RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ DE WINGERD. (v)so zmlk

Transcriptie

1 RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ DE WINGERD (v)so zmlk Plaats: Damwoude BRIN-nummer: 02XF Onderzoek uitgevoerd op: 25 augustus 2009 Conceptrapport verzonden op: 21 september 2009 Rapport vastgesteld te Groningen op: 29 oktober 2009 Reproductie het rapport zonder toestemming de inspectie of de school/instelling vindt niet plaats anders dan in zijn volledige vorm. Rapport Bevindingen 02XF De Wingerd te Damwoude

2 INSPECTIE 1. INLEIDING De Inspectie het Onderwijs heeft op 25 augustus 2009 een onderzoek uitgevoerd op De Wingerd om na te gaan of er sprake is tekortkomingen in de kwaliteit het onderwijs en de naleving wet- en regelgeving. Aanleiding De aanleiding voor dit onderzoek is het volgende: In 2007 heeft de Inspectie het Onderwijs een periodiek kwaliteitsonderzoek uitgevoerd op De Wingerd. Op basis daar heeft de inspectie geconcludeerd dat de kwaliteit het onderwijs risicovol was. Daarom is een traject geïntensiveerd toezicht in gang gezet en in dat kader zijn prestatie-afspraken met het bestuur gemaakt. De inspectie heeft met het bestuur afgesproken dat in 2009 de drie normindicatoren die als onvoldoende zijn beoordeeld, voldoende kwaliteit zullen zijn. Voorts is afgesproken dat de inspectie in 2009 een heronderzoek uitvoert naar de met een onvoldoende beoordeelde normindicatoren en de overige als onvoldoende beoordeelde indicatoren. Onderzoeksopzet Deze rapportage is gebaseerd op: Onderzoek en analyse documenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn; Analyse de zelfevaluaties en rapportages de school; Onderzoek op locatie, waarbij o schooldocumenten zijn bestudeerd; o de onderwijspraktijk is geobserveerd; o een gesprek met enkele leerlingen en leraren is gevoerd; o gesprekken met de directie en leden de commissie voor de begeleiding zijn gevoerd. Toezichtkader De inspectie heeft zich bij haar onderzoek gebaseerd op het Toezichtkader speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs In het jaarwerkplan 2009 verantwoordt de inspectie welke wettelijke aspecten zijn onderzocht. Deze documenten zijn te vinden op Opbouw rapport In hoofdstuk 2 staan de bevindingen uit het onderzoek op het gebied de onderwijskwaliteit en de wettelijke voorschriften. Dit wordt gevolgd door een beschouwing waarin tekortkomingen worden toegelicht en waar mogelijk de schoolontwikkeling in samenhang wordt beschreven. Hoofdstuk 3 geeft het toezichtarrangement weer. Pagina 2 7

3 INSPECTIE 2. BEVINDINGEN 2.1 Kwaliteits- en nalevingsprofiel In onderstaande tabel vermeldt de inspectie welke indicatoren in dit onderzoek zijn betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader (voortgezet) speciaal onderwijs. De bevindingen zijn weergegeven in de vorm een score. De score geeft aan in welke mate de betreffende indicator gerealiseerd is. De inspectie heeft daarnaast onderzocht of wordt voldaan aan de naleving enkele wettelijke voorschriften. Legenda: slecht onvoldoende voldoende goed niet te beoordelen (alleen bij opbrengsten) 3.1 De commissie voor de begeleiding bepaalt de onderwijsrelete beginsituatie de leerlingen. 3.5 De school gebruikt een samenhangend systeem instrumenten en procedures voor het volgen de vorderingen en ontwikkeling de leerlingen. 3.8 De commissie voor de begeleiding evalueert de uitvoering het handelingsplan. 4,1 De leerinhouden komen overeen met de afspraken in de documenten voor handelingsplanning. 5.1 De school hanteert een leerstof aanbod voor de schoolse vakken. 5.4 Het leerstofaanbod sluit aan op het uitstroomperspectief de leertingen. Onderwijstijd fi A Do Or»hn«l Ctamt ria hnaunnlhnirl tiih uf r\r\ fin nr\rtnr\tui\vtyahnn1lnn win lïrtrtt.iiai ia\a\ leerlingen (Ortho)didactisch huiulolen 8.2 De leraren leggen duidelijk uit. 8.4 De leraren stimuleren de leerlingen tot denken. 8.7 De leraren stemmen de instructie en verwerking af op de onderwijsbehoeften de leerling De leerlingen hebben verantwoordelijkheid voor de organisatie hun leerproces, die past bij hun ontwikkelingsniveau. Pagina 3 7

4 p o INSPECTIE 10.1 De school heeft inzicht in de beleving de sociale veiligheid door leerlingen en personeel en in de incidenten die zich op het gebied sociale veiligheid op school voordoen De school heeft een veiligheidsbeleid gericht op afhandeling incidenten in en om de school. Cyclisch proces kwaliteitszorg 1.1 De school heeft inzicht in de verschillen in onderwijsbehoeften haar leerlingenpopulatie. 1.2 De school hanteert een onderwijsconcept dat aansluit bij haar leerlingenpopulatie. 1.3 De school evalueert jaarlijks systematisch de kwaliteit haar opbrengsten. 1.6 De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten. 1.7 De school borgt de kwaliteit het leren en onderwijzen en de leerlingenzorg. 1.8 De school rapporteert aan belanghebbenden inzichtelijk over de gerealiseerde kwaliteit het onderwijs. 3 4 Voorwaarden kwaliteitszorg 2.1 De schoolleiding stuurt de kwaliteitszorg aan. 2.3 De schoolleiding zorgt voor een professionele schoolcultuur. 2.4 Bij de zorg voor kwaliteit tfjn personeel, directie, leerlingen, ouders/verzorgers en bestuur betrokken. 3 Wet- en regelgeving De school heeft de vastgestelde schoolgids aan de inspectie toegestuurd (WEC. artikel 27). De school heeft het vastgestelde schoolplan aan de inspectie toegestuurd (WEC, artikel 27). De onderwijstijd voldoet aan de wettelijke voorschriften (WEC, artikel 11). ja Pagina 4 7

5 INSPECTIE 2. 2 Beschouwing Algemeen beeld De inspectie constateert dat de kwaliteit het onderwijs op De Wingerd sinds 2007 aanmerkelijk is verbeterd. De school levert nu voldoende basiskwaliteit. In de afgelopen periode heeft de school systematisch gewerkt aan professionalisering het team en verbetering het cyclisch proces kwaliteitszorg en het systeem leerlingenzorg. Ook onderwijsinhoudelijk zijn diverse verbeteringen gerealiseerd en de school is nog volop in ontwikkeling. Wat betreft de wet- en regelgeving heeft de inspectie een tekortkoming vastgesteld. Ondanks dat nog niet alle normindicatoren voldoende zijn, zoals met het bestuur was afgesproken, heeft de school het vertrouwen de inspectie. Hieronder licht de inspectie haar oordelen toe. Toelichting Systeem leerlingenzorg en functionaliteit handelingsplanning Van de drie beoordeelde normindicatoren zijn er twee voldoende. De school heeft de afgelopen twee jaar geïnvesteerd in verbetering de kwaliteit de leerlingenzorg. Het beleid en de afspraken hieromtrent zijn vastgelegd. De digitalisering het leerlingvolgsysteem en de daaruit voortvloeiende handelingsplanning is nog sterk in ontwikkeling. Dit systeem is nog niet perfect en dat leidt onder meer tot hiaten in de digitale handelingsplannen. Daarin is bijvoorbeeld wél vermeld op welk didactisch niveau een leerling functioneert, maar niet wat de leerling daadwerkelijk kan. Ook is in het handelingsplan niet weergegeven op welke wijze de doelen worden geëvalueerd. Op vrijwel alle gebieden ontbreekt voorts een beschrijving de methodieken die de school hanteert. Dit heeft te maken met het ontbreken een adequaat leerstofaanbod en met het ontbreken een koppeling leerstofaanbod aan uitstroomprofielen. De doelen in het handelingsplan zijn over het algemeen voldoende smart geformuleerd, hoewel dit een punt aandacht blijft, met name voor de gebieden die als bijlage bij het handelingsplan zijn opgenomen. De indicator die betrekking heeft op de beginsituatie de leerlingen is als onvoldoende beoordeeld. De leden de commissie voor de begeleiding bepalen de beginsituatie, maar dit leidt niet tot een helder integratief beeld. Dit beeld, dat volgens het beleid de school verwoord zou moeten zijn in het startdocument en de handelingsplannen, is bijzonder summier. Daardoor hebben de leraren slechts beperkt zicht op de cognitieve mogelijkheden en het niveau kennis en vaardigheden op dit terrein en de mogelijkheden op sociaal en emotioneel gebied. De leraren brengen de ontwikkeling alle leerlingen systematisch in beeld met behulp een observatie-instrument. Daarnaast gebruikt de school op onderdelen methodeonafhankelijke en methodegebonden toetsen. Dit jaar zal een toetskalender worden opgesteld waarin de methode-onafhankelijke toetsen worden opgenomen. De commissie voor de begeleiding evalueert de uitvoering de handelingsplannen tweemaal per jaar. Naar aanleiding daar legt de leraar vast of de doelen al of niet zijn behaald. In de dossiers is niet vastgelegd welke belemmerende of bevorderende factoren tot dit resultaat hebben geleid. Met het oog op een adequate vervolgaanpak is dit echter wel belang. Pagina 5 7

6 m O INSPECTIE Tijdens de lesobservaties heeft de inspectie kunnen constateren dat het aanbod aan de leerlingen overeenkomt met hetgeen in de handelingsplanning is opgenomen. Vergeleken bij het inspectiebezoek 2007 is dit een verbetering. Onderwijspraktijk Van de nu beoordeelde indicatoren is het merendeel voldoende. Het leerstofaanbod voldoet echter niet aan de daaraan te stellen eisen. De school werkt aan een verbinding tussen het uitstroomperspectief, de na te streven doelen en het daarbij behorende leerstofaanbod. Sinds het vorige inspectiebezoek is in de praktijk echter nog nauwelijks zichtbare verbetering vast te stellen. Het leerstofaanbod is deels verouderd en er zijn geen heldere leerstof af spa ken. Leraren maken op basis eigen afwegingen individuele keuzes, die soms strijdig zijn met die in voorgaande of volgende groepen. Kortom: de doorgaande lijn ontbreekt. De school heeft een eigen leerlijn voor 'eten' ontwikkeld. In een aantal groepen zijn de doelen hiervoor opgenomen in de handelingsplannen. In de praktijk constateert de inspectie dat in deze groepen de leraren weinig expliciet aandacht besteden aan de geformuleerde doelen. Met de directie de school is afgesproken dat zij de leraren hierop aanspreken. Het (ortho)didactisch handelen het team heeft een positieve ontwikkeling doorgemaakt. Vergeleken met het bezoek in 2007 lukt het de leraren tijdens de instructie en de verwerking beter in te spelen op de onderlinge verschillen tussen de leerlingen, behalve wat betreft de onderwijstijd. Verder is het opvallend dat er nog aanmerkelijke verschillen tussen de leraren onderling zijn bij het inspelen op verschillen als bij het geven duidelijke uitleg. In enkele groepen is de uitleg, net als in 2007 beperkt tot individuele hulp op verzoek de leerling. Evenals in 2007 concludeert de inspectie verder dat in sommige groepen frequent wordt gewisseld tussen de Friese en de Nederlandse taal. Wat betreft het schoolklimaat heeft de school inzicht in incidenten die zich voordoen. De school heeft nog geen onderzoek gedaan naar de veiligheidsbeleving leerlingen en leraren. Uit gesprekken die de inspectie met hen voerde komt echter naar voren dat zij zich veilig voelen op school. Onlangs heeft de school onder meer een pestprotocol vastgesteld. Hierin zijn duidelijke afspraken opgenomen over de aanpak leerlingen die de regels overtreden en de rol het personeel hierin. Kwaliteitszorg Het cyclisch proces kwaliteitszorg heeft een krachtige impuls gekregen. Vrijwel alle indicatoren zijn positief beoordeeld. De ontwikkeling een onderwijsconcept dat past bij de leerlingenpopulatie is in volle gang en nog onvoldoende uitgekristalliseerd. De eerste aanzetten tot een passend concept zijn inmiddels vastgelegd in het 'Kader goed onderwijs'. De school bepaalt de resultaten de individuele leerlingen op gezette tijden, maar omdat de school op school- of groepsniveau geen doelen heeft geformuleerd voor tussentijdse resultaten of resultaten aan het eind de schoolperiode is een zinvolle evaluatie nog niet mogelijk. Ook dit onderdeel is in de verbeterplannen de school opgenomen. De school evalueert de kwaliteit onderwijzen en leren op gezette tijden. Ouders en leerlingen zijn hier echter mondjesmaat bij betrokken. Pagina 6 7

7 » o INSPECTIE TOEZICHTARRANGEMENT Geen belangrijke tekortkomingen in de onderwijskwaliteit De Inspectie het Onderwijs kent aan De Wingerd het basisarrangement toe. Dit betekent dat de inspectie op dit moment geen reden heeft om het toezicht te intensiveren. Het basistoezicht bestaat uit een jaarlijkse risicoanalyse en, eventueel, een onderzoek in het kader een themaonderzoek. Tekortkomingen in de naleving Er is een tekortkoming in de naleving wettelijke voorschriften. Uit de schoolgids blijkt niet dat de ouderbijdrage een vrijwillig karakter heeft (WEC, art. 40, lid 1). Het bevoegd gezag dient de geconstateerde tekortkomingen in de naleving dit wettelijke voorschrift op te heffen. Over een jaar voert de inspectie een onderzoek uit om na te gaan of de tekortkoming is opgeheven. Pagina 7 7