Individualisering opleidingsduur Vanaf 1 januari 2015 is er een vernieuwde vrijstellingsregeling voor de medische vervolgopleidingen. De gehele regeling is na te lezen op de websites van KNMG en RGS. Indien de aios is toegelaten tot de AVG opleiding kan deze een verzoek indienen om in aanmerking te komen voor een vrijstelling c.q. van de opleidingsduur op grond van eerdere werkervaring waarin (delen van) competenties verworven zijn. De aios is overigens niet verplicht om en /of vrijstellingen aan te vragen. Vanwege het kleinschalige karakter van de AVG opleiding is het niet altijd mogelijk om een individueel aangepast programma in alle opzichten kloppend te maken. Voor bepaalde onderwijsprogramma s of -onderdelen waarvoor een vrijstelling verleend is, is namelijk niet altijd een alternatief onderwijsprogramma beschikbaar. Vrijstelling leidt dus niet altijd tot een daadwerkelijke van de opleidingsduur, maar wel tot onderwijsvrije periodes. De belangrijkste aspecten van de regeling: - De AVG - opleiding kan verkort worden tot de minimaal vastgestelde duur van 12 maanden. In de praktijk zal dit, gezien de structuur van de opleiding, slechts uitzondering te realiseren zijn. - Er zijn twee gronden waarop van de opleidingsduur kan worden toegekend. 1. Op grond van reeds voor de start van de opleiding verworven competenties: deze moet in principe worden aangevraagd voor aanvang van de opleiding. Tussen de aanvraag en de definitieve toekenning van een vinden er twee officiële en plaats. Een eerste voorlopig oordeel op basis van het door de aios aangeleverde portfolio (smoment I) en een tweede smoment na 6 maanden praktijkervaring waar de opleider een geeft over wat de aios in de praktijk heeft laten zien (smoment II). 2. De tweede mogelijkheid tot kan worden toegekend aan aios die tijdens de opleiding laat zien dat de benodigde competenties /vaardigheden versneld worden behaald. Het hoofd opleiding kan op basis van minimaal twee ken en het oordeel van de opleider besluiten dat mogelijk is. Het oordeel van de opleider zal hier zwaar wegen. Het eindoordeel over de definitieve toekenning van de ligt steeds het hoofd opleiding. De bewijslast t.a.v. de verworven competenties op grond waarvan wordt gevraagd ligt de aios. Procedure I: Verkorting op grond van eerder verworven competenties De aios levert voor aanvang van de opleiding een voor de aanvraag relevant portfolio in (zie lage). Het hoofd van de opleiding beoordeelt het portfolio en geeft schriftelijk een eerste voorlopige inschatting van de omvang van de en een globale indicatie van welke onderdelen van de opleiding het betreft (smoment I). Na de start van de opleiding kan de voorlopige in een persoonlijk gesprek met de aios worden toegelicht. Vervolgens stelt de aios in overleg met zijn opleider een voorlopig individueel opleidingsschema op, inclusief ken. In een behorend IOP beschrijft de aios ook op welke wijze en wanneer de veronderstelde competenties door de opleider kunnen worden getoetst. De aios stuurt het individueel opleidingsschema naar het hoofd opleiding. Deze zorgt dat de RGS een kopie ontvangt.
In maand 6 vindt een selectieve plaats: smoment II. Tussen beide smomenten heeft de aios tenminste twee ken, zowel met de opleider als met de studiebegeleider. Deze ken vinden voorkeur met alle betrokkenen tegelijk plaats (driehoeksgesprek). De opleider beoordeelt in maand 6 de betreffende competenties en brengt op grond hiervan een advies uit aan het hoofd opleiding t.a.v. het definitief toekennen van de van de opleiding. Het hoofd wint ook advies in van de betrokken docenten en besluit vervolgens over het definitief toekennen van de. Het hoofd legt dit besluit schriftelijk vast en stuurt het toe aan de RGS. II : Verkorting op grond van het versneld behalen van competenties, aios die reeds met hun opleiding gestart zijn: De aios wil aanvragen op basis van tijdens de opleiding versneld behaalde competenties. De aios levert hiertoe een verzoek in het hoofd AVG opleiding. Dit verzoek wordt vergezeld door een sverslag en een advies van de opleider t.a.v. de veronderstelde reeds aanwezige competenties (vergelijkbaar met smoment II). Het hoofd wint ook advies in van de betrokken docenten en besluit vervolgens over het al dan niet toekennen van een. Dit besluit wordt schriftelijk vastgelegd. De aios stelt in overleg met zijn opleider een aangepast opleidingsschema op en stuurt dit aan het hoofd opleiding. Deze stuurt het besluit en het opleidingsschema naar de RGS Voor monitoren en beoordelen van verkorte trajecten zijn instrumenten ontwikkeld die te vinden zijn in een apart hoofdstuk van het handboek van de opleiding. Wanneer is van de opleidingsduur mogelijk? Vrijstelling en van de opleidingsduur kan definitief worden verkregen als er sprake is van: voor de AVG-opleiding relevante (medisch specialistische) werkervaring. Bijvoorbeeld ervaring opgedaan: - in een anios-schap van minimaal 1 jaar in een relevant specialisme - participatie klinisch wetenschappelijk (promotie) onderzoek - in een andere relevante medische vervolgopleiding - in een andere (buitenlandse) werksetting en/of vrijwilligerswerk - in een schakeljaar voldoende inzichtelijk materiaal waarmee de aios zijn ervaring en competentieontwikkeling kan bewijzen. Bijvoorbeeld in de vorm van een portfolio, waarin dit constructieve bewijsmateriaal is verzameld. (zie hieronder) afspraken over toetsing en smoment van veronderstelde competenties/opleidingsonderdelen in een opleidingsschema met behorend IOP. een positieve door de opleider van de veronderstelde competenties tijdens het definitieve smoment (II), ondersteund door het oordeel van de docenten van de aios de toekenning van de is door het hoofd van de opleiding schriftelijk vastgelegd de RGS Welke medische specialismen worden relevant geacht voor het aanvragen van van de AVG opleiding? Vrijstelling kan worden verleend op grond van een minimale werkervaring van 6-12 maanden, voor zover opgedaan binnen vijf jaar voorafgaand aan het begin van de opleiding tot AVG, in een van de volgende specialismen: a. Huisartsgeneeskunde b. Specialisme ouderengeneeskunde
c. Interne geneeskunde d. Neurologie e. Revalidatiegeneeskunde f. Psychiatrie g. Kindergeneeskunde h. Klinische geriatrie i. Klinische genetica Indien werkervaring is opgedaan in een ander specialisme dan boven gemeld is nader overleg noodzakelijk om te beoordelen of dit tot relevantie heeft ten aanzien van de AVG opleiding. Wat moet het portfolio bevatten? Het de saanvraag gevoegde portfolio omvat tenminste: een motivatiebrief waarin aanvraag vrijstelling c.q. van de opleiding beargumenteerd is. een overzicht van de werkzaamheden en eventuele werkgeversverklaringen die relevant zijn voor de vrijstellingsaanvraag. s- of functioneringsverslag(en) supervisor/leidinggevende contactgegevens van minimaal 1 persoon wie referenties opgevraagd kunnen worden ten aanzien van de competentieontwikkeling. (indien van toepassing) ook overige bewijzen voor ervaring of competentieontwikkeling op basis waarvan het hoofd van de opleiding kan inschatten of een vrijstelling gegeven kan worden. eventueel inschrijvingsbewijs specialistenregister, diploma s of certificaten. eventuele wetenschappelijke publicaties ( 1 e auteur) of dissertatie ter inzage. Planning individuele trajecten De structuur van de opleiding tot AVG is gebaseerd op een voltijdsopleiding zonder vrijstellingen of verlengingen. Voor veel aios geldt dit niet. Op grond van de regeling Individualisering Opleidingsduur kan de aios een ander traject volgen. Ook een parttime aanstelling, onderbreking van de opleiding door ziekte, zwangerschap of een combinatie met een onderzoekstraject leiden tot aanpassingen. De opleiding zal aangepast moeten worden, zowel wat de praktijkopleiding als wat het cursorisch onderwijs betreft. Een afwijking van de voltijdsopleiding kán resulteren in een minder gunstig verloop. Dit geldt voor de praktijk, maar veelal nog meer voor het cursorisch onderwijs. Een goede planning kan problemen deels voorkomen. Wanner het onderwijstraject afwijkend is, is het van belang dat de aios zelf plant: welk cursorisch middagonderwijs wanneer gevolgd wordt wanneer de ken plaats zullen vinden Cursorisch onderwijs Ochtenden: In principe volgt de aios het ochtendprogramma dat hoort de fase van het praktijkonderwijs:
1. is de aios in de opleidingsfase eerste jaar dan worden de ochtenden in jaar 1 gevolgd 2. loopt de aios stage dan worden de ochtenden in jaar 2 gevolgd 3. is de aios in de opleidingsfase derde jaar dan worden de ochtenden in jaar 3 gevolgd Deelname aan intervisie, supervisie of aan de wetenschapscursus kunnen echter een tijdelijke afwijking van dit principe veroorzaken. Middagen: De aios maakt zelf jaarlijks aan de hand van het basiscurriculum een planning. Gebruik de laatste versie van het curriculum op de website www.erasmusmc.nl/avgopleiding. Voor de planning van het middagonderwijs markeert de aios met kleur de middagprogramma s die hij gaat volgen. Na invulling wordt dit besproken met de studiebegeleider voor akkoord. Bij twijfel overlegt deze met het hoofd van de opleiding. Daarna wordt het formulier door de aios digitaal verstuurd naar f.demeij@erasmusmc.nl. Het secretariaat voert de gegevens in het onderwijssysteem in, zodat ook de docenten weten welke aios ze wanneer waar kunnen verwachten. De uiteindelijke beslissing over de deelname van de aios aan het cursorisch onderwijs ligt het hoofd van de opleiding. De planning houdt geen garantie in: tussentijdse roosterwijzigingen door voorbeeld ziekte of beschikbaarheid van gastdocenten of voortschrijdend inzicht blijven altijd mogelijk. Roosterwijzigingen zullen altijd met een attentiesignaal op Blackboard aangegeven worden. Het is belangrijk dat de aios steeds controleert of dit geen gevolgen heeft voor de planning, en zo ja, een gewijzigde planning in te sturen. Voortgangsgesprekken De aios maakt per jaar een planning van de voortgangsgesppreken op basis van de procedure voorgang en toetsing. In het eerste half jaar geldt een intensiever schema. Voor een juiste planning vult de aios daartoe onderstaand formulier (via Scorion) in en deelt dat met opleider en studiebegeleider. Schema ken eerste half jaar opleidingsduur Naam aios: Naam opleider: Naam studiebegeleider: Verkortingsduur: wanneer wat Welk formulier Met wie Wat nodig wie datu m maand 2 1 e Aios en studiebegeleider Jaar 1, formulier eerste docent (maand 2) - Individueel opleidingssch ema verantwoordelijkheidstoedel ing en opleider
Maand 3 Maand 5 Maand 6 2 e (driehoeksgespr ek) 3 e (driehoeksgespr ek) Selectieve : besluit toekenning ja/nee (pilot) Aios, opleider en studiebegeleider Aios, opleider en studiebegeleider Aios en studiebegeleider - Educatieve maand 5 vaardigheden - stageplanning - Educatieve maand 9 vaardigheden - Reflectieverslag 1 - IOD. selectieve opleider - IOD. selectieve studiebegeleider - Selectieve consultvoering - Opleider - Opleider - studiebegeleid er H.Veeren/ M. Weisz/M.Meijer/F.Fischer Laatste wijzigingen: augustus 2016 1 Een reflectieverslag van maximaal 1 A4 waarin je het eigen functioneren beschrijft tijdens het cursorisch onderwijs, het eigen leerproces en het leerklimaat. Wat zou kunnen helpen om een optimaal rendement uit de opleiding te halen?