1.2.3 Trappen van vergelijking 20

Vergelijkbare documenten
Taalbeschouwelijke termen bao so 2010

Inhoud. Inleiding 15. Deel 1 Spelling 18

Visuele Leerlijn Taal

Visuele Leerlijn Spelling

Compacte taalgids Nederlands (basis en gevorderd) les- en werkboek

Inhoud. 1 Spelling 5. Noordhoff Uitgevers bv

2 Правописание Spelling 11 Hoofdletters en kleine letters 11 Klinkers na de sisklanken ж, ч, ш, щ / г, к, х / ц 12 Interpunctie 12

NEDERLANDS HELDER EN CORRECT

Benodigde voorkennis taal verkennen groep 5

Studiewijzer TaalCompetent

Inhoud. 1 Spelling 10

De bovenkamer. Josée Coenen. een kleurrijke grammatica van het Nederlands. colofon

Overzicht toetsen en oefeningen Grammatica I. Grammatica I

Samenvatting Nederlands Cursus spellen (hoofdstuk 1 + 2)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

De bovenkamer. Het gebruik van De bovenkamer bij Taal actief. Josée Coenen. een kleurrijke grammatica van het Nederlands

Naam: Mijn doelenboekje. Grammatica. Werelden - Eilanden - Dorpen 5 / 6 / 7 / 8.

1 Spelling en uitspraak

Online cursus spelling en grammatica

Kernwoord Uitleg Voorbeeld

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Over dit boek 13 1 Zinsbouw

6,3. Samenvatting door L woorden 12 november keer beoordeeld. Nederlands. 1. Werkwoordspelling. Persoonsvorm

Inleiding 7. Deel 1 BASISVAARDIGHEDEN SPELLING 9

PIT HAVO-2 +HAVO/VWO Onderdeel: Spelling H1 en H2 Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

als iets niet letterlijk is bedoeld.

Samenvatting Nederlands NL Spelling 1 t/m 12

π (spreek uit uiltje ): hulpwerkwoorden of modale hulpwerkwoorden 46

Grammaticaboekje NL. Om een beeld te krijgen van de inhoud: De inhoudsopgave, een paar onderwerpen en de eerste bladzijde van de trefwoorden.

Woordsoorten. De woorden in een zin kunnen in een bepaalde groep worden ingedeeld. De woordsoort geeft aan tot welke groep een woord behoort.

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

9,6. Samenvatting door een scholier 1001 woorden 26 maart keer beoordeeld. Nederlands

DOELGROEP Grammatica 3F is bedoeld voor leerlingen van havo/vwo en mbo 4. Het programma is geschikt voor zowel allochtone als autochtone leerlingen.

π (spreek uit uiltje ): hulpwerkwoorden of modale hulpwerkwoorden 46

Spelling. 1. Werkwoorden

Les 5 Werkwoorden 22 Les 6 De persoonsvorm van het werkwoord 24 Les 7 De, het, een 26 Les 8 Het meervoud (op -en, -s of - s) 28 Herhalingstoets 2 30

5 Niet meer twijfelen 107 Geweest is/is geweest 107 Vele of velen? 108 Hen/hun/ze 110 U/uw, jou/jouw 111 Als/dan 111 Dat/wat 113 Dat/die 115

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

i n h o u d Inhoud Inleiding

LIJST MET DE MEEST VOORKOMENDE SPELFOUTEN. AcroPDF - A Quality PDF Writer and PDF Converter to create PDF files. To remove the line, buy a license.

OPLEIDINGEN MAATSCHAPPELIJKE ZORG AVENTUS APELDOORN / DEVENTER / ZUTPHEN STUDIEWIJZER

Programma van Inhoud en Toetsing

Taaljournaal Leerlijnenoverzicht - Lezen

Z I N S O N T L E D I N G

Inhoud. 1 Spelling en uitspraak. 2 Grammatica

71 S. instapkaarten taal verkennen 5KM. MALtABERG. QVRre. v;rw>r t. -t.

naamwoord naamwoord 1F enkelvoud van zelfstandig 1F meervoud van zelfstandig 1F zelfstandig naamwoord 1F lidwoord 1F werkwoord 1F samenstelling

instapkaarten taal verkennen

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Onderdeel: LEZEN Docent: RKW Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

Appendix 2 Woordsoorten en fl exiecategorieën

OPLEIDINGEN MAATSCHAPPELIJKE ZORG AVENTUS APELDOORN / DEVENTER STUDIEWIJZER

Woordsoorten. Nederlands. Aanwijzend voornaamwoord. Onderschikkend voegwoord. Persoonlijk voornaamwoord. Betrekkelijk voornaamwoord

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing

Voorwoord 9 Gebruikte afkortingen 10 Overzicht van gebruikte grammaticale termen 11

Inhoud. Over taal. Ontstaan van taal 19. Hoe het Nederlands gegroeid is 40. Een taal leren 22

Jan Heerze. Kortom. Nederlandse grammatica. Walvaboek

BOL / BBL OPLEIDINGEN. (Combi ) VERZORGENDE-IG // MAATSCHAPPELIJKE ZORG AVENTUS APELDOORN / DEVENTER STUDIEWIJZER

Overzicht bereikte eindtermen eerste graad met aanvullende leermethode Taalboost 1

Samenvatting Nederlands Spelling

Dagdeel 2 Werkwoordspelling: t ex-kofschip, vervoegen, werkwoordtijden

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Samenvatting Nederlands Werkwoordspelling

Toetsen juni Wat moet ik leren voor. Frans. Toetsenplanning juni de leerjaar De eik Wellen

Eigen vaardigheid Taal

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

1 keer beoordeeld 4 maart 2018

instapkaarten taal verkennen

DE REFERENTIENIVEAUS. en Taal actief 4

Zinsontleden en woordbenoemen groep 7/8

Lien Vanopstal en Mathias Chlarie

Muiswerk Grammatica I-III is bedoeld om anderstaligen te leren hoe het Nederlands in elkaar zit.

4.1 Wanneer schrijf je een aanbiedingsbrief? Wat is het tekstdoel van een aanbiedingsbrief? Hoe bouw je een aanbiedingsbrief op?

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Ontleden. a) het onderwerp b) het gezegde c) de voorwerpen (lijdend en meewerkend voorwerp, voorzetselvoorwerp) d) de bepalingen

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Hiermee wijs je een speciaal iemand of iets aan. Je begint met de ene zinsstructuur en maakt de zin af in een andere zinsstructuur.

TAALVERZORGING KGT 2 SPORTIEF PERRON 1

Antwoorden Nederlands Ontleding

Onderdeel: Grammatica zinsdelen Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

3 LEERPLANDOELEN. De basisschool stelt zich als streefdoel voor taalbeschouwing:

(werkwoordelijk gezegde)

Uitgebreide basisgrammatica NT2 Jenny van der Toorn-Schutte Boom, Amsterdam

Totaaloverzicht kant-en-klare sjablonen Nederlands Cito spelling 3.0 Cito spelling 2.0 Begrijpend lezen Grammatica Studievaardigheid

Andere werkwoordsvorm (infinitief, voltooid of onvoltooid deelwoord) schrijf je zo simpel mogelijk. Op t- klank = verlengen, d-klank = verlengen.

LESSTOF. Ontleden en Benoemen

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Leestekens 3F. Doelgroepen Leestekens 3F. Omschrijving Leestekens 3F

Iets wat alleen een mens kan. Geheel Deel Mensen Persoon Voorwerp Inhoud Product uitstreek product

Programma van Inhoud en Toetsing

Beknopte grammatica. voor. de cursus. Grieks van het Nieuwe Testament

Sterk in Taal en Spelling

Grammatica 2F. Doelgroepen Grammatica 2F. Omschrijving Grammatica 2F. meewerkend voorwerp. voegwoord alle woordsoorten

1.Taalzee. 2. De zee Hieronder zie je een voorbeeld van hoe een stukje zee er uit kan zien.

Tipboekje. Herman Jozefschool. Groep 8

(ZAKELIJKE) TAALVERZORGING 2 NEDERLANDS

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Een voorbeeldopgave: Ik geef de hond te eten. Wat is de? Een werkwoord, een lidwoord, een zelfstandig

HANDBOEK NEDERLANDS. Mondelinge en schriftelijke taalvaardigheid

Transcriptie:

INHOUD DEEL I Woord voor woord 13 1.1 Zelfstandig naamwoord (substantief) 16 1.1.1 Definitie 16 1.1.2 Soorten 16 1.1.2.1 Soortnaam of eigennaam 16 1.1.2.2 Concrete of abstracte zelfstandige naamwoorden 16 1.1.3 Samenstelling of afleiding 17 1.1.4 Genus 17 / Didactische tip 17 Oefening 1 18 1.2 Bijvoeglijk naamwoord (adjectief) 18 1.2.1 Definitie 19 1.2.2 Soorten 19 1.2.2.1 Attributief bijvoeglijk naamwoord 19 1.2.2.2 Predicatief bijvoeglijk naamwoord 19 1.2.2.3 Zelfstandig bijvoeglijk naamwoord 19 / Didactische tip 19 1.2.3 Trappen van vergelijking 20 / Didactische tip 20 Oefening 2 20 1.3 Werkwoord (verbum) 21 1.3.1 Definitie 21 1.3.2 Soorten 21 1.3.2.1 Zelfstandige werkwoorden, koppelwerkwoorden, hulpwerkwoorden 21 1.3.2.2 Transitieve en intransitieve werkwoorden 22 1.3.3 Tijd 22 / Didactische tip 23 Oefening 3 23 1.4 Telwoord (numerale) 24 1.4.1 Definitie 24 1.4.2 Soorten 24 1.4.2.1 Hoofdtelwoord of rangtelwoord 24 1.4.2.2 Bepaald of onbepaald 25 / Didactische tip 25 Oefening 4 25 1.5 Voornaamwoord (pronomen) 26 1.5.1 Definitie 26 1.5.2 Soorten 26 1.5.2.1 Persoonlijk voornaamwoord 26 De basis_rood.indb 5 23/05/14 09:51

6 DE Basis 1.5.2.2 Wederkerend voornaamwoord 27 1.5.2.3 Wederkerig voornaamwoord 27 1.5.2.4 Bezittelijk voornaamwoord 28 1.5.2.5 Aanwijzend voornaamwoord 28 1.5.2.6 Vragend voornaamwoord 29 1.5.2.7 Uitroepend voornaamwoord 29 1.5.2.8 Betrekkelijk voornaamwoord 29 1.5.2.9 Onbepaald voornaamwoord 30 / Didactische tip 30 Oefening 5 31 1.6 Lidwoord (artikel) 31 1.6.1 Definitie 31 1.6.2 Soorten 32 / Didactische tip 32 Oefening 6 33 1.7 Bijwoord (adverbium) 33 1.7.1 Definitie 34 1.7.2 Soorten 34 1.7.3 Bijwoord of bijvoeglijk naamwoord 34 / Didactische tip 34 Oefening 7 35 1.8 Voorzetsel (prepositie) 36 1.8.1 Definitie 36 1.8.2 Voorzetsel of bijwoord 36 / Didactische tip 37 Oefening 8 38 1.9 Voegwoord (conjunctie) 38 1.9.1 Definitie 39 1.9.2 Soorten 39 / Didactische tip 39 Oefening 9 40 1.10 Tussenwerpsel (interjectie) 40 1.10.1 Definitie 40 1.10.2 Soorten 41 1.10.2.1 Klanknabootsende tussenwerpsels of onomatopeeën 41 1.10.2.2 Emotieve tussenwerpsels 41 1.10.2.3 Situationele tussenwerpsels 41 / Didactische tip 41 Oefening 10 41 DEEL II SPELLING 43 2.1 Klinkt als 46 2.1.1 Klinkers of vocalen 46 2.1.2 Medeklinkers of consonanten 48 2.1.3 Tweeklanken 48 De basis_rood.indb 6 23/05/14 09:51

INHOUD 7 2.1.4 Verenkelen en verdubbelen 48 / Didactische tip 49 Oefening 11 50 Oefening 12 50 2.2 Hoofdletters 51 2.2.1 Begin van de zin 51 2.2.2 Eigennaam soortnaam 51 2.2.3 Persoonsnamen 51 2.2.4 Aardrijkskundige namen 53 2.2.5 Talen 54 2.2.6 Historische gebeurtenissen en feestdagen 54 2.2.7 Tijdperken, stromingen en kalenderaanduidingen 54 2.2.8 Instellingen, organisaties, bedrijven, merken, gebouwen 54 2.2.9 Titels 55 / Didactische tip 55 Oefening 13 55 Oefening 14 56 2.3 Hulptekens (woordtekens) 56 2.3.1 Accent 56 2.3.1.1 Woorden uit het Frans 56 2.3.1.2 Klemtoonteken 57 2.3.1.3 Uitspraakteken 57 Oefening 15 57 2.3.2 Trema 58 2.3.2.1 Twee klinkerletters 58 2.3.2.2 Drie of meer klinkerletters 59 2.3.2.3 Umlaut 59 Oefening 16 59 Oefening 17 59 2.3.3 Koppelteken of aan elkaar? 60 2.3.3.1 Aan elkaar 60 2.3.3.2 Koppelteken 60 Oefening 18 62 2.3.4 Apostrof 62 2.3.4.1 Meervoud en bezitsvorm 62 2.3.4.2 Weglatingsteken 63 2.3.4.3 Cijfer- en letterwoorden 63 / Didactische tip 63 Oefening 19 63 2.4 Tussenletters 64 2.4.1 Tussenletter -e of -en 64 2.4.2 Tussenletter -s 65 / Didactische tip 65 Oefening 20 65 Oefening 21 66 2.5 Afkortingen 66 2.5.1 Symbolen 66 De basis_rood.indb 7 23/05/14 09:51

8 DE Basis 2.5.2 Afkortingen 67 2.5.3 Initiaalwoorden 67 2.5.4 Letterwoorden 67 2.5.5 Verkortingen 68 / Didactische tip 68 Oefening 22 68 2.6 Telwoorden 69 2.6.1 Getallen tot en met duizend 69 2.6.2 Breukgetallen 70 2.6.3 Combinatie van getallen met andere woorden 70 / Didactische tip 70 Oefening 23 71 2.7 Verkleinwoorden 71 2.7.1 Algemeen 71 2.7.2 Speciale verkleinwoorden 72 / Didactische tip 73 Oefening 24 73 2.8 Engelse woorden 74 2.8.1 Samenstellingen in één woord 74 2.8.2 Samenstellingen met een koppelteken 74 2.8.3 Samenstellingen die los geschreven worden 75 / Didactische tip 75 Oefening 25 75 2.9 Werkwoorden gecombineerd met voorzetsels en bijwoorden (voornaamwoordelijke bijwoorden) 76 2.9.1 Algemeen 76 2.9.2 Enkele voorbeelden 76 / Didactische tip 77 Oefening 26 77 2.10 Werkwoorden 78 2.10.1 Tegenwoordige tijd 78 2.10.1.1 Stam en onderwerp 78 Oefening 27 80 2.10.1.2 Algemene regel 80 Oefening 28 81 2.10.1.3 Hulpwerkwoorden hebben, zijn, kunnen, zullen, mogen en willen 81 2.10.2 Verleden tijd 82 2.10.2.1 Regelmatige werkwoorden 82 Oefening 29 83 2.10.2.2 Onregelmatige werkwoorden 84 Oefening 30 85 2.10.3 Voltooid deelwoord 85 2.10.3.1 Regelmatige werkwoorden 85 2.10.3.2 Onregelmatige werkwoorden 86 Oefening 31 86 De basis_rood.indb 8 23/05/14 09:51

INHOUD 9 2.10.4 Voltooid deelwoord gebruikt als bijvoeglijk naamwoord 87 Oefening 32 87 2.10.5 Gebiedende wijs of imperatief 88 2.10.5.1 Algemene regel 88 2.10.5.2 Wederkerende werkwoorden 88 Oefening 33 88 2.10.6 Engelse werkwoorden 89 2.10.6.1 Tegenwoordige tijd 89 Oefening 34 90 Oefening 35 90 2.10.6.2 Verleden tijd en voltooid deelwoord 91 Oefening 36 93 Oefening 37 93 2.10.7 Enkele struikelblokken 94 2.10.8 Tegenwoordig deelwoord en aanvoegende wijs 94 2.10.8.1 Tegenwoordig deelwoord 94 2.10.8.2 Aanvoegende wijs 95 / Didactische tip 95 2.11 Interpunctie en leestekens 96 2.11.1 Punt, vraagteken, uitroepteken en beletselteken 96 2.11.2 Komma 97 2.11.3 Puntkomma 97 2.11.4 Dubbelepunt 98 2.11.5 Aanhalingstekens 98 2.11.6 Beletselteken 99 2.11.7 Gedachtestreepje 99 / Didactische tip 100 Oefening 38 100 DEEL III ZINNENONDERZOEK 101 3.1 Zinsdelen 104 3.1.1 Betekenisvol onderzoek 104 3.1.2 Structureel onderzoek 105 3.2 Onderwerp 105 3.2.1 Definitie 105 3.2.2 Hoe vind je het onderwerp? 106 3.2.2.1 Getalsproef of congruentieproef 106 3.2.2.2 Ja-neevraag 106 3.2.2.3 Wie of wat -vraag 106 / Didactische tip 106 3.3 Gezegde 106 3.3.1 Definitie 106 3.3.2 Werkwoordelijk gezegde 107 3.3.3 Naamwoordelijk gezegde 107 / Didactische tip 107 Oefening 39 108 3.4 Voorwerpen 109 De basis_rood.indb 9 23/05/14 09:51

10 DE Basis 3.4.1 Lijdend voorwerp (direct object) 110 3.4.2 Meewerkend en belanghebbend voorwerp (indirect object) 110 3.4.3 Voorzetselvoorwerp 111 Oefening 40 112 3.5 Bepalingen 113 3.5.1 Definitie 114 3.5.2 Soorten 115 / Didactische tip 115 Oefening 41 116 Oefening 42 117 Sleutel bij de oefeningen 119 Bronnenlijst 137 De basis_rood.indb 10 23/05/14 09:51