIJ M.PARKINSON

Welke behandeling voor obese type 2 patiënten? Gewoon insuline?

Cannabis & psychosen: alleen risico s of ook kansen?

Opioiden en medicinale cannabis voor chronische pijn: alle problemen opgelost?? Jan Van Zundert / Anesthesiologie-MPC ZOL

Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit

Toelichting rangorde Gewichtstoename Toelichting rangorde Seksuele disfuncties Toelichting rangorde Sufheid... 6

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie

Gebruiksgemak: dosering 1x daags. Capsules mogen niet worden geopend.

Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen. bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar

Psychofarmaca en QT-interval. Het inschatten van risico s aan de hand van casuïstiek

Nonrespons en ernstige klachten bij OCD: richtlijnen herzien? Else de Haan PhD Lidewij Wolters PhD Amsterdam, the Netherlands

Number needed to treat: een nuttige maat voor de effectiviteit van een behandeling

Letale katatonie: de plaats van antipsychotica in de behandeling

Medicatie op indicatie

Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and

Flash: chemotherapie en allergie

De invloed van veerkracht op de relatie tussen pijn en psychische klachten bij revalidatiecliënten in een verpleeghuis.

Clozapine en selectieve serotonineheropnameremmers: risico s op toxiciteit

Geneesmiddelen Informatieoverdracht in psychiatrie

De Relatie tussen Voorschoolse Vorming en de Ontwikkeling van. Kinderen

Acute ingrijpmedicatie. Dr. Maarten Bak, psychiater Benjamin Richartz, afdelingshoofd Mondriaan / Universiteit Maastricht

Bouwen aan vertrouwen: perspectief van de industrie

De toegevoegde waarde van antipsychotica bij de behandeling van een depressie. P. Moleman directeur Moleman Psychopharmacology

Depressie behandeling: additie en augmentatie strategieën. Leo Timmerman Opleider psychiatrie GGZ Drenthe

Cognitive self-therapy A contribution to long-term treatment of depression and anxiety

Stress en Psychose 59 Noord. Stress and Psychosis 59 North. A.N.M. Busch

Aripiprazol en acute dystonie

Dopaminereceptorbezetting door antipsychotica: een overzicht van spect- en pet-onderzoek

Epileptiforme exacerbaties bij een patiënt met paranoïde schizofrenie

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten?

HALDOL tabletten en drank

Delier Sini van den Boomen Anja Manders Marianne de Nobel

Een patiënt met clozapinebehandeling in het algemeen ziekenhuis: intercollegiale consultatie en bewaken van de bloedspiegel noodzakelijk

Tardieve dyskinesie en vitamine E

Antipsychotica en monitoren van bijwerkingen

Postdatum. Geachte Dokter,

Farmacovigilantie. een voorbeeld voor arbovigilantie? Prof. dr. A.C. van Grootheest. Rijksuniversiteit Groningen.

Disclosure belangen spreker Bas Peeters

Pharmacotherapie. Introductie- COIG-cursus. Prof. Dr. T. van Gelder (Teun) Internist klinisch farmacoloog Erasmus MC Rotterdam

De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag. The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior

Parkinsonismen Vereniging. Parkinson en Psychose

Differences in stress and stress reactivity between highly educated stay-at-home and working. mothers with spouse and young children

Medication management ability assessment: results from a performance based measure in older outpatients with schizophrenia.

Terugvalpreventie bij anorexia nervosa

Marlies Peters. Workshop Vermoeidheid

dr. Wiepke Cahn UMCUtrecht

Behandeling van eerste psychose (waar de richtlijn niet over spreekt) Dr H.J. Gijsman, psychiater Hoofd Zorgprogramma Psychose Pro Persona

Transcriptie:

gevalsbeschrijving Delirium bij herstart clozapine na korte onderbreking j.a.w. benckhuijsen, i.p.m. keet samenvatting De behandeling met clozapine vereist vanwege het bijwerkingenprofiel extra zorgvuldigheid. Een 44-jarige man met schizofrenie krijgt tot twee keer toe een delirium direct na het herstarten van zijn voorheen goed getolereerde dosering clozapine, na een medicatieonderbreking van respectievelijk 2 en 10 dagen. Vanwege deze rechallenge is een causale relatie tussen de directe clozapineherstart en het delirium zeer aannemelijk. Ook na een korte therapieonderbreking blijft een voorzichtige opbouw van de dosis van belang. [tijdschrift voor psychiatrie 49(2007)9, 661-665] trefwoorden clozapine, delirium, olanzapine, therapieonderbreking Clozapine speelt een belangrijke rol bij de behandeling van patiënten met psychotische stoornissen. Clozapine is geïndiceerd bij de behandeling van therapieresistente schizofrenie en schizoaffectieve stoornissen. Tevens is clozapine het meest effectieve antipsychoticum, ook bij een niet-resistente populatie (Azorin e.a. 2001; Kahn 2000; Schulte 2001; Wahlbeck e.a. 1999). Vanwege het bijwerkingenprofiel, waaronder de kans op agranulocytose, vereist de behandeling met clozapine extra zorgvuldigheid. In de richtlijn voor het gebruik van clozapine en de IB-tekst in het Farmacotherapeutisch Kompas staat het advies om zelfs indien de behandeling met clozapine met slechts 3 of meer dagen is onderbroken, met 1 of 2 keer 12,5 mg clozapine te herstarten en zo mogelijk sneller te titreren (Schulte & ClozapinePlusWerkGroep 2004). In de praktijk kan men in verband met een dreigende psychotische decompensatie geneigd zijn om met een hogere dosering te herstarten. Deze gevalsbeschrijving illustreert echter het risico op een delirium bij een te snelle opbouw van de clozapine, zelfs na een korte therapieonderbreking. Tevens worden andere overwegingen ten aanzien van diagnostiek en behandeling van delirium bij clozapine besproken. gevalsbeschrijving Een 44-jarige man van Marokkaanse afkomst die bekend is met de diagnose schizofrenie, gebruikt sinds 7 maanden clozapine 500 mg per dag. Patiënt heeft een sterke angst voor bloedprikken. Hierdoor is slechts eenmaal eerder zijn clozapinespiegel bepaald, enkele uren na de clozapine-inname (dus geen dalspiegel): 140 μg/l (streefwaarden bij dalspiegel 200-700). Patiënt gebruikt geen andere medicatie. Er is sprake van cannabismisbruik, maar niet van ander drugsgebruik. Patiënt neemt dagelijks onder toezicht zijn medicatie in. Nadat hij 2 dagen zijn medicatie niet heeft opgehaald, krijgt hij de ochtend hierop zijn normale dosis clozapine van 500 mg. Binnen enkele uren heeft hij een gedaald bewustzijn, is gedesoriënteerd, autistisch en plukkerig. Ter uitsluiting van andere oorzaken van het delirium dan een clozapine-intoxicatie wordt patiënt naar de spoedeisende hulp gebracht. Het 661

j.a.w. benckhuijsen/i.p.m. keet aanvullende bloedonderzoek (C-Reactive Protein, bloedbeeld, elektrolyten, lever- en nierfuncties, glucose en creatinekinase) levert geen verklaring op voor het delirium. Er wordt geconcludeerd dat er sprake is van een delirium door een clozapineintoxicatie. Daarna verdwijnt patiënt 6 dagen uit beeld en weigert hij vervolgens medicatie wegens de ramadan. Drie dagen later gaat hij wel akkoord met een vrijwillige opname vanwege een dreigende psychotische decompensatie. Er is een clozapineopbouwschema gemaakt, maar door een vergissing krijgt hij 10 dagen na de vorige medicatie-inname, meteen weer 500 mg clozapine. Opnieuw ontwikkelt patiënt na enkele uren een vergelijkbaar delirant beeld. Patiënt blijft opgenomen in het psychiatrisch ziekenhuis. Diezelfde avond klaart het delirium opnieuw op. Patiënt is helderder, goed georiënteerd en steeds adequater. De avond hierop wordt de behandeling voortgezet met 5 mg olanzapine. Respectievelijk 3 en 10 dagen hierna wordt de dosis verhoogd naar 10 mg en 20 mg. Hierbij ontstaat opnieuw het vermoeden van een delirium. Het beeld van patiënt is wisselend. Overdag is hij rustig en helder, in de nacht geagiteerd en meer paranoïde. De aandacht is verminderd en er is sprake van desoriëntatie. Na het staken van de olanzapine zijn er geen delirante symptomen meer waargenomen. bespreking Een causale relatie tussen het direct herstarten van de voorheen goed getolereerde dosis clozapine en het delirium lijkt zeer aannemelijk omdat door een fout sprake is van een rechallenge. Het delirium ontstaat tot tweemaal toe direct na de inname van de clozapine en verdwijnt na enkele uren weer. De clozapinespiegel die bij het eerste delirium is gemeten bedroeg 660 μg/l (streefwaarden 200-700 μg/l). Deze spiegel had een toxisch effect doordat de patiënt enkele dagen geen clozapine had gebruikt. Clozapine is een middel met een sterk anticholinerg effect (Chew e.a. 2006). Blijkbaar verdwijnt de tolerantie voor het anticholinerge effect van clozapine binnen enkele dagen (Szymanski e.a. 1991). De snelheid van de instelling dan wel adaptatie van de patiënt aan de clozapine spelen een belangrijke rol bij het ontstaan van forse bijwerkingen, zoals in deze gevalsbeschrijving een delirium. De richtlijn stelt verder dat bij patiënten die niet eerder met clozapine behandeld werden, 300 tot 400 mg al tot een levensbedreigend coma kan leiden (Schulte & ClozapinePlusWerk- Groep 2004). Deze gevalsbeschrijving illustreert inderdaad de gevaarlijke gevolgen als bij herstart direct weer de voorheen gebruikelijke dosis wordt gegeven. Ondanks de bekende bijwerking van een delirium bestaat er slechts 1 eerder onderzoek naar de incidentie van delirium bij opbouw van clozapine. In dit onderzoek wordt bij klinische patiënten een incidentie van delirium genoemd van 10% tijdens de opbouw van clozapine, waarbij hogere leeftijd en anticholinerge comedicatie risicofactoren waren (Centorrino e.a. 2003). Verder zijn er slechts enkele gevalsbeschrijvingen van clozapinegebruik en delirium, in het bijzonder bij oudere patiënten (Lim e.a. 2006; Samuels & Fang 2004; Wilkins-Ho & Hollander 1997) en delirium als onttrekkingsverschijnsel na het staken van de clozapine (Stanilla e.a. 1997). Bij acuut staken van de clozapine ziet men frequenter een clozapineonthoudingssyndroom met acute toename van psychotische symptomen mede doordat de dopaminerge antagonerende effecten van clozapine kortdurend zijn. De kans op deze complicatie wordt kleiner als op het tevens sterk anticholinerg antipsychoticum olanzapine wordt overgeschakeld (Tollefson e.a. 1999) of op andere anticholinerg werkende middelen (Seppälä e.a. 2005). Het delirium is vaak een multifactoriële aandoening waarbij andere intoxicaties, met name overige anticholinerge middelen (Lipowski 1990), en vele lichamelijke aandoeningen tevens een rol spelen. In deze gevalsbeschrijving gebruikte de patiënt geen andere geneesmiddelen, wel cannabis, maar geen andere drugs. Cannabis heeft bij deze patiënt waarschijnlijk de sedatie versterkt en mogelijk ook het risico op een delirante toestand verhoogd. Jackson e.a. (1995) waarschuwen al voor 662

delirium bij herstart clozapine na korte onderbreking het gevaar voor een delirium bij de combinatie van clozapine en benzodiazepinen. Peetoom en Schulte (2004) wijzen erop dat clozapine het sedatieve effect van benzodiazepinen potentieert, vooral tijdens de opbouwfase van clozapine, wat kan leiden tot bewustzijnsveranderingen met ademdepressie tot coma toe. Andere gevalsbeschrijvingen laten zien dat een delirium veroorzaakt kan worden door een drie- tot tienvoudig verhoogde clozapinespiegel tijdens een koortsperiode, die een verminderde activiteit van het cytochroom P450 geeft (Van der Molen-Eijgenraam e.a. 2001). De patiënt in deze gevalsbeschrijving heeft waarschijnlijk opnieuw een delirium ontwikkeld tijdens de vervolgbehandeling met olanzapine. Dit delirium is weer verdwenen na het staken van de olanzapine. Hoewel olanzapine minder sterke anticholinerge effecten heeft dan clozapine (Chew e.a. 2006) zijn er enkele gevalsbeschrijvingen over olanzapine als mogelijke oorzaak van een delirium, in het bijzonder bij geriatrische patiënten (Lim e.a. 2006; Samuels & Fang 2004). Bij een centraal anticholinerg delirium dat veroorzaakt wordt door clozapine of olanzapine, is de eerste stap de dosis te verlagen dan wel het middel te staken. Bij onvoldoende remissie van het delirium is het intraveneus toedienen van fysostigmine, een reversibele cholinesteraseremmer, een volgende mogelijkheid (Schuster e.a. 1977; Weizberg e.a. 2006). Bij een ernstige bewustzijnsverandering waarbij men denkt dat de oorzaak de combinatie van clozapine en benzodiazepinen is, kan men een proefbehandeling met flumazenil overwegen (Peetoom & Schulte 2004). Enerzijds illustreert deze gevalsbeschrijving duidelijk de risico s van een te snel opbouwschema van clozapine. Anderzijds is het risico op een (verdere) psychotische decompensatie soms een reden om het opbouwschema te versnellen. Het alternatief hierbij is dat men tijdens het opbouwschema een tweede antipsychoticum met weinig anticholinerge werking, zoals haloperidol, tijdelijk toevoegt. Verder blijkt uit een retrospectief onderzoek dat een onderbreking van clozapinegebruik het risico op een verslechtering van de mate van remissie geeft en dat daarna mogelijk een verhoging in de dosering van clozapine nodig is (Miodownik e.a. 2005). Naar onze mening is dit bij de afweging over de snelheid van heropbouw van clozapine een minder zwaarwegend gegeven dan de risico s op complicaties door te snelle dosisverhoging. conclusie Deze gevalsbeschrijving maakt middels de rechallenge een causale relatie tussen een snelle opbouw van clozapine na een korte therapieonderbreking en het ontstaan van een delirium zeer aannemelijk. Tevens illustreert deze gevalsbeschrijving dat een snelle herstart heel risicovol kan zijn, zelfs indien de behandeling met clozapine slechts twee tot drie dagen wordt onderbroken. Daarmee wordt het belang van een voorzichtige heropbouw, zoals genoemd in de richtlijn, nog eens onderstreept. Verder is ons advies binnen de richtlijn enerzijds rekening te houden met de verschillende risicofactoren (waaronder intoxicaties, andere anticholinerge geneesmiddelen, onttrekkingsverschijnselen, overig somatisch lijden zoals ontstekingen, en leeftijd van de patiënt) en anderzijds rekening te houden met het risico op psychotische decompensatie en een eventueel verminderd effect van de clozapine door de onderbreking. v De auteurs danken drs. M. de Koning en dr. P.F.J. Schulte voor het zorgvuldig en kritisch becommentariëren van dit manuscript. literatuur Azorin, J.M., Spiegel, R., Remington, G., e.a. (2001). A double-blind comparative study of clozapine and risperidone in the management of severe chronic schizophrenia. The American Journal of Psychiatry, 158, 1305-1313. Centorrino, F., Albert, M.J., Drago-Ferrante, G., e.a. (2003). Delirium during clozapine treatment: incidence and associated risk factors. Pharmacopsychiatry, 36, 156-160. Chew, M.L., Mulsant, B.H., Pollock, B.G., e.a. (2006). A model of anticholinergic activity of atypical antipsychotic medications. Schizophrenia Research, 88, 63-72. 663

j.a.w. benckhuijsen/i.p.m. keet Jackson, C.W., Markowitz, J.S., & Brewerton, T.D. (1995). Delirium associated with clozapine and benzodiazepine combinations. Annals of Clinical Psychiatry: Official Journal of the American Academy of Clinical Psychiatrists, 7, 139-141. Kahn, R.S. (2000). Atypische antipsychotica. Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde, 144, 1627-1630. Lim, C.J., Trevino, C., & Tampi, R.R. (2006). Can olanzapine cause delirium in the elderly? The Annals of Pharmacotherapy, 40, 135-138. Lipowski, Z.J. (1990). Handboek Delirium: acute confusional states (pp.229-265). New York: Oxford University Press. Miodownik, C. Lerner, V., Kibari, A., e.a. (2006). The effect of sudden clozapine discontinuation on management of schizophrenic patients: a retrospective controlled study, The Journal of Clinical Psychiatry, 67, 1204-1208. Molen-Eijgenraam, M. van der, Blanken-Meijs, J.T., Heeringa, M., e.a. (2001). Delirium door stijging van clozapinespiegels tijdens ontstekingsreactie. Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde, 145, 427-430. Peetoom, J.J., & Schulte, P.F.J. (2004). Coma door clozapine met benzodiazepinen: de rol van flumazenil. Tijdschrift voor Psychiatrie, 46, 185-190. Samuels, S., & Fang, M. (2004). Olanzapine may cause delirium in geriatric patients. The Journal of Clinical Psychiatry, 65, 582-583. Schulte, P.F.J. (2001). De plaats van clozapine bij de behandeling van schizofrenie. Tijdschrift voor Psychiatrie, 43, 715-720. Schulte, P.F.J., & ClozapinePlusWerkGroep (2004). Clozapine-toelichting bij een richtlijn. http:/www.clozapinepluswerkgroep.nl. Schuster, P., Gabriel, E., Kufferle, B., e.a. (1977). Reversal by physostigmine of clozapine-induced delirium. Clinical Toxicology, 10, 437-441. Seppälä, N., Kovio, C., & Leinonen, E. (2005). Effect of anticholinergics in preventing acute deterioration in patients undergoing abrupt clozapine withdrawal. CNS Drugs, 19, 1049-1055. Stanilla, J.K., de Leon, J., & Simpson, G.M. (1997). Clozapine withdrawal resulting in delirium with psychosis: a report of three cases. The Journal of Clinical Psychiatry, 58, 252-255. Szymanski, S., Jody, D., Leipzig, R., e.a. (1991). Anticholinergic delirium caused by retreatment with clozapine. The American Journal of Psychiatry, 148, 1752. Tollefson, G.D., Dellva, M.A., Mattler, C.A., e.a. (1999). Controlled, double-blind investigation of the clozapine discontinuation symptoms with conversion to either olanzapine or placebo. The Collaborative Crossover Study Group. Journal of Clinical Psychopharmacology, 19, 435-443. Wahlbeck, K., Cheine, M., Essali, A., e.a. (1999). Evidence of clozapine s effectiveness in schizophrenia: a systematic review and metaanalysis of randomized trials. The American Journal of Psychiatry, 156, 990-999. Weizberg, M., Su, M., Mazzola, J.L., e.a. (2006). Altered mental status from olanzapine overdose treated with physostigmine. Clinical Toxicology (Philadelphia, Pa.), 44, 319-325. Wilkins-Ho, M., & Hollander, Y. (1997). Toxic delirium with low-dose clozapine. Canadian Journal of Psychiatry. Revue Canadienne de Psychiatrie, 42, 429-430. auteurs j. benckhuijsen was ten tijde van het schrijven arts in opleiding tot psychiater bij het Ambulant Team Psychotische stoornissen AMC de Meren en is vanaf 1 mei 2007 als psychiater werkzaam bij Mentrum. i.p.m. keet is psychiater en hoofd zorg van de sector Ketenzorg van AMC de Meren. Correspondentieadres: dr. I. Keet, psychiater, AMC de Meren, afdeling Ambulant Team Psychotische stoornissen, Postbus 75867, 1070 AW Amsterdam. Tel.: (020) 8913170. Fax: (020) 8913200. E-mail: r.keet@amcdemeren.nl. Geen strijdige belangen meegedeeld. Het artikel werd voor publicatie geaccepteerd op 7-5-2007. 664

delirium bij herstart clozapine na korte onderbreking summary Delirium on re-starting clozapine after a short break in treatment J. Benckhuijsen, I.P.M. Keet Extra care must be taken in treating patients with clozapine because of the serious side-effects. A 44-year-old man with schizophrenia developed delirium on two occasions immediately after restarting clozapine at the dosage he had previously tolerated well; the clozapine-free periods had lasted 2 and 10 days respectively. Because of this re-challenge it seems very likely that there is a causal relation between the direct resumption of treatment with clozapine and delirium. Even if clozapine treatment is interrupted for only a short time it is important that the new course begins with a low dosage and is increased very cautiously until it reaches the former, tolerated level. [tijdschrift voor psychiatrie 49(2007)9, 661-665] key words clozapine, delirium, interruption in treatment, olanzapine 665