FUNCTIONELE PREVENTIEVE GENEESKUNDE - LABORATORIUM TESTEN Waarvoor dienen deze testen? In het regulier medische circuit van huisarts en ziekenhuis worden regelmatig bloed of urine testen aangevraagd. Vaak bestaat de indruk dat daarmee alle processen getest worden die in het lichaam plaats vinden en dat alle eventuele afwijkingen daarmee aan het licht komen. Helaas is het functioneren van het lichaam niet zo eenvoudig in kaart te brengen. Dit vereist wat dieper graafwerk. Bij chronische klachten kan het voorkomen, dat ook na ettelijke onderzoeken er geen oorzaak vastgesteld kan worden. Dit wordt mede veroorzaakt doordat het symptoom niet door één bepaald orgaan wordt veroorzaakt. Het blijkt dat herleiding van klachten vaak de darm en haar bevolking van de normale bacteriestammen en schimmels als oorzaak aanwijst. Door een verstoring in de balans van deze darmflora kunnen er elders in het lichaam klachten optreden. Daarnaast leven we in een samenleving waarin hoog medicatie gebruik, stress, luchtvervuiling e.d. een vaste plaats hebben gekregen. Het is nu eenmaal de tol van de welvaart en de lichamelijke klachten die dat met zich meebrengt hebben we te accepteren. Natuurlijk eten we zo gezond mogelijk maar laten daarbij wel buiten beschouwing dat ook de land- en tuinbouw aan deze vervuiling onderhevig is. Dat houdt in dat we er niet meer van uit mogen gaan dat ons voedsel de vitamines en beschermende stoffen bevatten, die er van oorsprong in zouden moeten zitten. Om te zien welke schade het lichaam ondervindt maken we gebruik van laboratoriumtesten in het kader van de functionele preventieve geneeskunde. Hierdoor kunnen we niet alleen de schade vaststellen, we kunnen aan de hand van de uitslagen ook bepalen hoe deze te herstellen. Ten eerste via de normale voeding en is dat niet voldoende dan kunnen we supplementen nemen om het tekort aan te vullen. Daarnaast geven deze testen een goed beeld van wat er in de darm en in het lichaam gebeurt als er klachten optreden die niet te duiden zijn. Het heeft een alternatieve klank maar dat is absoluut onjuist. Deze testen en hun waarde zijn door wetenschappelijk onderzoek vastgesteld en zijn in diverse wetenschappelijk erkende tijdschriften gepubliceerd. Jammer genoeg hebben we in de medische wereld vaak te maken met de reacties van collegae die een houding aannemen gelijk: wat ik destijds in mijn opleiding niet geleerd heb, bestaat niet. Voor zover bekend worden deze testen niet vergoed door de zorgverzekeraars. Dat is spijtig omdat de uitslag en het navenant ingestelde behandelplan wel leidt tot een verminderde vraag naar zorg, iets dat in de huidige tijd niet te veronachtzamen is.
WANNEER IS HET ZINVOL EEN TEST UIT TE VOEREN? De darm is het grootste orgaan in het lichaam met een dubbelfunctie: vertering en opname van voedsel naast een barrièrefunctie voor schadelijke stoffen en onverteerbare voedselresten. Het darmslijmvlies maakt daarom het grootste deel uit van ons afweersysteem en de integriteit bepaald welke stoffen wel of niet worden geabsorbeerd. Indien er een verstoring van één van deze functies optreedt, kunnen de volgende problemen optreden: Infectie Spastisch colon Constipatie, diarree Voedselintolerantie Huidafwijkingen, eczeem Haaruitval Gewrichtsafwijkingen, artritis Ziekte van Crohn Hoofdpijn, migraine Vermoeidheid Fibromyalgie Ontstekingen in holtes Maagklachten Gewichtstoename of afname Verstoorde glucose-huishouding Welke verschillende testen zijn er? 1. DARM PERMEABILITEIT. Uit de test kan gemeten worden of de integriteit van het darmslijmvlies intact is. Hierdoor kan de afweer en/of de opname van voedingsstoffen uit het darmkanaal verstoord zijn. Alles wat we eten of drinken komt terecht in de darm, wat eigenlijk een holle buis is. De darm bestaat uit een enorm groot geplooid oppervlak, waarvan alle cellen netjes en stevig aan elkaar grenzen. Deze cellen bepalen wat er wel en niet vanuit het darmkanaal in het lichaam wordt opgenomen. De darm beslaat ongeveer de grootte van 7 voetbalvelden en is in wezen een voortzetting van de huid, de buitenste bekleding en bescherming van het lichaam. Indien er een irritatie van het darmslijmvlies plaats vindt zal het lichaam dit gaan herstellen m.b.v. het immuunsysteem wat voor het grootste gedeelte in de darm gevestigd is. Daarbij kunnen er beschadigingen optreden waardoor de darmcellen niet meer een aanééngesloten barrière vormen. Er ontstaan kleine ruimten tussen de cellen, waardoor ongewenste stoffen het lichaam kunnen binnendringen. Deze stoffen kunnen ofwel door het lichaam worden afgevoerd ofwel gebonden worden en ergens in het lichaam worden opgeslagen. Met name deze opgeslagen complexen kunnen leiden tot een breed scala van klachten: huidafwijkingen, gewrichtsklachten, voedingsovergevoeligheden en allergieën. Tevens leidt verhoogde opname van toxische stoffen tot overbelasting van het ontgiftingssysteem in de lever en ontstaat er een tekort aan micronutriënten door de gestoorde opnamecapaciteit van de darm.
Voor het uitvoeren van de test moet u een buisje drinken waarin 2 stoffen zijn opgelost. Een klein moleculaire stof, mannitol, en een grote moleculaire stof, lactitol. Mannitol is een stof die door de darmwandcel selectief wordt opgenomen en daarmee in de circulatie terecht komt. Deze stof wordt niet elders in het lichaam opgenomen maar door de nieren gefilterd en in de urine uitgescheiden. Deze stof is dus een maat voor het vermogen van de darmcel bepaalde voedingstoffen op te nemen. Per tijdseenheid kan de darm maar een beperkte hoeveelheid stoffen opnemen. U moet de urine gedurende 5 uur verzamelen en daaruit is te berekenen of de opnamecapaciteit van de darmcellen verstoord is. Lactitol wordt normaal niet door het lichaam opgenomen en kan dus ook niet in de urine worden teruggevonden. Uit de test blijkt dat indien dit wel het geval is de doordringbaarheid van het darmslijmvlies verhoogd is. Dat houdt in dat er een irritatie van het darmslijmvlies is waardoor er lekkagekanaaltjes tussen de cellen zijn ontstaan waardoor ongewenste stoffen toch kans zien het lichaam binnen te komen. De verhouding van mannitol/lactitol in de urine is een maat voor de immuunstatus van de darmwand. 2. ORGANISCHE ZUREN IN DE URINE Uit de test kan blijken dat er een overgroei van de normale darmflora (bacteriën en/of schimmels) aanwezig is, we noemen dit een dysbiose. De normale darmflora heeft een aantal functies: het produceren van vitamines vooral de B-groep en het stimuleren van de opname via het darmweefsel van deze vitamines ( B2, 8, 9, 12 en vit K) het produceren van verteringsenzymen het produceren van een aantal giftige stoffen die de groei van andere bacteriën onder controle houden het produceren van korte keten vetzuren die als voeding dienen voor de darmcellen de instandhouding van een goede zuurgraad en vochtgehalte in de darmen het produceren van bacteriën met een antibiotische werking het uitoefenen van invloed op het afweersysteem, welke een groot deel uit maakt van het darmstelsel. Door een monster te nemen van de urine kan duidelijk worden of de balans van de darmflora verstoord is. In de darm komen koolhydraat etende, eiwit etende of beiden etende stammen voor. Een overmaat van een van beide kan leiden tot een verstoring in de voedselvertering met als resultaat rommelende darmen, gasvorming, gisting, diarree of juist constipatie. Soms zijn er helemaal geen darmverschijnselen waar te nemen maar juist lichamelijke klachten zoals: hoofdpijn, ontstekingsprocessen, gewrichtsklachten, eczeem, psoriasis, allergie, kaakontstekingen, opgeblazen gevoel na de maaltijd, toegenomen zoetbehoefte, vermoeidheid, gewichtsschommeling etc.
Dit wordt veroorzaakt doordat de uitscheidingsproducten van deze stammen in verhoogde mate aanwezig zijn en via de darmwand in de circulatie terecht komen. Ook een onvolledige voedselvertering kan leiden tot onvoldoende opname en irritatie van het darmslijmvlies. Koolhydraat etende bacteriën en schimmels zijn voornamelijk gelokaliseerd in het eerste gedeelte van de dikke darm die rechtsonder in de buik gelegen is. Klachten van overgroei zijn veelal een opgeblazen gevoel na het eten, nog trek hebben in zoet na de maaltijd, diarree, krampen of rommelende darmen. We noemen dit saccharolytische bacteriën zoals: bacteroïdes, bifidobacterie, lactobacillus en streptococcus. Eiwit etende bacteriën zijn voornamelijk in het laatste gedeelte van de dikke darm gevestigd en dus in de linker onderbuik gelegen. Klachten van overgroei zijn o.a. constipatie, pijn of gasvorming. We noemen dit de fermenterende bacteriën zoals: peptococcus, clostridium en escheria. De schimmels en gisten zijn voornamelijk gevestigd op de overgang van de dunne naar de dikke darm. Klachten van overgroei zijn meestal huidproblemen, ontstekingen in holtes, zoetbehoefte, gewrichtspijn, schommelende suikerspiegels. Deze vormen zijn koolhydraat/suiker of gist etend (fermenterend) zoals: candida, sacharomyces en aspergillus. In de test worden verschillende afbraak en stofwisselingsproducten van de normale darmbacteriën en schimmels gemeten in de urine. Aangezien uw lichaam deze producten niet zelf produceert, betekent een teveel aan deze stoffen in uw urine een overgroei van desbetreffende stam, welke door haar uitscheidingsstoffen uw klachten kunnen veroorzaken. Aan de hand van de uitslag van deze test kan er een behandelplan opgesteld worden bestaande uit voedingsadviezen, supplementen en eventuele medicijnkuren om de balans van de darmflora weer te herstellen. 3. VOEDINGSINTOLERANTIES IGG Als de barrière en opnamefunctie van de darm verstoord is kunnen bepaalde voedingsmiddelen de irritatie van het darmslijmvlies in stand houden. Dit betekent niet dat u allergisch bent voor deze producten, maar dat bepaalde agressieve bestanddelen tijdelijk niet door het afweersysteem geneutraliseerd kunnen worden. Koemelk bevat immuunglobulines type G, een afweerstof voor koeien maar niet voor mensen. Indien de afweer in de darm gestoord is, wordt deze stof niet onschadelijk gemaakt en veroorzaakt het een irritatie van het slijmvlies. Zodra het afweersysteem hersteld is zal koemelk weer goed verdragen worden. Zo zijn er een aantal voedingsmiddelen waarvan bekend is dat ze irriterend kunnen werken: b.v. fruit, noten, zuivel, kruiden en gluten.
Door bloed af te nemen kan voor specifieke producten de aanwezigheid van antilichamen bepaald worden. Door deze producten tijdelijk niet meer te eten kan het darmslijmvlies zich herstellen. Het belang van testen op deze manier ligt in het feit dat er bij deze vorm van intolerantie een vertraagde reactie op het voedingsmiddel is. Door de persoon wordt er dan geen verband gelegd tussen de klacht en het gegeten voedsel omdat de reactie soms pas na uren optreedt of zich niet als een overgevoeligheidsreactie manifesteert. 3. VETZUUR PROFIEL BEPALING In voeding zitten vetten. Vetten zijn noodzakelijk op meerdere fronten: voor de opname van vetoplosbare vitamines A, D, E, K voor het leveren van essentiële vetzuren (kunnen we zelf niet aanmaken) als grondstof voor hormoonproductie als bestanddeel van celmembranen en nog veel meer De vetzuren worden onderverdeeld in verzadigde en onverzadigde vetten en deze laatste kennen nog de enkelvoudig en meervoudig onverzadigde vormen. Een verzadigd vetzuur heeft geen dubbele bindingen, alle koolstofatomen dragen 4 andere atomen. Daardoor heeft deze stof een starre rechte structuur. Een onverzadigde vetzuur is een stof waarin een koolstofatoom een dubbele binding heeft en daardoor een knikje geeft in de structuur. Deze stof is dus soepeler. Wat is het belang daarvan voor ons? VETZUREN verzadigd onverzadigd transvetzuren C-C- C-C=C- (verharden door verhitti enkelvoudig verzadigd meervoudig verzadigd C-C-C=C-C- C-C=C=Comega 6 vetzuren omega 3 vetzuren linolzuur alpha-linoleenzuur Een Omega-3 vetzuur heeft al vanaf de 3e koolstof atoom dubbele bindingen en heeft daardoor een langere soepele staart dan een Omega-6 vetzuur waar de dubbele bindingen pas bij het 6e atoom beginnen. Deze vetzuren maken een belangrijk deel uit van onze celmembraan en daarbij gaat het om de juiste verhouding tussen 3 en 6 Omega. Via het celmembraan moeten stoffen worden opgenomen en worden uitgescheiden en bepaalde eiwitten hebben een rare structuur die alleen door een soepele membraanopening past. Daarom is Omega-3 dus erg belangrijk.
Omdat dit vetzuur veelal voorkomt in voedingsproducten die we weinig in ons huidige voedingspatroon hebben (vette vis, lijnzaadolie e.d.) ontstaat er een scheve verhouding in het voordeel van Omega-6. Dit heeft niet alleen invloed op celniveau maar ook bij de vorming van huidcellen, ontstekingsremmers, viscositeit van het bloed, werking van de bloedplaatjes voor stolling, hersenfuncties en productie van het goede en slechte cholesterol. Het voert te ver om in te gaan op de onderverdeling van de Omega-3 en -6 vetzuren maar deze verdeling en concentratie in het lichaam is uiterst belangrijk voor een aantal processen. Indien er een onevenwichtige balans is, kan zich dat uiten in: concentratie stoornis vermoeidheid huidafwijkingen, eczeem en psoriasis allergie slecht genezende wondjes hoog slecht cholesterol LDL hoog totaal cholesterol en atherosclerose verminderde doorbloeding darmproblemen hart en vaatziekten depressie en verhoogde stressgevoeligheid hormoonstoornissen Met een bloedtest is het totale profiel en de onderverdeling van vetzuren in het lichaam te bepalen. Indien er afwijkingen zijn kunnen deze door een verandering in de voeding worden bijgesteld. U ontvangt daarvan een overzicht. Tevens wordt met deze test bepaald welke voedingsmiddelen, vitamines en micronutriënten voor u van belang zijn. Als de balans zo verstoord is dat deze met voeding alleen niet te herstellen is, kunt u supplementen met de voor u juiste samenstelling innemen. 3. OXIDATIEVE STRESS BEPALING. In het lichaam vinden tal van stofwisselings- en verbrandingsprocessen plaats waarbij vrije radicalen gevormd worden. Een vrije radicaal is een stof die zuurstof wegvangt en schade aanricht aan cellen. Voor neutralisatie van deze vrije radicalen produceert het lichaam antioxidanten of is daarvoor aangewezen op elementen uit de dagelijkse voeding. Door stress, voeding, ontstekingsprocessen, chronische aandoeningen etc. raakt de pool van antioxidanten echter snel uitgeput.
De lever is een belangrijk ontgiftingsorgaan en de nier is het belangrijkste orgaan voor uitscheiding van ongewenste stoffen. Wanneer er in het lichaam een tekort ontstaat aan antioxidanten, zullen deze organen overbelast raken. Het is dan zaak extra antioxidanten in te nemen om de schade door de vrije radicalen te beperken. Dagelijks worden er in de wetenschappelijke literatuur nieuwe stoffen ontdekt met een antioxidant- werking en het is zeker geen noodzaak deze allemaal in het voedingspakket op te nemen. Door afname van een bloed- en urinemonster kan worden bepaald of de voorraad van antioxidanten voldoende is, welke orgaansystemen overbelast zijn met ontgifting en neutralisatie van vrije radicalen en welke supplementen daarin een toegevoegde waarde kunnen hebben. Ook kan er een gradatie van schade in het lichaam worden vastgesteld. Er wordt voor u een lijst opgemaakt van voedingsmiddelen die een herstelfactor hebben en van de antioxidanten die noodzakelijk zijn. Antioxidanten zijn er in vele vormen zoals bepaalde vitaminen of spore elementen. Er worden op de huidige markt antioxidantcomplexen aangeboden. Dit zijn mixen, waarin van alles een beetje zit. In dit geval is 'een beetje' nooit genoeg. Het gaat om het tekort aan specifieke antioxidanten voor bepaalde processen of orgaansystemen. De methode om, vanuit de gedachte dat alle kleine beetjes helpen, van alles wat te slikken, is niet doeltreffend. Voor een goed resultaat geldt: eerst meten, dan weten. CONSULT PREVENTIEVE GENEESKUNDE. In een vrijblijvend consult wordt uw medische voorgeschiedenis en totale gezondheid in kaart gebracht en wordt bepaald welke testen voor u van waarde zijn. Natuurlijk kunt u alle testen doen maar de vraag is of dat tot een betere behandeling van uw klachten leidt of dat u er een betere gezondheid door bereikt. We kunnen namelijk alles testen en bij iedereen zal ergens een afwijking naar boven komen. Dat wil echter nog niet zeggen dat bijstelling daarvan een meerwaarde geeft. Mocht u geïnteresseerd zijn de aangeraden test uit te voeren dan krijgt u een duidelijke beschrijving mee van de thuis uit te voeren urinetest. In het geval van een bloedtest moet u terugkomen op in de kliniek voor afname in een nuchtere situatie. Zodra de testuitslag binnen is volgt een consult waarin de uitslagen besproken worden en een eventueel behandelplan wordt uitgeschreven. Het kan inhouden dat u een bepaald voedingsplan moet aanhouden of supplementen moet gebruiken. Soms kan het betekenen dat u uw lifestyle moet aanpassen. U krijgt hiervan een uitgebreid verslag en voor het verloop van de behandeling worden vervolgconsulten afgesproken, meestal 1 keer per 3-6 maanden.
Kostenindicatie functionele preventieve geneeskunde: Consulten Eerste consult Consultatie FPG bespreking van laboratorium analyses 55,00 85,00 Onderzoeken Functionele Preventieve Geneeskund FPG test Vetzuur profiel bepaling FPG test Darm permeabiliteit FPG test Oxidatieve stress bepaling FPG test Organische zuren in de urine 140,00 85,00 175,00 145,00 Heeft u nog vragen of wilt u een afspraak maken voor een vrijblijvende consultatie, dan verzoeken wij u contact op te nemen met onze receptie op werkdagen tussen 09:00 en 17:00. Alizonne preventieve en cosmetische geneeskunde Molenbaan 35, 5768 RT Meijel T 077 320 8383 E info@alizonne.nl