e-mail dd 10 oktober 2011 1 ir. W. Piersma Doorkiesnr. 010-2468340 010-2468117



Vergelijkbare documenten
Gemeente Amsterdam Gemeenteraad Gemeenteblad Voordracht voor de raadsvergadering van <datum onbekend>

Uw Kenmerk. Doorkiesnr

CAOP. co m m 1/4. De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Mw. dr. G. ter Horst Postbus EA Den Haag

Groen? Het is te doen! Audit.Tax.Consulting.Financial Advisory.

Beleid dat warmte uitstraalt. Van warmteopties voor klimaatverbetering naar klimaatverbetering voor warmteopties

Notitie. Betreft: Aansluitplicht op het warmtenet

Groeiplan voor warmte. een initiatief van provincies, gemeenten en sector

zoeken naar een bestuurlijke visie op de energietransitie

Leiden, 13 april Geacht raadslid van de gemeente Leiden,

ANWB Medical Air Assistance B.V, Postbus PC LELYSTAD " oio-24680oo

Verdiepingsbijeenkomst Kom van dat gas af. 29 januari 2018 Gemeente Barendrecht

regie thema uit eerdere adviezen van de Leidse Milieuraad

DCMR. Rijnmond 1 3 MEI t Geachte directie. AANTEKENEN SITA Recycling Services West B.V. T,a.v. de directie Waalhavenweg JJ ROTTERDAM

Technieken en financiering van de aardgasvrijoplossingen

Samen naar een duurzaam verwarmde gebouwvoorraad zonder aardgas. Hans Schneider (Liander) programma

Ontwerpbesluit hogere waarden Wet Geluidhinder

Betere energieprestaties met Nuon Stadswarmte. Kansen voor woningcorporaties, vastgoedeigenaren en projectontwikkelaars

Ook de zorg van het aardgas af? Frans Rooijers directeur CE Delft

Initiatief Duurzame Hallenbouw

NVN 7125 Berekenen energiebesparende gebiedsmaatregelen als onderdeel van de EPC-eis

Kansen voor warmte. Frans Rooijers Lustrumcongres Stichting Warmtenetwerk,

De waarde van stadswarmte. Hoe komt de prijs tot stand?

Leerpunten en aandachtspunten bij de ontwikkeling van een ECP Luc Pelkmans, VITO

Notitie. De wegdekverharding op de Fluitersweg nabij het plangebied en op de overige wegen bestaat uit asfalt.

Verkenning mogelijkheden invoeding groengas. Johan Jonkman

Zonnepanelen steeds rendabel. In een notendop

Kansen voor warmtenetten in Noord-Holland

Contactpersoon ~~

Duurzame warmtenetten

Voorzitter Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

HANDLEIDING. Energievergelijker van. Copyright 2016 by onlineenergievergelijker.nl

Duurzaamheidsonderzoek en subsidiescan Combibad De Vliet te Leiden. 11 februari 2016

LeeR. & leef. bijbel. Zie volgende pagina s. boekje. uit je CATECHESE. onderbouw VAN: 1

Routeplanner beschermde natuur binnen de WABOprocedure

Aardgasvrije nieuwbouw

Rotterdam. sociaal. gemeten. 3e meting Sociale Index

Wanneer zijn zonnepanelen voor huurders interessant en hoe moet Acantus zonnepanelen inzetten, zodat het voor huurders en Acantus aantrekkelijk is?.

Groen gas. Duurzame energieopwekking. Totaalgebruik 2010: 245 Petajoule (PJ) Welke keuzes en wat levert het op?

ENERGIEAKKOORD. Gevolgen, verplichtingen en kansen THOMAS KOKSHOORN

s-gravenland van het gas af? Wat, waar, wanneer en hoe?

Ons kenmerk G610/ Datum uw brief

Haags Warmtebedrijf Tussenrapportage 12 maart 2014

Advies zonnepanelen. John van Veen senior adviseur Woonbond Kennis- en Adviescentrum oktober 2013

Energietransitie Utrecht: gebiedsgericht naar een aardgasvrije stad. Hier komt tekst Joop Oude Lohuis. Utrecht.nl

Earth is calling Twente Aanpak Samen naar Nijverheid aardgasvrij

DEventer Energieke Verbinding Pilot ESCo

TEO/WKO WARMTE EN KOUDE NIEUWVEENSE LANDEN

Energiebesparing bestaande koopwoningen. Effecten stimuleringspakket

Energietransitie bij Mobiliteit

ZEN design line. ClimateCare van Mitsubishi Electric. Specificaties. Zen. Je voelt het verschil. by Mitsubishi Electric. Climate Control systemen

Vragen en antwoorden over WoonEnergie

Wij brengen energie. Waar mensen licht en warmte nodig hebben

Warmtenetten. Agenda. Wat is een warmtenet. Technologie. Projecten. Regulering. Rol Eandis. Visie van een netbeheerder Energik - 28/5/2015

Bewonersinformatieboekje. Energiesprong 32 woningen Kerkrade

STOOMTURBINES - A - PROEFTOETS- AT01 - OPGAVEN EN UITWERKINGEN.doc 1/13

TEO/WKO WARMTE BESTAANDE WOONWIJK HEEG

uw kenmerk uw bericht van ons kenmerk datum 12uit mei juni 2012

2 DEFINITIES VAN BEREIKBAARHEID

Waarom zonnestroom? 21 maart

Energietransitie vergt strategie. Voorjaarscongres VJK 23 mei 2019

Energievoorziening nieuwbouw. Hans van Wolferen 24 november Wageningen

TEO/WKO WARMTE EN KOUDE

Meer grip op klimaatbeleid

s-hertogenbosch, juni 2013 Samenwerkingsovereenkomst Brabantse Pilot Publieke Laadinfrastructuur Provincie Noord-Brabant en Enexis

Randvoorwaarden van de warmtewet voor warmteleveranciers

Overeenkomst uitvoering energiebesparende maatregelen

ontvangen 0 6 APR 2012 beh: streef: Ons kenmerk Telefoonnummer

Spreektekst wethouder Hans Haring Werkconferentie Energiek Zoetermeer 11 juni 2013

Woonlastenbeleid en concrete aanpak energieprojecten. Onno van Rijsbergen

Geslaagde pilot en nu opschaling? Toegankelijke zelfsturing op je energierekening

Markt functioneert nu mondjesmaat, er is meer potentieel dan nu wordt gerealiseerd, want:

Warmtetransitie en het nieuwe kabinet. Nico Hoogervorst

Achtergrond informatie Eemstroom - Energiecoöperatie Amersfoort

Vraag en Antwoord over de Warmtewet

Zelfstandige energieexploitatie

Impressie van de bewonersbijeenkomsten Overvecht-Noord aardgasvrij

Position Paper voor het Rondetafelgesprek over het Ontwerp-Klimaatakkoord de tafel Gebouwde Omgeving

100% groene energie. uit eigen land

Het Groene Net. Ondernemerschap van de overheid. Ruud Guyt. RETS seminar 15 november 2011

Onderwerp: Routekaart Verduurzaming Stadswarmte Utrecht en Nieuwegein

DE ERKEND HYPOTHECAIR PLANNER INFORMEERT U GRAAG OVER: Uw woning huren of kopen?

Aanvraag-/wijzigingsformulier Ziektekostenverzekering Collectief

Energieprijzen in vergelijk

Deze laatste begroting van de huidige bestuursperiode nodigt uit tot vooruitkijken.

Energiebesparing in de bouw

Slim investeren in zonnepanelen met SDE+

Zon op VVE. Wormerveer Eric de Lange 19 mei 2016

STRATEGIE DUURZAME ENERGIETRANSITIE GEMEENTE BREDA

Omgavsngsdienst noordzeekanaalgebied

Meer maatwerk in het energieadvies

Windmolens op Industrieterrein Moerdijk. Hoe zit het nu eigenlijk?

Decentralisaties Servicepunt71/HRM ondersteunt bij veranderende eisen aan ambtenaren

Doelstelling en doelgroep

NIEUWBOUWWIJK NIJSTAD-OOST

De 10 meest gestelde vragen over aardgasvrij wonen

Showstoppers & gamechangers Beleid voor gasloze woningen

Om een duidelijke afweging te kunnen maken is het gewenst om een aantal definities eerst te verduidelijken.

WORKSHOP ENERGIEVISIE

Vraag- en antwoordlijst Windenergie op Goeree-Overflakkee Aanleiding

Stimulering sociale woningbouw Brielie

Transcriptie:

Geeente Vlaardingen tav het college van Burgeeester en Wethouders Postbus 1002 3130 EB VLAARDINGEN CMR Parallelweg 1 ilieudienst Postbus 843 Rijnond 3100 AV Schieda T 010-246 80 00 F 010-246 82 83 E info@dcr.nl W www.dcr.nl Ons kenerk Uw Kenerk e-ail dd 10 oktober 2011 1 ir. W. Piersa Bijlagen Da.un2 4 NOV. 2011 Contactpersoon B. de Reuver ir. M. Bilius Doorkiesnr. 010-2468340 010-2468117 Afdeling Geeenten Expertisecentru Onderwerp advies over warteleiding Eneco Geacht college. Op 10 oktober 2011 vroeg de geeente Vlaardingen bij onde van ir. W. Piersa advies over de brief van die datu van Eneco over het ondergrondse wartetransportnet 'Leiding over Noord'. Hierbij treft u het advies van aan. Dit advies verwoordt de inzichten van de over het initiatief, de duurzaaheid van dit initiatief, de hieree te behalen COa-reductie en de andere aspecten zoals de tarieven en de acceptatie door huurders. inleiding Eneco heeft de geeente Vlaardingen geïnforeerd bij brief van 10 oktober 2011 over haar initiatief 'Leiding over Noord' en verzoekt de geeente Vlaardingen edewerking aan dit initiatief. De 'Leiding over Noord' is een ondergronds wartetransportleidingnet dat overtollige warte vanuit AVR aan de zuidzijde van de rivier transporteert naar de noordzijde van Rotterda, o daar het Rotterdase wartenet te voeden. Met de aanleg van een warteleiding ontstaat in Vlaardingen de ogelijkheid o gebouwen te voorzien van netwarte. Hieree kan de geeente ilieu- en duurzaaheidsdoelstellingen realiseren. Kader Bij het beantwoorden van de vragen is rekening gehouden et de huidige regelgeving rondo warte, aar ook et verwachte toekostige wijzigingen. In 2014 sluit E.on de elektriciteitscentrale aan de Galileïstraat in Rotterda. De leiding oet daaro in beginsel in 2014 operationeel kunnen zijn. Voor het advies is de kennis gebruikt die binnen aanwezig is, zowel wat betreft technischinhoudelijke aspecten, als wat betreft (arkt)ontwikkelingen in deze ogeving. De adviesvraag is besproken in stadsregionaal kader binnen het project 'warte- en koudenetten'. Blad 1 van 10

Advies DCIVIR ilieudienst De adviseert de geeente o Eneco over dit initiatief positief tegeoet te treden. De 'Leiding over Noord' aakt het ogelijk o abities van Vlaardingen op het gebied Rijnond van ilieu- en energiedoelstellingen voor een deel in te vullen. Milieuwinst wordt gehaald in de vor van NOxeissiereductie en energie/kliaatwinst in de vor van inder gasverbruik. Beide worden gerealiseerd als de leiding ook wordt benut o in Vlaardingen warte te leveren. Het is dus zeer de oeite waard de potentiële kansen van dit project te verkennen en te verkennen wat daarvoor van de geeente wordt verwacht. Als het leveren van warte in Vlaardingen concreet vor krijgt, ontstaan belangen voor een aantal partijen o dit goed te regelen: bewoners en andere wartegebruikers, corporaties en de geeente. Elk van deze partijen kan, net als de wateleverancier, risico's en/of kosten aangaan die niet tevoren goed zijn gezien en gewogen. In dat kader adviseert o in de verkennende fase helder te krijgen wat ogelijke risico's zijn en op welke punten er een verantwoordelijkheid bij de geeente kot te liggen. In de bijlage geeft aan waar dan in ieder geval aan kan worden gedacht. Vanwege de coplexiteit van de aterie is het in de ar neen van een externe deskundige als adviseur aan te bevelen. Er lopen ook andere (concurrerende) initiatieven o de wegvallende warteproductie in Rotterda op te vangen. adviseert aan Vlaardingen o over de verschillende concurrerende opties te overleggen et de betrokken geeenten (Schieda en Rotterda) en zo ogelijk ook et de stakeholders van die initiatieven. Dit helpt de onzekerheid te reduceren. Vervolgstappen en aandachtspunten voor de geeente Verkenning et Eneco Relevante vraag voor een eerste gesprek et Eneco kan zijn in hoeverre Eneco zoekt naar saenwerking et de geeente. Ook een verkenning van de onzekerheden die het project ogeven is relevant. De geeente zou voor kunnen stellen et de betrokken partijen (de betrokken geeenten, de initiatiefneer en de initiatiefneers of vertegenwoordigers van de alternatieve opties en (potentiële) afneers) saen te kijken naar de verschillende concurrerende opties en te vragen of Eneco bereid is aan zo'n verkenning deel te neen. Dit et als doel tot een gezaenlijke strategie te koen voor een ontwikkeling et zoveel ogelijk aatschappelijke eerwaarde. Medewerking van gerneente.& rol geeente De geeente heeft een keus in hoe actief zij het initiatief van Eneco wil helpen realiseren en of zij een rol neet in het borgen van de belangen van corporaties en bewoners. Het ligt voor de hand als geeente eer rol te neen naarate de te verwachten effecten groot zijn. Het is daaro relevant het aansluitpotentieel binnen Vlaardingen te verkennen. Dat kan gezaenlijk worden gedaan et woningcorporaties en Eneco of zelfstandig. Aansluitpotentieel kan er liggen voor bestaande bouw en voor nieuwbouw, voor woningen, utiliteit en bedrijven. Daarnaast is het zaak zicht te krijgen op ogelijke andere effecten: wat betekent dit voor bewoners, voor corporaties, andere afneers etc. In de loop van het proces oet eer duidelijkheid koen over werkzaaheden die op de geeente af koen in de vor van verordeningen, aansluitplicht, aanpassing ruitelijke plannen. Daarnaast kan de geeente zaken naar zich toe trekken uit eigen wil: zorg o de tariefstelling en aansluitvoorwaarden voor afneers, duurzaaheidswinst en zeggenschap. Blad 2 van 10

Contractuele borging Voor de verdere ontwikkeling van de Leiding over Noord verdient het aanbeveling in ilieudienst contractuele zin te borgen: Rijnond de duurzaaheid van het initiatief de ogelijkheden o direct en op terijn verder te verduurzaen de werkwijze/zeggenschap de tariefstelling en aansluitvoorwaarden voor afneers de aansluitdoelen voor Vlaardingse (woning)bouw en de inspanningen die contactpartijen daarvoor aangaan. Tot slot De aterie rondo wartelevering is coplex. In de bijlage wordt een aantal van bovenstaande aandachtspunten en kwesties rondo wartelevering kort toegelicht. De kot dit advies graag toelichten en wil de geeente waar ogelijk ook in het verdere proces adviseren en ondersteunen. Hoog^htend, Naeris de directeur Milieudienst Rijnond Groeneweg auhoofd ruitelijke ontwikkeling Blad 3 van 10

Bijlage: Achtergronden en onderbouwing advies CMR ilieudienst Rijnond Duurzaaheid van het initiatief Het initiatief van Eneco, aanleggen van een leiding o overtollige warte van AVR te brengen naar Rotterda - waar die warte wordt gebruikt, is zonder eer duurzaa. Het is in elk geval goed voor het realiseren van de kliaatdoelen van Rotterda. Als er daadwerkelijk bebouwing in Vlaardingen wordt aangesloten op de leiding, helpt het initiatief ook de energie- en kliaatdoelen voor de geeente Vlaardingen te realiseren. Naast een bijdrage aan de energie- en kliaatdoelen van de geeente heeft het aansluiten van Vlaardingse gebouwen op een wartenet een positief effect op NOx-eissies in Vlaardingen. De duurzaaheid van een wartenet wordt voor een aanzienlijk deel bepaald door de wartebron(nen) van dat net. Daaro eerst uitleg over die ogelijke wartebronnen. Het is goed te beseffen dat het aanleggen van net voor een bepaalde bron niet betekent dat dat net altijd dezelfde duurzaaheid houdt. Het kan door diverse veranderingen zowel beter, als inder worden. Er zijn vier basissoorten warte: restwarte, aftapwarte, ketelwarte en ogevingswarte (waaronder aardwarte). Het initiatief van Eneco en AVR draait o aftapwarte. Ketelwarte is warte die direct vanuit een verbrandingsproces wordt gebruikt als warte. Ogevingswarte kan uit water, bode of lucht worden gehaald en kot later in dit stuk nog aan de orde. Voor het 'ophalen' van die warte oet ook altijd een zekere hoeveelheid energie worden ingezet. Aftapwarte en restwarte zijn voor dit advies belangrijk genoeg o wat verder toe te lichten: Aftapwarte is warte die afgetapt wordt van een generator/turbine die elektriciteit produceert. Deze warte zou anders gedeeltelijk nog verder in elektriciteit zijn ogezet: het kost dus wat elektriciteitsopbrengst o warte te kunnen winnen. Het totale rendeent neet bij wartebenutting hard toe, odat dan veel van de ingezette energie nuttig wordt aanwendt. Toch is het iets inder gunstig dan restwarte, odat bij restwarte geen elektriciteit wordt ingeleverd. Wartelevering vanuit de AVR valt in de categorie aftapwarte: de afvalverbranding levert stoo op van een kwaliteit waar je goed elektriciteit van kan aken. Afvalverbrandingwarte is wel een gunstiger bron voor netwarte dan een gewone elektriciteitscentrale of WKK. Dat kot odat afvalverbranding inder elektriciteit opbrengt per eenheid brandstof dan een elektriciteitscentrale. Bovendien is het gunstiger odat de warte afkostig is uit afval. Daardoor worden nieuwe grondstoffen (hetzij fossiele -, hetzij bioassa of aardwarte) uitgespaard. Restwarte is warte die wordt weggekoeld bij industriële processen. Het gebruik van warte die anders wordt weggekoeld is zonder eer als een duurzaa initiatief te schetsen. Als die warte over grote afstand oet worden getransporteerd, neet de duurzaaheid af odat er popenergie gestoken oet worden in het transport van die warte en odat er warteverliezen over de pijp optreden. Dit zijn wel zaken o rekening ee te houden, aar ze aken restwarte eigenlijk niet snel inder duurzaa dan andere ogelijke wartebronnen. Stelregel voor de transportverliezen kan zijn: zolang het econoisch haallsaar is, is het duurzaa. Restwarte is daaree dus ook een zeer duurzae wartevoorziening. Verliezen over de pijp (distributienet en hoofdtransportleiding) zijn relevant genoeg o dit verlies te beperken. Het kost iers niet alleen warte. Er oet ook navenant eer water getransporteerd worden naarate het verlies over de pijp groter wordt. Het loont dus de oeite de pijpverliezen te inialiseren. Blad 4 van 10

Waardering van duurzaaheid ilieudienst Rijnond Duurzaaheid kan niet eenvoudig worden bepaald, zoals geluid of een concentratie van een stof in de lucht. Duurzaaheid is in dit advies alleen betrokken op de planet-kant: zuinig ogaan et grondstoffen. Maar alleen al op dat aspect kan en veel kanten op et de waardering. Verschillende waardering heeft erkbaar effect op de keuzes die partijen aken. Dat speelt ook een rol in dit project. Het is voor de geeente noodzakelijk te weten dat dit waarderingsvraagstuk bestaat en dat het leidt tot onderwaardering van hergebruik in het algeeen en nog weer speciaal van hergebruik van fossiele origine. AVR-warte en restwarte uit de industrie worden daardoor ondergewaardeerd in de woningwaardering ten opzichte van bioassa-warte of geotherie. Beleid is veranderlijk. Vanwege de grote aandacht die warte op dit oent krijgt, ag verwacht worden dat er op afzienbare terijn verbeteringen koen op dat vlak. Keuze op basis van huidige waardering is daaree kwetsbaar. In beleidsatige zin wordt energiebesparing lager gewaardeerd dan duurzae energie. Hergebruik van al opgewekte warte wordt niet apart gewaardeerd. Duurzae energie (bijvoorbeeld energie uit bioassa, geotherie of warte-koudeopslag) wordt eer gewaardeerd dan hergebruik van warte. En warte uit afval wordt beleidsatig niet hoger gewaardeerd dan warte uit nieuwe grondstof. Die verschillen in waardering zijn van aanzienlijk effect op projecten, odat wat wel duurzaa is aar beleidsatig of in waardering niet telt, inder waard wordt en dus inder populair. Het AVR-initiatief kan voor aan te sluiten woningen daaro inder 'woningwaarde' opleveren dan geotherie of bioassa-warte, tenwijl het zonder eer zuiniger is qua grondstoffen. En partijen kunnen voorkeur geven aan AVR-warte boven restwarte uit de industrie, terwijl de stoo van AVR hoogwaardiger benut kan worden in de industrie en industriële restwarte net zo goed inzetbaar is voor verwaring van gebouwen. Dit is zeer van belang voor nieuwbouw, odat projectontwikkelaars alleen et huidige waarde kunnen rekenen en daaro niet blij zijn et netwarte. De geeente kan hier iets in betekenen door beleid vast te stellen dat netwarte ook een zekere waarde geeft voor de EPC van een gebouw. Voor bestaande bouw is het inder relevant, aar speelt het wel. Op het eerste gezicht raar is, dat het gebruik van restwarte niet wordt gewaardeerd et het etiket 'groen'. Dat heeft te aken et internationale afspraken en definities. Restwarte wordt beschouwd als energiebesparing als die warte uit fossiele energiedragers kot, of groene warte als het uit bioassa is opgewekt. Maar dat het o hergebruik gaat wordt op zich niet gewaardeerd. Beleidsatig wordt 'besparing' lager gewaardeerd dan 'groen'. Ter illustratie een voorbeeld: warte uit een open koelkanaal heet ogevingswarte. Gebruik ervan wordt gezien als gebruik van groene of duurzae warte. Maar diezelfde warte in een koelwaterpijp heet grijze warte. Warte uit die pijp heet geen groene warte, aar (fossiele) energiebesparing. Uiteraard is de duurzaaheid precies gelijk. Ook in COa-belasting wordt zo'n zelfde onderscheid naar oorsprong geaakt. Dit lijkt voer voor wetenschappers en haarklovers en dat is het ook. Maar het heeft heel praktische gevolgen, odat hergebruik beleidsatig niet gewaardeerd wordt en groen wel. Voor de warte uit afvalverbranding van de AVR is door bovenstaande groen/grijsverschil een dubbel regie van toepassing. Warte uit het bioassadeel van de afvalstoffen heet groene warte en is C02-vrij. Warte uit het fossiele deel (grofweg de helft van het aangeboden afval) is niet C02-vrij en heet grijze warte. Maar duidelijk ag zijn alle gewonnen warte hergebruikte energie betreft, die het ook voor het grijze deel in duurzaaheid wint van bijvoorbeeld speciaal voor energieopwekking geteelde bioassa. Die bioassa is iers grondstof die ook later of elders had kunnen worden gebruikt, terwijl de weg te koelen proceswarte (letterlijk) direct de ogeving opwart en niet eer later of elders nuttig is. Blad 5 van 10

CO2- en NOx-reductie ilieudienst Rijnond De C02-reductie die door netwarte in Vlaardingen kan worden gerealiseerd hangt af van het volue en de aard van de woningen die op het net kunnen worden aangesloten. De geeente is gevraagd gegevens over woningbouw aan te leveren o die schatting te kunnen aken. Die gegevens zijn er niet gekoen, odat Eneco heeft aangegeven zelf een berekening te willen aken van de COz-reductie die in Vlaardingen kan worden bereikt. De is bereid die getallen te beoordelen als ze beschikbaar koen of alsnog et Vlaardingen een eigen inschatting te aken.. Een eerste inschatting van de reductie is zinvol, odat dat helpt te zien hoe groot het belang voor de geeente is. Zonder berekening valt wel te zeggen dat een aanzienlijke ate van gebruik in Vlaardingen van het net een relevante betekenis heeft voor de kliaatdoelen. Per aansluiting valt het gasverbruik vrijwel weg en kot er slechts een kleine COz-last voor terug, naelijk de berekende C02-last per eenheid geleverde warte. Per geiddelde aangesloten woning is een besparing van 40 % op C02-last zeker te verwachten. De NOx-reductie die door aansluiten van woningbouw (en andere gebouwen) kan worden bereikt is significant. heeft voor Rotterda berekend dat een verindering van enkele g N0x/3 lucht kan worden bereikt. In elk geval is sprake van verindering van NOx-eissie op leefniveau door het verdwijnen van individuele CV's en collectieve ketels in gestapelde bouw. Als er concrete gegevens zijn van aan te sluiten woningen en gebouwen, kan ook hier op verzoek van Vlaardingen aan rekenen. Varianten/flexibiliteit inbouwen In de opzet zoals Eneco die beschrijft is AVR de wartebron. Het is goed te beseffen dat de infrastructuur technisch gezien niet gebonden is aan warte vanuit AVR. Latere ontwikkelingen - bijvoorbeeld ogelijkheden o de AVR-stoo hoogwaardiger in te zetten of sluiting van (een deel van de) afvalverbrandingscapaciteit bij AVR - hoeven niet te leiden tot een afneend gebruik van de leiding. Er kan dan vanuit andere industriële bronnen restwarte ingevoed worden, of andere duurzae warte. Met de leiding ontstaat direct de ogelijkheid industrie aan te sluiten die dicht bij het nieuwe tracé ligt. Ook uitbreiding richting Maassluis kan haalbaar zijn. Het openhouden van deze ogelijkheden verdient aandacht in het koende proces. Extra restwartebronnen De 'Leiding over Noord' kot in Schieda dicht langs de glasfabriek. De warte die daar nu ontstaat, wordt weggekoeld en geloosd. Het aansluiten van de glasfabriek als extra wartebron zou de 'Leiding over Noord' verder verduurzaen, odat er dan naast aftapwarte ook deels restwarte wordt ingezet. In de inforatie van Eneco wordt deze kans niet genoed. Maar deze kans is al wel onderkend. Odat de netwarte dan deel een andere bron heeft, wordt de besparing bij de afneer ook anders. Dat kan verschil aken voor de warteafneers en voor de geeentes. Maar voor de leidingeigenaar/initiatiefneer hoeft verduurzaing niet interessant te zijn. Daaro behoeft dit aandacht in de besprekingen. Toekostige veranderingen In de opzet zoals Eneco die beschrijft is sprake van AVR als vaststaande bron. Het is goed te beseffen dat de infrastructuur technisch gezien niet gebonden is aan warte vanuit AVR. Latere ontwikkelingen - bijvoorbeeld ogelijkheden o de AVR-stoo hoogwaardiger in te zetten of sluiting van (een deel van de) afvalverbrandingscapaciteit bij AVR - hoeven niet te leiden tot een afneend gebruik van de leiding. Er kan dan vanuit andere industriële bronnen restwarte ingevoed worden. Blad 6 van 10

Dit aspect kan geakkelijk uit de huidige contractbesprekingen worden weggelaten. Maar een contractueel starre situatie kan latere verduurzaing onnodig in de weg staan. Elkaar gevangen ilieudienst houden in contracten kot geen enkele partij ten goede. Hierin schuilt ook een beperkt belang voor de geeente. Beperkt o twee redenen: een is dat de duurzaaheid van warte uit Rijnond afvalverbranding op zich al goed is. Maar odat die hoogwaardige warte uit afvalverbranding ook een nog hoogwaardiger doel kan dienen, blijft verbetering op duurzaaheid een ogelijkheid en is het dus niet zonder belang. De tweede reden o het een beperkt belang te noeen is odat de woningwaardering zoals die nu in elkaar steekt, nog geen helder onderscheid aakt naar de duurzaaheid van de wartebron. Het is dus ede afhankelijk van beleidsevolutie in hoeverre dit belang van de afneers en van de geeente reëel wordt. Alternatieve/concurrerende duurzae opties Er zijn verschillende andere ogelijkheden o het Rotterdase net van (duurzae) warte te voorzien. De eest reële duurzae alternatieven zijn: verzwaring van de leiding 'over zuid', realisatie van een bioassaenergiecentrale of het realiseren van (een aantal) geotheriebron(nen). Die alternatieven hebben allen een andere ate van duurzaaheid. Ook de econoische haalbaarheid van de opties verschilt, en een ander econoisch potentieel. Odat de leidingen worden aangelegd o warte die toch al ontstaat te hergebruiken, verdienen die opties uit oogpunt van duurzaaheid de voorkeur boven een bioassacentrale of geotherie. De beide leidingopties ontlopen elkaar inder, daar hangt veel af van de verdere detaillering en verschillen in flexibiliteit enz. Het is aan te bevelen in precopetitief, open overieg et partijen te treden o de best ogelijke aatschappelijke eerwaarde te zoeken bij het voorzien in duurzae warte voor alle betrokken steden: Rotterda, Schieda en Vlaardingen. De 'Leiding over Noord' is niet de enige ogelijkheid o Rotterda van duurzae warte te voorzien. Er vindt tegelijk et dit initiatief een studie plaats naar een vergroting van de leidingcapaciteit 'Op Zuid'. Initiatief hiervoor ligt bij het wartebedrijf. De voorziene leidingcapaciteit wordt dan vergroot. Naast overtollige warte is ook geotlierie (aardwarte) een ogelijkheid o het Rotterdase stadsnet te voeden. Dit heeft niet de charante eigenschap dat het hergebruik van elders al ontstane warte is. Voor geotherie wordt een nieuwe bron aangeboord, naelijk warte uit diepere aardlagen. Dit is technisch en in realisatieterijn veroedelijk een reële optie. Wel is een groot aantal bronnen nodig o in deze capaciteit te kunnen voorzien. Econoisch zou het ook haalbaar kunnen zijn. Hier worden oenteel haalbaarheidsstudies naar verricht. Indien sturing ogelijk is, zou het verkieslijk zijn deze optie voor later te bewaren en zolang er nog wartelozing plaatsvindt, eerst gebruik te aken van die overtollige warte. Ook het oprichten van een bioassaenergiecentraie is een ogelijke nieuwe bron van warte voor het Rotterdase stadsnet. Eneco heeft een initiatief in studie, aar er zijn ook andere arktpartijen actief. Ook dit is een optie die inder duurzaa is dan restwartegebruik en dan het nuttig gebruiken van de aftapwarte die bij afvalverbranding vrijkot. Net als geotherie is het in realisatieterijn en technische zin wel een reëel alternatief. Op provinciale schaal gezien zou het bijvoort)eeld beter zijn alle bioassa naar Leiden te sturen odat daar wel een net aar geen restwarte en inder geotherie-potentieel is. Maar de vrije aritt kan aken dat een initiatief toch eerder in de haven van Rotterda tot stand kot. Bioassastook is oeilijk rendabel te krijgen zonder subsidie. Op dit oent is hier oeilijk subsidie voor te krijgen en is de kans op realisatie daaree wat inder groot. Blad 7 van 10

Elk van deze initiatieven heeft een andere aatschappelijke eerwaarde en een andere econoische haalbaarheid. In alle gevallen geldt dat die verschillen niet vast liggen, ilieudienst aar ede bepaald worden door veranderingen die wij nu niet kunnen kennen (prijsontwikkeling fossiel, Rijnond dwingende regulering, beleidsbesluiten et een prijseffect aan de financiële kant, nieuwe technologische ontwikkelingen etc.) Op overwegingen van duurzaaheid zijn de beide leidingvarianten te verkiezen boven de opties geotherie en bioassacentrale. Het is slecht denkbaar dat beide leidingen (over Noord en over Zuid) aanleggen zinvol zou zijn. Zowel econoisch als energetisch is dat oeilijk haalbaar. De vraag welk initiatief energetisch beter is en welke econoisch sterker is, hangt af van de verdere ostandigheden en van details. Een eerste 'over de dui' schatting is dat de variant 'over Noord' duurder is en eer duurzaaheid(spotentie) heeft. Duurder odat er eer pijp nodig is en de westelijke oversteek naar noord duurder is dan een eer oostelijke. Duurzaer odat er daaree extra afzetgebied ontsloten wordt en dus (geakkelijker) eer vraag verduurzaad kan worden. Maar wat deze schatting kan doen kantelen is de soort bron waaruit de warte wordt gehaald. Als de bron bij de beide transportopties verschilt, dan kan de verhouding van duurzaaheid anders koen te liggen. Hiervan kan daadwerkelijk sprake zijn. Het wartebedrijf en de geeente Rotterda verbreden de voeding van het wartenet graag naar eerdere afneers en naar restwarte erbij in plaats van extra warte bij AVR te halen. Restwarte in plaats van aftapwarte kan het initiatief 'over Zuid' dus duurzaer aken. Bij de 'Leiding over Noord' is de beschreven opzet alleen aftapwarte. (Gedeeltelijke) voeding uit restwarte is op zich ogelijk, aar zit nu niet in Eneco's schets en is op dit oent veroedelijk niet in het belang van AVR. O de zaak verder te copliceren, is het natuurlijk ook nog zo dat de 'leiding over Noord' wel de eest directe ogelijkheid biedt o warte in Vlaardingen en in Schieda te leveren, aar dat de alternatieven niet uitsluiten dat er warte aan Vlaardingen (en Schieda) wordt geleverd op kortere of langere terijn. Denkbaar is bijvoorbeeld dat een nieuwe Noordwestelijke Oeververbinding nieuwe kansen biedt en eerdere keuzes in een ander perspectief stelt. Of zelfs dat die oeververbinding een rol speelt in Eneco's plan. Concessie Bij gesprekken over een net kan het aangaan van een concessie (een exclusief recht en exclusieve plicht voor wartelevering) aan de orde koen. De geeente kan in ruil voor de investering door Eneco en een tariefafspraak voor afneers een bepaalde ovang van afnae oeten bevorderen, of een aansluitplicht voor nieuwbouw opleggen etc. Dit is aterie die een grote ate van deskundigheid op het gebied van regelgeving en arktkennis vraagt en waar oenteel op nationaal wetgevingsniveau verschillende ontwikkelingen gaande zijn. Met nae op het gebied van de aansluitplicht is het van belang voor de geeente o de bevoegdheidgrenzen helder te hebben. Het is aan te bevelen externe deskundigheid te zoeken als een concessie o de hoek kot. Voor het aansluiten van bestaande bouw is een concessie niet relevant. Aansluitbaarheid bestaande bouw/acceptatie door huurders O bestaande bouw van een nieuw energiesystee te voorzien is edewerking van de eigenaars en van de huurders noodzakelijk. Ter beschering van de huurders kan een eigenaar niet eenzijdig besluiten tot ingrijpende aanpassingen. Het vervangen van een collectieve ketel door een nieuwe voorziening behoeft insteing van een substantieel deel (70 %) van de bewoners. Bewoners hebben verschillende percepties over wartelevering. In de counicatie van geeente naar bewoners kan de geeente daar rekening ee houden. De geeente kan ogelijk bepaalde zorgen wegneen of in de onderhandelingen et Eneco afspraken aken op het vlak van kosten en dienstverlening. Dit kan de acceptatie door bewoners vergroten. Energiebedrijf en woningcorporatie hebben echter de hoofdrol in het realiseren van een hoge acceptatiegraad. Blad 8 van 10

Bij een wartenet is er geen keuze wat betreft leverancier. Er is dus sprake van een onopoliepositie. Bij onopolieposities is het belangrijk o een aantal zaken goed ilieudienst te regelen: een goede leverancier et goede en vlotte service, een goede prijsstelling en reële contractuele Rijnond voorwaarden. Monopolies kunnen goed werken: het is goed te beseffen dat nauwelijks sprake is van probleen et de onopoliepositie van het gasnet, het elektriciteitsnet, de waterleiding of het riool. Het is niet denkbaar dat hiervoor eerdere leveranciers et eigen netwerken koen. Wartelevering vraagt hoge investeringen en is niet eenvoudig rendabel te aken. De Wartewet beschert de afneer (gebonden kleinverbruiker) tegen te hoge tarieven. Maar dat aakt wartelevering nog niet populair bij afneers. Er zijn ogelijkheden de acceptatie te vergroten door participatie. Dat kan overheidsparticipatie zijn, of participatie van bewoners/afneers. Een derde oplossing bestaat wel bij andere netten (gas, elektriciteit en telefoon), aar nog niet bij warte: een netbeheerder en eerdere aanbieders die van dat net gebruik aken o aan particulieren te leveren. Als het project concreet zicht op uitvoering krijgt, wordt het zaak et elkaar te bekijken hoe de acceptatie door bewoners kan worden verzorgd. Tarieven en tariefzekerheden Een belangrijk eleent voor de acceptatie van wartelevering is uiteraard het tarief. Het tarief (inclusief aansluitkosten!) dat bewoners betalen voor warte zou niet hoger oeten zijn dan het totaalpakket et een CV-installatie kost. Daarbij kan ook betrokken worden wat de overige woonlasten zijn, odat verschillende opties ook effect kunnen hebben op bijvoorbeeld renovatie/schilisolatie en huurverhoging. Prijsverhoging doet in de toekost verschillende dingen: dat de gasprijs gaat stijgen is taelijk zeker, aar wanneer is de vraag. Het eenaal aangelegde net wordt niet navenant duurder. In hoeverre ag de warteprijs dan eestijgen? Moet dat prijsverschil vloeien naar snellere terugverdientijden of naar lagere woonlasten? En wie betaalt de rekening als de gasprijs voorlopig daalt? Dit is aterie waar Eneco al enige ervaring heeft, aar wat voor de geeente en de aan te sluiten corporaties en bewoners nieuw is. Het is daaro aan te bevelen hierin deskundige ondersteuning te zoeken. Een ogelijkheid is o de ervaringen van Rotterda te benutten. Inhuur van een adviesbureau is ook te overwegen. De denkt graag ee o hierin een goede weg te vinden, aar is zelf geen kandidaat o die kennis en steun te leveren. Waardering warte in woningen, verschuiving tussen huur en energielasten Zoals eerder gezegd hebben de verschillende opties een verschillende waardering, ook voor de afneer. Voor nieuwbouwwoningen telt groene warte ee in de energieprestatiecoëfficiënt(epc)- bepaling, aar netwarte (in beginsel) niet. Met de kost van Energieprestatie op Gebouwniveau (EPG, kot in plaats van EPN) als bepalingsethode voor een EPC wordt dat deels gerepareerd, aar niet heleaal. Het is van belang o te beseffen dat toekostige beleidskeuzes verschillend ingeschat en gewaardeerd worden door partijen, en dat dat ede hun voor- en afkeuren bepaalt. De ene partij zal eer redeneren vanuit huidige coerciële ogelijkheden en de andere eer vanuit inherente duurzaaheidskeuzes, of verwachte beleidsverandering. In de Green deal van rijk en provincie Zuid-Holland en via deelnae van Rotterda in het Warteoverieg et het rijk zijn onderwaardering van collectieve warte en kosten- en opbrengstenverdeling van investeringen in netwarte al onderwerp van discussie. Er is bereidheid bij het rijk o regels aan te passen. Blad 9 van 10

De geeente kan (in stadregionaal verband) aansluiten bij deze inzet en de uitkosten afwachten. adviseert o als de stakeholders van 'leiding over Noord' zich gezaenlijk regelatig ilieudienst op de hoogte te stellen van externe ontwikkelingen op dit vlak. Dat kan het proces vergeakkelijken odat venwarring en verschil van kennis en inzicht beperkt wordt. Rijnond Woningen et zelf opgewekte groene warte hadden in de oude rekenwijze (EPN) volledige aftrek van de bespaarde CO2. Dat blijft zo in de nieuwe systeatiek van EPG. Woningen op netwarte krijgen in de nieuwe systeatiek een beperkte aftrek. Er oeten daaro eer andere energiebesparende aatregelen in de woning worden toegepast o aan de EPC-eis te voldoen dan bij zelf-opgewekte groene warte. Binnen die aftrek wordt in EPG verschil geaakt voor verschillende netten. Hoe dat uitpakt voor het Eneco-voorstel is voor dit advies niet bepaald. Mogelijk kan het al wel bepaald worden, of kan dat binnen afzienbare tijd. EPG wordt naar verwachting halverwege 2012 van kracht. Aanpassing van deze regels heeft effect op de onderlinge (prijs)verhoudingen van de alternatieven en varianten. Ook andere ontwikkeling in regelgeving kan arkteffect creëren. Denk hierbij aan niet alleen aan nieuwe rekenregels voor bepaling van de EPC, aar ook aan verandering van regels voor aanpassing van de huur en doorberekening van renovatiekosten, aanpassing van de wartewet, heffing of een verbod op wartelozing eisen aan energie-efficiency bij de industrie, verplichte aandelen duurzaa of groen etc. Blad 10 van 10