2.17. Innovatiekosten

Transcriptie

1 2.17. Innovatiekosten Om innovatie te stimuleren, bestaat er een belangrijke fiscale faciliteit, de WBSO (Wet bevordering speur- en ontwikkelingswerk). De WBSO is een fiscale korting die u mag verrekenen met de loonheffing van uw werknemers. De regeling kent twee kortingspercentages plus een verhoogde korting voor starters. De kortingspercentages zijn afhankelijk van de hoogte van de totale kosten van innovatie, dus lonen, materialen en investeringen (volgens onderstaande tabel). Onderstaand wil zeggen dat de kosten van innovatie boven de ,- slechts 16% S&O-aftrek krijgen. WBSO Kosten innovatie Korting 2017 < ,- 32% 2017 (starters) < ,- 40% 2017 > ,- 16% over het meerdere boven ,- Kosten of afschrijving? U mag de berekende korting rechtstreeks ten laste van de af te dragen loon heffing brengen. Wat moet u bijhouden in de administratie? Om van de WBSO gebruik te kunnen maken, moet u een WBSO-verklaring aanvragen. Hierin moet u de voorgenomen projecten beschrijven en een tijdinschat ting opnemen. De aanvraag dient u digitaal in bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland ( Na ontvangst van uw aanvraag controleren adviseurs van Rijksdienst voor Ondernemend Nederland of uw aan vraag volledig is. Als de aanvraag volledig is, beoordeelt een adviseur uw aanvraag. Is uw aanvraag nog onvoldoende duidelijk, dan kan de adviseur aanvullende vragen stellen. De RVO kan uw aanvraag geheel of gedeeltelijk toewijzen of afwijzen. Als een adviseur uw aanvraag (gedeeltelijk) positief beoordeelt, ontvangt u een S&O-verklaring. In de S&O-verklaring staat het maximale bedrag aan afdrachtvermindering dat u mag verrekenen. Er geldt een aantal verplichtingen, waaronder het bijhouden van een zogenaamde S&O-administratie. Voor meer informatie zie de site van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland ( 49

2 Waarop moet u zeker letten? U moet het werkelijk aantal S&O-uren en kosten melden voor 1 april van het jaar volgend op het jaar waarvoor u de WBSO-korting aanvraagt. Indien u dit niet of niet tijdig doet, wordt er een boete opgelegd. Per 1 januari 2017 geldt bij het opleggen van deze boetes een lichtere procedure. Dit betekent dat sneller een boete kan worden opgelegd Inventaris en bedrijfsmiddelen Inventaris zoals kantoormeubilair, magazijnstellingen, telefooncentrale, computers, machines, e.d. zijn bedrijfsmiddelen die fiscaal aftrekbaar zijn. Naast de fiscale aftrek heeft u ook recht op investeringsaftrek. Verkoopt de BV een bedrijfsmiddel en bent u van plan om hiervoor in de plaats een nieuw bedrijfsmiddel aan te schaffen, dan hoeft u de verkoop opbrengst niet direct als winst te boeken. U kunt de belastingheffing over de boekwinst uitstellen door op de balans een herinvesteringsreserve (HIR) te vormen. De HIR werkt als hierna volgt. U reserveert het bedrag waarmee de opbrengst (minus eventuele verkoop kosten) de boekwaarde van het bedrijfsmiddel overtreft. Koopt u vervolgens een nieuw bedrijfs middel, dan boekt u de reserve af op de aanschafprijs van de nieuwe investering. Stel, u verkoopt een machine met een boekwaarde van ,- voor ,-. De winst is dus ,- en blijft als gevolg van de HIR voorlopig onbelast. Na een jaar koopt u een andere machine voor ,-. De HIR moet nu worden afgeboekt, zodat de nieuwe machine op de balans een boekwaarde heeft van ,- ( ,- -/ ,-). Wordt deze machine na een jaar weer verkocht voor ,-, dan bedraagt de belaste winst ,- ( ,- -/ ,-). Om een HIR te kunnen vormen, moet u wel een voornemen tot vervanging hebben. Het belastinguitstel vanwege de vorming van een HIR wordt u verleend voor het jaar waarin de verkoop heeft plaatsgevonden plus de volgende drie kalenderjaren. In deze periode moet de aankoop van het nieuwe bedrijfsmiddel zijn afgerond. Na deze periode valt de reserve vrij ten gunste van de winst. U zult dan alsnog belasting over de eerder behaalde winst moeten betalen. Tip. U hoeft niet (meer) te herinvesteren in een gelijksoortig bedrijfs middel. 50

3 Kosten of afschrijving? Het gaat hier om investeringsgoederen waarop u moet afschrijven. In sommige gevallen is het investeringsbedrag minder dan 450,-. In dat geval kunt u de kosten direct ten laste van de winst brengen. Vaak is het verstandig om dan te stellen dat een aantal goederen (bijvoorbeeld magazijnstellingen) samen één bedrijfsmiddel vormen. Er is fiscaal sprake van één bedrijfsmiddel als de investeringen met elkaar samenhangen en aan elkaar dienstbaar zijn, zoals het officieel heet. Op die manier heeft u toch recht op investeringsaftrek. Let op. Investeringen in 2009, 2010 en 2011 kunt u soms versneld afschrijven. Dit geldt ook voor investeringen in de periode 1 juli 2013 t/m 31 december Let op. Heeft u op het oude bedrijfsmiddel destijds willekeurig of vervroegd afgeschreven, dan kan de boekwinst slechts gedeeltelijk worden ondergebracht in de herinvesteringsreserve. U mag alleen een reserve vormen voor de boekwinst die zou zijn behaald als u normaal had afgeschreven. Wat moet u bijhouden in de administratie? De facturen dienen als bewijs voor uw administratie. Omdat het hier gaat om investeringsgoederen waarop u moet afschrijven, zult u ook af schrijvingsstaten bij moeten houden. Waarop moet u zeker letten? Onlangs is besloten dat de HIR ruimer mag worden toegepast. U mag voortaan ook een HIR vormen bij vrijwillig verlies van een bedrijfsmiddel. Dit mocht al bij onvrijwillig verlies, zoals bij brand. Vrijwillig verlies komt met name voor in de vorm van sloop bij sanering. De HIR kunt u dan vormen voor zover de ontvangen vergoeding in verband met de sanering de boekwaarde overtreft. Voorts is het voortaan mogelijk een HIR te vormen voor een deel van de boekwinst. Met name bij grotere boekwinsten zal het namelijk niet altijd meevallen aannemelijk te maken dat u het hele bedrag gaat herinvesteren. Bij de aanschaf van inventaris en andere bedrijfsmiddelen heeft de BV recht op investeringsaftrek. Wanneer u nu bijvoorbeeld een machine voor uw bedrijf weer verkoopt (desinvesteert), kunt u te maken krijgen met een desinvesteringsbijtelling. 51

4 Let op. Dit is het geval als de BV het bedrijfsmiddel binnen vijf jaar na aanvang van het investeringsjaar weer verkoopt en zij destijds investerings aftrek heeft genoten. U kocht op 30 augustus 2013 een machine voor ,-. Daarvoor kreeg u in 2013 een investeringsaftrek van 28%. Als u vóór 1 januari 2018 desinvesteert, krijgt u een bijtelling voor uw kiezen van 28% van de verkoopprijs. Tip. De desinvesteringsbijtelling is niet van toepassing bij een verkoop van 2.300,- (2017) of minder aan bedrijfsmiddelen in één jaar Investeringsaftrek Investeert uw BV in een jaar voor meer dan 2.300,- (2017) in bedrijfs middelen, dan heeft u recht op investeringsaftrek. Er zijn drie soorten investeringsaftrek Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA) De KIA bedraagt een percentage van het totale investeringsbedrag in een jaar. Hoe hoog het percentage is, kunt u aflezen uit de volgende tabel. Bij een investeringsbedrag in 2017 van: meer dan maar niet meer dan bedraagt de Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek: ,- 0, , ,- 28% van het investeringsbedrag , , , , , ,- verminderd met 7,56% van het gedeelte van het investeringsbedrag dat ,- te boven gaat ,- 0,- De investeringsaftrek kunt u toepassen in het jaar waarin u het bedrijfsmiddel koopt en waarin u dus een betalingsverplichting aangaat. Hierop geldt een uitzondering: investeert u in een bedrijfsmiddel dat pas in het daarop volgende jaar in gebruik wordt genomen, dan bedraagt de investerings aftrek maximaal het bedrag dat u heeft aanbetaald. 52

5 Stel, u koopt in 2017 een machine voor ,- en dit is uw enige investering dit jaar. De investeringsaftrek bedraagt ,- -/- 7,56% van ,- = ,-. In 2017 verricht u een aanbetaling van ,-. De machine wordt in 2018 in gebruik genomen. In 2017 heeft u recht op investeringsaftrek van ,-, de hoogte van het aanbetaalde bedrag. Het restant van 4.151,- krijgt u in de volgende jaren en wel voor zover er betaald is, maar niet later dan in het jaar waarin u de machine in gebruik neemt. In dit geval ontvangt u het restant van de aftrek dus in Sommige investeringen zijn uitgesloten van KIA. Bijvoorbeeld bedrijfsmiddelen die zijn bestemd voor de verhuur of die op andere wijze hoofdzakelijk ter beschikking worden gesteld aan derden, woonhuizen, personenauto s, grond en dieren. Let op. Verkoopt uw BV het bedrijfsmiddel binnen vijf jaar, dan wordt de eenmaal verkregen KIA geheel of gedeeltelijk teruggedraaid (desinvesteringsbijtelling) Energie-investeringsaftrek (EIA) De EIA is ingevoerd om investeringen in energiebesparende bedrijfs middelen en duur zame energie te bevorderen. De EIA kent een vast per centage van 55,5% (2017). Aan de EIA is een minimuminvesteringsbedrag verbonden van 2.500,- (2017) en een maximuminvesteringsbedrag van 120 miljoen (2017). De EIA is alleen van toepassing als het bedrijfsmiddel nog niet eerder is gebruikt en voor komt op de Energielijst. Deze lijst kunt u downloaden van de website van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland ( De energie- investering moet binnen drie maanden na het tijdstip waarop uw BV de verplichting is aangegaan, bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland worden aangemeld. Hoe maakt u gebruik van de regeling? Binnen drie maanden na de investering doet u een melding bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. U ontvangt een ontvangstbevestiging die u moet bewaren bij uw boek houding. U geeft de energie-investeringsaftrek aan in de aangifte. Daarna beslist uiteindelijk de Belastingdienst over de aangifte. Eventueel wordt die beslissing onder steund door een advies van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. Tip. De EIA komt bovenop de KIA. 53