Achillespeesverlenging. Volgens de Gastroc slide methode

Vergelijkbare documenten
Achillespeesverlenging. Volgens de Gastroc slide methode

Nabehandeling voorvoetoperatie. Zonder gips

Voet- of enkeloperatie

Een voet- of enkeloperatie. (met gipsbehandeling)

De enkelprothese. Meer informatie of vragen. Colofon. Uitgave van de afdeling Communicatie, i.s.m. het orthopediecentrum. Mei Bestelcode

Voet- of enkeloperatie. met gipsnabehandeling

Nabehandeling voorvoetoperatie. Met gips

Operatie aan de achtervoet

Operatie aan de achtervoet. triple artrodese talonaviculaire artrodese subtalaire artodese

Zenuwbeklemming tussen de tenen. Mortons Neuroom

De enkelartrodese. Het vastzetten van het enkelgewricht

Nabehandeling voorvoetoperatie. Zonder gips

Laterale clavicula resectie. Operatie aan de schouder

Verwijderen osteosynthesemateriaal Knie, onderbeen, voet, heup en rug

De cuffrepair. (Operatie om de cuff te herstellen)

Scopische neerplastiek. Kijkoperatie van de schouder

Artroscopie van de schouder. kijkoperatie

Artrodese MTP1. Het vastzetten van het grote teengewricht

Zenuwbeklemming tussen de tenen. Mortons Neuroom

Vastzetten van enkelgewricht. Enkelartrodese

Leefregels en adviezen na opname

Standsverandering onderbeen. Tibiakop osteotomie

Scheefstand van de grote teen

Artroscopie van de knie. Kijkoperatie

Kromstand grote teen Hallux Valgus Operatie, Chevronmethode

Hallux valgus. Scheefstand van de grote teen. Orthopedie

Kromstand en stijfheid grote teen hallux valgus et rigidus Arthrodese operatie

Heupoperatie. De Pandakplastiek

Hallux rigidus. Orthopedie. alle aandacht

Inleiding 3. De enkel en enkelprothese 3. De operatie 4. Risico s van de operatie 4. Na de operatie 6. Ontslag 7. Leefregels na ontslag 7.

Leefregels na ontslag. Na een dagopname

Artroscopisch hechten van de meniscus

Inleiding 3. Informatiebijeenkomst 3. App en portal Knieprothese 3. Operatie 4. Risico s van de operatie 4. Na de operatie 5.

Vastzetten van het polsgewricht. Polsartrodese

Hallux rigidus. (artrose van de grote teen) Orthopedie

Carpaal Tunnel Syndroom. Operatie

Verplaatsen knieschijf pees en herstel binnenste knieschijfband bij voorste knie pijn en instabiliteit

Scheefstand van de grote teen. Hallux Valgus operatie volgens de chevron- of scarfmethode

Herstellen schouderspieren met operatie. Cuffrepair

Herstellen schouderspieren met operatie. Cuffrepair

MTP 1 arthrodese (vastzetten grote teen)

Standscorrectie grote teen

Behandeling verdikking achillespees. Achillespeestendinose

Leefregels na ontslag. Na een klinische opname

Hallux valgus correctie

Delta schouderprothese

Tuberositas transpositie

Vastzetten van grote teen gewricht. Artrodese MTP1

Hallux valgus. Scheefstand van de grote teen. Orthopedie

Correctie van de stand van de nek. Cervicale columnotomie

Revisie knieprothese

Kijkoperatie heup. Heupartroscopie

Kijkoperatie van de schouder. arthroscopie

Scheefstand van de grote teen. Hallux Valgus operatie volgens chevron-methode

Revisie heupprothese bij infectie. Two stage en One stage operatie

Anatomische schouderprothese

Vervangen polsgewricht. Polsprothese

Oefeningen na Totale Schouderprothese

Achillespees- of kuitspierverlenging

Carpaal tunnel syndroom (CTS)

Brede rugspier verleggen met operatie i.v.m. gescheurde pezen in schouder. Latissiumus Dorsi transpositie

Osteotomieën. Standveranderingen rondom de knie

De schouderprothese. Meer informatie of vragen

Decompressie / Herniotomie

Rugoperatie. Meer informatie of vragen. Uitgave van de afdeling Communicatie, i.s.m. het orthopediecentrum. Colofon. Maart 2012

Operatie aan het gewrichtskapsel van het schoudergewricht. Capsular shift

Orthopedie. Enkelprothese

H Arthroscopie (kijkoperatie) van de enkel

Heupoperatie. Peri-acetabulaire osteotomie en triple osteotomie van het bekken

Operatie om stand van het been te veranderen

Stabiele of instabiele wervelfractuur

Haglundse exostose. Een goedaardige zwelling van het bot

Heupoperatie. Peri-acetabulaire osteotomie en triple osteotomie van het bekken

Kniedistractie. Gewrichtssparende behandeling bij artrose

Maatschap Orthopedie. Voorste kruisband reconstructie

Hallux Valgus (scheefstaande grote teen)

De unicompartimentele knieprothese

Tuberositas transpositie

Inhoud. Inleiding 3. Acute Zorgpoli 3. Controle 3. Duur van het herstel 3. Adviezen tot controle 4. Oefeningen tot controle 5

De behandeling De behandeling van een enkelfractuur hangt af van de plek waar de breuk zit en hoe de botdelen ten opzichte van elkaar staan.

Stabiliserende operatie van schoudergewricht. Latarjet operatie

Operatie van instabiele schouder. Kapselplastiek

Scheur van uw achillespees Achillespeesruptuur

Oefeningen na schouderscopie. Oefeninstructies voor patiënten

Correctie van de stand van de rug

Anatomische schouderprothese

Behandeling van Hielpijn. Fasciitis plantaris

Kniedistractie. Gewrichtssparende behandeling bij artrose

PATIËNTEN INFORMATIE. Dogear correctie. Polikliniek Plastische Chirurgie

Anatomische schouderprothese

Adviezen voor patiënten na een totale heupoperatie

Rode Kruis ziekenhuis. Patiënteninformatie. Hallux valgus (Scheefstand van de grote teen) rkz.nl

Gebroken enkel (Enkelfractuur)

Ontslagadviezen orthopedie na opname op de afdeling dagbehandeling

Orthopedie. Enkelartrodese of triple artrodese

Voorvoetreconstructie Correctie hamertenen

Verwijderen van de sternumdraden

Achillespees. Behandeling bij een te korte achillespees

Blokkade van de zenuwwortel

Operatie aan de nekwervels via de hals. Ventrale cervicale spondylodese

Transcriptie:

Achillespeesverlenging Volgens de Gastroc slide methode

Inhoudsopgave Inleiding 3 De gastroc slide 3 Voorbereiding op de operatie 3 Opname 4 Operatie 4 Medicijnen 5 Na de operatie 5 Controle 6 Revalidatie 7 Hervatten van activiteiten 9 Complicaties 9 Vragen 10 Het Voetenteam 11 Sint Maartenskliniek 13 2

Inleiding Deze operatie volgens de gastroc slide methode verlengt een gedeelte van de kuitspier (de gastrocnemius). Het doel hiervan is om uw voet beter te laten afwikkelen, oftewel een betere loopbeweging te maken. Om de wond en de kuitspier goed te laten genezen, krijgt u direct na de operatie een loopgips. De gastroc slide De gastroc slide is het verlengen van de lange kuitspier. De kuitspier bestaat uit een korte en een lange kuitspier. De lange kuitspier begint boven de knie, en mondt uit in de achillespees. De korte kuitspier begint vanaf de achterkant van het onderbeen, en mondt ook uit in de achillespees. De lange kuitspier heet in medische termen de musculus gastrocnemius. De voorbereiding op de operatie Musculus gastrocnemius Het preoperatieve onderzoek Enkele weken voor de operatie komt u op de polikliniek voor het preoperatieve onderzoek. U heeft dan een gesprek met de anesthesioloog over de verdoving, met de opnamearts over uw medische achtergrond en zo nodig met de orthopedisch chirurg over de operatie. U spreekt de orthopedisch consulent over de nazorg en zo nodig wordt u gezien door de internist. Elleboogkrukken Wij verzoeken u bij opname elleboogkrukken mee te nemen. Deze zijn te verkrijgen bij de Thuiszorg. Natuurlijk kunt u ze ook lenen van familie of vrienden. Het is belangrijk dat u voor de opname bij de fysiotherapeut heeft geoefend met deze krukken, zodat u na de operatie zo snel mogelijk mobiel bent. Een verwijzing hiervoor krijgt u bij het preoperatieve onderzoek mee. Let op! De doppen aan de onderzijde van de krukken moeten van goede kwaliteit zijn. 3

Nuchterbeleid Tijdens de operatie moet u nuchter zijn. Een lege maag is belangrijk om de risico s van de narcose zo klein mogelijk te houden. Voor informatie over de regels die gelden bij het nuchterbeleid verwijzen we u naar de folder Verpleegafdeling Orthopedie. Roken Roken vertraagt de wond- en botgenezing. Om complicaties te voorkomen, raden wij u sterk aan om voor de operatie te stoppen met roken. Scheren en nagels knippen Om de kans op infectie te verkleinen, mag u vanaf 1 week voor de operatie het betreffende been niet scheren en de nagels van de betreffende voet niet knippen. De opname U wordt opgenomen in op de afdeling orthopedie van de Sint Maartenskliniek. Het moment van opname en de duur van de opname hangt af van uw leeftijd, conditie, voorgeschiedenis en thuissituatie. De gemiddelde opnameduur is meestal 2 dagen. U heeft een dag voor de operatie óf op de operatiedag zelf op de verpleegafdeling, een gesprek met de verpleegkundige. Tijdens dit gesprek krijgt u informatie over de gang van zaken op de afdeling en rond de operatie. Lees voor meer informatie over de opname de folder Verpleegafdeling orthopedie. De operatie De operatie geschiedt in de meeste gevallen onder een verdoving van het te opereren onderbeen, eventueel gecombineerd met een lichte slaap. Deze methode geeft een goede pijnstilling na de operatie en minder bijwerkingen zoals misselijkheid en braken ten opzichte van een algehele narcose. 4

De orthopedisch chirurg maakt een snee aan de aan de binnenzijde van het onderbeen, net onder het dikste deel van de kuit. Het peesblad van de gastrocnemius (de lange kuitspier) wordt tijdens de operatie losgemaakt van de pees. De achillespees wordt hierdoor relatief wat langer. In het loopgips groeit de pees op de nieuwe plek vast. Dit loopgips blijft 2 weken zitten. Medicijnen Bloedverdunnende middelen Na de operatie begint u met het toedienen van bloedverdunnende middelen, door middel van injecties. Bloedverdunnende middelen gaan de vorming van stolsels (trombose) in de bloedvaten tegen. U blijft deze injecties toedienen totdat het loopgips er af gaat. Instructies hiervoor ontvangt u van de verpleegkundige. Pijnstilling Het is belangrijk dat u geen of zo min mogelijk pijn heeft na de operatie en gedurende het herstel. Op de afdeling wordt voor goede pijnstilling gezorgd. Thuis kunt u, indien nodig, paracetamol 500 mg gebruiken: 4 keer per dag 2 tabletten, innemen op regelmatige tijden. Mocht dit niet afdoende zijn, dan kunt u contact opnemen met de orthopedisch consulenten. Als u geen pijn meer heeft, maar wel pijnstillers gebruikt, moet u de pijnmedicijnen afbouwen. Het langst blijft u doorgaan met paracetamol. Voor vragen kunt u contact opnemen met de orthopedieconsulenten. Na de operatie Direct na de operatie wordt op de operatieafdeling een loopgips aangelegd. Met dit loopgips gaat u naar huis. Met het onderbeenloopgips kunt u, op geleide van de pijn, met kleine pasjes lopen en staan. Het is normaal dat u deze belasting langzaam moet opbouwen. Zodra u merkt dat de voet en been dikker worden, of u voelt stekende pijnen in de enkel, moet u het rustiger aan doen. U zult merken dat u in de loop van deze weken steeds meer kan doen. Het gipsverband mag niet nat worden. Voor het douchen kunt u op de gipskamer een speciale hoes kopen. 5

Zwelling van het been Het is belangrijk uw onderbeen zoveel mogelijk hoog te houden, dit vermindert zwelling. Vooral in de eerste week na de operatie zal het onderbeen pijnlijk worden en gaan kloppen als u deze naar beneden houdt. U zult merken dat dit na de eerste week steeds minder wordt. Het kan echter nog 3 maanden duren voordat dit verdwenen is. Het rustig aanspannen van de kuitspieren en het bewegen van de tenen helpt om de voet niet teveel te laten zwellen, de kracht in de achillespees te behouden, en de kans op trombose te verminderen. Herhaal deze oefening steeds enige malen, zonder uzelf te forceren. Infectie van de wond Als na ontslag uit het ziekenhuis tekenen van infectie ontstaan (toenemende pijn, toenemende zwelling, roodheid en koorts), neem dan altijd contact op met de gipskamer. Bij klachten die te maken hebben met de gipsspalk kunt u ook direct contact opnemen met de gipskamer. De contactgegevens van de gipskamer vindt u op uw ontslagformulier. Controle Twee weken na operatie Het loopgips wordt na twee weken verwijderd op de gipskamer. U kunt nu weer gaan lopen op een normale schoen, met een maximale hakhoogte van 1 cm. Er wordt op de gipskamer een nachtspalk gemaakt, die u de komende 4 weken iedere nacht aan doet. Het doel hiervan is om de voet recht te houden tijdens uw slaap. nachtspalk Vanaf nu start u met lichte oefeningen om de pees lang te houden. Vanaf 6 weken na de operatie kunt u starten met oefeningen om de kracht in de kuitspier te vergroten. Dit doet u samen met de fysiotherapeut. 6 weken na de operatie U komt weer terug op de polikliniek ter controle van de stand van de voet en de lengte van de kuitspier. 6

14-19 weken na de operatie U komt weer terug op de polikliniek ter controle van de stand van de voet en de lengte van de kuitspier. Alles op een rij: Na de operatie: loopgips Na 2 weken: verwijderen loopgips en nachtspalk wordt gemaakt. Na 6 weken: controle op de polikliniek en start met fysiotherapie. Na 14-19 weken: controle op de polikliniek. Revalidatie Zodra uw loopgips verwijderd is en u een gewone platte schoen draagt, begint u met revalideren. U gaat uw been in toenemende mate belasten, zodat deze sterker wordt. Dit doet u in uw eigen tempo. Pijn en klachten Het is normaal dat u na de operatie niet meteen vrij van pijn en klachten bent. Hoe lang dat gaat duren, is van allerlei factoren afhankelijk en is voor iedereen anders. Wat u zelf kunt doen Massage van het litteken: Voor een soepel litteken is het belangrijk om het litteken op uw kuit 2 keer per dag te masseren met (baby of massage)olie. Fysiotherapie Voor een zo optimaal mogelijk resultaat van de operatieve behandeling wordt fysiotherapie in de thuissituatie geadviseerd. Door middel van oefeningen dient de belasting geleidelijk opgebouwd te worden. De eerste 4 weken (na de gipsbehandeling) start u thuis met het doen van oefeningen. Na 6 weken gaat u oefenen met de fysiotherapeut. Hieronder staat globaal het tijdspad weergegeven. De fysiotherapeut thuis zal dit programma aanpassen aan uw persoonlijke situatie. Het revalidatieproces begint nadat het gips verwijderd is. U krijgt dan een nachtspalk voor 4 weken om de neutrale stand van de voet te behouden. 7

0-2 weken: o Bewegen van de tenen o Belast lopen in loopgips Oefening Beweeglijkheid enkel 1. Oefening beweeglijkheid enkel 2. Rekoefening 3. Rekoefening 4. Rekoefening 2 weken na operatie: o Lopen op goede stevige schoenen o Beweeglijkheid enkel (zie afbeelding 1 en 2). o Rekoefeningen (zie afbeelding 1 en 2). o Stabiliteitsoefeningen o Verbeteren looppatroon o Fietsen op een hometrainer, met lichte weerstand, 5 minuten. Dit mag u opbouwen op geleide van de mate van reactiviteit. 6 weken postoperatief: o Opbouw in rekoefeningen(zie afbeelding 3 en 4) o Opbouw krachttraining( zie afbeelding 3 en 4) o Verbeteren algehele conditie o Uiteindelijk oefeningen uitbreiden richting sport 8

Hervatten van activiteiten Douchen: Fietsen: Het onderbeenloopgips mag niet nat worden. Ter bescherming zijn er speciale douchehoezen te koop bij de thuiszorgwinkel. Zodra u veilig op- en af kunt stappen. Dit mag ook met het onderbeenloopgips, mits u een noodstop kan maken en goed met de gezonde voet op de grond kan steunen. Doorgaans betekent dit dat het zadel lager staat. Zwemmen: Nadat de wond is gesloten. Autorijden: Zodra u weer goed kunt lopen en zeker bent dat u de pedalen met de geopereerde voet goed kunt bedienen. Autorijden met gips wordt ontraden vanwege de sterk verminderde controle over de pedalen. Verzekeringsmaatschappijen keren bij schade niet uit als u gips of de walker draagt. Belangrijk is dat u voldoende kracht en snelheid heeft om te kunnen remmen. Zittend werk: Staand werk: Zodra u voldoende mobiel bent om naar uw werk te gaan en u het been lang genoeg naar beneden kunt houden. Zodra lopen en staan geen probleem vormen, u voldoende mobiel bent om naar uw werk te gaan en u het been lang genoeg naar beneden kunt houden. Sport: Sporten kan als u merkt dat de geopereerde voet sterker wordt, niet meer pijnlijk is en minder dik. Het been is dan sterk genoeg om vele sporten te beoefenen, op geleide van de pijnklachten. Om te sporten moet u pijnvrij kunnen lopen. U kunt met loopgips al fietsen op de hometrainer in een laag verzet. Complicaties Complicaties zijn onbedoelde, maar doorgaans niet te voorkomen effecten na een operatie. Circa 10-15% van de mensen krijgt met complicaties te maken. Wij geven u hierbij een overzicht van de meest 9

voorkomende complicaties bij voetoperaties. U kunt complicaties zelf helpen voorkomen door niet te roken. Roken vertraagt de wond- en botgenezing. Wondinfectie De meeste kans bestaat er op een wondinfectie of genezingsprobleem. Uiteindelijk geneest dit wel, maar het vertraagt de totale genezingsduur behoorlijk. De verwachte termijn van genezing, zoals vermeld in deze folder, klopt dan niet meer. Gekneusde zenuwtakjes Tijdens de operatie kunnen er zenuwtakjes van de huid geraakt of gekneusd worden. Dan ervaart u een dof of tintelend gevoel van de huid. Dit wordt doorgaans in de loop van de tijd minder. Zenuwweefsel doet er een jaar over om te genezen. Na een jaar weet u dus pas wat voor soort gevoel u overhoudt in het been/voet. In 5% van de gevallen is er blijvend zenuwletsel. Slechte doorbloeding Het is belangrijk dat de doorbloeding van uw voet goed is. Dit wordt uiteraard voor de operatie beoordeeld, maar toch kan het voorkomen dat door de extreme verandering voor en na de operatie, de doorbloeding in gevaar komt. U kunt de doorbloeding thuis ook in de gaten houden. De teen moet er ongeveer dezelfde kleur en temperatuur hebben als de nietgeopereerde tenen; dat wil zeggen roze van kleur en een normale temperatuur. Als u in de teen knijpt, moet de witte huid die daarna ontstaat binnen 2-3 seconden weer roze worden. Is dit niet het geval, neemt u dan contact op met de dienstdoende arts. Botinfectie en dystrofie Een diepe botinfectie en dystrofie (heftige pijn al bij aanraking van de huid) zijn ernstige, maar zeldzame complicaties. Om dystrofie te voorkomen is het na de operatie belangrijk dat u weinig pijn heeft. Trombosebeen Ter voorkoming hiervan moet u zolang u gips heeft de bloedverdunnende middelen dagelijks gebruiken. 10

Vragen? Indien u na de operatie nog vragen heeft, kunt u telefonisch contact opnemen met de orthopedisch consulenten (zie achterzijde folder). Ook kunt u vragen stellen tijdens uw bezoeken aan de gipskamer of polikliniek. Vragen die u heeft naar aanleiding van het lezen van de folder kunt u ook stellen tijdens het preoperatieve onderzoek. Het Voetenteam: de Foot and Ankle Reconstruction Unit Op de afdeling orthopedie werken voet- en enkelorthopeden, arts assistenten en een physician assistant (PA). De voet- en enkelorthopeden hebben de eindverantwoordelijkheid over uw behandeling. De physician assistant is een nieuw beroep in de gezondheidszorg. De physician assistant neemt taken over van de orthopedisch chirurg en werkt onder diens supervisie. De physician assistant is speciaal opgeleid op algemeen medisch én specialistisch vlak, in dit geval de voet- en enkelorthopedie. Sint Maartenskliniek De Sint Maartenskliniek is als enige ziekenhuis in Nederland volledig gespecialiseerd in houding en beweging. U kunt op verschillende locaties in het land bij ons terecht voor behandeling van eenvoudige tot zeer complexe aandoeningen op het gebied van orthopedie, reumatologie en revalidatie na ziekte, een ongeval of hersenletsel. Doordat we ons volledig richten op aandoeningen aan het houding- en bewegingssysteem is onze ervaring en kennis groot. We staan dan ook bekend als een vooraanstaand ziekenhuis dat in de behandeling gebruik maakt van de laatste inzichten. Op onze onderzoeksafdeling ontwikkelen we nieuwe behandelmethoden en doen we onderzoek naar het effect ervan. Bij de Sint Maartenskliniek staat de patiënt centraal. U wordt persoonlijk benaderd, deskundig begeleid en kunt rekenen op onze uitgebreide voorzieningen. Wij staan klaar om u gastvrij te ontvangen. Voor meer informatie over onze behandelingen en een overzicht van al onze behandellocaties, kunt u terecht op onze website www.maartenskliniek.nl. 11

Meer informatie of vragen Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de orthopedisch consulenten van de Sint Maartenskliniek via telefoonnummer (0348) 427 786. Colofon Uitgave van de afdeling Communicatie, i.s.m. afdeling Orthopedie Februari 2016 Bestelcode 001608224 Bezoekadres Polanerbaan 2, 3447 GN Woerden Postadres Postbus 8000, 3440 JD Woerden Telefoon (0348) 42 78 00 Internet www.maartenskliniek.nl