Adviesloket Zuidoost

Vergelijkbare documenten
4b. Arrangementen Extra ondersteuning. De route naar extra ondersteuning binnen deelverband Zuidoost. Ambulant begeleiders (AB)

ROUTE A: LEERLING WORDT AANGEMELD BIJ EEN BASISSCHOOL

Basisondersteuning in het samenwerkingsverband Primair Onderwijs Duin- en Bollenstreek

Ondersteuningstoewijzing gaat over de wijze waarop leerlingen die extra ondersteuning behoeven die ondersteuning kunnen ontvangen.

Toelichting ontwikkelingsperspectief

Ondersteuningsstructuur voor passend onderwijs in de Viviani scholen.

Schoolondersteuningsprofiel

Passend onderwijs Wat is passend onderwijs? Waarom wordt passend onderwijs ingevoerd?

Samen maken we het passend!

Basisondersteuning Samenwerkingsverband Stromenland

Borgshof CS Farmsum

CDBS Ichthus Baflo 1

Schoolondersteuningsprofiel

Schoolondersteuningsprofiel

CBS Oranje Nassauschool Meidoornstraat VX Stadskanaal

Gecomprimeerd schoolondersteuningsprofiel

Verslag startbijeenkomsten wijkoverleg oktober 2014

Schoolondersteuningsprofiel

Gecomprimeerd schoolondersteuningsprofiel

Schets van de Procesgang Handelingsgericht Arrangeren

Procesbeschrijving ondersteuning op niveau 1,2,3 en 4. I : Algemeen

Samen voor kinderen Agenda. Ondersteuningsplan SWV PO Wat betekent Passend Onderwijs voor mij? 1. Passend Onderwijs algemeen

Ondersteuningsplan

Gecomprimeerd schoolondersteuningsprofiel

Ondersteuningsplan Samenwerkingsverband Passend Onderwijs IJmond Publieksversie voor scholen en ouders

PCL Extra steun. Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs Zuid- Utrecht

4 Extra ondersteuning in het regulier onderwijs

PASSEND ONDERWIJS BINNEN AMSTERDAM/DIEMEN INLEIDING OP DE LAATSTE STUDIEMIDDAG VAN SAMENWERKINGSVERBAND ZUID 18 MAART 2014

Concept projectplan Steunpunt Hoogbegaafdheid

Handreiking. In welke situatie wordt een TLV aangevraagd? Wat is nodig om een TLV aan te vragen?

ALS ONDERWIJS MIJ NIET PAST MAG IK HET DAN RUILEN?

CBS De Borgstee Nesweg AV Spijk Tel.nr.:

Gecomprimeerd schoolondersteuningsprofiel

Wat is passend onderwijs? Vanaf 1 augustus 2014 is de Wet Passend Onderwijs van kracht. Om alle kinderen een passende onderwijsplek te bieden, gaan

Gecomprimeerd schoolondersteuningsprofiel

Verklarende woordenlijst en lijst met afkortingen

Studiedag Inrichting Passend Onderwijs SWV PO RKC Waalwijk 3 juni 2014

Inhoudsopgave. Wijzigingenoverzicht

leerlingen iedere school die is aangesloten bij het Samenwerkingsverband werkt volgens de kernwaarden (zie verderop).

Passend onderwijs Voorblad 1: Foto Typ hier de titel

Gecomprimeerd schoolondersteuningsprofiel

Gecomprimeerd schoolondersteuningsprofiel

ONDERSTEUNINGSPLAN MAERLANT-LYCEUM

Gecomprimeerd schoolondersteuningsprofiel

Kader arrangeren en indiceren

Het aanvragen van een TLV of ondersteuningsarrangement

SCHOOLONDERSTEUNINGSPROFIEL OSG PITER JELLES DE FOORAKKER

TOEWIJZEN van bovenschoolse ondersteuning VANUIT ONDERWIJS- EN ONDERSTEUNINGSBEHOEFTEN

SWV Driegang heeft haar ambitie gelegd bij PO-kwaliteit. Wij willen daar in twee stappen komen;

Schoolondersteuningsprofiel. 15QG00 Horizon

Schoolondersteuningsprofiel. 26 Ibs 'T Pompebled

Gecomprimeerd schoolondersteuningsprofiel

Schoolondersteuningsprofiel. 23 Dr. Theun De Vriesskoalle

Passend onderwijs. onderwijs voor uw kind

Vormgeven aan passend onderwijs binnen De Wheemschool

Periode van het moment van aanmelding tot het bericht van toelating op de meest passende plek Periode van 6 weken!

Regeling rugzakleerlingen in het Passend Onderwijs

Het groeidocument als gespreksverslag

Handreiking. In welke situatie wordt een TLV aangevraagd? Wat is nodig om een TLV aan te vragen?

Ontwikkelings Perspectief. Plan

Op weg naar Passend Onderwijs in Zuidwest Friesland

Basisondersteuning. Preventieve en licht curatieve ondersteuning. Berséba - PO0001. School Plaats Directeur Datum

Schoolondersteuningsprofiel. 23 Dr. Theun De Vriesskoalle

Gecomprimeerd schoolondersteuningsprofiel

van: werkgroep werkgebieden; Astrid Ottenheym (directeur Passend primair onderwijs N-K)

Gecomprimeerd schoolondersteuningsprofiel

Schoolondersteuningsprofiel

Bijeenkomst Onderwijs-zorg arrangementen. april 2018

Vragen gesteld op de ouderavond op 11 februari 2014 gehouden in De Boemerang te Naaldwijk

Schoolondersteuningsprofiel. Giessen Oudekerk

WILLIBRORD SCHOOLONDERSTEUNINGSPROFIEL

4. Extra ondersteuning in het regulier onderwijs

Schoolondersteuningsprofiel: is onze school de passende plek voor uw kind?

Ondersteuningsprofiel van de Noachschool

Procedure toelaatbaarheidsverklaring VSO

Gecomprimeerd schoolondersteuningsprofiel

Gecomprimeerd schoolondersteuningsprofiel

BASISSCHOOL DE BRON SPIESHEEM NJ VEENENDAAL TEL

SWV PO 2203 PASSEND ONDERWIJS. Monitor Financiën. verantwoording en analyse 2015

SCHOOLONDERSTEUNINGSPROFIEL SCHOOLJAAR Dalton basisschool Confettti

Notitie Schoolondersteuningsprofiel 2016 en verder

Tekst: Anita Michgelsen, Magda van der Wulp & Alyce Zandbergen

Gecomprimeerd schoolondersteuningsprofiel

Met basisondersteuning in het onderwijs wordt de ondersteuning bedoeld die elke school minimaal biedt.

Routekaart bij schoolwisseling

Kwaliteitsaspect Indicator Praktijken Midden oktober 2014 Verwijzingen Ja in % BASISKWALITEIT Toezichtskader TZK Zie Integraal / KH / WMK..

Kwaliteitsaspect Indicator Praktijken Verwijzingen Ja Nee BASISKWALITEIT Toezichtskader Inspectie. TZK Zie Integraal / KH / WMK..

Gecomprimeerd schoolondersteuningsprofiel

Voor wat betreft de financiën ligt de prioriteit bij de interne begeleiding op de basisscholen.

Passend onderwijs. Passend onderwijs

Werkwijze Adviescommissie Toelaatbaarheid SWV VO De Langstraat

Handreiking ondersteuningsstructuur passend onderwijs RSV BREDA PO 30.03

OBS DE KLIMOP SCHOOLONDERSTEUNINGSPROFIEL

Proces en spoedprocedures Toelaatbaarheid tot een school voor Speciaal (Basis) Onderwijs in Unita

Schoolondersteuningsprofiel: is onze school de passende plek voor uw kind?

Uitwerking basisondersteuning (concept)

Notitie voor leerkrachten

Bijlage 5 Toelating en aanmelding

SCHOOLONDERSTEUNINGSPROFIEL SCHOOLJAAR

Transcriptie:

1

Doel van de wet: Zorgen dat elke leerling zijn of haar schoolloopbaan zo goed mogelijk kan doorlopen (geen thuiszitters) Leerlingen daarbij ondersteunen als dat nodig is Als het kan in het regulier onderwijs Als het moet in het speciaal onderwijs Samen met leerling en ouders bespreken wat nodig is Zoveel mogelijk samenwerken, niet wachten op elkaar Eén plan voor een kind (en zijn of haar gezin) 2

3

4

Passend onderwijs kijkt vooral naar de mogelijkheden van de leerling en zijn/haar onderwijsbehoefte en wat er nodig is om het onderwijs te geven dat daarbij past. Onderwijs op maat is nodig om elke leerling tot zijn recht te laten komen. Passend onderwijs biedt deze ruimte, ook in financiële zin. Daarom vervallen de landelijke indicatiecriteria voor het speciaal onderwijs of een rugzak. In plaats daarvan gaan scholen in het samenwerkingsverband bepalen wanneer een leerling kan worden toegelaten tot het speciaal (basis)onderwijs. In Zuidoost gebeurt dat in nauwe samenwerking met het Adviesloket. Adviesloket Zuidoost Het Adviesloket heeft als taak het bieden van ondersteuning aan de basisscholen en ouders en is als 'spin in het web' van de voorzieningen in Zuidoost gepositioneerd. Bij het Adviesloket worden de onderwijsen zorgvragen van de basisscholen en ouders benoemd. Het eerste advies wordt door de medewerkers van het Adviesloket geformuleerd en er wordt gezocht naar het meest geëigende onderwijsaanbod. Het Adviesloket Zuidoost voert ook de noodprocedures uit. Het Adviesloket is ondergebracht bij het Projectenbureau Primair Onderwijs Zuidoost. 5

Basisondersteuning Basisondersteuning is het door het samenwerkingsverband afgesproken geheel van preventieve en licht curatieve interventies die: binnen de onderwijs ondersteuningsstructuur van de school, onder regie en verantwoordelijkheid van de school, waar nodig met de inzet van expertise van andere scholen en ketenpartners, zonder specifiek arrangement en/of ontwikkelingsperspectief, planmatig en op een overeengekomen kwaliteitsniveau worden uitgevoerd. Het kader voor basisondersteuning bestaat in ieder geval uit de volgende onderdelen: elke school heeft een effectieve interne ondersteuningsstructuur en scoort minimaal een voldoende op de indicatoren uit het toezichtskader van de inspectie voor het onderwijs, en met name de indicatoren die betrekking hebben op de ondersteuning van leerlingen; elke school heeft de leerlingondersteuning ingericht volgens de standaarden en cyclus van handelingsgericht werken; elke school heeft een ondersteuningsteam en werkt effectief samen met de ketenpartners en het speciaal (basis)onderwijs; elke school heeft in haar schoolondersteuningsprofiel vastgelegd hoe zij met behulp van preventieve en licht curatieve interventies tegemoet komt aan kinderen met een specifieke onderwijsbehoefte; elke school stelt zodra zij een beroep doen op extra ondersteuning een ontwikkelingsperspectief op voor de leerling. 6

Elke school wordt geacht het vastgestelde niveau van basisondersteuning aan haar leerlingen te geven. De verantwoordelijkheid voor het niveau van deze basisondersteuning op de scholen ligt bij de schoolbesturen. Bij ondersteuningsvragen van leerlingen die binnen de vastgestelde basisondersteuning vallen, kan er geen beroep op het toewijzingsfonds worden gedaan. Middelen uit het toewijzingsfonds komen pas vrij op het moment dat er een specifiek arrangement georganiseerd moet worden. Extra ondersteuning en arrangementen De middelen voor extra ondersteuning zijn door de schoolbesturen van Zuidoost gebundeld in een Toewijzingsfonds. Wat verstaan we onder extra ondersteuning? In principe alle situaties waarin: - de ondersteuningsvraag de basisondersteuning overstijgt en - waar géén verwijzing aan de orde is De inhoud van de extra ondersteuning wordt beschreven in een arrangement. Uitvoering van arrangementen betekent zich richten op de vraag, richten op onderwijsbehoeften. Daarbij komen in veel gevallen ook de daarmee samenhangende ondersteuningsbehoeften van de leerkracht/school in beeld. Arrangementen moeten daarom ook herkenbaar kunnen zijn als meer handen in de klas (bijv. een assistent), inzet van expertise (bijv. een orthopedagoog), onderwijsmaterialen en aanpassingen ruimtelijke voorzieningen. 6

7

8

Investeren in de relatie met de ouders is cruciaal! Met het betrekken van de Ouder Kind Adviseur (OKA) kan de school indien nodig integraal arrangeren, ofwel onderwijsondersteuning combineren met opvoedhulp/jeugdzorg. Voor het betrekken van onderwijsexpertise kan de school een beroep doen op het Adviesloket. Ook zijn er scholen die zelf (structureel) een onderwijsexpert inhuren, bijvoorbeeld een orthopedagoog. Deze persoon kan eveneens deze rol vervullen. 9

Let op: stap 1 t/m 4a vallen binnen de basisondersteuning 1. Signalering door de leerkracht. Jij bent als leerkracht in staat om stagnatie en belemmeringen in de ontwikkeling van kinderen te signaleren. Je betrekt ouders erbij, en werkt constructief met hen samen om een oplossing te vinden ( educatief partnerschap ). Als je signaleert dat de ontwikkeling van een leerling stagneert, start de route op basis van HGW in de klas. Deze ziet er als volgt uit: Waarnemen: evalueren van groepsplan en verzamelen leerlingengegevens in groepsoverzicht > doelen stellen en signaleren van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften > Begrijpen: benoemen van specifieke onderwijsbehoeften van leerlingen > Plannen: clusteren van leerlingen met vergelijkbare onderwijsbehoeften > opstellen van het groepsplan > Realiseren: uitvoeren van het groepsplan. Dit vraagt dus van jou als leerkracht dat je in handelingsgerichte terminologie kunt aangeven wat een leerling nodig heeft om weer tot leren te komen en dat je de cyclus van HGW in de klas doorloopt. 2. In gesprek met de intern begeleider Op het moment dat je niet tot toereikende oplossingen komt, ga je in gesprek met de intern begeleider. De IB er maakt een gedegen analyse van de situatie en geeft vervolgens advies over een mogelijk aanpak, maakt afspraken over terugkoppeling en betrekt wederom de ouders bij het traject. Zij heeft daarmee de regie in het arrangeerproces. 10

Deze driehoek van leerkracht, IB er en ouders moet binnen de basisondersteuning snel en eenvoudig toegang kunnen hebben tot expertise (aanbod) voor vraagverheldering of snelle interventies. Dat kan bijvoorbeeld een schoolmaatschappelijk werker zijn (ouder-kindadviseur), een schoolarts of de leerplichtambtenaar. 3. Opschalen Als je in de eerdergenoemde driehoek niet tot een effectief en uitvoerbaar handelingsplan voor de leerling kunt komen, of de ondersteuningsbehoefte niet goed kunt benoemen, kan de driehoek worden uitgebreid met de directeur, het Adviesloket, de ouder-kindadviseur en/of andere relevante disciplines. In Zuidoost gaat het dan feitelijk om een zorgbreedteoverleg (ZBO). De vervolgstap is afhankelijk van het karakter van het handelingsplan dat binnen het ZBO tot stand komt. Dat kan uitvoerbaar blijken binnen de basisondersteuning, maar ook uitvoerbaar zijn binnen de school met behulp van een arrangement dat de basisondersteuning overstijgt. Belangrijke toetssteen voor het ZBO is het uitgangspunt dat er sprake moet zijn van één plan als achter specifieke behoeften ook de noodzaak tot een gezinsaanpak vanuit de jeugdhulpverlening schuilgaat. Dit begint met de check na de signalering van een stagnerende ontwikkeling of er niet al sprake is van een vorm van jeugdhulpverlening en gaat verder met de verkenning van een gecombineerde aanpak. NB: Een bijeenkomst van dit ZBO is niet voorwaardelijk om hulp te mogen inroepen van expertise door de eerdergenoemde driehoek. 4a. Arrangeren in de basisondersteuning / handelingsplan Arrangeren is een nieuw begrip. Het betekent dat we voor een leerling de ondersteuning organiseren die nodig is. Een arrangement kan bijvoorbeeld bestaan uit de kennis van een deskundige, specifiek lesmateriaal, of de inrichting van een aangepaste werkplek voor een leerling. Het kan ook zijn dat een andere school beter in staat is om het arrangement te bieden dat past bij een leerling. Dat kan een reguliere school zijn, of een school voor speciaal (basis-) onderwijs. Een arrangement bestaat soms uit meer dan onderwijsondersteuning. Het kan zijn dat er hulp voor de thuissituatie nodig is, of voor de gezondheid van de leerling. Daarom ontwikkelen we een manier om indien nodig zo vroeg en eenvoudig mogelijk (na de signalering) af te stemmen met de deskundigheid en het aanbod vanuit jeugdhulp. Dat zal in de toekomst de Ouder Kind Adviseur (OKA) zijn. Van het budget dat de school voor basisondersteuning beschikbaar heeft, organiseert zij de betreffende 10

ondersteuning. Ook hier kan sprake zijn van naar binnengehaalde ondersteuning door eigen bekostiging, maar ook door bijvoorbeeld inzet van een OKA etc. 4a. Arrangement extra ondersteuning Op het moment dat een arrangement de afgesproken basisondersteuning te boven gaat, d.w.z. als de school zonder inzet van extra expertise of middelen handelingsverlegen is, is sprake van noodzaak tot extra ondersteuning. Als het Adviesloket in stap 3 niet is betrokken en er behoefte is aan ondersteuning bij het arrangeren, kan de school (en ouders) een beroep doen op de orthopedagoog van het Adviesloket. In een gesprek met de leerkracht, intern begeleider, ouders en andere relevante deskundigen/betrokkenen kan worden bepaald welke (extra) ondersteuning nodig is. Het gaat daarbij om extra ondersteuning die binnen de school wordt uitgevoerd. De school zal in dit geval een ontwikkelingsperspectiefplan (OPP) moeten opstellen en dit voorleggen aan ouders. Ouders hebben instemming op het handelingsdeel van het OPP en ondertekenen het. Het document biedt school, ouders en inspectie houvast bij het reflecteren op de gerealiseerde opbrengsten. Voor het OPP hanteren alle scholen binnen het samenwerkingsverband hetzelfde format. Naast het opstellen van een OPP vult men een aanvraagformulier extra ondersteuning in waarin de met de onderwijsbehoefte van de leerling samenhangende ondersteuningsbehoefte van de leerkracht/school concreet wordt omschreven. Daarbij dient de school zo nauwkeurig mogelijk te specificeren aan welke vorm(en) van ondersteuning zij behoefte hebben. Daarbij kan men gebruik maken (van een combinatie) van de volgende bouwstenen: Bouwsteen 1: inzet expertise Bouwsteen 2: extra handen in de klas Bouwsteen 3: onderwijsmaterialen Bouwsteen 4: ruimtelijke voorzieningen Bouwsteen 5: ondersteuning samenwerking instanties Tevens dient te worden aangegeven voor welke duur het arrangement wordt aangevraagd, waarbij in principe een maximum van een jaar geldt. Ouders dienen ook dit document te ondertekenen. 5. Toekennen van arrangementen extra ondersteuning Een aanvraag wordt getoetst op: de aanwezigheid en kwaliteit van het OPP; de ondertekening door ouders van het handelingsdeel OPP; de aanwezigheid van het aanvraagformulier extra ondersteuning waarin de voorgestelde ondersteuning goed dient aan te sluiten op de ondersteuningsbehoefte; de ondertekening door ouders van aanvraagformulier; het traject dat school tot dusver doorlopen heeft; de mogelijkheden van één kind, één plan, inclusief de mogelijkheden van bundeling van middelen uit onderwijs en jeugdhulp; 10

de voorgestelde tijdsduur, de punten waarop het als succesvol kan worden aangemerkt en hoe en wanneer de (tussen)evaluatie plaatsvindt. Complete aanvragen worden door het Adviesloket inhoudelijk beoordeeld en al dan niet van een advies tot toekenning voorzien. Daarin wordt vanzelfsprekend ook een advies voor het toe te kennen budget meegenomen. Dat hoeft niet overeen te komen met de aanvraag van de school. Bij een advies tot toekenning wordt de aanvraag doorgestuurd naar het bestuur van de aanvragende school voor een definitief besluit. Een positief besluit wordt schriftelijk medegedeeld aan school en ouders. Indien de aanvraag niet compleet is of er andere onduidelijkheden zijn, gaat het Adviesloket in gesprek met school (en ouders) over de voorwaarden waaronder de aanvraag opnieuw beoordeeld kan worden. Bij een afwijkend advies wordt dit beargumenteerd en samen met de aanvraag doorgestuurd naar het bestuur van de aanvragende school. Een negatief besluit wordt schriftelijk medegedeeld aan school en ouders. De mogelijkheid om voor ouders tegen een afwijzing in beroep te gaan moet nog nader worden uitgewerkt. Te denken valt aan het instellen van een geschillencommissie of een beroepsmogelijkheid bij het betreffende bestuur. De behandelingstermijn bij een complete aanvraag bedraagt 4 weken (20 werkdagen). 6. Aanbieder (s) kiezen Nadat een arrangement door het bestuur definitief is toegewezen, selecteert de school zelf een aanbieder die de gewenste ondersteuning kan verzorgen. De school meldt de aanbieder bij het Adviesloket. Deze aanbieder moet zich voegen naar de organisatie en de invulling van de extra ondersteuning, zoals die door school voorafgaand aan de aanvraag is vastgesteld. Echter, deze aanbieder brengt ook zijn/haar eigen expertise en inzichten met zich mee. Als dat kan leiden tot een efficiëntieslag van de voorgestelde ondersteuning (arrangement), moet daar ruimte voor zijn. Het is duidelijk dat van de aanbieder maatwerk wordt verwacht. Vanzelfsprekend dient de aanbieder tevens binnen het toegekende budget te blijven. Dit is een verantwoordelijkheid van de school. Om te voorkomen dat er voor aanbieders wordt gekozen die over onvoldoende kwaliteit beschikken dan wel niet geschikt zijn om de gevraagde inzet te leveren omdat zij bijvoorbeeld niet over de gevraagde expertise beschikken, wordt voorgesteld om een lijst van kwalitatief hoogstaande aanbieders aan te leggen in de kennisbank (ENZO). Hier kunnen de scholen uit kiezen. Op het moment dat een school een aanbieder voorstelt die niet op de lijst staat en er zijn onduidelijkheden over diens kwaliteit, gaat de orthopedagoog van het Adviesloket in gesprek met school en de betreffende aanbieder. Aanbieders kunnen tot de centrale lijst worden toegelaten als uit de evaluatie is gebleken dat een aanbieder goede kwaliteit levert. Kwaliteitscriteria voor de aanbieders worden uitgewerkt door coördinatiegroep ENZO, evenals het 10

opstellen van een startlijst van aanbieders. 7. Evaluatie van extra ondersteuning Het adviesloket evalueert het effect van de inzet met school, ouders en betrokkenen die de ondersteuning hebben geboden. Daarbij zijn drie vragen van belang: a. in hoeverre zijn de geformuleerde doelen behaald (OPP)? b. in hoeverre is de geboden vorm van ondersteuning een antwoord gebleken op de ondersteuningsvraag? c. in hoeverre is de gefaciliteerde ondersteuning daadwerkelijk gerealiseerd? Indien blijkt dat de aangevraagde ondersteuning slechts deels is gerealiseerd, kan het deelverband een deel van de toegekende middelen terug vorderen. De evaluatie is ook het moment waarop besloten kan worden de extra ondersteuning te verlengen. In dat geval dient wederom duidelijk te zijn dat de school niet binnen de mogelijkheden van de basisondersteuning in voldoende mate aan de onderwijsbehoeften van de leerling kan voldoen. 10

Eigenaarschap betekent zeker niet dat van de leerkracht dat hij/zij alléén verantwoordelijk is voor de leerlingen in zijn/haar groep. Het betekent bijvoorbeeld wel dat de leerkracht is staat is zelf een goede hulpvraag te formuleren. In dit verband is het werken volgens de HGW-cyclus van belang. Bovenstaande aspecten maken hier immers deel van uit. Effectief onderwijs = doelgericht en planmatig. Professionalisering is een gevolg en moet (ook) worden bezien in relatie tot het SOP (schoolondersteuningsprofiel). Waar staan we en waar gaan wij ons als school verder in bekwamen? Educatief partnerschap: een wederzijdse betrokkenheid van ouders en school teneinde optimale omstandigheden te creëren voor de ontwikkeling en het leren van kinderen, thuis en op school. Daartoe gaan ze met elkaar in gesprek en werken ze zoveel mogelijk samen. Hoe creëer je een gelijkwaardige positie met ouders, ieder met zijn eigen kennis en vanuit zijn eigen rol? 11

Schoolondersteuningsprofielen Op dit moment is van alle basisscholen binnen het samenwerkingsverband een schoolondersteuningsprofiel (SOP) opgesteld. Dit profiel geeft een beeld van het onderwijs- en ondersteuningsaanbod van een school. Gezamenlijk geven de SOP s een beeld van de stand van zaken van het onderwijsaanbod op het niveau van het gehele samenwerkingsverband. Deze gegevens geven ook zich op de mate waarin de scholen voldoen aan het niveau van basisondersteuning. Aangeven waar ondersteuningsprofiel van uw school is te vinden of dit uitdelen. Bespreek met uw team (als dat nog niet is gebeurd) de belangrijkste onderdelen uit het SOP: welke ondersteuning biedt uw school en welke niet? 12

Scholen zijn verplicht een ontwikkelingsperspectief (OPP) op te stellen voor leerlingen die extra ondersteuning krijgen. Voor begeleiding die onder de basisondersteuning valt, bijvoorbeeld kortdurende remedial teaching of begeleiding bij dyslexie, is geen ontwikkelingsperspectief nodig. In een OPP staat beschreven wat de verwachte uitstroombestemming van de leerling is en de onderbouwing daarvan. Maar ook staat erin welke ondersteuning en begeleiding de leerling nodig heeft en hoe die wordt aangeboden. De ouders hebben een belangrijke rol, omdat zij de school kunnen voorzien van informatie over de situatie thuis of eerder begeleiding op een andere school. Het OPP wordt dan ook in overleg met de ouders vastgesteld. Daarna wordt er regelmatig (tenminste jaarlijks) overleg gevoerd met ouders en de leerling. Als daar aanleiding voor is, wordt het ontwikkelingsperspectief bijgesteld. Een OPP is voorwaardelijk voor het verkrijgen van extra ondersteuning, maar er kan ook een OPP worden opgesteld binnen de basisondersteuning. Wie stelt de OPP in uw school op? Doorgaans is dat de leerkracht i.s.m. de intern begeleider of zorgcoördinator. 13

14

ad 1. Zorgplicht Vanaf 1 augustus 2014 hebben schoolbesturen een zorgplicht. Dat betekent dat zij vanaf dat moment iedere leerling die extra ondersteuning nodig heeft, een passende onderwijsplek moeten bieden. Vanaf 1 augustus 2014 melden ouders hun kind aan bij de school van hun keuze. De school heeft dan de taak om een passende onderwijsplek te bieden. Op de eigen school, of, als de leerling daar beter op zijn plaats is, op een andere school in het reguliere onderwijs of het speciaal onderwijs. Het speciaal onderwijs verdwijnt dus niet door de komst van passend onderwijs. ad 2. Wat is een samenwerkingsverband? alle scholen voor primair en voortgezet (speciaal) onderwijs horen bij een samenwerkingsverband het grote samenwerkingsverband in Amsterdam heet Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Amsterdam/Diemen, Zuidoost krijgt het Deelverband Primair Onderwijs Zuidoost schoolbesturen vormen het bestuur van een samenwerkingsverband een samenwerkingsverband zorgt dat er in het reguliere onderwijs extra ondersteuning kan worden geboden en speciale ondersteuning in het speciaal onderwijs een samenwerkingsverband zorgt voor voldoende onderwijs en ondersteuning een samenwerkingsverband zorgt voor de toekenning van extra ondersteuning en voor de toelating tot het speciaal (basis)onderwijs ad 3. Veranderingen in de bekostiging De bekostiging van de rugzakken vervalt. Samenwerkingsverbanden ontvangen geld voor de bekostiging 15

van de basisondersteuning, maar ook voor de extra ondersteuning. Het geld voor de basisondersteuning wordt door de schoolbesturen verdeeld over de scholen. Het geld voor de extra ondersteuning wordt in Zuidoost in het Toewijzingsfonds gestopt Daar kan iedere basisschool in Zuidoost straks een beroep op doen. 15

Eventueel uitdelen bij deze dia: stroomschema aanmelding regulier onderwijs van Ministerie van Onderwijs. Te vinden op http://www.ppozo.nl/projecten/passend-onderwijs-zuidoost/ 16

ad 3 e punt: een school kan advies inwinnen bij het Adviesloket over de benodigde setting, maar dit is niet voorwaardelijk om een verwijsvraag bij de Onderwijsadviseur neer te leggen. 17

18

19

20

21

Filmpje Klik op het plaatje of de URL om op Youtube een filmpje te starten over hoe passend onderwijs wordt vormgegeven in Amsterdam Zuidoost. Dit filmpje is gemaakt in opdracht van het Projectenbureau Primair Onderwijs Zuidoost. 22

Let op: de ambities voor Zuidoost moeten nog worden bekrachtigd in de bestuursvergadering op 28 mei 2014. 1. Basisondersteuning Door het realiseren van de Schoolondersteuningsprofielen is in Zuidoost duidelijk geworden wat de stand van zaken is met betrekking tot basisondersteuning in alle basisscholen. In het besturenoverleg is besloten dat alle scholen een plan van aanpak opstellen ten behoeve van de basisondersteuning. Aan de hand van dit plan van aanpak wordt de basisondersteuning in de periode 2014/2016 in alle basisscholen op het afgesproken niveau gebracht. 2. Schoolondersteuningsprofiel In schooljaar 2013/2014 zijn voor alle basisscholen de schoolondersteuningsprofielen (en de bovenschoolse analyse) opgesteld. De genoemde profielen zullen zoveel mogelijk als uitgangspunt worden ingebracht bij het centraal te ontwikkelen kader voor schoolondersteuningsprofielen. 3. Arrangementen in en rondom de school: extra ondersteuning en Toewijzingsfonds Het systeem van individuele rugzakken wordt vervangen door een flexibel systeem van ondersteuningsarrangementen in en rondom de school. Die zijn vooral gericht op de onderwijsbehoeften van de leerling en ondersteuningsbehoefte van de leerkracht/school. 23

Door het toekennen van deze arrangementen kan er binnen de school ondersteuning op maat worden geboden, waarbij de hulpvraag van de school het startpunt is. Anders dan bij de rugzakken, wordt met deze nieuwe werkwijze een aanpak (handelingsgerichte ondersteuning) gefaciliteerd. Deze dient dan ook helder te zijn alvorens middelen uit het Toewijzingsfonds worden toegekend. Wanneer een school onvoldoende helder krijgt hoe de benodigde ondersteuning eruit kan zien, kan zij voor hulp bij het arrangeren terecht bij het Adviesloket. Het adviesloket kan meedenken over de vraag welke ondersteuning passend is. Passend bij de leerling en/of school. 4. S(B)O Het verwijzings-/deelnamepercentage naar het speciaal (basis) onderwijs stijgt niet verder dan het huidige niveau. 5. Thuiszitters In Zuidoost geldt onverkort het adagium: Alle kinderen gaan naar school, volgen onderwijs. Geen kind zit thuis'. 6. Professionalisering medewerkers De gezamenlijke professionalisering en deskundigheidsbevordering van leerkrachten, IB'ers en directies wordt in Zuidoost voortgezet. Uit de bovenschoolse analyse die is gemaakt in het kader van de schoolondersteuningsprofielen, komt naar voren dat de aandacht moet uitgaan naar HGW, OPP's en gedragsproblematiek. Daarnaast kunnen schoolspecifieke professionaliseringsbehoeften door de school zelf worden georganiseerd. De IB-(netwerk)bijeenkomsten (4x per jaar) en de directiebijeenkomsten (2x per jaar) en de jaarlijkse Learning Fair worden gecontinueerd. De coördinatiegroep ENZO bepaalt de invulling van de programma's en bijeenkomsten op basis van een jaarlijkse behoefteninventarisatie bij deelnemers en begeleiders/trainers. In schooljaar 2014/2015 wordt nut en noodzaak geïnventariseerd om het professionaliseringsprogramma gedeeltelijk in de wijk te doen plaatsvinden en zo veel mogelijk op de wijk af te stemmen. De aangeboden programma's, waaraan de schoolbesturen zich verbinden, zijn op de praktijk gericht ('van weten naar doen'). 23

7. Terugplaatsen Zoals het eigenlijk voor de hele stad geldt, is ook in Zuidoost aan de orde dat nagenoeg geen enkel kind/leerling, na geplaatst te zijn op het speciaal (basis) onderwijs, weer terugkeert naar het reguliere basisonderwijs. Een tijdelijke beschikking gaat dus (bijna) altijd over in een permanente beschikking. Het streven is hier niet langer van uit te gaan en betrokkenheid te laten bestaan van de school van herkomst, die het kind doorverwijst. 8. Structuur Op basis van de feitelijke ondersteuningsbehoeften van de kinderen en leerkrachten realiseren schoolbesturen en scholen een externe ondersteuningsstructuur in en rondom de scholen. De twee belangrijkste pijlers van een krachtige interne en externe ondersteuningsstructuur in en rondom de scholen in Zuidoost zijn en blijven: de Zorgbreedteoverleggen/ondersteuningsteams Ouder- en Kindadviseur (OKA) Expertisenetwerk Zuidoost (ENZO) 9. Meer- en hoogbegaafden In de visie van het samenwerkingsverband Amsterdam/Diemen hoort aandacht voor meerbegaafdheid ook in de toekomst bij het 'gewone' onderwijscurriculum van een school, eventueel aangevuld met vormen van specifieke ondersteuning. Het aanbod voor deze leerlingen valt onder de basisondersteuning. Het is de bedoeling dat het SWV samen met de gemeenten in de komende periode 24

een gemeenschappelijk kader uit gaat werken. Het is de verantwoordelijkheid van scholen/schoolbesturen om aan dit onderwerp (verder) invulling te geven. Op meerdere scholen in Zuidoost wordt al ruime aandacht gegeven aan meer- en hoogbegaafdheid. 10. Overdracht VO De nadere afspraken (op centraal niveau) worden afgewacht en vormen de basis voor gerichte actie in Zuidoost. De scholen blijven ondertussen op de gebruikelijke wijze inhoud en vorm geven aan de 'warme' overdracht. 11. Functies Naar verwachting zullen vier AB'ers (en wellicht nog medewerkers van VIA en onderwijsconsulenten) in Zuidoost worden verbonden aan de schoolbesturen. Deze medewerkers formeel worden ondergebracht/gedetacheerd bij de twee SBO-instellingen en werken intensief samen met het Adviesloket en de onderwijsadviseur. Na de totstandkoming van de wijkindeling en de wijkoverleggen in Zuidoost worden de voormalig AB'ers wijkgericht ingezet (dus werkend voor de wijkscholen). Hoofdtaken Onderwijsadviseur: - beoordelen en bemiddelen m.b.t. verwijzingen - informeren en adviseren regio-overleg - begeleiden wijkoverleg 12. Samenwerking onderwijs en jeugdhulp De scholen stemmen de benodigde onderwijsondersteuning in toenemende mate af met jeugdhulpverlening. De te vormen ouder- en kindteams vormen daarbij de basis. Momenteel beschikt elke school over schoolmaatschappelijk werk (SMW). SMW wordt echter op termijn vervangen door ouder-kind adviseurs (OKA) die op hun beurt weer deel uit zullen gaan maken van ouderkind teams. Elke school krijgt een vaste OKA en deze professional wordt dan ook een belangrijke partner als het gaat om het aanbod van opvoedhulp en jeugdzorg. Deze OKA wordt de partner als het gaat om integraal arrangeren: een afgestemd aanbod van onderwijsondersteuning en aanbod opvoedhulp/jeugdzorg. 24

Wijkgericht werken in Amsterdam Zuidoost De gemeente Amsterdam heeft vanuit de jeugdhulpverlening, gekozen voor wijkgericht werken. Alle schoolbesturen in Amsterdam hebben zich hieraan gecommitteerd. Ook in Zuidoost zal de focus de komende jaren meer en meer verschuiven van stadsbreed naar wijkgericht werken. 25

26

27

Wij vernemen graag (als input voor het professionaliseringsprogramma van volgend jaar) wat uw team antwoordt op de vraag Wat hebben wij nog nodig?. Wilt u ons dat laten weten? Een korte e-mail aan het secretariaat (adijkshoorn@ppozo.nl) volstaat. 28

29

30

31