RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ DE JAN BAPTISTSCHOOL, AFDELING VSO CLUSTER 3

Vergelijkbare documenten
RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING BIJ A.J. SCHREUDERSCHOOL SO CLUSTER 3

DEFINITIEF RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ HET MOZAIEK SO ALMELO

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING BIJ SO DE STERRENKIJKER LOCATIES OSS EN UDEN

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ KLIMOPSCHOOL

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING BIJ DE PROF. DR. LEO KANNERSCHOOL. Educatieve School- en Beroepstoeleiding CURIUM

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING BIJ VSO DE KORENAER LOCATIE KAREL DE GROTELAAN VSO-ZMOK

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING BIJ VSO DE SONNEWIJSER LOCATIES OSS EN TIEL

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ DE LATASTESCHOOL, SCHOOL VOOR SO-ZMOK

CONCEPTRAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ DE XAVERIUSSCHOOL SO-AFDELING CLUSTER 4

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING BIJ DE BERNADETTESCHOOL SO/VSO-ZMLK

CONCEPTRAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ BOSLUST, SCHOOL VOOR SO/VSO-MG ZMLK

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ DE KORENAER, LOCATIE DEURNE VSO-ZMOK

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ HET EDUCATIEF CENTRUM

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ DE ANTOON VAN DIJKSCHOOL SO EN MG-AFDELING CLUSTER 3

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING BIJ HET ALTRA COLLEGE, LOCATIE BASCULE/AMC (AFDELING PSYCHIATRIE), VSO-ZMOK

DEFINITIEF RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING BIJ DE AMBELT REGIO APELDOORN, LOCATIE VSO NUNSPEET CLUSTER 4

DEFINITIEF RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ DE ZONNEHOF VOOR SO/VSO-MG/ZMLK

RAPPORT VAN BEVINDINGEN VSO LEEUWARDEN - CLUSTER 4

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING BIJ DE THERMIEK SO-LG/MG EN LZ

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ DE ZWENGEL

DEFINITIEF RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ DE LEEUWERIK EN DE TRIVIANT SCHOOL VOOR SO/VSO-MG ZMLK

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ DE KOETSVELDSCHOOL (SO/VSO-ZMLK) AFDELING SPECIAAL ONDERWIJS

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING BIJ DE WIDDONCKSCHOOL LOCATIE WEERT SO-ZMOK

DEFINITIEF RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ DE AMBELT SO REGIO ZWOLLE

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ DE CALEIDOSCOOP SO-CLUSTER 4

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING BIJ DE PIRAMIDE AFDELING VSO

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING BIJ HET VSO PELSCOLLEGE

DEFINITIEF RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ KOP VAN DEELEN (HOENDERLOO COLLEGE) CLUSTER 4

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ YULIUS ONDERWIJS, LOCATIE SO DE DIJK

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ DE OPTIMIST, SO, CLUSTER-4

DEFINITIEF RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ DE NEVENVESTIGING VAN DE OBADJASCHOOL CLUSTER 4 VSO

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING BIJ KORCZAKSCHOOL, LOCATIE ODYZEECOLLEGE

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING BIJ HET INSTITUUT VOOR ORTHOPEDAGOGISCH ONDERWIJS (IVOO) SO-AFDELING

Reproductie van het rapport zonder toestemming van de inspectie of de school/instelling vindt niet plaats anders dan in zijn volledige vorm.

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING BIJ DE CATHARINASCHOOL SO/VSO-ZMLK, AFDELING VSO

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ DE PARKSCHOOL VSO-AFDELING CLUSTER 3

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. VSO Hengelo

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ DR. A. VAN VOORTHUIJSENSCHOOL SO-ZML/MG

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ IT TWALUK SO/VSO ZMLK/MG

DEFINITIEF RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING BIJ LSG-RENTRAY ONDERWIJS DEVENTER VSO ZMOK

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ TH. HART DE RUYTERSCHOOL VSO CLUSTER 4

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ DE KOETSVELDSCHOOL (SO/VSO-ZMLK) AFDELING VOORTGEZET SPECIAAL ONDERWIJS

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ LICHTENBEEK SO

Inspectie van het Onderwijs Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR DE KWALITEITSVERBETERING BIJ DE MARTIN LUTHER KINGSCHOOL SO-ZML

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ DE MICHAËLSCHOOL SO/VSO CLUSTER 4

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ MYTYLSCHOOL DE TRAPPENBERG

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ DE TOEKOMST VSO

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING BIJ DE LEIDSE BUITENSCHOOL CLUSTER IV

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING BIJ HET ALTRA COLLEGE, LOCATIE ZAANSTREEK, VSO-ZMOK

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ. Koninklijke Visio, Instituut tot onderwijs van Slechtzienden en Blinden

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ BEUKENRODE-ONDERWIJS

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ. ARIANE de Ranitz SO/VSO-LG/LZ (inclusief De Hoogstraat)

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ. RMPI-school, locatie De Dijk

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING BIJ PORTALIS VSO ZMOK VERBONDEN AAN HET POORTJE JEUGDINRICHTINGEN

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ DE WITAKKER, SO CLUSTER 4

RAPPORT KWALITEITSONDERZOEK CLUSTER 2 ALEXANDER ROOZENDAALSCHOOL

RAPPORT JAARLIJKS ONDERZOEK DR. HERDERSCHEESCHOOL VOOR SO/VSO-ZMLK

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ DE WINGERD. (v)so zmlk

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR DE KWALITEITSVERBETERING BIJ PRISMA VOOR SPECIAAL ONDERWIJS

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ T IEMENSCHOER EN T KORHOEN VOOR SO/VSO-MG ZMLK

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ YULIUS ONDERWIJS, LOCATIE VSO HET TIJ

DEFINITIEF RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ DE ERASMUSSCHOOL VSO CLUSTER 4

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Prisma

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ. Mytylschool Tilburg

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ E.J. VAN DETSCHOOL CLUSTER 4 (PI)

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING BIJ DE MICHAËLSCHOOL, LOCATIE HET DOK VSO-ZMOK

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING BIJ SCHOLENGEMEENSCHAP DE KEYZER

RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK BIJ DE MARTIN LUTHER KINGSCHOOL VSO-ZML

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING. Tarcisiusschool

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING BIJ SPINAKER, LOCATIE HOORN CLUSTER 4

RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK BIJ DE SPRONG VSO-ZMOK

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR DE KWALITEITSVERBETERING BIJ

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ DE PAPERCLIP

OPBRENGSTEN LEERLINGENZORG

De Willem Teellinckschool

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING BIJ DE THERMIEK VSO-LG EN MG CLUSTER 3

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING BIJ HET INSTITUUT VOOR ORTHOPEDAGOGISCH ONDERWIJS (IVOO) VSO-AFDELING

RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Kwaliteitsonderzoek bij. De Sprong, dep. Molkenkelder

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ VSO PARCOURS LOCATIES GENERAAL SMUTSLAAN EN PASTORIESTRAAT

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ HET POORTJE SCHOOL VOOR SO-ZMOK

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ DE ERASMUSSCHOOL VSO CLUSTER 4

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ DE ZONNEWIJZER, AFDELING SO CLUSTER 4

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING BIJ DE DIJSSELBLOEM

RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Kwaliteitsonderzoek bij. obs De Meridiaan

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ PAEDOLOGISCH INSTITUUT DE PIONIER LOCATIE AMSTERDAM (CLUSTER 4)

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. SGM Beatrix-De Sprienke - Mytylschool De Sprienke

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ VSO DE SPANKER (DE SCHAKEL)

DEFINITIEF RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ KONINGIN BEATRIXSCHOOL

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ. RMPI-school, locatie Heer Bokel College

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ O.B.S. DE LYTSE TERP

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING. De Bouwsteen

RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Kwaliteitsonderzoek bij. Basisschool De Wadden, locatie Molenwijk

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ C.B.S. DE WINGERD

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ DE PRINS WILLEM-ALEXANDERSCHOOL SO/VSO ZMLK EN MG

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ. RMPI-school, locatie De Gaard

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ HET ALTRA COLLEGE, LOCATIE AMSTERBAKEN - JJI (VOORHEEN JOC)

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ DE MEERPAAL SO ZMLK LINIE COLLEGE VSO ZMLK

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ DE P.H.SCHREUDERSCHOOL VOOR SPECIAAL BASISONDERWIJS

Transcriptie:

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ DE JAN BAPTISTSCHOOL, AFDELING VSO CLUSTER 3 Plaats : Maastricht BRIN-nummer : 17LV Arrangementsnummer : 90509 Onderzoek uitgevoerd op : 23 en 24 november 2010 Rapport vastgesteld te Eindhoven op 1 maart 2011 HB2742988/12 Documentnummer: 3047509

Pagina 2 van 11

1. INLEIDING De Inspectie van het Onderwijs voerde op 23 en 24 november 2010 een onderzoek uit op de Jan Baptistschool, zmlk/vso, om na te gaan of er sprake is van tekortkomingen in de kwaliteit van het onderwijs en de naleving van wet- en regelgeving. Aanleiding Voorafgaand aan een gesprek met het bevoegd gezag op 29 maart 2010 voerde de inspectie voor de Jan Baptistschool te Maastricht een risicoanalyse uit. Deze analyse gaf de inspectie geen directe aanleiding het toezicht te intensiveren. De rapportages die de inspectie bij de analyse betrok, gaven echter onvoldoende concreet zicht op de feitelijke stand van zaken en de effecten van de activiteiten die de school onderneemt voor het behoud en de verbetering van de kwaliteit van het onderwijs. Ook kon de inspectie de invloed van wijzigingen in de context op de kwaliteit van het onderwijs onvoldoende vaststellen. Bovendien vond in 2006 voor het laatst een inspectiebezoek op locatie plaats, waarbij ook de klassen bezocht zijn. De inspectie heeft daarom in overleg met het bestuur besloten het kwaliteitsprofiel van de school in 2010 te actualiseren. Zij doet dit op basis van een kwaliteitsonderzoek in het kader van de vierjaarscyclus van het inspectietoezicht. In dit onderzoek gaat zij tevens na of de school aan enkele wettelijke voorschriften voldoet. Onderzoeksopzet Deze rapportage is gebaseerd op: - Onderzoek en analyse van documenten over de school waaronder: het schoolplan 2007/2011; de schoolgids vso van 2010/2011; het schooljaarplan 2010/2011; de schoolzelfevaluatie van november 2010; de resultaten van een kwaliteitsvragenlijst onder ouders van juni 2009; het document interdisciplinair werken/handelingsplan van juni 2009; het vso projectplan van 2009/2010 in het kader van de implementatie van CED leerlijnen. - Onderzoek op locatie, waarbij de inspectie: leerlingendossiers en handelingsplannen bestudeerde; de onderwijspraktijk in zeven groepen observeerde; gesprekken voerde met de directie, leden van de commissie voor de begeleiding, leerlingen en leraren. Uit het waarderingskader onderzocht de inspectie de basisset van indicatoren. Om het belang van de kwaliteitszorg te benadrukken in relatie tot het borgen en verder ontwikkelen van de gerealiseerde basiskwaliteit, voegde de inspectie de indicatoren uit het aspect 'cyclisch proces van kwaliteitszorg' aan het onderzoek toe. Na afloop van het onderzoek besprak de inspectie de bevindingen met de directie van de school. Daarbij was een vertegenwoordiger van het bevoegd gezag aanwezig. Pagina 3 van 11

Toezichtkader De inspectie baseerde zich bij haar onderzoek op het toezichtkader speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs 2005. In het jaarwerkplan verantwoordt de inspectie welke wettelijke aspecten zij onderzocht. Deze documenten zijn te vinden op www.onderwijsinspectie.nl. Opbouw rapport In hoofdstuk 2 staan de bevindingen uit het onderzoek op het gebied van de onderwijskwaliteit en de wettelijke voorschriften. Daarop volgt een beschouwing met een toelichting op tekortkomingen en waar mogelijk in samenhang een beschrijving van de schoolontwikkeling. Hoofdstuk 3 bevat het toezichtarrangement. Pagina 4 van 11

2. BEVINDINGEN 2.1 Kwaliteits- en nalevingsprofiel In onderstaande tabel vermeldt de inspectie welke indicatoren in dit onderzoek zijn betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader (voortgezet) speciaal onderwijs. De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de betreffende indicator gerealiseerd is. De inspectie onderzocht daarnaast of de school voldoet aan de naleving van enkele wettelijke voorschriften. Legenda: 1. slecht 2. onvoldoende 3. voldoende 4. goed 5. niet te beoordelen (alleen bij opbrengsten) Cyclisch proces kwaliteitszorg 1.1 De school heeft inzicht in de verschillen in onderwijsbehoeften van haar leerlingenpopulatie. 1.2 De school hanteert een onderwijsconcept dat aansluit bij haar leerlingenpopulatie. 1.3 De school evalueert jaarlijks systematisch de kwaliteit van haar opbrengsten. 1.4 De school evalueert regelmatig het leren en onderwijzen. 1.5 De school evalueert regelmatig de leerlingenzorg. 1.6 De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten. 1.7 De school borgt de kwaliteit van het leren en onderwijzen en de leerlingenzorg. 1.8 De school rapporteert aan belanghebbenden inzichtelijk over de gerealiseerde kwaliteit van haar onderwijs. Systeem van leerlingenzorg 3.1 De commissie voor de begeleiding bepaalt de onderwijsrelevante beginsituatie van de leerlingen. 3.3 De school stelt een handelingsplan vast in overeenstemming met de ouders. 3.5 De school gebruikt een samenhangend systeem van instrumenten en procedures voor het volgen van de vorderingen en ontwikkeling van de leerlingen. 3.8 De commissie voor de begeleiding evalueert de uitvoering van het handelingsplan. Functionaliteit handelingsplanning 4.1 De leerinhouden komen overeen met de afspraken in de documenten voor handelingsplanning. Leerstofaanbod 5.1 De school hanteert een leerstofaanbod voor de schoolse vakken. 5.4 Het leerstofaanbod sluit aan op het uitstroomperspectief van de leerlingen. 5.5 Het leerstofaanbod maakt het mogelijk gericht in te spelen op verschillen tussen leerlingen. Pagina 5 van 11

Onderwijstijd 6.3 De teamleden maken efficiënt gebruik van de geplande onderwijstijd. 6.4 De school stemt de hoeveelheid tijd af op de onderwijsbehoeften van (individuele) leerlingen. (Ortho)pedagogisch handelen 7.2 De teamleden gaan op een respectvolle wijze met de leerlingen om. 7.4 De teamleden handhaven de gedragsregels. 7.6 De teamleden stemmen hun (ortho)pedagogisch handelen af op de onderwijsbehoeften van de leerlingen. (Ortho)didactisch handelen 8.2 De leraren leggen duidelijk uit. 8.4 De leraren stimuleren de leerlingen tot denken. 8.5 De leraren realiseren een taakgerichte werksfeer. 8.7 De leraren stemmen de instructie en verwerking af op de onderwijsbehoeften van de leerling. Actieve en zelfstandige rol leerlingen 9.1 De leerlingen zijn actief betrokken bij de onderwijsactiviteiten. 9.3 De leerlingen hebben verantwoordelijkheid voor de organisatie van hun leerproces, die past bij hun ontwikkelingsniveau. Schoolklimaat 10.1 De school heeft inzicht in de beleving van de sociale veiligheid door leerlingen en personeel en in de incidenten die zich op het gebied van sociale veiligheid op school voordoen. 10.2 De school heeft een veiligheidsbeleid gericht op het voorkomen van incidenten in en om de school. 10.3 De school heeft een veiligheidsbeleid gericht op afhandeling van incidenten in en om de school. 10.4 De leerlingen en de teamleden voelen zich aantoonbaar veilig op school. 10.6 De ouders tonen zich betrokken bij de school door de activiteiten die de school daartoe onderneemt. Opbrengsten 11.4 De resultaten van de leerlingen aan het eind van de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingen mag worden verwacht. 5 Wet- en regelgeving De school heeft de vastgestelde schoolgids aan de inspectie toegestuurd (WEC, artikel 27). De school heeft het vastgestelde schoolplan aan de inspectie toegestuurd (WEC, artikel 27). De onderwijstijd voldoet aan de wettelijke voorschriften (WEC, artikel 11). ja nee Pagina 6 van 11

2.2 Beschouwing Algemeen beeld De inspectie concludeert dat het niveau van de kwaliteit van onderwijs op de zmlk/vsoafdeling van de Jan Baptistschool voldoende is. Zij komt tot dit oordeel op basis van de beslisregel die zij toepast op het aspect systeem van leerlingenzorg. Drie van de vier normindicatoren binnen dit aspect zijn voldoende. De tekortkoming heeft betrekking op het meet- en volgsysteem dat onvoldoende is afgestemd op de nieuwe werkwijzen die de school bezig is door te voeren in het kader van opbrengstgericht werken. Ook de kwaliteit van de aspecten van het primaire proces is overwegend voldoende evenals die van het aspect cyclisch proces kwaliteitszorg. Facetten van de onderwijspraktijk die verbetering behoeven betreffen het leerstofaanbod, de afstemming van onderwijstijd en de zelfstandige rol van leerlingen. In het kader van naleving van wet- en regelgeving stelt de inspectie vast dat de school in twee opzichten niet voldoet aan de voorschriften voor het opstellen van handelingsplannen, zoals gesteld in artikel 41a, lid 1 van de Wet op de expertisecentra (WEC). Toelichting Cyclisch proces van kwaliteitszorg De school zorgt in voldoende mate voor behoud en verbetering van de kwaliteit van het onderwijs. Op dit moment staan vooral projectplannen en losse beleidsdocumenten aan de basis van de kwaliteitszorg. Het schoolplan 2007/2011 geeft het onderwijsconcept nog slechts ten dele weer. Een fysieke scheiding van de so- en vso afdeling in twee aparte gebouwen, een nieuwe managementstructuur met een directeur en twee locatiedirecteuren en ontwikkeltrajecten in het kader van opbrengstgericht werken, hebben de onderwijscultuur en de inrichting van het onderwijs doen veranderen. Niet alle veranderingen zijn al volledig doorgevoerd. De omslag is een langdurig proces, dat de school op planmatige wijze in werkgroepen en onder deskundige begeleiding doorloopt. Daarbij vergeet zij niet op gezette tijden processen en gerealiseerde kwaliteit tegen het licht te houden. Vooral op het gebied van het leren en onderwijzen doet zij dit cyclisch en systematisch aan de hand van tevredenheidsonderzoeken aangevuld met doelgerichte klassenobservaties en overlegmomenten. Met betrekking tot leerlingenzorg richt de school zich vooral op de effecten van verbeteracties die op dit gebied plaatsvinden. Van een systematische evaluatie van opbrengsten is nog onvoldoende sprake (indicator 1.3). Concrete doelen en normen ontbreken, op basis waarvan de school haar resultaten regelmatig kan meten en waarderen en waar nodig consequenties kan trekken voor het schoolbeleid. Een andere tekortkoming in het kader van kwaliteitszorg betreft de verantwoording aan belanghebbenden, onder wie ouders. De schoolgids bevat onvoldoende informatie over uitstroom van leerlingen en effecten van gerealiseerde verbeteractiviteiten (indicator 1.8). Systeem van leerlingenzorg en opbrengsten De school werkt de laatste jaren aan veranderingen die het systeem van leerlingenzorg sterker dienstbaar moeten maken aan het realiseren en bepalen van opbrengsten. Pagina 7 van 11

Verbetertrajecten in het kader van opbrengstgericht werken, hebben onder andere geleid tot de implementatie van CED-leerlijnen en het gebruik van een digitaal leerlingvolgsysteem. Onlangs heeft de commissie voor de begeleiding (cvb) bovendien een start gemaakt met het formuleren van ontwikkelingsperspectieven door voor de leerlingen uitstroomprofielen te schetsen die gekoppeld zijn aan leerroutes. Om deze profielen zo goed mogelijk te realiseren, heeft de school in het vso een splitsing aangebracht tussen onder- en bovenbouw. Waar in de onderbouw het aanbod zo breed mogelijk is, is het de bedoeling dat leerlingen in de bovenbouw specifieke kennis en vaardigheden ontwikkelen, die zij met het oog op hun uitstroombestemming nodig hebben. Sinds schooljaar 2009/2010 werkt de school met een nieuwe cyclus van leerlingbesprekingen. Deze cyclus voorziet erin dat de cvb de regie kan voeren over de ontwikkeling van de leerlingen en dat ouders in voldoende mate bij de handelingsplanning betrokken zijn. Bij de evaluatiebesprekingen stelt de cvb het ontwikkelingsperspectief centraal en betrekt zij een analyse van factoren, die aan het al of niet bereiken van de doelen ten grondslag liggen. Dit zijn naast kindkenmerken ook aspecten van het onderwijsleerproces zoals leerstofaanbod en didactisch en/of pedagogisch handelen. De inspectie beoordeelt indicator 3.8 met een voldoende, maar plaatst wel twee kanttekeningen. Ten eerste blijkt te weinig dat de school ook onderwijstijd ziet als een factor die zij op de onderwijsbehoeften van leerlingen kan afstemmen. Ten tweede is de neerslag van de analyse slechts incidenteel terug te vinden. Dat maakt de onderbouwing van de vervolgstappen in de handelingsplanning soms onvoldoende transparant. Veranderingen in het leerstofaanbod, vragen om aanpassingen van instrumenten en procedures om vorderingen en resultaten te meten. Omdat het vso in dit verband nog enkele belangrijke slagen moet maken, beoordeelt de inspectie indicator 3.5 voor deze afdeling met een onvoldoende. Van een samenhangend geheel over de volle breedte van het aanbod is op dit moment te weinig sprake. Daar komt bij dat de methodeonafhankelijke toetsing, die in het so zijn intrede heeft gedaan, in het vso nog op gang moet komen. Ook zijn nog niet alle leerlijnen operationeel en moet de koppeling aan methodes, materialen en toetsing in sommige gevallen nog plaatsvinden. Het feit dat de leerlijnen in ontwikkeling zijn is overigens ook van invloed op de functionaliteit van de handelingsplannen. Niet bij alle lessen kon de inspectie vaststellen dat de leerinhouden en afspraken in het handelingsplan overeenkomen met het aanbod in de praktijk (indicator 4.1). Duidelijk blijkt dat de school stappen zet om in de toekomst te kunnen aantonen dat zij uit de leerlingen weet te halen wat erin zit. Op dit moment kan zij dat echter nog niet. Bovendien zijn noch bij de school noch bij de inspectie normen beschikbaar om de tussen- en eindresultaten van leerlingen te wegen en er een oordeel aan te verbinden. Om die reden kent de inspectie vooralsnog geen waardering toe aan de opbrengsten (indicator 11.4). Primaire proces Het merendeel van de indicatoren van de onderwijspraktijk beoordeelt de inspectie met een voldoende. Enkele facetten komen in aanmerking voor verbetering. Leraren realiseren een veilige en overwegend taakgerichte werksfeer. Zij zorgen voor orde, rust en structuur. De lessen zijn doelgericht. Per vak- en vormingsgebied zitten de leerlingen in stamgroepoverschrijdende niveaugroepen. Daarbij onderscheidt de school de niveaus laag, midden en hoog, die corresponderen met de uitstroomprofielen. Pagina 8 van 11

Waar deze indeling leidt tot redelijk homogene groepen heeft de inspectie goede voorbeelden gezien van effectieve instructie en werkwijzen die de voorkennis van leerlingen activeren en hun reflectie op denken en handelen stimuleren. In groepen die ook binnen een niveau nog grote verschillen vertonen, zijn leerlingen voornamelijk individueel en op eigen tempo aan het werk, treedt de leraar vooral op als coach en zijn de stimulerende werkvormen beperkt (indicator 8.4). Met de implementatie van leerlijnen en een uitbreiding van stage- en stagevoorbereidende activiteiten, wil de school het aanbod beter en specifieker laten aansluiten op uitstroomprofielen van de leerlingen (indicator 5.4). Een productielijn voor techniek en groepsstages voor huishoudelijke verzorging, groen en bij winkelketens zijn in dit verband belangrijke stappen in de goede richting. De stages vragen om een schoolbeleid voor de afstemming van onderwijstijd (indicator 6.4). Het is niet duidelijk welke beredeneerde keuzes de school maakt, als leerlingen lessen missen omdat ze op stage gaan. Individuele roosters of afspraken in het handelingsplan heeft de inspectie hierover niet aangetroffen. Leraren richten een beheersbare leeromgeving in waarbinnen zij leerlingen zoveel mogelijk stimuleren zelfstandig te handelen en na te denken. Dit bevordert zeker de zelfredzaamheid van leerlingen met een laag of gemiddeld niveau. Voor leerlingen met een hoger niveau biedt deze leeromgeving echter niet altijd voldoende uitdaging. Kansen om te bevorderen dat deze leerlingen waar mogelijk eigen verantwoordelijkheid ontwikkelen, kan de school beter benutten (indicator 9.3). Dat geldt niet alleen tijdens de lessen, maar ook op schoolniveau bijvoorbeeld door een leerlingenraad te vormen. Dat doet recht aan leerlingen zoals degenen met wie de inspectie gesproken heeft, die goed in staat waren hun kijk op de school duidelijk te maken. Deugdelijkheidseisen Conform artikel 41a, lid 1 van de WEC dient het bevoegd gezag op voorstel van de commissie voor de begeleiding voor elke leerling voor elk schooljaar een handelingsplan op te stellen. Indien de inschrijving van een leerling plaatsvindt op of na 1 augustus dient het bevoegd gezag het handelingsplan zo spoedig mogelijk doch uiterlijk na een maand na inschrijving op te stellen. In twee opzichten handelt de Jan Baptistschool in strijd met bovengenoemd wetsartikel. Ten eerste komen de meeste handelingsplannen voor nieuwe leerlingen binnen een termijn van zes weken in plaats van één maand tot stand. Ten tweede houdt de cvb weliswaar minimaal eenmaal per jaar zicht op de kwaliteit van de handelingsplanning, maar hanteert zij daarbij een werkwijze die niet aansluit bij de looptijd van een schooljaar. Cvb-besprekingen met het doel het perspectief opnieuw te overwegen vinden voor groepen leerlingen verspreid over het jaar plaats. De cvb beoogt hiermee haar werkzaamheden beter over het jaar te verdelen. Een inhoudelijke reden ontbreekt die het rechtvaardigt om van het wetsartikel af te wijken. Pagina 9 van 11

Pagina 10 van 11

3. TOEZICHTARRANGEMENT Geen belangrijke tekortkomingen in de onderwijskwaliteit De Inspectie van het Onderwijs kent aan de Jan Baptistschool, afdeling vso, het basisarrangement toe. Dit betekent dat de inspectie op dit moment geen reden heeft om het toezicht te intensiveren. Het basistoezicht bestaat uit een jaarlijkse risicoanalyse en eventueel een themaonderzoek. Tekortkomingen in de naleving De inspectie heeft een tekortkoming geconstateerd in de naleving van wettelijke voorschriften. Deze heeft betrekking op het gestelde in artikel 41a, lid 1 van de WEC. Een toelichting op de tekortkoming staat op blz 9 onder het kopje deugdelijkheidseisen. De inspectie maakt geeft het bevoegd gezag in verband hiermee de volgende opdracht: Het bevoegd gezag stelt de inspectie vóór 1 april 2011 in kennis van de maatregelen die de school getroffen heeft om de tekortkoming op te heffen. In een reactie op het concept rapport deelt de voorzitter van het college van bestuur de inspectie mede, dat: - de directie van de Jan Baptistschool erop zal toezien dat de handelingsplannen uiterlijk na een maand na inschrijving zijn opgesteld; - de directie van de Jan Baptistschool de handelingsplannen met ingang van schooljaar 2010/2011 ook tijdens het voortgangsoverleg ter toetsing zal voorleggen aan de Commissie voor de Begeleiding. Pagina 11 van 11