Oplegvel Collegebesluit

Vergelijkbare documenten
Oplegvel Collegebesluit

Oplegvel Collegebesluit

Nota van B&W. Onderwerp Plaatsingsplan afdeling Financiën

Sociaal Statuut Gemeente Haarlem 2011 Aanpassing per

Sociaal Statuut. Gemeente Haarlem 2011

Oplegvel Collegebesluit

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heerenveen.

Model plaatsingsprocedure EUR. 1. Inleiding

Oplegvel Collegebesluit

Bijeenkomst 17 december Organisatie & Formatierapport en plaatsingsproces ODRA

Magentazorg. Addendum. Doorlopend Sociaal Plan tot 1 juli 2015

Personeelsplan. Samenwerking Leiden - Leiderdorp

een faculteit of dienst. Bij een reorganisatie van de Universiteit Twente als geheel geldt de UT als eenheid.

Sociaal statuut gemeente Nieuwkoop 2016

Voor de toepassing van de sociale leidraad wordt verstaan onder:

gezien het feit dat op 5 november 2015 schriftelijke overeenstemming is bereikt over het sociaal statuut met de commissie voor Georganiseerd Overleg

Van werk naar werk. Sociaal Plan reorganisatie Groot Salland

Regeling Begeleiding Van Werk Naar Werk bij reorganisaties

Sociaal Plan LeerWerkbedrijf EmmenN.V.

Sociaal Plan. In het kader van organisatieveranderingen bij N.V. Oasen te GOUDA. Oasen Nieuwe Gouwe O.Z. 3 Postbus AC GOUDA

een faculteit of dienst. Bij een reorganisatie van de Universiteit Twente als geheel geldt de UT als eenheid.

3. Invulling functie Procescoördinator

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

Regeling Generiek Functieprofiel en Functiewaardering van de Gemeente Schiedam

Reorganisatieprocedure in een notendop

Sociaal Statuut Herindeling gemeente Hoogezand-Sappemeer, Menterwolde en Slochteren

Sociaal Statuut voor de samenwerking Gemeenten Boxmeer en Sint Anthonis

Reorganisatiecode Universiteit Leiden

Leidraad bij reorganisaties 2019

Collegebesluit. BBV nr: 2015/467586

Bijlage 4 bij de adviesaanvraag Bijzondere Ondernemingsraad. Versie met voorgestelde aanpassingen uit projectteam, directieteam en P&O werkgroep.

Collegebesluit. Onderwerp Actualisering HRM-regelingen (mei 2017)

voor de o verplaatsings processe n naar GR BAR -organisatie per 1 januari 2014 ( overeenstemming is bereikt in B GO BAR-gemeenten op 8 oktober 2013)

Vastgesteld in CvB-vergadering d.d. 8 juli 2014, na instemming OR d.d. 4 juli Reorganisatieprocedure TU Delft

Sociaal statuut. Waterschap Rijn en IJssel

Regeling begeleiding Van Werk Naar Werk bij reorganisaties Noord-Brabant

Oplegvel Collegebesluit

Voorgesteld besluit 1. In te stemmen met bijgevoegde procedureregeling functiehuis gemeente Hoogeveen.

Onderwerp: Wijziging Procedureregeling Fube & Fuwa gemeente Heusden 2009

Voor functievolgers, maart Belangstelling voor een andere werkplek of functie. Hoe werkt het?

SOCIAAL KADER

Oplegvel Collegebesluit

Sociaal Statuut Hefpunt 2014 / 2017

SOCIAAL STATUUT BIJ DE REGIONALISERING VAN

PROVINCIAAL BLAD. Gezien de in het Sectoroverleg Provinciale Arbeidsvoorwaarden bereikte overeenstemming over deze wijziging;

Bedrijfscommissiekamer voor de Overheid voor Lagere Publiekrechtelijke Lichamen

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlem,

Sociaal Plan belastingsamenwerking tussen Gemeenschappelijk Belastingkantoor Lococensus -Tricijn en De gemeenten Dronten, Nijkerk en Leusden.

PROVINCIAAL BLAD. Besluit van gedeputeerde staten van Zeeland houdende Regeling Begeleiding Van Werk Naar Werk bij reorganisaties

1. Inleiding. 2. Geldigheidsduur van het sociaal statuut. 3. Medezeggenschap

Oplegvel Collegebesluit

1.1 Doel Het doel van dit sociaal plan is om de nadelige sociale gevolgen van reorganisaties voor

Van Werk naar Werk bij reorganisaties

Onderhandelingsakkoord Reorganisatiekader NN en Delta Lloyd

Beleid werving en selectie Van Lanschot Groep (RvC, RvB Van Lanschot en Directie Kempen & Co)

REGELING FUNCTIEBESCHRIJVING EN WAARDERING OMGEVINGSDIENST GRONINGEN CONCEPT

Provinciaal blad van Noord-Brabant

November 2013 Lichtenvoorde, P & O R U I L EN & O V E R P L A A T S EN

Instructie gemeentesecretaris gemeente Overbetuwe 2011

CVDR. Nr. CVDR612057_1

PROVINCIAAL BLAD. Besluit d.d. 12 januari 2016 van Gedeputeerde Staten van Fryslân

Rechtspositieregelingen. Taakafbakening Georganiseerd Overleg en Ondernemingsraad & Regeling Personele jaarcyclus

CVDR. Nr. CVDR471624_1. Plaatsingsprocedure Meerinzicht. 1.1 Begrippenlijst

IV. Standpunt werknemersdelegatie De werknemersdelegatie heeft haar standpunt toegelicht in een brief van 9 april 2014.

Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad. 11 september TAZ/U / Lbr. 19/067 LOGAnr 19/ Cao Ontslagcommissie

Sociaal Plan In verband met definitieve instelling Regionaal Bureau Leerplicht. gemeenten De Ronde Venen, Stichtse Vecht en Woerden

Oplegvel Collegebesluit

Oplegvel Collegebesluit

15. AFSPIEGELINGSBEGINSEL

SOCIAAL PLAN Waterschap Zuiderzeeland

Oplegvel Collegebesluit

PROVINCIAAL BLAD. maken bekend dat door Gedeputeerde Staten in hun vergadering van 23 juni 2015, nr. A.17, is vastgesteld hetgeen volgt:

Sociaal Convenant 28 juni 2018

Regeling werving en selectie 2017

MOBILITEIT STICHTING INITIA maart beweegt

Samenwerkingsovereenkomst tijdelijke projectorganisatie ter uitvoering van de strategische agenda van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag.

Voor functievolgers, maart Belangstelling voor een andere werkplek of functie. Hoe werkt het?

Handleiding Afspiegelingsbeginsel gemeente Amsterdam

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Regeling procedure aanwijzing groepen functies en herplaatsing BZK 2008

Verkiezingsreglement Vertegenwoordiger pensioengerechtigden in algemeen bestuur PME

Oplegvel Collegebesluit

Paragraaf 1 Algemeen Preambule Dit sociaal kader behandelt afspraken en gevolgen van de personele reorganisaties en uitdiensttreding.

PROVINCIAAL BLAD. ARTIKEL I de Regeling Begeleiding Van Werk Naar Werk bij reorganisaties opnieuw vast te stellen. De regeling luidt als volgt:

CVDR. Nr. CVDR98200_2

SOCIAAL PLAN EMCO-GROEP. Voor Wsw-medewerkers. 1 maart januari Business Post

Oplegvel Collegebesluit

PROVINCIAAL BLAD. Provincie Zeeland Vaststelling Sociaal beleidskader bij reorganisaties Provincie Zeeland 2016

Sociaal Plan Zandvoort-Haarlem 2017

CURAÇAO Adviseur Corporate Governance

Regeling Functiewaardering Gemeente Deventer

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

Inhoudsopgave Inleiding Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3

Nummer ZD College van burgemeester en wethouders. Het college van burgemeester en wethouders besluit

RUD Utrecht. Procedureregeling functiebeschrijving en waarderingrud Utrecht

Oplegvel Collegebesluit

B&W-Aanbiedingsformulier

Sociaal statuut Regionale Uitvoeringsdienst Groningen. Derde medewerkersbijeenkomst 10 december 2012

Collegebesluit. Onderwerp Selectie ontwikkelaar voor kavel Slachthuisbuurt Zuidstrook, Blok II

Sociaal statuut. Waterschap Rijn en IJssel. (1 januari 2017 tot 1 januari 2022)

AANPAK INVOERING VAN HR21 GRIFFIE GEMEENTE GRONINGEN DE WERKGEVERSCOMMISSIE VAN DE RAAD VAN DE GEMEENTE GRONINGEN:

Transcriptie:

Onderwerp Plaatsingsproces Reorganisaties 2012-2013 Oplegvel Collegebesluit Portefeuille C. Mooij Auteur mw. T.U. Mak-van Veen Telefoon 5114684 E-mail: tveen@haarlem.nl MS/HRM/2012/460949 Te kopiëren: bijlage A B & W-vergadering van: 4 december 2012 DOEL: Besluiten Het college neemt hierover een besluit omdat het hier het vaststellen van een gemeentelijke rechtspositionele regeling betreft waartoe het college bevoegd is. B&W 1. Het college besluit tot vaststelling van het Plaatsingsproces Reorganisaties 2012-2013. 2. Communicatieparagraaf: het Plaatsingsproces Reorganisaties 2012-2013 wordt gemeentebreed gecommuniceerd via Insite. 3. Financiële consequenties: niet van toepassing. 4. De Commissie voor Georganiseerd Overleg heeft bij brief van 3 december 2012 overeenstemming verleend.

Collegebesluit Onderwerp: Plaatsingsproces Reorganisaties 2012-2013 Reg. Nummer: 2012/460949 1. Inleiding Bij dit besluit wordt het Plaatsingsproces Reorganisaties 2012-2013 vastgesteld. Dit plaatsingsproces geldt voor de reorganisaties die in de periode 2012-2013 hun beslag krijgen en ziet op de hoofdafdelingen SoZaWe, Stedelijke Projecten &Wijkzaken (na de reorganisatie verder onder de naam Gebiedsontwikkelingen & Beheer ) en de afdeling Vastgoed van de hoofdafdeling Stadszaken. Juridische grondslag voor het vast te stellen plaatsingsproces is gebaseerd op artikel 4 van het Sociaal Statuut gemeente Haarlem 2011. Hierin is de bevoegdheid gelegd om per reorganisatieproces een procedure vast te stellen ten aanzien van de wijze waarop aan de plaatsing van medewerkers in het reorganisatieproces wordt vorm gegeven. Het plaatsingsproces is tot stand gekomen in de Commissie voor Georganiseerd Overleg. In de commissie voor Georganiseerd Overleg voeren vertegenwoordigers van de vakbonden ABVAKABO en CNV overleg met de wethouder Personeelszaken. Met de onderhavige vaststelling bij collegebesluit wordt het Plaatsingsproces Reorganisaties 2012/2013 algemeen verbindend. 2. Besluitpunten college 1. Het college besluit tot vaststelling van het Plaatsingsproces Reorganisaties 2012-2013. 2. Communicatieparagraaf: het Plaatsingsproces Reorganisaties 2012-2013 wordt gemeentebreed gecommuniceerd via Insite. 3. Financiële consequenties: niet van toepassing. 4. De Commissie voor Georganiseerd Overleg heeft bij brief van 3 december 2012 overeenstemming verleend. 3. Beoogd resultaat Het vaststellen van het Plaatsingsproces Reorganisaties 2012-2013 waardoor deze een algemeen verbindende status krijgt dat als aanvullend kader op het Sociaal Statuut 2011 geldt. 4. Argumenten Met het Plaatsingsproces Reorganisaties 2012-2013 wordt het plaatsingstraject zodanig ingericht dat voor alle medewerkers die onder de werkingssfeer van de reorganisaties 2012-2013 vallen op eenduidige en rechtmatige wijze een plaatsingsbesluit kan worden genomen. Het Plaatsingsproces Reorganisaties 2012-2013 verklaart het Sociaal Statuut 2011 van toepassing op het onderhavige reorganisatieproces en beschrijft de in dit proces te nemen stappen zoals: vaststellen kring van betrokkenen, status functies, hoe om te gaan met een feitelijk afwijkend takenpakket, belangstellingsregistratie en de 1

plaatsingsvolgorde. Voor de inhoud van de regelingen wordt verwezen naar de bijlage Plaatsingsproces Reorganisaties 2012-2013. In het plaatsingsproces wordt gewerkt met twee vormen van plaatsingscommissies. Meerdere Decentrale Plaatsingscommissies voor leidinggevenden en nietleidinggevenden en één Centrale Plaatsingscommissie. Of de plaatsing uiteindelijk voldoet aan de eisen van het Sociaal Statuut 2011 wordt getoetst door de Bezoldigd Bestuurders in de Commissie voor het Georganiseerd Overleg. De Decentrale Plaatsingscommissies zijn verantwoordelijk voor het plaatsingsproces binnen de hoofdafdeling en het voordragen van kandidaten aan de Centrale Plaatsingscommissie. De Centrale Plaatsingscommissie is verantwoordelijk voor de verbinding gemeentebreed en de technische toetsing van de voordrachten van de Decentrale Plaatsingscommissies. Voorts behandelt de Centrale Plaatsingscommissie de door medewerkers ingediende bedenkingen tegen een statusbepaling of voorgenomen plaatsing. 5. Kanttekeningen n.v.t 6. Uitvoering De afdeling Middelen & Services/HRM draagt zorg voor de uitvoering van het onderhavige besluit in samenwerking met het management van de te reorganiseren hoofdafdelingen SOZAWE, Stedelijke Projecten & Wijkzaken (Gebiedsontwikkeling & Beheer) en Stadszaken. 7. Bijlagen bijlage Plaatsingsproces Reorganisaties 2012-2013. Het college van burgemeester en wethouders, De secretaris de burgemeester 2

Plaatsingsproces reorganisaties 2012-2013 1

Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Kaders 3. Kring van betrokkenen 4. Status functies - Status functies - Functies met status voortgezet met verminderde formatie (Sociaal Statuut artikel 7) - Feitelijke taken - Informeren medewerkers over hun status 5. Belangstellingsregistratie 6. Plaatsing en herplaatsing - Plaatsing algemeen - Plaatsingsgesprekken - Plaatsingsplan - Plaatsingsvolgorde naar status - Toelichting plaatsing Nieuwe Functies - Toelichting plaatsing medewerkers met de status voortgezet formatie verminderd - Hardheidsclausule - Plaatsingsbesluit 7. De Commissies - Werkzaamheden - Samenstelling Centrale Plaatsingscommissie en Decentrale Plaatsingscommissies 8. Tot slot 2

1. Inleiding In deze notitie worden de operationele aspecten van het personele traject van de reorganisaties 2012/2013 nader ingevuld zoals bepaald in artikel 4 van het Sociaal Statuut gemeente Haarlem 2011. Deze notitie vormt voor voornoemde reorganisaties dan ook een aanvulling op dit Sociaal Statuut. Deze notitie moet het mogelijk maken dat het plaatsingstraject zodanig wordt ingericht dat voor alle medewerkers die onder de werkingssfeer van de reorganisaties 2012-2013 vallen, op eenduidige en rechtmatige wijze, binnen de vastgestelde termijn, een plaatsingsbesluit kan worden genomen. De hoofdafdelingen SoZaWe en Stedelijke Projecten/Wijkzaken, de afdeling van Vastgoed van de hoofdafdeling Stadszaken, trekken gezamenlijk op in deze reorganisaties. De separate uitwerkingsplannen worden in één proces richting Ondernemingsraad en Georganiseerd Overleg gebracht en worden in één besluitvormingsproces aan het college aangeboden. Er wordt door de Centrale Plaatsingscommissie regie gevoerd over één plaatsingsproces wat uiteindelijk leidt tot één plaatsingsplan. 3

2. Kaders De kaders voor het plaatsingsproces zijn vastgelegd in het Sociaal Statuut gemeente Haarlem 2011, onderhavige notitie Plaatsingsproces Reorganisaties 2012-2013 en het Ambtenarenreglement 1995. 3. Kring van betrokkenen Medewerkers die vallen onder de reikwijdte van de reorganiserende organisatieonderdelen worden uitgenodigd om hun belangstelling kenbaar te maken voor een of meerdere functies. Medewerkers die tot de kring van betrokkenen horen zijn: Medewerkers met een vaste aanstelling Medewerkers met een tijdelijke aanstelling bij wijze van proef Het betreft medewerkers bij de volgende organisatieonderdelen: Wijkzaken Stedelijke Projecten De medewerkers van de afdeling Vastgoed van de hoofdafdeling Stadszaken Sociale Zaken en Werkgelegenheid De medewerkers werkzaam bij de balie SoZaWe van de hoofafdeling Dienstverlening 4

4. Status functies Status functies Nadat de beschrijvingen van de functies klaar zijn kan een vergelijking tussen de oude en nieuwe organisatie gemaakt worden. Bouwsteenfunctie en (Individueel) Jaarplan zijn daarbij het uitgangspunt. Daarmee wordt duidelijk welke functies vervallen, voortgezet worden, de voortgezette functies waarbij de formatie verminderd wordt en welke nieuwe functies er ontstaan. Dit overzicht wordt zichtbaar in het plaatsingsplan en de was/wordt lijst. Ten aanzien van de functies zijn de volgende statussen mogelijk: - Voortgezette functie; - Voortgezette functie met verminderde formatie (formatiereductie); - Vervallen functie; - Nieuwe functie. Voor de definitie van voornoemde statussen wordt verwezen naar het Sociaal Statuut gemeente Haarlem 2011. Om het afspiegelingsbeginsel te kunnen hanteren moet de peildatum objectiveerbaar worden vastgesteld. Dit is de datum, waarop het college besluit over de nadere invulling van de reorganisatie en de algemene personele gevolgen. De peildatum is de datum dat het college definitief besluit over het voornemen tot reorganisatie en het uitwerkingsplan. Het personeelsbestand op de peildatum vormt de basis voor de vaststelling van de plaatsingsvolgorde. De plaatsingsvolgorde wordt bepaald door de toepassing van het afspiegelingsen anciënniteitsbeginsel naar dienstjaren in de oorspronkelijke functie zoals omschreven in artikel 7 van het Sociaal Statuut gemeente Haarlem 2011. Functies met status voortgezet met verminderde formatie (Sociaal Statuut artikel 7) Het afspiegelings- en anciënniteitsbeginsel naar dienstjaren in oorspronkelijke functie, wordt toegepast op de functies die zijn voortgezet waarbij de formatie verminderd. Bij dezelfde functie die in alle betrokken organisatieonderdelen voorkomen (bijvoorbeeld managementassistent) wordt het afspiegelingsbeginsel toegepast over de afdelingen heen. Dit betekent concreet dat als bij de functie managementassistent schaal 8 is vastgesteld dat de functie de status heeft voortgezet formatie verminderd het afspiegelingsbeginsel wordt toegepast op alle medewerkers die tot de kring van betrokkenen behoren en deze positie hebben. In gevallen waarbij afwijking van de vastgestelde plaatsingsvolgorde noodzakelijk is, kan hiervan op basis van artikel 7, vijfde lid van het Sociaal Statuut gemeente Haarlem 2011, met instemming van het Georganiseerd Overleg worden afgeweken. 5

Feitelijke taken Op basis van de status van de functie wordt de individuele status van de medewerker vastgesteld. Er moet dus een toets plaatsvinden of de status van de functie ook geldt voor de individuele medewerker. In de meeste gevallen zullen deze statussen overeenkomen. Het kan zich echter voordoen dat de formele taken en werkzaamheden die een medewerker uitoefent op basis van de functiebeschrijving afwijken van de feitelijke taken die een medewerker uitvoert. Als de feitelijke taken die de medewerker verricht een structureel karakter hebben moeten die als uitgangspunt worden genomen voor de individuele statusbepaling. Informeren medewerkers over hun status In de eerste plaats moet aan medewerkers bij besluit worden meegedeeld, wie rechtspositioneel bij de reorganisatie betrokken zijn. Eveneens moet hen worden meegedeeld met welke status het plaatsingstraject wordt ingegaan. De medewerker wordt in de gelegenheid gesteld om zijn bedenkingen tegen deze status kenbaar te maken. Voordat het plaatsingsproces start wordt er door de Centrale Plaatsingscommissie een besluit genomen over de eventuele bedenkingen. 6

5. Belangstellingsregistratie Met het beëindigen van de vorige fase (bepalen van en het informeren van de medewerkers over hun status), wordt de medewerker gevraagd om belangstelling aan te geven. In het kader van de belangstellingsregistratie zijn de medewerkers in de gelegenheid hun belangstelling uit te spreken voor alle functies (voortgezet, nieuw en voortgezet formatie verminderd). Alle medewerkers worden in de gelegenheid gesteld om hun belangstelling uit te spreken voor maximaal 5 functies. Medewerkers die tot de kring van betrokkenen horen en een voortgezette functie hebben worden ook in de gelegenheid gesteld om belangstelling aan te geven voor andere functies. Daarmee wordt tijdens het plaatsingsproces de interne mobiliteit gestimuleerd. De aangegeven belangstelling van de medewerker met een voortgezette functie wordt echter pas in tweede instantie in behandeling genomen nadat de plaatsingsmogelijkheden van medewerkers met een verminderde of vervallen functie dan wel reeds bovenformatieve medewerkers voor de betreffende andere functie zijn beoordeeld. Pas daarna volgt de beoordeling van de mogelijke plaatsingen voor medewerkers met een voortgezette functie op de nog openstaande functies waarvoor zij belangstelling hebben geuit. Hierbij is een toename van de kwantiteit van de plaatsingen in het geheel het uitgangspunt. Bij nieuwe functies (art. 8, Sociaal Statuut gemeente Haarlem 2011) is eveneens de kwaliteit van de plaatsingen van belang. 7

6. Plaatsing en herplaatsing Plaatsing algemeen Uitgangspunt is Mens volgt Werk. Daarnaast is het streven om medewerkers zoveel als mogelijk te plaatsen op de aangegeven voorkeur mits deze voorkeur in de lijn ligt van de oude functie en ontwikkeling van de medewerker. Uiteraard wordt bij de plaatsing van medewerkers ook gekeken naar de passendheid van een functie. De spelregels die hierbij gelden, staan beschreven in het Sociaal Statuut 2011 en voor het onderhavige reorganisatieproces hieronder aanvullend opgenomen. Het proces wordt gestart met de managementfuncties en daarna alle overige functies. Plaatsingsgesprekken Met alle medewerkers die niet geplaatst worden in een functie wordt een gesprek gevoerd. De medewerkers die geplaatst worden in hun voortgezette functie worden in principe niet uitgenodigd voor een plaatsingsgesprek, behalve als zij belangstelling hebben aangegeven voor een andere functie en een eventuele plaatsing op die functie, met inachtneming van de hieronder weergegeven plaatsingsvolgorde, bijdraagt aan kwantiteit en kwaliteit van de plaatsingen. Plaatsingsplan Het plaatsings- of personeelsplan moet nu opgesteld worden. Dit plan wordt opgebouwd uit alle voorgaande elementen/stappen: de functies, de belangstellingen en de uitkomsten (adviezen) uit de gesprekken. Het is een technisch proces waarin medewerkers geen actieve rol meer spelen. Alle regels uit het Sociaal Statuut 2011 (en alle aanvullende afspraken daarop) moeten nu mét de opgebouwde informatie tot een rechtmatig besluit voor alle betrokken medewerkers leiden. Plaatsingsvolgorde naar status 1. Medewerkers met de status voortgezette functie plaatsen op de voortgezette functie 2. Medewerkers die op basis van afspiegelingsbeginsel en anciënniteit naar dienstjaren in de oorspronkelijke functie kunnen worden geplaatst op een functie met de status voortgezette functie waarvan de formatie verminderd. 3. Plaatsing op nieuwe en openstaande functies in volgorde van: A Overige medewerkers uit de kring van betrokkenen, (m.u.v. de medewerkers bedoeld onder D). B Huidige bovenformatieve medewerkers C Medewerkers uit een ander organisatie onderdeel die formeel het (voorgenomen) besluit hebben ontvangen dat de functie vervalt. D Medewerkers met de status voortgezette functie, die belangstelling hebben aangegeven voor een andere functie. 8

Toelichting plaatsing Nieuwe Functies Op het moment dat een medewerker belangstelling heeft voor een functie met de status nieuw en dit ook een reële belangstelling is, is op basis van het Sociaal Statuut 2011 het streven zoveel mogelijk de (vacante) nieuwe functies te laten bezetten door interne kandidaten. Deze kandidaten worden bekeken aan de hand van het functieprofiel in relatie tot de kwaliteiten op basis van competenties, kennis en vaardigheden, opleiding, ervaring, functioneren, personeelsgesprekken, voorkeur voor bepaalde functies en eventueel het resultaat van een op kosten van de werkgever te houden test of assessment. Indien er voor een functie met de status nieuw meerdere gelijk geschikte kandidaten zijn wordt de medewerker met de hoogste anciënniteit (dienstjaren gemeente Haarlem) benoemd in de functie. Toelichting plaatsing medewerkers met de status voortgezet, formatie verminderd Voor medewerkers met de status voorgezet formatie verminderd worden mogelijke plaatsingen als volgt onderzocht: 1. Door middel van het afspiegelingsbeginsel en anciënniteit naar dienstjaren in de oorspronkelijke functie per peildatum (artikel 7 Sociaal Statuut Gemeente Haarlem 2011) wordt beoordeeld wie niet geplaatst kan worden (HRM bereidt dit technisch voor) als gevolg van de formatievermindering. Op basis van artikel 7, vierde lid, van het Sociaal Statuut gemeente Haarlem 2011 wordt de formatiereductie in gelijke mate over de aanwezige leeftijdsgroepen verdeeld. Daarbij wordt in principe uitgegaan van een verdeling per 1 hele fte per leeftijdsgroep. Dit ter voorkoming dat grote aantallen medewerkers voor een gedeelte herplaatsbaar en hierdoor minder succesvol bemiddelbaar naar een andere functie worden. 2. Per leeftijdsgroep wordt bekeken wat de gevolgen zijn van het plaatsingsproces. Ook wordt geïnventariseerd of er medewerkers (vrijwilligers) zijn die interesse hebben in een andere functie (dit blijkt uit de belangstellingsregistratie) en wordt mogelijke plaatsing onderzocht. Het vrijwillig vertrek van een medewerker uit een bepaalde leeftijdsgroep leidt tot een realisatie van de formatiereductie voor die betreffende leeftijdsgroep. Door vrijwillig vertrek van de ene medewerker wordt plaatsing mogelijk gemaakt voor een met niet-plaatsing bedreigde medewerker binnen dezelfde leeftijdsgroep. 3. Indien binnen een bepaalde leeftijdsgroep door vrijwillig vertrek meer formatie wordt opgeleverd dan op basis van de verdeling van de formatiereductie is toebedeeld (en dus alle medewerkers van de betreffende leeftijdsgroep worden geplaatst), komt de vrijgevallen formatie toe aan de medewerker van een andere leeftijdscategorie. Dit betreft dan de medewerker die per peildatum na verdeling van de formatiereductie als laatste van de groep niet-geplaatsten in aanmerking zou komen voor niet-plaatsing. 4. Indien noodzakelijk kan op basis van artikel 7, vijfde lid, van het Sociaal Statuut gemeente Haarlem 2011 van de bij formatiereductie voorgestelde plaatsingsvolgorde met instemming van het Georganiseerd Overleg worden afgeweken. 9

Hardheidsclausule Voor alle gevallen waarin toepassing van het Sociaal Statuut gemeente Haarlem 2011 tot een onbillijke situatie voor een medewerker leidt dan wel in gevallen waarin dit statuut niet voorziet, is de hardheidsclausule zoals geformuleerd in artikel 30 van het Sociaal Statuut 2011 van toepassing. Plaatsingsbesluit Het College stelt het plaatsingsplan uiteindelijk vast. De medewerkers ontvangen daarna een voorgenomen plaatsingsbesluit waarop bedenkingen kunnen worden geuit. Indien er bedenkingen worden geuit, dan wordt het voorgenomen besluit heroverwogen en zo nodig op basis van die bedenkingen aangepast en in de vorm van een definitief plaatsingsbesluit verzonden. Tegen dit besluit is bezwaar conform de Awb mogelijk. 10

7. De Commissies De verantwoordelijkheid voor het plaatsingsproces ligt bij drie soorten commissies. De Centrale Plaatsingscommissie en de Decentrale Plaatsingscommissie zijn verantwoordelijk voor de plaatsing. De Commissie voor Georganiseerd Overleg (GO) toetst of de plaatsing aan de eisen van het Sociaal Statuut 2011 voldoet. Werkzaamheden De Decentrale Plaatsingscommissies zijn verantwoordelijk voor het plaatsingsproces binnen de hoofdafdeling. Zij toetsen de geschiktheid/passendheid van de voorgedragen kandidaten en koppelen daarover terug aan de Centrale Plaatsingscommissie. HRM adviseert de Decentrale Plaatsingscommissie over de plaatsingsvoordrachten en levert de benodigde informatie aan voor de plaatsingsgesprekken. De Centrale Plaatsingscommissie is verantwoordelijk voor de verbinding gemeente breed, technische toetsing van de voordrachten van de Decentrale Plaatsingscommissies, actief begeleiden van de groep boventalligen naar een andere functie en advisering aan het College over de plaatsingen door middel van het plaatsingsplan. Ingeval van bedenkingen tegen een statusbepaling of plaatsing, kan de medewerker terecht bij deze commissie. In deze gevallen adviseert de commissie de algemeen directeur/gemeentesecretaris, die hierover beslist. De Commissie voor het Georganiseerd Overleg (GO) is reeds bestaand en toetst in het kader van de overeenstemmingsprocedure - of de voorgenomen plaatsing voldoet aan de vereisten van het Sociaal Statuut Gemeente Haarlem 2011, de onderhavige regeling Plaatsingsproces reorganisaties 2012/2013 en eventuele overige plaatsingsafspraken gemaakt met het Georganiseerd Overleg. Het GO wordt voorzien van het aan het college voor te leggen concept plaatsingsplan en alle informatie die nodig is voor het proces van het verlenen van overeenstemming. In de planning zijn gedurende het plaatsingsproces meerdere overleg en informatiemomenten met het GO opgenomen. De toetsing zal namens het GO door de bezoldigd bestuurders ABVAKABO/FNV en CNV (adviseurs van het GO) worden gedaan. Samenstelling Centrale Plaatsingscommissie en Decentrale Plaatsingscommissies Decentrale Plaatsingscommissie (DPC) voor niet-leidinggevenden De hoofdafdelingsmanager is de voorzitter van de DPC voor niet-leidinggevenden. Aan de voorzitter wordt eindverslag uitgebracht van de gehouden plaatsingsgesprekken. De plaatsingsgesprekken worden gevoerd door: - Hoofd afdeling/bureau van het organisatieonderdeel waar de functie onder valt - Een HRM adviseur - Een lid van de VC/OR (niet werkzaam op de betreffende afdeling), facultatief 11

Decentrale Plaatsingscommissie voor leidinggevenden - Twee (hoofd-) afdelingsmanagers van de reorganiserende onderdelen. - Een HRM-adviseur - Een lid van de VC/OR (niet werkzaam op de betreffende afdeling), facultatief Centrale Plaatsingscommissie (CPC) - De algemeen directeur/gemeentesecretaris tevens voorzitter - Het hoofd van de afdeling HRM - Een vertegenwoordiger namens de OR - Ondersteuning door een secretaris zonder stemrecht (afdeling HRM) De manager van de hoofdafdeling en de HRM adviseur worden door de CPC uitgenodigd om in het overleg het advies van de Decentrale Plaatsingscommissie toe te lichten. 12

8. Tot slot Het resultaat van deze organisatie verandering is om tot een goed functionerende organisatie te komen, waarbij rekening wordt gehouden met de belangen van zowel de medewerkers, als die van de organisatie. Het gaat hierbij om de betrokkenheid van de medewerkers bij de door hen te verrichten werkzaamheden en de verantwoordelijkheid van de organisatie voor het creëren en in standhouden van de randvoorwaarden hiervoor. Zowel de medewerkers als de organisatie hebben hiervoor een gezamenlijke inspanningsverplichting. 13