RAPPORT VAN BEVINDINGEN Tussentijds kwaliteitsonderzoek bij obs Over de Brug, Rosmolenstraat Plaats : Zaandam BRIN-nummer : 18ZV Onderzoeksnummer : 121909 Datum schoolbezoek : 7 maart 2011 Rapport vastgesteld te Utrecht op 20 april 2011
Inhoud 1 Inleiding 5 2 Bevindingen 7 3 Toezichtarrangement 13 pagina 3 van 13
1 Inleiding De Inspectie van het Onderwijs heeft op 7 maart 2011 een tussentijds kwaliteitsonderzoek (tko) uitgevoerd op obs Over De Brug, locatie Rosmolen naar aspecten van de kwaliteit van het onderwijs. De aanleiding voor dit onderzoek was het volgende. Tijdens het kwaliteitsonderzoek dat is uitgevoerd op 2 februari 2010 stelde de inspectie tekortkomingen vast in het onderwijsleerproces op De Rosmolen. Deze zijn beschreven in het inspectierapport dat is vastgesteld op 7 april 2010. De kwaliteit van het onderwijs is toen als zwak beoordeeld en de inspectie heeft haar toezicht geïntensiveerd. In het kader hiervan voert de inspectie nu een tussentijds onderzoek uit om na te gaan in hoeverre de in het toezichtplan opgenomen tekortkomingen zijn opgeheven en aan de afspraken is voldaan. Onderzoeksopzet De onderzoeksopzet is gebaseerd op de afspraken die in het toezichtplan zijn opgenomen. Het onderzoek bestond uit de volgende activiteiten: Onderzoek en analyse van documenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn. Schoolbezoek, waarbij in een aantal groepen de onderwijspraktijk is geobserveerd door het bijwonen van lessen Nederlandse taal en rekenen en wiskunde. Deze lesbezoeken vonden plaats in de groepen 1/ 2, 3, 4/ 5, 5/ 6, 7/ 8. Gesprekken met de directie, de intern begeleider en de leraren over de kwaliteit van de indicatoren. Een eindgesprek met de directie en een vertegenwoordiging van het bevoegd gezag, na afloop van het schoolbezoek. Tijdens het onderzoek beoordeelde de inspectie indicatoren van de volgende aspecten: opbrengsten, leerstofaanbod, afstemming (verwerking) en (voorwaarden voor) kwaliteitszorg. Toezichtkader De inspectie heeft zich bij haar onderzoek onder andere gebaseerd op het Toezichtkader po/vo 2009 en de notitie Analyse en waarderingen van opbrengsten primair onderwijs. Beide documenten zijn te vinden op www.onderwijsinspectie.nl. Opbouw rapport In hoofdstuk 2 staan de bevindingen uit het onderzoek naar de onderwijskwaliteit. Dit wordt gevolgd door een beschouwing waarin het oordeel van de inspectie wordt toegelicht en waar mogelijk de schoolontwikkeling in samenhang wordt beschreven. Hoofdstuk 3 geeft het toezichtarrangement weer. pagina 5 van 13
2 Bevindingen 2.1 Kwaliteits- en nalevingsprofiel In onderstaande tabellen vermeldt de inspectie welke indicatoren in dit onderzoek zijn betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader primair onderwijs 2009. Indicatoren die bij een kwaliteitsonderzoek de doorslag geven of een school (zeer) zwak is, de zogeheten normindicatoren, zijn gemarkeerd met een asterisk. Voor een overzicht van alle normindicatoren zie het Toezichtkader po/vo 2009 op www.onderwijsinspectie.nl. De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de betreffende indicator gerealiseerd is. Legenda: 1. slecht 2. onvoldoende 3. voldoende 4. goed 5. niet te beoordelen (alleen bij opbrengsten) Kwaliteitsaspect 1 Opbrengsten 1.1 * De resultaten van de leerlingen aan het eind van de basisschool liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. 1.2 * De resultaten van de leerlingen voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde tijdens de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. 1.4 Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ontwikkelen zich naar hun mogelijkheden. 1 2 3 4 5 Kwaliteitsaspect 2 Leerstofaanbod 2.2 * De leerinhouden voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde worden aan voldoende leerlingen aangeboden tot en met het niveau van leerjaar 8. 2.3 De leerinhouden in de verschillende leerjaren sluiten op elkaar aan. 2.4 * De school met een substantieel aantal leerlingen met een leerlinggewicht biedt bij Nederlandse taal leerinhouden aan die passen bij de onderwijsbehoeften van leerlingen met een taalachterstand. 1 2 3 4 pagina 7 van 13
Kwaliteitsaspect 6 Afstemming 6.3 De leraren stemmen de verwerkingsopdrachten af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. 1 2 3 4 Kwaliteitsaspect 9 Kwaliteitszorg 1 2 3 4 9.2 De school evalueert jaarlijks de resultaten van de leerlingen. 9.5 De school borgt de kwaliteit van het onderwijsleerproces. Kwaliteitsaspect 10 Voorwaarden voor kwaliteitszorg 10.2 De schoolontwikkeling is verbonden met de visie op onderwijs, zoals geformuleerd in het schoolplan. 1 2 3 4 pagina 8 van 13
2.2 Beschouwing Algemeen beeld Na uitvoering van een tussentijds kwaliteitsonderzoek (tko) komt de inspectie tot de conclusie dat de kwaliteit van het onderwijs op obs De Rosmolen op de onderdelen leerstofaanbod, afstemming bij de verwerking van de leerstof en bij de kwaliteitszorg is verbeterd. Het team van De Rosmolen heeft gemotiveerd en met inzet gewerkt aan de voorgenomen verbeteringen. Het leerstofaanbod voor het taal en leesonderwijs is geëvalueerd, aangepast en meer afgestemd op de onderwijsbehoeften van de leerlingen. Daarnaast hebben de directie en de intern begeleider een groter draagvlak gecreëerd voor een meer opbrengstgerichte cultuur in de school. De eindopbrengsten zijn in 2010 niet te beoordelen, maar laten een voorzichtige positieve trend zien. De school zet alles op alles om in 2011 voldoende eindresultaten te behalen. Toelichting Opbrengsten De Rosmolen verantwoordt haar eindopbrengsten met de Cito Entreetoets in groep 7. In 2010 blijken de door het Cito aangeleverde gegevens niet eenduidig te interpreteren. Dat geldt vooral als leerlingen onderdelen van de Entreetoets op een lager niveau hebben gemaakt en er daardoor geen betrouwbare totaalscore van de betreffende leerlingen is. Dat is in 2010 bij de Rosmolen het geval, waardoor de inspectie de eindopbrengsten in 2010 niet kan waarderen. Van belang is dan om te zien wat de resultaten van alle leerlingen (de huidige groep 8) op de toetsen M8 rekenen en wiskunde en begrijpend lezen zijn om te zien of er voldoende leerrendement gehaald is. De complicerende factor bij het vak rekenen en wiskunde is dat drie leerlingen op een lager niveau rekenen en de school voor maar één leerling een ontwikkelingsperspectief heeft opgesteld. De gemiddelde vaardigheidsscore van de M8 van de huidige groep 8 minus de leerling met het ontwikkelingsperspectief ligt bij rekenen en wiskunde boven de ondergrens die de inspectie stelt. Ook bij begrijpend lezen is dat het geval (voor alle leerlingen in groep 8), zodat we kunnen constateren dat de resultaten van groep 8 in 2011 voldoende zijn. Omdat drie van de vijf tussenresultaten van technisch lezen in de groepen 3 en 4, begrijpend lezen in groep 6 en rekenen en wiskunde in de groepen 4 en 6 in januari 2011 boven de ondergrenzen liggen die de inspectie stelt, zijn de tussenopbrengsten voldoende. Er zijn nog wel verschillen tussen de resultaten te zien. Bij technisch lezen in groep 3 ligt de gemiddelde vaardigheidsscore onder de ondergrens die de inspectie stelt, maar in groep 4 ligt de gemiddelde vaardigheidsscore er ruim boven. In de groepen 4 en 6 liggen de gemiddelde vaardigheidsscores iets boven de ondergrens en in de groepen 7 en 8 liggen ze er onder. Begrijpend lezen in groep 5 is voldoende, maar in de groepen 6 en 7 zijn de resultaten onvoldoende. Ondanks alle inspanningen van de school zijn de resultaten bij technisch en begrijpend lezen nog niet waar de school naar streeft. Stevig doorgaan op de ingezette koers is nodig. Bij rekenen en wiskunde is het beeld positiever, want de gemiddelde vaardigheidsscores van de groepen 4, 6 en 7 liggen boven de gestelde ondergrens. Alleen groep 5 ligt er onder. Extra tijd en instructie bij de zwakke rekenaars is hier een eerste vereiste om de groep op een hoger plan te brengen. pagina 9 van 13
leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften Bij het kwaliteitsonderzoek in 2010 constateerde de inspectie dat de Rosmolen te snel en onvoldoende onderbouwd leerlingen op een eigen leerlijn (met name bij rekenen) liet werken. Hierbij ontbrak een ontwikkelingsperspectief. De school heeft het afgelopen jaar veel energie gestoken in het opstellen van ontwikkelingsperspectieven voor de betreffende 'nieuwe' leerlingen die op een lager niveau gingen werken. Bestuursbreed is hier een format voor ontwikkeld. Dit is een positieve ontwikkeling, echter voor de leerlingen in de huidige groep 8 zijn die ontwikkelingsperspectieven niet in alle gevallen aanwezig. Omdat de inspectie naar leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften in groep 8 kijkt, heeft indicator 1.4 een onvoldoende waardering gekregen. Het leerstofaanbod De school heeft sterk ingezet op het verbeteren van het taal en leesonderwijs. Daarvoor zijn veel leesboeken aangeschaft en is een nieuwe methode voor begrijpend lezen ingevoerd die meer aansluit bij de interesse en onderwijsbehoeften van de leerlingen. Ook in de leeromgeving krijgt het geschreven woord nu een duidelijke plaats. Woordenschatontwikkeling is in alle groepen nu een vast onderdeel van het curriculum. Door deze maatregelen past het leerstofaanbod meer bij de veelal taalzwakke populatie en is indicator 2.4 voldoende beoordeeld. Door de grotere aandacht voor woordenschatontwikkeling en taal is de doorgaande lijn tussen de kleuterbouw (Piramide) en de middenbouw versterkt. De afspraken over het gebruik van het nieuwe aanbod begrijpend lezen versterkt ook deze doorgaande lijn in het aanbod (indicator 2.3). In groep 8 zitten leerlingen die het rekenprogramma volgen bij groep 7. Deze leerlingen halen daardoor niet het eindniveau van leerjaar 8. De school kan voor deze leerlingen onvoldoende aantonen waarom in het verleden deze beslissing is genomen. Het afgelopen jaar is voor de betreffende leerlingen ook niet gekeken bij welke onderdelen het aanbod rekenen aangepast kan worden aan de doelen van leerjaar 8. Daarom is er geen sprake van een beredeneerd en aangepast aanbod voor deze leerlingen en is indicator 2.2 onvoldoende gewaardeerd. Afstemming bij verwerking van de leerstof Leerlingen die meer leerstof aan kunnen krijgen verwerkingsopdrachten die aan hun tempo en niveau zijn aangepast. Deze leerlingen zijn terug te vinden in de groepsplannen, die de school maakt na de toetsrondes. Vaak krijgen deze leerlingen verdiepingsstof van de methode, maar ook extra ingewikkelde opdrachten of keuzeopdrachten komen voor. Een paar leerlingen volgen de plusklas op de andere locatie van Over De Brug, locatie Hannie Schaft. Wel kunnen de leerstofafspraken voor deze groep leerlingen nog versterkt worden. Zo is compacten en verrijken nog geen schoolbeleid en heeft de individuele leraar nog eigen ruimte om de leerstof in te vullen, waardoor er nog onvoldoende sprake is van een eenduidige schoolbrede aanpak. De kwaliteitszorg De directie volgt nauwgezet het verbeterplan van de Rosmolen, omdat zij de kwaliteit van het onderwijs zo snel mogelijk wil verhogen. Verbeteringen in aanbod, didactiek en leerlingenzorg zijn gebaseerd op de achterblijvende resultaten en gekoppeld aan streefdoelen voor de korte- en de lange termijn. Ook in het taalbeleidsplan zijn streefdoelen geformuleerd om de taal en leesresultaten te versterken. Na de analyse van de M- toetsen kijkt het management van de school bij welke vakken maatregelen nodig zijn om de doelen te halen. Zo zijn de rekenresultaten van de school voldoende, maar uit de trendanalyse blijkt dat niet alle groepen het verwachte leerrendement hebben gehaald. Door deze aanpak is het opbrengstbewustzijn van het team vergroot. De schoolleiding zet hier ook bewust krachtig op in (indicator 9.2 en 10.2). pagina 10 van 13
De schoolleiding komt regelmatig in de groepen om te zien of de vastgelegde afspraken betreffende de leerstof, de didactiek en de leerlingenzorg nagekomen worden. De uitkomsten van deze bezoeken evalueert het team op gezette tijden om te zien of de verbeteracties effect hebben. Door deze aanpak is de borging nu voldoende (indicator 9.5). pagina 11 van 13
3 Toezichtarrangement Kwaliteit De kwaliteit van het onderwijs is op een aantal indicatoren verbeterd, maar vertoont op onderdelen nog belangrijke tekortkomingen. Bij dit tussentijds kwaliteitsonderzoek is slechts een beperkt aantal indicatoren beoordeeld. Het eerder toegekende toezichtarrangement zwak blijft gehandhaafd. Het verbetertraject loopt tot februari 2012. De inspectie heeft er echter vertrouwen in dat obs Over De Brug, locatie Rosmolen de afgesproken verbeterdoelen, zoals vastgelegd in het toezichtplan kan realiseren. pagina 13 van 13