Inkomstbelasting winst 3 programma Fiscale ondernemersfaciliteit Uitleg investeringsaftrek Ondernemersaftrek MKB-winstvrijstelling Uitwerking casus Investeringsaftrek Artikel 3.40 Indi wordt geïnvesteerd in bedrijfsmiddel kan door de belastingplichtige naast de afschrijving e deel van het investeringsbedrag aanvulld t laste van de winst word gebracht (investeringsaftrek). Investeringsaftrek kan de vorm hebb van kleinschaligheidsinvesteringsaftrek, van ergieinvesteringsaftrek van milieu-investeringsaftrek. Wanneer is er sprake van invester? Artikel 3.43 1. Onder invester wordt verstaan het aangaan van verplichting (lees: sluit overekomst) ter zake van de aanschaffing of de verbetering van e bedrijfsmiddel (zie 3.30), alsmede het mak van voortbrgingskost ter zake van e bedrijfsmiddel, voorzover die verplichting kost op de belastingplichtige drukk ( betaald). 1 2 Van aftrek uitgeslot bedrijfsmiddel Oefing 1 Artikel 3.45 1. Voor de investeringsaftrek (dus alle vorm WL) behor niet tot de bedrijfsmiddel: a. bedrijfsmiddel waarvan het investeringsbedrag minder bedraagt dan 450; b. (zie wettbundel) 2. Voor de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek: bedrijfsmiddel die aan derd word verhuurd. 3. Voor de ergie-investeringsaftrek de milieu-investeringsaftrek: 1 e bedrijfsmiddel die aan derd buit NL ter beschikking word gesteld. 2 e er e regeling ter voorkoming van dubbele belasting van toepassing is. Je investeert in e warmtekrachtinstallatie. Deze installatie voldoet aan de eis voor de ergie-investeringsaftrek. Je verhuurt de installatie aan e derde in Nederland. 1. Heb je recht op de EIA? 2. Op grond van welk artikel? Is er sprake van verhuur? Wat zegt art. 3.45 lid 2 hierover? Let op! De uitsluiting bij verhuur (art. 3.45 lid 2) geldt alle bij de KIA! Conclusie: Ja, op grond van art. 3.42 bestaat recht op de EIA. 3 4 1
Van investeringsaftrek uitgeslot transacties Artikel 3.46 1. Voor de investeringsaftrek word niet in aanmerking gom verplichting aangegaan tuss: a. de belastingplichtige person die tot zijn huishoud behor; b. bloed- of aanverwant in de rechte lijn of person die behor tot hun huishoud; c. gerechtigd tot e nalatschap waartoe het bedrijfsmiddel behoort of d. dege die voor t minste e derde gedeelte belang heeft in e lichaam dat lichaam. Kleinschaligheidsaftrek Artikel 3.41 1. Indi in e kalderjaar wordt geïnvesteerd in bedrijfsmiddel, de belastingplichtige daarvoor bij de aangifte kiest, wordt e in het tweede lid aangewez perctage van het investeringsbedrag t laste gebracht van de winst over dat jaar (kleinschaligheidsinvesteringsaftrek). 2. Bij e investeringsbedrag in e kalderjaar van: Bij e investeringsbedrag in e kalderjaar van: meer dan niet meer dan bedraagt de aftrek -- 2.200,00 0 2.200,00 54.000,00 28% van de investering 54.000,00 100.000,00 15.120 100.000,00 300.000,00 15.120 minus 7,56% van (investering - 100.000) 300.000,00 -- 0 Het is dus ge moet! Let op! Het gaat om de som van de investering in alle onderneming van de ondernemer. 5 6 Wanneer recht op aftrek? Wanneer recht op aftrek? Artikel 3.43 1. Onder invester wordt verstaan ( ) voorzover die verplichting kost op de belastingplichtige drukk (lees: betaald). Artikel 3.44 1. Indi bij het einde van het kalderjaar het bedrijfsmiddel nog niet in gebruik is gom de investeringsaftrek zou uitgaan bov wat ( ) is betaald, wordt ( ) e bedrag gelijk aan de betaling in aanmerking gom wordt het meerdere in aanmerking gom in de volgde kalderjar wel voorzover betaling plaatsvind, maar niet later dan in het kalderjaar waarin het bedrijfsmiddel in gebruik wordt gom. Voorbeeld Hk Vermeer sloot in 2010 e contract voor e machine van 100.000. Hk deed e aanbetaling van 5.000. Gevraagd Tot welk bedrag heeft Hk in 2010 recht op investeringsaftrek als de machine Situatie I in 2011 in gebruik wordt gom? Bij e investering van 100.000 bestaat recht op 15.120 aftrek. O.g.v. art. 3.44 bedraagt de aftrek: in 2010: 5.000 in 2011: 10.120 Situatie II in 2010 in gebruik wordt gom? Bij e investering van 100.000 bestaat recht op 15.120 aftrek. Art. 3.44 speelt nu ge rol. Aftrek: in 2010: 15.120 in 2011: 0 7 8 2
Oefing 2 E ondernemer kocht in 2008 e machine voor 25.000. Hij koopt in 2010 e nieuwe machine voor 45.000 ruilt de oude machine voor 10.000 in. De nieuwe machine wordt in 2010 in gebruik gom. Hij ontvangt van de EG e subsidie van 5.000. De ondernemer pleegt dit jaar ge andere investering. Oefing 3 E startde ondernemer (recht op startersaftrek) tekt in 2010 e koopcontract voor e machine. De koopsom bedraagt 120.000. Hij doet in 2010 e aanbetaling van 7.000. De rest betaalt hij in 2011. Hij neemt de machine in 2011 in gebruik. Buit deze machine pleegt hij in 2010 noch 2011 investering. De machine komt in aanmerking voor KIA EIA. De levsduur van de machine is 9 jaar de residuwaarde 10.000. Hoeveel KIA krijgt hij? Laat je door de inruil niet van de wijs brg. Het gaat om de nieuwe machine! De verplichting is 45.000 -/- 5.000 = 40.000 De KIA bedraagt: 28% van 40.000 = 11.200 Gevraag 1. Hoeveel mag hij maximaal in 2010 2011 willekeurig afschrijv? 2. Hoeveel investeringsaftrek kan hij in 2010 resp. 2011 t laste van zijn winst brg? Bij e investeringsbedrag in e kalderjaar van: meer dan niet meer dan bedraagt de aftrek -- 2.200,00 0 2.200,00 54.000,00 28% de investering van 54.000,00 100.000,00 15.120 100.000,00 300.000,00 15.120 minus 7,56% van (investering - 100.000) 300.000,00 -- 0 Art. 3.41-2 9 10 oefing 3 1 van 2 1. De ondernemer heeft recht op startersaftrek mag willekeurig afschrijv. oefing 3 2 van 2 2. Hij voldoet aan de formele voorwaard recht op investeringsaftrek. Maximaal 120.000 (investering) -/- 10.000 (restwaarde) = 110.000. In 2010: nog niet in gebruik gom maximaal 7.000 willekeurig afschrijv. In 2011: in gebruik gom maximaal 110.000 -/- 7.000 = 103.000 willekeurig afschrijv (zie Uitv. reg. willek. afschr. 2001). Hij kan ook besluit om in 2010 niet af te schrijv. 11 De aftrek bedraagt: Kleinschaligheidsaftrek (art. 3.41-2): 13.608 (15.120 -/- 7,56% van ( 120.000-100.000) ) Energie-investeringsaftrek (art. 3.42): 44% van 120.000 = 52.800 Investeringsaftrek 66.408 In 2010: - machine niet in gebruik gom ge aftrek; wel 7.000 aanbetaald aftrek 7.000 12 3
Desinvesteringsbijtelling 1 van 2 De op e bedrijfsmiddel ontvang investeringsaftrek moet (deels) word terugbetaald: als het binn vijf jaar vanaf jaar van invester wordt vervreemd; als het aan de onderneming wordt onttrokk (naar privé); als de investering is niet doorgegaan of ongedaan gemaakt; Desinvesteringsbijtelling 2 van 2 Desinvesteringsbijtelling = vervreemdingsprijs x destijds got aftrekperctage maar nooit meer dan de got aftrek! bij e prijsverlaging; als na 12 maand minder dan 25% is aanbetaald het bedrijfsmiddel nog niet in gebruik is gom; als het drie jaar vanaf het investeringsjaar nog niet in gebruik is gom (bijv. 14 apr 2007 31 dec 2010); Als de vervreemdingsprijs van alle bedrijfsmiddel sam 2.200 of minder is, blijft de desinvesteringsbijtelling achterwege. het anders gebruikt wordt (taxi die 2 jaar na aanschaf als auto van de zaak gebruikt wordt.) 13 14 Oefing 4 Ondernemersaftrek E ondernemer kocht in 2008 e machine voor 25.000. Hij ontving to 22% ofwel 5.500 investeringsaftrek. Hij koopt in 2010 e nieuwe machine voor 45.000 ruilt de oude machine voor 10.000 in. De machine wordt in 2010 in gebruik gom. Hij ontvangt van de EG e subsidie van 5.000. De ondernemer pleegt dit jaar ge andere investering. Hoeveel KIA krijgt hij? 1. Nieuwe verplichting 45.000 -/- 5.000 = 40.000 De KIA bedraagt: 28% van 40.000 = 11.200 (aftrek) 2. Vervreemding dpm binn 5 jaar desinv.bijtelling: 22% van 10.000 = 2.200 (bijtel) Artikel 3.74 De ondernemersaftrek is het gezamlijke bedrag van: a. de zelfstandigaftrek; b. de aftrek voor speur- ontwikkelingswerk; c. de meewerkaftrek; d. de startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid, e. de stakingsaftrek. Let op! Art. 3.74 noemt de startersaftrek niet. Wij zull zo dadelijk zi waarom. Er resteert dus per saldo e aftrekpost van 9.000 15 16 4
Zelfstandigaftrek 1 van 2 5. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder winst verstaan het gezamlijke bedrag van de winst die de belastingplichtige als ondernemer uit e of meer onderneming giet. Zelfstandigaftrek 2 van 2 2. Indi de ondernemer bij het begin van het kalderjaar de leeftijd van 65 jaar nog niet heeft bereikt, de winst: Dus: winst = winst bedrijf 1 + winst bedrijf 2 + etc. 1. De zelfstandigaftrek geldt voor de ondernemer die aan het urcriterium voldoet. Dus: recht op zelfstandigaftrek als 1 e je belastingplichtige ondernemer zijn 2 e voldo aan urcriterium (zie art. 3.6). Maar 4. Indi de ondernemer bij het begin van het kalderjaar de leeftijd van 65 jaar heeft bereikt, bedraagt de zelfstandigaftrek 50% van het bedrag van de zelfstandigaftrek volgs het tweede derde lid. 17 18 Startersaftrek Meerwerkaftrek Hoe zit dat nu met de startersaftrek? 3. Indi de ondernemer in e of meer van de vijf voorafgaande kalderjar ge ondernemer was bij hem in die periode niet meer dan tweemaal zelfstandigaftrek is toegepast, wordt de zelfstandigaftrek verhoogd met 2.110. De eerste volzin Eis 1 e was in voorafgaande 5 jr min. 1 jr ge ondernemer; 2 e ontving in die periode max. 2x zelfstandigaftrek; 3 e heeft dit jaar recht op zelfstandigaftrek. Faciliteit startersaftrek: 2.110 extra zelfstandigaftrek. Artikel 3.78 1. De meewerkaftrek geldt voor de ondernemer die aan het urcriterium voldoet van wie de partner zonder ige vergoeding arbeid verricht in e onderneming waaruit de belastingplichtige als ondernemer winst giet. Eis 1 e ondernemer zijn; 2 e aan urcriterium voldo; 3 e partner werkt mee in onderneming van de ondernemer; 4 e partner krijgt ge vergoeding. Faciliteit Kostpost van % van de winst. 19 20 5
Oefing 5 Roelof drijft sam met zijn vrouw e kledingzaak als e emanszaak. Roelof is 56 jaar oud. Hij zijn vrouw werk fulltime (1800 uur) in de onderneming. In 2008 is e winst voor ondernemersaftrek behaald van 80.000. Berek de winst na ondernemersaftrek. Roelof is ondernemer werkt fulltime in de onderneming. Hij voldoet dus aan het urcriterium. Roelof komt in aanmerking voor: Winst voor ondernemersaftrek 80.000 Af: zelfstandigaftrek 4.574 Af: meewerkaftrek 1800 ur 4% 3.200 + Af: Ondernemersaftrek 7.774 -/- Winst na ondernemersaftrek 72.226 21 Oefing 6 Roelof drijft sam met zijn vrouw e kledingzaak als emanszaak. Roelof is 56 jaar oud. Hij zijn vrouw werk fulltime in de onderneming. Roelof betaalt zijn vrouw e vergoeding van 300 per maand ( 3.600 per jaar). In 2008 is e commerciële winst behaald van 76.400. Berek de winst na ondernemersaftrek. Roelof is ondernemer werkt fulltime in de onderneming. Hij voldoet dus aan het urcriterium. Roelof komt in aanmerking voor: Commerciële winst 76.400 Bij: niet aftrekbare kost - art 3.16-4 3.600 + Winst voor ondernemersaftrek 80.000 Af: zelfstandigaftrek 4.574 Af: meewerkaftrek 1800 ur 4% 3.200 + Af: Ondernemersaftrek 7.774 -/- Winst na ondernemersaftrek 72.226 22 Stakingsaftrek Artikel 3.79 1. De stakingsaftrek geldt voor de ondernemer die als ondernemer in het kalderjaar winst behaalt: a. met of bij het stak van e of meer gehele onderneming; b. ( ) 2. De stakingsaftrek is gelijk aan het bedrag van de in het eerste lid bedoelde winst (lees: stakingswinst), maar bedraagt niet meer dan 3 630. 3. ( ) 4. Het in het tweede lid bedoelde maximumbedrag van 3 630 wordt verminderd maar niet verder dan tot nihil met de in voorafgaande jar door de ondernemer got bedrag aan stakingsaftrek. Voorbeeld omschrijving staakt 1e ondernemng staakt 2e onderneming staakt 3e onderneming Stakingswinst 3.000 15.000 10.000 Stakingsaftrek 3.000 3.630 3.630 Af: reeds got aftrek 0-3.000-3.630 - Blijft 3.000-630 - 0 - Fiscale stakingswinst 0 14.370 10.000 MKB-winstvrijstelling Artikel 3.79a 1. De MKB-winstvrijstelling geldt voor de ondernemer die aan het urcriterium voldoet. 2. De MKB-winstvrijstelling bedraagt 12% van het gezamlijke bedrag van de winst ( ) nadat dit bedrag is verminderd met de ondernemersaftrek. 3. ( ) in e jaar niet voldoet aan het urcriterium voor hem in dat jaar de stakingsaftrek geldt, geldt voor hem ( ) ook de MKB-winstvrijstelling mits hij in drie of meer van de vijf voorafgaande kalderjar wel ondernemer was aan het urcriterium heeft voldaan. Voorbeeld Winst voor ondernemersaftrek 80.000 Af: zelfstandigaftrek 4.574 Af: meewerkaftrek 1.800 ur 4% 3.200 + Af: Ondernemersaftrek 7.774 -/- Winst na ondernemersaftrek 72.226 Af: MKB-winstvrijstelling 12,0% 72.226 8.668 -/- Belastbare winst 63.558 23 24 6
EINDE 25 7