Richtlijnen milieueffectrapportage. Project-MER voor Noordoostelijke omleidingsweg Tongeren

Vergelijkbare documenten
Richtlijnen voor het Project-MER Oiltanking AGT

Richtlijnen voor het Project-MER Belgoprocess bouw gebouw 167X opslag vaten

Goedkeuringsverslag milieueffectrapport

Initiatiefnemer: Van Rooy Kathleen Hegge Ravels. 12 februari 2016 PRMER-PR2299-RL

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding van een veeteeltbedrijf : De Lindehoeve/Carrebrouck Koen te Diksmuide

Richtlijnen milieueffectrapportage

Richtlijnen voor het Project-MER Spent Fuel Facility voor Kerncentrale Doel

Richtlijnen milieueffectrapportage. Uitbreiding en wijziging van een gemengd veeteeltbedrijf te Wingene tot varkens en 30.

Scopingsadvies Project-MER Hervergunning en uitbreiding van een varkenshouderij : Messely Klaas te Kortrijk

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing milieuvergunning van slachtkuikenbedrijf Pollo NV te Oud-Turnhout

Scopingsadvies Project-MER Modernisering van het Albertkanaal tussen de Noorderlaanbrug en de sluis van Wijnegem

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing milieuvergunning van een slachtkuikenbedrijf. Aerts Kristof te Beerse

Richtlijnen milieueffectrapportage. Bouw en exploitatie van een varkensbedrijf

Richtlijnen milieueffectrapportage Project-MER. Doortocht Brugge - Vernieuwing Steenbruggebrug

Richtlijnen milieueffectrapportage. Verbindingsweg Brussels Expo en de heraanleg en uitbreiding van het Verregatpark

Milieueffectrapport voor het uitbreiden van een varkensbedrijf

Scopingsadvies Project-MER Aanleg infrastructuur industrieterreinontwikkeling Kluizendok te Gent

Richtlijnen milieueffectrapportage

Richtlijnen milieueffectrapportage

Richtlijnen milieueffectrapportage. Hervergunning en uitbreiding van een gemengde veehouderij met pluimvee en rundvee : Van De Locht Guy te Wuustwezel

Scopingadvies project-mer Accent Business Park Toren te Roeselare

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van het gemengd veeteeltbedrijf Danny Delcroix

Scopingsadvies Project-MER Productie en bewerking van glas AGC Glass Europe NV in Mol Hervergunning en uitbreiding/wijziging

Richtlijnen milieueffectrapportage. Plan-MER OMLOOP VOOR GRONDGEBONDEN GEMOTORISEERDE SPORTEN TE MAASEIK (Neeroeteren), Waterloos

Ontbossing en bouw en exploitatie van een nieuwe elektriciteitscentrale van Electrabel op de terreinen van Arcelor Gent te Gent

Richtlijnen milieueffectrapportage. Uitbreiding en hernieuwing van een varkenshouderij tot varkens te Beveren- Waas

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding van een bestaande varkenshouderij en exploitatie van een nieuwe pluimveehouderij te Borgloon.

Scopingsadvies Project-MER Windturbines Middelkerke - Gistel

Richtlijnen voor het Project-MER Windpark Nieuwpoort-Middelkerke

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding en hernieuwing van een gemengd veeteeltbedrijf in Ieper

Richtlijnen voor het Project-MER Luchthaventram

Richtlijnen milieueffectrapportage. Hervergunning en uitbreiding van een varkenshouderij tot 5280 varkens te Stekene

Richtlijnen milieueffectrapportage. Uitbreiding en hernieuwing van een bestaand legkippenbedrijf tot legkippen

/11/2015

Scopingsadvies Project-MER Hervergunning en verandering van pluimveehouderij Bart Bax LV in Weelde

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding en gedeeltelijke retrofit van het windturbinepark Kristalpark in Lommel

Varkensbedrijf Kodeva te Torhout

Ontheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing. Project: Gemengd Regionaal Bedrijventerrein Veedijk te Turnhout.

Een overzicht van de mer-procedure en bespreking van de terinzagelegging van de kennisgeving

Verzoek tot ontheffing van het opstellen van een project-mer: Ontheffingsbeslissing. Project:

Plan-MER verslag Goedkeuring milieueffectrapport. Plan: Nationaal Operationeel Plan voor de Belgische Visserijsector

Richtlijnen voor het Project-MER Hervergunning en verandering van een pluimveehouderij te Wuustwezel

Beslissing over het verzoek tot ontheffing van de project-mer-plicht. Duurzaam Beheerplan Boven-Zeeschelde

Wiga NV: uitbreiding van een varkenshouderij tot varkens te Heuvelland

Nieuwe elektriciteitscentrale van T-Power NV te Tessenderlo

Richtlijnen milieueffectrapportage ADPO N.V.

Richtlijnen voor het Project-MER Woon- en retailcomplex Akzo te Vilvoorde

Vormen van milieueffectrapportage in Vlaanderen

Richtlijnen milieueffectrapportage: Hervergunning Chemogas NV te Grimbergen

Richtlijnen milieueffectrapportage. Opwaardering van het Kanaal naar Charleroi

Terinzagelegging Kennisgeving voor MER Eurostadium 25 augustus Karen Polfliet Arcadis Belgium

Richtlijnen milieueffectrapportage

plan-mer uitgevoerd volgens het integratiespoorbesluit van 18 april 2008 voor de milieueffectrapportage over ruimtelijke uitvoeringsplannen

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing van een gemengd veeteeltbedrijf in Poperinge (Watou)

Richtlijnen voor het Project-MER Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van drie varkensbedrijven tot 6272 varkens te Merksplas

Richtlijnen milieueffectrapportage. Hernieuwing van de milieuvergunning voor een pluimveehouderij met stalruimte voor leghennen (Vanthournout)

Ontheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing. Project: Aanleg hoogspanningsleiding Zandvliet-Lillo.

Richtlijnen milieueffectrapportage. Uitbreiding van het grond- en slibverwerkingscentrum Rodenhuize te Gent

Ontheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing. Project:

Richtlijnen milieueffectrapportage. Hernieuwing en uitbreiding van de varkenshouderij PPS bvba tot varkens te Hoogstraten

Eurostadium Brussels

Richtlijnen milieueffectrapportage. Uitbreiding en hervergunning van een veeteeltbedrijf tot slachtkuikens

Vormen van milieueffectrapportage in Vlaanderen. Pascal Van Ghelue Geograaf Dienst Begeleiding Gebiedsgerichte Planprocessen

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding productie Brouwerij Duvel-Moortgat te Breendonk (Puurs)

Project-MER-Verslag. Goedkeuring milieueffectrapport. Project: Sint-Janspoort Kortrijk. Initiatiefnemer:

Goedkeuring milieueffectrapport. Kerncentrale van Doel hernieuwing van de Vlarem-vergunning

PROVINCIE ANTWERPEN STAD HERENTALS GEMEENTE GROBBENDONK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN HAZENPAD VERZOEK TOT RAADPLEGING BIJLAGE BUNDELING ADVIEZEN

Aanvullende richtlijnen milieueffectrapportage. Project-MER. Oosterweelverbinding

Hervergunning en verandering van een attractiepark

Scopingsadvies Project-MER Verandering van een varkenshouderij DGST BVBA in Lille

27 september 2011 PRMER-0589-RL

Richtlijnen milieueffectrapportage. Uitbreiding van een bestaand slachthuis te Ruiselede

Richtlijnen milieueffectrapportage. Waste Management Facility Doel

Renogen biomassa-wkk te Ham

Ruimtelijke. Ordening Planning. Ordening en Stedenbouw Provinciebestuur Vlaams-Brabant Dienst Ruimtelijke ordening Provincieplein Leuven

Hervergunning van de Electrabel - elektriciteitscentrale

Project-MER-Verslag. Goedkeuring milieueffectrapport. Project: Uitbreiding Recreatiepark Hengelhoef te Houthalen-Helchteren.

Richtlijnen voor het Project-MER Hervergunning en verandering van een pluimveebedrijf te Wuustwezel

Richtlijnen milieueffectrapportage. Bouw en exploitatie van een nieuwe gevangenis in Dendermonde

N O T A B E T R E F F E N D E D E B E H A N D E L I N G V A N D E WOONWIJKEN L U T T E R Z E L E

Monsanto: MER voor diverse uitbreidingsprojecten

Uitbreiding van de kopersmelter

Plan-MER-Verslag. Plan: Initiatiefnemer:

Hervergunning en verandering van de activiteiten van URSA BENELUX bvba te Waregem-Desselgem

Goedkeuring plan-milieueffectrapport PRUP Omleidingsweg Anzegem

Aanbevelingen voor het opstellen van een kennisgevingsdossier. MER-forum 10 juni 2004

In kader van het onderzoek tot milieueffectrapportage werden op basis van een lijst aangeleverd voor de dienst MER volgende instanties geraadpleegd:

Richtlijnen voor het Project-MER Windmolens te Landen en Gingelom

Infomoment Verapazbrug

Richtlijnen plan-milieueffectrapportage uitgevoerd volgens het integratiespoorbesluit. Parallelwegenstructuur E34

Richtlijnen voor het Plan-MER Uitbreiding bedrijventerrein Booiebos

Richtlijnen voor het Project-MER Monument Chemical BVBA Uitbreiding en hervergunning

Goedkeuringsverslag van de planmilieueffectrapportage voor het gewestelijk RUP Missing Link N60 ter hoogte van Ronse

Ontheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing. Project: Hervergunning grondwaterwinning Arendonk.

leeswijzer bij de kenningsgevingsnota Plan-MER ontsluiting Haspengouw - E40

Project-MER-Verslag. Verdere exploitatie van elektriciteitscentrale Langerbrugge

HOE REAGEREN OP DE KENNISGEVING VAN EEN PLAN- MILIEUEFFECTRAPPORT?

Richtlijnen milieueffectrapportage. Windturbineproject langsheen de E40 te Oud- Heverlee, Bierbeek, Boutersem, Tienen en Hoegaarden

Scopingsadvies Project-MER Regularisatie en uitbreiding van kippenslachterij Nollens NV te Kruishoutem

Goedkeuring project-milieueffectrapport Aanleg AX

Transcriptie:

Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Mer Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 BRUSSEL Tel: 02/553.80.79 e-mail: mer@vlaanderen.be Richtlijnen milieueffectrapportage Project-MER voor Noordoostelijke omleidingsweg Tongeren Initiatiefnemer: Wegen en Verkeer Limburg Koningin Astridlaan 50 bus 4 3500 Hasselt 23 oktober 2015 PRMER-2210-RL

1. Inleiding Het voorgenomen project betreft de aanleg van een omleidingsweg aan de noordoostelijke zijde van Tongeren. Deze activiteiten zijn onderworpen aan de m.e.r.-plicht volgens het project-m.e.r.- besluit 1, met name rubriek 10e van bijlage II of III. Rubriek 10e van bijlage II: - Aanleg van wegen met 4 of meer rijstroken over een lengte van 1 km tot 10 km. - Aanleg van wegen met 2 of meer rijstroken over een lengte van 10 km of meer. - Aanleg van verharde wegen die over een ononderbroken lengte van 1 km of meer in een bijzonder beschermd gebied zijn gelegen. Rubriek 10e van bijlage III: Aanleg van wegen De noordoostelijke omleidingsweg heeft 2 rijstroken, heeft een lengte van 1150 m (< 10 km) en is niet over een ononderbroken lengte van 1 km of meer gelegen in bijzonder beschermd gebied. De activiteiten zijn dus onderworpen aan de m.e.r.-plicht volgens rubriek 10e van bijlage III. Voor categorieën van projecten opgenomen in bijlage III van het project-m.e.r.-besluit is een projectm.e.r.-screening (voor bijlage III-projecten) mogelijk. Om een volwaardige afweging van uitvoerings- en aansluitingsvarianten toe te laten, kiest de initiatiefnemer er voor om een volwaardige project MER-procedure te doorlopen. De dienst Mer verklaarde het kennisgevingsdossier volledig op 11 juni 2015. De kennisgeving lag ter inzage van het publiek in de stad Tongeren van 15 juni 2015 tot en met 14 juli 2015. Parallel vroeg de dienst Mer adviezen bij de administraties en openbare besturen. De dienst Mer stelt deze bijzondere richtlijnen (hierna: richtlijnen) op met het oog op een verfijning van de aanpak en de methodologie van het MER. Zij houden rekening met principieel verplichte onderdelen van een project-mer op basis van art. 4.3.7. van het DABM 2, de ontvangen inspraakreacties (zie verder), de ontvangen adviezen (zie bijlage) en met de bespreking van het volledig verklaard kennisgevingsdossier met de betrokken instanties op de richtlijnenvergadering van 1 oktober 2015. Vanuit het publiek kwamen 9 unieke inspraakreacties op de kennisgeving. Deze waren van organisaties als de Limburgse Milieukoepel en de VZW Evenwichtig Tongeren, alsook van een aantal particulieren. De relevant geachte elementen van die inspraakreacties werden besproken op de bovengenoemde richtlijnenvergadering en desgevallend verwerkt in de richtlijnen. Inspraakreacties die elementen betreffen waarvan reeds in de kennisgeving duidelijk werd aangegeven dat en hoe ze onderzocht zullen worden in het MER, worden niet herhaald in deze richtlijnen. Relevant geachte inhoudelijke informatie vanuit de inspraakreacties wordt 1 Besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 houdende vaststelling van de categorieën van projecten onderworpen aan milieueffectrapportage, B.S. 17 februari 2005, zoals herhaaldelijk gewijzigd. 2 Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, B.S. 3 juni 1995, zoals herhaaldelijk gewijzigd (DABM). 2

doorgespeeld aan het studiebureau voor verwerking in het MER. Inspraakreacties van onderstaande aard worden als niet relevant beschouwd voor de opmaak van een project-mer: reacties die uitsluitend een persoonlijk standpunt inhouden over de wenselijkheid van het project; reacties die geen deel uitmaken van de decretaal vereiste elementen van een project-mer (vb. waardevermindering of vermeerdering van onroerend goed per perceel, persoonlijke voorkeuren van omwonenden, ); Deze richtlijnen hebben betrekking op de reikwijdte, het detailleringsniveau en de inhoudelijke aanpak van het project-mer. Het project-mer moet opgesteld worden zoals door de initiatiefnemer voorgesteld in de kennisgeving en aangevuld/aangepast worden met de specifieke vereisten die in deze richtlijnen geformuleerd zijn. Waar de kennisgeving en de richtlijnen van elkaar zouden afwijken, moet voorrang gegeven worden aan de richtlijnen. 2. Doelstelling, verantwoording en besluitvorming Het project heeft tot doel om een omleidingsweg te voorzien aan de noordoostelijke zijde van Tongeren teneinde een betere ontsluiting te realiseren van het kleinstedelijk gebied van Tongeren in het algemeen. Meer in het bijzonder: Het beperken van niet-bestemmingsverkeer op de Wallen ; Versterken van de relatie tussen de gebieden ten oosten en westen van de aanwezige spoorlijn; Herwaardering van de stationsomgeving; Optimaliseren functioneren N79b; Ontlasting van het woonweefsel Henis. Het MER moet relevante gegevens en conclusies uit voorgaande rapportages oplijsten (alle relevante milieustudies, ook andere dan m.e.r.-rapportages). Het MER zal een overzicht bevatten van de aan te vragen vergunningstoestand (zowel stedenbouwkundige vergunning als milieuvergunning) Het MER dient bij deze vergunningsaanvragen gevoegd te worden. Het MER is niet alleen een hulp bij de besluitvorming, maar volgens art. 4.1.7. van het DABM moeten de conclusies ook doorwerken in de besluitvorming. Het MER moet hiermee rekening houden bij de formulering van mogelijke alternatieven, milderende of compenserende maatregelen. 3

3. Beschrijving project en alternatieven 3.1. Eén locatiealternatief De noordoostelijke omleidingsweg start ter hoogte van de N79-Maastrichtersteenweg, ten westen van de aansluiting Molenweg. De noordoostelijke omleidingsweg volgt verder de grens van de landbouwpercelen om uit te komen op de oostelijke eigendomsgrens van het AZ Vesalius en buigt ter hoogte van het AZ af richting het kruispunt N758-Baversstraat met de Molenweg. In de bocht worden boogstralen aangehouden voor verkeer met een snelheid van 70 km/u. 3.2. Basisproject en variant Het basisproject dat onderzocht zal worden in alle disciplines van het MER is het project zoals dat beschreven wordt in hoofdstuk 3.1. van de kennisgeving. Voor de disciplines mobiliteit, geluid en lucht dient een referentiesituatie beschreven te worden waarbij de zuidoostelijke omleidingsweg enerzijds wel en anderzijds niet gerealiseerd wordt. 3.3. Nulalternatief Het nulalternatief wordt in de kennisgeving besproken. Daar wordt gesteld dat het nulalternatief -waarbij de verkeersafwikkeling blijft verlopen via het bestaande wegennet- geen redelijk alternatief is aangezien het geen oplossing biedt voor de huidige verkeersproblematiek van de stad. De dienst Mer bevestigt dit. 4. Juridische, administratieve en beleidsmatige situering De volledig verklaarde kennisgeving doet opgave van het juridische/beleidsmatige kader dat voor dit MER van belang is in de vorm van een duidelijke overzichtsmatrix. Het MER zal zorgvuldig nagaan waar de projectrelevantie zich situeert en in het bijzonder ook aangeven of de voorwaarde onderzoekssturend kan zijn dan wel procedurebepalingen bevat of de combinatie van beide. Het is van belang om ook tijdens het opstellen van het MER de stand van zaken hiervan op te volgen. De juridische en beleidsmatige randvoorwaarden met een duidelijke ruimtelijke component moeten cartografisch gepresenteerd worden. 4

5. Algemene en Methodologische aspecten De methodologie voor de effectvoorspelling zal binnen elke discipline in het project-mer duidelijk en transparant omschreven worden. Tevens zal per discipline aangegeven worden op basis van welke criteria een effect als significant of als niet significant beoordeeld wordt. Het resterend effect na de milderende maatregelen zal aangegeven en gekoppeld worden aan het gehanteerde beoordelingskader. De effectenbespreking en -beoordeling dient transparant en op voldoende wijze te gebeuren. 5.1. Ontwikkelingsscenario s Discipline mobiliteit en afgeleide disciplines - In het MER moet verduidelijkt worden met welke toekomstige ontwikkelingen reeds rekening werd gehouden in het verkeersmodel bij het berekenen van de referentiesituatie 2025. Indien met bepaalde ontwikkelingen geen rekening gehouden werd in het verkeersmodel, dan dient dat verduidelijkt en kwalitatief besproken te worden. Overige disciplines Indien er relevante ontwikkelingsscenario s zijn voor de overige disciplines, dan dienen deze beschreven te worden ter aanvulling van de referentiesituatie. De toetsing van de milieueffecten moet in het project-mer dan niet enkel gebeuren tegenover de referentiesituatie, maar ook t.o.v. dit (deze) ontwikkelingsscenario( s). Wanneer er tijdens het opstellen van het project-mer nieuwe ontwikkelingsscenario s naar voor zouden komen dan deze die momenteel gekend zijn, moeten deze toegevoegd worden aan het afwegingskader. De dienst Mer vraagt om bij de beschrijving van de bestaande toestand en milieueffecten, als aanvulling op de volledig verklaarde kennisgeving, voldoende aandacht te besteden aan het volgende: Relevant voor alle disciplines: De effecten van milderende maatregelen die voorgesteld worden binnen één bepaalde discipline dienen -indien relevant geacht- beoordeeld te worden binnen de andere disciplines. Zo zal bvb. een verhoogde ligging een effect hebben op landschap, een geluidsscherm een effect hebben op landschap, een verzonken ligging een effect hebben op water, een verhoogde ligging een effect hebben op geluid enzovoort. Dit dient overzichtelijk in beeld gebracht te worden in het MER. Het is nodig dat duidelijk onderbouwd wordt dat de referentiesituatie gebaseerd is op de meest actuele intensiteiten (februari 2015) én alle geplande verkeerskundige en ruimtelijke ontwikkelingen incorporeert. 5

Met betrekking tot de discipline mobiliteit: De doorrekeningen met het verkeersmodel dienen te gebeuren voor het referentiejaar 2025. de bestaande toestand de referentiesituatie 1 voor 2025 de referentiesituatie 2 voor 2025 mét realisatie van de ZO omleidingsweg de geplande toestand 1 (i.e. refsit 2025 + NO omleidingsweg) de geplande toestand 2 (i.e. refsit 2025 + ZO omleidingsweg + NO omleidingsweg) o mét knip spoorwegbrug en link naar Moerenpoort o zonder knip spoorwegbrug en link naar Moerenpoort Met betrekking tot de discipline lucht: Het studiegebied dient overeen te komen met het gebied waar verkeerswijzigingen optreden ten opzichte de referentiesituatie ( zonder project). Zowel de positieve als negatieve effecten naar luchtkwaliteit dienen beoordeeld te worden. In dit kader kan verwezen worden naar de omschrijving van het studiegebied Mobiliteit en wordt voorgesteld om dit studiegebied voor lucht toe te passen. Bij de beoordeling van luchtkwaliteit dient echter gefocust te worden op de gemodelleerde luchtkwaliteit in de nabije omgeving van deze wegen met aandacht voor de woonzones/-gebieden langs deze wegen. De referentiesituatie is de situatie zonder project. Voor de bestaande toestand ( jaartal 2013) kan ook verwezen worden naar de ATMOSYS-kaarten (http://atmosys.eu/faces/services-annual-maps.jsp) i.p.v. het geoloket. Ook voor PM2.5 (jaargemiddelde) is een kaart beschikbaar naast NO2 ( jaargemiddelde) en PM10 (aantal overschrijdingen van de daggrenswaarde + jaargemiddelde). Deze ATMOSYS kaarten geven een meer gedetailleerd beeld weer van de huidige luchtkwaliteit in de omgeving van wegen dan de kaarten van het geoloket, met de nuance dat streetcanyon-effecten (ten gevolge van bebouwing) hierbij niet in rekening worden gebracht. Er dient getoetst te worden aan de streefwaarde van PM2.5 van 20 µg/m³ voor PM2.5 voor de referentietoestand (2025,) en geplande situatie ( met project 2025). Voor de modelberekeningen zal gebruik gemaakt worden van achtergrondconcentraties en emissiefactoren overeenkomstig het jaar 2015. Gevraagd wordt om de parameters voor CAR en IFDM-traffic beknopt (als bijlage) te bespreken. Ook dient aangegeven te worden op welke manier de bruto gemodelleerde verkeersgegevens komende uit het verkeersmodel van Tongeren werden bewerkt naar input voor de luchtkwaliteitsmodellen. De beoordeling van het project voor discipline lucht dient te gebeuren per wegvak/straat. Zoals aangegeven in de kennisgeving zal zowel het CAR-Vlaanderen als het IFDM-traffic model toegepast moeten worden. De beoordeling moet bestaan uit volgende voornaamste stappen: o In eerste plaats dient nagegaan te worden of de huidige MKN reeds 80% wordt ingenomen in het studiegebied. o Vervolgens dient de impact van het project beoordeeld te worden a.d.h.v. de berekende bijdrage van project in 2025= basisproject (2025)- referentietoestand (2025)). De berekende bijdrage (%) per weg dient getoetst te worden aan het significantiekader Lucht ( tabel 9-6). 6

In stedelijke MER s dient de achtergrondconcentratie van PM2,5 ook afgetoetst te worden aan 15, 2 µg/m3 (Gemiddelde Blootstellingsindex) Met betrekking tot de discipline bodem: Bij de effectbespreking, met name de bodemgesteldheid, dient ook de profielontwikkeling besproken te worden. Deze kan van belang zijn bij het maken van de afweging van de impact op waardevolle bodems en voor de link naar de impactanalyse op archeologie. In de kennisgeving wordt aangegeven dat profielwijziging in reeds vergraven gronden als niet significant wordt beschouwd. Het kan duiden op een oudere antropogene invloed. Hier dient rekening mee te worden gehouden. Met betrekking tot de discipline landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie: In de uitvoeringsfase dient voor werfverkeer en werforganisatie vernoemd te worden dat er impact kan zijn op archeologisch erfgoed. Verduidelijkt dient ook te worden, welk effect dat is. In de kennisgeving wordt gesproken van een tijdelijk effect op archeologie. Dit is niet juist. Er is sprake van een effect of niet. Met betrekking tot de discipline mens-ruimtelijke aspecten: Er dient rekening gehouden te worden met het aanwezige ziekenhuis (AZ Vesalius) ten aanzien van de evaluatie van de hinder en gezondheidseffecten van geluid en lucht 6. Leemten in de kennis Het MER zal opgave doen van de leemten in kennis die tijdens het uitvoeren van het onderzoek werden vastgesteld. Deze zijn opgedeeld naar aard van de leemte waarbij dan onderscheid gemaakt wordt tussen leemten m.b.t. het project, m.b.t. inventarisatie en aangaande methode en inzicht. Het MER zal ook aangeven hoe met deze leemten is omgegaan en hoe zij kunnen doorwerken naar de besluitvorming. 7. Monitoring en evaluatie Het MER zal per discipline/thema eventueel opvolgingsmaatregelen voorstellen, bijvoorbeeld vanuit de vergunningsreglementering of vanuit de leemte(n) in de kennis. 8. Integratie en eindsynthese Het MER zal in een afzonderlijk deel een discipline overschrijdende, leesbare samenvatting bevatten over de verwachte gevolgen voor het milieu en hoe en in welke mate de voorgestelde maatregelen deze kunnen milderen. De milderende maatregelen die voorgesteld worden vanuit 7

verschillende disciplines zullen discipline-overschrijdend t.a.v. elkaar afgewogen worden. Bij de milderende maatregelen zal in de mate van het mogelijke aangegeven worden waar deze zullen/kunnen doorwerken. Deze synthese zal aangeven of het project een voor het milieu haalbaar project is of welke maatregelen nodig zijn om het project haalbaar te maken. 9. Tewerkstelling, investering en gebruikte materialen In dit hoofdstuk zal het rapport aangeven welke de verwachte tewerkstellings- en investeringseffecten zijn van de voorgenomen activiteit. In dit hoofdstuk zal tevens worden aangegeven welke materialen (aard en hoeveelheid) er voor dit project zullen worden gebruikt, indien dit nog niet beschreven werd bij de projectbeschrijving. 10. Niet-technische samenvatting De niet-technische samenvatting zal een afzonderlijk leesbaar deel van het rapport vormen, dat de essentie van de overige delen beknopt en correct weergeeft. De tekst moet zodanig geschreven zijn dat hij begrijpelijk is voor een gemiddelde lezer. Figuren of kaarten dienen ter ondersteuning van de tekst in deze samenvatting te zijn opgenomen. Bij het schrijven van de niet-technische samenvatting kan gebruik gemaakt worden van de handleiding niet-technische samenvatting zoals gepubliceerd op www.mervlaanderen.be. Deze niet-technische samenvatting zal in het project-mer als afzonderlijk hoofdstuk opgenomen ofwel als afzonderlijk document opgesteld worden en zal tevens in digitale vorm aangeleverd worden. De dienst Mer vraagt ook om op het voorblad van de niet-technische samenvatting de handtekeningen van alle deskundigen op te nemen. 11. Vorm van het MER Met betrekking tot de vorm en presentatie vraagt de dienst Mer: - recent kaartmateriaal te gebruiken, telkens voorzien van een duidelijke bronvermelding, schaalaanduiding, noordpijl en legende. Waar mogelijk dienen de grenzen van het terrein duidelijk aangegeven te zijn en dient door het kaartmateriaal ook duidelijk te zijn welke de omringende activiteiten/bedrijven zijn; - achtergrondinformatie in de bijlagen op te nemen; - na te gaan of de in de kennisgeving vermelde gegevensbronnen, die bij de realisatie van het MER zullen worden gebruikt, nog steeds de meest actuele zijn; - een verklarende woordenlijst, afkortingenlijst en literatuurlijst bij het rapport op te nemen; - te waken over de afstemming tussen de tekst van het eigenlijke MER en de niet-technische samenvatting; - de ingediende eindversies van het rapport en de niet-technische samenvatting door de initiatiefnemer, de coördinator en alle deskundigen te laten ondertekenen; 8

- Het definitieve project-mer evenals de niet technische samenvatting wordt digitaal aan de dienst Mer bezorgd. 12. Goedkeuring team van erkende MER-deskundigen Zoals voorgesteld in de volledig verklaarde kennisgeving worden volgende disciplines in het project-mer opgesteld door een erkend MER-deskundige: mens mobiliteit, geluid en trillingen, lucht, bodem, grondwater, oppervlaktewater, fauna & flora, landschap, bouwkundig erfgoed & archeologie, en mens sociaal-organisatorische aspecten. Het team van deskundigen werd op de richtlijnenvergadering van 1 oktober 2015 gewijzigd. Ann Van Wauwe treedt op als coördinator en neemt de disciplines bodem, oppervlaktewater en landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie voor haar rekening. Het gewijzigde team van deskundigen wordt goedgekeurd. Wijzigingen aan het team van deskundigen in de loop van het m.e.r. moeten gemeld worden aan de dienst Mer. De beslissing over deze wijzigingen zal per brief meegedeeld worden aan de initiatiefnemer. Tenslotte wordt aanbevolen tijdens het opstellen van het MER contact te houden met de dienst Mer en met de overige instanties, in het bijzonder in functie van de verwerking van hun adviezen in het MER. Digitaal getekend Door Paul Van Snick Algemeen directeur Afdelingshoofd Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid 9

Bijlage Er werden 9 unieke inspraakreacties ingediend tijdens de terinzagelegging. Lijst met de instanties die gereageerd hebben (schriftelijk/op vergadering), incl. verontschuldigden, die verder betrokken worden in de verdere procedure: Stadsbestuur Tongeren Departement LNE Maastrichterstraat 10 Afdeling Milieuvergunningen Limburg 3700 Tongeren VAC Koningin Astridlaan 50 bus 5 3500 Hasselt Onroerend Erfgoed Limburg VAC Koningin Astridlaan 50 3500 Hasselt bus 1 Ruimte Vlaanderen Afdeling Gebieden en Projecten t.a.v. het afdelingshoofd Phoenixgebouw Koning Albert II-laan 19 bus 11 Departement Afdeling Duurzame Limburg VAC Koningin Astridlaan Landbouw en Visserij Landbouwontwikkeling 50 bus 6 Agentschap Wegen Afdeling t.a.v. ir. Barbara Olympiadenlaan 10 en Verkeer Wegenbouwkunde Vanhooreweder Departement MOW t.a.v. Filip Boelaert, secretaris-generaal Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert IIlaan 20 bus 2 De Lijn Limburg T.a.v. de heer Paul Smeets Grote Breemstraat 4 3500 Hasselt 1000 Brussel Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid Afdeling Toezicht Volksgezondheid Limburg VAC Koningin Astridlaan 3500 Hasselt 50 bus 7 VMM Afdeling Operationeel Waterbeheer t.a.v. Bram Vogels Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20 bus 16 Fluxys Infoworks Kunstlaan 31 1040 Brussel Infrabel t.a.v. dhr. Marc Dienst I-I.54 sectie 57 Frankrijkstraat 85 1060 Brussel Waeyenbergh ANB Limburg VAC Koningin Astridlaan 50 3500 Hasselt bus 5 1210 Brussel 3500 Hasselt 1140 Brussel 1000 Brussel Lijst met de instanties die niet gereageerd hebben: Provinciebestuur Limburg Departement LNE Departement LNE Directie Ruimte Afdeling Lucht, Hinder, Risicobeheer, Milieu en Gezondheid Afdeling Land en Bodembescherming, Ondergrond, Natuurlijke Rijkdommen T.a.v. de heer Frank Vranken Dienst Lucht en Klimaat Dienst Land en Bodembescherming Bestuursdirecteur Universiteitslaan 1 3500 Hasselt Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20, bus 8 Koning Albert II-laan 20 bus 20 1000 Brussel 1000 Brussel 10