ONTWERPEN ONTWERPFASE

Vergelijkbare documenten
ONTWERPEN EVALUATIEFASE

Kolb Leerstijlen test

Achtergrondinformatie Leerstijlen en Werkvormen

ILS-K 1 12/1/2016 INSTRUMENT LEER STIJL - K PERSOONLIJKE RAPPORTAGE VAN. Marc van Dongen

Lesvoorbereidingsformulier Fontys Hogeschool Kind en Educatie, Pabo Eindhoven Bron: Didactisch model van Gelder. Student(e) Klas Stageschool Plaats

Tijd: 8:30. Klas: 3HVc 9:10. Beginsituatie Leerlingen hebben week hiervoor toets seksualiteit gehad (zie paper 1)

Dit document hoort bij de training voor mentoren blok 4 coachingsinstrumenten, leerstijlen.

Uit het resultaat van mijn test kwamen voornamelijk de doener en beslisser naar voren.

Leerstijlentest van David Kolb Davy Jacobs, GDD1B

Leerwerktaak Schatrijk aan woorden

HOUT EN BOUW. Activerende werkvormen? De leraar doet er toe.

Werkplan vakverdieping kunstvakken

Ben jij Vindingrijk? Kolom

Zelfstandig werken = actief en zelfstandig leren van een leerling. Het kan individueel of in een groep van maximaal 6 leerlingen.

Ik-Wijzer Ik ben wie ik ben

Kolb als kapstok. 12 april Tonnie Prinsen & Uschi Koster.

Subculturen. Jorn van der Veen ; Naomi de Boer. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

3. Wat betekent dat voor de manier waarop lesgegeven zou moeten worden in de - voor jou - moeilijke vakken?

Mini-docu - Les 3 In gesprek met familie

Begeleiding van studievaardigheden in het Mentoraat. Frans Ottenhof

Eindverslag Academische Opleidingsschool Sophianum, juni 2011

Het Socratisch Gesprek als methode voor kritisch denken

Vragen stellen in de reken-wiskundeles

Leeratelier: Hoe maak ik een planning?

Leerstijlentest van Kolb Richard Van WP16.c

VISIE. Met opvoeden en onderwijzen beogen leerkrachten de harmonische ontplooiing van de totale persoon.

Programma. Didactiek. Leerstijlen (Kolb) Aanleer fases Leermodel (van Gelder): Beginssituatie, doelstelling

Differentiëren mbv het circuit Werkconferentie Morgen gaan we differentiëren! Otto de Loor

Hoe leerlingen (niet) leren?! Workshop Berseba 3 oktober 2018

Woordenschatonderwijs. Ideeën, modellen en (werk)vormen die de leerkrachten kunnen inzetten in de klas om het woordenschatonderwijs

Bijvoorbeeld: ik wil dat mijn leerlingen in de derde klas de werkwoorden op de juiste manier kunnen vervoegen.

DE L CKER DOELEN STELLEN

DE L CKER LUCA: ADHD

BBL-4, topklinisch traject RdGG Pagina 1 van 7 Persoonlijke ontwikkeling Portfolio ~ POP ~ PAP

Paragraaf 9.7 Opdracht 15

Module 9 Kennis delen en coachen

Mentor Datum Groep Aantal lln

Welke ruimte en skills hebben leerlingen nodig om bevlogen en gemotiveerd te werken. Astrid van den Hurk 22 januari 2015

Nederlands in Uitvoering

Vincent-stripverhaal MAKEN VOELEN SAMENWERKEN KIJKEN. Expertisecentrum Kunsttheorie Primair Onderwijs

Workshop Handleiding. Verhalen schrijven. wat is jouw talent?

Woordenschat: Je gebruikt eenvoudige woordenschat om over jezelf en wat je meemaakt te vertellen, eventueel met behulp van een online vertaalsite.

DE L CKER SOPHIE: ORALE BEVREDIGING

15 16 Evaluatie Korte Docentencursus Zuyd, april Inhoudsopgave. 1 Algemeen...1

TWEEDETAALVERWERVING EN NT2-DIDACTIEK

David Kolb en de leerstijlen

Archeologie op school. Handleiding voor de leerkracht

1 Onderzoeksinstrument A en B 2 A. Resultaten diagnostiche toets 3 B. Gesloten vragenlijst - uitkomsten 4 Leerling 5 Ik weet wat inkomstenbelasting

Taxonomie van Bloom. (taxonomie = wetenschap van het indelen) 6. Creëren. Nieuwe ideeën, producten of gezichtspunten genereren

P.1 Creëren van een veilig en stimulerend leerklimaat

Leren & Leidinggeven:

BIJLAGEN DOCENTENHANDLEIDING. Doel van de lessenserie

Sessie 2: Hoe werk je aan de eindtermen Nederlands, ook in andere vakken?

Sterkte-Zwakte Analyse

De Leren Zichtbaar Maken Impact cyclus, (Ervaringen met de aanpak van John Hattie) Lunteren, 2016

Laag Vaardigheden Leerdoelen Formulering van vragen /opdrachten

VRAGENLIJST STUDIEKRING Competentie Studievaardigheden en vak inhoudelijke kennis

Kennisdag docenten paard

DURVEN, ZIEN, ERVAREN & DELEN HET CREATIEF PROCES IN HET BASISONDERWIJS

Lesbeschrijving Nederlands

WHITEPAPER Nectar 5 e editie onderbouw

DE L CKER IKBAL: MEISJE IN JONGENSKLEREN

DE L CKER ZELFVERTROUWEN NA PESTEN

COACHINGSVAARDIGHEDEN. Maarten Van de Broek

Ik-Wijzer Ik ben wie ik ben

Hieronder staan 80 uitspraken. Kruis aan of je het er mee eens bent of juist niet. Sla geen uitspraken over.

Optische illusie en gezichtsbedrog

Ieder mens heeft een favoriete leerstijl. Grofweg gezegd bestaan er 4 manieren van leren;

Startbijeenkomst ptaak jaar 2. Ontwerpen en innoveren

Growth & Reflection. Opleverdatum: 18 juni 2014

MISSIE - VISIE - MOTTO

Mentor Datum Groep Aantal lln

Rapport Docent i360. Test Kandidaat

Wie ben jij? HANDLEIDING

Module 5 (leerjaar 1) HET ROMEINSE RIJK (OPKOMST EN ONDERGANG).

Les 3 Radboud Kids: Meet the professor Voor de leraar

Educatief arrangeren rond LOB

Duur van de les Introductie (gesprek) 15 minuten Kern (reflecteren en controleren met werkblad) 30 minuten Afsluiting, uitleg volgende les 5 minuten

Module 5 (leerjaar 1) HET ROMEINSE RIJK (OPKOMST EN ONDERGANG).

GEVOELLIJNEN - FOR THE BIRDS GEVOELLIJNEN

Differentieer in elke les. Omgaan met verschillen in Human Dynamics

Opbrengsten van CNV thema onderwijsdag 20 april 2016 Masterclass leerstrategieën door Karin Nijman & Inge Verstraete

Wiskunde Lesperiode 1

Ontwerpprincipes. Figuur 1: 21 e -eeuwse vaardigheden

OPDRACHTEN BIJ THEMA 11 BELEID

Europakenner Onderzoeker Journalist. toepassing. bediscussiëren en beargumenteren van Europese kwesties. gehaald op:

FOLLOW YOUR SUN LESSENREEKS GROEP 7 & 8 SCHOOLJAAR 2018 / Missie: ieder kind straalt!

SCHRIJF HET VERVOLG SCHRIJF HET VERVOLG KIJKEN, VOELEN, MAKEN KIJKEN VOELEN NADENKEN MAKEN WETEN

Workshop Handleiding. Verhalen schrijven. wat is jouw talent?

Mijn doelen voor dit jaar

D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen

Over ruzie en hoe je dat oplost natuurlijk!

Hoeveel kost het schoolreisje? Groep 5 rekenen 1

MONDELINGE TAALVAARDIGHEID BK 2 MAKKELIJK GEZEGD. Wat ga je doen?

1. Denken-delen-uitwisselen

Primair Onderwijs. 6 lessen

Schrijfopdracht 5: Zijn vrienden het altijd eens?

Wie ik ben, is een verhaal. Bildung en onderwijs

DE L CKER EEN LEUKE ONTDEKKING: MASTURBEREN

Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam

Transcriptie:

MARC ENGELEN (11/5/2008) ONTWERPEN ONTWERPFASE Ontwerpdoel en toegepaste theorie De 5 de klas van het Vossiusgymnasium begint na de meivakantie aan de module Verzuiling. Dat betekent dat ik mijn ontwerp weldra zal mogen uitvoeren. Wat ga ik dan precies doen? Laat mij beginnen met het formuleren van mijn hoofdvraag en ontwerpdoel. De vraag waar ik, met behulp van mijn ontwerp, een antwoord op hoop te krijgen is: Gaan de leerlingen effectiever leren als de leeractiviteiten en werkvormen die tijdens de les aan bod komen, aansluiten bij hun leerstijlen? Ik heb daarom geprobeerd een lessenreeks te ontwerpen waarbij de leerstof op een manier wordt aangeboden die past bij de leerstijlen van de leerlingen in de klas. Maar welke leerstijlen hebben de leerlingen uit de 5 de klas van het Vossiusgymnasium? Om dit te achterhalen heb ik de kinderen de leerstijlentest van Kolb laten maken. Uit de test kwam naar voren dat veruit het grootste deel van de klas dromer/observeerder is. Om precies te zijn waren slechts vier van de zestien leerlingen geen dromer/observeerder maar denker/theoreticus. Dat wil zeggen dat de meeste leerlingen de nadruk leggen op concrete ervaringen en een groot voorstellingsvermogen hebben. Ze hebben een sterke verbeeldingskracht en fantasie waarmee ze een concrete situatie vanuit verschillende gezichtshoeken kunnen bekijken en snel verbanden kunnen leggen tussen een aantal observaties. Het zijn vaak creatieve mensen die ook ruimte nodig hebben voor het creëren van ideeën. 1 Omdat twaalf van de zestien leerlingen uit de klas dromer zijn én gezien de beperkte tijd die ik heb om mijn lessenreeks te ontwerpen, heb ik besloten om lessen te ontwerpen die aansluiten bij de leerstijl van de dromer. De andere leerstijlen zullen een andere keer aan bod moeten komen. In verband hiermee moet ik mijn hoofdvraag echter herformuleren en wel als volgt: Gaan de leerlingen met de leerstijl van de dromer effectiever leren als de leeractiviteiten en werkvormen die tijdens de les aan bod komen, aansluiten bij hun leerstijl? Na de uitvoeringsfase van het ontwerp wil ik de toetsresultaten van de dromers voor 1 Vergouwen Overduin (2008) http://www.vergouwenoverduin.nl/uitleg%20over%20de%20kolbtest.html

de module over de verzuiling vergelijken met hun eerdere toetsresultaten. Overigens heb ik de leerlingen ook een motivatietest laten doen. Na afloop van de uitvoeringsfase wil ik deze test herhalen en kijken of mijn lessenreeks een positieve uitwerking heeft gehad op de motivatie van de leerlingen. Daarbij ga ik ervan uit dat een betere motivatie leidt tot betere leerprestaties. Met behulp van de toetsresultaten én de uitkomst van de motivatietest denk ik dus te kunnen achterhalen of de leerlingen effectiever hebben geleerd. Maar hoe ontwerp je lessen die passen bij die leerstijl? Om hier achter te komen ben ik in de vakdidactische literatuur gedoken. Uiteindelijk vond ik de informatie uit de volgende stukken over de leerstijlentheorie van David Kolb het meest bruikbaar. Hoogstraat, E. De toepassing van de leerstijlentheorie van Kolb in CGOprojecten: Didactische werkvormen en de kenmerken van leermaterialen en leeromgevingen. (Arnhem, 2007). Dienst Beroepsopleiding departement van Vlaamse Ministerie van Onderwijs en Vorming. Onderwijzen in het bed van Procrustus. (Brussel, 2007). Vooral in de laatstgenoemde bron vond ik veel informatie over de leerstijlentheorie van David Kolb. In 2006 is het Vlaamse Ministerie van Onderwijs en Vorming het Venusproject begonnen. Via de website www.ohmygods.be kunnen leerlingen hun leerstijl testen. Leraren vinden er informatie over de wetenschappelijke achtergrond van de leerstijlentheorie van David Kolb en tips over hoe zij deze theorie in de klas kunnen toepassen. Kolb is van mening dat onderwijs vaak te beperkt is in het gebruik van leermethoden. Hierdoor krijgen leerlingen alleen les volgens de stijl die past bij hun vakgebied of volgens de stijl die de docent het makkelijkst vindt. Maar een beslisser wil vooral het praktische nut begrijpen van de leerstof die hij krijgt aangeboden. Een denker vraagt om intellectuele uitdagingen: wat is het verbanden zijn er tussen de leerstof en de kennis die hij al heeft? De doener wil graag in het diepe springen van een praktische opdracht en houdt van experimenteren in bijvoorbeeld rollenspellen. De dromer hoort of ziet graag verschillende visies op een probleem. De leerling zou effectiever leren als hij ook leerstof aangeboden krijgt die past bij zijn leerstijl en daarom moet de leraar alle stijlen beheersen, aldus Kolb. Ik wil kijken of de leerlingen uit de 5 e klas van het Vossiusgymnasium effectief leren aan de hand van een, door mij ontworpen, lessenreeks die past bij hun leerstijl. Aangezien de meerderheid van deze groep leerlingen dromer is, heb ik besloten om lessen te ontwerpen die aansluiten bij deze leerstijl. Met behulp van de zojuist genoemde studies over de leertheorie van Kolb ben ik tot de conclusie gekomen dat de dromer optimaal functioneert in

een leeromgeving waarin hij: wordt uitgedaagd om zich in te leven dingen kan ervaren (iets bekijken, voelen, horen) wordt gestimuleerd creatief te zijn (ontwerpen en vormgeven) de ruimte krijgt om ervaringen en gevoelens te uiten de tijd krijgt om de ervaringen te verwerken mogelijkheden krijgt om gedachten uit te wisselen geconfronteerd wordt met verschillende visies Ik heb bij het ontwerpen van mijn lessenreeks geprobeerd rekening te houden met de zojuist genoemde voorwaarden voor de ideale leeromgeving van de dromer. Door hen bijvoorbeeld geen tijdslimiet op te leggen, de leerlingen tijd en ruimte te geven om ervaringen te verwerken en gevoelens te uiten, de leerstof met voorbeelden (visueel) uit te leggen en middels discussie verschillende meningen uit de klas naar voren te laten komen. Na afloop van de uitvoeringfase die de komende weken zal plaatsvinden, wil ik evalueren of de leerlingen naar aanleiding van mijn lessenreeks effectief hebben geleerd en of dat wel of niet te maken had met het aansluiten van mijn lessen aan de leerstijl van de dromer. Docentenhandleiding Beste docent, Voor u ligt het ontwerp voor een lessenreeks over het thema Verzuiling. Dit onderwerp is verplichte kost voor de leerlingen in de 5 de klas van het Vossiusgymnasium. De emancipatiestrijd van arbeiders, protestanten en katholieken heeft in ons land geleid tot een uniek verschijnsel: verzuiling. Deze ontwikkelde zich sterk met name vanaf de jaren twintig van de 20ste eeuw maar zwakte vanaf de jaren zestig van diezelfde eeuw duidelijk af. Verzuiling betekent dat mensen hun leven inrichten op basis van hun geloof en of levensovertuiging. Concreet betekent dit dat iemand die katholiek was naar een katholieke school ging, trouwde met iemand van zijn/haar eigen geloof, een katholieke krant las, op een katholieke partij stemde enz. De lessenreeks sluit aan bij de reader over de verzuiling die op het Vossiusgymnasium wordt gebruikt. De reader behandelt de periode van verzuiling en ontzuiling en wel vanaf het

einde van de negentiende eeuw tot de jaren zeventig van de twintigste eeuw en beschrijft de politieke, economische en maatschappelijke ontwikkelingen die zich in deze tijd voordeden. De bedoeling van het hier aangeboden lesmateriaal is om de leerstof uit de reader te verduidelijken. De lessenreeks bestaat uit vier lessen van 45 minuten. Kort samengevat zien de lessen er als volgt uit: Les1: Leerdoelen: 1. De leerlingen kennen van iedere zuil tenminste 2 kenmerken. 2. De leerlingen kunnen zich voorstellen wat het voor mensen moet hebben betekend om tot een van de zuilen te behoren. Tijdens de eerste les krijgen de leerlingen de opdracht zich in te beelden dat zij leven in de jaren vijftig van de twintigste eeuw. Vervolgens moeten zij een brief schrijven aan hun ouders. De ouders behoren tot één van de vier zuilen. De leerlingen mogen de zuil van de ouders zelf kiezen. In de brief moeten zij vaarwel zeggen tegen hun ouders. Zij hebben namelijk gekozen voor een andere zuil. Wederom mogen zij deze zuil zelf kiezen. Nu is het de opdracht aan de leerlingen om in de brief uit te leggen wát er mis is aan de zuil van hun ouders en wát er beter is aan die andere zuil. Daarbij moeten ze tenminste 2 kenmerken van deze zuilen die in de reader worden genoemd, verwerken. Voor deze opdracht krijgen ze +/- twintig minuten. Na afloop worden er enkele van deze verhalen van de leerlingen voorgelezen en de kenmerken van de zuilen besproken. Les 2: Leerdoelen: 1. De leerlingen weten hoe jongeren uit verschillende milieus aan het begin van de jaren zestig (het staartje van de Verzuiling) spraken en dachten over het gezin, vrije tijd, seks voor het huwelijk en geloof. 2. De leerlingen kunnen tenminste 2 redenen noemen waarom de film Mensen van Morgen van Kees Brusse toen deze in 1964 uitkwam, zo controversieel was. De leerlingen bekijken een fragment van twintig minuten uit de film Mensen van morgen van Kees Brusse (1964), een film waarin dertien Nederlandse jongeren uit verschillende milieus over hun leven en gedachten vertellen. Daarbij krijgen de leerlingen een vragenlijst. Ze moeten ondermeer letten op het taalgebruik en de kleding van de jongeren, de thema s die worden besproken én de manier waarop de jongeren deze onderwerpen benaderen.

Les 3: Leerdoelen: 1. De leerlingen kennen tenminste twee oorzaken van de Ontzuiling die eind jaren 60 intrad. 2. De leerlingen kennen tenminste 2 subculturen die gedurende de jaren 60 ontstonden en weten welke doelstellingen deze hadden. De docent legt met behulp van tekstfragmenten uit De eeuw van mijn vader van Geert Mak (1999) en de VPRO-documentaire Special Report: Provo (1967) uit hoe de ontzuiling eind jaren zestig intrad en subculturen ontstonden. Les 4: Leerdoelen: 1. De leerlingen kunnen hun kennis over de verzuiling en ontzuiling creatief toepassen. 2. De leerlingen kunnen zich inleven in de tijd dat de subculturen ontstonden. 3. De leerlingen kunnen samenwerken. 4. De leerlingen kunnen op hun werk reflecteren. 5. De leerlingen kunnen elkaar feedback geven. De leerlingen krijgen de opdracht een subcultuur te bedenken die zou hebben gepast in de jaren zestig van de vorige eeuw. Een subcultuur met een eigen naam (en eventueel eigen logo), acties (ludiek of anderszins) en doelstellingen/idealen die zouden passen in die tijd. Aan de lessenreeks is niet noodzakelijkerwijs een eindproduct of toets verbonden. Het staat de docent vrij om onderdelen uit de reeks, zoals de briefopdracht uit les 1, apart te beoordelen en/of een toets in te passen. Het leerlingenmateriaal bestaat uit: Les 1: Een blad met daarop de briefopdracht. Les 2: De film Mensen van morgen van Kees Brusse (1964). Een vragenlijst behorende bij de film. Les 3: Tekstfragmenten uit De eeuw van mijn vader van Geert Mak (1999). De VPRO-documentaire Special Report: Provo (1967) Een vragenlijst behorende bij de documentaire. Les 4: Een blad met daarop de subcultuuropdracht. Dit materiaal treft u aan in de bijlagen!

Verantwoording voor de opdrachten uit mijn lessenreeks Ik heb bij het ontwerpen van mijn lessenreeks geprobeerd rekening te houden met de voorwaarden voor de ideale leeromgeving van de dromer. Voor alle duidelijkheid herhaal ik ze hier nogmaals: wordt uitgedaagd om zich in te leven dingen kan ervaren (iets bekijken, voelen, horen) wordt gestimuleerd creatief te zijn (ontwerpen en vormgeven) de ruimte krijgt om ervaringen en gevoelens te uiten de tijd krijgt om de ervaringen te verwerken mogelijkheden krijgt om gedachten uit te wisselen geconfronteerd wordt met verschillende visies De schrijfopdracht uit de eerste les is gericht op het ophalen van bestaande kennis. De leerlingen moeten er namelijk bij nadenken over de kenmerken van de verschillende zuilen. Tegelijkertijd sluit dit alles aan bij de leerstijl van de dromer want het daagt hem uit om zich in te leven in de tijd van de verzuiling. De opdracht geeft de leerlingen ook de ruimte om hun gedachten over die tijd te uiten. Door een paar leerlingen hun brief voor te laten lezen en deze te bespreken, krijgen de leerlingen tevens de mogelijkheid om met hun klasgenoten van gedachten te wisselen. In de tweede les wordt er dan gekeken naar de film Mensen van morgen van Kees Brusse. Ook deze is geschikt voor de dromer want hierdoor ervaart de leerling hoe jonge mensen aan het begin van de jaren 60 spraken en dachten over onderwerpen als het gezinsleven en seksualiteit. De bij de film behorende vragenlijst verschaft de kinderen de mogelijkheid om hetgeen ze hebben gezien, te verwerken. Hetzelfde geldt voor de nabespreking. In de derde les zullen de tekstfragmenten uit De eeuw van mijn vader van Geert Mak en de VPRO-documentaire over de Provo s de leerlingen confronteren met verschillende subculturen en daarmee met verschillende visies op de maatschappij. Hierom én omwille van het feit dat dromers de leerstof graag uitgelegd krijgen aan de hand van voorbeelden, is het volgens mij toepasselijk om dit materiaal te gebruiken. Ook de laatste opdracht uit mijn lessenreeks (het bedenken van een subcultuur) komt de dromers volgens mij op vele terreinen tegemoet. De leerlingen worden hierdoor namelijk uitgedaagd om zich in te leven, creatief te zijn en ervaringen en gevoelens te uiten.

De nabespreking ervan zal hen tevens in de gelegenheid stellen om hun ervaringen met elkaar te delen. Ik denk op deze wijze een lessenreeks te hebben ontworpen die aansluit bij de leerstijl van de dromer. Of dit inderdaad zo is zal nog moeten blijken maar hoe dan ook, ik vond het ontwerpproces leerzaam. Ik vind het moeilijk om bij het maken van een lesontwerp rekening te houden met een leerstijl. Deze oefening was daarom sowieso waardevol! Marc Engelen N.B.: Zie de bijlagen (het materiaal behorende bij de lessenreeks) op de volgende pagina s!

Bijlage 1: De briefopdracht (les 1) Stel je voor dat je in de jaren vijftig van de twintigste eeuw leeft. Je woont in het verzuilde Nederland en je ouders behoren tot één van de vier zuilen (je mag zelf kiezen of ze bij de protestantse, katholieke, socialistische of neutrale horen). Schrijf vervolgens een brief waarin je vaarwel zegt tegen je ouders. Je hebt namelijk gekozen voor een andere zuil. Ook deze zuil mag je zelf kiezen! In de brief moet je uitleggen wát er mis is aan de zuil van je ouders en wát er beter is aan die van je eigen keuze. Je mag zelf beslissen welke reden(en) je hebt om voor de nieuwe zuil te kiezen. Bijvoorbeeld omdat je verliefd bent geworden op iemand uit een andere zuil. Let op: In je brief moet je tenminste 2 kenmerken van 2 zuilen verwerken! Deze kenmerken staan vermeld in je reader over de Verzuiling. Bijlage 2: De film Mensen van morgen van Kees Brusse uit 1964 + vragenlijst! (les 2) De film is te zien via de volgende 2 links: 1. http://geschiedenis.vpro.nl/artikelen/32785224/ 2. cgi.omroep.nl/cgibin/streams?/vpro/32820803/windowsmedia.asf?title=mensen%20van%20morgen%201964; embed=1 - Vragenlijst: Zie volgende pagina!

Vragenlijst behorende bij de film Mensen van morgen (1964): We gaan kijken naar een fragment van twintig minuten uit de film Mensen van morgen van Kees Brusse (1964). In deze film vertellen dertien Nederlandse jongeren uit verschillende milieus over hun leven en gedachten. We zien ondermeer een Amsterdamse straatjongen, een jonge vrouw van het platteland, een student, een vrouw die zich voorbereidt op het kloosterleven, een prostituee, en een profvoetballer Hieronder staan enkele vragen. Lees de vragen goed door voordat de film begint. Kijk dan rustig naar het beeldfragment. Na afloop van de film kun je de vragen beantwoorden. Geef per vraag in minimaal 2 en maximaal 10 zinnen antwoord. Veel kijkplezier! De vragen: 1. Wat is je opgevallen aan het taalgebruik van de jongeren? Praten ze allemaal op dezelfde manier? Praten ze anders dan jij? Zo ja, wat is anders aan hun taalgebruik? 2. Kun je een verklaring geven voor het taalgebruik van de jongeren? 3. Wat is je opgevallen aan het uiterlijk van de jongeren? Kun je bijvoorbeeld iets zeggen over hun kapsel en/of kleding? 4. Kun je aan de hand van het kapsel en/of kleding van de jongeren zien uit welk milieu ze komen? 5. Wat vind je van het gedrag van de jongeren? Vind je hun gedrag normaal of vreemd en waarom vind je dat? Gedragen zij zich allemaal hetzelfde? 6. In de film praten de jongeren over verschillende zaken. Wat vinden zij belangrijk in het leven? Vind jij dat ook belangrijk? 7. Over sommige dingen praten de jongeren niet zo makkelijk. Welke dingen zijn dat? Waarom zouden deze jongeren het moeilijk vinden om hierover te praten?

Bijlage 3: Tekstfragmenten uit De eeuw van mijn vader van Geert Mak (les 3) Teksfragment 1:

Tekstfragment 2:

Bijlage 4: De VPRO-documentaire Special Report: Provo uit 1967+ vragenlijst! (les 3) De documentaire is te zien via de volgende link: http://geschiedenis.vpro.nl/dossiers/25286203/ We gaan kijken naar een fragment van 10 minuten uit de VPRO-documentaire Special Report: Provo (1967). In deze film komen de leiders van de Provobeweging Robert Jasper Grootveld en Roel van Duyn en nog vele andere Provo s aan het woord. Hieronder staan enkele vragen. Lees de vragen goed door voordat de film begint. Kijk dan rustig naar het beeldfragment. Na afloop van de film kun je de vragen beantwoorden. Geef per vraag in minimaal 2 en maximaal 10 zinnen antwoord. De vragen: 1. Wat zijn volgens de film de doelstellingen van de Provobeweging? 2. Wat is je opgevallen aan het taalgebruik van de jongeren? Praten ze allemaal op dezelfde manier? Praten ze anders dan de jongeren uit de film Mensen van morgen die we eerder al zagen? Zo ja, wat is anders aan hun taalgebruik? 3. Kun je een verklaring geven voor het taalgebruik van de jongeren? 4. Wat is je opgevallen aan het uiterlijk van de jongeren? Kun je bijvoorbeeld iets zeggen over hun kapsel en/of kleding? Is hun uiterlijk anders dan die van de jongeren die uit de film Mensen van morgen? 5. Kun je aan de hand van het kapsel en/of kleding van de jongeren zien uit welk milieu ze komen? 6. Wat vind je van het gedrag van de jongeren? Is hun gedrag anders dan die van de jongeren die uit de film Mensen van morgen en zo ja, waarom? Vind je hun gedrag normaal of vreemd en waarom vind je dat? Gedragen zij zich allemaal hetzelfde? 7. Kun je een verklaring geven voor het gedrag van de Provo s?

Bijlage 5: De subcultuuropdracht (les 4) In de vorige lessen hebben we het ondermeer gehad over de verschillende jeugdsubculturen zoals de nozems en de provo s uit de jaren zestig van de twintigste eeuw. Bedenk nu met je groepje een nieuwe jeugdsubcultuur die gepast zou hebben in de jaren zestig. Een subcultuur met een eigen naam (en eventueel een eigen logo), acties (ludiek of anderszins) en doelstellingen/idealen die zouden passen in die tijd. Maak vervolgens een collage waarmee je deze subcultuur aan de rest van de klas presenteert. Veel schrijf, knip en plakplezier!