PT b. Projectplan Spoedlocaties Versie 6

Vergelijkbare documenten
Projectplan Ondergrond versie

Convenant bodem en ondergrond

Convenant Bodem en Bedrijfsleven 2015

Speerpunten Doel Actie/uitwerking Wanneer Wie Dekking kosten /financiering Vanuit zowel het provinciale (landelijke) als lokale bodembeleid

Midterm Review Opdrachtgever: Ontwikkeld door: Stuurgroep Bodem Uitvoeringsprogramma Bodemconvenant

THEMA VISITATIES POKB 2016

INFOBLAD IMPULS LOKAAL BODEMBEHEER 2012

Convenant Bodem en Bedrijfsleven 2015

Projectplan: Wijziging Wet en regelgeving transitie bodembeleid

Verbreding bodem -ruimte, water, groen grijs, rood Platform Overheid en kwaliteit Bodembeheer Provincies 25 nov 2010

UP bijeenkomst Aanpassing Wbb. Peter Kiela

Naar een transitieplan voor de ondergrond Plan van aanpak

Bijlage 1. Kader inventarisatie spoedlocaties (verspreidingsrisico s) Wet bodembescherming.

SAMEN ANDERS Transitie ProRail B.V. naar zbo

Monitoring convenant Bodem en ondergrond - Voortgang saneringsopgave 2016

Plan van Aanpak Format. Pilot functiecreatie gemeente/provincie SW bedrijf

Nationaal programma Regionale Energie Strategieën (NP RES) Samen aan de slag voor het klimaat

Onderwijshuisvestingsbeleid gemeente Utrecht. Onderzoeksplan

De werkgroep ziet ook voor 2011 de volgende opdracht voor zichzelf:

Aantal locaties bodemverontreiniging, inventarisatie medio 2012

Bestuurlijke programmaopdrachten Regio Groningen-Assen

Invoering Omgevingswet

Normen en decentraal maatwerk. Kansen voor bodem in de omgevingswet. Michiel Gadella Ordenen en faciliteren gebruik bodem

Energiemanagementsysteem

ALGEMENE VERGADERING. Relevante kaders - Waterwet - Verordening voor de Fysieke Leefomgeving Flevoland (VFL) Lelystad, 21 maart 2013

Traject Tilburg. Aanvragers: Gemeente Tilburg. Adviseur: Monique Postma, Alleato, CMO-net

Procesvoorstel vervolg social impact contract Feyenoord City (SIC FC)

Implementatieplan interactief beleid

Plan van aanpak Centrum Jeugd en Gezin BMWE-gemeenten Februari 2010

Energiemanagement actieplan. Baggerbedrijf West Friesland

Werkwijze Cogo abcdefgh. Cogo publicatienr Ad Graafland Paul Schepers. 3 maart Rijkswaterstaat

REGIONAAL AMBITIEDOCUMENT Kop van Noord-Holland

Bodem in de Omgevingswet

Grondwater in de omgevingsvisie

Onderwerp: Risico inventarisatie project rwzi Utrecht Nummer: Dit onderwerp wordt geagendeerd ter kennisneming ter consultering ter advisering

Bodembeleid met de omgevingswet en het nieuwe bodemconvenant

Informele raadsbijeenkomst over de risico s van de 3 decentralisaties in het sociaal domein. Heerenveen, 17 oktober 2013

Terugblik en tussenstand Regionale Energietransitie Opbrengst terugblik projectgroep op 18 oktober 2018 t.b.v. PHO+ op 21 november

Vervolg en gebiedsproces WBP 5

Energiemanagement actieplan. Van Schoonhoven Infra BV

Verbinden van onder- en bovengrond

Rondweg-Oost N233 Maatregelen treden 3 Um 5 Ladder van Verdaas

Programmaplan regionale werkgeversbenadering Haaglanden

Bijlage II - Het spoorboekje kwaliteit: De BIG-8 stap voor stap. Inleiding

PLAN VAN AANPAK FINANCIELE PARTICIPATIE EN GEBIEDSFONDS WINDPARK NIJ HIDDUM HOUW

Nulmeting regionale brandweer Zuidoost-Brabant taakinhoudelijk deel (taakvervulling volgens PVPP)

Bijlage. Vooraf: algemeen uitgangspunt

WELKOM BIJ DE GEPRESENTEERD DOOR:

Hard Gras. Projectplan. actief en betrokken. dewolden.nl. Projectplan Hard Gras gemeente De Wolden 1

Samenvatting projectplan Versterking bevolkingszorg

OMGEVINGSCONVENANT. Handreiking. Juli In opdracht van BrabantAdvies opgesteld door: Esma Mekrani, student Juridische Hogeschool Avans-Fontys

Projectplan Monitor bevordering arbeidsparticipatie ( )

Datum: Informerend. Datum: Adviserend. 15 februari 10 mei 6 juli 2017

PROJECTPLAN Proeftuin AWBZ naar Wmo

P & R Naar een gezamenlijke strategie Projectplan

Toelichting bij de vragen uit de Veranderplanner. 1. Verkennen van het probleem

Actieplan Duurzame Inzetbaarheid

Bijlage 1. Plan van aanpak omgevingsplan voor het buitengebied.

7. Samenwerking t.b.v. infrastructuur exameninstrumenten

Achtergrond. Probleemstelling

Onderzoeksprotocol Rekenkamer West-Brabant

BOSATEX bodemsanering textielreiniging

Doorontwikkeling ondersteuningsplan

Projectplan 'Lelystad Hoogbegaafd' Pilot arrangement meer- en hoogbegaafde leerlingen primair onderwijs Lelystad

Uitvoeringsprogramma samenwerking in de waterketen

Energiemanagement actieplan. Koninklijke Bammens

Gebiedsgericht Grondwater Beheer: het kan nu! Arne Alphenaar Regiobijeenkomst Kansrijke gebieden Zwolle 17 mei 2011

Verkenning (stedelijk) grondwaterbeheer

Functieprofiel: Projectleider Functiecode: 0302

* * Mededeling. Financien. Geachte Staten,

Plan van aanpak aanvulling Regionale bedrijventerreinenstrategie Holland Rijnland in verband met aansluiting gemeenten in de Rijnstreek

Grondwater en ondergrond: een afweging waard!

Werkplan Centrum XL 2015/2016

De rol van de gemeente is het stellen van beleidskaders en het benoemen van de gewenste maatschappelijke effecten, welke de gemeenteraad vast stelt.

I INLEIDING 3 II KORTE TERUGBLIK 2013 EN III DOELEN, FUNCTIES EN ACTIVITEITEN IV FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013/2014 EN BEGROTING

Bodem in balans. Een evaluatie van de organisatie van de uitvoering van het Convenant Bodemontwikkelingsbeleid en aanpak spoedlocaties

VAN GROOT SANEREN NAAR NAZORG BEHEREN. Bruno van Dunné - Ted de Jong - Bosatex Ad Bakermans - Bodemcentrum Henri Schouten - Bodemontzorgorganisatie

FRYSLÂN FOAR DE WYN. Plan van aanpak. Finale versie, 14 november 2013

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van H.W.H. Groenendijk (PVV) (d.d. 11 februari 2016) Nummer Aan de leden van Provinciale Staten

Informatieavond bodemsanering Dorpsweg Maartensdijk

A-5 Toekomst Regionale Samenwerking Portefeuillehouder Bestuurlijke Toekomst Mathijs Triou

Plan van Aanpak regiovisie en vorming AMHK Zeeland

categorie/agendanr. stuknr. B. en W RA A 9 05/879 Concern Afd: B&F Steller: Oosterhoff (685554)

Plan van aanpak om te komen tot een regionaal specialistisch team in de Regio Lekstroom

Gemeentelijk Verkeer en Vervoer Plan

ECFD/U Lbr. 15/001

Drechtsteden Alliantie. De laatste stand van zaken Juli 2016

Samenvatting werkplan 2018 Leren implementeren

DAP Toepassing in de Praktijk

Het plan van aanpak, een hele klus

MELDINGENFORMULIER NADER ONDERZOEK EN/OF SANERINGSPLAN

REGIONAAL AMBITIEDOCUMENT Kop van Noord-Holland

Energiemanagementsysteem. Van de Kreeke Beheer BV en Habets-van de Kreeke Holding BV

Uitvoeringsprogramma Bodem en Ondergrond

Voorbeeld projectplan

Functieprofiel Projectleider Functieprofiel titel Functiecode 00

Routekaart eerste fase schoolbestuurlijk onderzoek Scholen voor Morgen en gemeentelijke onderzoek juni 2017 tot en met december 2017.

Referentie: Toelichting:

Onderzoeksopzet. Armoedebeleid

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Transcriptie:

Projectplan Spoedlocaties Versie 6 PT-100527-4b Uitvoeringsprogramma bodemconvenant: transitie naar een bodemontwikkelingsbeleid In 2015 is het speelveld van de bodemsector fundamenteel anders. Duurzaam gebruik van de ondergrond staat centraal. De kansen die de ondergrond biedt worden benut, met bescherming van de intrinsieke waarden en eigenschappen van de ondergrond. Integraliteit is uitgangspunt. Dit betekent benutting als onderdeel van ruimtelijke ontwikkeling en gekoppeld met andere maatschappelijke opgaven zoals op het terrein van klimaat, energie, (grond)water en economische ontwikkeling, waarbij de verschillende functies optimaal zijn afgestemd. De nodige kennis hiervoor is voorhanden en ontsloten. Bodemsanering los van ruimtelijke ontwikkeling is verleden tijd. Decentrale overheden zijn primair verantwoordelijk. Het rijk stuurt minder en er is minder overheidsgeld beschikbaar. Het uitvoeringsprogramma van het convenant bodemontwikkelingsbeleid is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de betrokken overheden en beoogt deze transitie naar 2015 te stimuleren door verschillende projecten uit te voeren: het project ondergronds ruimtegebruik, gericht op de transitie naar een duurzaam gebruik van de ondergrond, waarbij tevens specifiek aandacht wordt besteed aan de uitvoering van de rijksbeleidsvisie duurzaam gebruik ondergrond, de kennisagenda/ innovatie en de winning van duurzame energie, in het bijzonder warmte-koude opslag; het project spoedlocaties, erop gericht in 2015 spoedlocaties zo veel mogelijk gesaneerd dan wel beheerst te hebben; het project gebiedsgericht grondwaterbeheer, gericht op het vestigen en inrichten van gebiedsgericht grondwaterbeheer, onder meer als een volwaardige oplossing voor de aanpak en beheersing van grootschalige grondwaterverontreiniging; het project wijziging wet- en regelgeving transitie bodembeleid, gericht op het totstandbrengen van weten regelgeving, nodig voor de transitie naar een bodemontwikkelingsbeleid in 2015; het project midterm review, waarmee in het najaar van 2011 kan worden bepaald of de partijen voldoende op schema liggen wat betreft het behalen van de ambities uit het convenant. Daarnaast is er een communicatietraject, voor het gezamenlijk ontwikkelen en realiseren van het nieuwe beleid is goede communicatie immers belangrijk. Ook wordt gericht aandacht besteed aan de cultuurverandering die bij deze transitie cruciaal is. Dit projectplan geeft invulling aan het thema spoedlocaties uit het convenant ten behoeve van de convenantpartijen, en bakent de werkzaamheden van de werkgroep af. Probleemstelling In het convenant zijn afspraken gemaakt over het behalen van de doelstellingen. Om deze doelstellingen (makkelijker) te kunnen halen dienen voor alle convenantpartijen een aantal problemen opgelost te worden. Genoemd kunnen worden: Het volgen van de landelijke voortgang verloopt moeizaam, er is op landelijk niveau geen eenduidig beeld van de huidige stand van zaken rond spoedlocaties. Hierdoor ontbreekt inzicht of de 2015 doelstellingen haalbaar zijn en of er bijsturing (door de bevoegde overheden nodig is; 1

Om te komen tot adequate (oa financiële) afspraken tussen het rijk en de bevoegde overheden is eenduidigheid ten aanzien van informatie en aanpak wenselijk; Een aantal (mogelijke) knelpunten in de uitvoering (juridisch, financieel, onderzoekstechnisch, organisatorisch) bemoeilijken de voortgang van de identificatie, en de aanpak; Van locaties die (zijn) over(ge)gaan naar het regime van de waterwet zijn een aantal zaken (o.a kostenaspecten) onvoldoende in beeld, deze dienen de komende tijd nader te worden ingevuld met de Unie van Waterschappen en DGW (groeimodel); De aandacht lijkt vooralsnog meer te liggen op de lijsten en onderzoek, en minder op vervolgacties. Hierdoor komen deze vervolgacties (mogelijk) onnodig onder tijdsdruk en daarmee dus het behalen van de doelstellingen in gevaar; Verbredingskansen worden onvoldoende benut vanwege het ontbreken van een doeltreffende strategie. Doelstelling project spoedlocaties Het project spoedlocaties is erop gericht het in 2015 gesaneerd dan wel beheerst hebben van de humane spoedlocaties. Daarnaast geldt als doelstelling dat de bevoegde overheden uiterlijk 31-12-2015 een overzicht gereed hebben van de spoedlocaties waar sprake is van ecologische en verspreidingsrisico s, waarbij gestreefd wordt deze risico s tenminste beheerst te hebben. Om dit te bereiken zijn in het convenant de volgende mijlpalen benoemd: 31-12- 2010: Overzichtslijst humane risico s (incl. maatregelen). 31-12-2011: Midtermreview, waarin o.a. informatie wordt aangeleverd over de haalbaarheid van de doelstellingen van het convenant, en eerste verkenning van de lijst die eind 2015 dient te worden aangeleverd. De primaire verantwoordelijkheid voor het behalen van de doelstellingen van het convenant inzake spoedlocaties blijft vanzelfsprekend bij de betreffende bevoegde overheden. De werkgroep verricht acties en ontwikkelt producten gericht op het bereiken van de doelstellingen en streeft daarbij naar eenduidigheid in rapportage en aanpak. De werkgroep is hiervoor verantwoordelijk en afrekenbaar. Er worden ook producten ontwikkeld die de aanpak van de spoedlocaties ondersteunen (het beheersen van de de risico s in 2015). De keuze voor het gebruik van deze producten ligt bij de bevoegde overheden zelf. Voor de exacte omschrijving van de hoofd en subdoelen wordt verwezen naar het Convenant (artikelen 7.1-7.10 & 9.3, bijlage). De mate van bruikbaarheid van de werkgroep producten wordt geëvalueerd. Randvoorwaarden voor succes voor het thema spoedlocaties Organisatorisch Op de eerste plaats wordt gewezen op de randvoorwaarden voor succes voor de uitvoering van het convenant, zoals geformuleerd in het doorstartdocument, geaccordeerd door de stuurgroep op 6 april 2010. Verder gelden specifiek voor het project spoedlocaties als randvoorwaarden: Korte en heldere communicatielijnen tussen werkgroep en achterban, en werkgroep en de diverse betrokken gremia; De inhoudelijke discussies rondom spoedlocaties vinden centraal in en via de werkgroep plaats; Actieve samenwerking met de waterschappen zowel binnen de werkgroep als op decentraal niveau; Het (kunnen) identificeren en signaleren van knelpunten, zodat de werkgroep zich tijdig kan bezighouden met het formuleren van oplossingen, dan wel elders afspraken kunnen worden gemaakt over bijstelling van doelen. 2

Een effectieve samenwerking (oa kennisuitwisseling) tussen en gedragen door de decentrale overheden Inhoudelijk: Specifiek wordt opgemerkt dat de informatie zo uniform en verifieerbaar mogelijk wordt ontsloten: de ligging van de locatie, de karakterisatie van spoed, de aard en veroorzaking van de verontreiniging, de status van het onderzoek, de kosten van beheer en/of sanering inclusief nazorg, wie deze kosten draagt en hoe realistisch/haalbaar die bijdrage is en de genomen maatregelen moeten daartoe op een eenduidige en complete wijze worden vastgelegd door (bij voorkeur in de bodeminformatiesystemen van) de bevoegde overheden. De benodigde informatie moet op de 2010 en 2011 benoemde mijlpalen beschikbaar zijn, waarbij opgemerkt wordt dat de aan te leveren gegevens tbv de 2010 doelstelling beperkt van aard zijn (oa locatielijst en maatregelen) en welke gegevens in 2010 en 2011 precies dienen te worden aangeleverd door de werkgroep zal worden onderzocht. Om te kunnen faciliteren en om te voorkomen dat reeds bestuurlijk vastgestelde lijsten moeten worden bijgesteld, is het wenselijk dat de werkgroep deze informatie eerder heeft. De werkgroep checkt gedurende het traject regelmatig de voortgang. De controle van de aangeleverde 2011 lijst wordt bij een onafhankelijke partij neergelegd. Deze controle zal overigens meer het karakter van een expertjudgment dan van een accountantscontrole hebben. Het gaat om een globale controle en niet van een gedetailleerde toetsing op locatieniveau. Beslispunt 1 stemt de stuurgroep in met deze onafhankelijke controle door een externe partij? Producten en realisatiedatum Ten aanzien van de producten kan worden opgemerkt dat dit een groeidocument is. Product Realisatiedatum Trekker Versnellingsprotocol Afgerond Enquête stand van zaken spoedlocaties 01-06-2010 Werkgroep Spoed Eenduidig format voor lijst van spoedeisende locaties 2010 Art 7.1 convenant, dataset, handreiking 15-09-2010 Werkgroep Spoed ism Werkgroep Mtr. Inventarisatie kansen en knelpunten wetgeving Nog afstemmen met wg Wet en regelgeving Art 7.7, 8.1 convenant, rapportage 15-9-2010 Werkgroep wet en regelgeving ism overig Werkgroepen Handreiking aanpak waterbodemverontreiniging door DG Water, Nader in te Nader in te vullen Art 7.10, convenant, handreiking vullen Kennisuitwisseling via - Regiobijeenkomsten, twee-drie per jaar vanaf 1-6-2010 - Website (groeidocument) 01-10-2010 Werkgroep Spoed (ism communicatie) Transitie/verbreding/samenwerking, bijeenkomst, website UP Eenduidig format voor lijst van spoedeisende locaties 2011 Art 8.1 convenant, dataset, handreiking Communicatiestrategie (humane) risico s - handreiking - website, groeimodel Art 7.1 convenant (indirect), oa handreiking en website Overzicht humane spoedlocaties 31-12-2010 Werkgroep Spoed ism Werkgroep Mtr Werkgroep Spoed 15-09-2010 15-09-2010 31-12-2010 Werkgroep Spoed Art 7.1 convenant, rapportage Voortgang aanpak spoedlocaties, eenvoudige meting Per kwartaal na Werkgroep Spoed ism 3

Art 7.1, 7.2, 7.3, 7.4 convenant, rapportage 1-1-2011 Werkgroep Mtr Irt Voortgang (deel)projecten (tav spoed: periodieke stand van Per kwartaal na Alle werkgroepen zaken) 1-10-2010 Art 7.3, 7.7, 8.2 convenant, rapportage Handreiking duiding convenantafspraken rondom waterwet, o.a. identificatie locaties die een gevaar op kunnen leveren voor de waterkwaliteitsdoelstellingen Art 6.3.1,7.5, 7.8, 7.9, convenant, handreiking Tussenproduct criteria opstellen voor afbakening land en water door DGW Art 7.8 rapportage Nader inzoomen op kostenaspecten, bijv. -omvangrijke locaties, ism gebiedsgericht beheer - scenario s - niet draagkrachtige seb saneringen Mogelijk 1-3- 2011, mogelijk 1-6-2011 Werkgroep Spoed ism UvW, en ev. DGW Relatie met handreiking aanpak waterbodem Werkgroep Spoed ism Werkgroep gebiedsgericht beheer en Werkgroep wet en regelgeving (nog nader invullen) Art 6.2.1, 6.2.3,7.7 convenant, onderzoeksrapport Product: strategie en transitie, bijv. -Verkenning verbreding spoedlocaties andere convenantthema s (incl. ontwikkelen strategieën, participatie derden, lichte juridische toets ) - communicatiespoor voor de beoogde transitie binnen spoed 1-8-2011 Werkgroep Spoed Art 7.7 convenant, handreiking, div. bijeenkomsten Overzicht na 2015 resterende locaties Art 7.6, 8.1 convenant, rapportage Overzicht locaties die overgaan naar de Waterwet 2014 Art 7.8, 8.1, 9.1a convenant, rapportage Voorstel projectplan Spoedlocaties voor de periode 2012-2015 Art 7.2, 7.5, 7.7, 7,8, 7.9 convenant, rapportage Oktober 2011 Oktober 2011 Oktober 2011 Werkgroep Spoed ism Werkgroep Mtr Werkgroep Spoed, ism UvW, DGW Werkgroep Mtr ondersteunt hierbij Werkgroep Spoed Organisatiestructuur, werkwijze en sturing Structuur en werkwijze De werkgroep bestaat uit vertegenwoordigers van de decentrale overheden. Indien gewenst wordt gezorgd voor tijdelijke aansluiting van vertegenwoordigers van de overige convenantpartners. Maandelijks wordt vergaderd. De vergaderdata worden afgestemd op andere relevante overlegstructuren. De producten worden uitgewerkt in subwerkgroepen. Zonodig wordt onder de decentrale overheden expertise gezocht voor de ondersteuning Inhuur van betaalde adviseurs wordt tot een minimum beperkt. Inhoudelijke discussies rondom spoedlocaties vinden centraal en via de werkgroep plaats. Sturing Met de vaststelling van het doorstartdocument en het projectplan door het Programmateam en de Stuurgroep is de verantwoordelijkheid van de werkgroep voor de vastgestelde producten evident. De besluiten vinden plaats in de werkgroep, de WEB en BOOG vertegenwoordigers in de werkgroep hebben vooraf mandaat gekregen om dit te mogen doen. Dit geldt ook voor eventuele vertegenwoordigers van andere convenantpartners. 4

De eindproducten voor zover van strategisch belang - worden door de programmadirecteur ter accordering ingebracht in het Programmateam en de Stuurgroep. In onderstaande figuur is dit geschematiseerd: OVERIGE (CONVENANT) WERKGROEPEN STUURGROEP Accorderen 3 afstemming WERKGROEP SPOED - Bestaande uit: vertegenwoordigers decentrale overheden, WEB en BOOG - Overleg circa 1x per maand - Tijdelijke subwerkgroepen Accorderen 1 PROJECTTEAM Accorderen 2 PRODUCT Stelt op subwerkgroep Indien nodig externe expertise PROJECTPLAN Gedefinieerde producten, gebaseerd op convenant en actualiteit Urenplanning + kosten Het projectplan is een groeidocument, waardoor de planning en kosten lastig in te schatten zijn. Urenplanning Voor de projectleider en secretaris spoedlocaties is de planning: 200 dagen, tot november 2011. Voor de werkgroepleden ca. 35 dagen tot november 2011. i. Voorbereiding en deelname aan werkgroepoverleg. 18 dagen tot november 2011. ii. Ontwikkelen producten (6 handreikingen en 8 rapportages, zie tabel), er wordt uitgegaan van 25 dagen per handreiking en 10 dagen voor een rapportage, in totaal ca 230 dagen. Er wordt vanuit gegaan dat het evenredig verdeeld wordt over de 15 werkgroepleden. iii. PM nog niet benoemde te ontwikkelen producten. Beslispunt 2 stemt de stuurgroep in met de beoogde omvang van minimaal 15 werkgroepleden? Dit gezien de grote hoeveelheid producten voor de werkgroep. Projectkosten: Geschat wordt dat tot november 2011 140 000 nodig is, verdeeld over middelen en producten: a) Producten waarvan reeds bekend is dat er kosten worden gemaakt: Organiseren bijeenkomsten en overleggen, waarbij overigens zoveel mogelijk gebruik wordt gemaakt van de faciliteiten bij Agentschapnl, en het aansluiten bij overige platforms Het ontwikkelen van een communicatiestrategie rondom humane risico s Beoordeling overzichten MTR oktober 2011, door extern bureau De kosten worden geraamd op 90 000 5

b) Producten waarbij mogelijk inhuur van expertise nodig is. De insteek is dat het merendeel van het werk wordt gedaan door de werkgroep. De volgende producten worden verwacht: Monitoren voortgang Kostenaspecten saneringsmaatregelen, advies inwinnen, te denken valt aan het ontwikkelen van scenario s. Verbredingsthema s uitwerken samen met andere werkgroepen, oa gebiedsgerichtbeheer Producten tav strategie en transitie De kosten worden geschat op 50 000 Beslispunt 3 stemt de stuurgroep in met de begrote projectkosten van 140 000? Communicatie Voor de algemene communicatie wordt verwezen naar het algemene communicatieplan. Kernelementen communicatie project Spoedlocaties Kernelementen in de communicatie tussen werkgroep en de omgeving zijn: Input De projectleider is centraal aanspreekpunt voor zowel de communicatie binnen als buiten de werkgroep. Indien bredere consultatie nodig is, organiseert de werkgroep de input via de decentrale overheden. Output Stukken vastgesteld door de werkgroep worden verspreid naar de contactpersonen bij de bevoegde overheden, en in CC naar WEB en BOOG en andere gremia via de daarvoor met hen af te spreken route. De werkgroep heeft één vaste contactpersoon per bevoegd gezag, die verantwoordelijk is voor het doorgeleiden van de stukken naar zijn eigen interne organisatie. Deze stukken worden op de website van het uitvoeringsprogramma geplaatst, evenals overige relevante informatie over het project. Met de Unie van waterschappen wordt bekeken wat de meest effectieve wijze van communiceren is met hun achterban. Inhoudelijke communicatie Speciaal aandachtpunt is er voor de communicatie rondom humane risico s richting burger en bestuurder. Dit om te voorkomen dat er onrust bij de bodemgebruikers ontstaan en/of er onvoldoende bestuurlijke voeding is voor de juiste afweging. Samenwerking en afbakening met andere projecten, positionering binnen het uitvoeringsprogramma. Binnen het Uitvoeringsprogramma wordt actief gezocht naar mogelijkheden voor verdere samenwerking en/of procesversnelling binnen de verschillende thema s. Binnen het thema spoedlocaties wordt daarbij in ieder geval invulling gegeven aan sanering van spoedlocaties via gebiedsgericht grondwaterbeheer (artikelen 6.2.1. en 6.2.3), en signalering van kansen en knelpunten in de uitvoering en deze door te geleiden naar het deelproject wet- en regelgeving. Met de projectleider van het thema ondergrond (o.a artikel 6.3.1.) zullen de raakvlakken worden verkend. Projectleiders en secretarissen zijn onderdeel van het projectteam en daarmee is samenwerking geborgd. 6