Uitvoeringsregeling Toetsing en Beoordeling Huisartsopleiding

Transcriptie

1 Uitvoeringsregeling Toetsing en Beoordeling Huisartsopleiding Eerste opleidingsjaar Maartgroepen 2016 versie maart 2016

2 Uitvoeringsregeling Toetsing en Beoordeling De uitvoeringsregeling Toetsing en Beoordeling in de Huisartsopleiding Rotterdam vindt u tezamen met de landelijke richtlijnen voor toetsing in het handboek huisartsopleiding. De regeling is te vinden bij de Rotterdamse uitvoeringsregelingen onder het hoofdstuk Toetsing en Beoordeling. Voor u betreft het de delen Algemeen deel en Voor het eerste jaar. Het handboek is te vinden op onze website: In het handboek huisartsopleiding staan ook de formulieren van het E-portfolio jaar 1. Het tijdschema Toetsing en Beoordeling E-portfolio is te vinden op de Onderwijsbank. In dit schema staan de activiteiten per maand beschreven en de bijbehorende acties voor de aios, docent en opleider. De toetsen die gedurende het eerste opleidingsjaar worden afgenomen staan in onderstaand schema. Maand 1) Toets 2 April Eerste LHK toets 3 Mei KOV toets 8 Oktober Tweede LHK toets 10 December Toets arts-patiënt communicatie 11 Januari Toets wetenschappelijke vorming (CAT) 1) De maandaanduiding is een benadering. In de praktijk kan er een maand verschil zijn. Gang van zaken in het eerste opleidingsjaar Voortgangsgesprekken In de eerste opleidingsmaand bespreekt de aios tijdens het eerste voortgangsgesprek met de docenten zijn individuele opleidingsschema (IOS) met daarin de tijdsplanning van de stages. Vrijstellingen dienen in de eerste twee maanden van de opleiding te worden aangevraagd en worden voorlopig toegekend in afwachting van het advies van de opleider. Tijdens de volgende gesprekken komt ter sprake of dit schema nog voldoet of dat het bijgesteld moet worden in verband met zaken als verlengingen (door deeltijd werken, ziekte, zwangerschapsverlof, ouderschapsverlof), toegekende vrijstellingen (voor stages in het tweede jaar of delen van stages in eerste en derde jaar) of een keuze voor andere stages. In de tweede maand zet de aios de inhoud van het leren in de praktijk systematisch en doelgericht op leerdoelen en plannen. Invulformulieren voor leerdoelen en plannen zijn opgenomen in het digitale ontwikkelingsdossier. In het leerplan beschrijft de aios telkens zijn leerdoelen en activiteiten voor een beperkte tijd (2 tot 8 weken) op gestructureerde wijze. In de derde maand vult de opleider voor de eerste maal digitaal de ComBeL in en bespreekt dit met de aios. Hierna raadplegen de docenten het digitale portfolio en volgt een voortgangsgesprek met hen. Deze procedure wordt herhaald in de zesde en de negende maand. In de twaalfde maand is een afsluitend voortgangsgesprek met de opleider waar behalve de ComBeL ook de overdracht naar jaar twee en drie op de agenda staan. Behalve de ComBel voor de opleider is er ook een ComBel voor de docent. Deze wordt in ieder geval, voorafgaand aan het 3 e voortgangsgesprek, ingevuld op het competentiegebied professionaliteit. 2

3 Naast de voortgangsgesprekken worden er verspreid over het opleidingsjaar toetsen afgenomen. Deze toetsen staan vermeld in het schema op voorgaande bladzijde en worden onder de kop Toetsing hieronder verder beschreven. Tot slot is er de selectieve beoordeling. Het voorlopige advies ten aanzien van de voortzetting van de opleiding vindt plaats door opleider en docenten rondom de zesde maand. Hun definitieve advies volgt rondom de tiende maand. Om de tijdsbelasting voor de docenten binnen de perken te houden, voert meestal één docent de voortgangsgesprekken. Beide docenten bereiden het voortgangsgesprek voor. Tijdens deze gesprekken stellen de docenten hun definitieve beoordeling van de voortgang van de aios aan de orde alvorens dit advies aan het hoofd door te geven. Bij het voorlopige advies (rondom 6 e maand) vindt een extra gesprek van de aios met de beide docenten plaats in geval van een niet-positief voorlopig advies. In dat gesprek lichten de docenten toe op grond waarvan zij (nog) geen positief voorlopig advies kunnen afgeven. Daarna volgt rond de twaalfde maand het besluit van het hoofd over de voortgang. Toetsing Zie voor de algemene regels ten aanzien van de toetsing ook het algemene deel van de Rotterdamse uitvoeringsregeling Toetsing en Beoordeling en het Landelijk Toetsplan (beiden te raadplegen via het handboek huisartsopleiding). LHK (Landelijke Huisartsgeneeskundige Kennistoets) Elke aios maakt tweemaal per jaar de LHK. De LHK toetst huisartsgeneeskundige kennis. Dit is een schriftelijke toets met 120 vragen, waarbij elke vraag bestaat uit een korte casus waarover een meerkeuzevraag wordt gesteld. Bepalend voor de uitslag is het percentage correcte antwoorden minus het percentage incorrecte antwoorden afgezet tegen de gemiddelde score van aios in dezelfde fase van de opleiding. De afnamen vinden landelijk op dezelfde dag en tijd plaats (1 e woensdag van oktober en 1 e woensdag van april). Bij de LHK bepalen in het eerste jaar de twee toetsen gezamenlijk de uitslag van de toetsing rond kennis. Eén kennistoets moet voldoende worden gemaakt om zonder voorwaarden toegelaten te worden tot het tweede opleidingsjaar. De uitslag van de LHK bestaat uit de mogelijkheden goed, voldoende en onvoldoende. Wanneer de aios twee achtereenvolgende onvoldoendes behaalt: - wordt op korte termijn een analyse gemaakt van de mogelijke/waarschijnlijke oorzaak/oorzaken van de onvoldoende toetsen - maakt de aios afhankelijk van deze analyse eerst de officiële herkansingstoets van Huisartsopleiding Nederland of krijgt direct aanvullende toetsing toegewezen. Indien de officiële herkansingstoets wordt gemaakt en wederom onvoldoende is, zet het opleidingsinstituut in elk geval een procedure voor aanvullende toetsing van de aios in gang - leidt de aanvullende toetsing uiterlijk in maand 12 tot een beoordeling - weegt deze beoordeling mee bij de door het hoofd van het opleidingsinstituut aan het eind van jaar 1 te nemen selectieve beslissing. Deelname aan de toetsen is verplicht. Afwezigheid zonder geldige reden leidt tot een onvoldoende. Indien de aios een onvoldoende voor de eerste LHK heeft behaald en afwezig is met geldige reden bij de tweede toets, dan leidt dit automatisch tot een herkansing. Een herkansing vindt plaats op korte termijn (na ± 9 weken). De aios neemt hiertoe zelf het initiatief. 3

4 KOV-toets (Kennis Over Vaardigheden) Zoals de naam al zegt, toetst dit instrument alleen de kennis over vaardigheden en niet de toepassing van deze kennis in de praktijk Deze educatieve toets is verplicht en wordt in het eerste halfjaar afgenomen (meestal elektronisch). Nabespreking van de uitslag en de feedback vindt plaats met de opleider. De uitslag komt in het ontwikkelingsdossier. APC-toets (Arts-Patiënt Communicatie) De aios maakt deze toets in het eerste en het derde opleidingsjaar. In het eerste jaar toont de aios rond de negende opleidingsmaand aan middels video-opnames dat hij in staat is tot vraagverheldering en informeren bij een consult met een matige moeilijkheidsgraad (eerste consult; enkelvoudige problematiek). In het eerste opleidingsjaar is er educatieve en selectieve toetsing van APC. De educatieve toetsing vindt onder andere plaats doordat een groepsdocent tijdens een praktijkbezoek een aantal consulten van de aios observeert en daarover feedback geeft. Rondom de tiende maand van de opleiding biedt de aios een aantal consulten aan aan een door de huisartsopleiding gecertificeerde opleider-apc toetser. Deze opleider beoordeelt aan de hand van een steekproef uit de aangeboden consulten of de aios voldoet aan de eisen zoals vastgelegd in de MAAS-Globaal, de eindtermen en de competenties op het gebied van consultvoering. Deze eisen zijn voorafgaand aan de toets bekend. Wanneer de aios niet aan de eisen voldoet, neemt de aios op korte termijn deel aan een herkansing. Wanneer ook deze beoordeling onvoldoende is, wordt een procedure van nadere toetsing ingezet door de opleiding; een onvoldoende kan nu resulteren in het beëindigen van de opleiding van de aios. Deelname aan de toets is verplicht. Afwezigheid met geldige reden, leidt tot een herkansing. Een herkansing vindt plaats op korte termijn (<4 weken). De aios neemt hiertoe zelf het initiatief. CAT-toets (Critical Appraised Topic) De toets wetenschappelijke vorming Dit instrument toetst de wetenschappelijke vorming van de aios. De aios beschrijft een CAT voortkomend uit door hem verleende patiëntenzorg. De CAT wordt gepresenteerd in een CAT-referaat van ongeveer 15 minuten. Het CAT-referaat vindt plaats rond de tiende maand van de opleiding. De docent wetenschappelijke vorming beoordeelt aan de hand van gepubliceerde criteria de CAT. Tijdens de presentatie is een jurylid aanwezig dat dit ook doet. De weging van deze beoordelingen leidt tot één eindoordeel. Wanneer dit eindoordeel onvoldoende is maakt de aios een nieuwe CAT, presenteert deze en wordt hij opnieuw beoordeeld. Wanneer ook deze beoordeling onvoldoende is, wordt een procedure van nadere toetsing ingezet door de opleiding; een onvoldoende kan nu resulteren in het beëindigen van de opleiding van de aios. Deelname aan het CAT-referaat is verplicht. Afwezigheid met geldige reden, leidt tot een herkansing. Een herkansing vindt plaats op korte termijn (<4 weken). De aios neemt hiertoe zelf het initiatief. Vaardighedentoets De vaardighedentoets is tijdelijk vervallen in afwachting van de nieuwe toets. Beoordeling supervisie De aios neemt vanaf het begin van het eerste opleidingsjaar deel aan supervisiebijeenkomsten in kleine groepen. Hij neemt aan minimaal 12 bijeenkomsten deel. Na zes bijeenkomsten en in de tiende maand beoordeelt de supervisor zijn functioneren op het gebied van leerproces en reflectie. De hiertoe opgestelde criteria staan in het 'beoordelingsformulier supervisie'. Als de tussentijdse beoordeling onvoldoende is, overlegt de supervisor met de coördinator supervisie over de reden en de gemaakte afspraken met de aios (de supervisant is hierover geïnformeerd). Deze informeert de jaarcoördinator. Omstreeks de tiende maand volgt de definitieve beoordeling. Als de eindbeoordeling onvoldoende is, meldt de supervisor dit aan de coördinator supervisie, die dit meldt aan de jaarcoördinator, met omschrijving van 4

5 reden(en). Hierop kan een voortzetting van de opleiding onder voorwaarden en een herbeoordelingstraject volgen. De uitslag van de supervisiebeoordeling (voldoende/ onvoldoende) komt in het beoordelingsdossier. Wanneer twee opeenvolgende beoordelingen onvoldoende zijn, volgt de aios een procedure voor nadere toetsing. Wanneer ook dan de beoordeling onvoldoende is, kan dat resulteren in het beëindigen van de opleiding van de aios. Elektronisch leren (e-learning) De opleiding stelt elektronische leermogelijkheden ter beschikking die het mogelijk maken kennis op individuele basis te vergroten. Te denken valt daarbij aan de Programma's Individuele Nascholing (PIN s, NHG), BMJ-learning of e-learning modules van bijvoorbeeld Medisch Contact. Aan het begin van het eerste opleidingsjaar krijgen de aios een korte inleiding op het gebruik van deze modules. Tijdens het eerste opleidingsjaar maakt de aios minstens twee PIN s naar keuze en minstens twee BMJ-learning modules naar keuze. De certificaten worden uiterlijk in de tiende maand opgenomen in het digitale ontwikkelingsdossier. Korte Patiëntcontact Beoordeling (KPB) en Korte Vaardigheidsbeoordeling (KVB) Minstens eenmaal per maand vult de opleider een korte patiëntcontact beoordeling (KPB) in over de aios. Gestreefd wordt naar KPB s die verschillende klachten en patiënten betreffen. Maximaal 4 KPB s kunnen vervangen worden door een praktijk scoringlijst (PSL). Daarenboven vult de opleider of de vervangend opleider 4 KPB s in over de aios wanneer hij stage loopt op de HAP. De beoordelingen worden door de opleider benut als bron om de ComBeL mee in te vullen. Digitale KPB-formulieren zijn te vinden in het E-portfolio; KVB s of een verwijzing daarnaar zijn te vinden op de Onderwijsbank. 5