Rapportage Eindresultaten 2013 Wat zijn de prestaties van onze scholen? Colofon datum 23 mei 2013 auteur Jan Vermeulen status Definitief
datum 23-05-2013 pagina 2 van 8 Inhoudsopgave 1 Inleiding pagina 3 2 Hoe normeert de inspectie? pagina 4 3 Werkwijze pagina 6 4 Resultaten pagina 7 5 Conclusies pagina8
datum 23-05-2013 pagina 3 van 8 1 Inleiding 1.1. Inleiding Deze notitie rapporteert over de eindopbrengsten van onze scholen in 2013 op basis van de eindtoetsen. O2A5 heeft 25 scholen met gezamenlijk 28 vestigingen; alle vestigingen maken gebruik van de Cito-Eindtoets Basisonderwijs. De scores op de toetsen die deel uitmaken van de verschillende eindtoetsen zeggen iets over de vaardigheid van leerlingen en over de resultaten van het onderwijs. Ze meten wat een kind in vergelijking met andere kinderen in acht jaar basisonderwijs geleerd heeft. Een analyse van de scores van de leerlingen kan gebruikt worden bij de evaluatie van het onderwijs. De toetsen geven tevens onafhankelijke informatie voor de keuze van een passend brugklastype. 1.2. Toelichting op inhoud In hoofdstuk 2 wordt ingegaan op hoe de inspectie normeert. In hoofdstuk 3 volgt een korte uitleg over hoe de overzichten in de bijlage tot stand zijn gekomen en waar rekening mee gehouden is bij de berekeningen. Hoofdstuk 4 geeft een verslag over de resultaten. Op de eerste plaats de resultaten van 2013. Voorts ook de resultaten over de laatste 3 schooljaren. De resultaten worden afgezet tegen de normen van de inspectie van het onderwijs. De bijbehorende resultaatoverzichten worden als bijlagen toegevoegd aan deze rapportage. In hoofdstuk 5 zijn conclusies te vinden. Gegevens van iedere school afzonderlijk zijn zowel te vinden in de schoolgidsen, jaarplannen en jaarverslagen van de scholen zelf als op de website van de onderwijsinspectie.
datum 23-05-2013 pagina 4 van 8 2 Hoe normeert de Inspectie van het onderwijs? 2.1. Beoordeling 2012 en referentiegroepen Om te beoordelen of de leerresultaten van leerlingen op een school aan de maat zijn, worden ze vergeleken met de leerresultaten op scholen met een vergelijkbare leerlingenpopulatie (ongeveer hetzelfde percentage gewogen leerlingen). Dit gebeurt om scholen zo fair mogelijk te beoordelen. Bij de beoordeling van leerresultaten gebruikt de inspectie doorgaans relatieve normen. Zij gebruikt een ondergrens als norm voor het bepalen van het oordeel: voldoende/onvoldoende. Deze ondergrens ligt ongeveer 20 procent onder het landelijk gemiddelde van scholen met een vergelijkbare leerlingenpopulatie. De ondergrens is een minimumniveau voor de leerresultaten en niet een gewenst niveau of een streefniveau. De bovengrens ligt ongeveer 20 procent boven het landelijk gemiddelde van scholen met een vergelijkbare leerlingenpopulatie. Als een school een gemiddelde toetsscore onder de ondergrens heeft, worden de leerresultaten als onvoldoende beoordeeld. Als de gemiddelde toetsscore op of boven de bovengrens ligt, worden de leerresultaten als goed beoordeeld. 2.2. Beoordeling over meerdere schooljaren De inspectie wil een zo stabiel mogelijk oordeel uitspreken. Eén zwakke jaargroep leerlingen kan een vertekend beeld geven van de opbrengsten van de school. Daarom kijkt de inspectie bij de beoordeling van de eindresultaten naar ten minste drie jaargroepen (cohorten). Bij kleine scholen (minder dan tien leerlingen in groep 8) kan zij zelfs de eindresultaten van vijf opeenvolgende schooljaren betrekken. De volgende oordelen/waarderingen zijn mogelijk: Resultaat De gemiddelde leerresultaten liggen in elk van de drie opeenvolgende schooljaren op of boven de bovengrens. De gemiddelde leerresultaten liggen in drie opeenvolgende schooljaren ten minste één keer op of boven de ondergrens en ten minste één keer onder de bovengrens. De gemiddelde leerresultaten liggen in elk van de drie opeenvolgende schooljaren onder de ondergrens. Oordeel Goed Voldoende Onvoldoende Als de resultaten slechts één keer voldoende zijn, en het aantal in de beoordeling betrokken leerlingen is minder dan 10, dan betrekt de inspectie de resultaten van groep 7 bij de beoordeling. Als de resultaten van groep 7 onvoldoende zijn, dan betrekt de inspectie de leerresultaten van een vierde jaargroep 8 bij de beoordeling. 2.3. Leerlingen die de inspectie buiten de beoordeling van de eindresultaten laat Met ingang van 1 januari 2011 geldt een aangepaste beleidslijn voor het herberekenen bij indicator 1.1. De resultaten van de volgende leerlingen hoeven niet in de beoordeling van de eindresultaten betrokken te worden: 1. Leerlingen die uitstromen naar het praktijkonderwijs of voortgezet speciaal onderwijs (ook als ze toch naar het lwoo uitstromen);
datum 19-05-2013 pagina 5 van 8 2. Leerlingen die een lgf-, so- of sbo-indicatie hebben en als gevolg van beperktere capaciteiten geheel of gedeeltelijk zijn losgekoppeld van het reguliere curriculum van de groep. Het gaat hier dus om uitzonderingsgevallen; 3. Leerlingen die in groep 7 of 8 zijn ingestroomd; 4. Leerlingen die kort in Nederland verblijven èn om die reden het Nederlands minder goed beheersen.
datum 19-05-2013 pagina 6 van 8 3 Werkwijze Alle scholen hebben overzichten aangeleverd uit het Cito Volgsysteem Eindtoets Basisonderwijs: voor deze rapportage is gebruik gemaakt van het Schoolrapport schoolgroep. Deze gegevens zijn in een overzicht geplaatst waarin aangegeven is of de resultaten onvoldoende, voldoende of goed zijn. Tevens is door de scholen informatie aangeleverd over leerlingen die niet deelgenomen hebben aan de eindtoets, over leerlingen die handgescoord zijn, over leerlingen die naar hun oordeel buiten beschouwing zouden moeten worden gelaten bij de schoolrapporten. Dit leverde bij 18 scholen herberekeningen op. De uiteindelijke scores worden besproken in directeurenoverleg, in een bestuursvergadering en in de GMR.. De schoolspecifieke scores worden besproken in de afzonderlijke medezeggenschapsraden. De resultaten voor Taal en Rekenen-wiskunde zijn nog niet af te zetten tegen een referentiegroep; momenteel ontbreken hiervoor nog de normen vanuit Cito/inspectie. Vervolgens zijn de oordelen van de laatste 3 schooljaren in een overzicht geplaatst en conform de criteria van de inspectie, genoemd in 2.2, van een oordeel voorzien.
datum 19-05-2013 pagina 7 van 8 4 Resultaten 4.1. De resultaten van 2013 De resultaten zijn afgezet tegen de normen van de inspectie van het onderwijs, zoals die genoemd zijn in De beoordeling van opbrengsten in het basisonderwijs van augustus 2012. O2A5 kent 25 scholen met in totaal 28 zelfstandige schoollocaties. Waar hierna gesproken wordt over scholen wordt schoollocaties bedoeld. Van de 28 scholen hebben er 5 onder de ondergrens van de referentiegroep gepresteerd, 14 behaalden een voldoende resultaat (tussen onder- en bovengrens en 9 scholen scoorden boven de bovengrens. Een van de scholen die onder de ondergrens scoorde, had in 2013 slechts 6 leerlingen in groep 8; in groep 7 zijn de resultaten voldoende. Een andere school komt marginaal onder de ondergrens; de lage score is veroorzaakt doordat leerlingen meegerekend zijn voor wie er al meerdere jaren een aparte leerlijn (plus begeleiding) geldt. Wanneer de resultaten worden afgezet tegen het landelijk gemiddelde (zonder correctie) dan blijven 8 van de scholen daar onder en 20 daar boven. Ten aanzien van taal en rekenen kunnen nog geen conclusies worden getrokken omdat op dit moment de normering nog niet bekend is. 4.2. De resultaten van de laatste 3 jaren (2011-2012-2013) Over het totaalresultaat van iedere school kan gemeld worden dat er in 2011 13 scholen onvoldoende scoorden, in 2012 dat voor 6 scholen gold en nu in 2013 er 5 scholen onvoldoende resultaten hebben. 1 school had voor de vierde maal op rij onvoldoende eindresultaten. Deze school heeft in december 2010 het oordeel zwak gekregen van de inspectie en kent nog steeds een intensief arrangement. Geen enkele andere school scoorde nu tweemaal onvoldoende op rij. 3 scholen scoorden in 2011en 2013 onvoldoende. Een van deze scholen had in 2013 slechts 6 leerlingen in groep 8; in groep 7 zijn de resultaten voldoende. Een van deze scholen komt marginaal onder de ondergrens; de lage score is veroorzaakt doordat leerlingen meegerekend zijn voor wie er al meerdere jaren een aparte leerlijn (plus begeleiding) geldt. 4 scholen scoorden in 2011 en 2012 onvoldoende; in 2013 was het resultaat voor 2 van hen voldoende en voor 2 goed. 13 scholen scoorden alle jaren voldoende.
datum 19-05-2013 pagina 8 van 8 5 Conclusies 5.1. De resultaten van 2013 In het Strategisch Beleidsplan Bij de tijd 2010-2013 staat dat wij willen bereiken dat de resultaten van het onderwijs minstens gelijkwaardig en bij voorkeur hoger dan het niveau van de scholen met een vergelijkbare leerlingpopulatie zijn. We kunnen constateren dat 23 van de 28 scholen er in slagen om resultaten te hebben op gemiddeld of bovengemiddeld niveau, afgezet tegen de referentiegroep. 5 scholen scoren onder de ondergrens die de inspectie van het onderwijs hanteert. Het betreft hier o.a. een school met een zeer kleine groep 8; de resultaten in groep 7 van deze school zijn voldoende. Ook betreft het hier o.a. een school die 4 leerlingen heeft mee moeten rekenen in de eindscore, die gedurende meerdere jaren, via een zorgarrangement en met begeleiding vanuit het Samenwerkingsverband, een eigen leerlijn volgen; deze school scoorde marginaal onder de ondergrens. Afgezet tegen het landelijk gemiddelde zijn er 20 scholen die daarboven scoren. De stijgende lijn ten opzichte van de voorgaande jaren wordt voortgezet. Het lijkt er op dat door een grotere focus op opbrengsten de resultaten stijgen. Er kan geconstateerd worden dat de resultaten in 2013 beter zijn dan die in 2010, 2011 en 2012. Kijkend naar de ambitie die is uitgesproken in het Strategisch Beleidsplan Bij de tijd 2010-2013 kan geconcludeerd worden dat deze nog niet volledig is waargemaakt; maar ook dat de extra inspanningen die worden gepleegd wel leiden tot een steeds grotere groep scholen die de ambitie waarmaakt. 5.2. De resultaten van de laatste 3 jaren (2011-2012-2013) De inspectie beoordeelt de eindresultaten van een school op basis van de resultaten van de leerlingen in groep 8 van de afgelopen 3 jaar. Voor de criteria wordt verwezen naar 2. 1 van deze rapportage en naar Analyse en waarderingen opbrengsten PO, augustus 2012, hoofdstuk 2. Deze criteria hanterend kan worden gesteld dat 1 school bij beoordeling voor kernindicator 1.1 (eindresulaten) een onvoldoende krijgt. Er kan van worden uitgegegaan dat 1 school een attendering en dat 3 scholen een waarschuwing van de inspectie zullen krijgen. Deze scholen komen onder proportioneel verscherpt toezicht van het bestuur. Zij dienen op basis van een analyse van de eindresultaten (en zo nodig tussenresultaten) een verbeterplan op te stellen voor het komend schooljaar; maandelijks zullen zij over de vorderingen moeten rapporteren aan hun regiodirecteur. Er is sprake van een stijgende lijn qua eindresultaten. Wederom zijn er meer scholen met goede en voldoende resultaten.