(ZAKELIJKE) TAALVERZORGING 2 NEDERLANDS
|
|
- Regina Veenstra
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 (ZAKELIJKE) TAALVERZORGING 2 NEDERLANDS 0
2 AAN HET EINDE VAN DEZE UITLEG: - Kun je op een juiste manier in meervoud schrijven. - Hoofdletters op een juiste manier gebruiken. - Onbepaalde hoofdtelwoorden juist te spellen (niet verplicht). - Welke woorden los of aan elkaar worden geschreven (niet verplicht). - Op een juiste manier leestekens te gebruiken. - Op een juiste manier verbindingswoorden te gebruiken. - Op een juiste manier verwijswoorden te gebruiken. Tijdens deze uitleg kun je oefenen met opdrachten die op de e-learning (onderdeel Nederlands, schrijven) staan. Er staat steeds aangegeven welke opdracht(en) je kunt oefenen. Veel succes! Deze uitleg is een goede voorbereiding op de toets Nederlands 2F aan het einde van je opleiding. 1. MEERVOUD Wanneer je iets in meervoud zet, maak je er meer van. Dus één schotel, twee schotels of één band, twee banden. Niet altijd kun je het meervoud van een woord maken door -en of -s achter het enkelvoud te zetten. Wanneer niet? Hieronder volgen enkele meervoudsvormen die je misschien niet allemaal even logisch vindt. 1. Het woord eindigt op een klinker Er zijn woorden die eindigen op een van de volgende klinkers: A I O U Y De meervoud -s kan dan niet gewoon maar vastgeplakt worden aan de klinker. Er moet een apostrof ( ) tussengevoegd worden. Kijk maar eens naar de volgende woorden: VOORBEELDEN camera camera s alibi alibi s auto auto s paraplu paraplu s baby baby s 1
3 De regel die zegt dat je eerst een apostrof en dan een s toevoegt, gaat alleen maar op als er na de medeklinker maar één klinker komt. Bij premies en niveaus kun je de s gewoon aan het woord plakken. De regel geldt ook niet voor de letter e: in zones, pakjes en cafés komt geen apostrof voor. 2. Het woord eindigt op -ie Veel mensen hebben ook moeite met de meervoudsvorming van woorden als categorie en bacterie. Bij dit soort woorden zijn er twee mogelijkheden: 1. Soms krijgt de bestaande e een trema en wordt deze gevolgd door een n. 2. In andere gevallen krijg je in de meervoudsvorm een dubbele e (waarvan de laatste met een trema) +n. Om uit te maken wat je moet kiezen, ga je uit van de klemtoon die het woord in het enkelvoud krijgt: In bacterie krijgt de e de meeste nadruk (dus de één na laatste lettergreep). In categorie krijgt de ie de meeste nadruk (dus de laatste lettergreep). Voor het meervoud betekent dit dat je achter bacterie alleen een n plaatst, terwijl de e een trema krijgt: bacteriën. Dit is de eerstgenoemde mogelijkheid. Achter categorie plaats je ën: categorieën (mogelijkheid 2). Vergelijkbaar met bacterie zijn bijvoorbeeld kolonie en porie. Op dezelfde wijze als categorie gaan parfumerie en carrosserie. 3. Het woord eindigt op -it of -ik Hieronder volgen nog enkele meervoudsvormen die extra aandacht verdienen: perzik - perziken monnik - monniken havik - haviken kievit kieviten In deze woorden valt de nadruk niet op de laatste lettergreep en de regel is dat er dan geen verdubbeling van de laatste medeklinker optreedt. MAAK NU DE OPDRACHTEN: 16. Meervoud Meervoud 2 Via: > Nederlands > Schrijven 2
4 2. HOOFDLETTERS Een nieuwe zin begint met een hoofdletter, dat is niet zo moeilijk. Maar wat geldt er verder als het om hoofdlettergebruik gaat? Bekijk het filmpje. In het filmpje verteld men dat dieren ook met een hoofdletter worden geschreven. Dit is niet het geval. Omdat het filmpje verder erg duidelijk uitlegt wat de bedoeling is, hebben we deze toch opgenomen in deze uitleg. Klik op het plaatje om het filmpje te bekijken. Werkt dat niet, dan is dit de link: Wat wordt er in het filmpje besproken? Wanneer gebruik je een hoofdletter? 1. Het eerste woord van een zin begint met een hoofdletter. Toch is er ook hier een uitzondering: als een zin begint met een afgekapt woord, dan krijgt de tweede letter een hoofdletter. Bijvoorbeeld: s Nachts is het rustig op de wegen. Ook het begin van een citaat begint met een hoofdletter, bijvoorbeeld: De nieuwe leraar zei: 'Nu moeten jullie eens heel goed naar me luisteren.' 3
5 2. Eigennamen beginnen met een hoofdletter. Hieronder verstaan we: namen van God, heilige personen of zaken voor- en achternamen van personen: Bijvoorbeeld: Jan Smit, Rob Stenders, Jeroen van Inkel (maar: de heer Van Inkel (lees hier meer over bij de uitleg zakelijk schrijven). Afleidingen van namen als ze nog als zodanig herkend worden: Nobelprijs, Mariabeeld (maar: sint-bernardshond). Aardrijkskundige namen en afgeleiden daarvan: Nederland, Engels, Zuid-Afrika, Noord-Amerikaans, de Nederlandse taal, Belg. Feestdagen: Koninginnedag, Pasen, Kerstmis (maar samenstellingen met een kleine letter: paashaas, kerstnacht). Bedrijven en instellingen: Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten, Nederlandse Spoorwegen. Merken: Volkswagen, Gazelle, Auping. Titels van boeken, kranten en tijdschriften: De Wetten, De Volkskrant, Panorama Titels van personen als daar geen eigennaam op volgt: Koningin (maar koningin Beatrix), President, Inspecteur Maar: De namen van de dagen van de week en van de maanden worden met een kleine letter geschreven, dus: maandag en januari. MAAK NU DE OPDRACHTEN: 18. Hoofdletters Hoofdletters 2 Via: > Nederlands > Schrijven 4
6 3. SOMMIGE/ENKELE/BEIDE/VELE/ALLE, OFWEL ONBEPAALDE HOOFDTELWOORDEN Het Nederlands kent zogenoemde onbepaalde hoofdtelwoorden. Deze geven een hoeveelheid aan die niet precies vaststaat. Voorbeelden zijn: vele sommige enkele alle Vergelijk bijvoorbeeld: Ik heb drie dagen vrij. Ik heb enkele dagen vrij. Het bepaalde hoofdtelwoord 'drie' zegt precies om hoeveel dagen het gaat. Het onbepaalde hoofdtelwoord 'enkele' laat dit in het midden. Het kan om twee dagen, maar ook om vijf dagen gaan. Deze woorden kun je ook zelfstandig gebruiken: - Velen - Sommigen - Enkelen - Allen Voor veel mensen is het niet duidelijk wanneer je nou enkele gebruikt en wanneer enkelen. Hetzelfde geldt voor alle, vele, sommige, beide en nog een aantal van dergelijke woorden. ('Beide' is overigens een bepaald hoofdtelwoord.) Je kunt het beste de volgende regel toepassen: voeg een -n toe als het woord zelfstandig gebruikt wordt én als het slaat op personen. BIJVOORBEELD Fout Goed Reden Je moet beiden hoofdstukken doornemen. Je moet beide hoofdstukken doornemen. beide is niet zelfstandig, maar hoort bij hoofdstukken Niet alle mensen zijn aanwezig. Enkele zijn niet op komen dagen. Niet alle mensen zijn aanwezig. Enkelen zijn niet op komen dagen. enkelen is zelfstandig gebruikt en slaat op personen. 5
7 MAAK NU DE OPDRACHT: 20. Hoofdtelwoorden Via: > Nederlands > Schrijven 4. LOS OF AAN ELKAAR Misschien heb je moeite met het wel/niet aan elkaar schrijven van woorden. Dat komt misschien door de invloed van het Engels, waar het gebruikelijk is om bij een samenstelling de delen los te schrijven. In het Nederlands is de basisregel echter heel simpel: schrijf woorden zoveel mogelijk aan elkaar. In gevallen van klinkerbotsing moet er een streepje tussen. Bij de opsomming ten eerste en ten tweede valt er niets aan elkaar te schrijven: dit is een woordgroep, en geen langer woord of samenstelling. VOORBEELD Moet het onderstreepte deel aan elkaar of los? 1. Jij hebt ten eerste heel andere interesses. 2. Bovendien wil jij, ten tweede, altijd maar bij je ouders en familie zijn. 3. En ten slotte: ik vind je gewoon niet aantrekkelijk genoeg! Antwoorden: 1. tenminste (aan elkaar) 2. ten eerste (los) 3. ten tweede (los) 4. tenslotte (aan elkaar) MAAK NU DE OPDRACHT: 21. Los, aan elkaar Via: > Nederlands > Schrijven 6
8 5. LEESTEKENS Hoe gebruik je leestekens op een juiste manier? Dit zijn leestekens: 1.. punt 2.! uitroepteken 3.? vraagteken 4., komma 5. : dubbele punt 6. ; puntkomma 7. aanhalingsteken 1. Wanneer gebruik je een punt? - Om het einde van een zin aan te geven. - Wanneer je afkortingen gebruikt. 2. Wanneer gebruik je het uitroepteken? - Na een bevel of uitroep. (Kom onmiddellijk hier!) 3. Wanneer gebruik je het vraagteken? - Om een vragende zin af te sluiten. (Hoe laat is het?) 4. Wanneer gebruik je de komma? - Tussen twee persoonsvormen. (Als het meezit, wordt PSV kampioen.) - Tussen delen van een opsomming. (Schoenen, sokken en een overhemd.) Voor het laatste deel gebruik je geen komma. - Tussen twee bijvoeglijke naamwoorden die vóór een zelfstandig naamwoord staan. (De heldere, blauw zee.) - Bij vermelding van een aangesprokene. (Eva, is dat waar? Ik raad je aan, Theo, om via Utrecht te reizen.) - Bij een uitbreidende zin. (Sinaasappels, die oranje zijn, kun je eten.) - Bij een bijwoordelijke zin. (Toen hij aankwam, gingen de fans uit hun dak.) - Voor en na een tussenzin. (Die doelman, we spraken al eerder over hem, is niet zo goed als we dachten.) 5. Wanneer gebruik je een dubbele punt? - Bij een opsomming. (We hebben verschillende soorten: appels, peren en mandarijnen.) - Bij een omschrijving. (De broek kan als volgt worden omschreven: donkerbruin met een oranje streep op de zoom.) - Bij een toelichting/verklaring. (Eva was te laat: zij had zich vanochtend verslapen.) 7
9 6. Wanneer gebruik je de puntkomma? - Wanneer twee min of mee op elkaar aansluitende zinnen met elkaar in verband staan. (Ik wil vandaag vrij; mijn baas vindt dat maar niets.) 7. Wanneer gebruik je aanhalingstekens? - Als je letterlijk wil aangeven wat iemand heeft gezegd of geschreven. Dit noemen we een citaat. ( Dat is vreemd, zei Thea.) - Om aan te geven dat één of meerdere woorden niet in de normale betekenis worden gebruikt. (Van zo n vriend moet je het maar hebben.) MAAK NU DE OPDRACHT: 22. Leestekens Leestekens 2 Via: > Nederlands > Schrijven 6. VERBINDINGSWOORDEN Zinnen en alinea s staan niet zomaar achter elkaar. Ze staan in verband met elkaar. Verbindingswoorden geven aan welke verbanden dat zijn. Dit wordt ook besproken in de uitleg begrijpend lezen 2 (onderdeel 2 t/m 8). Hier wordt besproken dat we verschillende tekstverbanden kunnen herkennen aan signaalwoorden of verbindingswoorden. Pak die uitleg erbij als dat nodig is. Hier zie je van die uitleg een overzicht: Tekstverband Signaal/verbindingswoorden Uitspraak voorbeeld Bijvoorbeeld, waaronder, zo, zoals, ter illustratie, onder andere, onder meer Tegenstelling Maar, echter, daarentegen, of, integendeel Opsomming Ten eerste, ten tweede, tot slot, tenslotte, ook, verder, daarnaast, tevens, bovendien, nog Vergelijking (overeenkomsten en Zoals, hetzelfde, in vergelijking met verschillen) Oorzaak-gevolg Daardoor, waardoor, hierdoor, vanwege, 8
10 Reden/argument Conclusie doordat, zodat, omdat Want, daarom, omdat Dus, conclusie, concluderen MAAK NU DE OPDRACHT: 33. Verbindingswoorden Verbindingswoorden 2 Via: > Nederlands > Lezen 7. VERWIJSWOORDEN Verwijswoorden verwijzen meestal naar een woord dat al eerder genoemd is of wijzen vooruit naar een woord dat nog genoemd gaat worden. In de uitleg begrijpend lezen 2 (onderdeel 9) worden verwijswoorden ook besproken. Hier staan vanuit die uitleg de volgende voorbeelden: Ik heb voor moeder een bosje bloemen gekocht, want daar houdt ze zo van. In deze zin verwijst ze naar moeder. Dit noem je een verwijswoord. Verwijswoorden kunnen naar een woord verwijzen, maar ook naar een groepje woorden. Bekijk de volgende voorbeelden maar. Ik heb voor mijn verjaardag het nieuwe thuisshirt van Fortuna gevraagd, want dat vind ik zo mooi. Dat verwijst hier naar het nieuwe thuisshirt van Fortuna, dat is een heel stuk van de zin. Om er achter te komen waar een verwijswoord precies naar verwijst, moet je jezelf eigenlijk een vraagstellen. Wat vind ik zo mooi? Wie houdt daar zo van? Het antwoord op dat soort vragen geeft aanwaar een verwijswoord precies naar verwijst. MAAK NU DE OPDRACHTEN: 35. Verwijswoorden Verwijswoorden 2 Via: > Nederlands > Lezen 9
Samenvatting Nederlands NL Spelling 1 t/m 12
Samenvatting Nederlands NL Spelling 1 t/m 12 Samenvatting door een scholier 1040 woorden 26 februari 2014 4,5 16 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands 1 Leestekens Punt Aan het eind van
Nadere informatieSamenvatting Nederlands Cursus spellen (hoofdstuk 1 + 2)
Samenvatting Nederlands Cursus spellen (hoofdstuk 1 + 2) Samenvatting door een scholier 1020 woorden 25 september 2011 7,3 13 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands CURSUS SPELLEN Werkwoordspelling
Nadere informatieKernwoord Uitleg Voorbeeld
Aanhalingstekens Accenttekens Achtervoegsel Afbreekteken Gebruik je voor een citaat of als iets niet letterlijk is bedoeld. Gebruik je om iets nadruk te geven of om dubbelzinnigheid te voorkomen. Een nietzelfstandig
Nadere informatieSamenvatting Nederlands Spelling
Samenvatting Nederlands Spelling Samenvatting door een scholier 1180 woorden 1 juni 2004 6,5 85 keer beoordeeld Vak Nederlands Nederlands Alle spellingregels WW spelling Persoonsvorm? Ja Nee? TT: zo simpel
Nadere informatieLesbrief Taalverzorging 2F
Lesbrief Taalverzorging 2F Onderdelen van deze lessenreeks (zie bijlage 1 lesbrief): Behandelen van de theorie: o Werkwoorden vervoegen: tegenwoordige tijd, verleden tijd en voltooid deelwoord. o Meervoudsvorming.
Nadere informatieBEGRIJPEND LEZEN 2 NEDERLANDS TEKSTEN BEGRIJPEN
BEGRIJPEND LEZEN 2 NEDERLANDS TEKSTEN BEGRIJPEN 0 INTRODUCTIE Je hebt je in de vorige uitleg leren oriënteren en voorbereiden op een tekst. Op die manier kun je al snel zien met wat voor soort tekst je
Nadere informatieGESPREKKEN VOEREN NEDERLANDS AAN HET EINDE VAN DEZE UITLEG:
AAN HET EINDE VAN DEZE UITLEG: - Kun je een verzorgde brief schrijven. - Kun je op een juiste manier werkwoorden vervoegen. - Schrijf je op een juiste manier in meervoud. - Gebruik je hoofdletters op een
Nadere informatieWoordsoorten. De woorden in een zin kunnen in een bepaalde groep worden ingedeeld. De woordsoort geeft aan tot welke groep een woord behoort.
Woordsoorten De woorden in een zin kunnen in een bepaalde groep worden ingedeeld. De woordsoort geeft aan tot welke groep een woord behoort. Woord Uitleg Voorbeeld Werkwoord Lidwoord Zelfstandig Bijvoeglijk
Nadere informatieals iets niet letterlijk is bedoeld.
Kernwoordenlijst Kernwoord Uitleg Voorbeeld Aanhalingstekens Accenttekens Achtervoegsel Afbreekteken Gebruik je voor een citaat of als iets niet letterlijk is bedoeld. Gebruik je om iets nadruk te geven
Nadere informatie1.2.3 Trappen van vergelijking 20
INHOUD DEEL I Woord voor woord 13 1.1 Zelfstandig naamwoord (substantief) 16 1.1.1 Definitie 16 1.1.2 Soorten 16 1.1.2.1 Soortnaam of eigennaam 16 1.1.2.2 Concrete of abstracte zelfstandige naamwoorden
Nadere informatieProgramma van Inhoud en Toetsing (PIT)
2015-2016 Onderdeel: Spelling Lesperiode: week 1 t/m week 3 Aantal lessen per week: 4 Methode: Nieuw Nederlands 5 e editie Hoofdstuk: 1F Spelling: verdubbeling en verenkeling. 1F Spelling: vorming van
Nadere informatieInhoud. 1 Spelling 5. Noordhoff Uitgevers bv
Inhoud 1 Spelling 5 1 geschiedenis van de nederlandse spelling in vogelvlucht 11 2 spellingregels 13 Klinkers en medeklinkers 13 Spelling van werkwoorden 14 D De stam van een werkwoord 14 D Tegenwoordige
Nadere informatie1. morgen krijgen we duitsers op bezoek. 2. in onze klas zitten ook kinderen uit irak, somalië en marokko. 3. ik doe boodschappen bij de aldi.
2 Hoofdletter Wanneer gebruik je een hoofdletter? Aan het begin van de zin Morgen kom ik. Als de zin met een apostrof begint, krijgt het tweede woord een hoofdletter: s Morgens werk ik. t Gaat goed. Bij
Nadere informatieGevarieerde Spelling is een programma voor het leren van de belangrijkste spellingregels van het Nederlands.
Gevarieerde Spelling Gevarieerde Spelling is een programma voor het leren van de belangrijkste spellingregels van het Nederlands. Doelgroep Gevarieerde Spelling Gevarieerde Spelling is bedoeld voor leerlingen
Nadere informatieSpelling. A. Kijk voor de vormen van de tegenwoordige tijd naar het volgende schema:
Spelling 1. Werkwoorden: tegenwoordige tijd A. Kijk voor de vormen van de tegenwoordige tijd naar het volgende schema: ik - je/u/hij/ze t we/jullie/ze en bijvoorbeeld: ik drink ik bied je drinkt je biedt
Nadere informatieThema 10. We ruilen van plek
Thema 10 We ruilen van plek Les 10.1 1. zakenreis 2. industrieën 3. raketten 4. percentage 5. demonstratie Les 1 gouden, ziekenhuis In het ankerverhaal staat dat de moeder van Gaby Pak kersen geeft in
Nadere informatieDe bovenkamer. Het gebruik van De bovenkamer bij Taal actief. Josée Coenen. een kleurrijke grammatica van het Nederlands
Josée Coenen De bovenkamer een kleurrijke grammatica van het Nederlands Het gebruik van De bovenkamer bij Taal actief Bij de verschillende onderdelen van Taal actief kunt u onderdelen uit De bovenkamer
Nadere informatieinstapkaarten taal verkennen
instapkaarten inhoud instapkaarten Taal verkennen thema 1 les 2 1 thema 1 les 4 2 thema 1 les 7 3 thema 1 les 9 4 thema 2 les 2 5 thema 2 les 4 6 thema 2 les 7 7 thema 2 les 9 8 thema 3 les 2 9 thema 3
Nadere informatieZ I N S O N T L E D I N G
- 1 - Z I N S O N T L E D I N G Waarom is zinsontleding zo belangrijk? Elke scholier op de middelbare school maar ook de kinderen op de lagere school, komen veelvuldig met zinsontleding in aanraking, eigenlijk
Nadere informatieinstapkaarten taal verkennen
instapkaarten inhoud instapkaarten Taal verkennen thema 1 les 2 1 thema 1 les 4 2 thema 1 les 7 3 thema 1 les 9 4 thema 2 les 2 5 thema 2 les 4 6 thema 2 les 7 7 thema 2 les 9 8 thema 3 les 2 9 thema 3
Nadere informatie71 S. instapkaarten taal verkennen 5KM. MALtABERG. QVRre. v;rw>r t. -t.
v;rw>r t 7 S SS QVRre F9 - -t. t- L 5KM i r MALtABERG instapkaarten taal verkennen S -4 taal verkennen komt er vaak een -e achter. Taa actief. instapkaarten taal verkennen. groep 8 Maimberg s-hertogenbosch
Nadere informatieSpelling & Formuleren. Week 2-7
Spelling & Formuleren Week 2-7 Tentamenstof Boek: Praktische cursus Spelling 6e druk Auteur: M. Klein & M. Visscher Alle hoofdstukken behalve hoofdstuk 4 Proeftentamens zie Blackboard Succes! TEGENWOORDIGE
Nadere informatieTeksverklaringen!!!!! Samenvattingen!! - Meerkeuzevragen! - Open! !!!! Nederlands! 1. Spellen! 2. Samenvatting schrijven
NEDERLANDS Nederlands Teksverklaringen Samenvattingen 1. Hoofdgedachte 2. Meerkeuzevragen 3. Tekstverbanden 4. Open vragen 5. Argumentatie 6. Mening en doel van de schrijver 1. Spellen 2. Samenvatting
Nadere informatieDe bovenkamer. Josée Coenen. een kleurrijke grammatica van het Nederlands. colofon
Josée Coenen De bovenkamer een kleurrijke grammatica van het Nederlands colofon Dit overzicht is samengesteld door Josée Coenen, auteur van De bovenkamer. Vormgeving Marjo Starink Bazalt 2016 Voor meer
Nadere informatiePRESENTEREN NEDERLANDS AAN HET EINDE VAN DEZE UITLEG:
AAN HET EINDE VAN DEZE UITLEG: - Kun je een verzorgde brief schrijven. - Kun je op een juiste manier werkwoorden vervoegen. - Schrijf je op een juiste manier PRESENTEREN in meervoud. - Gebruik je hoofdletters
Nadere informatieTaalbeschouwelijke termen bao so 2010
1 Bijlage: Vergelijking taalbeschouwelijke termen leerplannen basisonderwijs en secundair onderwijs In deze lijst vindt u in de linkerkolom een overzicht van de taalbeschouwelijke termen uit het leerplan
Nadere informatie6,3. Samenvatting door L woorden 12 november keer beoordeeld. Nederlands. 1. Werkwoordspelling. Persoonsvorm
Samenvatting door L. 1035 woorden 12 november 2014 6,3 5 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands 1. Werkwoordspelling Persoonsvorm Vinden van de pv: zin in andere tijd zetten à veranderende
Nadere informatieProgramma van Inhoud en Toetsing
Onderdeel: Grammatica zinsdelen (RTTI) Lesperiode: 1 Hoofdstuk: 1, 2,3 & 5 Theorie blz 28, 68, 108, 188, 189 De leerling moet de volgende zinsdelen kennen: persoonsvorm onderwerp werkwoordelijk gezegde
Nadere informatiePdf versie uitleg Grammatica
Uitleg Grammatica Inleiding In deze zelfstudiemodule kun je grammatica oefenen. Grammatica betekent volgens de Van Dale Leer van het systeem van een taal, geheel van regels volgens welke woorden en zinnen
Nadere informatiea. Een zin lees je van links naar rechts. Waarom eigenlijk? Wat denk jij?
5. Woordplaatjes Bijzondere woorden Woorden maken samen zinnen. Zinnen maken samen tekst. Een zin begint met een hoofdletter. Hij eindigt met een punt. Zo weet je hoe je moet lezen. De woorden staan netjes
Nadere informatieWat is een zelfstandig naamwoord?
Wat is een zelfstandig naamwoord? 1. Inleiding Zelfstandig naamwoorden zijn woorden die 'een zelfstandigheid' aanduiden: een persoon of dier: vrouw, oom, hond een eigennaam: Sara, Apple een ding: fiets,
Nadere informatieLeestekens 3F. Doelgroepen Leestekens 3F. Omschrijving Leestekens 3F
Leestekens 3F De stof van Leestekens 3F volgt ongeveer dezelfde indeling als de eerdere delen, maar opbouw is cumulatief. Kwamen in Leestekens 1F vooral eenvoudige zinnen en woorden aan bod en kwamen langzamerhand
Nadere informatieProgramma van Inhoud en Toetsing
Onderdeel: Grammatica zinsdelen (RTTI) Lesperiode: 1 Aantal lessen per week: 4 Hoofdstuk: 1, 2,3 & 5 Theorie blz 28, 68, 108, 188, 189 De leerling moet de volgende zinsdelen kennen: persoonsvorm onderwerp
Nadere informatieDeel I De spelling van werkwoordsvormen Les 1 De persoonsvorm
Deel I De spelling van werkwoordsvormen Les 1 De persoonsvorm Inleiding Veel mensen hebben moeite met de spelling van Nederlandse werkwoordsvormen. Vaak komt dat doordat ze de grammaticale basisregels
Nadere informatieProgramma van Inhoud en Toetsing (PIT)
2016-2017 Vak: Nederlands Klas: vmbo-tl 2 Onderdeel: Spelling 1 & 2 Digitale methode 1F Spelling: verdubbeling en verenkeling. 1F Spelling: vorming van het bijvoeglijk naamwoord. 1F Werkwoordspelling waarvan
Nadere informatieB fwordt v Bij de meeste Nederlandse woorden die eindigen op een f, verandert in het meervoud de fin de v.
Meervouden A + s, en, of eren De meeste zelfstandige naamwoorden kunnen in het enkelvoud en in het meervoud voorkomen. In de Nederlandse taal kan dat op drie manieren. Voorbeelden + s tafel - tafels broer
Nadere informatieWat ga je in deze opdracht leren? Meer leren over: soorten vragen, vraagwoorden, signaalwoorden en sleutelwoorden
Wat ga je in deze opdracht leren? Meer leren over: soorten vragen, vraagwoorden, signaalwoorden en sleutelwoorden Soorten vragen, vraagwoorden, signaal- en sleutelwoorden Schema 1 Soorten vragen Open vraag
Nadere informatieProgramma van Inhoud en Toetsing (PIT)
Vak: Nederlands, onderdeel taalportfolio /HV Lesperiode: 1 Taalportfolio deel 1 In je taalportfolio komen 4 opdrachten die gedurende het jaar worden uitgedeeld en uitgelegd. In de eerste rapportperiode
Nadere informatieVisuele Leerlijn Spelling
Visuele Leerlijn Spelling www.gynzy.com Versie: 15-08-2018 Begrippen Klanken & Letters Klank (begrip) Klinker of medeklinker (begrip) Korte of lange klank (begrip) Tweetekenklank (begrip) Lange-, korte-,
Nadere informatieInleiding 7. Deel 1 BASISVAARDIGHEDEN SPELLING 9
INHOUD Inleiding 7 Deel 1 BASISVAARDIGHEDEN SPELLING 9 Les 1 Stap voor stap op weg naar minder spellingfouten 11 1.1 Juist spellen is... 11 1.2 Stappenplan goed spellen 13 1.3 Hardnekkige spellingproblemen
Nadere informatieOnderdeel: Vakvaardigheden EBR Nieuwsbegrip: Leesvaardigheid en woordenschat Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:
- NEX Klas: IG2 HV Onderdeel: Vakvaardigheden EBR Nieuwsbegrip: Leesvaardigheid en woordenschat Lesperiode: 2 1 Nieuwsbegrip en Nieuwsbegrip XL Materiaal: Leerlingschrift A4 Snelhechter Markeerstift Al
Nadere informatieLeestekens op maat is een programma voor het aanleren van een juist gebruik van leestekens.
Leestekens op maat is een programma voor het aanleren van een juist gebruik van leestekens. Doelgroepen Leestekens op maat Leestekens op maat is bedoeld voor groep 7 en 8 van het basisonderwijs, voor de
Nadere informatieSamenvatting Nederlands Werkwoordspelling
Samenvatting Nederlands Werkwoordspelling Samenvatting door L. 1375 woorden 4 november 2013 5,2 13 keer beoordeeld Vak Nederlands Persoonvorm à tegenwoordige tijd - ik erbij of jij/je erachter = alleen
Nadere informatieProgramma van Inhoud en Toetsing (PIT)
Onderdeel: Spelling H3 t/m H6 (RTTI) Aantal lessen per week: 4 Spelling H3 t/m H6 Spelling H3: - Het koppelteken en het weglatingsstreepje - Gebiedende wijs Spelling H4: - Tussenletters in samenstellingen:
Nadere informatieLes 5 Werkwoorden 22 Les 6 De persoonsvorm van het werkwoord 24 Les 7 De, het, een 26 Les 8 Het meervoud (op -en, -s of - s) 28 Herhalingstoets 2 30
Inhoud Deel 1 Grammaticale vormen Les 1 Letter, woord, zin, getal, cijfer 12 Les 2 Zinnen 14 Les 3 Persoonlijke voornaamwoorden (1) 16 Les 4 Hij / het / je / we / ze 18 Herhalingstoets 1 20 Les 5 Werkwoorden
Nadere informatieHet Muiswerkprogramma Leestekens op maat is een programma voor het aanleren van een juist gebruik van leestekens.
Leestekens op maat Het Muiswerkprogramma Leestekens op maat is een programma voor het aanleren van een juist gebruik van leestekens. Doelgroepen Leestekens op maat Leestekens op maat is bedoeld voor groep
Nadere informatieSpelling. 1. Werkwoorden
Stijl en spelling Hieronder volgt een overzicht van de belangrijkste stijl- en spellingregels die in de onderbouw bij Nederlands zijn behandeld. Bij schrijfopdrachten en bij het examen wordt in de bovenbouw
Nadere informatieProgramma van Inhoud en Toetsing (PIT)
Onderdeel: Hoofdstuktoets [Je leert over] onderwerp, deelonderwerpen en hoofgedachte. 2F Ik kan onderwerp en deelonderwerpen van een tekst vinden. 2F Ik kan de hoofdgedachte van een tekst vinden. 2F Ik
Nadere informatieOnderdeel: Spelling Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:
Vak: Nederlands Klas: IG2 MH/HV Onderdeel: Spelling week 1 t/m week 4 Aantal lessen per week: 2 Methode: Nieuw Nederlands 5 e editie Hoofdstuk: 1 & 2 Blz. 33 t/m 35 Digitale methode 1F Spelling: verdubbeling
Nadere informatieNL_BL_Signaalwoorden_verbandenV2012_1.doc www.harnmeijer.nl 1
Signaalwoorden Signaalwoorden geven een signaal dat er een bepaald verband staat tussen zinsdelen, zinnen of alinea s. Het signaalwoord geeft zelf het verband aan. Hieronder een aantal van de meest gebruikte
Nadere informatieLees Zoek op Om over na te denken
Welkom bij de Online Bijbelcursus van Praise De bijbelcursus is wat voor jou als je: 1. Als je wilt weten wat christenen geloven. 2. Als je meer wilt begrijpen van de bijbel. 3. Als je wilt groeien in
Nadere informatieVisuele Leerlijn Taal
Visuele Leerlijn Taal www.gynzy.com Versie: 05-09-2019 Taalbegrip Abstracties Probleem & oplossing Zender & ontvanger Functies van taal Discussie Standpunt & argument Feit & mening Illustratie (als voorbeeld)
Nadere informatieBasis Werkwoordspelling is onderdeel van de Bundel Basisprogramma's. Deze bundel bevat ook Basisspelling en Basisgrammatica.
Basis Werkwoordspelling Basis Werkwoordspelling is onderdeel van de Bundel Basisprogramma's. Deze bundel bevat ook Basisspelling en Basisgrammatica. Basis Werkwoordspelling is een programma voor het leren
Nadere informatieAntwoorden Nederlands Ontleding
Antwoorden Nederlands Ontleding Antwoorden door een scholier 1587 woorden 27 april 2010 5,8 10 keer beoordeeld Vak Nederlands Taalkundig ontleden; Lidwoorden; Een lidwoord hoort altijd bij een zelfstandig
Nadere informatieLeerlijn Spreken & luisteren groep 5
Leerlijn Spreken & luisteren groep 5 Spreken (individueel / gesprekken voeren): Luisteren: Een monoloog houden in een kleine groep, duidelijk verwoorden wat ze bedoelen. Een gesprek (overleg) voeren in
Nadere informatieOnderdeel: Spelling Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:
Onderdeel: Spelling week 1 t/m week 3 1 & 2 Digitale methode 1F Spelling: verdubbeling en verenkeling. 1F Spelling: vorming van het bijvoeglijk naamwoord. 1F Werkwoordspelling waarvan een deel zuiver morfologisch
Nadere informatieAndere werkwoordsvorm (infinitief, voltooid of onvoltooid deelwoord) schrijf je zo simpel mogelijk. Op t- klank = verlengen, d-klank = verlengen.
Samenvatting door een scholier 1095 woorden 29 juni 2004 5,8 70 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands Hoofdstuk 1: Reclame Werkwoordsspelling: Bij een werkwoord als persoonsvorm moet
Nadere informatieWat is PDD-nos? VOORBEELDPAGINA S. Wat heb je dan? PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen.
Wat is PDD-nos? 4 PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen. Eigenlijk vind ik stoornis een heel naar woord. Want zo lijkt het net of er iets niet goed aan me
Nadere informatieWoordsoorten. Nederlands. Aanwijzend voornaamwoord. Onderschikkend voegwoord. Persoonlijk voornaamwoord. Betrekkelijk voornaamwoord
Woordsoorten Nederlands Aanwijzend voornaamwoord Betrekkelijk voornaamwoord Bezittelijk voornaamwoord Bijvoeglijk gebruikt werkwoord Bijvoeglijk naamwoord Bijwoord Bijzin Hoofdzin Hulpwerkwoord Koppelwerkwoord
Nadere informatiezelfstandig naamwoord
zelfstandig naamwoord Het zelfstandig naamwoord is een woord voor een mens, dier of ding. de man de kat de fiets lidwoord Het lidwoord hoort bij het zelfstandig naamwoord. de het een samenstelling Een
Nadere informatieTAALVERZORGING BK 2 SPORTIEF PERRON 2
Sportief! TAALVERZORGING BK 2 SPORTIEF PERRON 2 Je zit alweer in het tweede jaar van het vmbo. Vorig jaar heb je veel geleerd bij het onderdeel Taalverzorging, maar misschien ben je ook wel iets vergeten.
Nadere informatieVak: Nederlands EBR Klas: IG 2 mh/hv Onderdeel: Leesvaardigheid Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:
Vak: Nederlands EBR Klas: IG 2 mh/hv Onderdeel: Leesvaardigheid Lesperiode: 5 Nieuw Nederlands 5 e editie Hoofdstuk: 4 Blz. 127 t/m 12 Nieuw Nederlands Online H 1 t/m 4, onderdeel Lezen extra en Test Nieuwsbegrip
Nadere informatieOverzicht toetsen en oefeningen Grammatica I. Grammatica I
Overzicht toetsen en oefeningen Grammatica I Grammatica I Rubriek Oefening Type Opgaven Uitleg Alle onderwerpen Totaaltoets Grammatica I (*) 42 1 Klanken/letters Deeltoets 1 (*) Naamwoorden Deeltoets 2
Nadere informatieHoe maak ik een werkstuk?
Hoe maak ik een werkstuk? Stap 1: Onderwerp en vraag Voordat je kunt beginnen met het maken van een werkstuk, moet je natuurlijk een onderwerp kiezen. Als je een onderwerp hebt gekozen ga je bedenken wat
Nadere informatieAntwoorden Nederlands Afdeling C Leestekens
Antwoorden Nederlands Afdeling C Leestekens Antwoorden door een scholier 1336 woorden 16 december 2002 4,1 47 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Taaldomein Afdeling C: Leestekens OPDRACHT 1A: Waarom
Nadere informatiei n h o u d Inhoud Inleiding
V Inhoud Inleiding IX 1 Informatie structureren 1 1.1 Onderwerp in kaart brengen 1 1.1.1 Je doel vaststellen 1 1.1.2 De lezers inschatten 2 1.1.3 Het onderwerp afbakenen 3 1.1.4 Van ideeën naar mindmap
Nadere informatieProgramma van Inhoud en Toetsing (PIT)
2015-2016 Onderdeel: Spelling week 1 t/m week 3 1 & 2 Digitale methode 1F Spelling: verdubbeling en verenkeling. 1F Spelling: vorming van het bijvoeglijk naamwoord. 1F Werkwoordspelling waarvan een deel
Nadere informatieDeel 1: Persoonsvorm tegenwoordige tijd
Deel 1: Persoonsvorm tegenwoordige tijd In deze les leer je zwakke werkwoorden als persoonsvorm in de tegenwoordige tijd op de juiste manier spellen. De sterke werkwoorden leveren vaak geen d- of t-problemen
Nadere informatieZinsontleden en woordbenoemen groep 7/8
Zinsontleden en woordbenoemen groep 7/8 Naam: 1 Inhoudsopgave: 3 - Onderwerp 4 - Persoonsvorm 5 - Gezegde 6 - Lijdend voorwerp 7 - Meewerkend voorwerp 8 - Werkwoorden 8 - Zelfstandig naamwoorden 9 - Bijvoeglijk
Nadere informatieJouw werkstuk lever je uiterlijk in op donderdag 20 maart 2014!!
Hoe maak ik in groep 8 een werkstuk? Jij gaat de komende weken thuis een werkstuk maken. Een werkstuk is een lange weettekst. Het wordt geschreven om iemand iets te leren of te laten weten. Net als in
Nadere informatieInhoud. Inleiding 15. Deel 1 Spelling 18
Inhoud Deel 1 Spelling 18 Inleiding 15 1 Grondbeginselen van de Nederlandse spelling 21 1.1 Verschil tussen klank en letter 22 1.2 Hoofdregels 22 1.3 Interactie tussen de regels 24 1.4 Belang van de regel
Nadere informatieTaaljournaal Leerlijnenoverzicht - Lezen
Taaljournaal Leerlijnenoverzicht - Lezen 1.1 Eigen kennis 1.1.1 Kinderen kunnen hun eigen kennis activeren, m.a.w. ze kunnen aangeven wat ze over een bepaald onderwerp al weten en welke ervaringen ze er
Nadere informatieGrammaticaboekje NL. Om een beeld te krijgen van de inhoud: De inhoudsopgave, een paar onderwerpen en de eerste bladzijde van de trefwoorden.
9 789082 208306 van Om een beeld te krijgen van de inhoud: De inhoudsopgave, een paar onderwerpen en de eerste bladzijde van de trefwoorden. Opzoekboekje voor leerlingen in klas 1 tot en met 3 in de onderbouw
Nadere informatie1 keer beoordeeld 4 maart 2018
7 Samenvatting door Syb 764 woorden 1 keer beoordeeld 4 maart 2018 Vak Nederlands Nederlands Toets week 3 ZAKELIJKE TEKSTEN LEZEN Het onderwerp van een tekst bestaat uit een paar woorden. Een deel onderwerp
Nadere informatieSamenvatting Nederlands Lezen h 1.2 t/m 5.2 2
Samenvatting Nederlands Lezen h 1.2 t/m 5.2 2 Samenvatting door Ive 1045 woorden 27 juni 2018 5,3 3 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Talent Samenvatting Nederlands 1.2 t/m 5.2 1.2 Leesstrategieën
Nadere informatieNa de uitslag moest Rob onmiddellijk een Europese bestemming noemen. Razendsnel dacht hij na.
Tekst finale spellingwedstrijd + uitleg probleemwoorden De televisiequiz Stel je voor: je meldt je aan voor een televisiequiz. Tot je verrassing word je uitgenodigd. De vragen beantwoord je zo goed mogelijk.
Nadere informatieInhoud. 1 Spelling 10
Inhoud 1 Spelling 10 1 geschiedenis van de friese spelling (stavering) in het kort 10 2 spellingregels 12 Hulpmiddelen 12 Klinkers en medeklinkers 12 Lettergrepen 13 Stemhebbend en stemloos 13 Basisregels
Nadere informatieGODS GEZIN. Studielessen voor 4-7 jarigen
GODS GEZIN Studielessen voor 4-7 jarigen 2003 Geschreven door Beryl Voorhoeve en Judith Maarsen Oorspronkelijk bedoeld voor studie in kleine groepen in de Levend Evangelie Gemeente Gebruikte Bijbelvertaling
Nadere informatie(ZAKELIJKE) TAALVERZORGING 1 NEDERLANDS
(ZAKELIJKE) TAALVERZORGING 1 NEDERLANDS 0 AAN HET EINDE VAN DEZE UITLEG: - Kun je een verzorgd schrijven. - Kun je op een juiste manier werkwoorden vervoegen (d, t of dt). Tijdens deze uitleg kun je oefenen
Nadere informatie2 leerde ze op school. 3 haar met haar. 4 leest boeken uit de. van de stad en gaat graag. 5 zich bij opa en oma. in de, dat is in. 6 Met hun dan over
Naam Datum Klas Ik luister goed. Ik vul de woorden in. 1 in een 2 leerde ze op school 3 haar met haar 4 leest boeken uit de van de stad en gaat graag naar het zich bij opa en oma in de, dat is in 6 Met
Nadere informatieinstapkaarten taal verkennen
-b fl41..- 1 rair î ; : ; - / 0 t- t-, 9 S QURrz 71 1 t 5KM 1o r MALNBERG St 4) 4 instapkaarten ji - S 1,1 1 thema 5 1 les 2 S S S - -- t. Je leert hoe je van het hele werkwoord een voltooid deelwoord
Nadere informatieOnderdeel: Spelling - ANV Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:
Vak: Nederlands Klas: IG2 MH/HV Onderdeel: Spelling - ANV Aantal lessen per week: 2 Nieuw Nederlands 5 e editie Hoofdstuk: & 2 Blz. 33 t/m 35 Digitale methode F Spelling: verdubbeling en verenkeling. F
Nadere informatiePIT HAVO-2 +HAVO/VWO Onderdeel: Spelling H1 en H2 Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:
PIT HAVO-2 +HAVO/VWO-2 2016-2017 Vak: Nederlands Onderdeel: Spelling H1 en H2 Lesperiode: 1 Aantal lessen per week: 4 Hoofdstuk: 1 en 2 Extra materiaal: Nieuw Nederlands Online De leerling kent de volgende
Nadere informatieTeksten bewerkt uit het gezinsboek Ons Dagelijks Brood veertigdagentijd van pastoor M. Hagen door EBP voor www.kinderenbiddenvoorkinderen.
Bidden Teksten bewerkt uit het gezinsboek Ons Dagelijks Brood veertigdagentijd van pastoor M. Hagen door EBP voor www.kinderenbiddenvoorkinderen.nl en kinderactiviteiten www.lambertuskerk-rotterdam.nl
Nadere informatieTipboekje. Herman Jozefschool. Groep 8
Tipboekje Herman Jozefschool Groep 8 Inhoudsopgave Tips: Woordsoorten Werkwoorden, Lidwoorden,Zelfstandige naamwoorden en eigen namen Bijvoeglijke naamwoorden,voorzetsels,vragende voornaamwoorden Bezittelijke
Nadere informatieJezus vertelt, dat God onze Vader is
Eerste Communieproject 26 Jezus vertelt, dat God onze Vader is Jezus als leraar In les 4 hebben we gezien dat Jezus wordt geboren. De engelen zeggen: Hij is de Redder van de wereld. Maar nu is Jezus groot.
Nadere informatieLeerdoel/inhoud/stof/onderwerp/onderdeel/toets overig jaarplanning Docentenactiviteit Leerlingactiviteit aug
KLAS: H2/V2 VAK: Nederlands 2019/2020 Week Vanaf Opmerking Leerdoel/inhoud/stof/onderwerp/onderdeel/toets overig jaarplanning Docentenactiviteit Leerlingactiviteit 34 19 aug 20 augustus Mentorles brugklas
Nadere informatieProgramma van Inhoud en Toetsing (PIT)
Onderdeel: Grammatica zinsdelen 1F Grammaticale kennis: onderwerp, lijdend voorwerp, hoofdzin, bijzin, gezegde, persoonsvorm. 1E Grammaticale kennis: meewerkend voorwerp. 2E Grammaticale kennis: bijwoordelijke
Nadere informatieEigen vaardigheid Taal
Eigen vaardigheid Taal Door middel van het beantwoorden van de vragen in dit blok heeft u inzicht gekregen in uw kennis en vaardigheden van de grammatica en spelling van de Nederlandse taal. In het overzicht
Nadere informatieWEEK MAANDAG WOENSDAG DINSDAG DONDERDAG VRIJDAG ZONDAG ZATERDAG. Vul het juiste voorzetsel in. Nico fietst elke dag (aan, naar, op) de cursus.
Vul het juiste voorzetsel in. Nico fietst elke dag (aan, naar, op) de cursus. 1 Voeg een woord aan de zin toe zodat hij correct wordt. Micky werkt graag in tuin. Verbeter de fout in de zin. Floortje leeft
Nadere informatieStudiewijzer TaalCompetent
TaalCompetent - Studiewijzer 1 Studiewijzer TaalCompetent leer-/werkboek basisvaardigheden taalbeheersing Nederlands 1 Werken met TaalCompetent 2 Overzicht uitwerkingen 3 Taaltoetsen voor de pabo 4 Kennistrainingen
Nadere informatieAantekeningen die je moet leren voor het SE Leesvaardig voor Eldeweek 2 en je eindexamen!! Goed bewaren dus!!!! Naam: Leesvaardig Blok 1
Aantekeningen die je moet leren voor het SE Leesvaardig voor Eldeweek 2 en je eindexamen!! Goed bewaren dus!!!! Naam: Leesvaardig Blok 1 Tekstverband Signaalwoord Voorbeeld Reden Omdat, want, daarom Ik
Nadere informatieDit programma is gemaakt voor leerlingen vanaf groep 6 van de basisschool, alle niveaus van het vmbo en mbo 1 en 2.
Werkwoordspelling op maat Werkwoordspelling op maat besteedt aandacht aan het hele algoritme van de spelling van regelmatige werkwoorden en ook aan de verleden tijd van onregelmatige werkwoorden. Doelgroepen
Nadere informatieCONCEPT. Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten. Tussendoelen Nederlands onderbouw vo, vmbo
Tussendoelen Nederlands onderbouw vo, vmbo Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten Subdomein A 1.1: Woordenschat 1.1 vmbo de betekenis van onbekende woorden afleiden uit de context; 1.2 vmbo de betekenis
Nadere informatieProgramma van Inhoud en Toetsing (PIT)
Klas: IG3v (Docent: RKW) D Week: 13 t/m 24 Onderdeel: Grammatica Woordsoorten Nieuw Nederlands. 3 vwo. 5 e editie Hoofdstuk 1, 2, 3, 4 en 5 Werkwoorden en persoonlijke, bezittelijke, wederkerende, aanwijzende,
Nadere informatieIN DRIE STAPPEN NAAR EEN FOUTLOZE WERKWOORDSPELLING. werkwoordspelling.com M.Kiewit
IN DRIE STAPPEN NAAR EEN FOUTLOZE WERKWOORDSPELLING werkwoordspelling.com M.Kiewit Schematisch overzicht Stap 1: De persoonsvorm De persoonsvorm is het werkwoord dat op de eerste plaats komt te staan als
Nadere informatieTAALVERZORGING KGT 2 SPORTIEF PERRON 1
Sportief! TAALVERZORGING KGT SPORTIEF PERRON Je zit alweer in het tweede jaar van het vmbo. Vorig jaar heb je veel geleerd bij het onderdeel Taalverzorging, maar misschien ben je ook wel iets vergeten.
Nadere informatieOnline cursus spelling en grammatica
Handleiding Online cursus spelling en grammatica Het hoofdmenu In het hoofdmenu kun je links op een niveau klikken. Daarnaast zie je een overzicht van de modules die bij dit niveau horen. Modules Rechts
Nadere informatieEENVOUDIG BIJBELS HEBREEUWS LES 3. TalencentrumBarneveld.nl
versie 2 1 We gaan weer verder met het leren van de letters en klinkers. We bekijken het woord qxfj:yi. Een woord vol nieuwe letters. We lezen van rechts naar links. De eerste letter is de y, de yod. Onder
Nadere informatie9,6. Samenvatting door een scholier 1001 woorden 26 maart keer beoordeeld. Nederlands
Samenvatting door een scholier 1001 woorden 26 maart 2018 9,6 2 keer beoordeeld Vak Nederlands onderwerp pvtt pvvt ik stam stam + de/te je/jij achter pv stam stam + de/te je/jij voor pv stam +t stam +
Nadere informatie