Besluitenlijst Algemeen bestuur DCMR milieudienst Rijnmond Vergaderdag Tijd Plaats Documentnummer Donderdag 9 10.00-12.00 DCMR.k. 115 21982373 juli 2015 uur Aanwezig Dhr. R.A. Janssen (voorzitter), dhr. J. Backbier (Albrandswaard), mw. l.c. Monhemius-Van der Veen (Barendrecht), dhr. D.A. Verbeek (Brielle), mw. M.J. van Cappelle (Capelle aan den IJssel), dhr. J. Heuvelink (Lansingeriand), dhr. P.D. Hofman (Hellevoetsluis) (t/m agendapunt 13), dhr. CA. Oosterwijk (Krimpen aan den IJssel), dhr F. Vermeulen (provincie Zuid-Holland), dhr. J.M.H. Evers (Maassluis), dhr. M. Japenga (Ridderkerk), mw. P. van Aaken (Schiedam), mw. C. Mourik (Nissewaard), en dhr. J.H. Meijer (secretaris). DCMR: dhr. A. Deelen (hoofd Gemeenten en MKB), mw. J.L.V.M. Defauwes- Thijssen (hoofd Bedrijfsvoering), dhr. M M. de Hoog (hoofd Haven en Industrie), dhr. E. van der Sluijs (directiesecretaris) en mw. S.J. Warmenhoven (directieassistent/notulist). Afwezig Dhr. R.A.M. van der Sande (provincie Zuid-Holland), dhr. R. van Harten (Vlaardingen), dhr. A J. van der Vlugt (Goeree-Overflakkee), dhr. A.L.H. Visser (Rotterdam), dhr. P.J. Langenberg (Rotterdam) en dhr. A.L. van der Meij (Westvoorne). Agendapunten 1. Opening De voorzitter opent om 10.00 uur de vergadering en heet alle aanwezigen welkom. Een bericht van verhindering is ontvangen van de heren Van der Sande, Langenberg, Visser, Van Harten, Van der Vlugt en de heer Van der Meij. Als nieuw lid wordt de heer F. Vermeulen van de provincie Zuid-Holland verwelkomd. De voorzitter stelt vast dat er in deze vergadering van het algemeen bestuur een quorum aanwezig is. Mededelingen Er zijn geen mededelingen. Blad 1 van 6
Samenstelling algemeen en dagelijks bestuur DCMR a) Samenstelling algemeen bestuur Het algemeen bestuur neemt kennis van de aanwijzing door Provinciale Staten van de heren R.A. Janssen, R.A.M. van der Sande en F. Vermeulen als lid van het algemeen bestuur van de DCMR. b) Samenstelling dagelijks bestuur 1. Wijst op voordracht van het college van GS de heer R.A. Janssen aan als voorzitter van de DCMR Milieudienst Rijnmond. 2. Wijst op voordracht van het college van GS de heer R.A.M. van der Sande aan als lid van het dagelijks bestuur, belast met de portefeuille financiële aangelegenheden. 3. Wijst op voordracht van de colleges van Barendrecht, Albrandswaard, Ridderkerk, Capelle aan den IJssel en Krimpen aan den IJssel de heer J. Backbier aan als plaatsvervangend lid van het dagelijks bestuur. 4. Wijst op voordracht van de colleges van Maassluis, Schiedam, Vlaardingen en Lansingeriand de heer R. van Harten aan als plaatsvervangend lid van het dagelijks bestuur. Ten aanzien van de aanwijzing van de plaatsvervangend leden van het dagelijks bestuur wijst de voorzitter op de eerder in het algemeen bestuur gemaakte afspraak dat de aanwijzing van plaatsvervangend DB-leden niet bedoeld is voor situaties van incidentele verhindering van een DB-lid, maar voor langdurige afwezigheid of terugtreden van een bestuurder. De heer Hofman merkt op dat de regio Voorne-Putten/Goeree-Overflakkee een voordracht voor een plaatsvervangend DB-lid zal voorbereiden, zodra in Goeree- Overflakkee een nieuwe wethouder is benoemd. Jaarrekening en jaarverslag 2014 Namens de controlerend accountant Baker Tilly Berk geeft de heer Opendorp een toelichting op de accountantsverklaring. Hij verwijst daarbij o.a. naar de aandacht die in de controle besteed is aan risicomanagement en het weerstandsvermogen. De heer Opendorp wijst erop dat de accountant is aangesteld door het bestuur en dat het bestuur de accountant kan vragen om specifieke aandachtspunten in de accountcontrole op te nemen. 1. Neemt kennis van de accountantsverklaring van Baker Tilly Berk en haar verslag van bevindingen. 2. Stelt het jaarverslag en de jaarrekening 2014 vast Begrotingswijziging 2015 Het algemeen bestuur stelt de 1^ begrotingswijziging 2015 vast Tarieven 2016 Het algemeen bestuur stelt de nieuwe tariefstructuur 2016 vast zoals opgenomen in tabel 1 van de agendapost Blad 2 van 6
Begroting 2015 Op 17 april 2015 is de concept-begroting 2016 toegezonden aan de gemeenteraden en provinciale staten, met het verzoek om een eventuele zienswijze aan het dagelijks bestuur kenbaar te maken. Bij de AB-stukken zijn de zienswijzen opgenomen van provinciale staten van Zuid-Holland en de raden van Barendrecht Albrandswaard, Ridderkerk en Lansingeriand. Na verzending van de stukken zijn ook zienswijzen ontvangen van Capelle aan den IJssel, Goeree- Overi'lakkee, Vlaardingen, Maassluis en Rotterdam. In de zienswijze van de provincie Zuid-Holland wordt gevraagd om in de begroting van 2017 specifieke informatie op te nemen over kritische prestatie indicatoren, de indeling van de begrotingsprogramma's naar wettelijke taken, advies- en programmataken, risicomanagement en personeels- en bedrijfsvoeringskosten. Ten aanzien van de gevraagde extra sturingsinformatie zal in het kader van de voorbereiding van de begroting 2017 en in het kader van het werkplan proces een nadere invulling worden gegeven aan de gevraagde sturingsinformatie. De opdracht om kritische prestatie-indicatoren (KPI's) toe te voegen aan de begroting sluit aan bij het besluit van het dagelijks bestuur om een gezamenlijke set KPI's te ontwikkelen. Hierbij is het van belang om te komen tot een voor alle participanten herkenbare set indicatoren. Hierover zal cf afspraak in het ambtelijke participantenoverieg afstemming plaatsvinden. Ten aanzien van de aanbeveling om meer informatie te verschaffen over bedrijfs- en bestuursrisico's ligt er een relatie met de toezegging van het dagelijks bestuur om in het algemeen bestuur (december 2015) te rapporteren over de invulling van kwaliteits- en risicomanagment bij de DCMR. In de zienswijze van Lansingeriand wordt aandacht gevraagd voor het thema duurzaamheid, de doorontwikkeling van risicogestuurd toezicht en inzicht in de budgetteringssystematiek. In het kader van het werkplan 2016 zal met de gemeente worden afgestemd hoe het thema duurzaamheid wordt ingevuld. In het kader van de afgesproken evaluatie van de budgetteringssystematiek (2016) wordt aandacht gegeven aan de (door)ontwikkeling van risicosturing en de wijze waarop deze doorwerkt en inzichtelijk is in de begroting en werkplanning 2017. In de zienswijze van Maassluis wordt aandacht gevraagd voor meer inzicht en informatie over risicomanagement in relatie tot het weerstandsvermogen. Het DB zal risicomanagement agenderen in de volgende vergadering van het algemeen bestuur. In de zienswijze van Rotterdam is een voorbehoud gemaakt in verband met de Rotterdamse begrotingsbehandeling. De heer Meijer is als secretaris van het bestuur geïnformeerd over een voorgenomen bezuiniging op het werkplan van 500.000,-. De voorzitter geeft aan dat conform afspraak Rotterdam gevraagd wordt een eventuele bezuiniging nader toe te lichten in het dagelijks en algemeen bestuur. De voorzitter geeft aan dat een dergelijke bezuiniging niet via efficiency kan worden opgevangen, dus zal leiden tot wijziging in het takenpakket. Het algemeen bestuur wijst daarbij op het belang van een regionaal afgesproken uitvoeringsniveau voor VTH-taken en stelt vast dat in de AB-vergadering van december dit punt terugkomt. 1. Neemt kennis van de ontvangen zienswijzen en stemt in met de wijze waarop door het dagelijks bestuur de opmerkingen en aanbevelingen worden opgepakt. 2. Stelt het beleidsdeel van de begroting DCMR 2016 vast incl. de invulling van de twee programma's Bedrijven en Gebieden. 3. Stelt de financiële kaders per participant en per programma vast. Blad 3 van 6
8. Wijziging Gemeenschappelijke Regeling Het algemeen bestuur stelt de Gemeenschappelijke Regeling DCMR Milieudienst Rijnmond 2015 onder gelijktijdige intrekking van de Gemeenschappelijke Regeling DCMR Milieudienst Rijnmond (20 wijziging) vast. De voorzitter wijst erop dat de nieuwe GR nu ter vaststelling aan de raden en staten zal worden gestuurd, waarbij helder zal worden toegelicht dat de 20 versie van de GR integraal wordt ingetrokken en de nieuwe GR 2015 de nieuwe integrale tekst vormt. 9. Voorbereiding op de Omgevingswet 1. Neemt kennis van het voornemen om in het najaar 2015 met en voor de participanten op ambtelijk managementniveau een werkconferentie Omgevingswet te organiseren en in de vergadering van het AB van december 2015 de resultaten ervan te bespreken. 2. Vraagt de participanten binnen de kaders van de werkplannen rekening te houden met een beperkte inzet voor de gezamenlijke voorbereiding op de Omgevingswet Afspraken over deze inzet worden in de individuele werkplannen nader ingevuld. De heer Deelen licht de stand van zaken m.b.t. de Omgevingswet toe. De Kaderwet wordt behandeld door de Tweede Kamer, de uitvoeringsbesluiten volgen dit najaar. De Omgevingswet heeft zowel betrekking op VTH-taken als op het ROspoor. Het voorstel is om de betekenis van de Omgevingswet te bespreken in een ambtelijke conferentie op managementniveau (vooriopige datum 5 november). De heer Oosterwijk steunt dit initiatief en stelt voor om ook partnerorganisaties die bij de uitvoering van omgevingstaken zijn betrokken uit te nodigen (zoals het Technisch Bureau Krimpenerwaard dat BWT-taken uitvoert). De heer Backbier informeert naar de formatieve consequenties van de Omgevingswet de heer Deelen geeft aan dat deze nu nog niet kunnen worden ingeschat. De resultaten van de conferentie komen aan de orde in het algemeen bestuur van december 2015. 10. Jaarverslag vergunningverlening, toezicht en handhaving 2015 Het algemeen bestuur neemt kennis van het Jaarverslag vergunningveriening, toezicht en handhaving 2014. Blad 4 van 6
11. Model-verordening Kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrecht De heer Deelen geeft een toelichting op de modelverordening kwaliteitscriteria VTH (zie bijgevoegde presentatie). In de nieuwe VTH-wet is vastgelegd dat kwaliteitseisen voor VTH-taken niet landelijk in de wetgeving worden vastgelegd, maar na regionale afstemming worden vastgesteld door gemeenteraden en provinciale staten. Op basis van de VTH-wet (die nu voor behandeling in de Tweede Kamer ligt) hebben IPO en VNG een "Modelverordening kwaliteit vergunningveriening, toezicht en handhaving omgevingsrecht' opgesteld. Deze is op 7 juli door VNG aan de leden gestuurd. De kwaliteitseisen hebben onder meer betrekking op kennis en opleiding van personeel, sturing op doelstellingen en dooriooptijden. In de modelverordening wordt verwezen naar de kwaliteitscriteria 2.1 die reeds langer als uitgangspunt voor de regionale VTH-uitvoering worden gebruikt. De voorzitter wijst erop dat het vaststellen van de verordening de verantwoordelijkheid is van de raden, maar onderstreept het grote belang van een regionaal uniforme uitvoeringskwaliteit. In dat kader pleit de voorzitter voor het regionaal volgen van de modelverordening en de daaraan verbonden kwaliteitscriteria 2.1. De colleges zullen namens het bestuur over deze ontwikkeling worden geïnformeerd, waarin tevens namens het bestuur wordt geadviseerd de modelverordening op basis van de kwaliteitscriteria 2.1 vast te stellen. 12. DCMR-rol in de uitvoering en coördinatie Brzo-taken De heer de Hoog geeft een toelichting (zie bijgevoegde presentatie) op de rol van de DCMR in de uitvoering en coördinatie van Brzo-taken (waaronder de rol als Brzo-rud Zuid-Holland-Zeeland en de landelijke coördinatietaken). Ten aanzien van de wijziging van het bevoegd gezag (per 1-1-2016 Brzo/Rie4 bedrijven onder provinciaal bevoegd gezag) wijst de voorzitter op de discussie die op landelijk niveau tussen IPO en VNG wordt gevoerd over de verdeling van financiële middelen. Hierover komt in het najaar duidelijkheid. De heer Backbier geeft aan dat met deze verandering van bevoegd gezag er een duidelijker situatie voor de betrokken bedrijven ontstaat Hij pleit voor een goede communicatie over deze wijziging naar de betrokken bedrijven. DCMR zal dit in overieg met de betreffende gemeenten oppakken. 13. Evaluatie MSR 1. Neemt kennis van de evaluatie MSR 2015 en onderschrijft de analyse dat MSR (als onderdeel van de regionale gegevensvoorziening) van belang is voor de primaire taken van de DCMR (VTH, RO-advisering) én voor de bewaking van de omgevingskwaliteit; 2. Verzoekt de directie DCMR om samen met MSR-partners en met vertegenwoordigers van de regiogemeenten in het DB (anno 2015; Maassluis, Krimpen aan den IJssel en Hellevoetsluis) de aanbevelingen uit de evaluatie uit te voeren; onder andere het bestuuriijk overieg MSR te laten vervallen en de managementsturing van de regionale gegevensvoorziening te vernieuwen onder de noemer Monitoring en Omgevingsinformatie; 3. Verzoekt de regiogemeenten vanuit het bovengenoemd belang van een goede regionale gegevensvoorziening een gezamenlijk commitment uit te spreken om in de afzonderiijke werkplannen (van de regiogemeenten) de financiële bijdrage aan de DCMR-monitoring en -omgevingsinformatie structureel te borgen voor in totaal 23.000, zijnde de voormalige stadsregionale bijdrage aan MSR. Blad 5 van 6
14. Organisatie-ontwikkeling DCMR De heer Meijer geeft een toelichting op de nieuwe organisatiestructuur van de DCMR die per 1 september 2015 ingaat (zie bijgevoegde presentatie). Hij geeft in dit kader ook een toelichting op de verhouding tussen kosten- en tariefontwikkeling tot 2018. In de vorige vergadering van het algemeen bestuur (december 2014) werd vastgesteld dat er een wig ontstond tussen kosten en tarieven, waardoor de resultaatontwikkeling een negatieve lijn toonde. Met de nieuwe organisatiestructuur is de verhouding tussen tarieven en kosten weer in evenwicht gebracht. 15. Vaststellen besluitenlijst van het algemeen bestuur Het algemeen bestuur stelt de besluitenlijst van 3 december 2014 en 26 mei 2015 vast. 16. Vertrouwelijk deel De voorzitter stelt vast dat er geen onderwerpen zijn voor het vertrouwelijk deel van de vergadering. 17. Rondvraag Er wordt geen gebruik gemaakt van de rondvraag. 18. Sluiting De voorzitter dankt de aanwezigen voor hun inbreng en sluit de vergadering om 11.30 uur. Aldus vastgesteld in de vergadering van het AB d.d. 2 december 2015 De voorzitter: De secretaris: R A. Janssen R. Thé Blad 6 van 6