gemeente Eindhoven Dienst Werk, Zorg en Inkomen Raadsbijlage nummer 4r Inboeknummer oa Tooooga Beslisdatum BikW ss februari 2002 Dossiernummer sog.6o4 Raadsbijlage Voorstel inzake de Agenda voor de toekomst 1 Inleiding In het najaar van 2000 is door de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de VNG een intentieverklaring ondertekend voor een gezamenlijke agenda voor de toekomst. In de loop van 2001 zijn deze bestuurlijke afspraken nader uitgewerkt voor de G4 en de G26. Er zijn afspraken gemaakt over de uitstroom uit de Abw, het realiseren van de sluitende aanpak, het opzetten van dienstverlening voor nieuwe klantgroepen, maar ook over zaken als fraudebeleid, handhaving en kinderopvang. Het ministerie heeft zich er daarbij op vastgelegd een groot aantal initiatieven financieel te ondersteunen, alsmede een aantal dereg uleringsvoorstellen te willen bezien met betrekking tot de Abw en de Wet inschakeling werkzoekenden (WIW). De inzet van de minister is gericht op een daling van het clientenbestand van de Abw van 109o per jaar. De G26 hebben gezamenlijk op voortvarende wijze invulling gegeven aan de invulling van de bestuurlijke afspraken tussen VNG en het ministerie. Namens de G26-gemeenten heeft de burgemeester van Eindhoven de bestuurlijke afspraken tussen de G26 en het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid bekrachtigd. De vervolgstap is dat per gemeente bestuurlijke afspraken gemaakt worden om de gezamenlijke intenties te verwezenlijken. De dienst Werk, Zorg en Inkomen heeft ten behoeve van de vastlegging van de afspraken een Plan van aanpak opgesteld, waarin de voornemens van de gemeente in verwoord zijn. De term Plan van aanpak is door het ministerie zo gewenst, omdat men geen contracten wil sluiten. 2 Probleemstelling Ten behoeve van de uitwerking van de Agenda voor de toekomst is een Plan van aanpak voor de gemeente Eindhoven. De gemeenteraad dient het Plan van aanpak te accorderen. 3 Maatschappelijke effecten en het meetpunt voor succes De gemeente maakt met het ministerie afspraken over de inspanning die in de periode 2002-2004 geleverd moet gaan worden ten behoeve van de activering en reintegratie van Abw-clienten. Daarnaast bevat de Agenda voor de toekomst afspraken
(f 2.550,ÃćâĆňâĂİ ); Raadsbijlage nummer 4r % ++ over de aanpak van dienstverlening aan niet-uitkeringsgerechtigde werkzoekenden. Aan deze inspanningen zit ook een resultaat verbonden en van het resultaat afhankelijke financiering. De Agenda voor de toekomst is een succes geweest als de afspraken die gemaakt worden gerealiseerd zijn. Dit is concreet meetbaar via de Abw-bestandsomvang, het aantal trajecten dat is ingezet en gegevens met betrekking tot handhaving. 4 Wijze van aanpak/oplossingsrichting De bestuurlijke afspraken tussen de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de G26 worden per gemeente in de vorm van een beschikking vastgelegd waarin: enerzijds de taakstelling voor wat betreft het aantal trajecten en doelstelling ten aanzien van de uitstroom naar (gesubsidieerd) werk is vastgelegd; anderzijds de tegenprestatie in rijksmiddelen ten behoeve van de kosten van casemanagement, intensivering kinderopvang en financiele bijdragen voor specifieke projecten en experimenten. De algemene uitwerking van de G26 bevat een aantal onderdelen: het streven naar een sluitende aanpak voor de nieuwe instroom in de Abw per 1 januari 2002; het streven om uiterlijk 31 december 2002 voor alle huidige Abw-clienten te hebben vastgesteld wat het ontwikkelings-, activerings- en/of uitstroomperspectief is; evenredige deelname aan de sluitende keten voor reintegratie voor werkloze etnische minderheden, bijvoorbeeld via duale trajecten (combitrajecten taal en re integratieactiviteiten); uiterlijk 31 december 2002 een sluitende keten van participatie, dienstverlening en werk voor nieuwe klantgroepen, te weten de niet-uitkeringsgerechtigde werkzoekenden en de Anw-gerechtigden; de positieve uitstroom uit de WIW-dienstbetrekkingen dient in 2002 tenminste 30%o te bedragen van de na 1 januari 1998 ingestroomde WIW-ers; de gemeenten ontvangen van het Rijk een extra bijdrage aan de intensivering van de kinderopvang; alle gemeenten voeren een herijking van hun armoedebeleid uit, om te bezien in hoeverre het beleid bijdraagt aan activering en participatie; gemeenten verplichten zich in het jaarlijks op te stellen Uitvoeringsbeleidsplan kwantitatieve en kwalitatieve doelstellingen op te nemen ten aanzien van hoogwaardige handhaving; een taakstelling voor het aantal te realiseren trajecten gericht op activering, reintegratie of zorg. Aan dit aantal trajecten is een resultaatverplichting in de vorm van uitstroom naar (gesubsidieerde) arbeid verbonden van 409o per 31 december 2006 en tussentijds van 23% ultimo 2004; een bijdrage in de uitvoeringskosten van casemanagement van 61150,ÃćâĆňâĂİ
Raadsbij lage nummer het opstellen van een dereguleringsagenda ten aanzien van de regeling rond werk en inkomen; experimenten die in de periode 2001-2004 kunnen worden uitgevoerd; erkennen van het belang van clientenparticipatie, blijkend uit een gemeentelijk beleid terzake. Bovenstaande punten worden uitgewerkt in een Eindhovens Plan van aanpak, waarin wordt geschetst van waar de gemeente is gekomen naar de huidige situatie en op welke manier in de komende jaren invulling gegeven wordt aan de afspraken in het kader van de Agenda voor de toekomst. Op basis van het Plan van aanpak stelt het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een beschikking op, waar het Plan van aanpak deel van uit maakt. De projecten en experimenten kunnen op een later tijdstip nog nader worden ingevuld. De huidige paragraaf omvat een aanzet. Later dienen deze projecten nader worden uitgewerkt. 5 Financiele gevolgen en risico s Door het maken van afspraken met de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid dient de gemeente een aantal prestaties te leveren en resultaten te behalen. Daartegenover staat dat de gemeente een tegemoetkoming tegemoet kan zien op een aantal punten. De meest concrete is op dit moment de bijdrage in de uitvoeringskosten van casemanagement. In een eerder stadium heeft de gemeenteraad van Eindhoven het besluit genomen om bij de dienst Werk, Zorg en Inkomen casemanagement in te voeren. De uitvoeringskosten die hiermee gemoeid gaan, worden gedekt uit deze rijksbijdrage. De rijksbijdrage bedraagt 6 1150,ÃćâĆňâĂİ per traject. Dit bedrag wordt voor de helft afgerekend op basis van de start van een traject en voor de helft op basis van het resultaat van een traject. In totaal kan de bijdrage voor Eindhoven, uitgaande van 4.400 trajecten oplopen tot 6 5.060.000,ÃćâĆňâĂİ bij het behalen van een uitstroomresultaat in van 40%o de trajecten, oplopend tot 6 6.325.000,ÃćâĆňâĂİ als er 5.500 trajecten worden gestart, en tot 409o uitstroomresultaat leiden. 6 Overige gevolgen van de aanpak Niet van toepassing. 7 Resultaten van overleg / inspraak De uitwerking van de agenda voor de toekomst heeft gezamenlijk door de 626 plaatsgevonden. De gemeente Eindhoven heeft een grote rol gespeeld in de onderhandelingen met het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
Raadsbijlage nummer px 8 Communicatie De Agenda voor de toekomst is voor de dienst Werk, Zorg en Inkomen aanleiding voor intensieve interne en externe communicatie. Allereerst betreft het communicatie over de agenda en de afspraken van de dienst Werk, Zorg en Inkomen met de minister van Sociale Zaken en Werkgelegendheid in het Eindhovense Plan van aanpak. Interne communicatie met als doel onder meer medewerkers die de agenda en het plan tot uitvoer brengen, bewust te maken van het kader van (nieuwe) activiteiten en instrumenten, de samenhang tussen in- en externe ontwikkelingen en hun bijdrage aan succesvolle realisatie. De dienst Werk, Zorg en Inkomen wil ook dat (potentiele) clienten en intermediairs op de hoogte zijn van de agenda en het Eindhovense Plan van aanpak, voorzover voor hen van toepassing. Het gaat er niet om dat de verschillende concepten SUWI, sluitende aanpak, hoogwaardige handhaving, casemanagement, armoedebeleid, dienstverleningsconcept bekend zijn. Het is van groter belang dat clienten op de hoogte zijn van de consequenties voor hen: plichten en rechten. Clienten moeten immers in staat zijn afspraken (bijvoorbeeld inspanningsafspraken) na te komen en dat tonen, maar zij moeten ook op de hoogte zijn van het dienstenaanbod van de dienst Werk, Zorg en Inkomen en daar gebruik van maken. Dit vraagt om inhoudelijke en instrumentele herziening van voorlichtingsactiviteiten in brede zin, waarbij persoonlijke communicatie van de casemanager met de client ondersteund wordt met schriftelijke, visuele en digitale communicatiemiddelen. De dienst Werk, Zorg en Inkomen onderscheidt naast genoemde communicatie over de agenda voor de toekomst en de afspraken met de minister, communicatie over de verschillende experimenten en projecten. Voor alle experimenten en projecten worden afzonderlijke communicatieplannen opgesteld en waar van toepassing afgestemd met betrokken gemeentelijke diensten, intermediaire organisaties en werkgevers. 9 Advisering raadscommissie(s) De commissie voor sociale en economische zaken hebben wij over dit voorstel gehoord. De meerderheid van de commissie gaat akkoord met het voorstel.
Raadsbijlage nummer er Een minderheid behoudt haar stem voor tot raadsbehandeling, onder andere in verband met de onduidelijke consequenties bij het wel of niet halen van het uitstroomresultaat van 409o. Haar positief advies ligt voor u ter inzage. Een ontwerpbesluit bieden wij u hierbij ter vaststelling aan. Surgemeester en wethouders van Eindhoven, R. Welschen, burgemeester. G. Kok-Mol, loco-secretaris.
Raadabijlage nummer qz Besluit De raad van de gemeente Eindhoven; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 25 februari 2002, nr. 41; gelet op het advies van de commissie voor sociale en economische zaken; besluit: 1 akkoord te gaan met de uitwerking van de Agenda voor de toekomst, zoals deze door de G26 en de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is overeengekomen; 2 akkoord te gaan met de gemeentelijke uitwerking van de Agenda voor de toekomst, en het college te mandateren de afspraken met de minister te ondertekenen; 3 het college van burgemeester en wethouders te mandateren tot het nader uitwerken van de experimenten en projecten die worden genoemd in de gemeentelijke uitwerking. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 11 maart 2002. R. Welschen, voorzitter. C. Tetteroo, secretaris. 8502.AvdT.doc.def