Toepassingen van digitale middelen in het bewegingsonderwijs

Vergelijkbare documenten
Digitale video en (zelf)modellering in de gymles

LEREN KOGELSTOTEN IN DE GYMLES MET ZELFGESTUURDE VIDEOFEEDBACK MARJAN KOK LAURIEN VAN CAPELLEVEEN, ANNET KOMEN, JOHN VAN DER KAMP

Leren gymmen van een beeldscherm

Peter Beek Hoogleraar coördinatiedynamica Vrije Universiteit Amsterdam

Progressie en plezier met impliciet leren

Geert Savelsbergh Hoogleraar op Desmond Tutu leerstoel Jeugd, Sport en Verzoening Vrije Universiteit Amsterdam

Bewegingsonderwijs en spel: de eerste stappen in de virtuele werkelijkheid

VAARDIGHEIDSTRAINING:

30/03/16. John van der Trending topics in motor learning#expliciet leren #Impliciet leren

Chris Visscher Hoogleraar jeugdsport, met specifieke accenten op talentontwikkeling en op sport en school Rijksuniversiteit Groningen

Motorisch leren met een gedigitaliseerd beweegaanbod

Gymnastiek gaat digitaal 24 augustus 2009

Informatie voor ouders over executieve functies

Nut en noodzaak van taggen in sportspelen

Choku karatekids Nieuwsbrief 2 Augustus 2016

Basislessen Bewegingsonderwijs in de speelzaal

Digitalisering in de gymles

Videofeedback bij Techniektraining. Trainer / instructeur 3

Inhoud. Sportieve opvoeding bij volleybal. Move to make a difference. Remo Mombarg en Bart Haddink

Informatie boekje CO-OP benadering

Aansluiten bij de behoefte van ieder kind. Makkelijker gezegd dan gedaan?

OUDERS. Langs de lijn of in het veld?

Arnold de Haan Hoogleraar inspanningsfysiologie Vrije Universiteit Amsterdam

Beeldcoaching in het onderwijs

Verantwoording 1.1 Keuze van de titel

Observationeel leren van videovoorbeelden

Conferentie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Je trainingen en trainingsproces doelmatig vorm geven

Vanuit de HvA zijn we bezig met een onderzoek om onderzoeksvaardigheden van kinderen te meten opdat de leerkracht beter kan sturen in het leerproces

Vragen gesteld in het evaluatieformulier + Antwoorden

Nieuwe theorieën over motorisch leren in de praktijk. Heemskerk 13 oktober Wim van Gelder. Opleiding. Werkervaring

Competenties De Fontein

Collectief aanbod Jeugd Houten

Hieronder geven wij antwoord op een aantal vragen, die van belang kunnen zijn bij het kiezen van een school voor uw kind(eren).

Nieuwe theorieën over motorisch leren in de praktijk

SWINXS BESCHRIJVING. Wat is het? Voor wie is het? Hoe werkt het?

OUDERTRAINING MET HOND: FOEI IK GROEI

Sneller over de Hordes Brendan Troost

AMETHIST Developing People

Sport(ouders) en emoties Door: Steven Pont en Tischa Neve

Hoe zijn deze resultaten te verklaren? Nieuwe theorieën over motorisch leren in de praktijk. Venlo 30 oktober Motorisch leren Differentieel


Executieve functies, wat zijn dat:

Werkboek: Introductie

Lectoraat Bewegen, School & Sport en praktijkgericht onderzoek in het bewegingsonderwijs

Wim van Gelder. Van Gelder in beweging Scholings- en adviesbureau op gebied van bewegingsonderwijs, Motorische Remedial Teaching en schoolpleinen

Impulsklas aan de slag met gedrag

Instructie taakspecifieke vragenlijst + observatie

Bijlage interview meisje

Onderzoek Stap voor Stap.. Hans Smeele 25 maart 2017 Duaal Leren

Hoofdstuk 1 - Algemene wegwijzer Inhoud van de map

De leerkracht maakt het verschil!!!

EEN EDUCATIEF SPEL DAT HET VERSCHIL MAAKT UITLEG

Het puberbrein; werk in uitvoering. Anneke E. Eenhoorn

Interview Han van der Maas

Onder huiswerk verstaan we:

Groepsbehandeling kinderen & tieners: Vlog4Succes

Leerplanschema Minor Psychologie

veilig leren Veilig leren lezen Artikelen - Letterkennis, aanpak b/d-probleem lezen Auteur: Susan van der Linden Stap 1

Bestemd voor ouders / verzorgers

Beeldcoaching in de. kinderopvang. Visie In Beeld. Leren coachen met video

Beperkt leervermogen? Foutloos Leren! Dr. D. Boelen Klinisch neuropsycholoog

Annelies Knoppers Hoogleraar pedagogiek en didactiek van sport en lichamelijke opvoeding Universiteit Utrecht

Gebruik van Multimedia

Opleiding Talentbegeleider Thuisstudie Leer alles wat je moet weten om getalenteerde kinderen effectief te begeleiden.

Spel in training. Tom De Gersem Pijpelheide 9 juni

BVT2 PVB 2.1 Geven van trainingen

COACHFRIEND. Werkboek. (voeg hier je profielfoto toe)

Dialogisch communiceren

G-Gym. Een. frisse kijk. op Autisme. Marjan Bruurs

ZWEMLES EN HOOGBEGAAFDHEID

Drempels voor digitalisering

Lineair- en non lineair

Coach-scan: een feedback tool voor (beginnende) coaches. Tamara GoudenKansen.eu

Zo leer je kinderen rekenen: Verslag van een praktijkonderzoek 1

3 Vragen Ter Inspiratie

Wie is wie? Tips & tricks om mijn sport AUTISME-VRIENDELIJKER te maken. Vertaling van wetenschappelijke inzichten naar de praktijk.

attitudes zelfstandig leren kennis vaardigheden

Inhoud. Impliciet leren in het bewegingsonderwijs. Wat willen we met bewegingsonderwijs? 24 November 2016

E-book Coachpraktijk Irene Bex

CONCEPT TOOL ONTWERPEN IN BEELD VOOR EIGEN GEBRUIK

Inhoudsopgave. Voorwoord pagina 5. 7 stappen in coaching pagina 6. Stap 1 Begrijp hun wereld pagina 9

Didactisch Coachen: checklist voor het basisonderwijs

Beeldcoaching in de. kinderopvang. Visie In Beeld. Leren coachen met video

Workshop Filmen met een Smartphone Filmtechniek, montage en storytelling Door Françoise Mittertreiner en Joost Schrickx

De Kleine Prins Expertisecentrum

Leren in contact met paarden Communicatie die is gebaseerd op gelijkwaardigheid (Door Ingrid Claassen, juni 2014)

Jesse Bussemaker Je leert alleen maar iets in een prettige omgeving

Hoe communicatie kan helpen bij het stimuleren van moeilijk gedrag, zoals plannen voor later. prof. dr. Enny Das Centre for Language Studies

Kidsrunning Motorisch leren Bart Raijmakers

Ilse van Tilborg Klinisch neuropsycholoog. met dank voor bijdrage dia s van prof. Roy Kessels

Mijn visie; mijn manier van handelen en

DOCEER EN LEERSTIJLEN 7 NOVEMBER 2015

Beter bij de Les. Marthe van der Donk, Ariane Tjeenk-Kalff, Anne-Claire Hiemstra-Beernink

Vijf Onderwijsmythes Wat Zegt de Wetenschap? Prof. dr. Paul A. Kirschner Open Universiteit

Leiderschap. Ruimte voor leiders en professionals. NCJ & Leeuwendaal Advies Ellen Joan Wessels Maaike Rutten

Leren Zichtbaar maken. Masterclass Simea congres Monique van der Knaap Annelies Baarends 7 april 2017

Checklist Sollicitatiebrief schrijven 2F - handleiding

Positieve houding. Hoge verwachtingen. Flexibele planning

Transcriptie:

Toepassingen van digitale middelen in het bewegingsonderwijs Een interview van John van der Kamp met prof. Diane Ste-Marie Om te beginnen, Ste-Marie, hoe spreek je dat eigenlijk uit, op zijn Frans? Inderdaad, mijn achternaam is Frans, Sainte Marie. Dat is niet ongebruikelijk in Canada. Jouw achtergrond is in de cognitieve psychologie. Hoe ben je van daar bij het motorische leren van schoolkinderen terechtgekomen? Ik deed mijn MSc en PhD aan de McMaster University in Hamilton bij Larry Jacoby. Jacoby is een zeer invloedrijke wetenschapper, vooral bekend om zijn onderzoek naar het menselijk geheugen. Ook ik was geïnteresseerd in basale cognitieve functies, zoals geheugen en beslissingen nemen. In mijn promotieonderzoek heb ik dat toegepast op het jureren bij kunstschaatsen. Ik heb uitgezocht hoe meer declaratieve kennis (kennis over hoe de oefeningen uitgevoerd worden) leidt tot een nauwkeuriger oordeel over de kwaliteit van die oefening (Ste-Marie, 1999). Basic cognitive stuff, toegepast op sportsituaties. Toen ik professor werd, kreeg ik de kans naar mijn roots terug te keren. Voor mijn MSc, had ik namelijk lichamelijk opvoeding gedaan, en daarna ben ik dertien, veertien jaar lang coach geweest. Ik maakte in trainingen veelvuldig gebruik van demonstraties, maar had mezelf tegelijkertijd vaak afgevraagd hoe effectief dat voordoen nou eigenlijk was. Zeker met jonge kinderen die cognitief minder ver zijn, is het maar de vraag of ze uit zo n demonstratie oppikken wat je als coach voor ogen hebt. En zo begon ik mijn onderzoek naar observerend leren bij kinderen. Die twee moeten echt worden gescheiden: eerst de demonstratie, dan de uitleg. En wat leverde dat op? Observerend leren is inderdaad best ingewikkeld voor kinderen, zeker wat betreft kinderen tot een jaar of zeven, acht. Ze kunnen eenvoudigweg nog niet zoveel informatie verwerken op een en hetzelfde moment. Dat betekent dat je als coach of leerkracht de kinderen in elk geval niet twee dingen tegelijk moeten laten doen. Dus niet tegelijk voordoen en uitleggen. Die twee moeten echt worden gescheiden: eerst de demonstratie, dan de uitleg. Toepassingen van digitale middelen in het bewegingsonderwijs 21

Is die extra uitleg belangrijk dan? Ja, zo n uitleg na het voorbeeld, die dus uit verbale aanwijzingen bestaat, is echt onmisbaar voor de kinderen. Vooral bij de jongste groep is het belangrijk duidelijk te maken wat of hoe ze het moeten doen. Cruciaal is dan dat je aansluit bij de belevingswereld van de kinderen, bijvoorbeeld door de aanwijzingen te verpakken in metaforen of analogieën. Een andere manier om de demonstratie te verduidelijken, is met visuele aanwijzingen. Dat brengt het gebruik van video met zich mee. Je toont de kinderen dan een video met een voorbeeld in plaats van dat je het zelf demonstreert. Met de huidige digitale middelen is het niet zo heel moeilijk om ook nog in het videobeeld te tekenen, pijlen te trekken of belangrijke facetten te omcirkelen om aan te geven waar en wanneer in de demonstratie de belangrijke dingen gebeuren, waarop gelet moet worden. Chris Janelle heeft laten zien dat dit heel goed werkt bij het leren van een voetbalpass, bij volwassenen (Janelle e.a., 2003). Toch denk ik dat dit ook bij kinderen kan werken. Overigens, oudere kinderen regelen het eigen leren beter en hebben daarom waarschijnlijk minder extra aanwijzingen nodig. Dit geldt zeker wanneer het gaat om een activiteit die ze al deels beheersen en vooral willen verbeteren. Bij het aanleren van een nieuwe taak, zijn ook voor hen extra aanwijzingen naast de demonstratie onontbeerlijk. Hoe meer het voorbeeld of model lijkt op het kind dat leert, hoe beter dat voor het leerproces is. Is het belangrijk wie de demonstratie geeft, wie het voorbeeld is? Jazeker, er zijn nogal wat studies die laten zien dat hoe meer het voorbeeld of model lijkt op het kind dat leert, hoe beter dat voor het leerproces is. En dat geldt niet alleen als het gaat om beter bewegen, een betere motorische prestatie, maar ook voor het beeld dat het kind van zichzelf heeft van wat hij of zij kan, de self-efficacy (eigen effectiviteitsverwachting). Zo n verbeterd zelfbeeld bevestigt de door Albert Bandura voorspelde centrale rol van self efficacy in observerend leren. Bandura s sociale leertheorie ligt overigens ten grondslag aan een groot deel van het onderzoek naar observerend leren (Bandura, 1971). Hoe dan ook, voor motorisch leren geldt dus dat peermodellen leiden tot een beter zelfbeeld. En dat is natuurlijk belangrijk voor het bewegingsonderwijs. In zijn algemeenheid is het dus zo dat modellen die gelijkenis vertonen, bijvoorbeeld hetzelfde geslacht, vaardigheidsniveau, dezelfde leeftijd of lichaamsbouw hebben als het kind dat leert, effectiever zijn dan een demonstratie door een (volwassen) expert. De kunst is dan om die gelijkenis zo groot mogelijk te maken. 22 Van tikken naar taggen

Het lerende kind zelf als model laten fungeren? Inderdaad. Er zijn twee manieren waarop het kind zijn eigen model kan zijn, via zelfobservatie en zelfmodellering. Bij zelfobservatie worden er video-opnames gemaakt van een oefensessie en die kijkt het kind dan terug. Het liefst samen met de leerkracht, die dan feedback geeft over wat goed en fout ging, en hoe dat verbeterd kan worden in de volgende oefening. Bij zelfmodellering ga je een stap verder. De video-opnames worden bewerkt. Je verandert de omgeving waarin de activiteit wordt uitgevoerd, bijvoorbeeld van de gymzaal, in een echte wedstrijdarena met publiek. Een andere mogelijkheid is de beste oefeningen uit de opnames te halen en aan elkaar te plakken, het model steekt dan als het ware boven zichzelf uit. Deze laatste methode hebben Shannon Clark en ik toegepast bij het zwemmen (Clark & Ste-Marie, 2007). Bij de start van het onderzoek werden de kinderen gevraagd een baan borstcrawl te zwemmen op hun allerbest, zo goed als ze maar kunnen. Uit de opnames daarvan haalden we de twee beste volledige slagen en die zetten we meerdere malen achterelkaar, zodat het leek alsof de kinderen een halve baan zwommen. Voorafgaand aan de oefensessies bekeken de kinderen dan de video van zichzelf. De zelfmodelleringgroep keek naar de bewerkte video, terwijl de kinderen van de zelfobservatiegroep naar een onbewerkte video keken. Zowel de kwaliteit van de zwemslag als de eigen effectiviteitsverwachting, gingen duidelijk het snelste vooruit na de zelfmodellering, dus bij die kinderen die zichzelf beter zagen zwemmen dan ze gemiddeld doen. Dat is een mooi resultaat, maar het lijkt nogal wat te vragen van een leerkracht. Loont het de moeite om toe te passen in het bewegingsonderwijs? Dit feedforward modelleren is inderdaad erg arbeidsintensief, zeker met een hele klas kinderen. Daardoor zit er veel tijd tussen de oefensessies, het moment van het maken van de opnames en het terugkijken. Dat is ook niet bevorderlijk voor het leerproces. Dus nee, voor bewegingsonderwijs loont het waarschijnlijk de moeite niet. Het ligt veel meer voor de hand om deze vorm van zelfmodellering in de wedstrijdsport te gebruiken. Dus al die digitale middelen maar laten voor wat ze zijn? Nee natuurlijk niet! Als je weet dat zelfmodellering geen reële mogelijkheid is voor het bewegingsonderwijs, dan moet je gaan nadenken over hoe je zelfobservatie kan optimaliseren. Immers, feedback geven aan de hand van video-opnames, kan onmiddellijk en is daarmee veel minder tijdrovend en bewerkelijk dan zelfmodellering. Zelfobservatie is zeker toegankelijk en bruikbaar voor het bewegingsonderwijs. Toepassingen van digitale middelen in het bewegingsonderwijs 23

Sport en Kennis Deze preview is een gedeelte uit het boek: Van tikken naar taggen Digitalisering van bewegingsonderwijs en sport Meer informatie Voor meer artikelen en andere uitgaven kunt u terecht op www.sportenkennis.nl