Organisatiecultuur
Machtsspreiding Hoog Laag Samenwerkingsgraad Persoon Taak Rol Macht Laag Hoog
Machtscultuur Alle macht bij de topfiguur. De topfiguur een zeer charismatisch persoon Medewerkers zijn trouw en loyaal Weinig regels en procedures nodig (zelfde denken) Organisatie zeer flexibel en volgt de grillen van de topfiguur.
Rollencultuur De activiteiten grotendeels door procedures bepaald (werk, individuele functies, communicatie tussen afdelingen). Functie of rol belangrijker dan de persoon. Mensen gewaardeerd op basis van prestaties binnen hun rol. De macht ligt bij de rol die wordt bekleed. Kernwoorden van dit cultuurtype zijn veiligheid, stabiliteit, behoudzucht en voorspelbaarheid.
Taakcultuur Leden van de organisatie gericht op oplossen van problemen of het goed tot uitvoer brengen van taken of projecten. Leden vertrouwen op de expertise van hun collega s en zichzelf. Directie slechts indirect invloed op de teams waardoor slechts beperkte sturing van het resultaat mogelijk is. De macht is niet verbonden aan een bepaalde persoon of functie maar is verspreid over de hele organisatie en concentreert zich op bepaalde knooppunten. Kernwoorden zijn taakgericht, probleemoplossend vermogen en professionaliteit.
Personencultuur Organisatie geheel in dienst van de mensen die er werken. Alle macht wordt ontleend aan kennis en expertise, andere vormen van macht worden niet geaccepteerd. De leden vervullen taken die ze goed aankunnen en waar ze belangstelling voor hebben. Voorbeelden: kibboetsen en hippiecommunes.
Praktisch voor eindopdracht
structuur Geeldrukdenken Blauwdrukdenken politiek sociaal eigenwijs zelf kiezen panta rhei chaostheorie Rooddrukdenken Witdrukdenken Groendrukdenken eigen verantwoordelijkheid leren intuïtie verbinden procesdenken mensen op een ander been zetten
Interne gerichtheid en integratie Flexibiliteit en vrijheid van handelen De familiecultuur De hiërarchische cultuur De adhocratiecultuur De marktcultuur Externe gerichtheid en differentiatie Stabiliteit en beheersbaarheid
Interne gerichtheid en integratie Flexibiliteit en vrijheid van handelen De familiecultuur vriendelijke werkomgeving leiders zijn mentoren loyaliteit & traditie grote betrokkenheid flexibiliteit zorg voor het personeel teamwork De hiërarchische cultuur formalistisch & gestructureerd leiders zijn coördinatoren formele regels en beleidsstukken behoefte aan stabiliteit & beheersbaarheid De adhocratiecultuur creatieve werkomgeving leiders zijn innovators experimenteren & innoveren toonaangevend flexibel & individualistisch De marktcultuur resultaatgericht competatief leiders zijn opjagers reputatie & succes externe positionering behoefte aan stabiliteit & beheerstbaarheid Externe gerichtheid en differentiatie Stabiliteit en beheersbaarheid
Interne gerichtheid en integratie Flexibiliteit en vrijheid van handelen De familiecultuur vriendelijke werkomgeving leiders zijn mentoren loyaliteit & traditie grote betrokkenheid flexibiliteit zorg voor het personeel teamwork De hiërarchische cultuur formalistisch & gestructureerd leiders zijn coördinatoren formele regels en beleidsstukken behoefte aan stabiliteit & beheersbaarheid De adhocratiecultuur creatieve werkomgeving leiders zijn innovators experimenteren & innoveren toonaangevend flexibel & individualistisch De marktcultuur resultaatgericht competatief leiders zijn opjagers reputatie & succes externe positionering behoefte aan stabiliteit & beheerstbaarheid Externe gerichtheid en differentiatie Stabiliteit en beheersbaarheid
Praktisch voor eindopdracht